02016O0034 — NL — 31.12.2021 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTSNOER (EU) 2016/2249 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 3 november 2016 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2016/34) (PB L 347 van 20.12.2016, blz. 37) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
RICHTSNOER (EU) 2019/2217 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 28 november 2019 |
L 332 |
184 |
23.12.2019 |
|
RICHTSNOER (EU) 2021/2041 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 11 november 2021 |
L 419 |
14 |
24.11.2021 |
Gerectificeerd bij:
RICHTSNOER (EU) 2016/2249 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 3 november 2016
betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2016/34)
(herschikking)
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
In dit richtsnoer wordt verstaan onder:
a) |
„NCB” : de nationale centrale bank van een eurogebiedlidstaat; |
b) |
„Financiële administratie- en verslagleggingsdoelstellingen van het Eurosysteem” : de doelstellingen waarvoor de ECB overeenkomstig de artikelen 15 en 26 van de ESCB-statuten de in bijlage I opgesomde financiële overzichten opstelt; |
c) |
„rapporterende entiteit” : de ECB of een NCB; |
d) |
„kwartaal-herwaarderingsdatum” : de datum van de laatste werkdag van een kwartaal; |
e) |
„jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld” : een periode van twaalf maanden vanaf de datum waarop eurobankbiljetten en -muntstukken in een lidstaat die de euro als munt heeft, de status van wettig betaalmiddel krijgen; |
f) |
„verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten” : de percentages die voortvloeien uit de procedure waarbij het aandeel van de ECB in de totale uitgifte aan eurobankbiljetten in aanmerking wordt genomen en de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal wordt toegepast op het aandeel van de NCB's in dit totaal, zulks krachtens Besluit ECB/2010/29 ( 1 ); |
g) |
„consolidatie” : het zodanig administratief samenvoegen van de financiële cijfers van verscheidene afzonderlijke juridische entiteiten alsof ze één entiteit vormen; |
h) |
„kredietinstelling” : a) een kredietinstelling in de zin van artikel 4, lid 1 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ), die onderworpen is aan toezicht door een bevoegde autoriteit, of b) een andere kredietinstelling in de zin van artikel 123, lid 2 van het Verdrag die onderworpen is aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door een bevoegde autoriteit. |
Artikel 2
Werkingssfeer
Artikel 3
Kwalitatieve vereisten
De volgende kwalitatieve vereisten zijn van toepassing:
Economische realiteit en transparantie: de methoden van administreren en de financiële verslaglegging weerspiegelen de economische realiteit, zij zijn transparant en voldoen aan de gestelde eisen van inzichtelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid. Transacties worden geboekt en weergegeven met inachtneming van hun inhoud en economische realiteit en niet uitsluitend met inachtneming van hun juridische vorm.
Prudentie: bij de waardering van activa en passiva en de verantwoording van baten en lasten dient het voorzichtigheidsbeginsel te worden toegepast. In het kader van dit richtsnoer betekent dit dat ongerealiseerde winsten niet als baten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening, maar direct worden opgenomen in een herwaarderingsrekening en dat niet-gerealiseerde verliezen per jaarultimo ten laste van de winst- en verliesrekening worden gebracht indien zij eerder op de desbetreffende herwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten te boven gaan. Stille reserves of het opzettelijk onjuist weergeven van posten op de balans en winst- en verliesrekening zijn onverenigbaar met het voorzichtigheidsbeginsel.
Materialiteit: afwijkingen van de regels van financiële administratie, met inbegrip van die welke een invloed hebben op de berekening van de winst- en het verliesrekeningen van de afzonderlijke NCB's en van de ECB, zijn alleen toegestaan, indien ze redelijkerwijs als niet relevant mogen worden beschouwd in de algehele context en presentatie van de financiële rekeningen van de rapporterende instelling.
Consistentie en vergelijkbaarheid: de regels van waardering en resultaatbepaling dienen inzake continuïteit en gemeenschappelijkheid van benadering consequent te worden toegepast teneinde de vergelijkbaarheid van de gegevens in de financiële overzichten binnen het Eurosysteem te waarborgen.
Artikel 4
Uitgangspunten inzake de financiële administratie
De volgende uitgangspunten inzake de financiële administratie zijn van toepassing:
Continuïteitsbeginsel: de rekeningen worden conform het continuïteitsbeginsel opgesteld.
Periodetoerekeningsgrondslag: baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben en niet aan de periode waarin de inkomsten worden ontvangen of de uitgaven worden betaald.
Gebeurtenissen na de balansdatum: activa en passiva moeten worden aangepast met inachtneming van gebeurtenissen die zich voordoen tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening door de betrokken instanties wordt vastgesteld, indien en voor zover de activa en passiva door deze gebeurtenissen beïnvloed worden. Er wordt geen aanpassing gedaan voor activa en passiva, maar gebeurtenissen na de balansdatum worden openbaar gemaakt indien zij geen invloed hebben op de staat van de activa en passiva op de balansdatum, maar van zodanig belang zijn dat niet-openbaarmaking daarvan het vermogen zou beïnvloeden van de gebruikers van de jaarrekeningen tot het vormen van juiste beoordelingen en besluiten.
Artikel 5
Economische en kasbasisbenadering
De economische benadering wordt gebruikt als grondslag voor het verwerken van deviezentransacties, in vreemde valuta luidende financiële instrumenten en gerelateerde overlopende posten. Om deze benadering in te voeren zijn twee verschillende technieken ontwikkeld:
de „reguliere benadering” zoals uiteengezet in hoofdstuk III en IV en bijlage III, en
de „alternatieve benadering” zoals uiteengezet in bijlage III.
Artikel 6
Verantwoording van activa en passiva
Activa en passiva worden alleen verantwoord op de balans van de rapporterende entiteit wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
het waarschijnlijk is dat in de toekomst enig economisch nut in de vorm van een bate of een last verbonden zal zijn aan de betreffende actief- of passiefpost voor de rapporterende entiteit;
in wezen alle risico's en voordelen verbonden aan de desbetreffende actief- of passiefpost voor rekening komen van de rapporterende entiteit;
de kostprijs of de waarde van de actiefpost voor de rapporterende entiteit of de omvang van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.
HOOFDSTUK II
SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS
Artikel 7
Balansindeling
De indeling van de balans van de ECB en NCB's binnen het kader van financiële verslaglegging van het Eurosysteem is gebaseerd op het in bijlage IV weergegeven schema.
Artikel 8
Voorzieningen voor financiële risico’s
Rekening houdend met de aard van de activiteiten van de NCB’s, kan een NCB een voorziening voor financiële risico’s opvoeren op haar balans. De NCB bepaalt de omvang en het gebruik van de voorziening op basis van een met redenen omklede raming van de risicoblootstelling van de NCB.
Artikel 9
Balanswaarderingsregels
Waardepapieren die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren, worden als afzonderlijke deelnemingen behandeld en worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen (onderworpen aan bijzondere waardevermindering). Dezelfde behandeling geldt voor niet-verhandelbare waardepapieren. Effecten die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren kunnen in elk van de volgende omstandigheden voor de vervaldatum worden verkocht:
indien de verkochte hoeveelheid niet significant wordt geacht vergeleken met het totale bedrag van de portefeuille van tot de vervaldatum aangehouden waardepapieren;
indien de waardepapieren in de loop van de maand voorafgaande aan hun vervaldatum worden verkocht;
in uitzonderlijke omstandigheden, zoals een significante verslechtering van de kredietwaardigheid van de emittent.
Artikel 10
Transacties met wederinkoop
In geval van transacties inzake verstrekte effectenleningen blijven de effecten op de balans van de overdragende partij. Effectenleningstransacties waarbij liquide onderpand wordt verstrekt, worden administratief verwerkt als repo-overeenkomsten. Effectenleningstransacties waarbij onderpand wordt verstrekt in de vorm van effecten worden alleen op de balans geregistreerd indien contanten:
worden uitgewisseld als onderdeel van het afwikkelingsproces, en
op een rekening van ofwel de kredietverlener ofwel de kredietnemer blijven staan.
De overnemende partij neemt een verplichting in de balans op voor de heroverdracht van de effecten indien de effecten intussen zijn vervreemd.
Artikel 11
Verhandelbare gewone aandelen.
Artikel 11 bis
Verhandelbare beleggingsfondsen
Dit artikel is van toepassing op verhandelbare beleggingsfondsen die aan de volgende criteria voldoen:
zij worden uitsluitend voor beleggingsdoeleinden verworven zonder enige invloed op de dagelijkse beslissingen betreffende aankoop en verkoop;
de beleggingsstrategie en het mandaat van elk fonds worden vooraf bepaald en alle voorwaarden contractueel zijn vastgelegd;
de uitvoering van de investering wordt beoordeeld als één enkele investering in overeenstemming met de beleggingsstrategie van het fonds;
het fonds is een afzonderlijke entiteit, ongeacht de rechtsvorm ervan, en wordt onafhankelijk beheerd, dagelijkse investeringsbesluiten daaronder begrepen.
Onder voorbehoud van de criteria onder a) tot en met d) kan dit artikel ook van toepassing zijn op fondsen voor langetermijnpersoneelsbeloningen, tenzij een ander boekhoudkundig kader van toepassing is.
Met inachtneming van de criteria onder a) tot en met c), en overeenkomstig het in artikel 3, lid 1, bepaalde kwalitatieve kenmerk, kan dit artikel ook van toepassing zijn op aandelenportefeuilles die geen afzonderlijke rechtspersoon zijn maar die extern worden beheerd en de prestaties van een indexfonds strikt volgen. Voor de toepassing van dit artikel worden die aandelenportefeuilles beschouwd als verhandelbare beleggingsfondsen.
Artikel 12
Afdekken van het renterisico op waardepapieren met derivaten
In afwijking van artikel 3, lid 2, artikel 9, lid 4, artikel 15, lid 1 en lid 2, artikel 16, lid 1, onder b) en lid 2, onder d) en artikel 17, lid 2, kan de volgende alternatieve behandeling worden toegepast op de waardering van een afgedekt waardepapier en van een hedgingderivaat:
Het waardepapier en het derivaat worden beide tegen hun marktwaarde geherwaardeerd en opgenomen op de balans per het einde van elk kwartaal. De volgende asymmetrische waarderingsmethode wordt toegepast op het netto bedrag van ongerealiseerde winst of verlies op de afgedekte instrumenten en de afdekinstrumenten:
een netto ongerealiseerd verlies wordt per jaarultimo ten laste van het resultaat gebracht en aanbevolen wordt het af te schrijven over de resterende looptijd van het afgedekte instrument, en
een netto ongerealiseerde winst wordt op een herwaarderingsrekening geboekt en op de volgende herwaarderingsdatum teruggeboekt.
Afdekking van een al in bezit zijnd waardepapier: indien de gemiddelde kostprijs van een afgedekt waardepapier bij het afsluiten van de afdekkingstransactie afwijkt van de marktprijs van het waardepapier, wordt de volgende behandeling toegepast:
op die datum ongerealiseerde winsten op het waardepapier worden geboekt op een herwaarderingsrekening, terwijl ongerealiseerde verliezen ten laste van het resultaat worden gebracht, en
de bepalingen onder a) zijn van toepassing op de wijzigingen in marktwaarden na de afsluitingsdatum van de afdekkingsrelatie.
Aanbevolen wordt het saldo van, per de datum dat de afdekking werd opgezet, nog af te schrijven premies en kortingen af te schrijven over de resterende looptijd van het afgedekte instrument.
De in lid 3 vastgelegde alternatieve behandeling mag slechts worden toegepast indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
Bij het afsluiten van de afdekkingstransactie worden de afdekkingsrelatie en de doelstelling en strategie ten aanzien van risicobeheer voor het aangaan van de afdekkingstransactie formeel gedocumenteerd. Die documentatie omvat al het volgende: i) aanduiding van het derivaat dat gebruikt wordt als afdekkingsinstrument; ii) aanduiding van het betreffende afgedekte waardepapier, en iii) een beoordeling van hoe effectief het derivaat is in het compenseren van het risico van veranderingen in de reële waarde van het waardepapier die toerekenbaar zijn aan het renterisico.
