02020R1213 — NL — 13.03.2021 — 002.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1213 VAN DE COMMISSIE

van 21 augustus 2020

betreffende de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen die uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 zijn geschrapt

(PB L 275 van 24.8.2020, blz. 5)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1362 VAN DE COMMISSIE van 30 september 2020

  L 317

5

1.10.2020

►M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/419 VAN DE COMMISSIE van 9 maart 2021

  L 83

6

10.3.2021




▼B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1213 VAN DE COMMISSIE

van 21 augustus 2020

betreffende de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen die uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 zijn geschrapt



Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening bevat fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen in de Unie uit derde landen van planten, plantaardige producten en andere materialen die uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 zijn geschrapt.

Artikel 2

Maatregelen voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen, van oorsprong uit derde landen

De planten, plantaardige producten en andere materialen die afkomstig zijn uit de respectieve derde landen van oorsprong, zoals vermeld in de bijlage, mogen alleen op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht als zij voldoen aan de overeenkomstige maatregelen, zoals vastgesteld in de bijlage.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M2




BIJLAGE

Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen, en de overeenkomstige maatregelen voor het binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 2



Planten, plantaardige producten en andere materialen

GN-code

Derde landen van oorsprong

Maatregelen

Acer japonicum Thunberg, Acer palmatum Thunberg en Acer shirasawanum Koidzumi, één tot drie jaar oude geënte of geoculeerde voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand zonder blad

ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48 ex 0602 90 50

Nieuw-Zeeland

a)  Een officiële verklaring dat:

i)  de planten vrij zijn van Eotetranychus sexmaculatus;

ii)  de planten gedurende hun hele leven zijn geteeld in een plaats van productie die, samen met de productielocaties die daarvan deel uitmaken, is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong;

iii)  de productielocatie sinds het begin van de productiecyclus van de planten tijdens officiële inspecties die op gepaste tijdstippen plaatsvinden, vrij van Eotetranychus sexmaculatus is bevonden; indien werd vermoed dat Eotetranychus sexmaculatus op de productielocatie aanwezig was, zijn gepaste behandelingen uitgevoerd om de afwezigheid van het plaagorganisme te waarborgen; rond de productielocatie is een zone van 100 m ingesteld die op gepaste tijdstippen specifiek op de aanwezigheid van Eotetranychus sexmaculatus wordt gecontroleerd, en indien het plaagorganisme op een waardplant is gevonden, is die plant onmiddellijk verwijderd en vernietigd;

iv)  er een systeem is opgezet om instrumenten en machines vóór zij op de productielocatie worden gebracht, te reinigen zodat zij vrij zijn van grond en plantenresten, en te desinfecteren zodat zij vrij zijn van Eotetranychus sexmaculatus;

v)  de planten bij de oogst zijn gereinigd en gesnoeid en de planten een officiële fytosanitaire controle hebben ondergaan die ten minste bestaat uit een grondig visueel onderzoek, met name van de stammen en de takken van de planten, ter bevestiging van de afwezigheid van Eotetranychus sexmaculatus;

vi)  de zendingen planten onmiddellijk vóór de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van Eotetranychus sexmaculatus, met name in de stammen en takken van de planten, en het monster voor inspectie zodanig groot was dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

b)  Op de fytosanitaire certificaten voor die planten wordt onder de rubriek “aanvullende verklaring” het volgende vermeld:

i)  de volgende verklaring: “De zending voldoet aan Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1362 van de Commissie.”;

ii)  de gegevens van de geregistreerde productielocaties.

Acer japonicum Thunberg, Acer palmatum Thunberg en Acer shirasawanum Koidzumi, één tot drie jaar oude geënte of geoculeerde voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand zonder blad

ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48 ex 0602 90 50

Nieuw-Zeeland

a)  Een officiële verklaring dat:

i)  de planten vrij zijn van Oemona hirta en Platypus apicalis;

ii)  de planten gedurende hun hele leven zijn geteeld in een plaats van productie die, samen met de productielocaties die daarvan deel uitmaken, is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong;

iii)  de productielocatie sinds het begin van de volledige productiecyclus tijdens officiële inspecties die op gepaste tijdstippen plaatsvinden, vrij van Oemona hirta en Platypus apicalis is bevonden; indien werd vermoed dat Oemona hirta of Platypus apicalis op de productielocatie aanwezig was, zijn gepaste behandelingen uitgevoerd om de afwezigheid van de plaagorganismen te waarborgen;

iv)  de planten bij de oogst zijn gereinigd en officieel zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van Oemona hirta en Platypus apicalis;

v)  de zendingen planten onmiddellijk vóór de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van Oemona hirta en Platypus apicalis, en het monster voor inspectie zodanig groot was dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

b)  Op de fytosanitaire certificaten voor die planten wordt onder de rubriek “aanvullende verklaring” het volgende vermeld:

i)  de volgende verklaring: “De zending voldoet aan Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1362 van de Commissie.”;

ii)  de gegevens van de geregistreerde productielocaties.

