02017D1775 — NL — 04.02.2022 — 006.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT (GBVB) 2017/1775 VAN DE RAAD

van 28 september 2017

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

(PB L 251 van 29.9.2017, blz. 23)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2019/29 VAN DE RAAD van 9 januari 2019

  L 8

30

10.1.2019

 M2

UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2019/1216 VAN DE RAAD van 17 juli 2019

  L 192

26

18.7.2019

 M3

UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2020/9 VAN DE RAAD van 7 januari 2020

  L 4I

7

8.1.2020

►M4

UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2020/118 VAN DE RAAD van 27 januari 2020

  L 22

55

28.1.2020

►M5

BESLUIT (GBVB) 2021/2208 VAN DE RAAD van 13 december 2021

  L 446

44

14.12.2021

►M6

BESLUIT (GBVB) 2022/157 VAN DE RAAD van 4 februari 2022

  L 25I

7

4.2.2022


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 047I, 20.2.2020, blz.  9 (2020/118)




▼B

BESLUIT (GBVB) 2017/1775 VAN DE RAAD

van 28 september 2017

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali



Artikel 1

1.  

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van personen die door het Sanctiecomité zijn aangewezen als zijnde verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of als zijnde direct of indirect betrokken bij de volgende acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Mali bedreigen:

a) 

deelnemen aan vijandigheden die een schending zijn van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali;

b) 

maatregelen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of verhinderen door langdurige vertraging, of een bedreiging vormen voor de uitvoering van het akkoord;

c) 

handelen voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verlenen aan personen en entiteiten die onder a) of b) worden bedoeld, bijvoorbeeld met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en smokkel van migranten, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen;

d) 

betrokkenheid bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen op:

i) 

de diverse in het akkoord bedoelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese veiligheidstroepen en strijdkrachten;

ii) 

vredeshandhavers en ander VN- en aanverwant personeel van de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA), evenals leden van het panel van deskundigen;

iii) 

internationale veiligheidstroepen, waaronder de Force Conjointe des États du G5 Sahel (FC-G5S), missies van de Europese Unie en Franse troepen;

e) 

belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali;

f) 

beramen, aansturen of plegen van handelingen in Mali die een schending zijn van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, al naargelang, of een inbreuk zijn op of een schending van de mensenrechten, met inbegrip van handelingen die gericht zijn tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, in de vorm van het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering of verkrachting of ander seksueel geweld), ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers hun toevlucht zoeken;

g) 

inzet of de rekrutering van kinderen door gewapende groepen of strijdkrachten, waardoor het toepasselijke internationale recht wordt geschonden, in het kader van het gewapende conflict in Mali,

h) 

willens en wetens het reizen vergemakkelijken van een in de lijst opgenomen persoon, in strijd met de reisbeperkingen.

De lijst van de in dit lid bedoelde aangewezen personen staat in ►M5  bijlage I ◄ .

2.  
Lid 1 verplicht een lidstaat er niet toe de binnenkomst op zijn grondgebied van eigen onderdanen te weigeren.
3.  
Lid 1 is niet van toepassing indien binnenkomst of doorreis noodzakelijk is voor een gerechtelijk proces.
4.  

Lid 1 is niet van toepassing wanneer het Sanctiecomité, per geval, vaststelt:

a) 

dat de binnenkomst of doorreis gerechtvaardigd is om humanitaire redenen, met inbegrip van een godsdienstige verplichting;

b) 

dat een ontheffing een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Mali en de stabiliteit in de regio.

5.  
In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3 of 4 toestemming geeft voor binnenkomst of doorreis op zijn grondgebied van in ►M5  bijlage I ◄ vermelde personen, geldt deze toestemming alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de bij de toestemming belang hebbende personen.

▼M5

Artikel 1 bis

1.  

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de inreis in of de doorreis door hun grondgebied te beletten van natuurlijke personen die:

a) 

verantwoordelijk zijn voor, medeplichtig zijn aan, of direct of indirect betrokken zijn geweest bij acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Mali bedreigen, zoals de in artikel 1, lid 1, bedoelde acties of beleidsmaatregelen;

b) 

de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali belemmeren of ondermijnen, onder meer door het houden van verkiezingen of de machtsoverdracht aan de gekozen autoriteiten te belemmeren of te ondermijnen, of

c) 

banden hebben met de in punt a) of b) bedoelde natuurlijke personen.

De lijst van de in dit lid bedoelde aangewezen personen staat in bijlage II.

2.  
Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de inreis van eigen onderdanen in hun grondgebied te weigeren.
3.  

Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin de lidstaten gebonden zijn aan een internationaalrechtelijke verplichting, en wel:

a) 

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b) 

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;

c) 

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent, of

d) 

krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

4.  
Lid 3 is ook van toepassing op de gevallen waarin een lidstaat als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) optreedt.
5.  
De Raad wordt terdege geïnformeerd indien een lidstaat een vrijstelling op grond van lid 3 of lid 4 verleent.
6.  
De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden of met het oog op het bijwonen van intergouvernementele vergaderingen, door de Unie geïnitieerde of georganiseerde vergaderingen, of door een lidstaat die fungerend voorzitter is van de OVSE georganiseerde vergaderingen, wanneer daar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelen van de beperkende maatregelen rechtstreeks worden bevorderd.
7.  
De lidstaten kunnen ook vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen indien inreis of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijke procedure.
8.  
Een lidstaat die de in lid 6 of 7 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn verleend, tenzij een of meer lidstaten binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling schriftelijk bezwaar maken. In dat geval kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.
9.  
Wanneer een lidstaat krachtens lid 3, 4, 6, of 7 machtiging verleent tot inreis in of doorreis door zijn grondgebied van de in bijlage II vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de rechtstreeks daarbij betrokken personen.

▼B

Artikel 2

1.  

Alle tegoeden en economische middelen die eigendom zijn van of direct of indirect onder zeggenschap staan van personen of entiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen als zijnde verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of als zijnde direct of indirect betrokken bij de volgende acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Mali bedreigen:

a) 

deelnemen aan vijandelijkheden die een schending zijn van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali;

b) 

maatregelen die de uitvoering van de overeenkomst belemmeren, of verhinderen door langdurige vertraging, of een bedreiging vormen voor de uitvoering van het akkoord;

c) 

handelen voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verlenen aan personen en entiteiten die onder a) of b) worden bedoeld, bijvoorbeeld met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en smokkel van migranten, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen;

d) 

betrokkenheid bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen op:

i) 

de diverse in het akkoord bedoelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese veiligheidstroepen en strijdkrachten;

ii) 

vredeshandhavers en ander VN- en aanverwant personeel van MINUSMA, zoals leden van het panel van deskundigen;

iii) 

internationale veiligheidstroepen, waaronder de FC-G5S, missies van de Europese Unie en Franse troepen;

e) 

belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali;

f) 

beramen, aansturen of plegen van handelingen in Mali die een schending zijn van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, al naargelang, of een inbreuk zijn op of een schending van de mensenrechten (met inbegrip van handelingen die gericht zijn tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen), in de vorm van het plegen van gewelddaden waaronder moord, verminking, foltering of verkrachting of ander seksueel geweld, ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers hun toevlucht zoeken;

g) 

inzet of de rekrutering van kinderen door gewapende groepen of strijdkrachten, waardoor het toepasselijke internationale recht wordt geschonden, in het kader van het gewapende conflict in Mali;

h) 

willens en wetens het reizen vergemakkelijken van een in de lijst opgenomen persoon, in strijd met de reisbeperkingen;

of van personen of entiteiten die namens hen of onder hun leiding optreden, of van entiteiten die eigendom zijn van of onder hun zeggenschap staan, worden bevroren.

De lijst van de in dit lid bedoelde aangewezen personen of entiteiten staat in ►M5  bijlage I ◄ .

2.  
Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de op de lijsten in ►M5  bijlage I ◄ vermelde personen of entiteiten.
3.  