De afdekking is naar verwachting zeer effectief en de effectiviteit van de afdekking kan betrouwbaar worden bepaald. Zowel prospectieve als retrospectieve effectiviteit moeten worden beoordeeld. Aanbevolen wordt dat:
de prospectieve effectiviteit moet bepaald worden door historische veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie te vergelijken met historische veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument, of door een hoge statistische correlatie aan te tonen tussen de reële waarde van de afgedekte positie en de reële waarde van het afdekkingsinstrument, en
de retrospectieve effectiviteit moet aangetoond worden, indien de ratio van de daadwerkelijke winst/het daadwerkelijk verlies op de afgedekte positie en het daadwerkelijk verlies/de daadwerkelijke winst op het afdekkingsinstrument tussen 80 % en 125 % ligt.
Het volgende is van toepassing op het afdekken van een groep waardepapieren: waardepapieren met vergelijkbare rentevoeten mogen worden samengevoegd en afgedekt als een groep, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
De waardepapieren hebben een vergelijkbare looptijd.
De groep waardepapieren voldoet zowel prospectief als retrospectief aan de effectiviteitstest.
De aan het afgedekte risico toe te rekenen verandering in de reële waarde voor elk waardepapier van de groep wordt verwacht ongeveer evenredig te zijn aan de totale verandering in de reële waarde die is toe te rekenen aan het afgedekte risico van de groep waardepapieren.
Artikel 13
Synthetische instrumenten
►C1 In afwijking van artikel 3, lid 2, artikel 9, lid 4, artikel 15, lid 1, en artikel 17, lid 2, kan de volgende alternatieve behandeling worden toegepast op de waardering van synthetische instrumenten: ◄
ongerealiseerde winsten en verliezen van verzamelde instrumenten die een synthetisch instrument vormen, worden per jaarultimo gesaldeerd. Daarbij worden netto ongerealiseerde winsten op een herwaarderingsrekening geboekt. Netto ongerealiseerde verliezen worden ten laste van het resultaat gebracht, indien zij hoger uitvallen dan eerdere netto op de desbetreffende herwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten;
als deel van een synthetisch instrument gehouden effecten behoren niet tot de totale portefeuille van dergelijke effecten, maar vormen een aparte portefeuille;
ongerealiseerde verliezen worden per jaarultimo ten laste van het resultaat gebracht en de overeenstemmende ongerealiseerde winsten worden in opeenvolgende jaren apart afgeschreven.
De in lid 2 vastgelegde alternatieve behandeling mag slechts worden toegepast indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
de individuele instrumenten worden beheerd en hun rendement wordt op basis van hetzij een risicobeheerstrategie of een beleggingsstrategie als een gecombineerd instrument beoordeeld;
bij de eerste boeking worden de individuele instrumenten als een synthetisch instrument gestructureerd en aangemerkt;
de toepassing van de alternatieve behandeling elimineert een waarderingsinconsistentie (waarderingsmismatch) die optreedt bij het toepassen van in dit richtsnoer uiteengezette algemene regels op het niveau van een individueel instrument, dan wel vermindert deze aanzienlijk;
er is officiële documentatie beschikbaar die het mogelijk maakt te verifiëren dat aan de in a), b) en c) vastgelegde voorwaarden is voldaan.
Artikel 14
Bankbiljetten
Voor de tenuitvoerlegging van artikel 49 van de ESCB-statuten worden door een NCB aangehouden bankbiljetten van andere lidstaten die de euro als munt hebben, niet verantwoord als bankbiljetten in omloop, maar als tegoeden binnen het Eurosysteem. Voor de behandeling van bankbiljetten van andere lidstaten die de euro als munt hebben geldt de volgende procedure:
de NCB die door een andere NCB uitgegeven bankbiljetten, luidende in nationale eurogebied valuta-eenheden, ontvangt, stelt de emitterende NCB dagelijks in kennis van de waarde van de ter inwisseling gestorte bankbiljetten, tenzij een bepaald dagvolume laag is. De emitterende NCB doet via TARGET2 een overeenkomstige betaling aan de ontvangende NCB, en
de bedragen aan „bankbiljetten in omloop” worden in de boeken van de emitterende NCB aangepast bij ontvangst van de bovenvermelde kennisgeving.
Het bedrag aan „bankbiljetten in omloop” op de balans van de NCB's behelst drie componenten:
de niet-aangepaste waarde aan eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de in nationale eurogebied valuta-eenheden luidende bankbiljetten van het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, voor de NCB die de euro aanneemt, te berekenen volgens een van de twee onderstaande methoden:
waarbij geldt:
B |
de niet-aangepaste waarde van „bankbiljetten in omloop”; |
P |
de waarde van de geproduceerde of van de drukker of andere NCB's ontvangen bankbiljetten; |
D |
de waarde van vernietigde bankbiljetten; |
N |
de waarde van door andere NCB's aangehouden nationale bankbiljetten van de uitgevende NCB (waarvan de laatste in kennis is gesteld, maar die nog niet gerepatrieerd zijn); |
I |
de waarde van in omloop gebrachte bankbiljetten; |
R |
de waarde van bankbiljetten in voorraad of in kluizen; |
S |
de waarde van bankbiljetten in voorraad of in kluizen; |
minus het bedrag van de niet-geremunereerde vordering op de ECI-bank die het uitgebreide proefprogramma chartale depots runt, in het geval van een eigendomsoverdracht van de met het uitgebreide proefprogramma chartale depots verband houdende bankbiljetten;
plus/minus de aanpassingen ten gevolge van de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten
HOOFDSTUK III
RESULTAATBEPALING
Artikel 15
Resultaatbepaling
Inzake de resultaatbepaling gelden de volgende regels:
gerealiseerde winsten en gerealiseerde verliezen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen;
ongerealiseerde winsten worden niet als baten verantwoord, maar rechtstreeks in een herwaarderingsrekening opgenomen;
ongerealiseerde verliezen per jaarultimo worden ten laste van het resultaat gebracht indien zij ongerealiseerde herwaarderingswinsten, zoals opgenomen in de desbetreffende herwaarderingsrekening, te boven gaan;
geen compensatie van ten laste van het resultaat gebrachte ongerealiseerde verliezen met eventuele ongerealiseerde winsten in latere jaren;
ongerealiseerde verliezen op waardepapieren, valuta's of aangehouden goud worden niet gesaldeerd met ongerealiseerde winsten uit andere waardepapieren, valuta's of goud;
verliezen per jaarultimo uit bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht en worden in daaropvolgende jaren niet gecompenseerd, tenzij de waardevermindering afneemt en de afname in verband kan worden gebracht met een waarneembare gebeurtenis die plaatsvond nadat de waardevermindering voor het eerst werd geregistreerd.
Artikel 16
Transactiekosten
Op transactiekosten zijn de volgende algemene regels van toepassing:
de gemiddelde-kostprijs methode wordt op dagelijkse basis gebruikt voor het bepalen van de aanschaffingswaarde van verkocht goud, verkochte deviezeninstrumenten en waardepapieren, rekening houdend met de invloed van wisselkoers- en/of prijsontwikkelingen;
de gemiddelde kostprijs van de desbetreffende activa/passiva wordt verminderd of vermeerderd met de ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo ten laste van de winst- en verliesrekening worden gebracht;
in geval van verwerving van obligaties met coupons, wordt het bedrag aan verworven couponopbrengsten als een afzonderlijke post behandeld. In geval van waardepapieren, luidende in vreemde valuta, wordt het bedrag opgenomen onder die deviezenpositie, maar het heeft geen effect op de gemiddelde kostprijs van het waardepapier of de betreffende valuta.
Op waardepapieren zijn de volgende speciale regels van toepassing:
transacties worden geboekt tegen de transactieprijs en verantwoord tegen de zuivere prijs;
bewaarnemings- en beheerskosten, rekening-courantkosten en andere indirecte kosten worden niet beschouwd als transactiekosten en worden verantwoord in de winst- en verliesrekening; zij zijn niet van invloed op de gemiddelde kostprijs van een bepaalde actiefpost;
baten worden bruto geboekt, waarbij terugvorderbare inhoudingen en andere belastingen afzonderlijk worden opgenomen;
voor het berekenen van de gemiddelde kostprijs van waardepapieren, worden hetzij: i) alle tijdens de dag verrichte aankopen tegen hun aankoopprijs toegevoegd aan het saldo van de voorafgaande dag om aldus een nieuwe gewogen gemiddelde kostprijs vast te stellen alvorens de verkopen van dezelfde dag te verwerken, of ii) afzonderlijke aan- en verkopen van waardepapieren worden verwerkt in de volgorde waarin ze tijdens de dag hebben plaatsgevonden, met het oog op het berekenen van de herziene gemiddelde kostprijs.
Op goud en deviezen zijn de volgende speciale regels van toepassing:
transacties in een vreemde valuta die geen wijziging in de positie in die valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro op basis van de wisselkoers op de contract- of afwikkelingsdatum en hebben geen invloed op de aanschaffingswaarde van dat deviezenbezit;
transacties in een vreemde valuta die een wijziging in de positie in die valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de contractdatum;
de afwikkeling van de hoofdsommen voortvloeiend uit transacties met wederinkoopverplichting in waardepapieren luidende in een vreemde valuta of in goud worden geacht geen wijziging teweeg te brengen in de positie van die valuta of dat goud;
feitelijke ontvangsten en betalingen in contanten worden omgerekend tegen de wisselkoers op de dag waarop de afwikkeling geschiedt;
in geval van long posities, worden netto-aankopen van deviezen en goud gedurende de dag, tegen de gemiddelde koers of goudprijs van de aankopen van de dag voor iedere respectieve valuta en voor goud, toegevoegd aan het saldo van de voorafgaande dag, teneinde een nieuwe gewogen gemiddelde kostprijs vast te stellen. In geval van nettoverkopen is de berekening van de gerealiseerde winsten of verliezen gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van het respectieve deviezen- of goudbezit van de voorafgaande dag zodat de gemiddelde kostprijs onveranderd blijft. Verschillen in de gemiddelde koers/goudprijs tussen in- en uitstroom tijdens de dag leiden eveneens tot gerealiseerde winsten of verliezen. Wanneer een schuldpositie optreedt in vreemde valuta of goud wordt de omgekeerde werkwijze van de voornoemde benadering toegepast. De gemiddelde kostprijs van de schuldpositie wordt derhalve beïnvloed door de nettoverkopen, terwijl de nettoaankopen de schuldpositie verminderen tegen de bestaande gewogen gemiddelde kostprijs en leiden tot gerealiseerde winsten of verliezen;
de kosten van deviezentransacties en andere algemene kosten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen.
HOOFDSTUK IV
REGELS INZAKE FINANCIËLE ADMINISTRATIE VOOR NIET IN DE BALANS OPGENOMEN INSTRUMENTEN
Artikel 17
Algemene regels
Artikel 18
Deviezentermijntransacties
Artikel 19
Deviezenswaps
Artikel 20
Futures-contracten
Artikel 21
Renteswaps
Voor renteswaps waarbij clearing via een centrale wederpartij plaatsvindt:
wordt de initiële marge geboekt als een afzonderlijk activum indien dit bedrag in contanten wordt gedeponeerd. Indien deze in de vorm van effecten worden gedeponeerd, blijft de balans onveranderd;
worden dagelijkse wijzigingen in de variatiemarges geregistreerd in de winst- en verliesrekening en beïnvloeden de deviezenpositie;
wordt de opgebouwde-rentecomponent gescheiden van het gerealiseerde resultaat en op brutobasis in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Artikel 22
Rentetermijncontracten
Artikel 23
Termijntransacties in effecten
Termijntransacties in effecten worden geboekt volgens één van de volgende twee methoden:
Methode A:
Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de desbetreffende termijntransactie verantwoord.
