02020R0592 — NL — 16.10.2020 — 002.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/592 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2020

inzake tijdelijke buitengewone maatregelen waarbij wordt afgeweken van enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad om de marktverstoring in de sector groenten en fruit en de wijnsector als gevolg van de Covid‐19-pandemie en de daarmee samenhangende maatregelen te verhelpen

(PB L 140 van 4.5.2020, blz. 6)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1275 VAN DE COMMISSIE van 6 juli 2020

  L 300

26

14.9.2020

►M2

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/95 VAN DE COMMISSIE van 28 januari 2021

  L 31

198

29.1.2021




▼B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/592 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2020

inzake tijdelijke buitengewone maatregelen waarbij wordt afgeweken van enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad om de marktverstoring in de sector groenten en fruit en de wijnsector als gevolg van de Covid‐19-pandemie en de daarmee samenhangende maatregelen te verhelpen



HOOFDSTUK I

GROENTEN EN FRUIT

▼M1

Artikel 1

Tijdelijke afwijkingen van artikel 33, lid 3, en artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

In afwijking van artikel 33, lid 3, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 geldt de bovengrens van een derde van de uitgaven voor crisispreventie- en crisisbeheersingsmaatregelen in het kader van het operationele programma als bedoeld in die bepaling, niet in 2020.

In afwijking van artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de financiële steun van de Unie aan het actiefonds in 2020 niet meer dan het bedrag van de financiële bijdrage van de Unie aan de door de lidstaten voor 2020 goedgekeurde actiefondsen en is hij beperkt tot 70 % van de daadwerkelijk gedane uitgaven.

▼B



HOOFDSTUK II

WIJN



AFDELING 1

Crisissteunmaatregelen

▼M2

Artikel 2

Afwijkingen van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1308/2013

In afwijking van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 kunnen de maatregelen van de artikelen 3 en 4 van de onderhavige verordening in de begrotingsjaren 2020 en 2021 worden gefinancierd door voorschotten of betalingen in het kader van steunprogramma’s in de wijnsector.

▼B

Artikel 3

Distillatie van wijn in geval van een crisis

1.  
Overeenkomstig de voorwaarden van dit artikel kan steun worden verleend voor de distillatie van wijn. Dergelijke steun is evenredig.
2.  
De alcohol verkregen uit de in lid 1 bedoelde distillatie waarvoor steun wordt verleend, wordt uitsluitend gebruikt voor industriële doeleinden, zoals farmaceutische of desinfectiedoeleinden, of voor energiedoeleinden, teneinde concurrentieverstoring te voorkomen.
3.  
De begunstigden van de in lid 1 bedoelde steun zijn wijnondernemingen die de in deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde producten produceren of afzetten, wijnproducentenorganisaties, verenigingen van twee of meer producenten, brancheorganisaties en distilleerders van wijnbouwproducten.
4.  
Alleen de kosten van de levering van wijn aan distilleerders en van de distillatie van deze wijn komen voor steun in aanmerking.
5.  
De lidstaten kunnen prioriteitscriteria vaststellen door deze in het steunprogramma aan te geven. Deze prioriteitscriteria berusten op de specifieke strategie en doelen van het steunprogramma en zijn objectief en niet-discriminerend.
6.  

De lidstaten stellen regels vast voor de aanvraagprocedure voor de in lid 1 bedoelde steun, waaronder regels voor:

a) 

de natuurlijke personen en rechtspersonen die aanvragen mogen indienen;

b) 

de indiening en selectie van aanvragen, ten minste wat betreft de termijnen voor de indiening van de aanvragen, voor het onderzoek van de geschiktheid van elke voorgestelde actie en voor de mededeling van de resultaten van de selectieprocedure aan de marktdeelnemers;

c) 

de verificatie van de naleving van de bepalingen inzake subsidiabele acties en de kosten als bedoeld in lid 4, en de prioriteitscriteria waar prioriteitscriteria van toepassing zijn;

d) 

de selectie van de aanvragen, ten minste wat betreft de weging voor elk prioriteitscriterium, waar prioriteitscriteria van toepassing zijn;

e) 

regelingen voor het betalen van voorschotten en het stellen van zekerheden.

7.  
De lidstaten stellen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria het bedrag van de aan begunstigden te verlenen steun vast.

