02013R0345 — NL — 09.01.2024 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) Nr. 345/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2017/1991 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2017 |
L 293 |
1 |
10.11.2017 |
|
VERORDENING (EU) 2019/1156 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 |
L 188 |
55 |
12.7.2019 |
|
VERORDENING(EU) 2023/2869 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 december 2023 |
L |
1 |
20.12.2023 |
VERORDENING (EU) Nr. 345/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 17 april 2013
betreffende Europese durfkapitaalfondsen
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
In deze verordening worden uniforme eisen en voorwaarden vastgelegd voor beheerders van instellingen voor collectieve belegging die gebruik wensen te maken van de benaming „EuVECA” in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, waardoor wordt bijgedragen tot de goede werking van de interne markt.
Tevens worden in deze verordening uniforme regels vastgelegd voor het in de hele Unie aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aan in aanmerking komende beleggers, betreffende de portefeuillesamenstelling van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, betreffende de in aanmerking komende beleggingsinstrumenten en -technieken die door in aanmerking komende durfkapitaalfondsen moeten worden gebruikt, alsmede regels voor de organisatie, het gedrag en de transparantie van beheerders die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen op de markt aanbieden in de hele Unie.
Artikel 2
Deze verordening is van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging als gedefinieerd in artikel 3, onder a), die voldoen aan de volgende voorwaarden:
het totaal van de door hen beheerde activa overschrijdt niet de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel;
zij zijn gevestigd in de Unie;
zij moeten zich laten registreren bij de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, en
zij beheren portefeuilles van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen.
Artikel 3
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„instelling voor collectieve belegging” : een abi als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU; |
b) |
„in aanmerking komend durfkapitaalfonds” : een instelling voor collectieve belegging die:
i)
voornemens is binnen een in zijn reglement of zijn statuten vastgesteld tijdsbestek ten minste 70 % van het totaalbedrag van de kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal te beleggen in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;
ii)
niet meer dan 30 % van haar totale kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal gebruikt voor het verwerven van andere activa dan in aanmerking komende beleggingen, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;
iii)
gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat; |
c) |
„beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds” : een rechtspersoon waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheer van ten minste één in aanmerking komend durfkapitaalfonds; |
d) |
„in aanmerking komende portefeuillemaatschappij” : een onderneming die:
i)
op het tijdstip van de eerste belegging daarin door het in aanmerking komend durfkapitaalfonds aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
—
de onderneming is niet tot de handel toegelaten op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punten 21 en 22, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (
1
), en heeft maximaal 499 werknemers;
—
de onderneming is een kleine of middelgrote onderneming (mkb-onderneming) als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 13, van Richtlijn 2014/65/EU, of is genoteerd op een mkb-groeimarkt (kmo-groeimarkt) als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 12, van die richtlijn;
ii)
zelf geen instelling voor collectieve belegging is;
iii)
niet één of meer van de volgende is:
—
een kredietinstelling als omschreven in artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (
2
),
—
een beleggingsonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2004/39/EG,
—
een verzekeringsonderneming als omschreven in artikel 13, punt 1, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (
3
),
—
een financiële holding als omschreven in artikel 4, punt 19, van Richtlijn 2006/48/EG, of
—
een gemengde holding als omschreven in artikel 4, punt 20, van Richtlijn 2006/48/EG;
iv)
gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat, of in een derde land, op voorwaarde dat dat derde land:
—
niet op de lijst staat van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financiële Actiegroep ter voorkoming van witwassen van geld en financiering van terrorisme (Financial Action Task Force on Anti-Money Laundering and Terrorist Financing),
—
een overeenkomst heeft gesloten met de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds naar voornemen zullen worden aangeboden, zodat gegarandeerd is dat het derde land volledig voldoet aan de normen van artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting op inkomen en op vermogen en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten;
|
e) |
„in aanmerking komende beleggingen” : elk van de onderstaande instrumenten:
i)
aandelen- of quasiaandeleninstrumenten die uitgegeven worden door:
—
een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en die rechtstreeks door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds bij de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden verworven,
—
een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij in ruil voor gewone aandelen uitgegeven door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij, of
—
een onderneming waarvan de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij een dochteronderneming is waarin de betrokken onderneming een meerderheidsbelang heeft, en die door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds is verworven in ruil voor een aandeleninstrument uitgegeven door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;
ii)
