2014D0178 — NL — 30.08.2014 — 003.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 27 maart 2014

betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1979)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/178/EU)

(PB L 095, 29.3.2014, p.47)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

 M1

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2014

  L 201

31

10.7.2014

 M2

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 31 juli 2014

  L 231

7

2.8.2014

►M3

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 28 augustus 2014

  L 259

23

30.8.2014




▼B

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 27 maart 2014

betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1979)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/178/EU)



DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt ( 1 ), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt ( 2 ), en met name artikel 10, lid 4,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong ( 3 ), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2002/60/EG van de Raad ( 4 ) bevat de in de Unie toe te passen minimummaatregelen om Afrikaanse varkenspest te bestrijden, waaronder de maatregelen die moeten worden genomen bij een uitbraak van Afrikaanse varkenspest en in geval van vermoedelijke en van bevestigde aanwezigheid van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens. Die maatregelen omvatten programma’s voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij een populatie wilde varkens die door de lidstaten moeten worden ontwikkeld en uitgevoerd en die ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de Commissie.

(2)

Beschikking 2005/363/EG ( 5 ) werd vastgesteld naar aanleiding van de aanwezigheid van Afrikaanse varkenspest in Sardinië, Italië. Bij die beschikking zijn veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld betreffende de verplaatsing en de verzending van en het aanbrengen van merken op varkens en bepaalde varkensproducten uit Sardinië om te voorkomen dat die ziekte zich naar andere gebieden van de Unie uitbreidt.

(3)

Daarnaast is bij Beschikking 2005/362/EG van de Commissie ( 6 ) een door Italië bij de Commissie ingediend programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in Sardinië goedgekeurd.

(4)

In 2014 zijn in Litouwen en Polen gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens, meer bepaald bij everzwijnen, vastgesteld door de insleep van het Afrikaansevarkenspestvirus vanuit aangrenzende derde landen waar die ziekte aanwezig is. Om de bestrijdingsmaatregelen gericht te kunnen nemen en de verspreiding van de ziekte te voorkomen en om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, is in samenwerking met de betrokken lidstaten met spoed een lijst van de Europese Unie met besmette gebieden in die landen opgesteld bij de Uitvoeringsbesluiten 2014/93/EU ( 7 ) en 2014/134/EU ( 8 ) van de Commissie, die beide van toepassing zijn tot en met 30 april 2014.

(5)

Afrikaanse varkenspest kan worden beschouwd als een endemische ziekte bij als huisdier gehouden varkens en bij wilde varkens in bepaalde derde landen die aan de Unie grenzen en vormt een permanente bedreiging voor de Unie.

(6)

De dierziektesituatie kan, gezien de handel in producten van varkens, gevaar opleveren voor de varkensstapel in andere regio’s van Litouwen, Italië en Polen en ook in andere lidstaten.

(7)

Litouwen en Polen hebben in het kader van Richtlijn 2002/60/EG maatregelen genomen ter bestrijding van de Afrikaanse varkenspest en zij zullen overeenkomstig artikel 16 van die richtlijn hun programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens voor goedkeuring indienen bij de Commissie.

(8)

Er dient in een bijlage een lijst te worden vastgesteld waarin de betrokken lidstaten en gebieden worden opgenomen naargelang het risiconiveau, waarbij rekening wordt gehouden met de epizoötiologische situatie van Afrikaanse varkenspest en met de vraag of zowel varkenshouderijen als wilde varkens betrokken zijn (deel III) of uitsluitend wilde varkens (deel II), dan wel of het risico voortvloeit uit een besmetting van wilde varkens die zich binnen een bepaalde afstand voordoet (deel I).

(9)

Verplaatsingen van verschillende varkensproducten houden een verschillend risiconiveau voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in. Zoals wordt aangegeven in het wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 2010 ( 9 ) vormt de verplaatsing van levende varkens, sperma, eicellen en embryo’s daarvan en dierlijke bijproducten afkomstig van varkens uit besmette gebieden in het algemeen een hoger risico wat betreft blootstelling en mogelijke gevolgen dan de verplaatsing van vlees, vleesbereidingen en vleesproducten. Daarom moet de verzending van levende varkens, van sperma, eicellen en embryo’s daarvan, van dierlijke bijproducten afkomstig van varkens en van bepaalde soorten vlees, vleesbereidingen en vleesproducten uit aangewezen zones van de lidstaten die zijn vermeld in de bijlage bij dit besluit, worden verboden. Dit verbod omvat alle in Richtlijn 92/65/EEG van de Raad ( 10 ) bedoelde suidae.