De gemiddelde kostprijs van de nettopositie in het verhandelde effect wordt niet beïnvloed tot de afwikkeling plaatsvindt; de weerslag van termijnverkopen op de winst- en verliesrekening wordt berekend op de afwikkelingsdatum.
Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt en wordt het eventuele saldo in de winst- en verliesrekening verwerkt. Het gekochte effect wordt geboekt tegen de contante koers op de vervaldatum (de actuele marktkoers), terwijl het verschil vergeleken met de oorspronkelijke termijnkoers wordt opgevoerd als een gerealiseerde winst dan wel een gerealiseerd verlies.
In geval van effecten, luidende in een vreemde valuta, wordt de gemiddelde kostprijs van de nettodeviezenpositie niet beïnvloed als de rapporterende entiteit reeds een positie in die valuta aanhoudt. Indien de op termijn gekochte obligatie luidt in een valuta waarin de rapporterende entiteit geen positie aanhoudt, hetgeen noopt tot aankoop van de betrokken valuta, zijn de in artikel 16, lid 3, onder (e), uiteengezette regels voor de aankoop van vreemde valuta's van toepassing.
Termijnposities worden afzonderlijk gewaardeerd tegen de termijnmarktkoers voor de resterende looptijd van de transactie. Een herwaarderingsverlies per jaarultimo wordt ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening en voor een herwaarderingswinst wordt de herwaarderingsrekening gecrediteerd. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden verantwoord in de winst- en verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is.
Methode B:
Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de termijntransactie geboekt. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.
Per kwartaalultimo wordt een effect geherwaardeerd op basis van de nettopositie die resulteert uit de balans en uit de buiten de balans geboekte verkopen van hetzelfde effect. Het bedrag van de herwaardering is gelijk aan het verschil tussen deze nettopositie gewaardeerd tegen de herwaarderingsprijs en dezelfde positie gewaardeerd tegen de gemiddelde kostprijs van de balanspositie. Per kwartaalultimo worden termijnverkopen onderworpen aan de in artikel 9 beschreven herwaarderingsprocedure. Het herwaarderingsresultaat is gelijk aan het verschil tussen de contante koers en de gemiddelde kostprijs van de aankoopverplichtingen.
Het resultaat van een termijnverkoop wordt geboekt in het boekjaar waarin de verplichting werd aangegaan. Dit resultaat is gelijk aan het verschil tussen de oorspronkelijke termijnkoers en de gemiddelde kostprijs van de balanspositie (of de gemiddelde kostprijs van de aankoopverplichtingen buiten de balans, indien de balanspositie ontoereikend is) op het ogenblik van de verkoop.
Artikel 24
Transitorische posten
HOOFDSTUK V
RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN
Artikel 25
Rapportagevorm
De opstelling en indeling van de verschillende financiële overzichten voldoen aan alle volgende bijlagen:
bijlage V: de externe geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem per kwartaalultimo;
bijlage VI: de externe geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem tijdens het kwartaal;
bijlage VII: de geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem.
HOOFDSTUK VI
GEPUBLICEERDE JAARBALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING
Artikel 26
Gepubliceerde balans en winst- en verliesrekening
Er wordt aanbevolen dat de NCB's hun gepubliceerde jaarbalans en winst- en verliesrekening overeenkomstig respectievelijk bijlage VIII en IX opstellen.
HOOFDSTUK VII
CONSOLIDATIEVOORSCHRIFTEN
Artikel 27
Algemene consolidatievoorschriften
HOOFDSTUK VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 28
Ontwikkeling, toepassing en interpretatie van de regels
Artikel 29
Overgangsregels
Artikel 30
Intrekking
Artikel 31
Inwerkingtreding en implementatie
Artikel 32
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.
BIJLAGE I
FINANCIËLE OVERZICHTEN VOOR HET EUROSYSTEEM
Soort verslag |
Intern/gepubliceerd |
Rechtsgrond |
Doel van het verslag |
1 Dagstaat van het Eurosysteem |
Intern |
Geen |
Hoofdzakelijk voor liquiditeitsbeheer voor de tenuitvoerlegging van artikel 12.1 van de ESCB-statuten. Een deel van de gegevens uit de weekstaat wordt gebruikt voor de berekening van de monetaire inkomsten. |
2 Gedesaggregeerde weekstaat |
Intern |
Geen |
Grondslag voor het opstellen van de geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem |
3 Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem |
Gepubliceerd |
Artikel 15.2 van de ESCB-statuten |
Geconsolideerd overzicht ten behoeve van monetaire en economische analyse. De geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem wordt afgeleid van de dagstaat van de rapportagedag. |
4 Gedesaggreggeerd maandelijks financieel overzicht van het Eurosystem |
Gepubliceerd |
Geen |
Verantwoording en transparantie van het Eurosysteem aanscherpen door gemakkelijke toegang tot informatie over activa en passiva van afzonderlijke centrale banken van het Eurosysteem mogelijk te maken. Geharmoniseerde verstrekking van informatie over de gedecentraliseerde implementatie van het gemeenschappelijk monetair beleid van de ECB, alsook inzake financiële handelingen, niet zijnde monetair beleid, van de centrale banken van het Eurosysteem. |
5 Maandelijks en driemaandelijks financieel overzicht van het Eurosysteem |
Zowel intern als gepubliceerd (1) |
Statistische voorschriften volgens welke MFI's gegevens moeten verstrekken |
Statistische analyse |
6 Geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem |
Gepubliceerd |
Artikel 26.3 van de ESCB-statuten |
Geconsolideerde balans voor analytische en operationele doeleinden |
(1)
De maandelijkse gegevens die worden toegevoegd aan de gepubliceerde geaggregeerde statistische gegevens die de monetaire financiële instellingen (MFI's) in de Unie dienen te verstrekken. Bovendien moeten de centrale banken in hun hoedanigheid van MFI's op kwartaalbasis ook informatie verstrekken die gedetailleerder is dan die welke op maandbasis wordt verstrekt. |
BIJLAGE II
VERKLARENDE BEGRIPPENLIJST
— |
Aangehouden deviezen : de nettopositie in de desbetreffende valuta. Wat deze definitie betreft, worden bijzondere trekkingsrechten (SDR's) beschouwd als een aparte valuta; transacties die een wijziging van de nettopositie in SDR's teweegbrengen zijn hetzij in SDR luidende transacties, of transacties in buitenlandse valuta die de samenstelling van de SDR-valutamand repliceren (met betrekking tot de betreffende definitie van de mand en gewichten daarin). |
— |
Activa : middelen die als gevolg van gebeurtenissen in het verleden door een rapporterende entiteit worden gecontroleerd en waarvan voor de toekomst economisch nut voor een rapporterende entiteit wordt verwacht. |
— |
Afschrijving : de in de financiële administratie vastgelegde systematische verlaging van een agio of disagio of van de waarde van activa gedurende een periode. |
— |
Afwikkeling : handeling waarmee verplichtingen worden afgedaan met betrekking tot financiële middelen of activa die tussen twee of meer partijen zijn overgedragen. In het kader van transacties binnen het Eurosysteem heeft afwikkeling betrekking op de eliminatie van de nettosaldi die door transacties binnen het Eurosysteem ontstaan, en vereist de overdracht van activa. |
— |
Afwikkelingsdatum : de datum waarop de laatste en onherroepelijke overdracht van waarde in de boeken van de verevenende instelling wordt vastgelegd. Het tijdstip van afwikkeling kan onmiddellijk zijn (real-time), dezelfde dag (eind van de dag) of op een overeengekomen datum na de dag waarop de verbintenis is aangegaan. |
— |
Agio : het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze boven pari is. |
— |
Algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (GAAP) : een gemeenschappelijke reeks uitgangspunten, standaarden en procedures voor financiële administratie en verslaglegging die door entiteiten worden gebruikt voor het opstellen van hun jaarrekeningen. De GAAP-grondslagen zijn een combinatie van dwingende normen (opgelegd door beleidsraden) en algemeen aanvaarde methoden voor vastlegging en verslaglegging van boekhoudkundige gegevens. |
— |
Basisherfinancieringstransacties (MRO) : een reguliere openmarkttransactie die het Eurosysteem uitvoert in de vorm van een transactie met wederinkoop. MRO's worden uitgevoerd middels wekelijkse standaardtenders en hebben doorgaans een looptijd van een week. |
— |
Bijzondere waardevermindering : een afname van de realiseerbare waarde tot beneden de boekwaarde. |
— |
Centrale clearing-wederpartij : een rechtspersoon die zichzelf tussen de wederpartijen plaatst bij contracten die worden verhandeld op één of meer financiële markten en de koper van elke verkoper en verkoper van elke koper wordt. |
— |
Compenserend bedrag : een aanpassing gemaakt in de berekening van de monetaire inkomsten in de zin van Besluit (EU) 2016/2248 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/36)] ( 3 ). |
— |
Contante afwikkelingsdatum : de datum waarop een contante transactie in een financieel instrument wordt afgewikkeld overeenkomstig de geldende marktvoorwaarden voor dat financieel instrument. |
— |
Contante koers : de koers waartegen een transactie wordt afgewikkeld op de contante afwikkelingsdatum. Wat betreft deviezentermijntransacties is de contante koers de koers waarop de termijnpunten worden toegepast om de termijnkoers af te leiden. |
— |
Deviezenswap : de gelijktijdige contante aankoop of verkoop van een valuta tegen een andere („short leg”) en de termijnverkoop/-aankoop van dezelfde hoeveelheid van deze valuta tegen de andere valuta („long leg”). |
— |
Deviezentermijnaffaire : een contract waarin is overeengekomen dat een bepaald in vreemde valuta luidend bedrag tegen een andere valuta, gewoonlijk de nationale, op een specifieke dag rechtstreeks zal worden ge- of verkocht en dat het desbetreffende bedrag op een vastgestelde datum in de toekomst, maar meer dan twee werkdagen na de contractdatum, tegen een gegeven prijs zal worden geleverd. De termijnvalutakoers bestaat uit de actuele contante koers plus/minus een overeengekomen agio/disagio. |
— |
Disagio : het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze beneden pari is. |
— |
Economische benadering : methode van financiële administratie waarbij transacties op de transactiedatum worden vastgelegd. |
— |
Financiële actiefpost : elk middel dat: a) contant geld is, of b) een contractueel recht op contant geld of een ander financieel instrument van een andere onderneming, of c) een contractueel recht tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder potentieel gunstige voorwaarden, of d) een aandeelbewijs van een andere onderneming. |
— |
Financiële passiefpost : elke passiefpost die een wettelijke verplichting inhoudt tot de levering van contant geld of een ander financieel instrument aan een andere onderneming, of tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel ongunstig zijn. |
— |
Financiële risico’s : markt-, liquiditeit- en kredietrisico’s. |
— |
Future-contract : een ter beurze verhandeld termijncontract. Bij een dergelijk contract wordt op de contractdatum de aan- of verkoop van een onderliggend instrument overeengekomen tegen levering op een toekomstig tijdstip tegen een bepaalde prijs. Gewoonlijk vindt geen feitelijke levering plaats, aangezien het contract vóór het verstrijken van de overeengekomen looptijd wordt beëindigd. |
— |
