02018R1726 — NL — 21.06.2022 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2018/1726 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 november 2018 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2019/816 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 april 2019 |
L 135 |
1 |
22.5.2019 |
|
VERORDENING (EU) 2019/817 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 mei 2019 |
L 135 |
27 |
22.5.2019 |
|
VERORDENING (EU) 2019/818 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 mei 2019 |
L 135 |
85 |
22.5.2019 |
|
VERORDENING (EU) 2022/850 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 30 mei 2022 |
L 150 |
1 |
1.6.2022 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2018/1726 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 november 2018
betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011
HOOFDSTUK I
VOORWERP EN DOELSTELLINGEN
Artikel 1
Voorwerp
Het Agentschap wordt tevens belast met de volgende taken:
het toezicht op de gegevenskwaliteit, overeenkomstig artikel 12;
het ontwikkelen van de nodige maatregelen met het oog op interoperabiliteit, overeenkomstig artikel 13;
het uitvoeren van onderzoeksactiviteiten, overeenkomstig artikel 14;
het uitvoeren van proefprojecten, conceptbewijzen en testactiviteiten, overeenkomstig artikel 15, en
het verlenen van ondersteuning aan de lidstaten en de Commissie, overeenkomstig artikel 16.
Artikel 2
Doelstellingen
Onverminderd de respectieve verantwoordelijkheden die bij de Unierechtshandelingen betreffende grootschalige IT-systemen aan de Commissie en aan de lidstaten zijn toegewezen, draagt het Agentschap zorg voor:
de ontwikkeling van grootschalige IT-systemen door middel van een adequate projectbeheersstructuur voor de efficiënte ontwikkeling van dergelijke systemen;
de effectieve, veilige en continue werking van de grootschalige IT-systemen;
het efficiënt en financieel controleerbaar beheer van grootschalige IT-systemen;
een dienstverlening aan de gebruikers van de grootschalige IT-systemen die van voldoende hoge kwaliteit is;
de continue en ononderbroken dienstverlening;
een hoog niveau van gegevensbescherming, in overeenstemming met het Unierecht inzake gegevensbescherming, met inbegrip van specifieke voorschriften voor elk van de grootschalige IT-systemen;
een passend niveau van gegevensbeveiliging en materiële beveiliging, in overeenstemming met de toepasselijke voorschriften, met inbegrip van de specifieke bepalingen inzake elk van de grootschalige IT-systemen.
HOOFDSTUK II
TAKEN VAN HET AGENTSCHAP
Artikel 3
Taken in verband met SIS II
Het Agentschap verricht met betrekking tot SIS II:
de taken die aan de beheersautoriteit zijn opgedragen bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ, en
taken met betrekking tot de opleiding van in het bijzonder het Sirene-personeel („Sirene” staat voor „Supplementary Information Request at the National Entries”, te weten „verzoek om aanvullende informatie bij het nationale deel”) in het technisch gebruik van SIS II en de opleiding van deskundigen in de technische aspecten van SIS II in het kader van de Schengenevaluatie.
Artikel 4
Taken in verband met het VIS
Het Agentschap verricht met betrekking tot het VIS:
de taken die bij Verordening (EG) nr. 767/2008 en Besluit 2008/633/JBZ aan de beheersautoriteit zijn opgedragen, en
taken met betrekking tot de opleiding in het technisch gebruik van het VIS en de opleiding van deskundigen in de technische aspecten van het VIS in het kader van de Schengenevaluatie.
Artikel 5
Taken in verband met Eurodac
Het Agentschap verricht met betrekking tot Eurodac:
de taken die aan het Agentschap zijn toegekend bij Verordening (EU) nr. 603/2013, en
taken met betrekking tot opleiding in het technisch gebruik van Eurodac.
Artikel 6
Taken in verband met het EES
Het Agentschap verricht met betrekking tot het EES:
de taken die aan het Agentschap zijn toegekend bij Verordening (EU) 2017/2226, en
taken met betrekking tot de opleiding in het technisch gebruik van het EES en de opleiding van deskundigen in de technische aspecten van het EES in het kader van de Schengenevaluatie.
Artikel 7
Taken in verband met Etias
Het Agentschap verricht met betrekking tot het Etias:
de taken die aan het Agentschap zijn toegekend bij Verordening (EU) 2018/1240, en
taken met betrekking tot de opleiding in het technisch gebruik van het Etias en de opleiding van deskundigen in de technische aspecten van het Etias in het kader van de Schengenevaluatie.
Artikel 8
Taken in verband met DubliNet
Het Agentschap verricht met betrekking tot DubliNet:
het operationele beheer van DubliNet, een afzonderlijk veilig elektronisch transmissiekanaal tussen de autoriteiten van de lidstaten dat tot stand is gebracht op grond van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1560/2003 voor de toepassing van de artikelen 31, 32 en 34 van Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en
taken met betrekking tot de opleiding in het technische gebruik van DubliNet.
Artikel 8 bis
Taken in verband met Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie
Het Agentschap verricht met betrekking tot Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie:
de taken die krachtens Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad aan het Agentschap zijn opgedragen ( 2 );
taken met betrekking tot opleiding over het technische gebruik van Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie.
Artikel 8 ter
Taken in verband met e-Codex
Het Agentschap verricht met betrekking tot e-Codex:
de taken die krachtens Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) aan het Agentschap zijn opgedragen;
taken in verband met opleiding in het technische gebruik van e-Codex, met inbegrip van het verstrekken van onlineopleidingsmateriaal.
Artikel 9
Taken in verband met de opzet, de ontwikkeling en het operationele beheer van andere grootschalige IT-systemen
Indien het Agentschap belast is met de opzet, de ontwikkeling of het operationeel beheer van andere grootschalige IT-systemen bedoeld in artikel 1, lid 5, verricht het in voorkomend geval de taken die eraan zijn opgedragen bij de Unierechtshandeling betreffende het betrokken systeem, alsmede taken in verband met de opleiding in het technische gebruik van die systemen.
Artikel 10
Technische oplossingen die slechts kunnen worden uitgevoerd indien aan specifieke voorwaarden is voldaan
Indien de Unierechtshandelingen met betrekking tot de systemen vereisen dat het Agentschap die systemen 24 uur per dag en zeven dagen per week laat functioneren, implementeert het Agentschap — onverminderd die Unierechtshandelingen — technische oplossingen om aan die vereisten te voldoen. Indien voor die technische oplossingen een duplicatie is vereist van een systeem of onderdelen van een systeem, worden zij pas geïmplementeerd indien een onafhankelijke effectbeoordeling en kosten-batenanalyse in opdracht van het Agentschap is verricht en na raadpleging van de Commissie en een positief besluit van de raad van bestuur. De effectbeoordeling omvat tevens een onderzoek naar de huidige en toekomstige behoeften met betrekking tot de hostingcapaciteit van de bestaande technische locaties in verband met de ontwikkeling van dergelijke technische oplossingen en met de mogelijke risico’s inzake de bestaande operationele inrichting.