De in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen zijn niet van toepassing op tegoeden en economische middelen ten aanzien waarvan de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat zij:

a) 

noodzakelijk zijn voor basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheek, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten, of

c) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

en wel nadat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité kennis heeft gegeven van zijn voornemen om, naargelang van het geval, de toegang tot de tegoeden of economische middelen toe te staan, en als het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na dergelijke kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

4.  

De in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen zijn niet van toepassing op tegoeden of economische middelen ten aanzien waarvan de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat zij:

a) 

noodzakelijk zijn voor buitengewone uitgaven, mits de lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van een dergelijk besluit en dit besluit door het Sanctiecomité is goedgekeurd;

b) 

het voorwerp zijn van een rechterlijk, bestuurlijk of arbitraal retentierecht of vonnis, in welk geval de tegoeden en economische middelen kunnen worden gebruikt om het retentierecht uit t e oefenen of het vonnis ten uitvoer te leggen, mits het retentierecht is ingegaan of het vonnis is uitgesproken vóór de datum waarop de persoon of entiteit in ►M5  bijlage I ◄ is opgenomen, en het retentierecht of het vonnis niet ten goede komt aan een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit en door de betrokken lidstaat is meegedeeld aan het Sanctiecomité.

5.  
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer het Comité per geval bepaalt dat een ontheffing een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Mali en de stabiliteit in de regio.
6.  
Lid 1 belet niet dat een aangewezen persoon of entiteit een betaling doet die verschuldigd is wegens een contract dat is gesloten voordat de persoon of entiteit op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit en de betaling geschiedt nadat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité kennis heeft gegeven van het voornemen de betaling te verrichten of te ontvangen, dan wel te dien einde, in voorkomend geval, toestemming te verlenen tot het vrijgeven van de bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen, tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend.
7.  

Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a) 

rente of andere inkomsten op die rekeningen, of

b) 

betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn aangegaan of die zijn ontstaan vóór de datum waarop de beperkende maatregelen van dit besluit op die rekeningen van toepassing werden;

met dien verstande dat lid 1 van toepassing blijft met betrekking tot de voormelde rente, andere inkomsten en betalingen.

▼M5

Artikel 2 bis

1.  

Alle tegoeden en economische middelen die eigendom zijn of direct of indirect onder zeggenschap staan van natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die:

a) 

verantwoordelijk zijn voor, medeplichtig zijn aan, of direct of indirect betrokken zijn geweest bij acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid of stabiliteit van Mali bedreigen, zoals de in artikel 2, lid 1, bedoelde acties of beleidsmaatregelen;

b) 

de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali belemmeren of ondermijnen, onder meer door het houden van verkiezingen of de machtsoverdracht aan de gekozen autoriteiten te belemmeren of te ondermijnen, of

c) 

banden hebben met de in punt a) of b) bedoelde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen,

worden bevroren.

De lijst van de in dit lid bedoelde aangewezen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen staat in bijlage II.

2.  
Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van in bijlage II vermelde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
3.  

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen geschikt geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) 

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage II genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) 

uitsluitend bestemd zijn voor het betalen van redelijke honoraria en het vergoeden van andere kosten van juridische diensten;

c) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d) 

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend, of

e) 

gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend, binnen twee weken na de verlening van de toestemming.

4.  

In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de vrijgave van bepaalde bevroren geldmiddelen of economische middelen toestaan, of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitraal vonnis dat is gegeven voor de datum waarop de in lid 1 bedoelde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn opgenomen in bijlage II, of van een gerechtelijk of administratief besluit dat in de Unie is gegeven, of van een rechterlijk vonnis dat in de betrokken lidstaat voor tenuitvoerlegging vatbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

b) 

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend gebruikt om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c) 

de beslissing komt niet ten goede aan een in bijlage II vermelde natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam, en

d) 

de erkenning van het besluit of vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend, binnen twee weken na de verlening van de toestemming.

5.  
Lid 1 belet niet dat een op de lijst in bijlage II geplaatste natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam betalingen verricht die verschuldigd zijn uit hoofde van een contract dat of overeenkomst die is gesloten, of een verplichting die is ontstaan, vóór de datum waarop de natuurlijke of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betalingen niet direct of indirect worden ontvangen door een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld in lid 1.
6.  

Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a) 

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b) 

betalingen die verschuldigd zijn overeenkomstig contracten, overeenkomsten of verbintenissen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in de leden 1 en 2 vervatte maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden, of

c) 

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van gerechtelijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in de Unie zijn gegeven of in de betrokken lidstaat voor tenuitvoerlegging vatbaar zijn,

mits dergelijke rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de maatregelen van lid 1.

7.  
In afwijking van de leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen geschikt geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat het verstrekken van die tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden, zoals het verlenen of vergemakkelijken van hulp, met inbegrip van medische benodigdheden, levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire hulpverleners en daarmee verband houdende hulp, of bijstand voor evacuaties uit Mali. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend, binnen twee weken na de verlening van de toestemming.

▼M5

Artikel 3

1.  
De Raad stelt de lijst in bijlage I vast en wijzigt deze in overeenstemming met de besluiten van de Veiligheidsraad of van het Sanctiecomité.
2.  
De lijst in bijlage II wordt met eenparigheid van stemmen vastgesteld en gewijzigd door de Raad, die besluit op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”).

Artikel 4

1.  
Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of entiteit op in bijlage I. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit, inclusief de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de publicatie van een kennisgeving, zodat die persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.
2.  
De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, de betrokken entiteit of het betrokken lichaam in kennis van het in artikel 3, lid 2, bedoelde besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks (indien het adres bekend is), hetzij middels de publicatie van een kennisgeving, zodat die natuurlijke of rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
3.  
Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit daarvan op de hoogte.

Artikel 5

1.  
In bijlage I worden de door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité opgegeven redenen vermeld waarom personen of entiteiten op de lijst zijn geplaatst.
2.  
Bijlage I bevat tevens, indien beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt en die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, gender, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van inschrijving en/of registratie, het inschrijvings- en/of registratienummer en de plaats van vestiging.
3.  
In bijlage II wordt de opneming van de daarin bedoelde natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in de lijst gemotiveerd.
4.  
Bijlage II bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is om de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit: namen en aliassen; geboortedatum en geboorteplaats; nationaliteit; paspoort- en identiteitskaartnummers; geslacht; adres indien bekend; en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie bestaan uit: namen; plaats en datum van inschrijving en/of registratie; inschrijvings- en/of registratienummer; en plaats van vestiging.

▼M5

Artikel 5 bis

1.  

De Raad en de hoge vertegenwoordiger verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van dit besluit persoonsgegevens, met name:

a) 

wat betreft de Raad, bij het opstellen en wijzigen van de bijlagen I en II;

b) 

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, bij het opstellen van de wijzigingen van de bijlagen I en II.

2.  
De Raad en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van de bijlagen I en II.
3.  
Voor de toepassing van dit besluit worden de Raad en de hoge vertegenwoordiger aangewezen als “verwerkingsverantwoordelijken” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), om ervoor te zorgen dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van die verordening kunnen uitoefenen.

Artikel 5 ter

Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavig besluit zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie of van een garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a) 

in bijlage II genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b) 

natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de in punt a) bedoelde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

▼M5

Artikel 6

1.  
Dit besluit wordt gewijzigd dan wel ingetrokken, overeenkomstig de besluiten van de Veiligheidsraad.
2.  
De in artikel 1 bis, lid 1, en artikel 2 bis, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen zijn van toepassing tot en met 14 december 2022 en worden voortdurend geëvalueerd. Ze worden zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.

▼B

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.