Albizia julibrissin Durazzini, geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand met een maximale diameter van 2,5 cm

ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48

Israël

a)  Een officiële verklaring dat:

i)  de planten vrij zijn van Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae;

ii)  de planten gedurende hun hele leven zijn geteeld in een plaats van productie die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong. Die registratie omvat de respectieve productielocaties binnen de plaats van productie;

iii)  de planten aan een van de volgende eisen voldoen:

1.  de planten hebben een diameter van minder dan 2 cm aan de voet van de stam,

of

2.  de planten zijn geteeld op een locatie die gedurende ten minste zes maanden vóór de uitvoer volledig fysiek is beschermd tegen de introductie van Euwallacea fornicatus sensu lato en die op gepaste tijdstippen officieel is geïnspecteerd en vrij van dat plaagorganisme is bevonden, wat ten minste is bevestigd met vallen die ten minste om de vier weken alsook onmiddellijk vóór de verplaatsing van de planten zijn gecontroleerd,

of

3.  de planten zijn geteeld op een productielocatie die sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus tijdens officiële inspecties die ten minste om de vier weken plaatsvinden, vrij is bevonden van Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae, wat voor Euwallacea fornicatus sensu lato ten minste met vallen is bevestigd; indien werd vermoed dat een van de twee plaagorganismen op de productielocatie aanwezig was, zijn gepaste behandelingen uitgevoerd om de afwezigheid van de plaagorganismen te waarborgen; rond de productielocatie is een zone van 1 km ingesteld die op gepaste tijdstippen op de aanwezigheid van Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae is gecontroleerd, en indien een van die plaagorganismen op een waardplant is gevonden, is die plant onmiddellijk verwijderd en vernietigd;

iv)  de zendingen planten met een diameter van 2 cm of meer aan de voet van de stam onmiddellijk vóór de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van het plaagorganisme, met name in de stammen en takken van de planten, onder andere door middel van destructieve bemonstering. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

b)  Op de fytosanitaire certificaten voor die planten wordt onder de rubriek “aanvullende verklaring” het volgende vermeld:

i)  de volgende verklaring: “De zending voldoet aan Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 van de Commissie.”;

ii)  de volgende gegevens:

— de in punt a), iii), van deze vermelding opgenomen eis waaraan is voldaan, en

— de geregistreerde productielocatie(s).

Albizia julibrissin Durazzini, geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand met een maximale diameter van 2,5 cm

ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48

Israël

a)  Een officiële verklaring dat:

i)  de planten vrij zijn van Aonidiella orientalis;

ii)  de planten gedurende hun hele leven zijn geteeld in een plaats van productie die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong. Die registratie omvat de respectieve productielocaties binnen de plaats van productie. Die plaats van productie voldoet daarnaast aan één van de volgende eisen:

1.  de planten zijn geteeld op een locatie die gedurende ten minste zes maanden vóór de uitvoer volledig fysiek is beschermd tegen de introductie van Aonidiella orientalis en die om de drie weken alsook onmiddellijk vóór de verplaatsing van de planten is geïnspecteerd en vrij van dat plaagorganisme is bevonden,

of

2.  de productielocatie is sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus tijdens officiële inspecties die om de drie weken plaatsvinden, vrij bevonden van Aonidiella orientalis; indien werd vermoed dat het plaagorganisme op de productielocatie aanwezig was, zijn gepaste behandelingen uitgevoerd om de afwezigheid van het plaagorganisme te waarborgen; rond de productielocatie is een zone van 100 m ingesteld die op gepaste tijdstippen op de aanwezigheid van Aonidiella orientalis is gecontroleerd, en indien het plaagorganisme op een plant is gevonden, is die plant onmiddellijk verwijderd en vernietigd;

iii)  de zendingen planten onmiddellijk vóór de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van Aonidiella orientalis, met name in de stammen en takken van de planten. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

b)  Op de fytosanitaire certificaten voor die planten wordt onder de rubriek “aanvullende verklaring” het volgende vermeld:

i)  de volgende verklaring: “De zending voldoet aan Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 van de Commissie.”;

ii)  de volgende gegevens:

— de in punt a), ii), van deze vermelding opgenomen eis waaraan is voldaan, en

— de geregistreerde productielocatie(s).