▼M1

7 bis.  
Begunstigden van steun uit hoofde van dit artikel kunnen de bevoegde betaalorganen verzoeken om de betaling van een voorschot, indien deze optie is opgenomen in het nationale steunprogramma overeenkomstig artikel 49 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1149 van de Commissie ( 1 ). Het bedrag van de voorschotten bedraagt 100 % van de bijdrage van de Unie. Het voorschot wordt slechts betaald op voorwaarde dat de begunstigde overeenkomstig hoofdstuk IV van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie ( 2 ) ten gunste van de betrokken lidstaat een bankgarantie of een gelijkwaardige zekerheid heeft gesteld die op zijn minst overeenstemt met 110 % van het bedrag van dat voorschot. De zekerheid wordt vrijgegeven wanneer het bevoegde betaalorgaan vaststelt dat het bedrag van het voorschot gelijk is aan de daadwerkelijk voor de betrokken actie gedane uitgaven die in aanmerking komen voor de bijdrage van de Unie.

▼M1

8.  
In afwijking van artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogen de lidstaten voor de in het onderhavige artikel bedoelde maatregel aanvullende nationale betalingen toekennen.
9.  
De artikelen 1, 2, 43, 48 tot en met 54 en 56 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1149 en de artikelen 1, 2, 3, 19 tot en met 23, 25, 27 tot en met 31, artikel 32, lid 1, tweede alinea, en de artikelen 33 tot en met 40 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1150 van de Commissie ( 3 ) zijn van overeenkomstige toepassing op de steun voor de distillatie van wijn in geval van een crisis.

▼B

Artikel 4

Steun voor de crisisopslag van wijn

1.  
Overeenkomstig de voorwaarden van dit artikel kan steun worden verleend voor de crisisopslag van wijn.
2.  
Om te voorkomen dat tweemaal steun wordt verleend voor dezelfde hoeveelheid uit de markt genomen wijn, mogen de begunstigden van steun voor de crisisopslag van een hoeveelheid wijn geen steun ontvangen voor dezelfde hoeveelheid wijn voor distillatie in geval van een crisis in het kader van artikel 3 van deze verordening, noch nationale betalingen voor de distillatie van wijn in crisisgevallen in het kader van artikel 216 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
3.  
De begunstigden van de in lid 1 bedoelde steun zijn wijnondernemingen die de in deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde producten produceren of afzetten, wijnproducentenorganisaties, verenigingen van twee of meer producenten en brancheorganisaties.
4.  

De lidstaten stellen regels vast voor de aanvraagprocedure voor de in lid 1 bedoelde steun, waaronder regels voor:

a) 

de natuurlijke personen en rechtspersonen die aanvragen mogen indienen;

b) 

de indiening en selectie van aanvragen, ten minste wat betreft de termijnen voor de indiening van de aanvragen, voor het onderzoek van de geschiktheid van elke voorgestelde actie en voor de mededeling van de resultaten van de selectieprocedure aan de marktdeelnemers;

c) 

de verificatie van de naleving van de steunvoorwaarden van het onderhavige artikel en de bepalingen inzake de prioriteitscriteria waar prioriteitscriteria van toepassing zijn;

d) 

de selectie van de aanvragen, ten minste wat betreft de weging voor elk prioriteitscriterium, waar prioriteitscriteria van toepassing zijn;

e) 

regelingen voor het betalen van voorschotten en het stellen van zekerheden.

5.  
De lidstaten kunnen prioriteitscriteria vaststellen op basis waarvan bepaalde begunstigden voorrang kunnen krijgen, door deze criteria in het steunprogramma aan te geven. Deze prioriteitscriteria berusten op de specifieke strategie en doelen van het steunprogramma en zijn objectief en niet-discriminerend.
6.  
De lidstaten toetsen de aanvragen aan de uitvoerige beschrijving van de door de aanvrager voorgestelde acties en de voorgestelde termijnen voor de uitvoering ervan.

▼M1

6 bis.  
Begunstigden van steun uit hoofde van dit artikel kunnen de bevoegde betaalorganen verzoeken om de betaling van een voorschot, indien deze optie is opgenomen in het nationale steunprogramma overeenkomstig artikel 49 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1149. Het bedrag van de voorschotten bedraagt 100 % van de bijdrage van de Unie. Het voorschot wordt slechts betaald op voorwaarde dat de begunstigde overeenkomstig hoofdstuk IV van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 ten gunste van de betrokken lidstaat een bankgarantie of een gelijkwaardige zekerheid heeft gesteld die op zijn minst overeenstemt met 110 % van het bedrag van dat voorschot. De zekerheid wordt vrijgegeven wanneer het bevoegde betaalorgaan vaststelt dat het bedrag van het voorschot gelijk is aan de daadwerkelijk voor de betrokken actie gedane uitgaven die in aanmerking komen voor de bijdrage van de Unie.