gewaarborgde en niet-gewaarborgde leningen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds aan een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds al in aanmerking komende beleggingen heeft, op voorwaarde dat niet meer dan 30 % van het totaalbedrag van de kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds voor deze leningen wordt gebruikt;
iii)
aandelen van een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij die zijn verworven van bestaande aandeelhouders van die maatschappij;
iv)
rechten van deelneming of aandelen van één of meer andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, op voorwaarde dat die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zelf niet meer dan 10 % van het totaalbedrag van hun kapitaalinbreng en niet-gestort toegezegd kapitaal in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben belegd; |
f) |
„relevante kosten” : alle vergoedingen, kosten en uitgaven die direct of indirect door de beleggers gedragen worden en die overeengekomen zijn tussen de beheerder van een in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers; |
g) |
„aandeel” : eigendomsbelang in een onderneming dat wordt vertegenwoordigd door een aandeel of andere vormen van deelneming in het kapitaal van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij dat aan de beleggers erin wordt uitgegeven; |
h) |
„quasiaandeel” : elk soort financieringsinstrument dat een combinatie van aandelen en schulden is, waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van niet-nakoming niet volledig gewaarborgd is; |
i) |
„het (op de markt) aanbieden” : een directe of indirecte aanbieding of plaatsing op initiatief van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds of in zijn naam van rechten van deelneming of aandelen van een door hem beheerd durfkapitaalfonds aan, respectievelijk bij beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben; |
j) |
„toegezegd kapitaal” : elke verbintenis waardoor een belegger verplicht is binnen een in het reglement of de statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds vastgesteld tijdsbestek een belang in dat fonds te verwerven of kapitaal daarin in te brengen; |
k) |
„lidstaat van herkomst” : lidstaat waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds zijn statutaire zetel heeft; |
l) |
„lidstaat van ontvangst” : lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds in aanmerking komende durfkapitaalfondsen overeenkomstig deze verordening op de markt aanbiedt; |
m) |
„bevoegde autoriteit” :
i)
voor beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze verordening: de bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU;
ii)
voor beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, van deze verordening: de bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU;
iii)
voor in aanmerking komende durfkapitaalfondsen: de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het in aanmerking komend durfkapitaalfonds gevestigd is; |
n) |
„bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst” : de autoriteit van een lidstaat die niet de lidstaat van herkomst is en waar het in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt wordt aangeboden; |
o) |
„pre-marketing” : directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of in zijn naam, aan potentiële beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een nog niet opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of voor een opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds waarvoor nog geen kennisgeving van verhandeling overeenkomstig artikel 15 is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, waarbij de informatie of mededeling in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend durfkapitaalfonds. |
Wat betreft punt c) van de eerste alinea, wordt, indien de rechtsvorm van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds intern beheer toestaat en indien het bestuursorgaan van het fonds ervoor kiest geen externe beheerder aan te stellen, het in aanmerking komende durfkapitaalfonds zelf in overeenstemming met artikel 14 als de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds geregistreerd. Een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat is geregistreerd als intern beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, wordt niet geregistreerd als een extern beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds van andere instellingen voor collectieve belegging.
HOOFDSTUK II
VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE BENAMING „EuVECA”
Artikel 4
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die aan de eisen van dit hoofdstuk voldoen, hebben het recht de benaming „EuVECA” te gebruiken bij het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie.
Artikel 4 bis
Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds mag tot pre-marketing in de Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële beleggers verstrekte informatie:
volstaat om beleggers in staat te stellen zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in een bepaald in aanmerking komend durfkapitaalfonds te verwerven;
neerkomt op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, ofwel in ontwerpvorm, ofwel in definitieve vorm, of
neerkomt op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocumenten in definitieve vorm van een nog niet opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds.
Wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, bevat het document niet voldoende informatie om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en wordt hierin duidelijk vermeld dat:
het document geen aanbod of uitnodiging vormt om in te schrijven op rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, en
niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan veranderen.
Elke inschrijving door professionele beleggers, binnen 18 maanden nadat de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds tot pre-marketing is overgegaan, van rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds waarvan sprake is in de informatie die is verstrekt in het kader van pre-marketing, of in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat is opgericht naar aanleiding van die pre-marketing, wordt als het resultaat van de verhandeling daarvan beschouwd en valt onder de in artikel 15 vermelde toepasselijke kennisgevingsprocedures.
