02014R0795 — NL — 25.05.2021 — 002.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK (EU) Nr. 795/2014

van 3 juli 2014

met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen

(ECB/2014/28)

(PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2017/2094 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 3 november 2017

  L 299

11

16.11.2017

►M2

VERORDENING (EU) 2021/728 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 april 2021

  L 157

1

5.5.2021




▼B

VERORDENING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK (EU) Nr. 795/2014

van 3 juli 2014

met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen

(ECB/2014/28)



Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

1.  
Deze verordening stelt oversightvereisten vast voor SIPS.

▼M2

2.  
De Raad van bestuur stelt een met redenen omkleed besluit vast aan waarin de aan deze verordening onderworpen betalingssystemen, hun respectievelijke exploitanten en de bevoegde autoriteiten worden aangewezen. Deze lijst wordt op de ECB-website bijgehouden en wordt na iedere wijziging bijgewerkt.

▼B

3.  

Een betalingssysteem wordt aangeduid als een SIPS indien: a) het in aanmerking komt voor aanwijzing als systeem op basis van Richtlijn 98/26/EG door een lidstaat die de euro als munt heeft of waarvan de exploitant is gevestigd in het eurogebied waaronder vestiging door middel van een bijkantoor via welke het systeem wordt geëxploiteerd, en b) tenminste twee van de volgende zaken zich voordoen in een kalenderjaar:

i) 

De totale gemiddelde dagelijkse waarde van verwerkte betalingen die in euro luiden overstijgt een bedrag van 10 000 000 000 EUR;

▼M1

ii) 

Het totaal van verwerkte in euro luidende betalingen bedraagt minstens een van de volgende:

— 
15 % van het totale volume van de in euro luidende betalingen in de Unie,
— 
5 % van het totale volume van in euro luidende grensoverschrijdende betalingen in de Unie,
— 
Een 75-%-marktaandeel van het totale volume van in euro luidende betalingen op het niveau van een eurogebiedlidstaat;

▼B

iii) 

De grensoverschrijdende activiteiten daarvan (d.w.z. deelnemers die gevestigd zijn in een ander land dan dat van de SIPS-exploitant en/of grensoverschrijdende koppelingen met andere betalingssystemen) bestrijken vijf of meer landen en genereren een minimum van 33 % van het totale volume van in euro luidende betalingen die door deze SIPS worden verwerkt;

iv) 

Het wordt gebruikt voor de afwikkeling van andere FMI's.

▼M1

Jaarlijks wordt de identificatie vastgesteld.

▼M2

3-a.  

Niettegenstaande lid 3 kan de Raad van bestuur, met een deugdelijk en met redenen omkleed oordeel, ook uit hoofde van lid 2 besluiten dat een betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid in elk van de volgende gevallen:

a) 

wanneer een dergelijk besluit passend zou zijn, rekening houdend met de aard, omvang en complexiteit van het betalingssysteem; de aard en het belang van de deelnemers; de substitueerbaarheid van het betalingssysteem en de beschikbaarheid van alternatieven daarvoor; de relatie, de onderlinge afhankelijkheden en overige interacties die het systeem heeft met het bredere financiële stelsel;

b) 

wanneer een betalingssysteem niet aan de criteria van lid 3 voldoet louter omdat de in lid 3, punt b), vastgestelde criteria zich voordoen over een periode van minder dan een kalenderjaar en het aannemelijk is dat het betalingssysteem bij de volgende verificatietoetsing aan de criteria zal blijven voldoen.

▼M2

3 bis.  

Een uit hoofde van lid 2 vastgesteld besluit blijft van kracht tot het wordt ingetrokken. Verificatietoetsingen van betalingssystemen die als SIPS worden aangeduid, worden jaarlijks uitgevoerd om na te gaan of de betalingssystemen nog steeds voldoen aan de criteria om als SIPS te worden aangeduid. Een overeenkomstig lid 2 vastgesteld besluit wordt ingetrokken indien:

a) 

bij twee opeenvolgende verificatietoetsingen wordt geverifieerd dat een SIPS niet heeft voldaan aan de vereisten van lid 3 en/of lid 3-a, of

b) 

bij één verificatietoetsing wordt geverifieerd dat een SIPS niet heeft voldaan aan de criteria van lid 3 en/of lid 3-a en de SIPS-exploitant ten genoegen van de Raad van bestuur aantoont dat het SIPS waarschijnlijk niet aan die criteria zal voldoen vóór de volgende verificatietoetsing.

▼M2

3 ter.  
De exploitant van het betalingssysteem heeft het recht om binnen dertig dagen na ontvangst van het besluit waarbij het betrokken betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid een verzoek in te dienen om dat besluit te laten toetsen door de Raad van bestuur. Het verzoek bevat alle ondersteunende informatie en wordt schriftelijk ingediend bij de Raad van bestuur. Een met redenen omkleed besluit van de Raad van bestuur naar aanleiding van een dergelijk verzoek wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de exploitant van het betalingssysteem. In de schriftelijke kennisgeving wordt deze exploitant in kennis gesteld van zijn recht op rechterlijke toetsing overeenkomstig het Verdrag. Indien de Raad van bestuur binnen twee maanden na het verzoek geen besluit heeft genomen, wordt de toetsing geacht te zijn verworpen.

▼M1

4.  
SIPS-exploitanten werken continu samen met de bevoegde autoriteit en waarborgen dat de SIPS die zij beheren voldoen aan de in artikel 3 tot en met 21 uiteengezette vereisten, waaronder de globale effectiviteit van hun regels, procedures, processen en kaders. SIPS-exploitanten werken voorts samen met de bevoegde autoriteit om de bredere doelstelling van de bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te faciliteren.

▼B

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt bedoeld met:

1.

„afwikkelingsbank” : een bank die rekeningen aanhoudt met betrekking tot betalingen, waarop de vervulling van verplichtingen uit hoofde van een betalingssysteem plaatsvindt;

2.

„algemeen bedrijfsrisico” : enige potentiële aantasting van de financiële positie van een SIPS in zijn hoedanigheid van bedrijf als gevolg van een daling van de inkomsten of een toename van de kosten daarvan, zodanig dat de kosten hoger zijn dan de inkomsten en resulteren in een verlies dat ten laste van het kapitaal gebracht moet worden;

3.

„betalingsopdracht” : heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 2, onder i), eerste streepje van Richtlijn 98/26/EG;

4.

„betalingssysteem” : een formele regeling tussen drie of meer deelnemers, met uitzondering van eventuele afwikkelingsbanken, centrale tegenpartijen, clearing houses van centrale tegenpartijen of indirecte deelnemers, met gemeenschappelijke regels en gestandaardiseerde regelingen voor de uitvoering van betalingsopdrachten tussen de deelnemers;

▼M2

5.

„bevoegde autoriteit” :

a) 

de centrale bank van het Eurosysteem die hoofdverantwoordelijke is met betrekking tot oversight en als zodanig is aangewezen krachtens artikel 1, lid 2, of

b) 

met betrekking tot een betalingssysteem dat een SIPS is dat voldoet aan de criteria van artikel 1, lid 3, punt iii), wordt onder „bevoegde autoriteit” verstaan:

i) 

de ECB, of

ii) 

zowel de ECB als die nationale centrale bank indien aan een nationale centrale bank van het Eurosysteem gedurende een periode van vijf of meer jaar onmiddellijk voordat het in artikel 1, lid 2, bedoelde besluit werd vastgesteld, de hoofdverantwoordelijkheid met betrekking tot oversight werd toevertrouwd;

▼B

6.

„bewaardersrisico” : het risico dat een verlies wordt geleden op in bewaring genomen activa in het geval van insolventie, nalatigheid, fraude, slecht beheer of gebrekkige administratie van de bewaarder of onderbewaarder;

7.

„bewaarnemingsbank” : een bank die de financiële activa van derden in bewaring houdt en bewaakt;

8.

„de Directie” : de uitvoerend directeuren, d.w.z. leden van een unitair bestuur die zich bezighouden met het dagelijks bestuur van de SIPS-exploitant en leden van een leidinggevend orgaan van de SIPS-exploitant in geval van een getrapt bestuur;

9.

„deelnemer” : een door een betalingssysteem geïdentificeerde of herkende entiteit die, direct of indirect, bevoegd is betalingsopdrachten naar dat systeem te verzenden en daar betalingsopdrachten van kan ontvangen;

10.

„desbetreffende belanghebbenden” : deelnemers, FMI's met invloed op het risico van een SIPS, en, in individuele gevallen, andere marktspelers die beïnvloed worden;

11.

„eenzijdige betaling” : een betaling waarbij slechts één geldoverboeking plaatsvindt in één valuta;

12.

„Eurosysteem-SIPS” : SIPS die eigendom zijn van en beheerd worden door een centrale bank van het Eurosysteem;

13.

„extreme maar aannemelijke marktomstandigheden” : een integrale reeks historische en hypothetische condities, inclusief de meest volatiele perioden die de door een SIPS bediende markten hebben doorgemaakt;

▼M1

14.

