02015R0735 — NL — 04.04.2023 — 010.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2015/735 VAN DE RAAD

van 7 mei 2015

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 748/2014

(PB L 117 van 8.5.2015, blz. 13)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1112 VAN DE RAAD van 9 juli 2015

  L 182

2

10.7.2015

►M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/402 VAN DE RAAD van 7 maart 2017

  L 63

7

9.3.2017

 M3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/164 VAN DE RAAD van 2 februari 2018

  L 31

1

3.2.2018

►M4

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1115 VAN DE RAAD van 10 augustus 2018

  L 204

1

13.8.2018

►M5

VERORDENING (EU) 2018/1116 VAN DE RAAD van 10 augustus 2018

  L 204

6

13.8.2018

►M6

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1934 VAN DE RAAD van 10 december 2018

  L 314

11

11.12.2018

 M7

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1163 VAN DE COMMISSIE van 5 juli 2019

  L 182

33

8.7.2019

►M8

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1208 VAN DE RAAD van 15 juli 2019

  L 191

4

17.7.2019

►M9

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/595 VAN DE COMMISSIE van 11 april 2022

  L 114

60

12.4.2022

►M10

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/748 VAN DE RAAD van 16 mei 2022

  L 138

1

17.5.2022

►M11

VERORDENING (EU) 2023/720 VAN DE RAAD van 31 maart 2023

  L 94

1

3.4.2023


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 146, 11.6.2015, blz.  30 (2015/735)




▼B

VERORDENING (EU) 2015/735 VAN DE RAAD

van 7 mei 2015

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 748/2014



Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„tussenhandeldiensten” :

i) 

het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de verwerving, verkoop of levering van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, van een derde land aan een ander derde land, of

ii) 

het verkopen of aankopen van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, die zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land;

b)

„vordering” :

elke vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i) 

elke vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii) 

elke vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

iii) 

elke vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv) 

elke tegenvordering;

v) 

elke vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

c)

„contract of transactie” : elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen alle -ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande- met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

d)

„bevoegde autoriteiten” : de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage III;

e)

„economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

f)

„bevriezing van economische middelen” : voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

g)

„bevriezing van tegoeden” : voorkoming van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik of inzet van of omgang met tegoeden, op welke wijze ook, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk wordt gemaakt;

h)

„tegoeden” :

financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i) 

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii) 

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii) 

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv) 

rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v) 

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi) 

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven, alsmede

vii) 

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

i)

„technische bijstand” : elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

j)

„grondgebied van de Unie” : het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

▼M5

Artikel 2

Er geldt een verbod op het verlenen van:

1. 

technische bijstand,tussenhandeldiensten of andere diensten in verband met militaire activiteiten of met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor, direct of indirect, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Zuid-Sudan;

2. 

financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekeringen, alsook verzekering en herverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand,tussenhandeldiensten of andere diensten, direct of indirect, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Zuid-Sudan;

3. 

technische bijstand, financiering, financiële bijstand of tussenhandeldiensten in verband met het leveren van gewapende huurlingen in of voor inzet in Zuid-Sudan.

Artikel 3

De verbodsbepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing op het verlenen van financiering en financiële bijstand, technische bijstand en tussenhandeldiensten in verband met:

a) 

wapens en aanverwant materieel die/dat uitsluitend bedoeld zijn/is ter ondersteuning van of voor gebruik door VN-personeel, met inbegrip van de VN-missie in de Republiek Zuid-Sudan (UNMISS) en de VN-veiligheidsmacht voor Abyei (UNISFA);

b) 

beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Zuid-Sudan worden uitgevoerd.

Artikel 4

1.  

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor het verlenen van financiering en financiële bijstand, technische bijstand en tussenhandeldiensten in verband met:

a) 

niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, op voorwaarde dat de lidstaat het Sanctiecomité vooraf daarvan in kennis heeft gesteld overeenkomstig de in punt 6 van Resolutie 2428 (2018) van de VN-Veiligheidsraad vastgestelde vereisten;

b) 

wapens en aanverwant materieel die/dat tijdelijk naar Zuid-Sudan worden/wordt uitgevoerd door de strijdkrachten van een staat die overeenkomstig het internationale recht actie onderneemt uitsluitend en rechtstreeks gericht op de evacuatie van zijn onderdanen en onderdanen van andere staten voor wie die staat in Zuid-Sudan consulaire verantwoordelijkheid draagt, op voorwaarde dat de lidstaat het Sanctiecomité daarvan in kennis stelt overeenkomstig de in punt 6 van Resolutie 2428 (2018) van de VN-Veiligheidsraad vastgestelde vereisten;

c) 

wapens en aanverwant materieel voor of ter ondersteuning van de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie, die/dat uitsluitend bedoeld zijn/is voor regionale operaties ter bestrijding van het Verzetsleger van de Heer (LRA), op voorwaarde dat de lidstaat het Sanctiecomité vooraf daarvan in kennis heeft gesteld overeenkomstig de in punt 6 van Resolutie 2428 (2018) van de VN-Veiligheidsraad vastgestelde vereisten;

d) 

wapens en aanverwant materieel uitsluitend ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de voorwaarden van de vredesovereenkomst, op voorwaarde dat de lidstaat vooraf de goedkeuring van het Sanctiecomité heeft verkregen overeenkomstig de in punt 6 van Resolutie 2428 (2018) van de VN-Veiligheidsraad vastgestelde vereisten;

e) 

overige verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel, of verstrekking van bijstand of levering van personeel, op voorwaarde dat de lidstaat vooraf de goedkeuring van het Sanctiecomité heeft verkregen overeenkomstig de in punt 6 van Resolutie 2428 (2018) van de VN-Veiligheidsraad vastgestelde vereisten.