▼M5

BIJLAGE I

▼M1

A.   Lijst van personen als bedoeld in artikel 1, lid 1

▼M4

1.    AHMOUDOU AG ASRIW (alias: a) Amadou Ag Isriw b) Ahmedou c) Ahmadou d) Isrew e) Isereoui f) Isriou)

Geboortedatum: 1 jan. 1982

Nationaliteit: Mali

Adres: a) Mali b) Amassine, Mali (vorige locatie)

Datum plaatsing op de VN-lijst: 20 dec. 2018

Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Mogelijk in oktober 2016 gearresteerd in Niger. Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod). Webpagina: https://www.youtube.com/channel/UCu2efaIUosqEu1HEBs2zJIw

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Ahmoudou Ag Asriw is uit hoofde van de punten 1 en 3 van Resolutie 2374 (2017) op 20 december 2018 op de lijst geplaatst omdat hij deelneemt aan vijandelijkheden die een inbreuk vormen op het akkoord, en omdat hij handelt voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verleent aan personen en entiteiten die in paragraaf 8, punten a) en b), van Resolutie 2374 (2017) worden bedoeld, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en migrantensmokkel, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen.

Ahmoudou Ag Asriw is een hooggeplaatste commandant van de Groupe autodéfense touareg Imghad et alliés (GATIA) en is zeker sinds oktober 2016 betrokken geweest bij het aanvoeren van drugskonvooien in het noorden van Mali. Voorts is hij betrokken geweest bij schendingen van het staakt-het-vuren in de regio Kidal in juli 2017 en april 2018.

In april 2018 voerde Asriw samen met een lid van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA) een konvooi aan dat vier ton cannabishars uit Tabankort naar Niger smokkelde, via Ammasine en de regio Kidal. Het konvooi werd aangevallen door leden van de Coordination des Mouvements de l'Azawad en onbekende aanvallers uit Niger. Tijdens de schermutselingen die daarop volgden, werden drie strijders gedood.

Als zodanig heeft Asriw, geïnspireerd door de strijd om drugskonvooien, deelgenomen aan vijandelijkheden die een inbreuk vormen op het akkoord van 2015 voor vrede en verzoening in Mali. Zijn betrokkenheid bij drugshandel draagt vrijwel zeker bij tot de financiering van zijn militaire operaties en schendingen van het staakt-het-vuren.

▼M1

2.    Mahamadou AG RHISSA (alias: Mohamed Talhandak)

Geboortedatum: 1 januari 1983

Nationaliteit: Mali

Adres: Kidal, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 20 december 2018

Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Op 1 oktober 2017 zijn Franse troepen zijn huis binnengevallen en hebben ze Ag Rhissa en zes gezinsleden gearresteerd.

Aanvullende informatie

Mahamadou Ag Rhissa is uit hoofde van de punten 1 en 3 van Resolutie 2374 (2017) op 20 december 2018 op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen; omdat hij handelt voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verleent aan personen en entiteiten die in punt 8, onder a) en b), van Resolutie 2374 (2017) worden bedoeld, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en migrantensmokkel, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen; en omdat hij betrokken is bij het plannen, aansturen of plegen van daden in Mali die een schending zijn van het internationaal recht inzake de mensenrechten of het internationaal humanitair recht, al naargelang, of een inbreuk zijn op of een schending van de mensenrechten (inclusief daden die gericht zijn tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen), in de vorm van het plegen van gewelddaden waaronder moord, verminking, foltering of verkrachting of ander seksueel geweld, ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding en aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers hun toevlucht zoeken.

Mahamadou Ag Rhissa, alias Mohamed Talhandak, is een invloedrijke zakenman in de regio Kidal en lid van de Haut conseil pour l'unicité de l'Azawad (HCUA). In 2016 vertegenwoordigde hij de Coordination des mouvements de l'Azawad (CMA) tijdens ontmoetingen in Bamako die in het teken stonden van de uitvoering van het akkoord van 2015 voor vrede en verzoening.

Ag Rhissa werd steeds belangrijker voor de benzinesmokkel tussen Algerije en de regio Kidal, en verwierf de controle over de migrantensmokkel via het grensstadje Talhandak. Migranten getuigden over de wanpraktijken van Ag Rhissa, zoals dwangarbeid, lijfstraffen en opsluiting. Ag Rhissa heeft de seksuele uitbuiting van ten minste twee vrouwen gefaciliteerd, die pas na de betaling van CFA 150 000 -175 000 (300-350 USD) werden vrijgelaten.

Op 1 oktober 2017 vielen troepen van operatie Barkhane twee van Ag Rhissa's huizen in de regio Kidal binnen op verdenking van banden met terroristische netwerken. Ag Rhissa werd kort gearresteerd. Op 4 november 2017 nam hij naar verluidt deel aan een bijeenkomst van een terroristische gewapende groepering in het grensgebied tussen Mali en Algerije.

Als officieel vertegenwoordiger van de CMA in het vredesproces vormt de betrokkenheid van Ag Rhissa bij terrorisme, georganiseerde misdaad en mensenrechtenschendingen een bedreiging voor de uitvoering van het akkoord en een aantasting van de geloofwaardigheid van de HCUA als onderhandelingspartner.

▼M4

3.    MOHAMED OUSMANE AG MOHAMEDOUNE (alias: a) Ousmane Mahamadou b) Mohamed Ousmane)

Titel: sjeik

Geboortedatum: 16 apr. 1972

Geboorteplaats: Mali

Nationaliteit: Mali

Adres: Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 20 dec. 2018

Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Fysieke beschrijving: ogen: bruin; haarkleur: zwart. Tel.: +223 60360101. Talenkennis: Arabisch en Frans. Bijzondere kenmerken: bril. Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mohamed Ousmane Ag Mohamedoune is uit hoofde van de punten 1 en 3 van Resolutie 2374 (2017) op 20 december 2018 op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen, en omdat hij betrokken is bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen op: i) de diverse in het akkoord bedoelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese veiligheidstroepen en strijdkrachten; ii) vredeshandhavers en ander VN- en aanverwant personeel van MINUSMA, zoals leden van het panel van deskundigen; iii) internationale veiligheidstroepen, waaronder de FC-G5S, missies van de Europese Unie en Franse troepen.

Mohamed Ousmane Ag Mohamedoune (hierna: Mohamed Ousmane) is de secretaris-generaal van de Coalition pour le Peuple de l'Azawad (CPA), die in 2014 werd opgericht als splintergroep van de Mouvement National de Libération de l'Azawad (MNLA). Mohamed Ousmane nam in juni 2015 de leiding van de CPA over en heeft sinds 2016 verschillende militaire bases en checkpoints opgericht in de regio Timboektoe, met name in Soumpi en Echel.

In 2017 en 2018 waren de militaire chef-staf van Mohamed Ousmane en andere gewapende groepen van de CPA betrokken bij dodelijke aanslagen op Malinese veiligheidstroepen en de strijdkrachten in de regio Soumpi. Die aanslagen werden opgeëist door Jamaat Nosrat al Islam wal Muslimin (JNIM), een terroristische groepering die geleid wordt door Iyad Ag Ghali en is opgenomen in de uit hoofde van VNVR-Resoluties 1267/1989/2253 opgestelde en geactualiseerde ISIL/Al Qaida-sanctielijst.

Voorts richtte Mohamed Ousmane in 2017 een bredere alliantie van splintergroepen op, de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME), die hij zelf voorzat. Mohamed Ousmane organiseerde op 30 april 2018 de eerste bijeenkomst van de CME in Tinaouker (regio Gao), waar hij tot woordvoerder van de CME werd uitgeroepen. Tijdens de oprichtingsbijeenkomst bedreigde de CME in een officiële verklaring openlijk de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali.

De CME was ook betrokken bij belemmeringen die de uitvoering van het akkoord vertraagden. Zo werden de Malinese overheid en de internationale gemeenschap onder druk gezet om de CME te integreren in de verschillende bij het akkoord opgezette mechanismen.