Geautomatiseerd programma voor effectenleningstranacties (ASLP) : een programma dat wordt aangeboden door een gespecialiseerde instelling, bijvoorbeeld een bank die effectenleningstranacties tussen programmadeelnemers afhandelt, in de vorm van repo-transacties, gecombineerde repotransacties, repo-transacties met wederverkoopverplichting of effectenleningstransacties. In geval van een opdrachtgever-schema wordt de gespecialiseerde instelling die dit programma aanbiedt beschouwd als de uiteindelijke tegenpartij, terwijl in geval van een gevolmachtigde-schema de aanbiedende gespecialiseerde instelling, die dit programma aanbiedt, slechts als gevolmachtigde optreedt, en de uiteindelijke tegenpartij de entiteit is waarmee de effectenbeleningstransacties effectief worden uitgevoerd. |
— |
Gemiddelde kostprijs : de methode van het gewogen gemiddelde, waarbij de kostprijs van elke aankoop bij de boekwaarde wordt opgeteld, teneinde een nieuw gewogen gemiddelde vast te stellen van een deviezenpositie, goud, schuldinstrument of waardepapieren. |
— |
Geoormerkte portefeuille : geoormerkte investering aangehouden op de actiefzijde van de balans als tegenpost bestaande uit schuldbewijzen, gewone aandelen, beleggingsfondsen, deposito’s met vaste looptijd en rekeningen-courant, deelnemingen en/of investeringen in dochterondernemingen. De geoormerkte portefeuille correspondeert met een aanwijsbare post aan de passiefzijde van de balans, ongeacht of er juridische, wettelijke of andere beperkingen gelden. |
— |
Gerealiseerde winsten/verliezen : winsten/verliezen die voortkomen uit het verschil tussen de verkoopprijs van een balanspost en de aangepaste kosten ervan. |
— |
Hedging : het proces van het afdekken van risico's op financiële of andere activa of passiva tegen elkaar, zodat de algehele consequenties van nadelige bewegingen van prijzen, rentevoeten of wisselkoersen wordt verminderd. |
— |
Herwaarderingsrekeningen : balansrekeningen voor de registratie van het verschil tussen enerzijds de aangepaste kosten die aan de aanschaf van een actief- of passiefpost zijn verbonden en anderzijds de waardering van die actief- of passiefpost tegen de marktkoers aan het einde van een gegeven periode, in het geval van activa wanneer laatstgenoemde hoger is dan eerstgenoemde, en bij passiva wanneer laatstgenoemde lager is dan eerstgenoemde. Deze omvatten verschillen in prijsnoteringen en/of wisselkoersen. |
— |
Internal rate of return : de discontovoet waarbij de boekwaarde van een waardepapier gelijk is aan de contante waarde van de toekomstige cashflow. |
— |
International Securities Identification Number (ISIN) : het nummer dat door de bevoegde instantie van afgifte wordt afgegeven. |
— |
Internationale standaarden voor financiële verslaglegging : de Internationale standaarden voor financiële verslaglegging, de internationale standaarden voor jaarrekeningen en aanverwante uitleggingen, bv. door het Standing Interpretation Committee en het International Financial Reporting Interpretations Committee die zijn vastgesteld door de Europese Unie. |
— |
Kasbasisbenadering : methode van financiële administratie waarbij administratieve gebeurtenissen op de afwikkelingsdatum worden vastgelegd. |
— |
Langerlopende herfinancieringstransacties : een categorie reguliere openmarkttransacties die het Eurosysteem uitvoert in de vorm van transacties met wederinkoop die zijn gericht op het verschaffen van liquiditeiten met een langere looptijd dan die van de basisherfinancieringstransacties aan de financiële sector. |
— |
Lineaire methode : afschrijvingsmethode waarbij de hoogte van de afschrijving over een bepaalde periode wordt vastgesteld door de aanschaffingsprijs van het activum, minus de geschatte restwaarde, pro rata temporis door de geschatte levensduur van het actief te delen. |
— |
Marktbied- en laatkoersen : de eurowisselreferentiekoersen die in het algemeen worden gebaseerd op het regelmatige overleg tussen centrale banken binnen en buiten het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), dat gewoonlijk plaatsvindt om 14.15 uur Centraal Europese Tijd, en die worden gehanteerd voor de driemaandelijkse herwaarderingsprocedure. |
— |
Marktprijs : de prijs waartegen een goud- of deviezeninstrument of een waardepapier gewoonlijk genoteerd staat, exclusief lopende interest of rentevermindering, hetzij op een gereguleerde markt, bv. effectenbeurs of een niet-gereguleerde markt, bv. OTC-markt. |
— |
Middenkoers : gemiddelde van de bied- en laatkoers van een bepaald waardepapier, gebaseerd op noteringen voor transacties van normale marktomvang, door erkende marketmakers of erkende handelsbeurzen ten behoeve van de driemaandelijkse herwaarderingsprocedure. |
— |
Monetaire inkomsten : de inkomsten die de NCB's bij de uitoefening van de monetaire beleidstaken van het ESCB verkrijgen. Monetaire inkomsten worden gepooled en verdeeld onder de NCB's aan het einde van ieder boekjaar. |
— |
Noodliquiditeitssteun : steun die wordt verleend aan een solvabele financiële instelling, of groep van solvabele financiële instellingen, die tijdelijk in liquiditeitsproblemen verkeert. Noodliquiditeitssteun wordt verstrekt door de NCB’s, tenzij de Raad van bestuur vaststelt dat de verlening van noodliquiditeitssteun overeenkomstig artikel 14.4 van de ESCB-statuten de doelstellingen en taken van het ESCB doorkruist. |
— |
Ongerealiseerde winsten/verliezen : winsten/verliezen uit hoofde van de herwaardering van activa ten opzichte van de aangepaste aanschafkosten van deze activa. |
— |
Optie : een contract dat de houder het recht geeft, maar niet de verplichting oplegt, een bepaalde hoeveelheid aandelen, grondstoffen, deviezen, indexgerelateerde effecten of schulden te kopen of te verkopen, tegen een bepaalde prijs gedurende een bepaalde periode of op de expiratiedatum. |
— |
Opties met het karakter van futures : beursgenoteerde optie waarbij dagelijks een variatiemarge wordt betaald of ontvangen. |
— |
Passiva : huidige verplichting van een onderneming die is ontstaan uit gebeurtenissen in het verleden, waarvan de verevening naar verwachting zal leiden tot een uitstroom van middelen die economische baten vertegenwoordigen. |
— |
Renteswap : een contractuele overeenkomst met een tegenpartij voor de uitwisseling van cashflows, zijnde stromen van periodieke rentebetalingen, hetzij in één valuta of, in het geval van transacties waarbij verschillende valuta's zijn betrokken, in twee verschillende valuta's |
— |
Rentetermijncontract : een contract waarin twee partijen de rentevoet overeenkomen die op een vastgestelde dag in de toekomst over een nominaal deposito met vastgestelde looptijd moet worden betaald. Op de afwikkelingsdatum moet de ene partij aan de andere een vergoeding betalen ter hoogte van het verschil tussen de in het contract vastgelegde rentevoet en de marktrente. |
— |
Repoovereenkomsten (repo) : een overeenkomst met als economisch doel het lenen van geld, waarbij een activum, doorgaans een vastrentend effect, wordt verkocht aan een koper zonder enig eigendomsvoorbehoud door de verkoper, terwijl de verkoper tegelijkertijd het recht verwerft en de verplichting op zich neemt een gelijkwaardig activum tegen een vastgestelde prijs op een toekomstige datum of op aanvraag terug te kopen. |
— |
Repo-overeenkomst met wederverkoopverplichting : contract krachtens welke een houder van contant geld akkoord gaat met de aankoop van een actief en tegelijkertijd de verplichting op zich neemt het actief tegen een overeengekomen prijs weer te verkopen, hetzij op verzoek of op een vastgesteld tijdstip, of in het geval zich een onvoorziene omstandigheid van bijzondere aard voordoet. In sommige gevallen wordt een op een repo-overeenkomst gebaseerde transactie via een derde partij overeengekomen (tripartiete repo). |
— |
Reserves : een bedrag dat op de uitkeerbare winst wordt ingehouden en dat niet bestemd is ter dekking van enigerlei specifieke verplichting, onvoorziene uitgaven of een verwachte vermindering van de waarde van activa die op de balansdatum bekend zijn. |
— |
Synthetisch instrument : een door het verzamelen van twee of meer instrumenten kunstmatig gecreëerd financieel instrument voor het repliceren van de cash flow en de waarderingspatronen van een ander instrument. Normaliter geschiedt dat via een financiële tussenpersoon. |
— |
TARGET2 : het geautomatiseerde trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem conform Richtsnoer ECB/2012/27 ( 4 ). |
— |
Termijntransacties in effecten : OTC-contracten waarin op de contractdatum de aan- of verkoop van een rente-instrument, gewoonlijk een obligatie of promesse, wordt overeengekomen tegen levering op een tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. |
— |
Toe-eigening : de handeling waarbij waardepapieren, leningen of activa die door een rapporterende entiteit als onderpand zijn ontvangen, in eigendom worden genomen als middel om betaling van de oorspronkelijke vordering af te dwingen. |
— |
Tot de vervaldatum aangehouden waardepapieren : effecten met vaste of bepaalbare betalingen en een vaste looptijd, die de rapporterende entiteit voornemens is tot de einddatum aan te houden. |
— |
Transactie met wederinkoop : een transactie waarbij een rapporterende entiteit activa koopt (omgekeerde repo) of verkoopt (repo) krachtens een repo-overeenkomst, dan wel tegen onderpand krediet verstrekt. |
— |
Transactiedatum : de datum waarop een transactie wordt afgesloten. |
— |
Transactiekosten : kosten die verband houden met een specifieke transactie. |
— |
Transactieprijs : de prijs die de partijen bij het afsluiten van een contract zijn overeengekomen. |
— |
Uitgebreid programma chartale depots (ECI-progamma) : een programma waarbij een depot buiten het eurogebied wordt ingesteld dat beheerd wordt door een commerciële bank en waarin eurobankbiljetten in bewaring worden gehouden namens het Eurosysteem voor de levering en ontvangst van eurobankbiljetten. |
— |
Uitoefenprijs : de bij een optiecontract gespecificeerde prijs waarop de optie kan worden uitgeoefend. |
— |
Verdeelsleutel : het procentuele aandeel van de deelnemingen van iedere nationale centrale bank (NCB) in de Europese Centrale Bank. |
— |
Vervaldatum : de dag waarop de nominale waarde/hoofdsom opeisbaar wordt en volledig aan de houder voldaan moet worden. |
— |
Voorzieningen : bedragen die worden gepassiveerd voordat het winst- of verliescijfer wordt bepaald, ter dekking van een bekende of verwachte verplichting of een bekend of verwacht risico waarvan de kosten niet nauwkeurig kunnen worden vastgesteld (zie „Reserves”). Voorzieningen voor toekomstige verplichtingen en lasten mogen niet worden aangewend voor het aanpassen van de waarde van activa. |
— |
Waardepapier op discontobasis : waardepapier waarop geen couponrente wordt ontvangen en waarvan het rendement ontstaat door vermogenstoename, omdat dit waardepapier met disagio is uitgegeven of gekocht. |
— |
Waardepapieren : effecten die dividend genereren d.w.z. bedrijfsaandelen, en effecten die een belegging in een beleggingsfonds belichamen. |
— |
Wisselkoers : de waarde van een valuta voor de omrekening in een andere valuta. |
— |
Wisselkoersmechanisme II (ERM II) : de procedures voor een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie). |
— |
Zuivere prijs : de transactieprijs exclusief rentevermindering en lopende interest, maar inclusief transactiekosten die in de prijs zijn opgenomen. |
BIJLAGE III
BESCHRIJVING VAN DE ECONOMISCHE BENADERING
(met inbegrip van de in artikel 5 bedoelde „reguliere” en „alternatieve” benaderingen)
1. Verantwoording op de transactiedatum
1.1. Verantwoording op de transactiedatum kan worden uitgevoerd via de „reguliere benadering” of de „alternatieve benadering”.
1.2. Artikel 5, lid 1, onder a), betreft de „reguliere benadering”.
Transacties worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt.
Op de afwikkelingsdatum worden de buiten de balans geboekte posten tegengeboekt, en worden de transacties in balansrekeningen verantwoord.