„uitgesteld netto-vereveningssysteem” (DNS-systeem) : een systeem ten aanzien waarvan verevening in centralebankgeld plaatsvindt op netto-basis aan het einde van een vooraf vastgestelde vereveningscyclus, bijvoorbeeld aan het einde van, of gedurende, een werkdag;

▼B

15.

„grensoverschrijdend onderpand” : onderpand waarvoor, gezien vanuit het perspectief van het land waarin de activa worden aanvaard als onderpand, tenminste één van de volgende elementen buitenlands is: a) de denominatievaluta; b) het land waarin de activa zich bevinden, of c) het land waarin de uitgever is gevestigd;

16.

„grensoverschrijdende betaling” : een betaling tussen deelnemers die in verschillende landen zijn gevestigd;

17.

„herstelplan” : een door een SIPS-exploitant ontwikkeld plan om de goede werking van een SIPS te herstellen;

▼M1

18.

„directe deelnemer” : een rechtspersoon die een contractuele relatie heeft met een SIPS-exploitant, en gebonden is aan de relevante regels van een SIPS, kan overboekingsopdrachten aan dat systeem versturen en kan overboekingsopdrachten van dat systeem ontvangen;

▼M1

18 bis

„indirecte deelnemer” :

een rechtspersoon die geen directe toegang heeft tot de diensten van een SIPS en die doorgaans niet direct gebonden is aan de relevante regels van een SIPS en wiens overboekingsopdrachten worden gecleard, verevend en vastgelegd door de SIPS via een directe deelnemer. De betrokken rechtspersonen zijn beperkt tot:

i) 

kredietinstellingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 1) van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 );

ii) 

beleggingsondernemingen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 1) van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 2 );

iii) 

ondernemingen met hoofdkantoor buiten de Unie en waarvan de taken overeenkomen met die van een kredietinstelling of beleggingsonderneming uit de Unie, zoals bedoeld in punt i) en ii);

iv) 

een overheidsinstantie of een onderneming met overheidsgarantie, en centrale tegenpartijen, afwikkelende instanties, clearing houses en systeemexploitanten, zoals bedoeld in artikel 2, onder c), d), e) en p) van Richtlijn 98/26/EG;

v) 

betalingsinstellingen en elektronischgeldinstellingen zoals bedoeld in artikel 4, punt 4 van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) en artikel 2, punt 1) van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 4 );

▼B

19.

„hoofdrisico” : het risico dat een tegenpartij de volledige waarde verliest die met een transactie is gemoeid, d.w.z. hetzij het risico dat een verkoper van financiële activa de activa onherroepelijk levert, maar geen betaling ontvangt, hetzij het risico dat een koper van een financieel activum onherroepelijk betaalt, maar het activum niet ontvangt;

20.

„investeringsrisico” : het risico van verlies waaraan een SIPS-exploitant of deelnemer wordt blootgesteld wanneer de SIPS-exploitant investeert in zijn eigen middelen of die van zijn deelnemers, bijvoorbeeld onderpand;

21.

„juridisch risico” : het risico dat voortvloeit uit de toepassing van wet- of regelgeving, gewoonlijk resulterend in een verlies;

22.

„kredietrisicobedrag” : een bedrag of waarde dat een deelnemer mogelijkerwijze niet voor de volledige waarde zal vereffenen, hetzij wanneer deze opeisbaar wordt, hetzij op enig ander moment in de toekomst;

23.

„kredietrisico” : het risico dat een tegenpartij, ongeacht of dit een deelnemer of een andere entiteit is, niet in staat is zijn financiële verplichtingen volledig na te komen wanneer deze opeisbaar worden of op enig ander moment in de toekomst;

24.

„liquiditeitsrisico” : het risico dat een tegenpartij, ongeacht of dit een deelnemer of een andere entiteit is, over onvoldoende fondsen beschikt om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen wanneer deze opeisbaar worden, hoewel hij in de toekomst mogelijk wel over voldoende fondsen zal beschikken;

25.

„liquiditeitsverschaffer” : een verstrekker van contanten zoals bedoeld onder artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 5, artikel 8, lid 1, artikel 8, lid 9 en artikel 8, lid 11, dan wel activa zoals bedoeld in artikel 8, lid 4, inclusief een SIPS-deelnemer of een externe partij;

26.

„marktrisico” : het risico van verliezen op posities, zowel binnen als buiten de balans, die voortvloeien uit schommelingen van de marktprijzen;

27.

„materieel” : kwalificatie van een risico, afhankelijkheid en/of wijziging die de bekwaamheid van een entiteit tot het op de gebruikelijke wijze presteren of het verlenen van diensten zou kunnen aantasten;

28.

„nostro agent” : een bank die door de deelnemers aan een SIPS wordt gebruikt voor verevening;

29.

„onderpand” : een activum of verplichting van een derde die door een onderpandgever wordt gebruikt om een verplichting vis-à-vis een onderpandnemer te verzekeren. Onderpand omvat zowel binnenlands onderpand als grensoverschrijdend onderpand;

30.

„operationeel risico” : het risico dat gebreken in informatiesystemen of interne processen, menselijke fouten, beheersfouten of storingen die zijn veroorzaakt door externe gebeurtenissen of uitbestede diensten resulteren in de vermindering, verslechtering of verstoring van de door een SIPS verschafte diensten;

31.

„ordelijk liquidatieplan” : een door een SIPS-exploitant ontwikkeld plan voor de ordelijke sluiting van een SIPS;

32.

„relevante autoriteiten” : autoriteiten die een legitiem belang hebben bij toegang tot informatie van een SIPS om aan hun wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen, zoals afwikkelingsautoriteiten en toezichthouders van grote deelnemers;

33.

„SIPS-exploitant” : de rechtspersoon die juridisch aansprakelijk is voor de exploitatie van een SIPS;

34.

„systeemrisico” : het risico dat een deelnemer of de SIPS-exploitant hun respectievelijke verplichtingen uit hoofde van een SIPS niet nakomen, als gevolg waarvan andere deelnemers en/of de SIPS-exploitant hun verplichtingen niet kunnen nakomen wanneer deze opeisbaar worden, mogelijkerwijs met overloopeffecten die de stabiliteit van of het vertrouwen in het financiële system bedreigen;

35.

„tweezijdige betaling” : een betaling waarbij twee geldoverboekingen worden gedaan in verschillende valuta door middel van een exchange-for-value afwikkelingssysteem;

36.

„uitgesteld netto-vereveningssysteem” (DNS) : een systeem dat op netto-basis verevent aan het einde van een vooraf vastgestelde vereveningscyclus, bijvoorbeeld aan het einde van of gedurende de werkdag;

37.

„voorgenomen afwikkelingsdatum” : de datum die door de verzender van een betalingsopdracht als afwikkelingsdatum wordt ingevoerd in een SIPS;

38.

„werkdag” : heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 2, onder n) van Richtlijn 98/26/EG;

39.

„wrong-way risk” : het risico dat ontstaat voor een deelnemer of een emittent indien het door die deelnemer verschafte of door die emittent uitgegeven onderpand in hoge mate samenhangt met het kredietrisico daarvan;

▼M1

40.

„onafhankelijk bestuurslid” : een niet-uitvoerend bestuurslid dat geen bedrijf, gezin of andere relatie heeft die een belangenconflict vormt ten aanzien van het SIPS of de SIPS-exploitant, hun aandeelhouders met zeggenschap, hun management of hun deelnemers, en die in de twee jaar voordat zij bestuurslid werden een dergelijke relatie niet heeft gehad;

41.

„gelieerde partij” : een onderneming die de deelnemer controleert, die door de deelnemer wordt gecontroleerd, of die gezamenlijk met de deelnemer wordt gecontroleerd. Zeggenschap over een onderneming: a) eigendom, zeggenschap of holding van 20 %, of meer, van een categorie effecten met stemrecht van de onderneming, of b) consolidatie van de onderneming voor doeleinden van financiële verslaglegging;

42.

„buitengewone omstandigheden” : een gebeurtenis, voorval of omstandigheid waardoor de werkzaamheden, diensten of functies van een SIPS kunnen uitvallen of verstoord kunnen worden, waaronder belemmering of voorkomen van finale afwikkeling;

43.

„financiële verplichtingen” : juridische verplichtingen die ontstaan binnen het SIPS tussen deelnemers, of tussen deelnemers en de SIPS-exploitant, ten gevolge van een in die SIPS ingevoerde overboekingsopdracht;

44.

„corrigerende maatregel” : een specifieke maatregel of handeling, ongeacht de vorm, duur of zwaarte ervan, die een bevoegde autoriteit oplegt aan een SIPS-exploitant om niet-inachtneming van de vereisten van artikel 3 tot en met 21 te herstellen of een herhaling ervan te vermijden.