Artikel 11
Taken betreffende de communicatie-infrastructuur
Taken betreffende het leveren, het opzetten, het onderhoud en het monitoren van de communicatie-infrastructuur kunnen worden toevertrouwd aan externe particuliere entiteiten of organen, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Deze taken worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het Agentschap en onder zijn streng toezicht.
Bij de uitvoering van de in de eerste alinea vermelde taken zijn alle externe particuliere entiteiten of organen, met inbegrip van de netwerkproviders, gebonden aan de in lid 3 bedoelde veiligheidsmaatregelen en hebben zij op geen enkele wijze toegang tot operationele gegevens die zijn opgeslagen in de systemen of worden overgedragen via de communicatie-infrastructuur of naar de met SIS II samenhangende Sirene-uitwisseling.
Artikel 12
Gegevenskwaliteit
Artikel 13
Interoperabiliteit
Wanneer interoperabiliteit van grootschalige IT-systemen in een relevante Unierechtshandeling is bepaald, ontwikkelt het Agentschap de maatregelen die nodig zijn om die interoperabiliteit mogelijk te maken.
Artikel 14
Volgen van ontwikkelingen op onderzoeksgebied
Het Agentschap kan bijdragen tot de tenuitvoerlegging van de delen van het kaderprogramma van de Europese Unie voor onderzoek en innovatie die betrekking hebben op grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht. Daartoe heeft het Agentschap, voor zover de Commissie de desbetreffende bevoegdheden aan het Agentschap heeft gedelegeerd, de volgende taken:
het beheren van een aantal stadia van de uitvoering van het programma en een aantal fasen in de cyclus van specifieke projecten op basis van de door de Commissie vastgestelde relevante werkprogramma’s;
het vaststellen van de instrumenten tot uitvoering van de begroting, zowel aan de ontvangsten- als aan de uitgavenzijde, en het uitvoeren van alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma;
het verlenen van steun bij de uitvoering van het programma.
Artikel 15
Proefprojecten, conceptbewijzen en testactiviteiten
Op welbepaald verzoek van de Commissie, die het Europees Parlement en de Raad ten minste drie maanden vóór de indiening van dit verzoek heeft ingelicht, en na een positief besluit van de raad van bestuur, kan overeenkomstig artikel 19, lid 1, onder u), van deze verordening aan het Agentschap door middel van een delegatieovereenkomst de uitvoering worden toevertrouwd van proefprojecten zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, onder a), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 ten behoeve van de ontwikkeling of het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen krachtens de artikelen 67 tot en met 89 VWEU, overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
Het Agentschap stelt het Europees Parlement, de Raad en, ter zake van de verwerking van persoonsgegevens, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, regelmatig op de hoogte van de ontwikkeling van de proefprojecten die het Agentschap krachtens de eerste alinea uitvoert.
Artikel 16
Ondersteuning van de lidstaten en de Commissie
Elke lidstaat kan een verzoek om ad-hocsteun indienen bij de Commissie, die dit verzoek — onder voorbehoud van haar gunstig oordeel dat deze steun vereist is vanwege buitengewone behoeften op veiligheids- of migratiegebied — onverwijld doorstuurt naar het Agentschap. Het Agentschap stelt de raad van bestuur op de hoogte van dergelijke verzoeken. De lidstaten worden in kennis gesteld van een negatieve beoordeling van de Commissie.
De Commissie monitort of het Agentschap tijdig op het verzoek van de lidstaat heeft gereageerd. In het jaarlijkse activiteitenverslag van het Agentschap wordt in detail verslag uitgebracht van de acties die het Agentschap heeft uitgevoerd om lidstaten ad-hocsteun te verlenen en van de in dat verband gemaakte kosten.
Een groep van ten minste vijf lidstaten kan het Agentschap belasten met de taak een gemeenschappelijke IT-component te ontwikkelen, te beheren en/of te hosten die deze lidstaten moet ondersteunen bij het implementeren van de technische aspecten van verplichtingen die voortvloeien uit het Unierecht inzake gedecentraliseerde systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht. Die gemeenschappelijke IT-oplossingen laten de verplichtingen van de verzoekende lidstaten uit hoofde van het toepasselijke Unierecht, met name wat de architectuur van die systemen betreft, onverlet.
Met name kunnen de verzoekende lidstaten het Agentschap belasten met de taak een gemeenschappelijke component of een router voor vooraf te verstrekken passagiersgegevens en persoonsgegevens van passagiers tot stand te brengen als een technisch instrument ter ondersteuning van connectiviteit met luchtvaartmaatschappijen, teneinde lidstaten te helpen bij de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2004/82/EG van de Raad ( 6 ) en Richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 ). In dat geval verzamelt het Agentschap de gegevens van luchtvaartmaatschappijen op gecentraliseerde wijze en geeft het deze aan de lidstaten door via de gemeenschappelijke component of router. De verzoekende lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de luchtvaartmaatschappijen de gegevens via het Agentschap doorgeven.
Het Agentschap wordt pas belast met de taak een gemeenschappelijke IT-component te ontwikkelen, te beheren of te hosten na voorafgaande goedkeuring van de Commissie en mits een positief besluit van de raad van bestuur.
De verzoekende lidstaten belasten het Agentschap met de in de eerste en de tweede alinea bedoelde taken door middel van een delegatieovereenkomst waarin de voorwaarden voor de delegatie van de taken, de berekening van alle relevante kosten en het soort facturering worden vastgesteld. Alle relevante kosten worden gedekt door de deelnemende lidstaten. De delegatieovereenkomst is in overeenstemming met de Unierechtshandelingen inzake de betrokken IT-systemen. Het Agentschap informeert het Europees Parlement en de Raad over de goedgekeurde delegatieovereenkomst en elke wijziging daarvan.
Andere lidstaten kunnen verzoeken om deel te nemen aan een gemeenschappelijke IT-oplossing indien in de delegatieovereenkomst in deze mogelijkheid wordt voorzien, en daarin met name de financiële implicaties van een dergelijke deelname worden genoemd. De delegatieovereenkomst wordt dienovereenkomstig gewijzigd na voorafgaande goedkeuring van de Commissie en na een positief besluit van de raad van bestuur.
HOOFDSTUK III
STRUCTUUR EN ORGANISATIE
Artikel 17
Juridische status en vestigingsplaats
De zetel van het Agentschap is in Tallinn, Estland.
De in artikel 1, leden 4 en 5, en de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 11 bedoelde taken in verband met ontwikkeling en operationeel beheer worden verricht in de technische locatie in Straatsburg, Frankrijk.
De taken in verband met de ontwikkeling en het operationele beheer van e-Codex als bedoeld in artikel 1, lid 4 bis, en artikel 8 ter, worden uitgevoerd in Tallinn, Estland.
In Sankt Johann im Pongau, Oostenrijk, wordt een back-uplocatie gevestigd die kan zorgen voor het operationeel blijven van een grootschalig IT-systeem in geval van falen van een dergelijk systeem.
Artikel 18
Structuur
De administratieve en bestuurlijke structuur van het Agentschap omvat:
een raad van bestuur;
een uitvoerend directeur;
adviesgroepen.
De structuur van het Agentschap omvat:
een functionaris voor gegevensbescherming;
een beveiligingsfunctionaris;
een rekenplichtige.