Op de transactiedatum ontstaan gevolgen voor de deviezenposities.
Derhalve worden uit nettoverkopen gerealiseerde winsten en verliezen eveneens op de transactiedatum bepaald. Nettoaankopen van deviezen beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de aangehouden deviezen op de transactiedatum.
1.3. Artikel 5, lid 1, onder b), betreft de „alternatieve benadering”.
In tegenstelling tot de „reguliere benadering” worden de overeengekomen op een latere datum af te wikkelen transacties niet dagelijks buiten de balans geboekt. De bepaling van het gerealiseerde resultaat en de berekening van de nieuwe gemiddelde kostprijs geschiedt op de afwikkelingsdatum ( 5 ).
Inzake in één jaar overeengekomen transacties met een vervaldatum in een volgend jaar geschiedt de resultaatbepaling conform de „reguliere benadering”. Zulks betekent dat gerealiseerde verkoopresultaten de winst- en verliesrekening van het jaar waarin de transactie werd overeengekomen beïnvloeden en dat aankopen de gemiddelde kostprijs van een deelneming beïnvloeden in het jaar waarin de transactie werd overeengekomen.
1.4. De hiernavolgende tabel bevat de hoofdkenmerken van de twee technieken voor specifieke deviezeninstrumenten en voor effecten.
VERANTWOORDING OP DE TRANSACTIEDATUM |
|
„Reguliere benadering” |
„Alternatieve benadering” |
Contante deviezentransacties — verwerking in de loop van het jaar |
|
Deviezenaankopen worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum. Winsten en verliezen uit verkopen worden geacht te zijn gerealiseerd op de transactiedatum. Op de afwikkelingsdatum worden de posten buiten de balans tegengeboekt en worden posten in de balans opgenomen. |
Deviezenaankopen worden op de afwikkelingsdatum op de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum. Winsten en verliezen uit verkopen worden geacht te zijn gerealiseerd op de afwikkelingsdatum Op de transactiedatum wordt geen post in de balans opgenomen. |
Deviezentermijnaffaires — verwerking in de loop van het jaar |
|
Zelfde behandeling als boven beschreven voor contante transacties onder verantwoording tegen de contante prijs van de transactie |
Deviezenaankopen worden op de contante afwikkelingsdatum van de transactie buiten de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum tegen de contante koers van de transactie. Deviezenverkopen worden op de contante afwikkelingsdatum van de transactie buiten de balans geboekt. Winsten en verliezen worden geacht te zijn gerealiseerd op de contante afwikkelingsdatum van de transactie. Op de afwikkelingsdatum worden de posten buiten de balans tegengeboekt en worden posten in de balans opgenomen. Inzake de behandeling aan het einde van de periode, zie hierna. |
Deviezentermijn- en contante transacties die in jaar 1 geïnitieerd worden met de contante afwikkelingsdatum voor de transactie in jaar 2 |
|
Geen specifieke regeling is vereist, omdat de transacties op de transactiedatum worden verantwoord, en winsten en verliezen op die datum worden geboekt. |
Behandeling conform de „reguliere benadering” (*1): — Deviezenverkopen worden in jaar 1 buiten de balans geboekt om de deviezenwinsten/-verliezen in het boekjaar te verantwoorden waarin de transactie werden overeenkomen. — Deviezenaankopen worden in jaar 1 buiten de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum. — Herwaardering van de deviezenpositie per jaarultimo dient nettoaankopen/-verkopen met een contante afwikkelingsdatum in het volgende boekjaar in aanmerking te nemen. |
Behandeling van effectentransacties in de loop van het jaar |
|
Op de transactiedatum worden aan- en verkopen buiten de balans verantwoord. Winsten en verliezen worden ook op deze datum verantwoord. Op de afwikkelingsdatum worden de posten buiten de balans tegengeboekt en worden posten in de balans opgenomen, d.w.z. dezelfde behandeling als contante deviezentransacties. |
Alle transacties worden op de afwikkelingsdatum geboekt; zie evenwel hierna voor de behandeling op periode-ultimo's. Derhalve wordt het effect op de gemiddelde kostprijs, in het geval van aankopen, en voor winsten/verliezen, in het geval van verkopen, op de afwikkelingsdatum verantwoord. |
Effectentransacties die in jaar 1 geïnitieerd worden met de contante afwikkelingsdatum voor de transactie in jaar 2 |
|
Geen specifieke behandeling vereist daar transacties en effecten al op de transactiedatum worden geboekt. |
Gerealiseerde winsten en verliezen worden in jaar 1 aan het einde van de periode geboekt, d.w.z. dezelfde behandeling als contante deviezentransacties, en aankopen worden in de herwaardering aan het einde van het jaar opgenomen (*1) |
(*1)
Het materialiteitsbeginsel kan worden toegepast voor transacties die de deviezenpositie en/of de winst- en verliesrekening in geringe mate beïnvloeden. |
2. Dagelijkse verantwoording van overlopende interest, waaronder agio's en disagio's
2.1. Overlopende interest, agio of disagio in verband met financiële instrumenten, luidende in vreemde valuta, wordt dagelijks bepaald en verantwoord, los van de werkelijke cash flow. Zulks houdt in dat de verantwoording deze overlopende interest de deviezenpositie beïnvloedt, in tegenstelling tot verantwoording van de interest bij ontvangst of betaling ( 6 ).
2.2. Opgebouwde couponrente en afschrijvingen van agio of disagio worden bepaald en verantwoord vanaf de afwikkelingsdatum van de aankoop van het effect tot de verkoopafwikkelingsdatum of tot de contractuele vervaldatum.
2.3. De hiernavolgende tabel schetst het effect van de dagelijkse verantwoording van overlopende posten op de aangehouden deviezen, bv. de verschuldigde rente en afgeschreven agio's/disagio's:
Dagelijkse verantwoording van overlopende rente conform de economische benadering
Overlopende posten voor instrumenten, luidende in vreemde valuta, worden dagelijks berekend en verantwoord tegen de wisselkoers van de dag van verwerking.
Effect op aangehouden deviezen
Overlopende posten beïnvloeden de deviezenpositie wanneer ze worden geboekt, omdat ze later niet worden tegengeboekt. De overlopende post wordt gezuiverd, wanneer het eigenlijke bedrag in contanten is ontvangen of betaald. Op de afwikkelingsdatum ontstaan de deviezenpositie dus niet beïnvloed, omdat de overlopende post in de periodieke positieherwaardering is opgenomen.
BIJLAGE IV
SAMENSTELLING VAN DE BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS (2)
ACTIVA
Indeling van de balansposten |
Waarderingsgrondslag |
Werkingssfeer (3) |
|||
1 |
1 |
Goud en goudvorderingen |
Fysiek goud, d.w.z. baren, munten, platen, klompjes in voorraad of „nog te ontvangen”. Niet-fysiek goud, zoals tegoeden op gouddepositorekeningen (niet-verbijzonderde rekeningen), termijndeposito’s, en claims op goud uit de volgende transacties: a) op- of afwaarderingen, en b) goudlocatie of swaps gericht op het verkrijgen van fysiek goud met een ander goudgehalte, indien het verschil tussen vrijgave en ontvangst meer dan één werkdag is |
Marktwaarde |
Verplicht |
2 |
2 |
Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta |
In vreemde valuta luidende vorderingen op buiten het eurogebied ingezeten wederpartijen, inclusief centrale banken van buiten het eurogebied |
|
|
2.1 |
2.1 |
Vorderingen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF) |
a) Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto) Nationale quota minus de saldi in euro die ter beschikking staan van het IMF. Rekening nr. 2 van het IMF (eurorekening voor algemene beheerskosten) kan in deze post worden opgenomen of onder de post „Verplichtingen jegens niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro” |
a) Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto) Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
b) Bijzondere trekkingsrechten (SDR's) Aangehouden SDR’s (bruto) |
b) SDR's Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
|||
c) Overige vorderingen Algemene leningsovereenkomsten, leningen krachtens bijzondere leningsovereenkomsten, deposito’s in door het IMF beheerde trusts |
c) Overige vorderingen Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
|||
2.2 |
2.2 |
Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa |
a) Tegoeden bij banken buiten het eurogebied anders deze onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting |
a) Tegoeden bij banken buiten het eurogebied Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
b) Beleggingen in effecten buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” Door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, gewone aandelen, als een deel van de externe reserves aangehouden beleggingsfondsen |
b)
|
|
|||
i) Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Marktprijs en koers op de deviezenmarkt. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
ii) Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
iii) Niet-verhandelbare schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
(iv) Verhandelbare gewone aandelen Marktprijs en koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
||||
v) Verhandelbare beleggingsfondsen Marktprijs en koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
||||
c) Externe leningen (deposito's) buiten het eurogebied m.u.v. leningen onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”. |
c) Externe leningen Deposito's tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt |
Verplicht |
|||
d) Overige externe activa Bankbiljetten en munten van buiten het eurogebied |
d) Overige externe activa Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
|||
3 |
3 |
Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta |
a) Beleggingen in effecten binnen het eurogebied m.u.v. effecten onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” Door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, gewone aandelen, als een deel van de externe reserves aangehouden beleggingsfondsen |
(a)
|
|
i) Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Marktprijs en koers op de deviezenmarkt. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
ii) Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
iii) Niet-verhandelbare schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
iv) Verhandelbare eigenvermogensinstrumenten Marktprijs en koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
||||
v) Verhandelbare beleggingsfondsen Marktprijs en koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
||||
b) Andere vorderingen op ingezetenen van het eurogebied m.u.v. de vorderingen onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” Leningen, deposito’s, repotransacties met wederverkoopverplichting, diverse verstrekte leningen |
b) Overige vorderingen Deposito’s en overige leningen tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt |
Verplicht |
|||
4 |
4 |
Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro |
|
|
|
4.1 |
4.1 |
Tegoeden bij banken, beleggingen in effecten en leningen |
a) Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. tegoeden onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld. In euro luidende repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van waardepapieren |
a) Tegoeden bij banken buiten het eurogebied Nominale waarde |
Verplicht |
b) Effecten uitgegeven door entiteiten buiten het eurogebied m.u.v. effecten onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” of actiefpost 7.1 „Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten” Door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven gewone aandelen, belegingsfondsen, promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties en geldmarktpapier |
(b)
|
|
|||
i) Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Marktprijs. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
ii) Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
iii) Niet-verhandelbare schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
(iv) Verhandelbare gewone aandelen Marktprijs |
Verplicht |
||||
v) Verhandelbare beleggingsfondsen Marktprijs |
Verplicht |
||||
c) Leningen buiten het eurogebied m.u.v. leningen onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” |
c) Leningen buiten het eurogebied Deposito’s tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt |
Verplicht |
|||
4.2 |
4.2 |
Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit onder het Wisselkoers-mechanisme II (ERM II) |
Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden |
Nominale waarde |
Verplicht |
5 |
5 |
Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties |
Posten 5.1 tot en met 5.5: transacties in overeenstemming met de respectieve monetairbeleidsinstrumenten als beschreven in Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (4) |
|
|
5.1 |
5.1 |
Basisherfinancie-ringstransacties |
Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een wekelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van één week |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
5.2 |
5.2 |
Langerlopende herfinancierings-transacties |
Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, gewoonlijk met een maandelijkse frequentie en een langere looptijd dan die van de basisherfinancieringstransacties |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
5.3 |
5.3 |
Finetuning-transacties met wederinkoop |
Transacties met wederinkoopverplichting, uitgevoerd op ad-hocbasis met finetuning oogmerk |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
5.4 |
5.4 |
Structurele transacties met wederinkoop |
Transacties met wederinkoopverplichting die de structurele positie van het Eurosysteem t.o.v. de financiële sector beïnvloeden |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
5.5 |
5.5 |
Marginale belenings-faciliteit |
Faciliteit voor het verkrijgen van krediet tot de volgende ochtend tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet, op onderpand van beleenbare activa (permanente faciliteit) |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
5.6 |
5.6 |
Kredieten uit hoofde van margestortingen |
Aanvullend krediet voor kredietinstellingen op grond van waardestijgingen van onderliggende activa ten behoeve van ander aan deze kredietinstellingen verleend krediet |
Nominale waarde of kostprijs |
Verplicht |
6 |
6 |
Overige vorderingen op kredietinstel-lingen in het eurogebied, luidende in euro |
Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Effecten van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”, waaronder transacties die het gevolg zijn van de omzetting van de voormalige deviezenreserves van het eurogebied, en overige vorderingen. Correspondentrekeningen bij kredietinstellingen die in het buitenland, maar binnen het eurogebied zijn gevestigd. Overige vorderingen en transacties die niet samenhangen met monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem, met inbegrip van noodliquiditeitssteun in de vorm van leningen op onderpand. Vorderingen uit hoofde van monetairbeleidstransacties, die werden geïnitieerd door een NCB voorafgaand aan de toetreding tot het Eurosysteem |
Nominale waarde of kostprijs |
Verplicht |
7 |
7 |
Effecten van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro |
|
|
|
7.1 |
7.1 |
Voor monetair-beleids-doeleinden aangehouden effecten |
Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten (waaronder voor monetairbeleidsdoeleinden aangekochte effecten die zijn uitgegeven door supranationale of internationale organisaties of multilaterale ontwikkelingsbanken, ongeacht het land van vestiging). Voor finetuning aangekochte schuldbewijzen van de Europese Centrale Bank (ECB) |
a) Verhandelbare schuldbewijzen Verantwoord afhankelijk van monetairbeleidsoverwegingen: i) Marktprijs Enige agio of disagio wordt afgeschreven ii) Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering (kostprijs wanneer de waardevermindering wordt gedekt door een voorziening onder passiefpost 13 b) „Voorzieningen”). Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
b) Niet-verhandelbare schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
7.2 |
7.2 |
Overige effecten |
Effecten m.u.v. effecten onder actiefpost 7.1 „Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten” en onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”; promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier dat op termijnbasis („outright”) wordt aangehouden, waaronder begrepen in euro luidende overheidsobligaties daterend van vóór de Europese Monetaire Unie (EMU). Gewone aandelen en beleggingsfondsen |
a) Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Marktprijs. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
b) Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
c) Niet-verhandelbare schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
||||
d) Verhandelbare gewone aandelen Marktprijs |
Verplicht |
||||
e) Verhandelbare beleggingsfondsen Marktprijs |
Verplicht |
||||
8 |
8 |
Overheidsschuld, luidende in euro |
Vorderingen op overheden daterend van vóór de EMU (niet-verhandelbare effecten, leningen) |
Deposito’s/leningen tegen nominale waarde, niet-verhandelbare effecten tegen kostprijs |
Verplicht |
- |
9 |
Vorderingen binnen het Eurosysteem(+) |
|
|
|
- |
9.1 |
Deelnemingen in de ECB(+) |
Alleen een post op de balans van de NCB’s Het aandeel van elke NCB in het kapitaal van de ECB, overeenkomstig het Verdrag en de respectieve verdeelsleutel en bijdragen overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten |
Kostprijs |
Verplicht |
- |
9.2 |
Vorderingen ter grootte van overdracht van externe reserves(+) |
Alleen een post op de balans van de NCB’s In euro luidende vorderingen op de ECB uit hoofde van initiële en aanvullende overdrachten van externe reserves ingevolge artikel 30 van de ESCB-statuten |
Nominale waarde |
Verplicht |
- |
9.3 |
Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen(+) |
Alleen een post op de balans van de ECB Vorderingen binnen het Eurosysteem jegens NCB’s die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen |
Kostprijs |
Verplicht |
- |
9.4 |
Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem (+) (*1) |
Voor de NCB’s: nettovordering in verband met de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten, d.w.z. met inbegrip van de tegoeden binnen het Eurosysteem uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB, het compenserende bedrag en de administratieve boekingspost ter saldering van het compenserende bedrag, zoals bepaald bij Besluit (EU) 2016/2248 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/36) (5) Voor de ECB: vorderingen in verband met de uitgifte van bankbiljetten door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29 |
Nominale waarde |
Verplicht |
- |
9.5 |
Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)(+) |
Nettopositie van de volgende subposten: |
|
|
a) nettovorderingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettocijfer van vorderingen en verplichtingen — zie tevens passiefpost 10.4 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)” |
a) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
b) vordering ingevolge het verschil tussen monetaire inkomsten die gepooled en herverdeeld moeten worden. Alleen relevant voor de periode tussen het verantwoorden van de monetaire inkomsten binnen het kader van de jaarultimo procedures, en de afwikkeling ervan op de laatste werkdag in januari van elk jaar |
b) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
c) overige in euro luidende vorderingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van ECB-inkomsten (*1) |
c) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
9 |
10 |
Verevenings-posten |
Saldi van vereveningsrekeningen (vorderingen), waaronder begrepen vorderingen uit hoofde van te incasseren cheques |
Nominale waarde |
Verplicht |
9 |
11 |
Overige activa |
|
|
|
9 |
11.1 |
Munten uit het eurogebied |
Euromuntstukken, indien een NCB niet de wettige uitgever is |
Nominale waarde |
Verplicht |
9 |
11.2 |
Materiële en immateriële vaste activa |
Grond en gebouwen, meubilair en inventaris, inclusief computerapparatuur, software |
Kostprijs minus afschrijving |
Aanbevolen |
|
Afschrijvingstermijnen: — computers en aanverwante hard- en software, en motorvoertuigen: 4 jaar — inventaris, meubilair en installaties: 10 jaar — Gebouwen en aanzienlijke gekapitaliseerde herinrichtingskosten: 25 jaar Kapitalisering van kosten: op basis van een limiet (minder dan 10 000 EUR, excl. btw: geen kapitalisering) |
|
|||
9 |
11.3 |
Overige financiële activa |
— Deelnemingen en beleggingen in dochtermaatschappijen; gewone aandelen aangehouden voor strategische/beleidsdoeleinden — Effecten met inbegrip van gewone aandelen en beleggingsfondsen, en overige financiële instrumenten en tegoeden, zoals bijv. deposito’s met vaste looptijd en lopende rekeningen aangehouden als een geoormerkte portefeuille — Repotransacties met wederverkoopverplichting met kredietinstellingen in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder deze actiefpost — In euro luidende repotransacties met wederverkoopverplichting met financiële instellingen van het eurogebied die geen kredietinstelling zijn in verband met het beheer van andere effectenportefeuilles dan die welke onder deze post worden aangehouden |
a) Verhandelbare gewone aandelen Marktprijs |
Aanbevolen |
b) Verhandelbare beleggingsfondsen Marktprijs |
Aanbevolen |
||||
c) Deelnemingen en niet-verhandelbare gewone aandelen, en enige andere eigenvermogensinstrumenten aangehouden als permanente investeringen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering |
Aanbevolen |
||||
d) Beleggingen in dochtermaatschappijen of significante belangen Netto activawaarde |
Aanbevolen |
||||
e) Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen Marktprijs. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Aanbevolen |
||||
f) Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als schuldbewijzen aangehouden tot de vervaldag of aangehouden als een permanente investering Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Aanbevolen |
||||
g) Niet-verhandelbare schuldbewijzen Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering. Enige agio of disagio wordt afgeschreven |
Aanbevolen |
||||
h) Tegoeden bij banken en leningen Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt, indien de tegoeden of deposito’s luiden in vreemde valuta |
Aanbevolen |
||||
9 |
11.4 |
Herwaarderings-verschillen op instrumenten buiten-de-balans |
Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps (tenzij dagelijkse variatiemarge van toepassing is), rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum |
Nettopositie tussen termijn en contant, tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
9 |
11.5 |
Overlopende activa en vooruitbetaalde kosten |
Inkomsten die in de verslagperiode niet opeisbaar zijn, maar er wel aan worden toegeschreven. Vooruitbetaalde kosten en betaalde opgebouwde rente, d.w.z. opgebouwde interest gekocht met een effect |
Nominale waarde, deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
Verplicht |
9 |
11.6 |
Diversen |
a) Vooruitbetalingen, leningen, andere kleinere posten. Leningen op trustbasis. Munten, luidende in nationale munteenheden van het eurogebied. Lopende kosten (netto geaccumuleerde verliezen), verliezen van het voorafgaande jaar vóór dekking |
a) Nominale waarde of kostprijs |
Verplicht |
b) Tussenrekening voor de registratie van herwaarderingsverschillen (uitsluitend een balanspost gedurende het jaar: ongerealiseerde verliezen op herwaarderingsdata gedurende het jaar die niet worden gedekt door de desbetreffende herwaarderingsrekening onder passiefpost „Herwaarderingsrekeningen”) |
b) Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
Aanbevolen |
|||
c) Beleggingen in verband met gouddeposito’s van rekeninghouders |
c) Marktwaarde |
Verplicht |
|||
d) Nettopensioenactiva |
d) Conform artikel 28, lid 2 |
Verplicht |
|||
e) Openstaande vorderingen en effecten die voortvloeien uit wanbetaling van in aanmerking komende wederpartijen of emittenten in het kader van monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem |
e) Nominale/realiseerbare waarde (voor/na verrekening van verliezen) |
Verplicht |
|||
f) Activa of vorderingen (jegens derden) die toegeëigend en/of verkregen zijn in het kader van uitwinning van het Eurosysteem geleverd onderpand van wederpartijen wegens wanbetaling |
f) Kostprijs (geconverteerd tegen de koers op de deviezenmarkt op het tijdstip van de verwerving indien financiële activa in vreemde valuta luiden) |
Verplicht |
|||
- |
12 |
Verlies over het boekjaar |
|
Nominale waarde |
Verplicht |
(*1)
Te harmoniseren posten.
(1)
Bekendmaking betreffende eurobankbiljetten in omloop, vergoeding van nettovorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en op monetaire inkomsten moet geharmoniseerd worden in de door NCB's gepubliceerde jaarrekeningen. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX van een asterisk voorzien.
(2)
De nummering in de eerste kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals gegeven in de bijlagen V, VI en VII (weekstaten en geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem). De nummering in de tweede kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals gegeven in bijlage VIII (jaarbalans van een centrale bank). De posten die met een „+)” zijn gemarkeerd, worden in de weekstaten van het Eurosysteem geconsolideerd.
(3)
De in deze bijlage opgesomde regels voor samenstelling en waardering worden geacht verplicht te zijn voor de rekeningen van de ECB en voor alle materiële activa en passiva in de rekeningen van de NCB’s voor Eurosysteem-doeleinden, d.w.z. wanneer zij voor de werking van het Eurosysteem van belang zijn.
(4)
Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).
(5)
Besluit (EU) 2016/2248 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2016 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2016/36) (PB L 347 van 20.12.2016, blz. 26).