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

▼B

Artikel 5

▼M5

1.  
Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren. Bijlage I omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig de punten 6, 7, 8 en 12 van Resolutie 2206 (2015) en punt 14 van Resolutie 2428 (2018) van de VN-Veiligheidsraad door het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad dat is opgericht uit hoofde van punt 16 van Resolutie 2206 (2015), zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor, medeplichtig aan, of direct of indirect betrokken bij acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigen.

▼B

2.  
Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage II vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren. Bijlage II omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder b), van Besluit (GBVB) 2015/740, zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor de belemmering van het politieke proces in Zuid-Sudan, onder meer door daden van geweld of schendingen van staakt-het-vuren-overeenkomsten, alsook als personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Zuid-Sudan en met hen geassocieerde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen.
3.  
Aan of ten behoeve van de in bijlagen I en II genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

▼M11

4.  

De leden 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of voor andere activiteiten ter ondersteuning van elementaire menselijke behoeften wanneer dergelijke bijstand en andere activiteiten worden uitgevoerd door:

a) 

de Verenigde Naties, met inbegrip van hun programma’s, fondsen en andere entiteiten en organen, alsmede hun gespecialiseerde agentschappen en aanverwante organisaties;

b) 

internationale organisaties;

c) 

humanitaire organisaties met de status van waarnemer bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en leden van die humanitaire organisaties;

d) 

bilateraal of multilateraal gefinancierde niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan de humanitaire responsplannen van de Verenigde Naties, de responsplannen voor vluchtelingen, andere oproepen van de Verenigde Naties of humanitaire clusters die worden gecoördineerd door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA);

e) 

de werknemers, begunstigden, ondergeschikte organen of uitvoerende partners van de in punten a) tot en met d) genoemde entiteiten terwijl en voor zover zij in die hoedanigheid handelen, of door

f) 

passende andere actoren, zoals bepaald door het Sanctiecomité met betrekking tot bijlage I, en door de Raad wat betreft bijlage II.

▼B

Artikel 6

In afwijking van artikel 5, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, onder de volgende voorwaarden:

a) 

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:

i) 

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

ii) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten,of

iii) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen,

alsmede

b) 

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van de in punt a) genoemde vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit.

Artikel 7

In afwijking van artikel 5, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan:

a) 

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten;

b) 

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van die vaststelling en het Sanctiecomité heeft die vaststelling goedgekeurd.

Artikel 8

1.  

In afwijking van artikel 5, lid 2, kunnen de bevoegde, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) 

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage II genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, of

d) 

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend.

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 9

In afwijking van artikel 5, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan:

a) 

de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld vóór de vaststellingsdatum van Resolutie 2206 (2015) van de VN-Veiligheidsraad, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

b) 

de betrokken tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c) 

het retentierecht of het justitiële vonnis is niet ten behoeve van een in bijlage I of II genoemde persoon, entiteit of lichaam;

d) 

de erkenning van het retentierecht of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat;

e) 

het retentierecht of het vonnis is door de lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.

Artikel 10

1.  

In afwijking van artikel 5, lid 2, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan:

a) 

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 5, lid 2, bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam werd opgenomen in bijlage II, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in een lidstaat is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

b) 

de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die bij een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van dergelijke vorderingen;

c) 

het besluit komt niet ten goede aan een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I of II;

d) 

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 11

In afwijking van artikel 5, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité zijn opgenomen in de lijst, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit alle volgende punten heeft vastgesteld:

a) 

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I;

b) 

de betaling is niet in strijd met artikel 5, lid 3;

c) 

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité ten minste tien werkdagen van tevoren in kennis gesteld van zijn voornemen toestemming te geven.

Artikel 12

1.  

In afwijking van artikel 5, lid 2, en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage II vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage II werden opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit alle volgende punten heeft vastgesteld:

a) 

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage II;

b) 

de betaling is niet in strijd met artikel 5, lid 3.

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 13

1.  
Artikel 5, lid 3, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.
2.  

Mits deze rente, andere inkomsten en betalingen worden bevroren overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, is artikel 5, lid 3, niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a) 

rente of andere inkomsten op die rekeningen, of

b) 

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen werden opgenomen in bijlage I of II.

3.  
Wat betreft natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die zijn genoemd in bijlage II, is artikel 5, lid 3, niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn, mits deze betalingen worden bevroren overeenkomstig artikel 5, lid 2.

Artikel 14

1.  

Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a) 

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 5 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen; alsmede

b) 

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.  
Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.
3.  
Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

▼M11

Artikel 15

Het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten waarvan het doel of gevolg de omzeiling van de in artikel 2 en artikel 5, leden 1, 2 en 3, bedoelde maatregelen is, is verboden.

▼B

Artikel 16

1.  
De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in vertrouwen en ervan uitgaand dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2.  
Handelingen van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokkenen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun handelingen een inbreuk zouden vormen op de bij deze verordening ingestelde maatregelen.

Artikel 17

1.  

Vorderingen in verband met contracten of transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, in het bijzonder een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a) 

de in bijlage I of II opgenomen aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b) 

een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.  
In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.
3.  
Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 18

1.  

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a) 

middelen die zijn bevroren krachtens artikel 5 en toestemmingen die zijn verleend krachtens artikel 3, en de artikelen 6 tot en met 12;

b) 

inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.  
De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 19

De Commissie wordt gemachtigd bijlage III te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 20

1.  
Wanneer de VN-veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst en een motivering voor de aanwijzing heeft verstrekt, neemt de Raad die natuurlijke persoon of rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam op in bijlage I. De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam in kennis van zijn besluit en van de motivering, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kunnen indienen.
2.  
Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.
3.  
Indien de VN besluit een persoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een persoon, entiteit of lichaam op de lijst te wijzigen, past de Raad bijlage I dienovereenkomstig aan.

Artikel 21

Bijlage I bevat, wanneer beschikbaar, informatie die door de VN-veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te kunnen identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend)en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging. Bijlage I vermeldt tevens de datum van aanwijzing door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 22

1.  
Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 5, lid 2, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage II dienovereenkomstig.
2.  
De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kunnen indienen.
3.  
Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.
4.  
De lijst in bijlage II wordt regelmatig, en ten minste om de 12 maanden, opnieuw bezien.

Artikel 23

1.  
In bijlage II worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
2.  
Bijlage II bevat, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging.

Artikel 24

1.  
De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en zij nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2.  
De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 25

1.  
De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren deze op de in bijlage III vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage III genoemde websites.
2.  
De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe deze kunnen worden bereikt, en delen haar alle latere wijzigingen mede.
3.  
Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage III.

Artikel 26

Deze verordening is van toepassing:

a) 

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b) 

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c) 

op alle zich binnen of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d) 

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e) 

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

▼C1

Artikel 27

Verordening (EU) nr. 748/2014 wordt ingetrokken.

Artikel 28

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

▼B

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M1




BIJLAGE I

LIJST VAN NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN, BEDOELD IN ARTIKEL 5, LID 1

▼M2

A.    PERSONEN

▼M6

1.    Gabriel JOK RIAK MAKOL (alias: a) Gabriel Jok; b) Jok Riak; c) Jock Riak)

Titel: luitenant-generaal

Hoedanigheid: a) voormalig commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA); b) bevelhebber van de strijdkrachten

Geboortedatum: 1 januari 1966

Geboorteplaats: Bor, Sudan/Zuid-Sudan

Nationaliteit: Zuid-Sudan

Paspoortnr.: D00008623, Zuid-Sudan

Nationaal identificatienr.: M6600000258472

Adres: a) deelstaat Unity, Zuid-Sudan; b) Wau, deelstaat Western Bahr El Ghazal, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Benoemd tot bevelhebber van de strijdkrachten op 2 mei 2018. Voerde vanaf januari 2013 het commando over sector Een van het SPLA, die hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. In zijn positie als commandant van sector Een van het SPLA heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. Het SPLA is een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties ontplooit waardoor het conflict in Zuid-Sudan is verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014, waarbij de partijen zich opnieuw tot het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden committeerden, en heeft de activiteiten van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD belemmerd. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879060

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gabriel Jok Riak is op 1 juli 2015 op grond van de punten 7 a), 7 f) en 8 van Resolutie 2206 (2015) op de lijst geplaatst vanwege acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Gabriel Jok Riak is commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Jok Riak voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, dat hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. De SPLA-divisies Drie, Vier en Vijf zijn ondergeschikt aan sector Een en de commandant daarvan, Jok Riak.

Jok Riak en de troepen van de SPLA-sectoren Een en Drie onder zijn algemeen commando hebben verscheidene, hieronder nader beschreven, acties uitgevoerd, die schendingen vormden van de toezeggingen in het CoHA van januari 2014 om een eind te maken aan alle militaire acties gericht tegen de tegenpartij en andere provocerende acties, de troepen op hun huidige locaties te bevriezen, en zich te onthouden van activiteiten zoals verplaatsing van troepen of nieuwe aanvoer van munitie die tot een militaire confrontatie zouden kunnen leiden.

De SPLA-troepen onder algemeen commando van Jok Riak hebben het CoHA verscheidene malen geschonden met onmiskenbare vijandelijkheden.

Op 10 januari 2014 heeft een SPLA-troepenmacht onder algemeen commando van commandant Jok Riak van sector Een Bentiu ingenomen, dat voorheen, sinds 20 december 2013, onder gezag stond van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Movement in Opposition (SPLM-IO)). Divisie Drie van het SPLA heeft SPLM-IO-strijders kort na de ondertekening van het CoHA van januari 2014 nabij Leer vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten, en medio april 2014 Mayom ingenomen en meer dan 300 SPLM-IO-strijders gedood.