Artikel 19
Taken van de raad van bestuur
De raad van bestuur heeft tot taak:
te zorgen voor de algemene aansturing van de activiteiten van het Agentschap;
met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden de jaarbegroting van het Agentschap vast te stellen en andere functies uit te oefenen met betrekking tot de begroting van het Agentschap overeenkomstig hoofdstuk V;
de uitvoerend directeur en de plaatsvervangend uitvoerend directeur te benoemen, en, in voorkomend geval, hun respectieve ambtstermijnen te verlengen of hen uit hun functie te ontheffen, overeenkomstig respectievelijk artikel 25 en artikel 26;
de tuchtrechtelijke bevoegdheid uit te oefenen ten aanzien van de uitvoerend directeur en toezicht te houden op diens ambtsuitoefening, onder meer op de uitvoering van de besluiten van de raad van bestuur, en de tuchtrechtelijke bevoegdheid uit te oefenen ten aanzien van de plaatsvervangend uitvoerend directeur, met instemming van de uitvoerend directeur;
alle beslissingen te nemen in verband met de opzet van de organisatorische structuur van het Agentschap en, waar nodig, de wijziging ervan, rekening houdend met de activiteitenbehoeften van het Agentschap en met het oog op een gezond begrotingsbeheer;
het personeelsbeleid van het Agentschap vast te stellen;
het reglement van orde van het Agentschap vast te stellen;
een fraudebestrijdingsstrategie vast te stellen die evenredig is aan het frauderisico en rekening houdt met de kosten en baten van de uit te voeren maatregelen;
regels vast te stellen voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden en deze op de website van het Agentschap te publiceren;
uitvoerige interne voorschriften en procedures vast te stellen ter bescherming van klokkenluiders, inclusief passende communicatiekanalen voor het melden van wangedrag;
machtiging te geven tot het sluiten van werkafspraken overeenkomstig de artikelen 41 en 43;
op voorstel van de uitvoerend directeur zijn goedkeuring te hechten aan de zetelovereenkomst en de overeenkomsten inzake de technische locaties en de back-uplocaties, ingericht overeenkomstig artikel 17, lid 3, die de uitvoerend directeur en de lidstaten van vestiging moeten ondertekenen;
overeenkomstig lid 2, met betrekking tot het personeel van het Agentschap, de bevoegdheden uit te oefenen die het Statuut van de ambtenaren toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden toekent aan het tot het sluiten van contracten bevoegde gezag („de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag”);
in overeenstemming met de Commissie de nodige bepalingen vast te stellen voor de uitvoering van het Statuut, overeenkomstig artikel 110 van het Statuut van de ambtenaren;
de nodige maatregelen vast te stellen voor het detacheren van nationale deskundigen bij het Agentschap;
een ontwerpraming vast te stellen van de ontvangsten en uitgaven van het Agentschap, waarin het ontwerp van personeelsformatie is opgenomen, en deze elk jaar uiterlijk 31 januari in te dienen bij de Commissie;
het ontwerp van het enig programmeringsdocument vast te stellen, met daarin de meerjarenprogrammering van het Agentschap, het werkprogramma voor het volgende jaar en een voorlopige ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van het Agentschap, waarin het ontwerp van personeelsformatie is opgenomen, en dit elk jaar uiterlijk op 31 januari, samen met iedere bijgewerkte versie van dat document, in te dienen bij het Europees Parlement, bij de Raad en bij de Commissie;
ieder jaar vóór 30 november met een tweederdemeerderheid van de stemgerechtigde leden het enig programmeringsdocument vast te stellen, overeenkomstig de jaarlijkse begrotingsprocedure en rekening houdend met het advies van de Commissie, en erop toe te zien dat de definitieve versie van dit enig programmeringsdocument aan het Parlement, aan de Raad en aan de Commissie wordt toegezonden en wordt bekendgemaakt;
jaarlijks uiterlijk eind augustus een tussentijds verslag op te stellen over de voortgang van de uitvoering van de geplande activiteiten van het lopende jaar en dit in te dienen bij het Europees Parlement, bij de Raad en bij de Commissie;
het geconsolideerde jaarverslag over de activiteiten van het Agentschap in het voorgaande jaar te beoordelen en goed te keuren, waarin in het bijzonder de bereikte resultaten worden getoetst aan de doelstellingen van het jaarlijkse werkprogramma, en het verslag en de beoordeling ervan uiterlijk 1 juli van elk jaar aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan de Commissie en aan de Rekenkamer te doen toekomen en ervoor te zorgen dat dit jaarlijkse activiteitenverslag wordt bekendgemaakt;
zich te kwijten van zijn taken met betrekking tot de begroting van het Agentschap, met inbegrip van de uitvoering van de in artikel 15 bedoelde proefprojecten en conceptbewijzen;
overeenkomstig artikel 49 de financiële regels vast te stellen die van toepassing zijn op het Agentschap;
een rekenplichtige te benoemen, die onderworpen is aan het Statuut, volledig onafhankelijk is bij de uitvoering van zijn taken en die de rekenplichtige van de Commissie kan zijn;
te zorgen voor een passende follow-up van de resultaten en aanbevelingen in de diverse interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en het Europees Openbaar Ministerie (EOM);
de in artikel 34, lid 4, bedoelde communicatie- en verspreidingsplannen vast te stellen en regelmatig bij te werken;
de nodige beveiligingsmaatregelen vast te stellen — inclusief een beveiligingsplan en een bedrijfscontinuïteits- en uitwijkplan — waarin rekening wordt gehouden met de eventuele aanbevelingen van de veiligheidsdeskundigen in de adviesgroepen;
beveiligingsvoorschriften vast te stellen betreffende de bescherming van gerubriceerde gegevens en niet-gerubriceerde gevoelige gegevens, na goedkeuring door de Commissie;
een beveiligingsfunctionaris aan te stellen;
een functionaris voor gegevensbescherming aan te stellen conform Verordening (EU) 2018/1725;
de praktische regelingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vast te stellen;
de verslagen over de ontwikkeling van het EES ingevolge artikel 72, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2226, de verslagen over de ontwikkeling van het Etias ingevolge artikel 92, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240 en de verslagen over de ontwikkeling van Ecris-TCN en van de Ecris-referentie-implementatie ingevolge artikel 36, lid 3, van Verordening (EU) 2019/816 vast te stellen;
verslagen vast te stellen over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de interoperabiliteitscomponenten overeenkomstig artikel 78, lid 2, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 2, van Verordening (EU) 2019/818;
verslagen vast te stellen over de technische werking van:
VIS overeenkomstig artikel 50, lid 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008 en artikel 17, lid 3, van Besluit 2008/633/JBZ;
EES overeenkomstig artikel 72, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226;
Etias overeenkomstig artikel 92, lid 4, van Verordening (EU) 2018/1240;
Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie overeenkomstig artikel 36, lid 8, van Verordening (EU) 2019/816;
de interoperabiliteitscomponenten overeenkomstig artikel 78, lid 3, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 3, van Verordening (EU) 2019/818;
e-Codex overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2022/850;
het jaarverslag over de activiteiten van het centraal systeem van Eurodac vast te stellen in overeenstemming met artikel 40, lid 1, van Verordening (EU) nr. 603/2013;