(10)

Om rekening te houden met de verschillende risiconiveaus naar gelang van de aard van de varkensproducten en de epizoötiologische situatie in de betrokken lidstaten, moeten voor elk type varkensproduct uit de gebieden onder de verschillende delen van de bijlage bij deze verordening bepaalde afwijkingen worden vastgesteld. Die afwijkingen stemmen ook overeen met de risicobeperkende invoermaatregelen inzake Afrikaanse varkenspest die zijn vermeld in de Terrestrial Animal Health Code van de Wereldorganisatie voor diergezondheid. De bijkomende voorzorgsmaatregelen en gezondheidsvoorschriften of behandelingen die van toepassing zijn voor die afwijkingen moeten ook in dit besluit worden vastgesteld.

(11)

Richtlijn 64/432/EEG van de Raad ( 11 ) en Beschikking 93/444/EEG van de Commissie ( 12 ) bepalen dat de verplaatsingen van dieren vergezeld moeten gaan van gezondheidscertificaten. Om ervoor te zorgen dat in de desbetreffende certificaten adequate en nauwkeurige gezondheidsinformatie wordt verstrekt, moet daarin naar dit besluit worden verwezen wanneer afwijkingen van het verbod op de verzending van levende varkens uit in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden worden toegepast op levende varkens die bestemd zijn voor handelsverkeer binnen de Unie of voor uitvoer naar een derde land.

(12)

Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie ( 13 ) bepaalt dat de verplaatsingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong vergezeld moeten gaan van gezondheidscertificaten. Wanneer voor een lidstaat een verbod op de verzending van vers varkensvlees, vleesbereidingen en vleesproducten van of met varkensvlees uit bepaalde delen van zijn grondgebied geldt, moeten - om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar andere gebieden van de Unie te voorkomen - een aantal voorschriften worden vastgesteld, met name wat certificering betreft, voor de verzending van dergelijk vlees en dergelijke vleesbereidingen en vleesproducten uit andere delen van het grondgebied van die lidstaat die niet onder dat verbod vallen; in die gezondheidscertificaten moet naar dit besluit worden verwezen.

(13)

Bovendien is het, om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar andere gebieden van de Unie en naar derde landen te voorkomen, wenselijk om vast te stellen dat aan de verzending van vers varkensvlees, vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens uit lidstaten met in de bijlage vermelde gebieden bepaalde strengere voorwaarden zijn verbonden. Met name moeten op dit vers varkensvlees en deze vleesbereidingen en varkensvleesproducten speciale merktekens worden aangebracht die niet kunnen worden verward met het identificatiemerk als bedoeld in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad ( 14 ) en de gezondheidsmerken voor varkensvlees als bedoeld in Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad ( 15 ).

(14)

Voor de periode van toepassing van de in dit besluit vastgestelde maatregelen moet rekening worden gehouden met de epizoötiologie van Afrikaanse varkenspest en de voorwaarden waaronder de status „vrij van Afrikaanse varkenspest” overeenkomstig de Terrestrial Animal Health Code van de Wereldorganisatie voor diergezondheid opnieuw kan worden verkregen; derhalve moet die periode minstens tot en met 31 december 2017 duren.

(15)

De Uitvoeringsbesluiten 2014/93/EU en 2014/134/EU moeten worden ingetrokken en door dit besluit worden vervangen. Beschikking 2005/363/EG is al enkele keren gewijzigd. Het is dan ook wenselijk die beschikking in te trekken en door dit besluit te vervangen.

(16)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:



Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Dit besluit stelt veterinairrechtelijke bestrijdingsmaatregelen vast in verband met Afrikaanse varkenspest in de lidstaten of gebieden daarvan als vermeld in de bijlage (de betrokken lidstaten).

Dit besluit is van toepassing onverminderd de programma’s voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in de betrokken lidstaten die door de Commissie zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/60/EG.