▼C1

4.    AHMED AG ALBACHAR (alias: Intahmadou Ag Albachar)

▼M4

Hoedanigheid: voorzitter van de Humanitaire Commissie van het Bureau Régional d'Administration et Gestion van Kidal

Geboortedatum: 31 dec. 1963

Geboorteplaats: Tin-Essako, regio Kidal, Mali

Nationaliteit: Mali

Nationaal identificatienr.: 1 63 08 4 01 001 005E

Adres: Quartier Aliou, Kidal, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Ahmed Ag Albachar is een vooraanstaand zakenman en sinds begin 2018 bijzonder adviseur van de gouverneur van de regio Kidal. Als invloedrijk lid van de Haut Conseil pour l'unité de l'Azawad (HCUA), die deel uitmaakt van de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, is Ahmed Ag Albachar ook bemiddelaar tussen de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA) en Ansar Dine (QDe.135). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Ahmed Ag Albachar wordt op de lijst geplaatst uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen, en van paragraaf 8, punt e), van Resolutie 2374 (2017) wegens het belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali.

In januari wendde Ag Albachar zijn invloed aan om te controleren en te kiezen welke humanitaire en ontwikkelingsprojecten er in het Kidal-gebied plaatsvinden, wie ze uitvoert, waar en wanneer. Geen enkele humanitaire actie kan plaatsvinden zonder dat hij er weet van heeft en er zijn goedkeuring aan hecht. Als zelfbenoemd voorzitter van de humanitaire commissie is Ag Albachar verantwoordelijk voor het verlenen van verblijfs- en werkvergunningen aan hulpverleners in ruil voor geld of diensten. De commissie bepaalt ook welke bedrijven en personen zich kunnen inschrijven op aanbestedingen voor projecten die ngo's in Kidal publiceren, wat Ag Albachar de macht geeft om de humanitaire acties in de regio te manipuleren en de mensen te kiezen die voor ngo's werken. De hulp kan enkel onder zijn toezicht worden verdeeld, waardoor hij invloed heeft op beslissingen wie er hulp krijgt.

Daarnaast zet Albachar werkloze jongeren in om ngo's te intimideren en af te persen, wat hun werk zwaar belemmert. De hele humanitaire gemeenschap en vooral het kwetsbaardere nationale personeel werkt in Kidal in een klimaat van angst.

Ahmed Ag Albachar is ook mede-eigenaar van transportbedrijf Timitrine Voyage, een van de weinige transportbedrijven waarop ngo's in Kidal een beroep mogen doen. Samen met een tiental andere transportbedrijven die eigendom zijn van een kleine groep invloedrijke notabelen uit de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, eigent Ag Albachar zich een aanzienlijk deel van de humanitaire hulp in Kidal toe. Door de monopoliepositie van Ag Albachar verloopt bovendien de hulpverlening in bepaalde gemeenschappen moeilijker dan in andere.

Door terreur uit te oefenen, en door ngo's te bedreigen en hun activiteiten te controleren, gebruikt Albachar de humanitaire hulp als instrument om zijn persoonlijke belangen en de politieke belangen van de HCUA te dienen, wat ervoor zorgt dat de hulp moeilijk bij de begunstigden in de regio Kidal terechtkomt. Ahmed Ag Albachar belemmert derhalve de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand aldaar.

Zijn optreden is ook in strijd met artikel 49 van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Dat verplicht de partijen ertoe de beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid - die de leidraad vormen voor het humanitaire optreden - te eerbiedigen, om te voorkomen dat humanitaire hulp een politiek, economisch of militair instrument wordt, en om humanitaire organisaties gemakkelijker toegang te geven en om de veiligheid van hun personeel te garanderen. Albachar belemmert of bedreigt derhalve de uitvoering van het akkoord.

5.    HOUKA HOUKA AG ALHOUSSEINI (alias: a) Mohamed Ibn Alhousseyni b) Muhammad Ibn Al-Husayn c) Houka Houka)

Titel: cadi

Geboortedatum: a) 1 jan. 1962 b) 1 jan. 1963 c) 1 jan. 1964

Geboorteplaats: Ariaw, regio Timboektoe, Mali

Nationaliteit: Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Na de oprichting van het jihadistisch kalifaat in het noorden van Mali werd Houka Houka Ag Alhousseini in april 2012 door Iyad Ag Ghaly (QDi.316) benoemd tot de cadi van Timboektoe.

Houka Houka werkte nauw samen met de Hesbah, de islamitische politie onder leiding van Ahmad Al Faqi Al Mahdi, die sinds september 2016 gevangen zit in het detentiecentrum van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Houka Houka Ag Alhousseini wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Na de interventie van de Franse strijdkrachten in januari 2013 werd Houka Houka Ag Alhousseini op 17 januari 2014 gearresteerd maar op 15 augustus 2014 lieten de Malinese autoriteiten hem weer vrij, waarop door mensenrechtenorganisaties afwijzend werd gereageerd.

Houka Houka Ag Alhousseini verblijft sindsdien in Ariaw, in de buurt van Zouéra, een dorp ten westen van Timboektoe (gemeente Essakane), aan de oever van het Faguibinemeer, dat in de richting van de Mauritaanse grens ligt. Daar werd hij op 27 september 2017 door Koina Ag Ahmadou, de gouverneur van Timboektoe, officieel in zijn ambt van leraar hersteld nadat druk was uitgeoefend door Mohamed Ousmane Ag Mohamidoune (MLi.003), de leider van de Coalition du peuple de l'Azawad (CPA), die op 20 december 2018 door het sanctiecomité van de Verenigde Naties voor Mali op de lijst werd geplaatst wegens onder andere het aanhoudend belemmeren of vertragen van de uitvoering van het akkoord. Mohamed Ousmane richtte in 2017 een bredere alliantie van splintergroepen op - de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME) - die hij zelf voorzat. Tijdens de oprichtingsbijeenkomst bedreigde de CME in een officiële verklaring openlijk de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. De CME was ook betrokken bij belemmeringen die de uitvoering van het akkoord vertraagden. Zo werden de Malinese overheid en de internationale gemeenschap onder druk gezet om de CME te integreren in de verschillende bij het akkoord opgezette mechanismen.

Houka Houka en Mohamed Ousmane hebben elkaar geholpen op te klimmen. Zo heeft laatstgenoemde de contacten van Houka Houka met overheidsfunctionarissen vergemakkelijkt en heeft eerstgenoemde een belangrijke rol gespeeld bij het uitbreiden van de macht van Ousmane over de regio Timboektoe. Houka Houka heeft sinds 2017 deelgenomen aan de meeste gemeenschapsbijeenkomsten die Mohamed Ousmane sinds 2017 heeft georganiseerd, en heeft zo bijgedragen aan de bekendheid en geloofwaardigheid van Ousmane in de regio. Hij nam ook deel aan de oprichtingsceremonie van de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME), die hij publiekelijk zijn zegen gaf.

De invloedssfeer van Houka Houka is onlangs verder uitgebreid naar het oosten, naar de Ber-regio (bolwerk van de Bérabich-Arabieren, 50 kilometer ten oosten van Timboektoe), en het noorden van Timboektoe. Ook al komt hij niet uit een cadi-dynastie en is hij pas in 2012 aan zijn opmars begonnen, toch kon Houka Houka zijn gezag als cadi en zijn vermogen om de openbare veiligheid in bepaalde gebieden te handhaven, uitbreiden door gebruik te maken van de middelen van Al‐Furqan en de angst die deze terroristische organisatie in de regio Timboektoe zaait met complexe aanvallen tegen de internationale en Malinese defensie- en veiligheidstroepen en met gerichte moordaanslagen.

Door Mohamed Ousmane te steunen en het akkoord te belemmeren, bedreigt Houka Houka Ag Alhousseini derhalve de uitvoering van het akkoord en de vrede, veiligheid en stabiliteit in heel Mali.

6.    MAHRI SIDI AMAR BEN DAHA (alias a) Yoro Ould Daha b) Yoro Ould Daya c) Sidi Amar Ould Daha d) Yoro)

Hoedanigheid: plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao

Geboortedatum: 1 jan. 1978

Geboorteplaats: Djebock, Mali

Nationaliteit: Mali

Nationaal identificatienr.: 11262/1547

Adres: Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mahri Sidi Amar Ben Daha is een leider van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en militair stafchef van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme).

Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mahri Sidi Amar Ben Daha wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Ben Daha was een hogere officier bij de islamitische politie die in Gao actief was toen de Mouvement pour l'unicité et le jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134) van juni 2012 tot januari 2013 de stad in handen had. Ben Daha is plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao.

Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) - Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

Van 14 tot 18 november 2018 belemmerden tientallen strijders van de MAA-Plateforme en van de CMFPR-groeperingen het regionale overleg. Onder leiding en met deelname van Ben Daha werden ten minste zes pick-uptrucks van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA-Plateforme) voor en rond de ambtswoning van de gouverneur in Gao opgesteld. Er werden ook twee MOC-voertuigen van de MAA-Plateforme gezien.

Op 17 november 2018 vond een incident plaats tussen gewapende elementen die de toegang tot de ambtswoning van de gouverneur blokkeerden en een FAMa-patrouille die door het gebied liep, maar de gemoederen werden bedaard voordat de situatie kon escaleren en ontaarden in een schending van het staakt-het-vuren. Op 18 november 2018 maakten in totaal twaalf voertuigen en gewapende elementen een einde aan de blokkade van de ambtswoning van de gouverneur na een laatste onderhandelingspoging met de gouverneur van Gao.

Op 30 november 2018 organiseerde Ben Daha in Tinfanda een inter-Arabische bijeenkomst om de veiligheid en de administratieve herstructurering te bespreken. Deze bijeenkomst werd ook bijgewoond door de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001), die door Ben Daha wordt gesteund en verdedigd.

Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, belemmerde Ben Daha de uitvoering van het akkoord. Voorts steunt Ben Daha een persoon die als een bedreiging voor de uitvoering van de overeenkomst wordt gezien wegens zijn betrokkenheid bij schendingen van het staakt-het-vuren en georganiseerde criminele activiteiten.

7.    MOHAMED BEN AHMED MAHRI (alias: a) Mohammed Rougi b) Mohamed Ould Ahmed Deya c) Mohamed Ould Mahri Ahmed Daya d) Mohamed Rougie e) Mohamed Rouggy f) Mohamed Rouji)

Geboortedatum: 1 jan. 1979

Geboorteplaats: Tabankort, Mali

Nationaliteit: Mali

Paspoortnr.: a) AA00272627 b) AA0263957

Adres: Bamako, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mohamed Ben Ahmed Mahri is een zakenman uit de Arabische Lehmar-gemeenschap in de regio Gao die eerder samenwerkte met de Mouvement pour l'unicité et le Jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mohamed Ben Ahmed Mahri wordt op grond van paragraaf 8, punt c), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij handelt voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verleent aan personen en entiteiten die in paragraaf 8, punten a) en b), van Resolutie 2374 (2017) worden bedoeld, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en migrantensmokkel, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen.

Tussen december 2017 en april 2018 voerde Mohamed Ben Ahmed Mahri het bevel over een smokkeloperatie van meer dan 10 ton Marokkaanse cannabis, die in koelwagens door Mauritanië, Mali, Burkina Faso en Niger werd vervoerd. In de nacht van 13 op 14 juni 2018 werd in Niamey een kwart van de lading in beslag genomen, terwijl in de nacht van 12 op 13 april 2018 een rivaliserende groep naar verluidt het andere driekwart al had gestolen.

In december 2017 was Mohamed Ben Ahmed Mahri met een Malinees in Niamey om de operatie voor te bereiden. De Malinees werd in Niamey gearresteerd nadat hij op 15 en 16 april 2018 met twee Marokkanen en twee Algerijnen per vliegtuig vanuit Marokko was aangereisd om gestolen cannabis te proberen terug te krijgen. Ook drie vertrouwelingen van hem werden gearresteerd, waaronder een Marokkaan die in 2014 in Marokko tot vijf maanden gevangenisstraf wegens drughandel was veroordeeld.

Mohamed Ben Ahmed Mahri leidt de smokkel van cannabishars naar Niger dwars door het noorden van Mali. Hij maakt daarbij gebruik van konvooien die worden geleid door leden van de Groupe d'autodéfense des Touaregs Imghad et leurs alliés (GATIA), waaronder de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001). Mohamed Ben Ahmed Mahri betaalt Asriw voor het gebruik van deze konvooien. Deze konvooien gaan vaak in de clinch met concurrenten die samenwerken met de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA).

Mohamed Ben Ahmed Mahri gebruikt drugsgeld om financiële steun te verlenen aan gewapende terroristische groeperingen, met name de op de sanctielijst geplaatste entiteit Al-Mourabitoun (QDe.141). Hij probeert tevens ambtenaren om te kopen om gearresteerde strijders vrij te laten en helpt strijders zich aan te sluiten bij de Mouvement Arabe pour l'Azawad (MAA) Plateforme.

Met inkomsten uit georganiseerde misdaad steunt Mohamed Ben Ahmed Mahri dus een persoon die overeenkomstig paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2007) wordt aangemerkt als een bedreiging voor de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali, naast een terroristische groepering die uit hoofde van Resolutie 1267 als dusdanig wordt aangemerkt.

8.    MOHAMED OULD MATALY

Hoedanigheid: parlementslid

Geboortedatum: 1958

Nationaliteit: Mali

Paspoortnr.: D9011156

Adres: Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mohamed Ould Mataly was vroeger burgemeester van Bourem en is momenteel parlementslid voor het kiesdistrict van Bourem. Hij is lid van de Rassemblement pour le Mali (RPM, de politieke partij van president Ibrahim Boubacar Keïta). Hij maakt deel uit van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en is een invloedrijk lid van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mohamed Ould Mataly wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) - Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

Zijn naaste medestander Mahri Sidi Amar Ben Ben Daha (alias Yoro Ould Daha), die in zijn huis in Gao onderdak krijgt, heeft in die periode deelgenomen aan de blokkade van het overleg in het kantoor van de gouverneur.

Voorts was Ould Mataly op 12 juli 2016 ook een van de initiatiefnemers van de betogingen tegen de uitvoering van het akkoord.

Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, vertraagde en belemmerde Ould Mataly de uitvoering van het akkoord.

Tot slotte heeft Ould Mataly gepleit voor de vrijlating van leden van zijn gemeenschap die in het kader van de terrorismebestrijding gevangen zijn genomen. Door zijn betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad en gewapende terroristische groeperingen bedreigt Mohamed Ould Mataly de uitvoering van de overeenkomst.

▼M1

B.   Lijst van personen en entiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 1

▼C1

1.    AHMED AG ALBACHAR (alias: Intahmadou Ag Albachar)

▼M4

Hoedanigheid: voorzitter van de Humanitaire Commissie van het Bureau Régional d'Administration et Gestion van Kidal

Geboortedatum: 31 dec. 1963

Geboorteplaats: Tin-Essako, regio Kidal, Mali

Nationaliteit: Mali

Nationaal identificatienr.: 1 63 08 4 01 001 005E

Adres: Quartier Aliou, Kidal, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Ahmed Ag Albachar is een vooraanstaand zakenman en sinds begin 2018 bijzonder adviseur van de gouverneur van de regio Kidal. Als invloedrijk lid van de Haut Conseil pour l'unité de l'Azawad (HCUA), die deel uitmaakt van de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, is Ahmed Ag Albachar ook bemiddelaar tussen de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA) en Ansar Dine (QDe.135). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Ahmed Ag Albachar wordt op de lijst geplaatst uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen, en van paragraaf 8, punt e), van Resolutie 2374 (2017) wegens het belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali.

In januari wendde Ag Albachar zijn invloed aan om te controleren en te kiezen welke humanitaire en ontwikkelingsprojecten er in het Kidal-gebied plaatsvinden, wie ze uitvoert, waar en wanneer. Geen enkele humanitaire actie kan plaatsvinden zonder dat hij er weet van heeft en er zijn goedkeuring aan hecht. Als zelfbenoemd voorzitter van de humanitaire commissie is Ag Albachar verantwoordelijk voor het verlenen van verblijfs- en werkvergunningen aan hulpverleners in ruil voor geld of diensten. De commissie bepaalt ook welke bedrijven en personen zich kunnen inschrijven op aanbestedingen voor projecten die ngo's in Kidal publiceren, wat Ag Albachar de macht geeft om de humanitaire acties in de regio te manipuleren en de mensen te kiezen die voor ngo's werken. De hulp kan enkel onder zijn toezicht worden verdeeld, waardoor hij invloed heeft op beslissingen wie er hulp krijgt.