(6)
Met uitzondering van actiefpost 7.1 is de toewijzing van saldi aan balansposten die betrekking hebben op ingezetenschap en/of de economische sector gebaseerd op de classificatie voor statistische doeleinden. |
PASSIVA
Indeling van de balansposten |
Waarderingsgrondslag |
Werkingssfeer (2) |
|||
1 |
1 |
Bankbiljetten in omloop (*1) |
a) Eurobankbiljetten, plus/minus correcties in verband met de toepassing van de sleutel voor de toedeling van bankbiljetten overeenkomstig Besluit (EU) 2016/2248 (ECB/2016/36) en Besluit ECB/2010/29 |
a) Nominale waarde |
Verplicht |
b) Bankbiljetten luidende in nationale munteenheden van het eurogebied gedurende het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld |
b) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
2 |
2 |
Verplichtingen aan kredietinstel-lingen van het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties |
Posten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5: deposito’s in euro als beschreven in Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) |
|
|
2.1 |
2.1 |
Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) |
Eurorekeningen van kredietinstellingen die zijn opgenomen in de lijst van financiële instellingen die overeenkomstig de ESCB-statuten minimumreserves moeten aanhouden, m.u.v. kredietinstellingen die zijn vrijgesteld van minimumreserveverplichtingen. Deze post bevat hoofdzakelijk rekeningen voor het aanhouden van minimumreserves en omvat geen tegoeden van kredietinstellingen die niet vrij beschikbaar zijn |
Nominale waarde |
Verplicht |
2.2 |
2.2 |
Depositofaciliteit |
Girale deposito’s tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet (permanente faciliteit) |
Nominale waarde |
Verplicht |
2.3 |
2.3 |
Termijndeposito’s |
Wegens finetuningtransacties aangetrokken voor liquiditeitsverkrapping |
Nominale waarde |
Verplicht |
2.4 |
2.4 |
Finetuning-transacties met wederinkoop |
Monetairbeleidstransacties gericht op liquiditeitsverkrapping |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
2.5 |
2.5 |
Deposito’s uit hoofde van margestortingen |
Deposito’s van kredietinstellingen die voortkomen uit waardedalingen van onderliggende activa in verband met aan deze kredietinstellingen verstrekte kredieten |
Nominale waarde |
Verplicht |
3 |
3 |
Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro |
Repotransacties met kredietinstellingen voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Effecten van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”. Overige transacties die geen verband houden met monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem. Tegoeden van kredietinstellingen die niet vrij beschikbaar zijn, en rekeningen van kredietinstellingen die vrijgesteld zijn van de minimumreserverplichtingen. Verplichtingen/deposito’s uit hoofde van monetairbeleidstransacties geïnitieerd door een centrale bank voorafgaand aan toetreding tot het Eurosysteem |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
4 |
4 |
Uitgegeven schuldbewijzen |
Alleen een post op de balans van de ECB - voor de NCB’s is dit een transitorische balanspost. Schuldbewijzen als beschreven in Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60). Discontopapier dat is uitgegeven voor liquiditeitsverkrapping |
Kostprijs. Enige disagio wordt afgeschreven |
Verplicht |
5 |
5 |
Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro |
|
|
|
5.1 |
5.1 |
Overheid |
Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s |
Nominale waarde |
Verplicht |
5.2 |
5.2 |
Overige passiva |
Rekening-courant van personeel, bedrijven en cliënten, waaronder financiële instellingen die niet onderworpen zijn aan minimumreserveverplichtingen (zie passiefpost 2.1 „Rekeningen-courant”); repotransacties met financiële instellingen m.u.v. kredietinstellingen voor het beheer van effecten m.u.v. effecten onder passiefpost 11.3 „Overige financiële activa”; termijndeposito's, direct opvraagbare deposito's |
Nominale waarde |
Verplicht |
6 |
6 |
Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro |
Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s waaronder rekeningen voor betalingsdoeleinden en voor het beheer van reserves. In euro luidende repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effecten. Saldi van TARGET2-rekeningen van centrale banken van lidstaten die de euro niet als munt hebben |
Nominale waarde of repokostprijs |
Verplicht |
7 |
7 |
Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta |
Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud |
Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
8 |
8 |
Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta |
|
|
|
8.1 |
8.1 |
Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen |
Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud |
Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
8.2 |
8.2 |
Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit onder ERM II |
Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden |
Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
9 |
9 |
Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF |
In SDR luidende post, die de SDR’s aangeeft die oorspronkelijk aan het desbetreffende land/ de desbetreffende NCB waren toegewezen |
Nominale waarde, omgerekend tegen de marktkoers |
Verplicht |
- |
10 |
Verplichtingen binnen het eurosysteem(+) |
|
|
|
- |
10.1 |
Verplichtingen ter grootte van de overdracht van externe reserves(+) |
Alleen een post op de balans van de ECB, luidende in euro |
Nominale waarde |
Verplicht |
- |
10.2 |
Verplichtingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen(+) |
Alleen een post op de balans van de NCB’s Verplichtingen binnen het Eurosysteem jegens de ECB die voortvloeien uit de uitgifte van schuldbewijzen van de ECB |
Kostprijs |
Verplicht |
- |
10.3 |
Netto verplichtingen in verband met de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem (+) (*1) |
Alleen een post op de balans van de NCB’s. Voor de NCB’s: nettoverplichting in verband met de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten, d.w.z. met inbegrip van de tegoeden binnen het Eurosysteem uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB, het compenserende bedrag en de administratieve boekingspost ter saldering van het compenserende bedrag als gedefinieerd in Besluit (EU) 2016/2248 (ECB/2016/36) |
Nominale waarde |
Verplicht |
- |
10.4 |
Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)(+) |
Nettopositie van de volgende subposten: |
|
|
a) nettovorderingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettocijfer van vorderingen en verplichtingen — zie tevens passiefpost 9.5 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)” |
a) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
b) verplichting ingevolge het verschil tussen monetaire inkomsten die gepooled en herverdeeld moeten worden. Alleen relevant voor de periode tussen het verantwoorden van de monetaire inkomsten binnen het kader van de jaarultimo procedures, en de afwikkeling ervan op de laatste werkdag in januari van elk jaar |
b) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
c) Eventuele overige in euro luidende verplichtingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB (*1) |
c) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
10 |
11 |
Verevenings-posten |
Saldi van vereveningsrekeningen (verplichtingen), waaronder schulden uit hoofde van af te wikkelen girale overboekingen |
Nominale waarde |
Verplicht |
10 |
12 |
Overige passiva |
|
|
|
10 |
12.1 |
Herwaarderings-verschillen op instrumenten buiten de balans |
Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps (tenzij dagelijkse variatiemarge van toepassing is), rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum |
Nettopositie tussen termijn en contant, tegen de koers op de deviezenmarkt |
Verplicht |
10 |
12.2 |
Overlopende passiva |
Kosten die in een toekomstige periode invorderbaar worden, maar betrekking hebben op de verslagperiode. Inkomsten die in de verslagperiode zijn ontvangen, maar betrekking hebben op een toekomstige periode |
Nominale waarde, deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
Verplicht |
10 |
12.3 |
Diversen |
a) Belastingtussenrekeningen. Deviezenkrediet- of waarborgrekeningen. Repotransacties met financiële instellingen voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”. Verplichte deposito's, behalve reservedeposito's. Overige kleinere posten. Lopende inkomsten (netto geaccumuleerde winst), winst van het voorafgaande jaar vóór uitkering. Verplichtingen op trustbasis. Munten in omloop, indien een NCB de wettige uitgever is. Bankbiljetten in omloop luidende in nationale munteenheden van het eurogebied die niet langer wettig betaalmiddel zijn, maar nog wel in omloop na het jaar van omschakeling naar de chartale euro, indien niet zijn opgevoerd onder de passiefpost „Voorzieningen” |
a) Nominale waarde of (repo)kostprijs |
Aanbevolen |
b) Gouddeposito’s van rekeninghouders |
b) Marktwaarde |
Verplicht |
|||
c) Nettopensioenverplichtingen |
c) Conform artikel 28, lid 2 |
Aanbevolen |
|||
10 |
13 |
Voorzieningen |
a) Voor pensioenen, voor financiële risico's en voor andere doeleinden, bijv. verwachte toekomstige uitgaven, voorzieningen voor nationale munteenheden van het eurogebied die niet langer wettig betaalmiddel zijn, maar nog wel in omloop zijn na het jaar van omschakeling naar de chartale euro, indien deze bankbiljetten niet zijn opgevoerd onder passiefpost 12.3 „Overige verplichtingen/Diversen” De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen opgenomen onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB” (+) |
a) Kostprijs/nominale waarde/contante waarde |
Aanbevolen |
b) Voor uit monetaire beleidstransacties voortvloeiende tegenpartij- of kredietrisico’s |
b) Nominale waarde |
Verplicht |
|||
11 |
14 |
Herwaarderings-rekeningen |
Herwaarderingsrekeningen voor de verwerking van prijsontwikkelingen voor goud, voor elk type in euro luidende effect, voor elk type in vreemde valuta luidend effect, voor opties, voor verschillen in marktwaardering betreffende renterisicoderivaten; herwaarderingsrekeningen voor de koersontwikkelingen van deviezen voor elke nettopositie in valuta, met inbegrip van deviezenswaps/deviezentermijnaffaires en SDR’s. De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen die zijn opgevoerd onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB” (+) |
Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
Verplicht |
12 |
15 |
Kapitaal en reserves |
|
|
|
12 |
15.1 |
Kapitaal |
Volgestort kapitaal - het kapitaal van de ECB wordt geconsolideerd met de aandelen in het kapitaal van de NCB’s |
Nominale waarde |
Verplicht |
12 |
15.2 |
Reserves |
Wettelijke en overige reserves. Ingehouden winst De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen die zijn opgevoerd onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB” (+) |
Nominale waarde |
Verplicht |
10 |
16 |
Winst over het boekjaar |
|
Nominale waarde |
Verplicht |
(*1)
Te harmoniseren posten. Zie overweging 5.
(1)
De nummering in de eerste kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals weergegeven in de bijlagen V, VI en VII (weekstaten en geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem). De nummering in de tweede kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals weergegeven in bijlage VIII (jaarbalans van een centrale bank). De posten die met een „+)” zijn gemarkeerd, worden in de weekstaten van het Eurosysteem geconsolideerd.
(2)
De in deze bijlage opgesomde regels voor samenstelling en waardering worden geacht verplicht te zijn voor de rekeningen van de ECB en voor alle materiële activa en passiva in de rekeningen van de NCB’s voor Eurosysteem-doeleinden, d.w.z. wanneer zij voor de werking van het Eurosysteem van belang zijn..