formeel opmerkingen vast te stellen over de verslagen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming betreffende zijn audits op grond van artikel 56, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1861, artikel 42, lid 2, van Verordening (EG) nr. 767/2008 en artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) nr. 603/2013, artikel 56, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2226 en artikel 67 van Verordening (EU) 2018/1240 en artikel 29, lid 2, van Verordening (EU) 2019/816 en artikel 52 van Verordening (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 ervoor te zorgen dat aan die audits het passende gevolg wordt gegeven;
statistieken over SIS II bekend te maken, overeenkomstig artikel 50, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 66, lid 3, van Besluit 2007/533/JBZ;
statistieken over de werkzaamheden van het centraal systeem van Eurodac samen te stellen en bekend te maken in overeenstemming met artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) nr. 603/2013;
statistieken over het EES bekend te maken, overeenkomstig artikel 63 van Verordening (EU) 2017/2226;
statistieken over het Etias bekend te maken overeenkomstig artikel 84 van Verordening (EU) 2018/1240;
statistieken over Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie aan de Commissie voor te leggen, overeenkomstig artikel 32, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EU) 2019/816;
toe te zien op jaarlijkse publicatie van:
de lijst van bevoegde autoriteiten die gemachtigd zijn tot directe bevraging van de in SIS II opgenomen gegevens, overeenkomstig artikel 41, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1861 en artikel 56, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1862, alsmede de lijst van autoriteiten van de nationale systemen van SIS (N.SIS) en Sirene-bureaus overeenkomstig respectievelijk artikel 7, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1861 en artikel 7, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1862;
de lijst van bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 65, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2226;
de lijst van bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 87, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240;
de lijst van centrale autoriteiten overeenkomstig artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) 2019/816;
de lijst van autoriteiten overeenkomstig artikel 71, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 67, lid 1, van Verordening (EU) 2019/818;
de lijst van geautoriseerde e-Codex-toegangspunten overeenkomstig artikel 7, lid 1, punt h), van Verordening (EU) 2022/850;
ervoor te zorgen dat jaarlijks de lijst wordt bekendgemaakt van diensten overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) nr. 603/2013;
ervoor te zorgen dat alle beslissingen en maatregelen van het Agentschap die gevolgen hebben voor grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, in overeenstemming zijn met het beginsel van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht;
alle andere taken te verrichten waarmee hij bij of krachtens deze verordening wordt belast.
Onverminderd de bepalingen inzake de bekendmaking van de lijsten van betrokken autoriteiten waarin is voorzien door de in de eerste alinea, onder mm), bedoelde Unierechtshandelingen en voor zover die rechtshandelingen niet voorzien in een verplichting om die lijsten op de website van het Agentschap te publiceren en voortdurend te actualiseren, zorgt de raad van bestuur voor die publicatie en voortdurende actualisering.
De raad van bestuur neemt overeenkomstig artikel 110 van het Statuut van de ambtenaren een beslissing die is gebaseerd op artikel 2, lid 1, van het Statuut en artikel 6 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag delegeert aan de uitvoerend directeur en de voorwaarden vastlegt voor de opschorting van deze gedelegeerde bevoegdheden. De uitvoerend directeur kan deze bevoegdheden op zijn beurt delegeren.
Wanneer uitzonderlijke omstandigheden dat vereisen, kan de raad van bestuur door middel van een besluit de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de uitvoerend directeur en de bevoegdheden die deze laatste op zijn beurt heeft gedelegeerd, tijdelijk opschorten en deze bevoegdheden zelf uitoefenen of delegeren aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid dan de uitvoerend directeur.
Artikel 20
Samenstelling van de raad van bestuur
Artikel 21
Voorzitter van de raad van bestuur
De raad van bestuur verkiest een voorzitter en een vicevoorzitter uit de leden van de raad van bestuur die zijn aangewezen door lidstaten die krachtens het Unierecht ten volle gebonden zijn door alle Unierechtshandelingen betreffende de ontwikkeling, de oprichting, de werking en het gebruik van alle door het Agentschap beheerde grootschalige IT-systemen. De voorzitter en de vicevoorzitter worden bij tweederdemeerderheid gekozen door de stemgerechtigde leden van de raad van bestuur.
De vicevoorzitter vervangt ambtshalve de voorzitter wanneer deze niet in staat is zijn taken te verrichten.
Artikel 22
Vergaderingen van de raad van bestuur
Het Europees Grens- en kustwachtagentschap kan de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemer bijwonen wanneer een vraagstuk inzake SIS met betrekking tot de toepassing van Verordening (EU) 2016/1624 op de agenda staat.
Europol kan de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemer bijwonen wanneer een vraagstuk inzake het VIS met betrekking tot de toepassing van Besluit 2008/633/JBZ op de agenda staat of wanneer een vraagstuk inzake Eurodac met betrekking tot de toepassing van Verordening (EU) nr. 603/2013 op de agenda staat.
Europol kan de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemer bijwonen wanneer een vraagstuk inzake het EES met betrekking tot de toepassing van Verordening (EU) 2017/2226 op de agenda staat of wanneer een vraagstuk inzake het Etias met betrekking tot Verordening (EU) 2018/1240 op de agenda staat.
Het Europees Grens- en kustwachtagentschap kan de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemer bijwonen wanneer een vraagstuk inzake het Etias met betrekking tot de toepassing van Verordening (EU) 2018/1240 op de agenda staat.
Eurojust, Europol en het Europees Openbaar Ministerie kunnen de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemer bijwonen wanneer een vraagstuk inzake Verordening (EU) 2019/816 op de agenda staat.
Europol, Eurojust en het Europees Grens- en kustwachtagentschap kunnen voorts de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemer bijwonen wanneer een vraagstuk inzake Verordening (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 op de agenda staat.
De raad van bestuur kan andere personen wier mening van belang kan zijn, uitnodigen om als waarnemer de vergaderingen bij te wonen.
Artikel 23
Stemprocedure in de raad van bestuur
Ieder lid dat is benoemd door een lidstaat die krachtens het Unierecht is gebonden door een Unierechtshandeling betreffende de ontwikkeling, de oprichting, de werking en het gebruik van een door het Agentschap beheerd grootschalig IT-systeem, kan zijn stem uitbrengen bij de behandeling van een vraagstuk dat betrekking heeft op dat grootschalige IT-systeem.
Denemarken kan zijn stem uitbrengen met betrekking tot een vraagstuk dat betrekking heeft op een grootschalig IT-systeem, indien het op grond van artikel 4 van Protocol nr. 22 besluit de Unierechtshandeling betreffende de ontwikkeling, de instelling, de werking en het gebruik van dat welbepaalde grootschalige IT-systeem in nationaal recht om te zetten.