Artikel 2

Verbod op de verzending van levende varkens, sperma, eicellen en embryo’s van varkens, varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten die varkensvlees bevatten, alsook van zendingen van dierlijke bijproducten van varkens, uit bepaalde in de bijlage vermelde gebieden

De betrokken lidstaten verbieden:

a) de verzending van levende varkens uit de in deel II of deel III van de bijlage vermelde gebieden;

b) de verzending van zendingen sperma, eicellen en embryo’s van varkens uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden;

c) de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten die varkensvlees bevatten uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden;

d) de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden.

Artikel 3

Afwijking van het verbod op de verzending van levende varkens uit de in deel II van de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van het bepaalde in artikel 2, onder a), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van levende varkens uit een bedrijf in de in deel II van de bijlage vermelde gebieden naar andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat, mits de varkens gedurende ten minste dertig dagen of sinds hun geboorte op het bedrijf hebben verbleven en er gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verplaatsing geen levende varkens op het bedrijf zijn binnengebracht, en

1. de varkens binnen een periode van 15 dagen vóór de datum van de verplaatsing zijn onderworpen aan laboratoriumtests op Afrikaanse varkenspest die met negatieve resultaten zijn uitgevoerd op monsters die zijn genomen overeenkomstig de bemonsteringsprocedures die zijn vastgesteld in het programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van dit besluit, en op het moment van verzending een klinisch onderzoek op Afrikaanse varkenspest is uitgevoerd door een officiële dierenarts overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures die zijn vastgelegd in hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG van de Commissie ( 16 ), of

2. de varkens van een bedrijf komen:

a) dat ten minste tweemaal per jaar, met een tussenpoos van ten minste vier maanden, door de bevoegde veterinaire autoriteit aan een inspectie is onderworpen waarbij:

i) de richtsnoeren en procedures overeenkomstig hoofdstuk IV van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG zijn gevolgd;

ii) een klinisch onderzoek en bemonstering overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG is uitgevoerd;

iii) de daadwerkelijke toepassing van de bepalingen in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2002/60/EG is gecontroleerd;

b) dat de door de bevoegde autoriteit vastgestelde eisen op het gebied van de bioveiligheid inzake Afrikaanse varkenspest uitvoert;

c) waar de varkens met een leeftijd van meer dan zestig dagen zijn onderworpen aan de in lid 1 bedoelde laboratoriumtests op Afrikaanse varkenspest.

Artikel 4

Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van het bepaalde in artikel 2, onder c), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden, mits zij:

a) afkomstig zijn van varkens die sinds hun geboorte op bedrijven buiten de in de bijlage vermelde gebieden zijn gehouden en het varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees in overeenkomstig artikel 10 goedgekeurde inrichtingen zijn geproduceerd, opgeslagen en verwerkt, of

b) in overeenstemming met artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG van de Raad zijn geproduceerd en verwerkt.

Artikel 5

Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden.

In afwijking van het bepaalde in artikel 2, onder d), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van afgeleide producten als bedoeld in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 17 ) die zijn verkregen van dierlijke bijproducten van varkens uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden, mits zij een behandeling hebben ondergaan die waarborgt dat het afgeleide product geen risico inhoudt met betrekking tot Afrikaanse varkenspest.

Artikel 6

Verbod op de verzending van levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

1.  De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen levende varkens naar andere lidstaten en derde landen worden verzonden, behalve indien die levende varkens afkomstig zijn:

a) uit andere dan de in de bijlage vermelde gebieden;

b) van een bedrijf waar gedurende ten minste dertig dagen voor de datum van verzending geen levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden zijn binnengebracht.

2.  In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten de verzending toestaan van levende varkens van een bedrijf in de in deel I van de bijlage vermelde gebieden, mits die levende varkens voldoen aan de volgende voorwaarden:

a) zij hebben gedurende ten minste veertig dagen of sinds hun geboorte op het bedrijf verbleven en gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verzending zijn geen levende varkens op dat bedrijf binnengebracht;

b) zij komen van een bedrijf dat de door de bevoegde autoriteit vastgestelde eisen op het gebied van de bioveiligheid inzake Afrikaanse varkenspest uitvoert;

c) zij zijn binnen een periode van 15 dagen vóór de datum van de verplaatsing onderworpen aan laboratoriumtests op Afrikaanse varkenspest die met negatieve resultaten zijn uitgevoerd op monsters die zijn genomen overeenkomstig de bemonsteringsprocedures die zijn vastgesteld in het programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van dit besluit, en op het moment van verzending is een klinisch onderzoek op Afrikaanse varkenspest uitgevoerd door een officiële dierenarts overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures die zijn vastgelegd in hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG, of

d) zij komen van een bedrijf dat ten minste tweemaal per jaar, met een tussenpoos van ten minste vier maanden, door de bevoegde veterinaire autoriteit aan een inspectie is onderworpen waarbij:

i) de richtsnoeren en procedures overeenkomstig hoofdstuk IV van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG zijn gevolgd;

ii) een klinisch onderzoek en bemonstering overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG is uitgevoerd;

iii) de daadwerkelijke toepassing van de in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2002/60/EG vastgestelde maatregelen is gecontroleerd.