Daarnaast zet Albachar werkloze jongeren in om ngo's te intimideren en af te persen, wat hun werk zwaar belemmert. De hele humanitaire gemeenschap en vooral het kwetsbaardere nationale personeel werkt in Kidal in een klimaat van angst.

Ahmed Ag Albachar is ook mede-eigenaar van transportbedrijf Timitrine Voyage, een van de weinige transportbedrijven waarop ngo's in Kidal een beroep mogen doen. Samen met een tiental andere transportbedrijven die eigendom zijn van een kleine groep invloedrijke notabelen uit de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, eigent Ag Albachar zich een aanzienlijk deel van de humanitaire hulp in Kidal toe. Door de monopoliepositie van Ag Albachar verloopt bovendien de hulpverlening in bepaalde gemeenschappen moeilijker dan in andere.

Door terreur uit te oefenen, en door ngo's te bedreigen en hun activiteiten te controleren, gebruikt Albachar de humanitaire hulp als instrument om zijn persoonlijke belangen en de politieke belangen van de HCUA te dienen, wat ervoor zorgt dat de hulp moeilijk bij de begunstigden in de regio Kidal terechtkomt. Ahmed Ag Albachar belemmert derhalve de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand aldaar.

Zijn optreden is ook in strijd met artikel 49 van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Dat verplicht de partijen ertoe de beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid - die de leidraad vormen voor het humanitaire optreden - te eerbiedigen, om te voorkomen dat humanitaire hulp een politiek, economisch of militair instrument wordt, en om humanitaire organisaties gemakkelijker toegang te geven en om de veiligheid van hun personeel te garanderen. Albachar belemmert of bedreigt derhalve de uitvoering van het akkoord.

2.    HOUKA HOUKA AG ALHOUSSEINI (alias: a) Mohamed Ibn Alhousseyni b) Muhammad Ibn Al-Husayn c) Houka Houka)

Titel: cadi

Geboortedatum: a) 1 jan. 1962 b) 1 jan. 1963 c) 1 jan. 1964

Geboorteplaats: Ariaw, regio Timboektoe, Mali

Nationaliteit: Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Na de oprichting van het jihadistisch kalifaat in het noorden van Mali werd Houka Houka Ag Alhousseini in april 2012 door Iyad Ag Ghaly (QDi.316) benoemd tot de cadi van Timboektoe.

Houka Houka werkte nauw samen met de Hesbah, de islamitische politie onder leiding van Ahmad Al Faqi Al Mahdi, die sinds september 2016 gevangen zit in het detentiecentrum van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Houka Houka Ag Alhousseini wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Na de interventie van de Franse strijdkrachten in januari 2013 werd Houka Houka Ag Alhousseini op 17 januari 2014 gearresteerd maar op 15 augustus 2014 lieten de Malinese autoriteiten hem weer vrij, waarop door mensenrechtenorganisaties afwijzend werd gereageerd.

Houka Houka Ag Alhousseini verblijft sindsdien in Ariaw, in de buurt van Zouéra, een dorp ten westen van Timboektoe (gemeente Essakane), aan de oever van het Faguibinemeer, dat in de richting van de Mauritaanse grens ligt. Daar werd hij op 27 september 2017 door Koina Ag Ahmadou, de gouverneur van Timboektoe, officieel in zijn ambt van leraar hersteld nadat druk was uitgeoefend door Mohamed Ousmane Ag Mohamidoune (MLi.003), de leider van de Coalition du peuple de l'Azawad (CPA), die op 20 december 2018 door het sanctiecomité van de Verenigde Naties voor Mali op de lijst werd geplaatst wegens onder andere het aanhoudend belemmeren of vertragen van de uitvoering van het akkoord. Mohamed Ousmane richtte in 2017 een bredere alliantie van splintergroepen op - de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME) - die hij zelf voorzat. Tijdens de oprichtingsbijeenkomst bedreigde de CME in een officiële verklaring openlijk de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. De CME was ook betrokken bij belemmeringen die de uitvoering van het akkoord vertraagden. Zo werden de Malinese overheid en de internationale gemeenschap onder druk gezet om de CME te integreren in de verschillende bij het akkoord opgezette mechanismen.

Houka Houka en Mohamed Ousmane hebben elkaar geholpen op te klimmen. Zo heeft laatstgenoemde de contacten van Houka Houka met overheidsfunctionarissen vergemakkelijkt en heeft eerstgenoemde een belangrijke rol gespeeld bij het uitbreiden van de macht van Ousmane over de regio Timboektoe. Houka Houka heeft sinds 2017 deelgenomen aan de meeste gemeenschapsbijeenkomsten die Mohamed Ousmane sinds 2017 heeft georganiseerd, en heeft zo bijgedragen aan de bekendheid en geloofwaardigheid van Ousmane in de regio. Hij nam ook deel aan de oprichtingsceremonie van de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME), die hij publiekelijk zijn zegen gaf.

De invloedssfeer van Houka Houka is onlangs verder uitgebreid naar het oosten, naar de Ber-regio (bolwerk van de Bérabich-Arabieren, 50 kilometer ten oosten van Timboektoe), en het noorden van Timboektoe. Ook al komt hij niet uit een cadi-dynastie en is hij pas in 2012 aan zijn opmars begonnen, toch kon Houka Houka zijn gezag als cadi en zijn vermogen om de openbare veiligheid in bepaalde gebieden te handhaven, uitbreiden door gebruik te maken van de middelen van Al‐Furqan en de angst die deze terroristische organisatie in de regio Timboektoe zaait met complexe aanvallen tegen de internationale en Malinese defensie- en veiligheidstroepen en met gerichte moordaanslagen.

Door Mohamed Ousmane te steunen en het akkoord te belemmeren, bedreigt Houka Houka Ag Alhousseini derhalve de uitvoering van het akkoord en de vrede, veiligheid en stabiliteit in heel Mali.

3.    MAHRI SIDI AMAR BEN DAHA (alias a) Yoro Ould Daha b) Yoro Ould Daya c) Sidi Amar Ould Daha d) Yoro)

Hoedanigheid: plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao

Geboortedatum: 1 jan. 1978

Geboorteplaats: Djebock, Mali

Nationaliteit: Mali

Nationaal identificatienr.: 11262/1547

Adres: Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mahri Sidi Amar Ben Daha is een leider van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en militair stafchef van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme).

Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mahri Sidi Amar Ben Daha wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Ben Daha was een hogere officier bij de islamitische politie die in Gao actief was toen de Mouvement pour l'unicité et le jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134) van juni 2012 tot januari 2013 de stad in handen had. Ben Daha is plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao.

Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) - Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

Van 14 tot 18 november 2018 belemmerden tientallen strijders van de MAA-Plateforme en van de CMFPR-groeperingen het regionale overleg. Onder leiding en met deelname van Ben Daha werden ten minste zes pick-uptrucks van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA-Plateforme) voor en rond de ambtswoning van de gouverneur in Gao opgesteld. Er werden ook twee MOC-voertuigen van de MAA-Plateforme gezien.

Op 17 november 2018 vond een incident plaats tussen gewapende elementen die de toegang tot de ambtswoning van de gouverneur blokkeerden en een FAMa-patrouille die door het gebied liep, maar de gemoederen werden bedaard voordat de situatie kon escaleren en ontaarden in een schending van het staakt-het-vuren. Op 18 november 2018 maakten in totaal twaalf voertuigen en gewapende elementen een einde aan de blokkade van de ambtswoning van de gouverneur na een laatste onderhandelingspoging met de gouverneur van Gao.