Jasminum polyanthum Franchet, stekken zonder wortels van voor opplant bestemde planten

ex 0602 10 90

Israël

a)  Een officiële verklaring dat:

i)  de planten zijn vrij van Scirtothrips dorsalis, Aonidiella orientalis, Milviscutulus mangiferae, Paracoccus marginatus, Pulvinaria psidii en Colletotrichum siamense;

ii)  de planten gedurende hun hele leven zijn geteeld in een plaats van productie die, samen met de productielocaties die daarvan deel uitmaken, is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong;

iii)  de planten geteeld zijn op een locatie die fysiek beschermd is tegen de introductie van Scirtothrips dorsalis, Aonidiella orientalis, Milviscutulus mangiferae, Paracoccus marginatus en Pulvinaria psidii;

iv)  de productielocatie om de drie weken is onderworpen aan officiële inspecties op de aanwezigheid van Scirtothrips dorsalis, Aonidiella orientalis, Milviscutulus mangiferae, Paracoccus marginatus, Pulvinaria psidii, en Colletotrichum siamense, en vrij van die plaagorganismen is bevonden;

v)  zendingen van de planten onmiddellijk vóór de uitvoer zijn onderworpen aan een officiële inspectie op de aanwezigheid van Scirtothrips dorsalis, Aonidiella orientalis, Milviscutulus mangiferae, Paracoccus marginatus, en Pulvinaria psidii, waarbij het monster zodanig groot was dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt, en aan een officiële inspectie op de aanwezigheid van Colletotrichum siamense die het testen van planten met symptomen omvat.

b)  Op de fytosanitaire certificaten voor die planten wordt onder de rubriek “aanvullende verklaring” het volgende vermeld:

i)  de volgende verklaring: “De zending voldoet aan Uitvoeringsverordening (EU) 2021/419 van de Commissie”, en

ii)  de gegevens van de geregistreerde productielocaties.

Robinia pseudoacacia, geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand met een maximale diameter van 2,5 cm

ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48

Israël

a)  Een officiële verklaring dat:

i)  de planten vrij zijn van Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae;

ii)  de planten gedurende hun hele leven zijn geteeld in een plaats van productie die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong. Die registratie omvat de respectieve productielocaties binnen de plaats van productie;

iii)  de planten aan een van de volgende eisen voldoen:

1.  de planten hebben een diameter van minder dan 2 cm aan de voet van de stam,

of

2.  de planten zijn geteeld op een locatie die gedurende ten minste zes maanden vóór de uitvoer volledig fysiek is beschermd tegen de introductie van Euwallacea fornicatus sensu lato en die op gepaste tijdstippen officieel is geïnspecteerd en vrij van dat plaagorganisme is bevonden, wat ten minste is bevestigd met vallen die ten minste om de vier weken alsook onmiddellijk vóór de verplaatsing van de planten zijn gecontroleerd,

of

3.  de planten zijn geteeld op een productielocatie die sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus tijdens officiële inspecties die ten minste om de vier weken plaatsvinden, vrij is bevonden van Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae, wat voor Euwallacea fornicatus sensu lato ten minste met vallen is bevestigd; indien werd vermoed dat een van de twee plaagorganismen op de productielocatie aanwezig was, zijn gepaste behandelingen uitgevoerd om de afwezigheid van de plaagorganismen te waarborgen; rond de productielocatie is een zone van 1 km ingesteld die op gepaste tijdstippen op de aanwezigheid van Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae is gecontroleerd, en indien een van die plaagorganismen op een waardplant is gevonden, is die plant onmiddellijk verwijderd en vernietigd;

iv)  de zendingen planten met een diameter van 2 cm of meer aan de voet van de stam onmiddellijk vóór de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van het plaagorganisme, met name in de stammen en takken van de planten, onder andere door middel van destructieve bemonstering. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

b)  Op de fytosanitaire certificaten voor die planten wordt onder de rubriek “aanvullende verklaring” het volgende vermeld:

i)  de volgende verklaring: “De zending voldoet aan Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 van de Commissie.”;

ii)  de volgende gegevens:

— de in punt a), iii), van deze vermelding opgenomen eis waaraan is voldaan, en

— de geregistreerde productielocatie(s).