▼M1

7.  
In afwijking van artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogen de lidstaten voor de in het onderhavige artikel bedoelde maatregel aanvullende nationale betalingen toekennen.
8.  
De artikelen 1, 2, 43, 48 tot en met 54 en 56 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1149 en de artikelen 1, 2, 3, 19 tot en met 23, 25, 27 tot en met 31, artikel 32, lid 1, tweede alinea, en de artikelen 33 tot en met 40 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1150 zijn van overeenkomstige toepassing op de steun voor de crisisopslag van wijn.

▼B



AFDELING 2

Afwijkingen van specifieke steunmaatregelen

Artikel 5

Afwijking van artikel 44, lid 2, en artikel 48, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

1.  
In afwijking van artikel 44, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag in begrotingsjaar 2020 steun voor het opzetten van onderlinge fondsen als bedoeld in artikel 48 van die verordening, worden verleend voor uitgaven die vóór de indiening van het desbetreffende ontwerp van steunprogramma zijn gedaan voor concrete acties waarvan het derde jaar van uitvoering in 2019 is afgesloten.
2.  
In afwijking van artikel 48, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag voor het opzetten van onderlinge fondsen voor concrete acties waarvan het derde jaar van uitvoering in 2019 is afgesloten, steun worden verleend in de vorm van niet-degressieve steun ter dekking van de aan deze fondsen verbonden administratieve kosten, die gelijk is aan de financiering die in het derde jaar van uitvoering is toegekend.

▼M1

Artikel 5 bis

Afwijking van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

In afwijking van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de bijdrage van de Unie aan voorlichtings- of afzetbevorderingsmaatregelen niet meer dan 70 % van de subsidiabele uitgaven.

▼M1

Artikel 6

Afwijking van artikel 46, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

In afwijking van artikel 46, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de bijdrage van de Unie in de daadwerkelijke kosten van de herstructurering en omschakeling van wijngaarden maximaal 70 % van die kosten. In minder ontwikkelde gebieden bedraagt de bijdrage van de Unie in de herstructurerings- en omschakelingskosten maximaal 90 %.

▼B

Artikel 7

Afwijking van artikel 47, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

▼M2

1.  
In afwijking van artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt in 2020 en 2021 onder „groen oogsten” verstaan de volledige vernietiging of verwijdering van onrijpe druiventrossen op het gehele bedrijf dan wel op een deel van het bedrijf mits het groen oogsten plaatsvindt op volledige percelen.

▼M1

2.  
In afwijking van artikel 47, lid 3, tweede zin, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de steun voor groen oogsten niet meer dan 70 % van de totale rechtstreekse kosten waarmee de vernietiging of verwijdering van de druiventrossen gepaard gaat, en van het inkomstenverlies ten gevolge van die vernietiging of verwijdering.

▼B

Artikel 8

Afwijking van artikel 49, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

▼M1

In afwijking van artikel 49, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de financiële bijdrage van de Unie aan de steun voor oogstverzekeringen maximaal 70 % van de verzekeringspremies die de producenten betalen om zich in te dekken tegen:

▼B

a) 

de in artikel 49, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde verliezen en andere door ongunstige weersomstandigheden veroorzaakte verliezen;

b) 

verliezen die zijn veroorzaakt door dieren, plantenziekten of plagen;

c) 

verliezen die zijn veroorzaakt door een menselijke pandemie.

Artikel 9

Afwijking van artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

In afwijking van artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn met betrekking tot de subsidiabele investeringskosten wat de steun betreft de volgende maximumpercentages van toepassing op de bijdrage van de Unie:

▼M1

a) 

70 % in minder ontwikkelde gebieden;

b) 

60 % in andere dan minder ontwikkelde gebieden;

c) 

90 % in de in artikel 349 van het Verdrag vermelde ultraperifere gebieden;

d) 

85 % op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee, als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ).

▼M2

Artikel 10

Toepassing van de tijdelijk verhoogde bijdrage van de Unie

Artikel 5 bis, artikel 6, artikel 7, lid 2, en de artikelen 8 en 9 gelden voor concrete acties die de bevoegde autoriteiten in de lidstaten hebben geselecteerd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, doch niet later dan 15 oktober 2021.

▼B



HOOFDSTUK III

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.



( 1 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1149 van de Commissie van 15 april 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat de nationale steunprogramma’s in de wijnsector betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie (PB L 190 van 15.7.2016, blz. 1).

( 2 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).

( 3 ) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1150 van de Commissie van 15 april 2016 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat de nationale steunprogramma’s in de wijnsector betreft (PB L 190 van 15.7.2016, blz. 23).

( 4 ) Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).