Op 30 november 2018 organiseerde Ben Daha in Tinfanda een inter-Arabische bijeenkomst om de veiligheid en de administratieve herstructurering te bespreken. Deze bijeenkomst werd ook bijgewoond door de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001), die door Ben Daha wordt gesteund en verdedigd.

Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, belemmerde Ben Daha de uitvoering van het akkoord. Voorts steunt Ben Daha een persoon die als een bedreiging voor de uitvoering van de overeenkomst wordt gezien wegens zijn betrokkenheid bij schendingen van het staakt-het-vuren en georganiseerde criminele activiteiten.

4.    MOHAMED BEN AHMED MAHRI(alias: a) Mohammed Rougi b) Mohamed Ould Ahmed Deya c) Mohamed Ould Mahri Ahmed Daya d) Mohamed Rougie e) Mohamed Rouggy f) Mohamed Rouji)

Geboortedatum: 1 jan. 1979

Geboorteplaats: Tabankort, Mali

Nationaliteit: Mali

Paspoortnr.: a) AA00272627 b) AA0263957

Adres: Bamako, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mohamed Ben Ahmed Mahri is een zakenman uit de Arabische Lehmar-gemeenschap in de regio Gao die eerder samenwerkte met de Mouvement pour l'unicité et le Jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mohamed Ben Ahmed Mahri wordt op grond van paragraaf 8, punt c), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij handelt voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verleent aan personen en entiteiten die in paragraaf 8, punten a) en b), van Resolutie 2374 (2017) worden bedoeld, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en migrantensmokkel, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen.

Tussen december 2017 en april 2018 voerde Mohamed Ben Ahmed Mahri het bevel over een smokkeloperatie van meer dan 10 ton Marokkaanse cannabis, die in koelwagens door Mauritanië, Mali, Burkina Faso en Niger werd vervoerd. In de nacht van 13 op 14 juni 2018 werd in Niamey een kwart van de lading in beslag genomen, terwijl in de nacht van 12 op 13 april 2018 een rivaliserende groep naar verluidt het andere driekwart al had gestolen.

In december 2017 was Mohamed Ben Ahmed Mahri met een Malinees in Niamey om de operatie voor te bereiden. De Malinees werd in Niamey gearresteerd nadat hij op 15 en 16 april 2018 met twee Marokkanen en twee Algerijnen per vliegtuig vanuit Marokko was aangereisd om gestolen cannabis te proberen terug te krijgen. Ook drie vertrouwelingen van hem werden gearresteerd, waaronder een Marokkaan die in 2014 in Marokko tot vijf maanden gevangenisstraf wegens drughandel was veroordeeld.

Mohamed Ben Ahmed Mahri leidt de smokkel van cannabishars naar Niger dwars door het noorden van Mali. Hij maakt daarbij gebruik van konvooien die worden geleid door leden van de Groupe d'autodéfense des Touaregs Imghad et leurs alliés (GATIA), waaronder de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001). Mohamed Ben Ahmed Mahri betaalt Asriw voor het gebruik van deze konvooien. Deze konvooien gaan vaak in de clinch met concurrenten die samenwerken met de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA).

Mohamed Ben Ahmed Mahri gebruikt drugsgeld om financiële steun te verlenen aan gewapende terroristische groeperingen, met name de op de sanctielijst geplaatste entiteit Al-Mourabitoun (QDe.141). Hij probeert tevens ambtenaren om te kopen om gearresteerde strijders vrij te laten en helpt strijders zich aan te sluiten bij de Mouvement Arabe pour l'Azawad (MAA) Plateforme.

Met inkomsten uit georganiseerde misdaad steunt Mohamed Ben Ahmed Mahri dus een persoon die overeenkomstig paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2007) wordt aangemerkt als een bedreiging voor de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali, naast een terroristische groepering die uit hoofde van Resolutie 1267 als dusdanig wordt aangemerkt.

5.    MOHAMED OULD MATALY

Hoedanigheid: parlementslid

Geboortedatum: 1958

Nationaliteit: Mali

Paspoortnr.: D9011156

Adres: Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mohamed Ould Mataly was vroeger burgemeester van Bourem en is momenteel parlementslid voor het kiesdistrict van Bourem. Hij is lid van de Rassemblement pour le Mali (RPM, de politieke partij van president Ibrahim Boubacar Keïta). Hij maakt deel uit van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en is een invloedrijk lid van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mohamed Ould Mataly wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) - Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

Zijn naaste medestander Mahri Sidi Amar Ben Ben Daha (alias Yoro Ould Daha), die in zijn huis in Gao onderdak krijgt, heeft in die periode deelgenomen aan de blokkade van het overleg in het kantoor van de gouverneur.

Voorts was Ould Mataly op 12 juli 2016 ook een van de initiatiefnemers van de betogingen tegen de uitvoering van het akkoord.

Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, vertraagde en belemmerde Ould Mataly de uitvoering van het akkoord.

Tot slotte heeft Ould Mataly gepleit voor de vrijlating van leden van zijn gemeenschap die in het kader van de terrorismebestrijding gevangen zijn genomen. Door zijn betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad en gewapende terroristische groeperingen bedreigt Mohamed Ould Mataly de uitvoering van de overeenkomst.

▼M5




BIJLAGE II

A. 

Lijst van natuurlijke personen bedoeld in artikel 1 bis, lid 1

▼M6



 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

DIAW, Malick

Geboorteplaats: Ségou

Geboortedatum: 2.12.1979

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: B0722922, geldig tot en met 13.8.2018

Geslacht: man

Functie: voorzitter van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de overgangsautoriteiten), kolonel

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Malick Diaw is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta. Als chef-staf van de derde militaire regio Kati was hij naast kolonel-majoor Ismaël Wagué, kolonel Assimi Goïta, kolonel Sadio Camara en kolonel Modibo Koné, een van de aanstichters en leiders van de staatsgreep van 18 augustus 2020.

Malick Diaw is derhalve verantwoordelijk voor acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen.

Malick Diaw is ook een sleutelfiguur in de context van de transitie, als voorzitter van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds december 2020.

De CNT heeft geen noemenswaardige vooruitgang geboekt ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit het feit dat de CNT de ontwerpkieswet niet heeft gesteund. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Malick Diaw) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie.

Malick Diaw belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali.

4.2.2022

2.

WAGUÉ, Ismaël

Geboorteplaats: Bamako

Geboortedatum: 2.3.1975

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: diplomatiek paspoort AA0193660, geldig tot en met 15.2.2023

Geslacht: man

Functie: minister van Verzoening, kolonel-majoor

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Kolonel-majoor Ismaël Wagué is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta en was naast kolonel Goïta, kolonel Sadio Camara, kolonel Modibo Koné en Malick Diaw een van de belangrijkste verantwoordelijken van de staatsgreep van augustus 2020.

Op 19 augustus 2020 kondigde hij aan dat het leger de macht had overgenomen, waarna hij woordvoerder werd van het nationaal comité voor het welzijn van het volk (Comité national pour le salut du peuple, CNSP).

Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen.

Als minister van Verzoening van de overgangsregering sinds oktober 2020 is Ismaël Wagué belast met de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Met zijn verklaring in oktober 2021 droeg hij bij tot de belemmering van de werkzaamheden van het comité dat toezicht moest houden op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (Comité de Suivi de l'Accord, CSA), en heeft hij derhalve ook de uitvoering van het akkoord, zoals bepaald in artikel 2 van het overgangshandvest, belemmerd.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ismaël Wagué) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie.

Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen, en voor het belemmeren en ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali.

4.2.2022

3.

MAÏGA, Choguel

Geboorteplaats: Tabango, Gao, Mali

Geboortedatum: 31.12.1958

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort nr. DA0004473, afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven

Geslacht: man

Functie: minister-president

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Als minister-president sinds juni 2021 leidt Choguel Maïga de overgangsregering van Mali die na de staatsgreep van 24 mei 2021 is gevormd.