Op 4 mei 2014 heeft een door Jok Riak geleide SPLA-troepenmacht Bentiu opnieuw ingenomen. Op de staatstelevisie in Juba heeft een SPA-woordvoerder gezegd dat het regeringsleger onder commando van Jok Riak Bentiu om 4 uur 's middags Bentiu had ingenomen, en daaraan toegevoegd dat divisie Drie en een speciale SPLA-taskforce hierbij betrokken waren. Enkele uren nadat het mei-akkoord was afgekondigd, hebben troepen van de SPLA-divisies Drie en Vier gevochten tegen oppositiestrijders die eerder SPLA-posities bij Bentiu en in de noordelijke oliegebieden van Zuid-Sudan hadden aangevallen, en deze afgeslagen.

Ook hebben strijders van SPLA-divisie Drie na de ondertekening van het mei-akkoord Wang Kai heroverd en heeft divisiecommandant Santino Deng Wol zijn troepen toestemming gegeven om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en opdracht gegeven woningen waarin zich oppositiestrijders bevonden, in brand te steken.

Eind april en mei 2015 hebben door Jok Riak geleide strijders van SPLA-sector Een vanuit de deelstaat Lakes een militair totaaloffensief tegen oppositietroepen in de deelstaat Unity gevoerd.

Met schending van de voorwaarden van het bovengenoemde CoHA heeft Jok Riak begin september 2014 naar verluidt getracht tanks te laten repareren en aanpassen voor gebruik tegen oppositietroepen. Eind oktober 2014 zijn ten minste 7 000 SPLA-strijders en zware wapens van de Derde en de Vijfde divisie verplaatst ter versterking van de Vierde divisie, die het zwaar te verduren had bij een aanval van de oppositie bij Bentiu. In november 2014 heeft het SPLA nieuwe militaire uitrusting en wapens, waaronder gepantserde personeelsvoertuigen, helikopters, geschut en munitie naar het gebied gebracht waarvoor sector Een verantwoordelijk was, waarschijnlijk ter voorbereiding op gevechten tegen de oppositie. Begin februari 2015 heeft Jok Riak naar verluidt opdracht gegeven om gepantserde personeelsvoertuigen naar Bentiu te sturen, mogelijk om te reageren op recente verrassingsaanvallen van de oppositie.

Na het offensief in de deelstaat Unity van april en mei 2015 heeft SPLA-sector Een verzoeken van het toezicht- en verificatieteam van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD-MVM) in Bentiu om deze schending van het CoHA te onderzoeken geweigerd, en aldus het IGAD-MVM de bewegingsvrijheid om zijn mandaat uit te voeren ontzegd.

Daarnaast heeft Jok Riak in april 2014 het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid door naar verluidt te helpen bij het bewapenen en mobiliseren van 1 000 Dinka-jongeren als aanvulling op de traditionele SPLA-strijders.

▼M2

2.    Simon Gatewech DUAL (alias: a) Simon Gatwich Dual b) Simon Getwech Dual c) Simon Gatwec Duel d) Simon Gatweach e) Simon Gatwick f) Simon Gatwech g) Simon Garwich h) General Gaduel i) Dhual

Titel: Generaal-majoor

Hoedanigheid: Algemeen stafchef, SPLA in oppositie

Geboortedatum: 1953

Geboorteplaats: a) Akobo, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan b) district Uror, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan

Adres: Deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei. Zijn troepen hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei, en sinds maart 2015 heeft hij getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879066

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Simon Gatwech Dual is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Simon Gatwech Dual (Gatwech Dual) heeft zich beziggehouden met acties of beleidsdaden die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen en is een leider van de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging in oppositie (SPLM-IO), een entiteit die acties heeft uitgevoerd die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen, en heeft gewelddaden gepleegd tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen.

Gatwech Dual is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei.

In 2014 tot 2015 had Gatwech Dual een groot aantal troepen onder zijn commando en opereerde hij enigszins autonoom bij het leiden van aanvallen. Gatwech Dual ziet toe op het inzetten van de SPLM-IO en waarschijnlijk ook op het inzetten van enkele strijders van het Witte Leger (een Nuer-jongerenmilitie).

Eind april 2014 wonnen de troepen onder algemeen commando van Gatwech Dual terrein in de deelstaat Jonglei toen zij optrokken naar Bor, de hoofdstad van de deelstaat. Gatwech Dual heeft mogelijk het nieuws van de aanval van 17 april 2014 op de intern ontheemde Nuer in het VN-kamp in Bor gebruikt om zijn troepen aan te sporen wraak te nemen. Het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD in de deelstaten Boven-Nijl, Unity en Jonglei heeft in zijn samenvatting van schendingen van het staakt-het-vuren van 14 augustus 2014 ook de troepen onder gezag van Gatwech Dual genoemd.

De troepen van Gatwech Dual hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei. Vanaf maart 2015 heeft Gatwech Dual getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken.