3.  Voor zendingen van de in dit artikel bedoelde levende varkens, wordt de volgende zin toegevoegd aan de overeenkomstige gezondheidscertificaten als bedoeld in:

a) artikel 5, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG, en

b) artikel 3, lid 1, van Richtlijn 93/444/EEG:

„Varkens in overeenstemming met artikel 6, lid 2, van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU ( 18 ).

Artikel 7

Verbod op de verzending van zendingen varkenssperma en eicellen en embryo’s van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen zendingen van de volgende producten naar andere lidstaten en derde landen worden verzonden:

a) sperma van varkens, tenzij het afkomstig is van beren die worden gehouden in een erkend spermacentrum als bedoeld in artikel 3, onder a), van Richtlijn 90/429/EEG van de Raad ( 19 ) dat gelegen is buiten de in de delen II en III van de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden;

b) eicellen en embryo’s van varkens, tenzij die eicellen en embryo’s afkomstig zijn van donorzeugen die worden gehouden op bedrijven die in overeenstemming zijn met artikel 6, lid 2, en die gelegen zijn buiten de in de delen II en III van de bijlage vermelde gebieden, en de embryo’s zijn bevrucht met sperma dat voldoet aan de voorwaarden onder a).

Artikel 8

Verbod op de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

1.  De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen zendingen van dierlijke bijproducten van varkens worden verzonden naar andere lidstaten en derde landen, tenzij deze bijproducten van varkens afkomstig zijn van varkens van herkomst en van oorsprong van een bedrijf dat gevestigd is buiten de in de delen II en III van de bijlage vermelde gebieden.

2.  In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten de verzending toestaan van afgeleide producten die zijn verkregen van dierlijke bijproducten van varkens uit de in de delen II en III van de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen, mits:

a) die bijproducten een behandeling hebben ondergaan die waarborgt dat het afgeleide product dat is verkregen van varkens geen risico inhoudt met betrekking tot Afrikaanse varkenspest;

b) de zendingen vergezeld gaan van een handelsdocument dat wordt afgegeven overeenkomstig hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie ( 20 ).

Artikel 9

Verbod op de verzending van vers varkensvlees en van bepaalde varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

1.  De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen zendingen van vers varkensvlees van varkens afkomstig van bedrijven in de in de bijlage vermelde gebieden en van varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met vlees van die varkens worden verzonden naar andere lidstaten en derde landen, tenzij het varkensvlees afkomstig is van varkens van herkomst en van oorsprong van een bedrijf dat gevestigd is buiten de in de delen II en III van de bijlage vermelde gebieden.

2.  In afwijking van lid 1 mogen de betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel III van de bijlage zijn vermeld, de verzending toelaten van vers varkensvlees zoals bedoeld in lid 1 en van varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees naar andere lidstaten, mits die varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten afkomstig zijn van varkens die sinds hun geboorte zijn gehouden in bedrijven buiten de in deel III van de bijlage vermelde gebieden en dat het verse varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten in overeenkomstig artikel 10 goedgekeurde inrichtingen zijn geproduceerd, opgeslagen en verwerkt.

3.  In afwijking van lid 1 mogen de betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel II van de bijlage zijn vermeld, de verzending toelaten van vers varkensvlees zoals bedoeld in lid 1 en van varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees naar andere lidstaten, mits die varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten afkomstig zijn van varkens die voldoen aan de in de leden 1 of 2 van artikel 3 vastgestelde eisen.

Artikel 10

Goedkeuring van slachthuizen, uitsnijderijen en vleesverwerkingsinrichtingen voor de toepassing van artikel 4 en artikel 9, lid 2

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaten keuren voor de toepassing van artikel 4 en van artikel 9, lid 2, alleen slachthuizen, uitsnijderijen en vleesverwerkingsinrichtingen goed waarin de productie, opslag en verwerking van vers varkensvlees en varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk varkensvlees dat (die) in aanmerking komt (komen) voor verzending naar andere lidstaten en derde landen overeenkomstig de in artikel 4 en artikel 9, lid 2, bepaalde afwijkingen, gescheiden plaatsvindt van de productie, opslag en verwerking van andere producten van of met vers varkensvlees en varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met vlees van varkens van oorsprong uit of afkomstig van bedrijven die gelegen zijn in de in de bijlage vermelde gebieden, met uitzondering van die welke zijn goedgekeurd in overeenstemming met dit artikel.

Artikel 11

Afwijking van het verbod op de verzending van vers varkensvlees en van bepaalde varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten uit de in de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van artikel 9 mogen de lidstaten de verzending toestaan van vers varkensvlees, varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees uit de in de delen II en III van de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen, mits de betrokken producten:

a) overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG geproduceerd en verwerkt zijn;

b) worden onderworpen aan de veterinaire certificering overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/99/EG;

c) vergezeld gaan van het passende gezondheidscertificaat voor het handelsverkeer binnen de Unie dat bij Verordening (EG) nr. 599/2004 is vastgesteld en waarvan deel II wordt aangevuld met de volgende vermelding:

„Producten overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU van 27 maart 2014 van de Commissie betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten ( 21 ).

Artikel 12

Informatie betreffende de artikelen 9 tot en met 11

De lidstaten delen elke zes maanden vanaf de datum van dit besluit de bijgewerkte lijst van de goedgekeurde inrichtingen als bedoeld in artikel 10 en alle relevante informatie over de toepassing van de artikelen 9, 10 en 11 mede aan de Commissie en de andere lidstaten.

Artikel 13

Maatregelen betreffende levende wilde varkens, vers vlees, vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van wilde varkens

1.  De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat:

a) geen levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden worden verzonden naar andere lidstaten of andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat;

b) geen zendingen vers vlees van wilde varkens, vleesbereidingen en vleesproducten van of met dergelijk vlees uit de in de bijlage vermelde gebieden worden verzonden naar andere lidstaten of andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat.

2.  In afwijking van lid 1, onder b), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van zendingen vers vlees van wilde varkens, vleesbereidingen en vleesproducten van of met dergelijk vlees uit de in deel I van de bijlage vermelde gebieden naar andere niet in de bijlage vermelde gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat, mits de wilde varkens met negatief resultaat zijn getest op Afrikaanse varkenspest overeenkomstig de diagnostische procedures van hoofdstuk VI, delen C en D, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG.

Artikel 14

Speciale gezondheidsmerken en certificeringsvoorschriften voor vers vlees, vleesbereidingen en vleesproducten waarvoor een verbod overeenkomstig de artikelen 2, 9 en 13 geldt

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat op vers vlees en vleesbereidingen en vleesproducten waarvoor het in de artikelen 2, 9 en 13 bepaalde verbod geldt, een speciaal gezondheidsmerk wordt aangebracht dat niet ovaal is en niet kan worden verward met:

a) het identificatiemerk voor vleesbereidingen en vleesproducten van of met varkensvlees als vermeld in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

b) het gezondheidsmerk voor vers varkensvlees als vermeld in sectie I, hoofdstuk III, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004.

Artikel 15

Voorschriften betreffende bedrijven en transportvoertuigen in de in de bijlage vermelde gebieden

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat:

a) de voorwaarden in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2002/60/EG worden toegepast op de varkensbedrijven die gelegen zijn in de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden;

b) voertuigen die zijn gebruikt voor het vervoer van varkens of van dierlijke bijproducten van varkens, afkomstig van bedrijven die in de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden gelegen zijn, onmiddellijk na elk transport worden gereinigd en ontsmet en de transporteur het bewijs van deze reiniging en ontsmetting levert.

Artikel 16

Door de betrokken lidstaten te verstrekken informatie

De betrokken lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid in kennis van de resultaten van het programma voor het toezicht op Afrikaanse varkenspest dat in de in de bijlage vermelde gebieden is uitgevoerd, zoals bepaald in de overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/60/EG door de Commissie goedgekeurde en in artikel 1, tweede alinea, van dit besluit bedoelde programma’s voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest.