Artikel 5
Artikel 6
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen bieden de rechten van deelneming en aandelen van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen uitsluitend aan aan beleggers die overeenkomstig afdeling I van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG als professionele cliënten worden aangemerkt of die overeenkomstig afdeling II van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG op verzoek als professionele cliënten mogen worden behandeld, of aan andere beleggers die:
zich ertoe verbinden een minimum van 100 000 EUR te beleggen, en
in een ander document dan de overeenkomst die met betrekking tot de verbintenis om te beleggen wordt afgesloten, schriftelijk verklaren dat ze zich bewust zijn van de risico's die aan de beoogde verbintenis of belegging verbonden zijn.
Artikel 7
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zijn met betrekking tot de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, verplicht om:
bij de uitoefening van hun werkzaamheden eerlijk, billijk en met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding te handelen;
passende beleidsregels en procedures toe te passen om wanpraktijken te voorkomen waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat deze een invloed hebben op de belangen van de beleggers en de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;
hun zakelijke activiteiten op zodanige wijze uit te oefenen dat de belangen van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, de belangen van de beleggers daarin en de integriteit van de markt bevorderd worden;
een hoge mate van zorgvuldigheid te betrachten bij het selecteren en continu monitoren van beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;
te beschikken over toereikende kennis van en inzicht in de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin zij beleggen;
hun beleggers billijk te behandelen. Dit sluit niet uit dat particuliere beleggers gunstiger worden behandeld dan een publieke belegger, mits een dergelijke behandeling verenigbaar is met de staatssteunregels, in het bijzonder artikel 21 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie ( 6 ), en mits dit wordt bekendgemaakt in het reglement of de statuten van het fonds;
erop toe te zien dat geen belegger een voorkeursbehandeling krijgt, tenzij deze voorkeursbehandeling in het reglement of de statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds bekend wordt gemaakt.
Artikel 8
Artikel 9
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onderkennen in het bijzonder de belangenconflicten die kunnen ontstaan tussen:
beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, personen die het bedrijf van deze beheerders feitelijk uitvoeren, werknemers of alle personen die direct of indirect zeggenschap hebben over of onder de zeggenschap staan van deze beheerders en het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door deze beheerders, of de beleggers daarin;
het in aanmerking komende durfkapitaalfonds of de beleggers daarin, en een ander in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door dezelfde beheerder, of de beleggers daarin;
het in aanmerking komende durfkapitaalfonds of de beleggers daarin, en een instelling voor collectieve belegging of icbe die wordt beheerd door dezelfde beheerder, of de beleggers daarin.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 25 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificatie van:
de soorten belangenconflicten als bedoeld in lid 2 van dit artikel;
de stappen die beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen op het gebied van structuren en organisatorische en administratieve procedures moeten nemen om belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheersen, te monitoren en openbaar te maken.
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Het jaarverslag wordt opgesteld overeenkomstig de bestaande verslaggevingsnormen en de voorwaarden die tussen de beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en de beleggers zijn overeengekomen. Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen verstrekken het verslag op verzoek aan de beleggers. Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en beleggers kunnen onderling overeenkomen dat wederzijds additionele informatie wordt verstrekt.
Artikel 13
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen stellen met betrekking tot de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, hun beleggers, voorafgaand aan de beleggingsbeslissing die deze beleggers nemen, op duidelijke en begrijpelijke wijze in kennis van het volgende:
de identiteit van deze beheerder en van alle andere dienstverleners waarmee deze beheerder een overeenkomst heeft afgesloten met betrekking tot hun beheer van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en een beschrijving van hun taken;
het bedrag aan eigen vermogen waarover deze beheerder beschikt om toereikende personele en technische middelen aan te houden die noodzakelijk zijn voor een behoorlijk beheer van zijn in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;
een beschrijving van de beleggingsstrategie en -doelstellingen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, met inbegrip van:
de soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin het voornemens is te beleggen;
andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarin het voornemens is te beleggen;
de soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin een ander in aanmerking komend durfkapitaalfonds, als bedoeld onder ii), voornemens is te beleggen;
de voorgenomen niet in aanmerking komende beleggingen;
de technieken die het wil aanwenden, en
alle toepasselijke beleggingsbeperkingen;
een beschrijving van het risicoprofiel van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van alle risico's die verbonden zijn aan de activa waarin het fonds kan beleggen of aan de beleggingstechnieken die kunnen worden aangewend;
een beschrijving van de waarderingsprocedure van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van de prijsbepalingsmethode voor de waardering van de activa, met inbegrip van de methoden die voor de waardering van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen worden gehanteerd;
een beschrijving van de wijze waarop de vergoeding van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds wordt berekend;
een beschrijving van alle relevante kosten en van de maximumbedragen ervan;
indien beschikbaar, de financiële prestaties uit het verleden van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds;
de bedrijfsondersteunende diensten en de andere ondersteunende activiteiten die de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds verleent of verzorgt via derden om de ontwikkeling, de groei of anderszins de lopende operaties van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds belegt te bevorderen, of, wanneer deze diensten of activiteiten niet worden verstrekt, een verklaring van dit feit;
een beschrijving van de procedures op basis waarvan het in aanmerking komende durfkapitaalfonds zijn beleggingsstrategie of beleggingsbeleid, of beide, kan wijzigen.
HOOFDSTUK III
TOEZICHT EN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 14
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die voornemens zijn bij het aanbieden van hun in aanmerking komende durfkapitaalfondsen de benaming „EuVECA” te gebruiken, stellen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst van dit voornemen in kennis en verstrekken de volgende informatie:
de identiteit van de personen die het bedrijf van het beheren van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen feitelijk leiden;
de identiteit van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, de rechten van deelneming of aandelen die op de markt zullen worden aangeboden en hun beleggingsstrategieën;
informatie over de regelingen die zijn getroffen om te voldoen aan de vereisten van hoofdstuk II;
een lijst van lidstaten waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds voornemens is elk in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden.
▼M1 —————
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst registreert de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds enkel indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de personen die daadwerkelijk de bedrijfsactiviteiten met betrekking tot het beheer van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen verrichten, staan als voldoende betrouwbaar bekend en zijn voldoende ervaren, ook met betrekking tot de beleggingsstrategieën die door de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds worden gevolgd;
de vereiste informatie als bedoeld in lid 1 is volledig;
de regelingen waarvan overeenkomstig lid 1, onder c), kennis is gegeven, zijn geschikt om aan de eisen van hoofdstuk II te voldoen.
▼M1 —————
Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst besluit beperkingen op te leggen of de in de eerste alinea bedoelde wijzigingen af te wijzen, deelt zij dat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van die wijzigingen mee aan de beheerder van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds. De bevoegde autoriteit kan deze termijn met maximaal één maand verlengen indien zij dit noodzakelijk acht gezien de specifieke omstandigheden van het geval, nadat zij de beheerder van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds daarvan in kennis heeft gesteld. De wijzigingen kunnen worden doorgevoerd indien de betrokken bevoegde autoriteit de wijzigingen niet binnen de vastgestelde beoordelingstermijn afwijst.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 14 bis
De in lid 1 bedoelde registratieaanvraag wordt ingediend bij de bevoegde instantie van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds en omvat de volgende gegevens:
het reglement of de statuten van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds;
informatie over de identiteit van de bewaarder;
de in artikel 14, lid 1, bedoelde informatie;
een lijst van de lidstaten waar de in lid 1 bedoelde beheerders in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben gevestigd of voornemens zijn te vestigen.
Voor de toepassing van punt c) van de eerste alinea verwijst de informatie over de regelingen die zijn getroffen om te voldoen aan de vereisten van hoofdstuk II, naar de regelingen die zijn getroffen om te voldoen aan de artikelen 5 en 6 en artikel 13, lid 1, onder c) en i).
De bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ook vragen om verduidelijking en informatie over de in lid 2 bedoelde documenten.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst antwoordt binnen één maand na de datum van ontvangst van het verzoek van de bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 14 ter
De lidstaten zorgen ervoor dat elke weigering tot registratie van een beheerder als bedoeld in artikel 14 of van een fonds als bedoeld in artikel 14 bis met redenen wordt omkleed, wordt meegedeeld aan de in die artikelen bedoelde beheerders en vatbaar is voor beroep bij een nationale rechterlijke, administratieve of andere instantie. Dat recht op beroep is ook van toepassing op registratie indien geen besluit over registratie is genomen binnen twee maanden nadat de beheerder alle vereiste informatie heeft verstrekt. De lidstaten kunnen vereisen dat een beheerder alle administratieve beroepsmogelijkheden waarin het nationale recht voorziet, uitput alvorens dat recht op beroep uit te oefenen.
Artikel 15
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van hun voornemen:
een nieuw in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden, of
een bestaand in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden in een lidstaat die niet vermeld is in de in artikel 14, lid 1, onder d), bedoelde lijst.
Artikel 16
Voor de toepassing van de eerste alinea stelt de bevoegde autoriteit van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat overeenkomstig artikel 14 bis geregistreerd is, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst en ESMA in kennis van elke toevoeging aan of schrapping uit het register van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of van elke toevoeging aan of schrapping uit de lijst van lidstaten waar de beheerder van dat in aanmerking komend durfkapitaalfonds voornemens is dat fonds op de markt aan te bieden.
Artikel 16 bis
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 17
Artikel 17 bis
Toegankelijkheid van informatie op het Europees centraal toegangspunt
Met ingang van 10 januari 2028 wordt de in artikel 17 lid 1, van deze verordening bedoelde informatie toegankelijk gemaakt op het uit hoofde van Verordening (EU) 2023/2859 van het Europees Parlement en de Raad ( 9 ) opgerichte Europees centraal toegangspunt (European Single Access Point — ESAP). Daartoe is de ESMA de verzamelende instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2), van die verordening. De ESMA haalt die informatie uit de informatie die de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst overeenkomstig artikel 16, lid 1, van deze verordening heeft verstrekt voor de opstelling van de in artikel 17, lid 1, van deze verordening bedoelde centrale databank.
Die informatie voldoet aan alle volgende vereisten:
de informatie is ingediend in een voor data-extractie geschikt formaat zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3), van Verordening (EU) 2023/2859;
de informatie gaat vergezeld van de volgende metadata:
alle namen van het fonds waarop de informatie betrekking heeft;
indien beschikbaar, de identificatiecode voor juridische entiteiten van het fonds zoals gespecifieerd op grond van artikel 7, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2023/2859;
het type informatie volgens de indeling op grond van artikel 7, lid 4, punt c), van die verordening;
een vermelding of de informatie persoonsgegevens bevat.
Artikel 18
Artikel 19
De bevoegde autoriteiten beschikken overeenkomstig het nationale recht over alle toezichts- en onderzoeksbevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun functies. In het bijzonder hebben zij de bevoegdheid om:
inzage te vragen in elk document in welke vorm ook en om een kopie ervan te ontvangen of te maken;
van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds te vereisen onverwijld informatie te verstrekken;
van elke persoon die betrokken is bij de activiteiten van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds of het in aanmerking komende durfkapitaalfonds informatie te vereisen;
ter plaatse inspecties uit te voeren, al dan niet met voorafgaande aankondiging;
passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds deze verordening blijft naleven;
een bevel uit te vaardigen om ervoor te zorgen dat een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds deze verordening naleeft en afziet van een herhaling van elk gedrag dat een schending van deze verordening kan vormen.
ESMA organiseert en verricht overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 collegiale toetsingen om de procedures met betrekking tot de toezichts- en onderzoeksbevoegdheden die de bevoegde autoriteiten overeenkomstig deze verordening volgen, consistenter te maken.
Artikel 20
Beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, voldoen te allen tijde aan Richtlijn 2011/61/EU. Zij zijn verantwoordelijk voor het verzekeren van de naleving van deze verordening en zijn aansprakelijk overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. Die beheerders zijn ook aansprakelijk voor verliezen of schade die uit inbreuken op deze verordening voortvloeien.
Artikel 21
Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel neemt de bevoegde autoriteit de gepaste maatregelen als bedoeld in lid 2, voor zover van toepassing, indien de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds:
in strijd met artikel 5 de eisen die op de portefeuillesamenstelling van toepassing zijn, niet naleeft;
in strijd met artikel 6 de rechten van deelneming en aandelen van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aanbiedt aan niet in aanmerking komende beleggers;
de benaming „EuVECA” gebruikt zonder overeenkomstig artikel 14 geregistreerd te zijn, of het in aanmerking komend durfkapitaalfonds niet overeenkomstig artikel 14 bis geregistreerd is;
de benaming „EuVECA” gebruikt voor het op de markt aanbieden van fondsen die niet in overeenstemming met artikel 3, onder b), iii), gevestigd zijn;
in strijd met artikel 14 of artikel 14 bis een registratie heeft verkregen via valse verklaringen of op een andere onregelmatige wijze;
in strijd met artikel 7, onder a), bij de uitoefening van zijn werkzaamheden niet eerlijk, billijk of met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid of toewijding te werk gaat;
in strijd met artikel 7, onder b), geen passend beleid en passende procedures toepast om wanpraktijken te voorkomen;
herhaaldelijk niet voldoet aan de eisen van artikel 12 betreffende het jaarverslag;
herhaaldelijk niet voldoet aan de verplichting om beleggers te informeren overeenkomstig artikel 13.