Eind april 2015 was Gatwech Dual betrokken bij het plannen en coördineren van verrassingsaanvallen op Zuid-Sudanese regeringstroepen in de deelstaat Boven-Nijl. In het samenvattend verslag over de schendingen van het staken van de vijandelijkheden van 12 tot en met 31 mei 2015 van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD worden inbreuken door de oppositietroepen onder gezag van Gatwech genoemd, waaronder een aanval op regeringstroepen in Ayod.

De acties van de SPLM-IO-troepen onder commando van Gatwech Dual waren gericht tegen vrouwen, kinderen en burgers. Naar verluidt heeft Gatwech Dual eenheden onder zijn gezag opdracht gegeven Dinka-krijgsgevangenen, -vrouwen en -kinderen te doden, en hebben officieren onder zijn commando verklaard dat oppositietroepen geen onderscheid dienen te maken tussen de verschillende Dinka-stammen en iedereen moeten doden.

3.    James Koang CHUOL (alias: a) James Koang Chol Ranley b) James Koang Chol c) Koang Chuol Ranley d) James Koang Chual

Titel: Generaal-majoor

Geboortedatum: 1961

Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00012098, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: In december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLAIO)). Zijn troepen hebben aanvallen op burgers uitgevoerd. In februari 2014 hebben troepen onder zijn commando kampen van de Verenigde Naties, ziekenhuizen, kerken en scholen aangevallen en zich aan wijdverbreide verkrachting, foltering en vernieling van eigendommen schuldig gemaakt, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiefunctionarissen te verjagen. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879069

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

James Koang Chuol (Koang) is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

James Koang Chuol (Koang) heeft de vrede, veiligheid of stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigd in zijn hoedanigheid van leider van anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, Zuid-Sudan, waarvan de leden burgers, waaronder vrouwen en kinderen, tot doelwit maakten, met moorden, seksueel geweld, en aanvallen uitvoerden op scholen, hospitalen, religieuze sites en locaties waar burgers toevlucht zochten.

Koang liep over in december 2013, toen hij bevelhebber van de Vierde divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) was. Op bevel van Koang executeerden overlopende soldaten tot 260 van hun collega's in de basis, alvorens zich in de deelstaathoofdstad Bentiu tegen burgers te keren en hen te doden.

Koang werd in december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLA-IO)). In zijn nieuwe functie leidde Koang in januari 2015 aanvallen op regeringstroepen in de districten Renk en Maban van de deelstaat Boven-Nijl, die door het toezicht- en verificatiemechanisme van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit als schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden werden aangehaald.

In februari 2014, nadat Kong de leiding had gekregen over anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, vielen die troepen VN-kampen, hospitalen, kerken en scholen aan, waarbij zij op grote schaal verkrachtten, folterden en eigendommen vernietigden, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiemannen te verdrijven. Op 14 en 15 april 2014 veroverden de troepen van Koang Bentiu na zware gevechten, en vielen zij burgers aan. Bij afzonderlijke incidenten in een moskee, een kerk en een verlaten voedselopslagplaats in Bentiu, scheidden de troepen burgers die daar een onderkomen hadden gezocht, op basis van hun etnische groep en nationaliteit, om daarna over te gaan tot gerichte moordpartijen, met tenminste 200 doden en 400 gewonden tot gevolg. Medio september 2014 zou Koang zijn troepen naar verluidt hebben bevolen zich tegen Dinka-burgers te richten tijdens een aanval in de deelstaat Boven-Nijl.

4.    Santino Deng WOL (Alias: a) Santino Deng Wuol b) Santino Deng Kuol

Titel: Generaal-majoor

Hoedanigheid: Commandant van de Derde Divisie van het SPLA

Geboortedatum: 9 november 1962

Geboorteplaats: Aweil, Sudan/Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. In de loop van mei 2015 vermoordden troepen onder zijn bevel kinderen, vrouwen en oude mannen, verbrandden zij eigendommen en stalen zij vee op hun doortocht door de deelstaat Unity, op weg naar het olieveld van Thorjath. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879071

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Santino Deng Wol is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Santino Deng Wol (Deng Wol) is generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) en commandant van de Derde divisie van het SPLA, een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Deng Wol heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden.

Kort nadat de onderhandelaars van beide partijen overeenkwamen de vijandelijkheden te staken, maakte DENG WOL zijn troepen klaar om op te trekken naar de stad Leer in de deelstaat Unity. Vervolgens hebben zij in de buurt van Leer rebellen vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten.

Medio april 2014 hebben de troepen van Deng Wol zich naar verluidt voorbereid om Bentiu op de antiregeringsstrijdkrachten te heroveren. Later die maand hebben de strijders van Deng Wol Mayom ingenomen na een felle strijd waarin zij meer dan 300 oppositiestrijders doodden. Begin mei 2014 namen de strijders van Deng Wol Tor Abyad in en doodden daarbij oppositiestrijders. Kort daarna vielen SPLA-troepen, waaronder strijders van Deng Wol, de stad Wang Kai in de deelstaat Unity aan en namen deze in. Deng Wol gaf zijn troepen toestemming om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en gaf opdracht woningen waarin zich aanhangers van de oppositie bevonden, in brand te steken.