(3)
De toewijzing van saldi aan balansposten die betrekking hebben op ingezetenschap en/of de economische sector is gebaseerd op de classificatie voor statistische doeleinden.” |
BIJLAGE V
Geconsolideerde weekstaat van het eurosysteem; de opstelling en indeling die voor publicatie na kwartaalultimo moet worden gebruikt
(in miljoenen euro) |
|||||||
Activa (1) |
Stand per … |
Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge |
Passiva |
Stand per … |
Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge |
||
transacties |
correcties per kwartaalultimo |
transacties |
correcties per kwartaalultimo |
||||
1. Goud en goudvorderingen 2. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 2.1. Vorderingen op het IMF 2.2. Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa 3. Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 4. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 4.1. Tegoeden bij banken, beleggingen in effecten en leningen 4.2. Vorderingen uit hoofde van de ERM-II-kredietfaciliteit 5. Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 5.1. Basis-herfinancieringstransacties 5.2. Langerlopende herfinancieringstransacties 5.3. Finetuningtransacties met wederinkoop 5.4. Structurele transacties met wederinkoop 5.5. Marginale beleningsfaciliteit 5.6. Kredieten uit hoofde van margestortingen 6. Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 7. Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7.1. Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten 7.2. Overige effecten 8. Overheidsschuld, luidende in euro 9. Overige activa |
|
|
|
1. Bankbiljetten in omloop 2. Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 2.1. Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) 2.2. Depositofaciliteit 2.3. Termijndeposito's 2.4. Finetuningtransacties met wederinkoop 2.5. Deposito's uit hoofde van margestortingen 3. Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 4. Uitgegeven schuldbewijzen 5. Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 5.1. Overheid 5.2. Overige passiva 6. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7. Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8.1. Deposito's, tegoeden en overige verplichtingen 8.2. Verplichtingen uit hoofde van de ERM II kredietfaciliteit 9. Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF 10. Overige passiva 11. Herwaarderingsrekeningen 12. Kapitaal en reserves |
|
|
|
TOTAAL ACTIVA |
|
|
|
TOTAAL PASSIVA |
|
|
|
(1)
De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd. Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen. |
BIJLAGE VI
Geconsolideerde weekstaat van het eurosysteem; de opstelling en indeling die voor publicatie gedurende het kwartaal moet worden gebruikt
(in miljoenen euro) |
|||||
Activa (1) |
Stand per… |
Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge transacties |
Passiva |
Stand per … |
Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge transacties |
1. Goud en goudvorderingen 2. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 2.1. Vorderingen op het IMF 2.2. Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa 3. Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 4. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 4.1. Tegoeden bij banken, beleggingen in effecten en leningen 4.2. Vorderingen uit hoofde van de ERM-II-kredietfaciliteit 5. Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 5.1. Basis-herfinancieringstransacties 5.2. Langerlopende herfinancieringstransacties 5.3. Finetuningtransacties met wederinkoop 5.4. Structurele transacties met wederinkoop 5.5. Marginale beleningsfaciliteit 5.6. Kredieten uit hoofde van margestortingen 6. Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 7. Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7.1. Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten 7.2. Overige effecten 8. Overheidsschuld, luidende in euro 9. Overige activa |
|
|
1. Bankbiljetten in omloop 2. Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 2.1. Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) 2.2. Depositofaciliteit 2.3. Termijndeposito's 2.4. Finetuningtransacties met wederinkoop 2.5. Deposito's uit hoofde van margestortingen 3. Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 4. Uitgegeven schuldbewijzen 5. Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 5.1. Overheid 5.2. Overige passiva 6. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7. Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8.1. Deposito's, tegoeden en overige verplichtingen 8.2. Verplichtingen uit hoofde van de ERM II kredietfaciliteit 9. Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF 10. Overige passiva 11. Herwaarderingsrekeningen 12. Kapitaal en reserves |
|
|
TOTAAL ACTIVA |
|
|
TOTAAL PASSIVA |
|
|
(1)
De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd. Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen. |
BIJLAGE VII
Geconsolideerde jaarbalans van het eurosysteem
(in miljoenen euro) |
|||||
Activa (1) |
Verslagjaar |
Vorig jaar |
Passiva |
Verslagjaar |
Vorig jaar |
1. Goud en goudvorderingen 2. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 2.1. Vorderingen op het IMF 2.2. Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa 3. Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 4. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 4.1. Tegoeden bij banken, beleggingen in effecten en leningen 4.2. Vorderingen uit hoofde van de ERM-II-kredietfaciliteit 5. Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 5.1. Basis-herfinancieringstransacties 5.2. Langerlopende herfinancieringstransacties 5.3. Finetuningtransacties met wederinkoop 5.4. Structurele transacties met wederinkoop 5.5. Marginale beleningsfaciliteit 5.6. Kredieten uit hoofde van margestortingen 6. Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 7. Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7.1. Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten 7.2. Overige effecten 8. Overheidsschuld, luidende in euro 9. Overige activa |
|
|
1. Bankbiljetten in omloop 2. Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 2.1. Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) 2.2. Depositofaciliteit 2.3. Termijndeposito's 2.4. Finetuningtransacties met wederinkoop 2.5. Deposito's uit hoofde van margestortingen 3. Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 4. Uitgegeven schuldbewijzen 5. Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 5.1. Overheid 5.2. Overige passiva 6. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7. Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8.1. Deposito's, tegoeden en overige verplichtingen 8.2. Verplichtingen uit hoofde van de ERM II kredietfaciliteit 9. Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF 10. Overige passiva 11. Herwaarderingsrekeningen 12. Kapitaal en reserves |
|
|
TOTAAL ACTIVA |
|
|
TOTAAL PASSIVA |
|
|
(1)
De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd. Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen. |
BIJLAGE VIII
Jaarbalans van een centrale bank (1)
(in miljoenen euro) (2) |
|||||
Activa (3) |
Verslagjaar |
Vorig jaar |
Passiva |
Verslagjaar |
Vorig jaar |
1. Goud en goudvorderingen 2. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 2.1. Vorderingen op het IMF 2.2. Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa 3. Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 4. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 4.1. Tegoeden bij banken, beleggingen in effecten en leningen 4.2. Vorderingen uit hoofde van de ERM-II-kredietfaciliteit 5. Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 5.1. Basis-herfinancieringstransacties 5.2. Langerlopende herfinancieringstransacties 5.3. Finetuningtransacties met wederinkoop 5.4. Structurele transacties met wederinkoop 5.5. Marginale beleningsfaciliteit 5.6. Kredieten uit hoofde van margestortingen 6. Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 7. Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7.1. Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten 7.2. Overige effecten 8. Overheidsschuld, luidende in euro 9. Vorderingen binnen het Eurosysteem 9.1. Deelnemingen in de ECB 9.2. Vorderingen uit hoofde van overdracht van externe reserves 9.3. Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen 9.4. Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem (*1) 9.5. Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto) (*1) 10. Vereveningsposten 11. Overige activa 11.1. Munten uit het eurogebied 11.2. Materiële en immateriële vaste activa 11.3. Overige financiële activa 11.4. Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans 11.5. Overlopende activa (*1) 11.6. Diversen 12. Verlies over het boekjaar |
|
|
1. Bankbiljetten in omloop (*1) 2. Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties 2.1. Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) 2.2. Depositofaciliteit 2.3. Termijndeposito's 2.4. Finetuningtransacties met wederinkoop 2.5. Deposito's uit hoofde van margestortingen 3. Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro 4. Uitgegeven schuldbewijzen 5. Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 5.1. Overheid 5.2. Overige passiva 6. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro 7. Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta 8.1. Deposito's, tegoeden en overige verplichtingen 8.2. Verplichtingen uit hoofde van de ERM II kredietfaciliteit 9. Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF 10. Verplichtingen binnen het eurosysteem 10.1. Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves 10.2. Verplichtingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen 10.3. Netto verplichtingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem (*1) 10.4. Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto) (*1) 11. Vereveningsposten 12. Overige passiva 12.1. Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans 12.2. Overlopende passiva (*1) 12.3. Diversen 13. Voorzieningen 14. Herwaarderingsrekeningen 15. Kapitaal en reserves 15.1. Kapitaal 15.2. Reserves 16. Winst over het boekjaar |
|
|
TOTAAL ACTIVA |
|
|
TOTAAL PASSIVA |
|
|
(*1)
De te harmoniseren posten. Zie overweging 5.
(1)
De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, in verband met de vergoeding van de netto vorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten dient te worden geharmoniseerd in door NCB's gepubliceerde jaarrekeningen. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX. van een asterisk voorzien.
(2)
Centrale Banken mogen hetzij exacte bedragen in euro, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen publiceren.
(3)
De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd. Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen. |
„BIJLAGE IX
GEPUBLICEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN EEN CENTRALE BANK (1) (2)
(miljoen EUR (3)) |
||
Winst- en verliesrekening voor het boekjaar dat eindigt op 31 december … |
Rapportage Jaar |
Vorig jaar |
1.1. Rentebaten (*1) |
|
|
1.2. Rentelasten (*1) |
|
|
1 Nettorentebaten |
|
|
2.1. Gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties |
|
|
2.2. Afwaarderingen van financiële activa en posities |
|
|
2.3. Overdracht naar/van voorzieningen voor financiële risico’s |
|
|
2 Nettobaten uit financiële transacties, afwaarderingen en voorzieningen voor risico’s |
|
|
3.1. Provisie- en commissiebaten |
|
|
3.2. Provisie- en commissielasten |
|
|
3 Nettobaten uit provisies en commissies |
|
|
4 Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen (*1) |
|
|
5 Nettoresultaat van pooling van monetaire inkomsten (*1) |
|
|
6 Overige baten |
|
|
Totaal nettobaten |
|
|
7 Personeelskosten (4) |
|
|
8 Administratiekosten (4) |
|
|
9 Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa |
|
|
10 Diensten van bankbiljettenproductie (5) |
|
|
11 Overige kosten |
|
|
12 Inkomstenbelasting en overige belastingen op het inkomen |
|
|
(Verlies)/Winst over het boekjaar |
|
|
(*1)
Te harmoniseren posten. Zie overweging 5.
(1)
Voor de winst- en verliesrekening van de ECB wordt een iets andere vorm gehanteerd. Zie bijlage III bij Besluit (EU) 2016/2247 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2016 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/35) (PB L 347 van 20.12.2016, blz. 1).
(2)
De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, in verband met de vergoeding van de nettovorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten dient te worden geharmoniseerd in door NCB’s gepubliceerde jaarrekeningen. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX van een asterisk voorzien.
(3)
Centrale banken mogen hetzij exacte bedragen in euro, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen publiceren.
(4)
Inclusief beheersvoorzieningen.
(5)
Deze post wordt gebruikt wanneer de productie van bankbiljetten wordt uitbesteed (voor de kosten van de diensten van externe ondernemingen die namens de centrale banken met de productie van bankbiljetten zijn belast). Het wordt aanbevolen dat de kosten gemaakt in verband met de uitgifte van zowel nationale, alsmede eurobankbiljetten worden geboekt in de winst- en verliesrekening wanneer zij worden gefactureerd of anderszins worden gedragen.”. |
BIJLAGE X
Ingetrokken richtsnoer met lijst van zijn opeenvolgende wijzigingen
Richtsnoer ECB/2010/20 |
PB L 35 van 9.2.2011, blz. 31 |
Richtsnoer ECB/2011/27 |
PB L 19 van 24.1.2012, blz. 37 |
Richtsnoer ECB/2012/29 |
PB L 356 van 22.12.2012, blz. 94 |
Richtsnoer ECB/2014/54 |
PB L 68 van 13.3.2015, blz. 69 |
Richtsnoer ECB/2015/24 |
PB L 193 van 21.7.2015, blz. 147 |
BIJLAGE XI
CONCORDANTIETABEL
Richtsnoer ECB/2010/20 |
Dit richtsnoer |
Artikel 3 |
Artikel 4 |
Artikel 4 |
Artikel 6 |
Artikel 6 |
Artikel 7 |
— |
Artikel 8 |
Artikel 7 |
Artikel 9 |
Artikel 8 |
Artikel 10 |
Artikel 9 |
Artikel 11 |
Artikel 10 |
Artikel 12 |
Artikel 11 |
Artikel 13 |
Artikel 12 |
Artikel 14 |
Artikel 13 |
Artikel 15 |
Artikel 14 |
Artikel 16 |
Artikel 15 |
Artikel 17 |
Artikel 16 |
Artikel 18 |
Artikel 17 |
Artikel 19 |
Artikel 18 |
Artikel 20 |
Artikel 19 |
Artikel 21 |
Artikel 20 |
Artikel 22 |
Artikel 21 |
Artikel 23 |
Artikel 22 |
Artikel 24 |
Artikel 23 |
Artikel 25 |
Artikel 24 |
Artikel 26 |
Artikel 25 |
Artikel 27 |
Artikel 26 |
Artikel 28 |
Artikel 27 |
Artikel 29 |
Artikel 28 |
Artikel 30 |
Artikel 29 |
Artikel 31 |
Artikel 30 |
Artikel 32 |
( 1 ) Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26)
( 2 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
( 3 ) Besluit (EU) 2016/2248 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2016 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2016/36) (zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad).
( 4 ) Richtsnoer ECB/2012/27 van 5 december 2012 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2) (PB L 30 van 30.1.2013, blz. 1).
( 5 ) Bij deviezentermijntransacties wordt de deviezenpositie beïnvloed op de datum van de contante transactie (i.e. normaliter transactiedatum + twee dagen).
( 6 ) Er zijn twee benaderingen voor de verantwoording van overlopende posten. De eerste is de „kalenderdag-methode” volgens welke de overlopende posten iedere kalenderdag worden geboekt, ongeacht of het daarbij gaat om een dag in het weekeinde, een officiële feestdag of een werkdag. De tweede is de „werkdag-benadering” volgens welke overlopende posten alleen op werkdagen worden geboekt. Er is geen voorkeur voor één van deze benaderingen. Indien de laatste dag van het jaar evenwel geen werkdag is dient deze dag mee te tellen voor de berekening van de overlopende posten, ongeacht de benadering.