In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, kondigde hij in juni 2021 de instelling van de “Assises nationales de la refondation” (ANR) aan, als een proces dat vooraf moet gaan aan de hervormingen en als een eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

Zoals door Choguel Maïga zelf aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsregering langer dan vijf jaar aan de macht kon blijven.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder minister-president Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de transitie te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven.

In zijn positie als minister-president is Choguel Maïga rechtstreeks verantwoordelijk voor het uitstellen van de verkiezingen waarin het overgangshandvest voorziet, en belemmert en ondermijnt hij dus de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

4.2.2022

4.

MAÏGA, Ibrahim Ikassa

Geboorteplaats: Tondibi, regio Gao, Mali

Geboortedatum: 5.2.1971

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali

Geslacht: man

Functie: minister van Wederoprichting

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Ibrahim Ikassa Maïga is lid van het strategisch comité van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita.

Als minister van Wederoprichting sinds 2021 was Ibrahim Ikassa Maïga belast met de planning van de door minister-president Choguel Maïga aangekondigde “Assises nationales de la Refondation” (ANR).

In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden de ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat vooraf moet gaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kon blijven.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ibrahim Ikassa Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de transitie te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven.

In zijn positie als minister van Wederoprichting belemmert en ondermijnt Ibrahim Ikassa Maïga de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

4.2.2022

5.

DIARRA, Adama Ben

Ook bekend als “Ben Le Cerveau”

Geboorteplaats: Kati, Mali

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven

Geslacht: man

Functie: lid van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de overgangsautoriteiten)

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Adama Ben Diarra, ook bekend als Camarade Ben Le Cerveau is één van de jonge leiders van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Adama Ben Diarra is ook de leider van Yéréwolo, de belangrijkste organisatie die de overgangsautoriteiten steunt, en is lid van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds 3 december 2021.

De CNT heeft geen noemenswaardige vooruitgang geboekt ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit het feit dat de CNT de ontwerpkieswet niet heeft gesteund. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op.

Adama Ben Diarra heeft actief gepleit voor en steun verleend aan de verlenging van de transitie tijdens politieke bijeenkomsten en op sociale media, waarbij hij stelde dat de verlenging met vijf jaar van de overgangsperiode waartoe de overgangsautoriteiten na de “Assises nationales de la Refondation” (ANR) hebben besloten, een oprechte wens van het Malinese volk was.

In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden deze ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat vooraf moet gaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

4.2.2022

 

 

 

Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsregering langer dan vijf jaar aan de macht kon blijven.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Adama Ben Diarra) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de transitie te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven.

Adama Ben Diarra belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

 

▼M5

B. 

Lijst van natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, bedoeld in artikel 2 bis, lid 1

▼M6



 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

DIAW, Malick

Geboorteplaats: Ségou

Geboortedatum: 2.12.1979

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: B0722922, geldig tot en met 13.8.2018

Geslacht: man

Functie: voorzitter van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de overgangsautoriteiten), kolonel

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Malick Diaw is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta. Als chef-staf van de derde militaire regio Kati was hij naast kolonel-majoor Ismaël Wagué, kolonel Assimi Goïta, kolonel Sadio Camara en kolonel Modibo Koné, een van de aanstichters en leiders van de staatsgreep van 18 augustus 2020.

Malick Diaw is derhalve verantwoordelijk voor acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen.

Malick Diaw is ook een sleutelfiguur in de context van de transitie, als voorzitter van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds december 2020.

De CNT heeft geen noemenswaardige vooruitgang geboekt ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit het feit dat de CNT de ontwerpkieswet niet heeft gesteund. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Malick Diaw) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie.

Malick Diaw belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali.

4.2.2022

2.

WAGUÉ, Ismaël

Geboorteplaats: Bamako

Geboortedatum: 2.3.1975

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: diplomatiek paspoort AA0193660, geldig tot en met 15.2.2023

Geslacht: man

Functie: minister van Verzoening, kolonel-majoor

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Kolonel-majoor Ismaël Wagué is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta en was naast kolonel Goïta, kolonel Sadio Camara, kolonel Modibo Koné en Malick Diaw een van de belangrijkste verantwoordelijken van de staatsgreep van augustus 2020.

Op 19 augustus 2020 kondigde hij aan dat het leger de macht had overgenomen, waarna hij woordvoerder werd van het nationaal comité voor het welzijn van het volk (Comité national pour le salut du peuple, CNSP).

Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen.

Als minister van Verzoening van de overgangsregering sinds oktober 2020 is Ismaël Wagué belast met de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Met zijn verklaring in oktober 2021 droeg hij bij tot de belemmering van de werkzaamheden van het comité dat toezicht moest houden op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (Comité de Suivi de l'Accord, CSA), en heeft hij derhalve ook de uitvoering van het akkoord, zoals bepaald in artikel 2 van het overgangshandvest, belemmerd.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ismaël Wagué) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie.

Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen, en voor het belemmeren en ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali.

4.2.2022

3.

MAÏGA, Choguel

Geboorteplaats: Tabango, Gao, Mali

Geboortedatum: 31.12.1958

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort nr. DA0004473, afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven

Geslacht: man

Functie: minister-president

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Als minister-president sinds juni 2021 leidt Choguel Maïga de overgangsregering van Mali die na de staatsgreep van 24 mei 2021 is gevormd.

In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, kondigde hij in juni 2021 de instelling van de “Assises nationales de la refondation” (ANR) aan, als een proces dat vooraf moet gaan aan de hervormingen en als een eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

Zoals door Choguel Maïga zelf aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsregering langer dan vijf jaar aan de macht kon blijven.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder minister-president Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de transitie te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven.

In zijn positie als minister-president is Choguel Maïga rechtstreeks verantwoordelijk voor het uitstellen van de verkiezingen waarin het overgangshandvest voorziet, en belemmert en ondermijnt hij dus de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

4.2.2022

4.

MAÏGA, Ibrahim Ikassa

Geboorteplaats: Tondibi, regio Gao, Mali

Geboortedatum: 5.2.1971

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali

Geslacht: man

Functie: minister van Wederoprichting

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Ibrahim Ikassa Maïga is lid van het strategisch comité van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita.

Als minister van Wederoprichting sinds 2021 was Ibrahim Ikassa Maïga belast met de planning van de door minister-president Choguel Maïga aangekondigde “Assises nationales de la Refondation” (ANR).

In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden de ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat vooraf moet gaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kon blijven.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ibrahim Ikassa Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de transitie te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven.

In zijn positie als minister van Wederoprichting belemmert en ondermijnt Ibrahim Ikassa Maïga de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

4.2.2022

5.

DIARRA, Adama Ben

Ook bekend als “Ben Le Cerveau”

Geboorteplaats: Kati, Mali

Nationaliteit: Malinees

Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven

Geslacht: man

Functie: lid van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de overgangsautoriteiten)

Adres: Koulouba — Présidence de la République, 00223 BAMAKO

Adama Ben Diarra, ook bekend als Camarade Ben Le Cerveau is één van de jonge leiders van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Adama Ben Diarra is ook de leider van Yéréwolo, de belangrijkste organisatie die de overgangsautoriteiten steunt, en is lid van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds 3 december 2021.

De CNT heeft geen noemenswaardige vooruitgang geboekt ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit het feit dat de CNT de ontwerpkieswet niet heeft gesteund. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op.

Adama Ben Diarra heeft actief gepleit voor en steun verleend aan de verlenging van de transitie tijdens politieke bijeenkomsten en op sociale media, waarbij hij stelde dat de verlenging met vijf jaar van de overgangsperiode waartoe de overgangsautoriteiten na de “Assises nationales de la Refondation” (ANR) hebben besloten, een oprechte wens van het Malinese volk was.

In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden deze ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat vooraf moet gaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

4.2.2022

 

 

 

Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsregering langer dan vijf jaar aan de macht kon blijven.

Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Adama Ben Diarra) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de transitie. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de transitie te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven.

Adama Ben Diarra belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

 



( 1 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).