De Derde SPLA-divisie van Deng Wol heeft deelgenomen aan het offensief van april-mei 2015 in de deelstaat Unity, waar het SPLA een gecoördineerd offensief begon om machtsbases van de oppositie in de districten Mayom, Guit, Koch, Mayendit en Leer in te nemen. Op hun doortocht door de deelstaat Unity op weg naar het olieveld van Thorjath in mei 2015 hebben de troepen onder gezag van Deng Wol kinderen, vrouwen en oude mannen gedood, eigendommen verbrand en vee gestolen. Bovendien heeft Deng Wol naar verluidt aan het begin van die maand aangedrongen op de executie van gevangengenomen oppositiesoldaten.

5.    Marial Chanuong Yol MANGOK (Alias: a) Marial Chinuong b) Marial Chan c) Marial Chanoung Yol d) Marial Chinoum

Hoedanigheid: a) generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA); b) commandant, presidentiële garde

Geboortedatum: 1 januari 1960

Geboorteplaats: Yirol, deelstaat Lakes

Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00005943,Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Zijn Presidentiële garde gaf leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba; velen van hen werden in massagraven begraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/72684667

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Marial Chanuong Yol Mangok is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, c), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Mangok is commandant van de presidentiële garde van de Zuid-Sudanese regering, die leiding gaf aan de operaties in Juba naar aanleiding van de gevechten die op 15 december 2013 waren begonnen. Hij voerde orders uit om Nuer-soldaten te ontwapenen en gelastte vervolgens het gebruik van tanks voor gerichte aanvallen op politici in Juba, waarbij 22 ongewapende lijfwachten van oppositieleider Riek Machar en 7 lijfwachten van voormalig minister van Binnenlandse Zaken Gier Chuang Aluong om het leven kwamen.

Bij de initiële operaties in Juba gaf de presidentiële garde van Mangok, volgens talrijke en geloofwaardige meldingen, leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba, van wie velen zijn begraven in massagraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten.

6.    Peter GADET (alias: a) Peter Gatdet Yaka b) Peter Gadet Yak c) Peter Gadet Yaak d) Peter Gatdet Yaak e) Peter Gatdet f) Peter Gatdeet Yaka

Titel: a) Generaal b) Generaal-majoor

Geboortedatum: tussen 1957 en 1959

Geboorteplaats: a) district Mayom, deelstaat Unity b) Mayan, deelstaat Unity

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Op 21 december 2014 benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879076

Peter Gadet is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), 7, e), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Aanvullende informatie

Peter Gadet is commandant van de troepen van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (SPLA-IO) die betrokken zijn bij acties die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA).

De troepen onder leiding van Gadet hebben Kaka, deelstaat Boven-Nijl, eind maart 2014 aangevallen en op het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army (SPLA)) heroverd. Gadet is daarna van de deelstaat Jonglei overgeplaatst naar Bentiu, waar hij werd benoemd tot militair gouverneur van de deelstaat Unity, teneinde de regeringsvijandige troepen bij te staan bij hun inspanningen om de voornamelijk Bol Nuer-bevolking te mobiliseren. Vervolgens heeft Gadet de aanvallen van het SPLA-IO in de deelstaat Unity geleid. De troepen van Gadet waren verantwoordelijk voor beschadiging van een gedeeltelijk aangelegde olieraffinaderij in de deelstaat Unity die door een Russische onderneming wordt gebouwd. De strijdkrachten van Gadet namen ook de controle over de gebieden Tor Abyad en Kilo 30 in de olievelden van de deelstaat Unity.

Medio april 2014 hebben 50 000 antiregeringsstrijders Malakal omsingeld als voorbereiding op een aanval op Bentiu. Op 15 april 2014 hebben de troepen van Gadet Bentiu aangevallen en het gezag over Bentiu overgenomen, en vervolgens de controle over de stad weer verloren. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep.

In juni 2014 gaf Peter Gadet de SPLA-IO-commandanten de opdracht om jongeren te rekruteren in alle districten die onder controle van de rebellen stonden.

Van 25 tot en met 29 oktober 2014 hebben troepen onder gezag van Gadet Bentiu en Rubkona omsingeld en aangevallen, en op 29 oktober kort de stad Bentiu ingenomen voordat zij zich terugtrokken.

Op 21 december 2014 is Gadet benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Na deze benoeming zijn de troepen van het SPLA-IO door het mechanisme voor toezicht en verificatie van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD) genoemd vanwege vele schendingen van het CoHA in de deelstaten Unity, Boven-Nijl en Jonglei.

▼M4

7.    Malek REUBEN RIAK RENGU (alias: a) Malek Ruben)

Titel: luitenant-generaal

Hoedanigheid: a) adjunct-chef generale staf voor logistiek; b) adjunct-chef-defensiestaf en inspecteur-generaal van het leger

Geboortedatum: 1 januari 1960

Geboorteplaats: Yei, Zuid-Sudan

Nationaliteit: Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 13 juli 2018

Overige informatie: Als adjunct-stafchef voor logistiek van het SPLA was Riak een van de hoge ambtenaren van de regering van Zuid-Sudan, die in 2015 een offensief in de deelstaat Unity planden en leidden, die resulteerde in verregaande verwoesting en grootschalige ontheemding van de bevolking.