▼M2

Artikel 2 bis

Schriftelijke kennisgeving van de inleiding van het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden

De ECB stelt de exploitant van het betalingssysteem in kennis van haar voornemen om het proces uit hoofde van artikel 1 in te leiden met het oog op de aanduiding van dat betalingssysteem als een SIPS. In de schriftelijke kennisgeving worden alle materiële feiten en rechtsgronden vermeld met betrekking tot een mogelijke aanduiding van het betrokken betalingssysteem als een SIPS.

Artikel 2 ter

Recht op toegang tot bestanden tijdens het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden

Na ontvangst van de in artikel 2 bis bedoelde schriftelijke kennisgeving heeft de exploitant van het betalingssysteem recht op toegang tot de bestanden, documenten of ander materiaal van de ECB die als basis dienen voor de identificatie van dat betalingssysteem als een SIPS. Dit recht geldt niet voor informatie die als vertrouwelijk wordt beschouwd met betrekking tot de ECB, een nationale centrale bank of andere derden, waaronder andere instellingen of organen van de Unie.

Artikel 2 quater

Recht om gehoord te worden tijdens het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden

1.  
In de schriftelijke kennisgeving die de ECB overeenkomstig artikel 2 bis verzendt, wordt aan de exploitant van het betalingssysteem een vaste termijn gegund waarbinnen de exploitant schriftelijk bezwaren, standpunten en opmerkingen met betrekking tot de in de schriftelijke kennisgeving vermelde feiten en rechtsgronden kenbaar kan maken. Deze termijn bedraagt ten minste dertig werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de schriftelijke kennisgeving door de exploitant van het betalingssysteem.
2.  
De ECB kan de exploitant van het betalingssysteem op diens verzoek de gelegenheid bieden zijn standpunt kenbaar te maken tijdens een mondelinge vergadering. Schriftelijke notulen van de vergadering worden door alle partijen opgesteld en ondertekend. Een afschrift van de notulen wordt aan alle partijen verstrekt.
3.  
Niettegenstaande lid 2 kan de ECB een besluit tot aanduiding van een betalingssysteem als een SIPS uitvaardigen zonder de exploitant van het betalingssysteem de gelegenheid te bieden zijn standpunten, bezwaren of opmerkingen met betrekking tot de in de schriftelijke kennisgeving van de ECB vermelde feiten en rechtsgronden kenbaar te maken, mits dit noodzakelijk wordt geacht om significante schade aan het financiële stelsel te voorkomen.

Artikel 2 quinquies

Motivering van het besluit tot het aanduiden van een betalingssysteem als een SIPS

1.  
Het ECB-besluit waarbij een betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid, gaat vergezeld van een motivering van dat besluit. De motivering omvat de materiële feiten en rechtsgronden waarop het besluit van de ECB is gebaseerd.
2.  
Onverminderd artikel 2 quater, lid 3, baseert de ECB het in lid 1 van dit artikel genoemde besluit uitsluitend op feiten en rechtsgronden waarover de exploitant van het betalingssysteem opmerkingen heeft kunnen maken.

▼B

Artikel 3

Juridische deugdelijkheid

1.  
Een SIPS-exploitant beoordeelt of het toepasselijke recht van alle betrokken rechtsstelsels een hoge mate van zekerheid verschaft voor en ondersteuning verleent aan elk materieel aspect van de activiteiten van zijn SIPS.
2.  
Een SIPS-exploitant stelt SIPS-regels en -procedures vast en gaat overeenkomsten aan, welke helder zijn en consistent met het toepasselijke recht van alle betrokken rechtsstelsels.
3.  
Een SIPS-exploitant is in staat de toepasselijke wet- en regelgeving, procedures en contracten met betrekking tot de exploitatie van een SIPS op heldere en begrijpelijke wijze uit te leggen aan de bevoegde autoriteit, de deelnemers, en, indien van toepassing, de klanten van de deelnemers.
4.  
Een SIPS-exploitant neemt maatregelen teneinde te verzekeren dat de toepasselijke wet- en regelgeving, procedures en contracten afdwingbaar zijn in alle betrokken rechtstelsels en dat de handelingen die hij verricht op basis van dergelijke wet- en regelgeving, procedures en contracten niet worden vernietigd, ongeldig worden verklaard of worden opgeschort.
5.  
Een SIPS-exploitant die zijn bedrijfsactiviteiten in meer dan één rechtssysteem uitoefent, stelt de risico's die voortvloeien uit enig mogelijk wetsconflict vast en beperkt deze.
6.  
Een SIPS-exploitant spant zich tot het uiterste in om de aanwijzing van het SIPS krachtens Richtlijn 98/26/EG te verzekeren.

Artikel 4

Governance

1.  
Een SIPS-exploitant beschikt over schriftelijk vastgelegde doelstellingen waarin een hoge prioriteit wordt gegeven aan de veiligheid en de efficiency van het SIPS. De doelstellingen bevorderen expliciet financiële stabiliteit en andere relevante overwegingen van publiek belang, in het bijzonder open en efficiënte markten.

▼M1

2.  
Een SIPS-exploitant beschikt over effectieve en schriftelijk vastgelegde governance-regelingen die voorzien in heldere en directe verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten. Deze regelingen worden ter beschikking gesteld aan de bevoegde autoriteit, de eigenaren en de deelnemers. De SIPS-exploitant stelt een beknopte uitgave daarvan beschikbaar aan het publiek.

▼B

3.  

De rollen en verantwoordelijkheden van het Bestuur zijn helder gedefinieerd. De rollen en verantwoordelijkheden van het Bestuur omvatten alle volgende aspecten:

a) 

vaststelling van heldere strategische doelen voor het SIPS;

b) 

vaststelling van schriftelijke procedures met betrekking tot het functioneren van het SIPS, inclusief procedures met betrekking tot herkenning, behandeling en beheersing van belangenconflicten van zijn leden;

c) 

verzekering van effectieve selectie, toezicht en, indien nodig, ontslag van leden van de Directie, uitgezonderd Eurosysteem-SIPS;

d) 

vaststelling van een passend vergoedingsbeleid dat consistent is met „best practices” en is gebaseerd op lange-termijn prestaties, met uitzondering van Eurosysteem-SIPS.

4.  
Met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, beoordeelt het Bestuur zowel haar integrale functioneren als dat van haar individuele Bestuursleden tenminste eenmaal per jaar.

▼M1

5.  
De samenstelling van het Bestuur verzekert integriteit evenals, behalve voor Eurosysteem-SIPS, een passende mix van technische vaardigheden, kennis en ervaring van zowel SIPS als die van de financiële markt in het algemeen, waarbij het Bestuur in staat wordt gesteld haar respectievelijke rollen en verantwoordelijkheden te vervullen. De samenstelling houdt tevens rekening met de toedeling van bevoegdheden overeenkomstig nationaal recht. Met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, heeft het Bestuur, indien toegestaan op basis van nationaal recht, ook niet-uitvoerende bestuursleden, waaronder minstens één onafhankelijk bestuurslid.

▼B

6.  

De rol, verantwoordelijkheden en rapportagelijnen van de Directie zijn helder omschreven. De samenstelling verzekert integriteit, alsmede een passende mix van technische vaardigheden, kennis en ervaring van zowel SIPS als die van de financiële markt in het algemeen, waarbij de Directie in staat wordt gesteld haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de exploitatie en het risicobeheer van de SIPS-exploitant te vervullen. De verplichtingen van de Directie houden, onder leiding van het Bestuur, alle volgende zaken in, waardoor wordt verzekerd dat:

a) 

de activiteiten van de SIPS-exploitant overeenkomen met zijn doelstellingen, strategie en risicobereidheid;

b) 

interne controles en aanverwante procedures naar behoren worden ontworpen, uitgevoerd en gecontroleerd ter bevordering van de doelstellingen van de SIPS-exploitant;

c) 

interne controles en aanverwante procedures regelmatig worden herzien en getest door adequaat opgeleide en voldoende bemande risicobeheers- en interne controlefuncties;

d) 

actieve betrokkenheid in het risicobeheersproces;

e) 

voldoende middelen worden toegewezen aan het risicobeheerskader van het SIPS.

7.  

Het Bestuur stelt een schriftelijk vastgelegd risicobeheerskader vast, en controleert dat, dat:

a) 

het beleid betreffende risicobereidheid van de SIPS-exploitant omvat;

b) 

verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten toewijst met betrekking tot risicobeslissingen;

c) 

besluitvorming in geval van een crisis of buitengewone omstandigheden vaststelt;

d) 

interne controlefuncties vaststelt.

▼M1

Het Bestuur waarborgt dat er drie duidelijke en effectieve verdedigingslinies zijn (bedrijfsvoering, risicobeheer en interne audit), die gescheiden zijn en over voldoende bevoegdheden, onafhankelijkheid, middelen en toegang tot het Bestuur beschikken.

▼M1

7 bis.  
Goedkeuring van het Bestuur is vereist voor besluiten die een significante impact hebben op het SIPS-risicoprofiel en voor belangrijke risicodocumenten die de SIPS-bedrijfsvoering regelen. Het Bestuur keurt in ieder geval het volgende goed, en toetst jaarlijks: het in artikel 5, lid 1 bedoelde integrale risicobeheerkader en het operationele risicokader en het daarmee in artikel 15, lid 1 en 5 bedoelde samenhangende bedrijfscontinuïteitsplan, het in artikel 5, lid 4 en artikel 13, lid 6 bedoelde herstelplan en het ordelijke liquidatieplan, de in artikel 6, lid 1 en artikel 8, lid 1 bedoelde kaders voor krediet- en liquiditeitsrisico, het onderpandkader dat het in artikel 7 bedoelde risicobeheer regelt, de in artikel 14, lid 4 bedoelde SIPS-investeringsstrategie en het in artikel 15, lid 4 bis bedoelde cyberbeveiligingskader.

▼B

8.  
Het Bestuur verzekert dat belangrijke beslissingen die invloed hebben op de technische en functionele opzet, regels en algehele strategie van het SIPS, meer in het bijzonder met betrekking tot de keuze van clearing- en vereveningsregelingen, werkstructuur, het aanbod aan geclearde of verevende producten, alsmede het gebruik van technologie en procedures, de rechtmatige belangen van de desbetreffende SIPS-belanghebbenden op behoorlijke wijze weergeven. De desbetreffende belanghebbenden en, waar passend, het publiek worden redelijkerwijs vooraf geraadpleegd met betrekking tot zulke beslissingen.

Artikel 5

Integraal risicobeheerskader

1.  

Een SIPS-exploitant zet een solide risicobeheerskader op en onderhoudt dat, zulks met betrekking tot de integrale identificatie, meting, bewaking en beheer van het scala aan risico's die zich voordoen in, of worden gelopen door, een SIPS. Hij herziet het risicobeheerskader tenminste eenmaal per jaar. Het risicobeheerskader:

a) 

omvat het beleid inzake risicobereidheid van de SIPS-exploitant en passende risicobeheersinstrumenten;

b) 

wijst verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten toe met betrekking tot risicobeslissingen;

c) 

behandelt besluitvorming in buitengewone omstandigheden met betrekking tot een SIPS, inclusief ontwikkelingen op de financiële markten die een schadelijk effect hebben op de marktliquiditeit en de stabiliteit van het financiële systeem in enige lidstaat die de euro als munt heeft en waar de SIPS-exploitant of één van de deelnemers is gevestigd.

2.  
Een SIPS-exploitant stimuleert deelnemers, en waar van toepassing hun klanten, om de risico's die zij vormen voor een SIPS evenals de risico's waaraan zij zelf blootstaan door een SIPS, te beheersen en te limiteren. Met betrekking tot deelnemers omvatten dergelijke stimulerende maatregelen een effectief, proportioneel en afschrikwekkend boetesysteem en/of regelingen voor deling van verlies.
3.  
Een SIPS-exploitant toetst de materiële risico's die het SIPS loopt en zelf vormt voor andere entiteiten, waaronder FMI's, afwikkelingsbanken, liquiditeitsverschaffers en dienstverleners, als gevolg van onderlinge afhankelijkheden tenminste eenmaal per jaar. De SIPS-exploitant ontwikkelt risicobeheersinstrumenten die solide zijn en in verhouding staan tot het vastgestelde risiconiveau.

▼M1

4.  
Een SIPS-exploitant stelt de kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten van het SIPS vast. De SIPS-exploitant identificeert specifieke scenario's waardoor het SIPS deze kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten als going concern mogelijkerwijze niet zou kunnen leveren en beoordeelt de effectiviteit van alle herstelacties en, met uitzondering van een Eurosysteem-SIPS, een ordelijke liquidatie. Hij beoordeelt de kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten van hetSIPS tenminste eenmaal per jaar. Op basis van deze beoordeling stelt een SIPS-exploitant een uitvoerbaar SIPS-herstelplan op of, met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, een ordelijk liquidatieplan. Het herstel- en ordelijke liquidatieplan bevatten onder meer een inhoudelijke samenvatting van de cruciale herstel- en ordelijke liquidatiestrategieën, een herformulering van de kritieke activiteiten en -diensten van het SIPS en een beschrijving van de benodigde maatregelen voor het uitvoeren van de cruciale strategieën. Een SIPS-exploitant verschaft, waar toepasselijk, de relevante autoriteiten informatie die benodigd is voor het plannen van afwikkeling.

Artikel 6

Kredietrisico

1.  
Een SIPS-exploitant zet een solide kader op voor het meten, bewaken en beheer van zijn bedrag aan kredietrisico ten overstaan van zijn deelnemers en bedragen aan kredietrisico tussen deelnemers die voortvloeien uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsprocessen van het SIPS.
2.  
Een SIPS-exploitant identificeert alle bronnen van kredietrisico. Het meten en bewaken van kredietrisicobedragen vindt gedurende de dag plaats, waarbij gebruik wordt gemaakt van tijdige informatie en passende risicobeheerinstrumenten.
2 bis.  

Een SIPS-exploitant die een DNS-systeem exploiteert, waarborgt dat:

a) 

financiële verplichtingen tot stand komen uiterlijk op het moment waarop een overboekingsopdracht wordt opgenomen in de berekening van de voor iedere deelnemer toegankelijke nettovereveningsposities, en

b) 

voldoende middelen worden aangehouden om de resulterende kredietblootstellingen overeenkomstig lid 3 en lid 4 uiterlijk op het onder a) bedoelde moment te dekken.

3.  
Een SIPS-exploitant, inclusief diegene die een DNS met een afwikkelingsgarantie exploiteert, die in de loop van de exploitatie van het SIPS een kredietrisico oploopt vis-à-vis zijn deelnemers, dekt zijn kredietrisicobedrag naar iedere deelnemer toe af met behulp van onderpand, garantiefondsen, deelnemingen (na aftrek van het bedrag wat is bestemd ter afdekking van algemeen bedrijfsrisico) of andere gelijkwaardige financiële middelen.
4.  
Een SIPS-exploitant, inclusief diegene die een DNS zonder afwikkelingsgarantie exploiteert, maar waarin de deelnemers worden geconfronteerd met een kredietrisicobedrag dat voortvloeit uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsproces van het SIPS, stelt regels of contractuele regelingen met deze deelnemers vast. De regels of contractuele arrangementen garanderen dat de deelnemers voldoende middelen verschaffen, zoals bedoeld in paragraaf 3, om kredietrisicobedragen die voortvloeien uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsproces van het SIPS af te dekken met betrekking tot de twee deelnemers die, samen met aan hen gelieerde partijen, de grootste gezamenlijke kredietrisicobedragen hebben.
5.  
Een SIPS-exploitant stelt regels en procedures vast voor het opvangen van verliezen die rechtstreeks voortvloeien uit het in gebreke blijven door een of meer deelnemers met betrekking tot hun verplichtingen onder het SIPS. Deze regels en procedures behandelen de toewijzing van potentieel ongedekte verliezen, inclusief de terugbetaling van fondsen die een SIPS-exploitant kan lenen van liquiditeitsverschaffers. Zij houden de regels en procedures in van de SIPS-exploitant voor de aanvulling van de door het SIPS tijdens een stress-evenement gebruikte financiële middelen, tot aan het in lid 3 en 4 vastgelegde niveau.

▼B

Artikel 7

Onderpand

1.  

Een SIPS-exploitant accepteert alleen de volgende activa als onderpand: a) contanten, en b) activa met lage krediet-, liquiditeits- en marktrisico's, d.w.z. activa waarvoor de SIPS-exploitant kan aantonen aan de bevoegde autoriteit, gebaseerd op een adequaat intern onderzoek, dat deze voldoen aan alle volgende criteria:

i) 

ze zijn uitgegeven door een emittent met een laag kredietrisico;

ii) 

ze zijn vrij overdraagbaar zonder enige juridische belemmering of aanspraken daarop van derden;

iii) 

ze luiden in een valuta waarvan het risico wordt beheerd door de SIPS-exploitant;

iv) 

ze hebben betrouwbare prijsgegevens die regelmatig gepubliceerd worden;

v) 

ze staan niet op andere wijze bloot aan een aanzienlijk wrong-way risico;

vi) 

ze zijn niet uitgegeven door de deelnemer die het onderpand verstrekt of een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als die deelnemer, met uitzondering van een gedekte obligatie en alleen indien de activa in de cover pool naar behoren zijn afgescheiden binnen een sterk juridisch kader en voldoen aan de vereisten zoals uiteengezet in punt i) tot en met v).

Bij de interne toetsing van punt i) tot en met vi), stelt de SIPS-exploitant een objectieve methodologie vast, legt die schriftelijk vast en past die toe.

2.  
Een SIPS-exploitant stelt beleidslijnen en procedures vast, en voert deze uit, zulks met betrekking tot het bewaken van de kredietkwaliteit, marktliquiditeit en prijsvolatiliteit van ieder als onderpand geaccepteerd activum. Een SIPS-exploitant controleert regelmatig, in ieder geval eenmaal per jaar, de toereikendheid van zijn beoordelingsbeleidslijnen en -procedures. Een dergelijke controle vindt ook plaats wanneer zich een materiële wijziging voordoet die de risicopositie van het SIPS beïnvloedt. Een SIPS-exploitant stelt in ieder geval dagelijks de actuele marktwaarde (mark-to-market) vast van zijn onderpand.
3.  
Een SIPS-exploitant stelt stabiele en conservatieve surpluspercentages vast en test deze tenminste eenmaal per jaar waarbij gestreste marktomstandigheden in aanmerking worden genomen. Surpluspercentageprocedures worden tenminste eenmaal per jaar beoordeeld door andere personeelsleden dan degenen die de surpluspercentages hebben ontworpen en toegepast.
4.  
Een SIPS-exploitant neemt maatregelen ter voorkoming van geconcentreerd bezit van bepaalde activa indien dit een aanzienlijke belemmering zou vormen voor de mogelijkheid de activa snel van de hand te doen zonder aanzienlijke nadelige prijseffecten.
5.  
Een SIPS-exploitant die grensoverschrijdend onderpand accepteert, identificeert de risico's die aan het gebruik hiervan zijn verbonden en verminderen en verzekert tevens dat het grensoverschrijdend onderpand tijdig gebruikt kan worden.
6.  
Een SIPS-exploitant gebruikt een effectief en operationeel flexibel systeem voor onderpandbeheer.
7.  
Lid 1 is niet van toepassing op Eurosysteem-SIPS.

▼M1

Artikel 8

Liquiditeitsrisico

1.  
Een SIPS-exploitant stelt een integraal kader in voor het beheren van liquiditeitsrisico's gevormd door deelnemers aan het SIPS, afwikkelingsbanken, nostro agenten, bewaarnemingsbanken, liquiditeitsverschaffers en andere relevante entiteiten. De SIPS-exploitant stelt de deelnemers adequate instrumenten ter beschikking voor het effectief beheren van hun liquiditeit en monitort en faciliteert de liquiditeitsstroom in het systeem.
2.  
Een SIPS-exploitant installeert operationele en analytische instrumenten, waarmee hij voortdurend en tijdig afwikkelings- en financieringsstromen kan identificeren, meten en bewaken, waaronder intradayliquiditeitgebruik.
2 bis.  

Een SIPS-exploitant die een DNS-systeem exploiteert, waarborgt dat:

a) 

financiële verplichtingen tot stand komen uiterlijk op het moment waarop een overboekingsopdracht wordt opgenomen in de berekening van de voor iedere deelnemer toegankelijke nettovereveningsposities, en

b) 

voldoende liquide middelen worden aangehouden overeenkomstig lid 3 tot en met 6 uiterlijk op het onder a) bedoelde moment.

3.  
Een SIPS-exploitant houdt te allen tijde voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, vanaf het moment dat financiële verplichtingen ontstaan, in alle valuta waarin de SIPS-exploitant werkzaam is, teneinde verevening op dezelfde dag te effectueren van financiële verplichtingen in een brede variëteit van mogelijke stress-scenario's. Waar passend omvat dit intradayverevening of meerdaagse verevening. Tot stress-scenario's behoren onder meer: a) een verzuim onder extreme, maar aannemelijke marktomstandigheden van de deelnemer die, samen met de daaraan gelieerde partijen, de grootste totale betalingsverplichting heeft, en b) andere scenario's op basis van lid 11.
4.  

Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro verevent, houdt overeenkomstig lid 3 voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, om tijdige afwikkeling van financiële verplichtingen te effectueren ingeval van verzuim van de deelnemer die, samen met de daaraan gelieerde partijen, de grootste totale financiële verplichting heeft, zoals bepaald in lid 3, onder a), op een van de volgende wijzen:

a) 

in contanten bij het Eurosysteem, of

b) 

in beleenbaar onderpand zoals gedefinieerd in het onderpandkader van het Eurosysteem dat is vastgelegd in Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) ( 5 ) en Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale Bank ( 6 ) mits de SIPS-exploitant kan aantonen dat zulk onderpand direct beschikbaar is en op dezelfde dag geconverteerd kan worden in contanten middels vooraf gearrangeerde en zeer betrouwbare financieringsregelingen, bijvoorbeeld onder gestreste marktomstandigheden.

5.  

Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen afwikkelt in euro, houdt additionele liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in overeenstemming met lid 3, onder b), op de wijze zoals vastgelegd in lid 4 of bij een kredietwaardige commerciële bank in één of meer van de volgende instrumenten:

a) 

gecommitteerde kredietlijnen;

b) 

gecommitteerde deviezenswaps;

c) 

gecommitteerde retrocessieovereenkomsten (repo's);

d) 

activa, die voldoen aan de voorwaarden van artikel 7, lid 1 en die worden aangehouden door een bewaarnemer;

e) 

investeringen.

Deze instrumenten moeten contanten beschikbaar kunnen maken binnen een tijdsbestek dat voltooiing van de verevening op dezelfde dag mogelijk maakt. Met name moet de SIPS-exploitant kunnen aantonen dat niet-liquide instrumenten direct beschikbaar zijn en op dezelfde dag geconverteerd kunnen worden in contanten middels vooraf gearrangeerde en zeer betrouwbare financieringsregelingen, bijvoorbeeld onder gestreste marktomstandigheden.

De SIPS-exploitant kan op basis van een adequaat intern onderzoek aan de bevoegde autoriteit aantonen dat de commerciële bank kredietwaardig is.

6.  
Een SIPS-exploitant die tweezijdige betalingen afwikkelt, of eenzijdige betalingen in andere valuta dan de euro, houdt voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in overeenstemming met lid 3, op de wijze zoals bedoeld in lid 5.
7.  
Indien een SIPS-exploitant de middelen zoals vermeld in lid 3 aanvult met andere activa, zijn deze activa verhandelbaar of acceptabel als onderpand (ten behoeve van bijvoorbeeld kredietlijnen, swaps, or repo's) op een ad-hocbasis na een verzuim, zelfs indien dit niet op betrouwbare wijze vooraf gearrangeerd of gegarandeerd kan worden onder extreme maar aannemelijke marktomstandigheden. Indien een deelnemer de in lid 3 genoemde bronnen aanvult met andere activa, verzekert de SIPS-exploitant dat deze andere activa voldoen aan de in de eerste zin van dit lid genoemde vereisten. Activa worden geacht eenvoudig verhandelbaar of acceptabel als onderpand te zijn indien de SIPS-exploitant rekening houdt met de regels en praktijken van de betreffende centrale bank met betrekking tot geschiktheid voor onderpand.
8.  
Een SIPS-exploitant mag er niet vanuit gaan dat er noodkredieten beschikbaar zullen zijn van de centrale bank.
9.  
Een SIPS-exploitant voert een due diligence onderzoek uitvoeren teneinde te verifiëren dat iedere aanbieder van liquide middelen van het SIPS op basis van lid 3: a) beschikt over voldoende en actuele informatie met betrekking tot het begrip en beheer van zijn liquiditeitsrisico's die verbonden zijn aan het verstrekken van contanten of activa, en b) in staat is contanten of activa al naargelang de behoefte te verstrekken. De SIPS-exploitant toetst tenminste eenmaal per jaar of hij voldoet aan de due-diligence-verplichting. Alleen entiteiten met toegang tot krediet van de centrale uitgevende bank worden geaccepteerd als liquiditeitsverschaffers. De SIPS-exploitant toetst de SIPS-procedures voor het beschikken over de liquide middelen van het SIPS regelmatig.
10.  
Een SIPS-exploitant met toegang tot rekeningen, betalingsdiensten of effectendiensten van de centrale bank gebruikt deze diensten waar mogelijk.
11.  
Een SIPS-exploitant stelt door middel van grondige stresstesten vast welk bedrag aan liquide middelen benodigd is, en test de toereikendheid van zijn liquide middelen regelmatig om te voldoen aan de vereisten uit hoofde van lid 3 en 4. Bij stresstesten neemt de SIPS-exploitant een breed scala aan scenario's in aanmerking, waaronder verzuim van één of meer deelnemers op dezelfde dag en op twee of meer opeenvolgende dagen.

Indien dergelijke scenario's in aanmerking worden genomen, wordt tevens rekening gehouden met het ontwerp en de werking van het SIPS en alle entiteiten die materiële liquiditeitsrisico's kunnen opleveren voor het SIPS, waaronder afwikkelingsbanken, nostro agenten, bewaarnemingsbanken, liquiditeitsverschaffers en daaraan verbonden FMI's, worden onderzocht. Waar passend bestrijken de scenario's een meerdaagse periode.

12.  
Een SIPS-exploitant legt schriftelijk zijn redenen vast voor het aanhouden van, en heeft passende governance-regelingen voor, het bedrag aan contanten en andere activa die de SIPS-exploitant of de deelnemers aanhouden. De SIPS-exploitant stelt heldere procedures vast voor de reportage van de stresstestresultaten aan het Bestuur en gebruikt deze resultaten om de adequaatheid van zijn liquiditeitsrisicobeheerkader te evalueren en aan te passen.
13.  

Een SIPS-exploitant stelt heldere regels en procedures vast waarmee het SIPS verevening op dezelfde dag, en waar toepasselijk, tijdige intraday- en meerdaagse verevening van financiële verplichtingen kan toepassen na verzuim van één of meer van de deelnemers. Deze regels en procedures:

a) 

adresseren onvoorziene en mogelijk ongedekte liquiditeitstekorten;

b) 

streven ernaar dat vermindering, terugtrekking of vertraging wordt vermeden met betrekking tot verevening op dezelfde dag van financiële verplichtingen;

c) 

bepalen hoe de contanten en andere activa, die het SIPS gebruikt tijdens een stress-evenement, worden aangevuld tot de op basis van lid 3 tot en met 5 vereiste hoeveelheid.

▼B

Artikel 9

Finale afwikkeling

Een SIPS-exploitant stelt regels en procedures vast waardoor finale afwikkeling uiterlijk aan het einde van de voorgenomen afwikkelingsdatum plaats kan vinden.

Artikel 10

Afwikkeling in geld

▼M1

1.  
Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro afwikkelt, verzekert dat de finale afwikkeling plaatsvindt in centralebankgeld. Een SIPS-exploitant die betalingen afwikkelt voor andere SIPS, tracht die andere SIPS in staat te stellen zelfs in buitengewone omstandigheden af te wikkelen.

▼B

2.  
Een SIPS-exploitant die tweezijdige betalingen afwikelt, of eenzijdige betalingen afwikkelt in andere valuta dan de euro, verzekert dat finale afwikkeling plaatsvindt in centralebankgeld, waar toepasselijk en beschikbaar.
3.  
Indien geen centralebankgeld wordt gebruikt, verzekert een SIPS-exploitant dat geldafwikkeling plaatsvindt met gebruik van vereveningsactiva met weinig tot geen krediet- en liquiditeitsrisico.
4.  
Indien verevening plaatsvindt in commerciëlebankgeld, bewaakt, beheert en limiteert de SIPS-exploitant de krediet- en liquiditeitsrisico's afkomstig van de commerciële afwikkelingsbanken. De SIPS-exploitant stelt in het bijzonder strikte criteria voor haar afwikkelingsbanken vast, en monitoort naleving ervan,, waarbij rekening wordt gehouden met, onder andere, hun regulering en toezicht, kredietwaardigheid, kapitalisatie, toegang tot liquiditeiten en operationele betrouwbaarheid. De SIPS-exploitant monitoort en bewaakt daarnaast de concentratie van krediet- en liquiditeitsblootstelling aan de commerciële afwikkelingsbanken van het SIPS.
5.  
Indien een SIPS-exploitant geldafwikkelingen via zijn eigen boeken laat lopen, minimaliseert hij zijn krediet- en liquiditeitsrisico's en bewaakt deze streng.
6.  

Indien afwikkeling plaatsvindt in commerciëlebankgeld, vermelden de juridische overeenkomsten van een SIPS-exploitant met commerciële afwikkelingsbanken duidelijk:

a) 

wanneer overdrachten worden verwacht in de boeken van individuele afwikkelingsbanken;

b) 

dat overdrachten finaal zijn wanneer ze zijn uitgevoerd;

c) 

dat ontvangen fondsen zo snel mogelijk overdraagbaar zijn, op zijn minst tegen het einde van de dag.

Artikel 11

Betaling tegen betaling

Een SIPS-exploitant die een betaling-tegen-betaling systeem (payment versus payment) gebruikt, elimineert het hoofdrisico door ervoor te zorgen dat de finale afwikkeling van één verplichting plaatsvindt indien, en alleen in het geval dat, de finale afwikkeling van de daaraan verbonden verplichting eveneens plaatsvindt. Deze regel wordt gevolgd ongeacht of verevening plaatsvindt op een bruto- of nettobasis en wanneer er finaliteit is.

Artikel 12

Regels en procedures met betrekking tot verzuim van deelnemers

1.  
Een SIPS-exploitant definieert in de SIPS-regels en -procedures wat verzuim van een deelnemer inhoudt, waarbij vermeld wordt dat er in ieder geval sprake is van verzuim wanneer de deelnemer niet voldoet aan zijn financiële verplichtingen wanneer deze opeisbaar worden, als gevolg van, onder meer, operationele redenen, schending van de overeenkomst of de aanvang van een insolventieprocedure tegen de betreffende deelnemer. Een SIPS-exploitant onderscheidt tussen automatisch en discretionair verzuim. In dit laatste geval vermeldt de SIPS-exploitant welke entiteit die discretionaire bevoegdheid zal uitoefenen en beoordeelt deze definitie tenminste eenmaal per jaar.
2.  

Een SIPS-exploitant beschikt over regels en procedures met betrekking tot verzuim die hem in staat stellen aan zijn verplichtingen te blijven voldoen ingeval van verzuim door een deelnemer, waarbij de aanvulling van middelen na verzuim wordt geregeld. De regels en procedures omschrijven in ieder geval alle volgende zaken:

a) 

de maatregelen die een SIPS-exploitant kan nemen wanneer verzuim plaatsvindt;

b) 

of het treffen van dergelijke maatregelen automatisch of discretionair is en de wijze waarop deze discretionaire bevoegdheid wordt uitgeoefend;

c) 

mogelijke wijzigingen van de normale afwikkelingsprocedures van de SIPS-exploitant teneinde tijdige verevening te verzekeren;

d) 

het management van betalingen in de verschillende behandelingsfasen daarvan;

e) 

de waarschijnlijke volgorde van maatregelen;

f) 

de rollen, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, inclusief de deelnemers die niet in verzuim zijn;

g) 

andere mechanismen die geactiveerd kunnen worden teneinde de impact van verzuim te verminderen.

3.  
Een SIPS-exploitant is erop voorbereid de regels en procedures inzake verzuim uit te voeren, inclusief passende discretionaire procedures die zijn opgenomen in zijn regels. Een SIPS-exploitant verzekert onder meer dat: a) hij over de operationele capaciteit inclusief voldoende goed opgeleid personeel beschikt om de in lid 2 uiteengezette procedures tijdig uit te voeren, en b) dat de regels en procedures van het SIPS de behoefte aan documentatie, informatie en communicatie en, indien er meer dan één FMI of autoriteit bij betrokken is, coördinatie als zodanig beschrijven.
4.  

Een SIPS-exploitant maakt de cruciale aspecten van de in lid 2 uiteengezette regels en procedures openbaar, waaronder tenminste alle volgende zaken:

a) 

de omstandigheden waaronder maatregelen getroffen moeten worden;

b) 

wie deze maatregelen neemt;

c) 

de reikwijdte van de te nemen maatregelen;

d) 

het mechanisme voor verplichtingen van een SIPS-exploitant versus deelnemers die niet in verzuim zijn.

5.  
Ofwel tenminste eenmaal per jaar, ofwel na iedere materiële wijziging aan het SIPS die van invloed is op die regels en procedures, test een SIPS-exploitant de in lid 2 uiteengezette regels en procedures van het SIPS, en herziet deze. Een SIPS-exploitant betrekt de deelnemers aan het SIPS en de desbetreffende belanghebbenden bij het testen en beoordelen.

▼M1

Artikel 13

Algemeen bedrijfsrisico

1.  
Een SIPS-exploitant zorgt voor solide beheers- en controlesystemen voor het vaststellen, bewaken en beheren van algemene bedrijfsrisico's, waaronder verliezen die voortvloeien uit slechte uitoefening van bedrijfsstrategie, negatieve cashflows of onverwachte en excessief hoge exploitatiekosten.
2.  
Een SIPS-exploitant beschikt over een uitvoerbaar herstelplan of, behalve voor Eurosysteem-SIPS, een ordelijk liquidatieplan, zoals artikel 5, lid 4 vereist.
3.  
Een SIPS-exploitant stelt het bedrag aan activa vast dat benodigd is om het in lid 2 bedoelde plan te implementeren, zulks op basis van haar algemene bedrijfsrisicoprofiel en de tijd die vereist is om een herstel en/of ordelijke liquidatie van haar kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten te realiseren. Dit bedrag is ten minste gelijk aan het equivalent van exploitatiekosten over zes maanden.
4.  
Om het in lid 3 bedoelde bedrag af te dekken, houdt een SIPS-exploitant liquide netto-activa aan middels deelnemingen, zoals gewone aandelen, openbare reserves of andere ingehouden winsten, zodat hij de bedrijfsvoering en de diensten kan voortzetten als een going concern. Deze activa komen bovenop de middelen die worden aangehouden om verzuim van deelnemers af te dekken of andere in artikel 6 en 8 bedoelde risico's. Deelnemingen die worden aangehouden op basis van internationale risico-gebaseerde kapitaalnormen kunnen opgenomen worden teneinde dubbele kapitaaleisen te vermijden.
5.  
De in lid 4 bedoelde activa die worden aangehouden ter afdekking van algemeen bedrijfsrisico, zijn dermate liquide en van een kwaliteit dat deze tijdig beschikbaar zijn, en worden gescheiden van de activa van de SIPS-exploitant die worden gebruikt voor dagelijkse bedrijfsvoering. De SIPS-exploitant moet activa, die worden aangehouden ter dekking van algemene bedrijfsrisico's, met weinig, of geen nadelig prijseffect kunnen verkopen, zodat hij de bedrijfsvoering en -diensten kan voortzetten als going concern wanneer algemene bedrijfsverliezen worden geleden.
6.  
Een SIPS-exploitant stelt een levensvatbaar kapitaalplan op voor het aantrekken van additioneel vermogen, indien zijn vermogen het in lid 3 bedoelde bedrag te dicht nadert of lager is dan dit bedrag.
7.  
Lid 3 tot en met 6 zijn niet van toepassing op Eurosysteem-SIPS.

▼B

Artikel 14

Bewaarnemings- en beleggingsrisico's

1.  
Een SIPS-exploitant houdt zijn eigen activa en die van de deelnemers aan bij gecontroleerde en gereguleerde entiteiten (hierna te noemen de „bewaarnemers”), die boekhoudkundige procedures, regels voor bewaarneming en interne controle hebben ter volledige bescherming van deze activa tegen het risico van verlies in het geval van insolventie, nalatigheid, fraude, slecht beheer of gebrekkige administratie van de bewaarnemer of sub-bewaarnemer.
2.  
Een SIPS-exploitant heeft tijdig toegang tot zijn activa en die van de deelnemers.
3.  
Een SIPS-exploitant evalueert en begrijpt zijn risico's ten aanzien van zijn bewaarnemingsbanken, waarbij rekening wordt gehouden met de volledige relatie die hij met ieder van hen heeft.
4.  
Een SIPS-exploitant heeft een investeringsstrategie die consistent is met zijn algehele risicobeheerstrategie en die volledig openbaar wordt gemaakt aan de deelnemers. De SIPS-exploitant herziet deze investeringsstrategie tenminste eenmaal per jaar.
5.  
De investeringen van een SIPS-exploitant op basis van zijn investeringsstrategie worden gedekt door debiteuren van hoge kwaliteit of vorderingen op deze. Een SIPS-exploitant stelt criteria voor crediteuren van hoge kwaliteit vast. Investeringen worden gedaan in instrumenten met een minimaal krediet-, markt- en liquiditeitsrisico.
6.  
De leden 3 tot en met 5 zijn niet van toepassing op Eurosysteem-SIPS.

Artikel 15

Operationeel risico

1.  
Een SIPS-exploitant zet een solide kader op met toepasselijke systemen, beleidslijnen, procedures en controles voor het vaststellen, bewaken en beheren van exploitatierisico's.

▼M1

1 bis.  
Regelmatig, en na significante veranderingen, voert een SIPS-exploitant een audit uit op systemen, operationeel beleid, procedures en controles, en toetst en test deze.

▼B

2.  
Een SIPS-exploitant stelt doelstellingen en beleidslijnen vast met betrekking tot het dienstverleningsniveau en de betrouwbaarheid van de exploitatie ten behoeve van het bereiken van die doelstellingen. De SIPS-exploitant herziet de doelstellingen en beleidslijnen tenminste eenmaal per jaar.
3.  
Een SIPS-exploitant verzekert dat de capaciteit van een SIPS te allen tijde uitgebreid kan worden om toenames van betalingsvolumes die plaatsvinden als resultaat van stress-evenementen op te vangen; tevens verzekert hij dat het SIPS zijn doelstellingen op het gebied van dienstverleningsniveau kan behalen.
4.  
Een SIPS-exploitant zet een integraal beleid op met betrekking tot fysieke veiligheid en beveiliging van informatie waarmee alle mogelijke zwakheden en bedreigingen genoegzaam kunnen worden vastgesteld, beoordeeld en beheerst. De SIPS-exploitant toetst het plan tenminste eenmaal per jaar.

▼M1

4 bis.  
Een SIPS-exploitant zet een effectief cyberbeveiligingskader op met passende governancemaatregelen om cyberrisico's te beheren. De SIPS-exploitant bepaalt welke activiteiten en onderliggende activa kritiek zijn, en treft passende maatregelen om ze te beschermen tegen cyberaanvallen, deze op te sporen, erop te reageren en ervan te herstellen. Deze maatregelen worden regelmatig getest. De SIPS-exploitant waarborgt dat hij een degelijk situatiekennisniveau van cyberbedreigingen heeft. De SIPS-exploitant waarborgt dat continue scholing en ontwikkeling plaatsvinden om zijn cyberbeveiligingskader tijdig en indien nodig aan te passen aan het dynamische karakter van cyberrisico's.

▼B

5.  
Een SIPS-exploitant zet een bedrijfscontinuïteitsplan op met betrekking tot gebeurtenissen die een aanzienlijk risico voor verstoring van de bedrijfsvoering van de SIPS vormen. Het plan houdt het gebruik in van een tweede locatie en is ontworpen om zeker te stellen dat kritische informatietechnologiesystemen binnen twee uur na dergelijke gebeurtenissen weer in werking kunnen zijn. Het plan is zodanig opgezet dat het SIPS altijd in staat is om alle betalingen aan het einde van de werkdag waarop de verstoring plaatsvond te verevenen. De SIPS-exploitant test het plan tenminste eenmaal per jaar en herziet het.
6.  
Een SIPS-exploitant stelt vast wie de kritische deelnemers, met name op basis van betalingsvolumes en de waarde daarvan, alsmede hun potentiële invloed op andere deelnemers en het SIPS in zijn geheel, indien dergelijke deelnemers te maken krijgen met een aanzienlijk exploitatieprobleem.
7.  
Een SIPS-exploitant stelt de risico's vast, bewaakt, en beheert deze, die kritische deelnemers, andere FMI's en dienstverleners en nutsbedrijven kunnen vormen voor de operaties van het SIPS.

▼M1

Artikel 16

Toegangs- en deelnamecriteria

1.  
Een SIPS-exploitant stelt non-discriminatoire toegangs- en deelnamecriteria met betrekking tot de diensten van het SIPS vast, en maakt deze openbaar, voor directe en, indien relevant, indirecte deelnemers en andere FMI's. De SIPS-exploitant herziet de criteria tenminste eenmaal per jaar.
2.  
De toegangs- en deelnamecriteria van lid 1 worden gerechtvaardigd door de eisen van veiligheid en efficiency van het SIPS en de markten die daardoor worden bediend en worden afgestemd op, en staan in verhouding tot, de specifieke risico's van het SIPS. In overeenstemming met het proportionaliteitsprincipe stelt een SIPS-exploitant vereisten vast die de toegang zo min mogelijk beperken. Indien een SIPS-exploitant toegang weigert aan een verzoekende entiteit, geeft hij schriftelijke redenen aan die zijn gebaseerd op een integrale risicoanalyse.
3.  
Een SIPS-exploitant monitort voortdurend of de deelnemers voldoen aan de toegangs- en deelnamecriteria van het SIPS. De SIPS-exploitant stelt non-discriminatoire procedures vast om schorsing of de ordelijke beëindiging van het deelnamerecht van een deelnemer te faciliteren wanneer de deelnemer niet voldoet aan de criteria en maakt de betrokken cruciale aspecten van die procedures publiekelijk bekend. De SIPS-exploitant herziet de procedures tenminste eenmaal per jaar.

▼B

Artikel 17

Getrapte deelnameregelingen

▼M1

1.  

Met het oog op risicobeheer verzekert een SIPS-exploitant dat de regels, procedures en contractuele regelingen van het SIPS, het SIPS in staat stellen informatie te verzamelen met betrekking tot indirecte deelname, teneinde de materiële risico's voor het SIPS die voortvloeien uit deelname vast te stellen, te monitoren en te beheren. Deze informatie omvat minimaal de volgende elementen:

a) 

de activiteiten die directe deelnemers in eigen naam en ten behoeve van indirecte deelnemers verrichten in verhouding tot de activiteit op systeemniveau;

b) 

het aantal indirecte deelnemers dat verevent via individuele directe deelnemers;

c) 

het volume en de waarde van de betalingen in het SIPS die afkomstig zijn van iedere indirecte deelnemer;

d) 

het volume en de waarde van de betalingen onder c) in verhouding tot die van de directe deelnemer via wie de indirecte deelnemer toegang heeft tot het SIPS.

2.  
Een SIPS-exploitant stelt de materiële afhankelijkheden vast die bestaan tussen directe en indirecte deelnemers en die het SIPS zouden kunnen treffen, rekening houdend met de in lid 1 bedoelde informatie.

▼B

3.  
Een SIPS-exploitant identificeert de indirecte deelnemers die een reëel risico vormen voor het SIPS en de directe deelnemers via welke zij zich toegang verschaffen tot het SIPS, met het oog op het beheren van dergelijke risico's.
4.  
Een SIPS-exploitant beoordeelt tenmminste eenmaal per jaar de risico's die voortvloeien uit getrapte deelnameregelingen. De SIPS-exploitant neemt naar behoeve limiteringsmaatregelen teneinde te verzekeren dat de risico's naar behoren worden beheerst.

Artikel 18

Efficiency en doeltreffendheid

1.  

Een SIPS-exploitant zorgt voor een procedure ter vaststelling van en tegemoetkoming aan de behoeften van de markten die het SIPS bedient, meer in het bijzonder met betrekking tot:

a) 

keuze van een clearing- en vereveningsregeling;

b) 

operationele structuur;

c) 

aanbod van producten die worden gecleared of verevend;

d) 

gebruik van technologie en procedures.

2.  
Een SIPS-exploitant zorgt voor helder gedefinieerde doelstellingen die meetbaar en haalbaar zijn, zoals bijvoorbeeld op het gebied van het minimum-dienstverleningsniveau, verwachtingen voor risicobeheer en zakelijke prioriteiten.
3.  
Een SIPS-exploitant zorgt voor mechanismen voor de regelmatige beoordeling, in ieder geval jaarlijks, van de in lid 1 en 2 vastgelegde vereisten.

Artikel 19

Communicatieprocedures en -normen

Een SIPS-exploitant gebruikt relevante internationaal geaccepteerde communicatieprocedures en -normen,of accommodeert deze, teneinde efficiënte betalingen, clearing, verevening en vastlegging te faciliteren.

Artikel 20

Openbaarmaking van de regels, cruciale procedures en marktgegevens

1.  
Een SIPS-exploitant stelt heldere en integrale regels en procedures vast die volledig openbaar worden gemaakt aan deelnemers. Toepasselijke regels en cruciale procedures worden ook openbaar gemaakt.
2.  
Een SIPS-exploitant maakt heldere beschrijvingen openbaar van de opzet en de werking van het systeem alsmede de rechten en verplichtingen van de SIPS-exploitant en de deelnemers, zodat de deelnemers de risico's kunnen beoordelen die zij zouden lopen bij deelname aan het SIPS.
3.  
Een SIPS-exploitant verschaft alle benodigde en toepasselijke documentatie en training teneinde te bewerkstelligen dat de deelnemers de regels en procedures van het SIPS begrijpen evenals de risico's die zij lopen bij deelname aan het SIPS.
4.  
Een SIPS-exploitant maakt de tarieven van het SIPS bekend met betrekking tot de individuele SIPS-diensten evenals het beleid inzake kortingen. De SIPS-exploitant geeft heldere beschrijvingen van de betaalde diensten, zodat vergelijking mogelijk is.
5.  
Een SIPS-exploitant completeert de reacties op het CPSS-IOSCO „Disclosure framework for financial market structures” en maakt deze openbaar. De SIPS-exploitant werkt zijn reacties bij na materiële wijzigingen aan het systeem of de omgeving daarvan, en in ieder geval elke twee jaar. Een SIPS-exploitant maakt ook, tenminste, basisgegevens met betrekking tot transactievolumes en -waarden openbaar.

▼M1

Artikel 21

Bevoegdheden van een bevoegde autoriteit

1.  

Een bevoegde autoriteit beschikt over de bevoegdheden om:

a) 

van de SIPS-exploitant steeds alle informatie en documenten te verkrijgen die noodzakelijk zijn om vast te stellen of aan de vereisten van deze Verordening wordt voldaan, of om de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te bevorderen. De SIPS-exploitant rapporteert de betrokken informatie onverwijld aan de bevoegde autoriteit;

b) 

van een SIPS-exploitant te vereisen dat deze een onafhankelijke deskundige aanstelt om onderzoek te verrichten naar of een onafhankelijke toetsing uit te voeren van de bedrijfsvoering van het SIPS. De bevoegde autoriteit kan vereisten opleggen aangaande het type te benoemen deskundige, de inhoud en de reikwijdte van het te produceren verslag, de behandeling van het verslag, waaronder openbaarmaking en publicatie van bepaalde elementen en timing van het op te stellen rapport. Een SIPS-exploitant communiceert de bevoegde autoriteit hoe werd voldaan aan de opgelegde vereisten;

c) 

ter plekke controles uit te voeren of het uitvoeren van controles ter plekke te delegeren. De bevoegde autoriteit kan de controle zonder voorafgaande aankondiging uitvoeren, indien de passende uitvoering en efficiëntie van een controle dat vereisen.

▼M2

2.  
De ECB stelt een besluit vast inzake de procedure en voorwaarden voor de uitoefening van de in lid 1 bedoelde bevoegdheden. In het besluit wordt duidelijk aangegeven hoe deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend en welke procedurele aspecten in acht moeten worden genomen wanneer de bevoegde autoriteit zowel de ECB als een nationale centrale bank is krachtens artikel 2, lid 5, punt b), ii).

▼M1

Artikel 21 bis

Organisatie van oversightactiviteiten

Een bevoegde autoriteit kan doorlopende en/of ad-hocoversightactiviteiten uitvoeren om te beoordelen of een SIPS-exploitant voldoet aan de vereisten van artikel 3 tot en met 21 of om de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te bevorderen.

Artikel 21 ter

Vertrouwelijkheid

Informatie die een SIPS-exploitant op vertrouwelijke basis heeft gedeeld met een bevoegde autoriteit kan worden gedeeld binnen het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB). Die informatie behandelen ESCB-leden vertrouwelijk, zulks overeenkomstig het in artikel 37.1 van de ESCB-statuten vastgelegde beroepsgeheim.

▼M1

Artikel 22

Corrigerende maatregelen

1.  

Indien een SIPS-exploitant deze verordening niet in acht neemt, of indien er een redelijk vermoeden bestaat dat een SIPS-exploitant deze verordening niet in acht neemt:

a) 

informeert de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant schriftelijk over de aard van de niet-inachtneming, of het vermoeden van niet-inachtneming, en

b) 

stelt de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant in de gelegenheid gehoord te worden en een toelichting te geven.

2.  
Rekening houdend met de door de SIPS-exploitant verschafte informatie, kan de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant corrigerende maatregelen opleggen om de niet-inachtneming te herstellen en/of te voorkomen dat deze wordt herhaald.
3.  
De bevoegde autoriteit kan direct corrigerende maatregelen opleggen, indien zij van mening is dat de ernst van de niet-inachtneming direct handelen vereist. De bevoegde autoriteit onderbouwt haar besluit.
4.  
Een bevoegde autoriteit, niet zijnde de ECB, stelt de ECB in kennis van haar voornemen om onverwijld corrigerende maatregelen op te leggen aan een SIPS-exploitant.
5.  
Corrigerende maatregelen kunnen onafhankelijk van de uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad ( 7 ) opgelegde sancties opgelegd worden, of parallel aan die sancties.

▼M2

6.  
De ECB stelt een besluit vast betreffende de te volgen procedure bij het opleggen van corrigerende maatregelen. In het besluit wordt duidelijk aangegeven hoe deze procedure moet worden nageleefd wanneer de bevoegde autoriteit zowel de ECB als een nationale centrale bank is krachtens artikel 2, lid 5, punt b), ii).

▼M1

Artikel 23

Sancties

Ingeval van inbreuk op deze Verordening kan de ECB sancties opleggen. Die sancties stroken met Verordening (EG) nr. 2532/98 en Verordening (EG) nr. 2157/99 van de Europese Centrale Bank (ECB/1999/4) ( 8 ). De ECB stelt een besluit vast over de methodologie ter berekening van het sanctiebedrag.

Artikel 24

Evaluatie

De Raad van bestuur evalueert de algemene toepassing van deze Verordening uiterlijk twee jaar volgende op de datum waarop deze Verordening in werking treedt, en daarna elke drie jaar, en beoordeelt of wijzigingen noodzakelijk zijn.

▼B

Artikel 25

Slotbepalingen

1.  
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2.  
SIPS-exploitants krijgen een periode van een jaar, gerekend vanaf de datum waarop de beslissing van de Raad van bestuur op basis van artikel 1, lid 2, aan hen is bekendgemaakt, om te voldoen aan de vereisten die in deze verordening zijn vastgelegd.
3.  
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.



( 1 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

( 2 ) Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).

( 3 ) Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

( 4 ) Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

( 5 ) Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

( 6 ) Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28).

( 7 ) Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4).

( 8 ) Verordening (EG) nr. 2157/99 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21).