Artikel 17

Naleving

De lidstaten brengen de maatregelen die zij ten aanzien van het handelsverkeer toepassen in overeenstemming met dit besluit en zij maken de getroffen maatregelen onmiddellijk bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

Artikel 18

Intrekking

Beschikking 2005/363/EG en Uitvoeringsbesluiten 2014/93/EU en 2014/134/EU worden ingetrokken.

Artikel 19

Toepassing

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2017.

Artikel 20

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

▼M3




BIJLAGE

DEEL I

1.    Estland

De volgende gebieden in Estland:

 de maakond van Põlvamaa;

 de maakond van Valgamaa;

 de maakond van Võrumaa;

 de vald van Abja;

 de vald van Häädemeeste;

 de vald van Halliste;

 de vald van Karski;

 de vald van Kõpu;

 de vald van Paikuse;

 de vald van Paistu;

 de vald van Saarde;

 de vald van Surju;

 de vald van Tahkuranna;

 de vald van Tarvastu.

2.    Letland

De volgende gebieden in Letland:

 de novads Aizkraukles;

 de novads Alojas;

 de novads Alūksnes;

 de novads Amatas;

 de novads Apes;

 de novads Baltinavas;

 de novads Balvu;

 de novads Cēsu;

 de novads Gulbenes;

 de novads Ikšķiles;

 de novads Inčukalna;

 de novads Jaunjelgavas;

 de novads Jaunpiepalgas;

 de novads Ķeguma;

 de novads Kocēnu;

 de novads Krimuldas;

 de novads Lielvārdes;

 de novads Līgatnes;

 de novads Limbažu;

 de novads Mālpils;

 de novads Mazsalacas;

 de novads Neretas;

 de novads Ogres;

 de novads Pārgaujas;

 de novads Priekuļu;

 de novads Raunas;

 de novads Ropažu;

 de novads Rugāju;

 de novads Salacgrīvas;

 de novads Sējas;

 de novads Siguldas;

 de novads Skrīveru;

 de novads Smiltenes;

 de novads Vecpiebalgas;

 de novadsVecumnieku;

 de novads Viesītes;

 de novads Viļakas;

 de republikas pilsēta van Valmiera.

3.    Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

 de rajono savivaldybe van Biržai;

 de rajono savivaldybe van Jonava;

 de rajono savivaldybe van Kaišiadorys;

 de rajono savivaldybe van Kaunas;

 de rajono savivaldybe van Kedainiai;

 de rajono savivaldybe van Kupiškis;

 de rajono savivaldybe van Panevežys;

 de rajono savivaldybe van Prienai;

 de savivaldybe van Birštonas;

 de savivaldybe van Kazlu Ruda;

 de savivaldybe van Marijampole;

 de savivaldybe van Kalvarija;

 de miesto savivaldybe van Kaunas;

 de miesto savivaldybe van Panevežys.

4.    Polen

De volgende gebieden in Polen:

 In de województwo Podlaskie:

 

 de stad Suwałki;

 de stad Białystok;

 de gemeenten Wiżajny, Rutka-Tartak, Szypliszki, Jeleniewo, Suwałki en Raczki in de powiat Suwalski;

 de gemeenten Krasnopol en Puńsk in de powiat Sejneński;

 de gemeenten Augustów met de stad Augustów en de gemeenten Nowinka, Sztabin en Bargłów Kościelny in de powiat Augustowski;

 de powiat Moniecki;

 de gemeenten Suchowola en Korycin in de powiat Sokólski;

 de gemeenten Choroszcz, Juchnowiec Kościelny, Suraż, Turośń Kościelna, Tykocin, Zabłudów, Łapy, Poświętne, Zawady en Dobrzyniewo Duże in de powiat Białostocki;

 de powiat Bielski;

 de powiat Hajnowski;

 de gemeenten Grodzisk, Dziadkowice en Milejczyce in de powiat Siemiatycki;

 de gemeente Rutki in de powiat Zambrowski;

 de gemeenten Kobylin-Borzymy, Kulesze Kościelne, Sokoły, Wysokie Mazowieckie met de stad Wysokie Mazowieckie, Nowe Piekuty, Szepietowo, Klukowo en Ciechanowiec in de powiat Wysokomazowiecki.

DEEL II

1.    Letland

De volgende gebieden in Letland:

 de novads Aknīstes;

 de novads Cesvaines;

 de novads Ērgļu;

 de novads Ilūkstes;

 de republikas pilsēta van Jēkabpils;

 de novads Jēkabpils;

 de novads Kokneses;

 de novads Krustpils;

 de novads Līvānu;

 de novads Lubānas;

 de novads Madonas;

 de novads Pļaviņu;

 de novads Salas;

 de novads Varakļānu.

2.    Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

 de apskritis Alytus;

 de rajono savivaldybe van Anykšciai;

 de rajono savivaldybe van Rokiškis;

 de rajono savivaldybe van Šalcininkai;

 de rajono savivaldybe van Širvintos;

 de rajono savivaldybe van Trakai;

 de rajono savivaldybe van Ukmerge;

 de rajono savivaldybe van Vilnius;

 de savivaldybe van Elektrenai;

 de miesto savivaldybe van Vilnius.

3.    Polen

De volgende gebieden in Polen:

 in het województwo Podlaskie:

 

 de gemeenten Giby en Sejny met de stad Sejny in de powiat Sejneński;

 de gemeenten Lipsk en Płaska in de powiat Augustowski;

 de gemeenten Czarna Białostocka, Gródek, Supraśl, Wasilków en Michałowo in de powiat Białostocki;

 de gemeenten Dąbrowa Białostocka, Janów, Krynki, Kuźnica, Nowy Dwór, Sidra, Sokółka en Szudziałowo in de powiat Sokólski.

DEEL III

1.    Italië

De volgende gebieden in Italië:

 alle gebieden van Sardinië.

2.    Letland

De volgende gebieden in Letland:

 de novads Aglonas;

 de novads Beverīnas;

 de novads Burtnieku;

 de novads Ciblas;

 de novads Dagdas;

 de novads Daugavpils;

 de novads Kārsavas;

 de novads Krāslavas;

 de novads Ludzas;

 de novads Naukšēnu;

 de novads Preiļu;

 de novads Rēzeknes;

 de novads Riebiņu;

 de novads Rūjienas;

 de novads Strenču;

 de novads Valkas;

 de novads Vārkavas;

 de novads Viļānu;

 de novads Zilupes;

 de republikas pilsēta van Daugavpils;

 de republikas pilsēta van Rēzekne.

3.    Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

 de rajono savivaldybe van Ignalina;

 de rajono savivaldybe van Moletai;

 de rajono savivaldybe van Švencionys;

 de rajono savivaldybe van Utena;

 de rajono savivaldybe van Zarasai;

 de savivaldybe van Visaginas.



( 1 ) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

( 2 ) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

( 3 ) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

( 4 ) Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).

( 5 ) Beschikking 2005/363/EG van de Commissie van 2 mei 2005 tot vaststelling van maatregelen ter bescherming van de diergezondheid tegen Afrikaanse varkenspest op Sardinië, Italië (PB L 118 van 5.5.2005, blz. 39).

( 6 ) Beschikking 2005/362/EG van de Commissie van 2 mei 2005 tot goedkeuring van de programma’s voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in Sardinië, Italië (PB L 118 van 5.5.2005, blz. 37).

( 7 ) Uitvoeringsbesluit 2014/93/EU van de Commissie van 14 februari 2014 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Litouwen (PB L 46 van 18.2.2014, blz. 20).

( 8 ) Uitvoeringsbesluit 2014/134/EU van de Commissie van 12 maart 2014 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Polen (PB L 74 van 14.3.2014, blz. 63).

( 9 ) EFSA Journal 2010; 8(3):1556.

( 10 ) Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, sectie I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).

( 11 ) Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64).

( 12 ) Beschikking 93/444/EEG van de Commissie van 2 juli 1993 houdende toepassingsbepalingen inzake het intracommunautaire handelsverkeer van bepaalde levende dieren en producten die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen (PB L 208 van 19.8.1993, blz. 34).

( 13 ) Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 44).

( 14 ) Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

( 15 ) Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206).

( 16 ) Beschikking 2003/422/EG van de Commissie van 26 mei 2003 tot goedkeuring van een handboek voor de diagnose van Afrikaanse varkenspest (PB L 143 van 11.6.2003, blz. 35).

( 17 ) Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).

( 18 ) PB L 95 van 29.3.2014, blz. 48.”.

( 19 ) Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62).

( 20 ) Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).

( 21 ) PB L 95 van 29.3.2014, blz. 48.”.