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Malek Ruben Riak is op 13 juli 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7 a) en 8 van Resolutie 2206 (2015), zoals bevestigd in Resolutie 2418 (2018), voor acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; voor acties of beleid waarvan het doel, of het effect, de uitbreiding of de verlenging van het conflict in Zuid-Sudan is (...) en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7, en, uit hoofde van punt 14 e) van deze resolutie, voor planning, aansturing of uitvoering van daden waaronder seksueel en genderspecifiek geweld in Zuid-Sudan.

Volgens het verslag van het deskundigenpanel over Zuid-Sudan van januari 2016 (S/2016/70) behoorde Riak tot een groep hoge veiligheidsambtenaren die begin januari 2015 een offensief planden in de deelstaat Unity tegen de SPLM-IO, en vervolgens toezagen op de uitvoering ervan vanaf eind april 2015. De regering van Zuid-Sudan is vanaf begin 2015 jongeren van Bul Nuer gaan bewapenen zodat zij aan het offensief konden deelnemen. De meeste jongeren van Bul Nuer beschikten reeds over AK-achtige automatische geweren, maar munitie was van groot belang voor de ondersteuning van hun activiteiten. Het deskundigenpanel maakte melding van bewijs, met inbegrip van getuigenissen uit militaire bronnen, dat door het SPLA-hoofdkwartier munitie werd geleverd aan groepen jongeren, in het bijzonder voor het offensief. Riak was toen adjunct-stafchef voor logistiek bij het SPLA. Het offensief resulteerde in de systematische vernietiging van dorpen en infrastructuur, de gedwongen ontheemding van de plaatselijke bevolking, het willekeurig ombrengen en folteren van burgers, het wijdverbreid gebruik van seksueel geweld, onder meer tegen ouderen en kinderen, de ontvoering en rekrutering van kindsoldaten en grootschalige ontheemding van de bevolking. Na de vernietiging van een groot deel van de zuidelijke en centrale delen van de deelstaat kwamen talrijke media en humanitaire organisaties, alsmede de VN-missie in de Republiek Zuid-Sudan (UNMISS), met verslagen over de omvang van de misbruiken die waren gepleegd.

▼M8

8.    Paul MALONG AWAN ANEI (alias: a) Paul Malong Awan Anei; b) Paul Malong, c) Bol Malong)

Titel: generaal

Hoedanigheid: a) voormalige chef van de staf van het SPLA (Sudanese Volksbevrijdingsleger); b) voormalige gouverneur, deelstaat Noord-Bahr el-Ghazal

Geboortedatum: a) 1962; b) 4 december 1960; c) 12 april 1960; d) 1 januari 1962

Geboorteplaats: a) Malualkon, Zuid-Sudan; b) Kotido, Uganda

Nationaliteit: a) Zuid-Sudan; b) Uganda

Paspoortnr.: a) Zuid-Sudan nummer S00004370; b) Zuid-Sudan nummer D00001369; c) Sudan nummer 003606; d) Sudan nummer 00606; e) Sudan nummer B002606; f) Uganda nummer DA025963

Datum plaatsing op de VN-lijst: 13 juli 2018

Overige informatie: Als chef van de generale staf van het SPLA heeft Malong het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden en schendingen van de overeenkomst van 2015 over de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (ARCSS). Hij zou de leiding hebben gehad bij pogingen tot moord op oppositieleider Riek Machar. Hij heeft eenheden van het SPLA opgedragen het transport van humanitaire hulpgoederen te beletten. Onder leiding van Malong heeft het SPLA burgers, scholen en ziekenhuizen aangevallen; de ontheemding van burgers bewerkstelligd; gedwongen verdwijningen doen gebeuren; burgers willekeurig vastgezet, en zich ingelaten met marteling en verkrachting. Hij heeft de stammenmilitie van de Mathiang Anyoor Dinka, die kindsoldaten inzetten, gemobiliseerd. Onder zijn leiding heeft het SPLA voor de UNMISS, de Gezamenlijke Monitoring- en evaluatiecommissie (JMEC) en het CTSAMM (Ceasefire and Transitional Security Arrangements Monitoring Mechanism) de toegang tot plaatsen voor het onderzoek naar en het documenteren van misbruik, beperkt.

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Paul Malong Awan is op 13 juli 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7 a), 7 b), 7 c), 7 d), 7 f), en 8 van Resolutie 2206 (2015), zoals bevestigd in Resolutie 2418 (2018), voor „acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden”; „acties of beleid die overgangsovereenkomsten bedreigen of het politieke proces in Zuid-Sudan ondermijnen”; „het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt”; „planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan”; „het gebruik of de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan”; „de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand”, en als leider „van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7”.