Artikel 24
Verantwoordelijkheden van de uitvoerend directeur
De uitvoerend directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken die bij deze verordening aan het Agentschap zijn toegewezen. De uitvoerend directeur is in het bijzonder verantwoordelijk voor:
de dagelijkse leiding van het Agentschap;
de werking van het Agentschap overeenkomstig deze verordening;
het opstellen en uitvoeren van de door de raad van bestuur vastgestelde procedures, besluiten, strategieën, programma’s en activiteiten, binnen de grenzen die in deze verordening, de bepalingen ter uitvoering ervan, en de toepasselijke Uniewetgeving zijn vastgesteld;
het opstellen van het enig programmeringsdocument en het indienen ervan bij de raad van bestuur na raadpleging van de Commissie en van de adviesgroepen;
de uitvoering van het enig programmeringsdocument en de verslaglegging over de uitvoering ervan aan de raad van bestuur;
het opstellen van het tussentijds verslag over de voortgang van de uitvoering van de geplande activiteiten van het lopende jaar en, na raadpleging van de adviesgroepen, het indienen ervan bij de raad van bestuur met het oog op vaststelling uiterlijk eind augustus van elk jaar;
het opstellen van het geconsolideerd jaarverslag over de activiteiten van het Agentschap en, na raadpleging van de adviesgroepen, het ter beoordeling en goedkeuring indienen ervan bij de raad van bestuur;
een actieplan op te stellen voor de follow-up van de conclusies van interne of externe auditverslagen en evaluaties, evenals van onderzoeken van OLAF en van het EOM, en tweemaal per jaar aan de Commissie en op gezette tijden aan de raad van bestuur verslag over de geboekte vooruitgang uit te brengen;
het beschermen van de financiële belangen van de Unie door toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale activiteiten, zonder afbreuk te doen aan de onderzoeksbevoegdheid van het EOM en OLAF, door middel van effectieve controles en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen en waar nodig doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve sancties, met inbegrip van financiële sancties;
het opstellen van een fraudebestrijdingsstrategie voor het Agentschap en het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur, alsook het toezicht op de correcte en tijdige uitvoering van die strategie;
het opstellen van een ontwerp van de financiële regels die van toepassing zijn op het Agentschap en het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur, na raadpleging van de Commissie;
het opstellen van de ontwerpbegroting voor het volgende jaar op basis van activiteitsgestuurd begroten;
het opstellen van de ontwerpraming van ontvangsten en uitgaven van het Agentschap;
het uitvoeren van de begroting van het Agentschap;
het opzetten en toepassen van een effectief systeem voor regelmatige monitoring en evaluatie van:
grootschalige IT-systemen, met inbegrip van statistische informatie, alsmede
het Agentschap, met inbegrip van de daadwerkelijke en doeltreffende verwezenlijking van de doelstellingen ervan;
het onverminderd artikel 17 van het Statuut van de ambtenaren vaststellen van vertrouwelijkheidsvoorschriften teneinde te voldoen aan artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1987/2006, artikel 17 van Besluit 2007/533/JBZ, artikel 26, lid 9, van Verordening (EG) nr. 767/2008 en artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 603/2013; artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226, artikel 74, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240, artikel 11, lid 16, van Verordening (EU) 2019/816 en artikel 53, lid 2, van Verordeningen (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818;
het onderhandelen over en, na goedkeuring door de raad van bestuur, ondertekenen van de zetelovereenkomst en de overeenkomsten inzake de technische locaties en de back-uplocaties met de lidstaten van vestiging;
het opstellen van een praktische regeling voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 en het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur;
het opstellen van de nodige beveiligingsmaatregelen, met inbegrip van een veiligheidsplan, een bedrijfscontinuïteitsplan en een uitwijkplan en, na raadpleging van de betrokken adviesgroep, het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur;
het opstellen van de verslagen over de technische werking van elk van de in artikel 19, lid 1, onder ff), bedoelde grootschalige IT-systemen en het in artikel 19, lid 1, onder gg), bedoelde jaarverslag over de activiteiten van het centraal systeem van Eurodac, op basis van de toezichts- en evaluatieresultaten, en, na raadpleging van de relevante adviesgroep, het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur;
het opstellen van de verslagen over de ontwikkeling van het EES zoals bedoeld in artikel 72, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2226 en over de ontwikkeling van het Etias zoals bedoeld in artikel 92, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240 en het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur;
het met het oog op bekendmaking opstellen van de lijst van bevoegde autoriteiten die gemachtigd zijn tot directe bevraging van de in SIS II opgenomen gegevens, met inbegrip van de lijst van N. SIS II-instanties en Sirene-bureaus en de lijst van bevoegde autoriteiten die gemachtigd zijn tot directe bevraging van de in het EES en het Etias opgenomen gegevens, als bedoeld in artikel 19, lid 1, onder mm), en van de lijst van diensten als bedoeld in artikel 19, lid 1, onder nn), en het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur.
Artikel 25
Benoeming van de uitvoerend directeur
Artikel 26
Plaatsvervangend uitvoerend directeur
Artikel 27
Adviesgroepen
De volgende adviesgroepen verstrekken de raad van bestuur expertise inzake de grootschalige IT-systemen, in het bijzonder bij de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en van het jaarlijkse activiteitenverslag:
de adviesgroep SIS II;
de adviesgroep VIS;
de adviesgroep Eurodac;
de adviesgroep EES-Etias;
de adviesgroep voor Ecris-TCN;
de adviesgroep inzake interoperabiliteit;
de adviesgroep e-Codex;
elke andere adviesgroep betreffende een grootschalig IT-systeem, indien daarin is voorzien in de relevante Unierechtshandeling betreffende de ontwikkeling, de oprichting, de werking en het gebruik van dat grootschalige IT-systeem.
De verschillende lidstaten die zijn gebonden door een Unierechtshandeling betreffende de ontwikkeling, de oprichting, de werking en het gebruik van een bepaald grootschalig IT-systeem, alsook de Commissie, benoemen elk één lid van de adviesgroep met betrekking tot dat grootschalig IT-systeem, voor een hernieuwbare termijn van vier jaar.
Denemarken benoemt eveneens een lid van de adviesgroep met betrekking tot een grootschalig IT-systeem, indien het op grond van artikel 4 van Protocol nr. 22 besluit de Unierechtshandeling betreffende de ontwikkeling, de instelling, de werking en het gebruik van dat welbepaalde grootschalige IT-systeem in nationaal recht om te zetten.
Ieder land dat in het kader van een bepaald grootschalig IT-systeem bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, en bij de Dublin- en Eurodac-maatregelen is betrokken, benoemt een lid van de adviesgroep betreffende dat grootschalige IT-systeem.
Europol kan ook een vertegenwoordiger benoemen in de VIS-adviesgroep, de Eurodac-adviesgroep en de adviesgroep-EES-Etias.
Het Europees Grens- en kustwachtagentschap kan ook een vertegenwoordiger in de adviesgroep voor EES-Etias benoemen.
Eurojust, Europol en het Europees Openbaar Ministerie kunnen ook een vertegenwoordiger in de adviesgroep voor ECRIS-TCN benoemen.
Europol en Eurojust en het Europees Grens- en kustwachtagentschap kunnen elk een vertegenwoordiger in de adviesgroep inzake interoperabiliteit benoemen.
HOOFDSTUK IV
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 28
Personeel
Artikel 29
Algemeen belang
De leden van de raad van bestuur, de uitvoerend directeur, de plaatsvervangend uitvoerend directeur, en de leden van de adviesgroepen verbinden zich ertoe in het algemeen belang te handelen. Zij leggen daartoe jaarlijks een schriftelijke publieke verklaring af, die op de website van het Agentschap wordt gepubliceerd.
De lijst van de leden van de raad van bestuur en de leden van de adviesgroepen wordt op de website van het Agentschap bekendgemaakt.
Artikel 30
Zetelovereenkomst en overeenkomsten inzake de technische locaties
Artikel 31
Voorrechten en immuniteiten
Het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie is op het Agentschap van toepassing.
Artikel 32
Aansprakelijkheid
Artikel 33
Talenregeling
Artikel 34
Transparantie en communicatie
Artikel 35
Gegevensbescherming
Artikel 36
Doelen van de verwerking van persoonsgegevens
Het Agentschap mag persoonsgegevens uitsluitend verwerken voor de volgende doelen:
indien dit nodig is voor het uitvoeren van zijn taken in verband met het operationele beheer van grootschalige IT-systemen die krachtens het Unierecht aan het Agentschap zijn toevertrouwd;
indien dit nodig is voor zijn administratieve taken.
Artikel 37
Beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie
Artikel 38
Beveiliging van het Agentschap
Artikel 39
Evaluatie
Artikel 40
Administratieve onderzoeken
De activiteiten van het Agentschap kunnen door de Europese Ombudsman worden onderzocht overeenkomstig artikel 228 VWEU.
Artikel 41
Samenwerking met instellingen, organen en instanties van de Unie
Artikel 42
Deelname van landen die zijn betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, en bij de Dublin- en Eurodac-maatregelen
Artikel 43
Samenwerking met internationale organisaties en andere relevante entiteiten
HOOFDSTUK V
OPSTELLING EN STRUCTUUR VAN DE BEGROTING
AFDELING 1
Enig programmeringsdocument
Artikel 44
Enig programmeringsdocument
Jaarlijks stelt de uitvoerend directeur in overeenstemming met de door de Commissie verstrekte richtsnoeren een enig programmeringsdocument op voor het volgende jaar, overeenkomstig artikel 32 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 en de relevante bepaling van de krachtens artikel 49 van deze verordening vastgestelde financiële regels van het Agentschap.
Het enig programmeringsdocument bevat een meerjarenprogramma, een jaarlijks werkprogramma, alsmede de begroting van het Agentschap en informatie over zijn middelen, zoals uitvoerig beschreven in de krachtens artikel 49 vastgestelde financiële regels van het Agentschap.
Artikel 45
Opstelling van de begroting
AFDELING 2
Inrichting, uitvoering en controle van de begroting
Artikel 46
Structuur van de begroting
Onverminderd andere inkomsten bestaan de ontvangsten van het Agentschap uit:
een in de algemene begroting van de Unie (afdeling Commissie) opgevoerde bijdrage van de Unie;
een bijdrage van de landen die bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en de Dublin- en Eurodac-maatregelen zijn betrokken en deelnemen aan de werkzaamheden van het Agentschap als vastgesteld in de respectieve associatieovereenkomsten en in de in artikel 42 bedoelde regelingen, waarin hun financiële bijdrage wordt bepaald;
financiering van de Unie in de vorm van delegatieovereenkomsten overeenkomstig de krachtens artikel 49 vastgestelde financiële regels van het Agentschap en de bepalingen van de relevante instrumenten ter ondersteuning van het beleid van de Unie;
bijdragen die de lidstaten betalen voor de diensten die hun worden verleend overeenkomstig de in artikel 16 bedoelde delegatieovereenkomst;
op organen en instanties van de Unie verhaalde kosten voor diensten die aan hen worden verleend overeenkomstig de in artikel 41 bedoelde werkafspraken, en
eventuele vrijwillige financiële bijdragen van de lidstaten.
Artikel 47
Uitvoering en controle van de begroting
Artikel 48
Voorkoming van belangenconflicten
Het Agentschap stelt interne voorschriften vast op grond waarvan de leden van zijn raad van bestuur en zijn adviesgroepen en zijn personeelsleden gedurende hun dienst of ambtstermijn situaties dienen te vermijden die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten en zij deze situaties dienen te rapporteren. Die interne voorschriften worden op de website van het Agentschap bekendgemaakt.
Artikel 49
Financiële regels
De financiële regels die van toepassing zijn op het Agentschap worden vastgesteld door de raad van bestuur, na raadpleging van de Commissie. Deze financiële regels wijken niet af van de regels die zijn neergelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013, tenzij dit in verband met de werking van het Agentschap specifiek vereist is en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend.
Artikel 50
Fraudebestrijding
HOOFDSTUK VI
WIJZIGING VAN ANDERE UNIERECHTSHANDELINGEN
Artikel 51
Wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006
In Verordening (EG) nr. 1987/2006 worden de leden 2 en 3 van artikel 15 vervangen door:
De beheersautoriteit wordt belast met alle taken die betrekking hebben op de communicatie-infrastructuur, en met name:
toezicht;
beveiliging;
coördinatie van de betrekkingen tussen de lidstaten en de dienstverlener;
begrotingsuitvoeringstaken;
aanschaf en vernieuwing, en
contractuele aangelegenheden.”.
Artikel 52
Wijziging van Besluit 2007/533/JBZ
In Beschikking 2007/533/JBZ worden de leden 2 en 3 van artikel 15 vervangen door:
De beheersautoriteit wordt tevens belast met alle taken die betrekking hebben op de communicatie-infrastructuur, en met name:
toezicht;
beveiliging;
coördinatie van de betrekkingen tussen de lidstaten en de dienstverlener;
begrotingsuitvoeringstaken;
aanschaf en vernieuwing, en
contractuele aangelegenheden.”.
HOOFDSTUK VII
OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 53
Rechtsopvolging
Artikel 54
Overgangsregelingen betreffende de raad van bestuur en de adviesgroepen
Artikel 55
Het van kracht blijven van door de raad van bestuur vastgestelde interne voorschriften
De interne voorschriften en maatregelen die de raad van bestuur op grond van Verordening (EU) nr. 1077/2011 heeft vastgesteld, blijven van kracht na 11 december 2018, onverminderd eventuele wijzigingen daarvan die op grond van de onderhavige verordening vereist zijn.
Artikel 56
Overgangsbepalingen inzake de uitvoerend directeur
De directeur van het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, die is benoemd op grond van artikel 18 van Verordening (EU) 1077/2011, vervult voor de resterende duur van zijn ambtstermijn de taken van uitvoerend directeur van het Agentschap als bepaald in artikel 24 van deze verordening. De overige voorwaarden in zijn overeenkomst blijven ongewijzigd. Indien vóór 11 december 2018 een besluit tot verlenging van de ambtstermijn van de uitvoerend directeur overeenkomstig artikel 18, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1077/2011 wordt genomen, wordt de ambtstermijn automatisch verlengd tot en met 31 oktober 2022.
HOOFDSTUK VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 57
Vervanging en intrekking
Verordening (EU) nr. 1077/2011 wordt vervangen ten aanzien van de door de onderhavige verordening gebonden lidstaten.
Verordening (EU) nr. 1077/2011 wordt derhalve ingetrokken.
Ten aanzien van de lidstaten die door de onderhavige verordening worden gebonden, gelden verwijzingen naar de ingetrokken verordening als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden zij gelezen volgens de concordantietabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 58
Inwerkingtreding en toepasselijkheid
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 11 december 2018. Evenwel zijn artikel 19, lid 1, onder x), artikel 24, lid 3, onder h) en i), en artikel 50, lid 5, van deze verordening, voor zover zij verwijzen naar het EOM, en artikel 50, lid 1, van deze verordening, voor zover het verwijst naar Verordening (EU) 2017/1939, van toepassing met ingang van de datum die bij besluit van de Commissie wordt vastgesteld op grond van artikel 120, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/1939.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig de Verdragen.
BIJLAGE
CONCORDANTIETABEL
Verordening (EU) nr. 1077/2011 |
Deze verordening |
|
|
Artikel 1, lid 1 |
Artikel 1, lid 1 |
— |
Artikel 1, lid 2 |
Artikel 1, lid 2 |
Artikel 1, leden 3 en 4 |
Artikel 1, lid 3 |
Artikel 1, lid 5 |
Artikel 1, lid 4 |
Artikel 1, lid 6 |
Artikel 2 |
Artikel 2 |
Artikel 3 |
Artikel 3 |
Artikel 4 |
Artikel 4 |
Artikel 5 |
Artikel 5 |
Artikel 5 bis |
Artikel 6 |
— |
Artikel 7 |
— |
Artikel 8 |
Artikel 6 |
Artikel 9 |
— |
Artikel 10 |
Artikel 7, leden 1 en 2 |
Artikel 11, lid 1 |
Artikel 7, lid 3 |
Artikel 11, lid 2 |
Artikel 7, lid 4 |
Artikel 11, lid 3 |
Artikel 7, lid 5 |
Artikel 11, lid 4 |
Artikel 7, lid 6 |
Artikel 11, lid 5 |
— |
Artikel 12 |
— |
Artikel 13 |
Artikel 8, lid 1 |
Artikel 14, lid 1 |
— |
Artikel 14, lid 2 |
Artikel 8, lid 2 |
Artikel 14, lid 3 |
Artikel 9, leden 1 en 2 |
Artikel 15, leden 1 en 2 |
— |
Artikel 15, lid 3 |
— |
Artikel 15, lid 4 |
— |
Artikel 16 |
Artikel 10, leden 1 en 2 |
Artikel 17, leden 1 en 2 |
Artikel 10, lid 3 |
Artikel 24, lid 2 |
Artikel 10, lid 4 |
Artikel 17, lid 3 |
— |
Artikel 17, lid 4 |
— |
Artikel 17, lid 5 |
Artikel 11 |
Artikel 18 |
Artikel 12, lid 1 |
Artikel 19, lid 1 |
— |
Artikel 19, lid 1, onder a) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder b) |
Artikel 12, lid 1, onder a) |
Artikel 19, lid 1, onder c) |
Artikel 12, lid 1, onder b) |
Artikel 19, lid 1, onder d) |
Artikel 12, lid 1, onder c) |
Artikel 19, lid 1, onder e) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder f) |
Artikel 12, lid 1, onder d) |
Artikel 19, lid 1, onder g) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder h) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder i) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder j) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder k) |
Artikel 12, lid 1, onder e) |
Artikel 19, lid 1, onder l) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder m) |
Artikel 12, lid 1, onder f) |
Artikel 19, lid 1, onder n) |
Artikel 12, lid 1, onder g) |
Artikel 19, lid 1, onder o) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder p) |
Artikel 12, lid 1, onder h) |
Artikel 19, lid 1, onder q) |
Artikel 12, lid 1, onder i) |
Artikel 19, lid 1, onder q) |
Artikel 12, lid 1, onder j) |
Artikel 19, lid 1, onder r) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder s) |
Artikel 12, lid 1, onder k) |
Artikel 19, lid 1, onder t) |
Artikel 12, lid 1, onder l) |
Artikel 19, lid 1, onder u) |
Artikel 12, lid 1, onder m) |
Artikel 19, lid 1, onder v) |
Artikel 12, lid 1, onder n) |
Artikel 19, lid 1, onder w) |
Artikel 12, lid 1, onder o) |
Artikel 19, lid 1, onder x) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder y) |
Artikel 12, lid 1, onder p) |
Artikel 19, lid 1, onder z) |
Artikel 12, lid 1, onder q) |
Artikel 19, lid 1, onder bb) |
Artikel 12, lid 1, onder r) |
Artikel 19, lid 1, onder cc) |
Artikel 12, lid 1, onder s) |
Artikel 19, lid 1, onder dd) |
Artikel 12, lid 1, onder t) |
Artikel 19, lid 1, onder ff) |
Artikel 12, lid 1, onder u) |
Artikel 19, lid 1, onder gg) |
Artikel 12, lid 1, onder v) |
Artikel 19, lid 1, onder hh) |
Artikel 12, lid 1, onder w) |
Artikel 19, lid 1, onder ii) |
Artikel 12, lid 1, onder x) |
Artikel 19, lid 1, onder jj) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder ll) |
Artikel 12, lid 1, onder y) |
Artikel 19, lid 1, onder mm) |
Artikel 12, lid 1, onder z) |
Artikel 19, lid 1, onder nn) |
— |
Artikel 19, lid 1, onder oo) |
Artikel 12, lid 1, onder aa) |
Artikel 19, lid 1, onder pp) |
Artikel 12, lid 1, onder sa) |
Artikel 19, lid 1, onder ee) |
Artikel 12, lid 1, onder xa) |
Artikel 19, lid 1, onder kk) |
Artikel 12, lid 1, onder za) |
Artikel 19, lid 1, onder mm) |
— |
Artikel 19, lid 1, tweede alinea |
— |
Artikel 19, lid 2 |
Artikel 12, lid 2 |
Artikel 19, lid 3 |
Artikel 13, lid 1 |
Artikel 20, lid 1 |
Artikel 13, leden 2 en 3 |
Artikel 20, lid 2 |
Artikel 13, lid 4 |
Artikel 20, lid 3 |
Artikel 13, lid 5 |
Artikel 20, lid 4 |
Artikel 14, leden 1 en 3 |
Artikel 21, lid 1 |
Artikel 14, lid 2 |
Artikel 21, lid 2 |
Artikel 15, lid 1 |
Artikel 22, leden 1 en 3 |
Artikel 15, lid 2 |
Artikel 22, lid 2 |
Artikel 15, lid 3 |
Artikel 22, lid 5 |
Artikel 15, leden 4 en 5 |
Artikel 22, lid 4 |
Artikel 15, lid 6 |
Artikel 22, lid 6 |
Artikel 16, leden 1 tot en met 5 |
Artikel 23, leden 1 tot en met 5 |
— |
Artikel 23, lid 6 |
Artikel 16, lid 6 |
Artikel 23, lid 7 |
Artikel 16, lid 7 |
Artikel 23, lid 8 |
Artikel 17, leden 1 en 4 |
Artikel 24, lid 1 |
Artikel 17, lid 2 |
— |
Artikel 17, lid 3 |
— |
Artikel 17, leden 5 en 6 |
Artikel 24, lid 3 |
Artikel 17, lid 5, onder a) |
Artikel 24, lid 3, onder a) |
Artikel 17, lid 5, onder b) |
Artikel 24, lid 3, onder b) |
Artikel 17, lid 5, onder c) |
Artikel 24, lid 3, onder c) |
Artikel 17, lid 5, onder d) |
Artikel 24, lid 3, onder o) |
Artikel 17, lid 5, onder e) |
Artikel 22, lid 2 |
Artikel 17, lid 5, onder f) |
Artikel 19, lid 2 |
Artikel 17, lid 5, onder g) |
Artikel 24, lid 3, onder p) |
Artikel 17, lid 5, onder h) |
Artikel 24, lid 3, onder q) |
Artikel 17, lid 6, onder a) |
Artikel 24, lid 3, onder d) en onder g) |
Artikel 17, lid 6, onder b) |
Artikel 24, lid 3, onder k) |
Artikel 17, lid 6, onder c) |
Artikel 24, lid 3, onder d) |
Artikel 17, lid 6, onder d) |
Artikel 24, lid 3, onder l) |
Artikel 17, lid 6, onder e) |
— |
Artikel 17, lid 6, onder f) |
— |
Artikel 17, lid 6, onder g) |
Artikel 24, lid 3, onder r) |
Artikel 17, lid 6, onder h) |
Artikel 24, lid 3, onder s) |
Artikel 17, lid 6, onder i) |
Artikel 24, lid 3, onder t) |
Artikel 17, lid 6, onder j) |
Artikel 24, lid 3, onder v) |
Artikel 17, lid 6, onder k) |
Artikel 24, lid 3, onder u) |
Artikel 17, lid 7 |
Artikel 24, lid 4 |
— |
Artikel 24, lid 5 |
Artikel 18 |
Artikel 25 |
Artikel 18, lid 1 |
Artikel 25, leden 1 en 10 |
Artikel 18, lid 2 |
Artikel 25, leden 2, 3 en 4 |
Artikel 18, lid 3 |
Artikel 25, lid 5 |
Artikel 18, lid 4 |
Artikel 25, lid 6 |
Artikel 18, lid 5 |
Artikel 25, lid 7 |
Artikel 18, lid 6 |
Artikel 24, lid 1 |
— |
Artikel 25, lid 8 |
Artikel 18, lid 7 |
Artikel 25, leden 9 en 10 |
— |
Artikel 25, lid 11 |
— |
Artikel 26 |
Artikel 19 |
Artikel 27 |
Artikel 20 |
Artikel 28 |
Artikel 20, leden 1 en 2 |
Artikel 28, leden 1 en 2 |
Artikel 20, lid 3 |
— |
Artikel 20, lid 4 |
Artikel 28, lid 3 |
Artikel 20, lid 5 |
Artikel 28, lid 4 |
Artikel 20, lid 6 |
Artikel 28, lid 5 |
Artikel 20, lid 7 |
Artikel 28, lid 6 |
Artikel 20, lid 8 |
Artikel 28, lid 7 |
Artikel 21 |
Artikel 29 |
Artikel 22 |
Artikel 30 |
Artikel 23 |
Artikel 31 |
Artikel 24 |
Artikel 32 |
Artikel 25, leden 1 en 2 |
Artikel 33, leden 1 en 2 |
— |
Artikel 33, lid 3 |
Artikel 25, lid 3 |
Artikel 33, lid 4 |
Artikelen 26 en 27 |
Artikel 34 |
Artikel 28, lid 1 |
Artikel 35, lid 1, en artikel 36, lid 2 |
Artikel 28, lid 2 |
Artikel 35, lid 2 |
— |
Artikel 36, lid 1 |
Artikel 29, leden 1 en 2 |
Artikel 37, lid 1 |
Artikel 29, lid 3 |
Artikel 37, lid 2 |
Artikel 30 |
Artikel 38 |
Artikel 31, lid 1 |
Artikel 39, lid 1 |
Artikel 31, lid 2 |
Artikel 39, leden 1 en 3 |
— |
Artikel 39, lid 2 |
— |
Artikel 40 |
— |
Artikel 41 |
— |
Artikel 43 |
— |
Artikel 44 |
Artikel 32, lid 1 |
Artikel 46, lid 3 |
Artikel 32, lid 2 |
Artikel 46, lid 4 |
Artikel 32, lid 3 |
Artikel 46, lid 2 |
Artikel 32, lid 4 |
Artikel 45, lid 2 |
Artikel 32, lid 5 |
Artikel 45, lid 2 |
Artikel 32, lid 6 |
Artikel 44, lid 2 |
Artikel 32, lid 7 |
Artikel 45, lid 3 |
Artikel 32, lid 8 |
Artikel 45, lid 4 |
Artikel 32, lid 9 |
Artikel 45, leden 5 en 6 |
Artikel 32, lid 10 |
Artikel 45, lid 7 |
Artikel 32, lid 11 |
Artikel 45, lid 8 |
Artikel 32, lid 12 |
Artikel 45, lid 9 |
Artikel 33, leden 1 tot en met 4 |
Artikel 47, leden 1 tot en met 4 |
— |
Artikel 47, lid 5 |
Artikel 33, lid 5 |
Artikel 47, lid 6 |
Artikel 33, lid 6 |
Artikel 47, lid 7 |
Artikel 33, lid 7 |
Artikel 47, lid 8 |
Artikel 33, lid 8 |
Artikel 47, lid 9 |
Artikel 33, lid 9 |
Artikel 47, lid 10 |
Artikel 33, lid 10 |
Artikel 47, lid 11 |
Artikel 33, lid 11 |
Artikel 47, lid 12 |
— |
Artikel 48 |
Artikel 34 |
Artikel 49 |
Artikel 35, leden 1 en 2 |
Artikel 50, leden 1 en 2 |
— |
Artikel 50, lid 3 |
Artikel 35, lid 3 |
Artikel 50, leden 4 en 5 |
Artikel 36 |
— |
Artikel 37 |
Artikel 42 |
— |
Artikel 51 |
— |
Artikel 52 |
— |
Artikel 53 |
— |
Artikel 54 |
— |
Artikel 55 |
— |
Artikel 56 |
— |
Artikel 57 |
Artikel 38 |
Artikel 58 |
— |
Bijlage |
( ) Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).
( 1 ) Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1).
( 2 ) Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 150 van 31.5.2022, blz. 1).
( 3 ) Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad en Besluiten 2004/512/EG en 2008/633/JBZ (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).
( 4 ) Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
( 4 ) Richtlijn 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 24).
( 4 ) Richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 132).
( 5 ) Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).
( 6 ) Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken en tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).
( 6 ) Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385/58).
( 6 ) Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 4).
( 6 ) Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).
( 6 ) Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).