In de in lid 1 bedoelde gevallen neemt de bevoegde autoriteit zo nodig de volgende maatregelen:
maatregelen om ervoor te zorgen dat de beheerder van een betrokken in aanmerking komend durfkapitaalfonds de artikelen 5 en 6, artikel 7, onder a) en b), en de artikelen 12 tot en met 14 bis, naargelang het geval, naleeft;
een verbod voor de beheerder van het betrokken in aanmerking komend durfkapitaalfonds om de benaming „EuVECA” te gebruiken en een schrapping van die beheerder, of van het betrokken in aanmerking komend durfkapitaalfonds, uit het register.
Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kan ESMA overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 aanbevelingen richten tot de betrokken bevoegde autoriteiten om een van de in lid 2 van dit artikel bedoelde maatregelen te nemen of van dergelijke maatregelen af te zien.
Artikel 21 bis
De overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU aan de bevoegde autoriteiten verleende bevoegdheden, met inbegrip van de bevoegdheden met betrekking tot sancties, worden eveneens uitgeoefend ten aanzien van beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, van deze verordening.
Artikel 22
Artikel 23
Artikel 24
Bij verschil van mening tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten over een beoordeling, handeling of nalaten van een bevoegde autoriteit op gebieden waarvoor in deze verordening samenwerking of coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat is voorgeschreven, kunnen de bevoegde autoriteiten de zaak voorleggen aan ESMA, die kan optreden overeenkomstig de aan haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden, voor zover het meningsverschil geen verband houdt met artikel 3, onder b), iii), of met artikel 3, onder d), iv), van deze verordening.
HOOFDSTUK IV
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 25
Artikel 26
De Commissie evalueert deze verordening in overeenstemming met lid 2. De evaluatie omvat een algemeen onderzoek van de werking van de regels in deze verordening en de ervaring die is opgedaan bij het toepassen ervan, met inbegrip van:
de mate waarin beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen de benaming „EuVECA” in verschillende lidstaten zowel binnenlands als grensoverschrijdend hebben gebruikt;
de geografische en sectorale spreiding van de beleggingen die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben gedaan;
de geschiktheid van de in artikel 13 vermelde informatievereisten, met name de vraag of deze volstaan om beleggers in staat te stellen met kennis van zaken een beleggingsbeslissing te nemen;
het gebruik van de verschillende in aanmerking komende beleggingen door beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en met name de vraag of de in aanmerking komende beleggingen in deze verordening moeten worden aangepast;
de mogelijkheid om het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen uit te breiden tot particuliere beleggers;
de doeltreffendheid, evenredigheid en toepassing van de bestuursrechtelijke sancties en andere maatregelen die de lidstaten overeenkomstig deze verordening hebben getroffen;
de impact van deze verordening op de durfkapitaalmarkt;
de mogelijkheid om in een derde land gevestigde durfkapitaalfondsen toe te staan gebruik te maken van de benaming „EuVECA”, rekening houdend met de ervaring die is opgedaan met de toepassing van de aanbeveling van de Commissie betreffende maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen;
de vraag of het opportuun is deze verordening aan te vullen met een bewaardersstelsel;
een evaluatie van eventuele hinderpalen die beleggingen in fondsen die gebruik maken van de benaming „EuVECA” hebben belemmerd, met inbegrip van de invloed op institutionele beleggers van ander Unierecht van prudentiële aard.
De in lid 1 bedoelde evaluatie wordt uitgevoerd:
uiterlijk ►M1 2 maart 2022 ◄ voor de punten a) tot en met g), i) en j), en
uiterlijk 22 juli 2015 voor punt h).
Tegelijk met de evaluatie overeenkomstig artikel 69 van Richtlijn 2011/61/EU onderzoekt de Commissie, met name met betrekking tot overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder b), van die richtlijn geregistreerde beheerders:
het beheer van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en de wenselijkheid van het aanbrengen van wijzigingen in het rechtskader, met inbegrip van de optie van een beheerpaspoort, en
de geschiktheid van de definitie van „op de markt aanbieden” voor in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en het effect dat die definitie en de uiteenlopende nationale interpretaties ervan hebben op de exploitatie en levensvatbaarheid van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en op de grensoverschrijdende distributie van dergelijke fondsen.
Na die evaluatie legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor dat zo nodig vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 27
Artikel 28
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 22 juli 2013, met uitzondering van artikel 9, lid 5, dat van toepassing is met ingang van 15 mei 2013.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
( 1 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
( 2 ) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
( 3 ) PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.
( 4 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
( 5 ) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
( 6 ) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).
( 7 ) PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.
( 8 ) PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.
( 9 ) Verordening (EU) 2023/2859 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie (PB L, 2023/2859, 20.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2859/oj).