Malong was van 23 april 2014 tot mei 2017 chef van de generale staf van het SPLA. In zijn eerdere functie van chef van de generale staf heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden en schendingen van de overeenkomst van 2015 over de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (ARCSS). Reeds begin augustus 2016 zou Malong leiding hebben gegeven bij pogingen de Zuid Sudanese oppositieleider Riek Machar te vermoorden. Bewust ingaand tegen de bevelen van president Salva Kiir gelastte Malong op 10 juli 2016 de aanvallen met tanks, helikopters en infanterie op het huis van Machar en op de basis „Jebel” van de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging in oppositie (SPLM-IO). Malong zag persoonlijk toe op inspanningen van het SPLA-hoofdkwartier om Machar te onderscheppen. Reeds begin augustus 2016 wilde Malong dat het SPLA onmiddellijk de vermoedelijke verblijfplaats van Machar aanviel en liet hij de SPLA-commandanten weten dat Machar niet levend moest worden opgepakt. Bovendien blijkt uit informatie van begin 2016 dat Malong SPLA-eenheden opdroeg het vervoer te beletten van humanitaire hulpgoederen naar de overkant van de Nijl, waar tienduizenden burgers werden geconfronteerd met honger, en hij gebruikte als argument dat voedselhulp zou worden afgeleid van burgers naar milities. Als gevolg van Malongs bevelen is gedurende minstens twee weken verhinderd dat voedselleveringen naar de overkant van de Nijl werden gebracht.

Gedurende zijn periode als chef van de generale staf van het SPLA was Malong verantwoordelijk voor door het SPLA en de geallieerde strijdkrachten ervan gepleegde ernstige gevallen van misbruik, waaronder aanvallen op burgers, gedwongen verplaatsing, gedwongen verdwijningen, willekeurige opsluiting, marteling en verkrachting. Onder leiding van Malong viel het SPLA de burgerbevolking aan en vermoordde het ongewapende en vluchtende burgers. Alleen al in het Yei-gebied tekende de VN 114 moorden op van burgers door de SPLA en de geallieerde strijdkrachten tussen juli 2016 en januari 2017. Het SPLA heeft opzettelijk scholen en ziekenhuizen aangevallen. In april 2017 zou Malong het SPLA hebben opgedragen alle mensen, onder wie ook burgers uit het gebied rond Wau, te verwijderen. Malong zou niets hebben gedaan om het vermoorden van burgers door de SPLA-strijders te voorkomen, en personen die ervan werden verdacht rebellen te verbergen, werden gezien als legitieme doelen.

Volgens een verslag van 15 oktober 2014 van de onderzoekscommissie van de Afrikaanse Unie over Zuid-Sudan was Malong verantwoordelijk voor de massale mobilisatie van de stammenmilitie van de Mathiang Anyoor Dinka, die volgens het CTSAMM kindsoldaten inzet.

Toen Malong het SPLA aanvoerde, hebben regeringstroepen regelmatig de toegang beperkt voor de VN-missies in de Republiek Zuid-Sudan (UNMISS), de Gezamenlijke Monitoring- en evaluatiecommissie (JMEC) en het CTSAMM, wanneer zij probeerden misbruik te onderzoeken en te documenteren. Op 5 april 2017 bijvoorbeeld probeerden patrouilles van de VN en het CTSAMM toegang te krijgen tot Pajok, maar zij werden teruggestuurd door SPLA-soldaten.

▼M1

B.   RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN

▼B




BIJLAGE II

Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen, bedoeld in artikel 5, lid 2

▼M10



 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen voor plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Michael MAKUEI LUETH

Geboortedatum: 1947

Geboorteplaats: Bor, Sudan (nu Zuid-Sudan)

Geslacht: mannelijk

Michael Makuei Lueth bekleedt sinds 2013 de functie van minister van Informatie- en Omroepbeleid en bekleedt die functie nog steeds in de overgangsregering van nationale eenheid. Hij was ook de woordvoerder van de regeringsdelegatie bij de vredesbesprekingen van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit van 2014 tot 2015 en van 2016 tot 2018.

Makuei heeft het politieke proces in Zuid-Sudan belemmerd, met name door met opruiende publieke verklaringen de uitvoering van de overeenkomst over de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (Agreement on the Resolution of the Conflict in South Sudan — ARCSS) van augustus 2015 (die in september 2018 is vervangen door de „Revitalised ARCSS” (R-ARCSS)) te belemmeren, door het werk van de gezamenlijke monitoring- en evaluatiecommissie van de ARCSS (Joint Monitoring and Evaluation Commission —JMEC, in de R-ARCSS omgedoopt tot „Nieuwe JMEC”) te belemmeren en door de oprichting van ARCSS-instellingen voor overgangsjustitie, waarin ook is voorzien in de R-ARCSS, te belemmeren. Ook heeft hij de operaties van de regionale beschermingsmacht van de Verenigde Naties belemmerd.

Makuei is tevens verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, waaronder beperkingen van de vrijheid van meningsuiting.

3.2.2018

▼B




BIJLAGE III

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

▼M9

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

ESTLAND

https://vm.ee/et/rahvusvahelised-sanktsioonid

IERLAND

https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

ITALIË

https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

CΥΡRUS

https://mfa.gov.cy/themes/

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

MALTA

https://foreignandeu.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/SMB-Home.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

PORTUGAL

https://www.portaldiplomatico.mne.gov.pt/politica-externa/medidas-restritivas

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

https://um.fi/pakotteet

ZWEDEN

https://www.regeringen.se/sanktioner

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

Spastraat 2

B-1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu