02012R0520 — NL — 12.08.2025 — 001.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 520/2012 VAN DE COMMISSIE van 19 juni 2012 betreffende de uitvoering van werkzaamheden op het gebied van geneesmiddelenbewaking als bepaald in Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 159 van 20.6.2012, blz. 5) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/1466 VAN DE COMMISSIE van 22 juli 2025 |
L 1466 |
1 |
23.7.2025 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 520/2012 VAN DE COMMISSIE
van 19 juni 2012
betreffende de uitvoering van werkzaamheden op het gebied van geneesmiddelenbewaking als bepaald in Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
Basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem
Artikel 1
Structuur van het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem
Alle geneesmiddelen waarvoor de houder van de vergunning voor het in de handel brengen overeenkomstig Richtlijn 2001/83/EG of Verordening (EG) nr. 726/2004 een vergunning voor het in de handel brengen heeft verkregen, vallen onder een basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem.
Artikel 2
Inhoud van het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem
Het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem bevat ten minste alle volgende elementen:
de volgende informatie betreffende de gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon:
een beschrijving van de verantwoordelijkheden waaruit blijkt dat de gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon voldoende zeggenschap over het geneesmiddelenbewakingssysteem heeft om de inachtneming van de geneesmiddelenbewakingstaken en -verantwoordelijkheden te bevorderen, te handhaven en te verbeteren;
een beknopt curriculum vitae van de gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon, met inbegrip van een bewijs van registratie bij de Eudravigilance-databank;
contactgegevens van de gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon;
gegevens betreffende back-upregelingen die van toepassing zijn bij afwezigheid van de gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon;
verantwoordelijkheden van de contactpersoon voor kwesties inzake geneesmiddelenbewaking indien die persoon op nationaal niveau is aangewezen overeenkomstig artikel 104, lid 4, van Richtlijn 2001/83/EG, met inbegrip van contactgegevens;
een beschrijving van de organisatiestructuur van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen, met inbegrip van de locatie of de lijst van locaties waar de volgende geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden worden uitgevoerd: het verzamelen en evalueren van individuele meldingen van bijwerkingen, het opnemen van gevallen in de veiligheidsdatabank, het opstellen van periodieke veiligheidsverslagen, signaaldetectie en -analyse, het beheer van risicomanagementplannen, het beheer van onderzoeken vóór en na toelating, en het beheer van met de veiligheid verband houdende wijzigingen in de voorwaarden van een vergunning voor het in de handel brengen;
een beschrijving van de locatie en de functionaliteit van en de operationele verantwoordelijkheid voor computersystemen en databanken die worden gebruikt om veiligheidsinformatie te ontvangen, te ordenen, te registreren en te melden, en een beoordeling van de geschiktheid ervan voor het beoogde doel;
een beschrijving van de gegevensbehandeling en -registratie en van het toegepaste proces voor elk van de volgende geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden:
het voortdurende toezicht op de verhouding tussen risico’s en voordelen van het (de) geneesmiddel(en), het resultaat van dat toezicht en het besluitvormingsproces voor het nemen van de passende maatregelen;
de werking van het (de) risicomanagementsyste(e)m(en) en van het toezicht op het resultaat van risicobeperkende maatregelen;
het verzamelen, beoordelen en indienen van individuele meldingen van bijwerkingen;
het opstellen en indienen van periodieke veiligheidsverslagen;
de procedures voor het meedelen van veiligheidsproblemen en met de veiligheid verband houdende wijzigingen in de samenvatting van de kenmerken van het geneesmiddel en de bijsluiter aan beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en het grote publiek;
een beschrijving van het kwaliteitssysteem voor de uitvoering van geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden, met inbegrip van alle volgende elementen:
een beschrijving van het in artikel 10 bedoelde beheer van menselijke hulpbronnen die de volgende elementen bevat: een beschrijving van de organisatiestructuur voor de uitvoering van geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden, onder vermelding van de plaats waar de kwalificatiegegevens van het personeel worden bewaard; een beknopte beschrijving van het opleidingsconcept, onder vermelding van de plaats waar de opleidingsbestanden worden bewaard; instructies betreffende kritieke processen;
een beschrijving van het in artikel 12 bedoelde documentbeheersysteem, met inbegrip van de plaats waar de voor geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden gebruikte documenten worden bewaard;
een beschrijving van het systeem voor toezicht op de prestaties van het geneesmiddelenbewakingssysteem en voor de naleving van artikel 11;
in voorkomend geval, een beschrijving van de werkzaamheden en/of diensten die door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen zijn uitbesteed overeenkomstig artikel 6, lid 1.
Artikel 3
Inhoud van de bijlage bij het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem
Het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem heeft een bijlage die de volgende documenten bevat:
een lijst van geneesmiddelen die onder het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem vallen, met inbegrip van de naam van het geneesmiddel, de internationale generieke benaming van de werkzame stof(fen), en de lidstaat of lidstaten waar de vergunning geldig is;
een lijst van schriftelijk vastgelegde beleidslijnen en procedures voor de naleving van artikel 11, lid 1;
de in artikel 6, lid 2, bedoelde lijst van onderaannemingscontracten;
een lijst van de taken die door de gekwalificeerde persoon voor de geneesmiddelenbewaking zijn gedelegeerd;
een lijst van alle geplande en uitgevoerde audits;
in voorkomend geval, een lijst van de in artikel 9 bedoelde prestatie-indicatoren;
in voorkomend geval, een lijst van andere basisdossiers geneesmiddelenbewakingssysteem die door dezelfde houder van de vergunning voor het in de handel brengen worden bijgehouden;
een logboek dat de in artikel 5, lid 4, bedoelde informatie bevat.
Artikel 4
Onderhoud
Artikel 5
Vorm van de in het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem opgenomen documenten
Artikel 6
Uitbesteding
Artikel 7
Beschikbaarheid en bewaarplaats van het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem
Als het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem overeenkomstig artikel 5, lid 3, in elektronische vorm wordt bewaard, volstaat het voor de toepassing van dit artikel dat de in elektronische vorm opgeslagen gegevens direct beschikbaar zijn op de plaats waar het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem wordt bewaard.
HOOFDSTUK II
Minimumeisen voor de kwaliteitssystemen voor de uitvoering van geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden
Artikel 8
Kwaliteitssysteem
Het kwaliteitssysteem is gebaseerd op alle volgende werkzaamheden:
kwaliteitsplanning: totstandbrenging van structuren en planning van geïntegreerde en consistente processen;
kwaliteitsbewaking: uitvoering van taken en verantwoordelijkheden overeenkomstig de kwaliteitsvoorschriften;
kwaliteitscontrole en -borging: toezicht op en evaluatie van de effectiviteit waarmee de structuren en processen tot stand zijn gebracht en van de effectiviteit waarmee de processen worden uitgevoerd;
kwaliteitsverbeteringen: aanpassing en verbetering van de structuren en processen, waar nodig.
Artikel 9
Prestatie-indicatoren
Artikel 10
Beheer van menselijke hulpbronnen
Voor de toepassing van de eerste alinea ziet de houder van de vergunning voor het in de handel brengen erop toe dat de gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon de juiste theoretische en praktische kennis voor de uitvoering van geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden heeft verworven. Als de gekwalificeerde persoon de medische basisopleiding overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties ( 2 ) niet heeft voltooid, zorgt de houder van de vergunning voor het in de handel brengen ervoor dat de gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon wordt bijgestaan door een medisch opgeleide persoon. Deze bijstand wordt naar behoren gedocumenteerd.
Artikel 11
Nalevingsbeheer
Er worden specifieke kwaliteitssysteemprocedures en -processen toegepast om het volgende te garanderen:
de permanente monitoring van geneesmiddelenbewakingsgegevens, de bestudering van opties voor het beperken en voorkomen van risico’s, en passende maatregelen van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen;
de wetenschappelijke evaluatie door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen van alle informatie over de risico’s van geneesmiddelen, als bedoeld in artikel 101, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2001/83/EG;
de indiening van nauwkeurige en controleerbare gegevens over ernstige en niet-ernstige bijwerkingen bij de Eudravigilance-databank binnen de in artikel 107, lid 3, respectievelijk eerste en tweede alinea, van Richtlijn 2001/83/EG bepaalde termijnen;
de kwaliteit, integriteit en volledigheid van de ingediende informatie over de risico’s van geneesmiddelen, met inbegrip van processen om overlapping van ingediende informatie te voorkomen en signalen te valideren overeenkomstig artikel 21, lid 2;
effectieve communicatie door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen met de nationale bevoegde autoriteiten en het Bureau, met inbegrip van communicatie over nieuwe risico’s of gewijzigde risico’s, het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem, risicomanagementsystemen, risicobeperkende maatregelen, periodieke veiligheidsverslagen, corrigerende en preventieve acties, en onderzoeken na toelating;
de actualisering van productinformatie door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen in het licht van wetenschappelijke kennis, met inbegrip van de beoordelingen en aanbevelingen die via het Europese webportaal voor geneesmiddelen worden bekendgemaakt, en op basis van een permanente monitoring door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen van de informatie die op het Europese webportaal voor geneesmiddelen wordt bekendgemaakt;
de passende mededeling door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen van relevante veiligheidsinformatie aan beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten.
Artikel 12
Documentbeheer en gegevensbewaring
De houders van een vergunning voor het in de handel brengen zetten een documentbeheersysteem op voor alle documenten die voor geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden worden gebruikt, waarbij ervoor wordt gezorgd dat die documenten terugvindbaar zijn en dat kan worden nagegaan welke maatregelen zijn genomen om veiligheidsproblemen te onderzoeken, welk tijdschema voor deze onderzoeken is gevolgd en welke besluiten met betrekking tot veiligheidsproblemen zijn genomen, met inbegrip van de datum van het besluit en het besluitvormingsproces.
De houders van een vergunning voor het in de handel brengen stellen mechanismen in die de traceerbaarheid en de follow-up van meldingen van bijwerkingen mogelijk maken.
De geneesmiddelenbewakingsgegevens en -documenten betreffende afzonderlijke toegelaten geneesmiddelen worden bewaard zolang het geneesmiddel is toegelaten en gedurende ten minste tien jaar nadat de vergunning voor het in de handel brengen heeft opgehouden te bestaan. De documenten worden echter gedurende een langere termijn bewaard indien dit door het recht van de Unie of de lidstaten wordt voorgeschreven.
Artikel 13
Audit
Artikel 14
Beheer van menselijke hulpbronnen
De organisatiestructuren en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden moeten duidelijk zijn en, voor zover nodig, toegankelijk. Er worden contactpunten ingesteld.
Artikel 15
Nalevingsbeheer
De nationale bevoegde autoriteiten en het Bureau stellen specifieke procedures en processen vast om al de volgende doelstellingen te verwezenlijken:
zorgen voor de beoordeling van de kwaliteit, met inbegrip van de volledigheid, van de ingediende geneesmiddelenbewakingsgegevens;
zorgen voor de evaluatie van geneesmiddelenbewakingsgegevens en de verwerking ervan binnen de bij Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 vastgestelde tijdschema’s;
zorgen voor onafhankelijkheid bij de uitvoering van geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden;
zorgen voor effectieve communicatie tussen de nationale bevoegde autoriteiten onderling en tussen de nationale bevoegde autoriteiten en het Bureau, alsmede met de patiënten, de beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, de houders van een vergunning voor het in de handel brengen en het grote publiek;
garanderen dat, overeenkomstig artikel 106 bis van Richtlijn 2001/83/EG, de nationale bevoegde autoriteiten en het Bureau elkaar en de Commissie inlichten over hun voornemen om mededelingen te doen in verband met de veiligheid van een in verschillende lidstaten toegelaten geneesmiddel of een in een dergelijk geneesmiddel opgenomen werkzame stof;
inspecties verrichten, met inbegrip van inspecties vóór toelating.
Artikel 16
Documentbeheer en gegevensbewaring
Zij zetten een documentbeheersysteem op voor alle documenten die voor geneesmiddelenbewakingswerkzaamheden worden gebruikt, waarbij ervoor wordt gezorgd dat die documenten terugvindbaar zijn en dat kan worden nagegaan welke maatregelen zijn genomen om veiligheidsproblemen te onderzoeken, welk tijdschema voor deze onderzoeken is gevolgd en welke besluiten met betrekking tot veiligheidsproblemen zijn genomen, met inbegrip van de datum van het besluit en het besluitvormingsproces.
De geneesmiddelenbewakingsgegevens en -documenten betreffende afzonderlijke toegelaten geneesmiddelen worden bewaard zolang het geneesmiddel is toegelaten en gedurende ten minste tien jaar nadat de vergunning voor het in de handel brengen is afgelopen. De documenten worden echter gedurende een langere termijn bewaard indien dit door het recht van de Unie of de lidstaten wordt voorgeschreven.
Artikel 17
Audit
HOOFDSTUK III
Minimumeisen voor het monitoren van gegevens in de Eudravigilance-databank
Artikel 18
Algemene eisen
Artikel 19
Identificatie van gewijzigde risico’s en nieuwe risico’s
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder „signaal” verstaan informatie die afkomstig is uit een of meer bronnen, met inbegrip van waarnemingen en experimenten, en die wijst op een nieuw potentieel oorzakelijk verband of een nieuw aspect van een bekend verband tussen een interventie en een voorval of een reeks gerelateerde voorvallen, in negatieve of positieve zin, waarvan de waarschijnlijkheid voldoende groot wordt geacht om een controlerend optreden te rechtvaardigen.
Voor het monitoren van de gegevens in de Eudravigilance-databank wordt alleen rekening gehouden met signalen betreffende ongewenste bijwerkingen.
Artikel 20
Methodologie voor het bepalen van de bewijskracht van een signaal
Artikel 21
Signaalbeheerproces
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder „signaalvalidering” verstaan het proces waarbij de gegevens waardoor het gedetecteerde signaal wordt ondersteund, worden geëvalueerd om na te gaan of de beschikbare documentatie voldoende bewijsmateriaal bevat om een nieuw potentieel oorzakelijk verband of een nieuw aspect van een bekend verband aan te tonen, en bijgevolg de verdere analyse van het signaal rechtvaardigt.
▼M1 —————
Als wordt geoordeeld dat een gevalideerd signaal verdere analyse vereist, wordt het zo spoedig mogelijk en uiterlijk dertig dagen nadat het is ontvangen, bevestigd als volgt:
als het signaal betrekking heeft op een geneesmiddel dat overeenkomstig Richtlijn 2001/83/EG is toegelaten, wordt het bevestigd door de bevoegde autoriteit van een lidstaat waar het geneesmiddel in de handel wordt gebracht of van een leidende lidstaat of medeleider die overeenkomstig artikel 22, lid 1, is aangewezen;
als het signaal een geneesmiddel betreft dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 726/2004 is toegelaten, wordt het bevestigd door het Bureau in samenwerking met de lidstaten.
Bij de analyse van het gevalideerde signaal kunnen de nationale bevoegde autoriteiten en het Bureau rekening houden met andere over het geneesmiddel beschikbare informatie.
Als de geldigheid van het signaal niet wordt bevestigd, moet bijzondere aandacht worden besteed aan niet-bevestigde signalen betreffende een geneesmiddel wanneer die signalen naderhand worden gevolgd door nieuwe signalen betreffende hetzelfde geneesmiddel.
Artikel 22
Werkverdeling voor signaalbeheer
De leidende lidstaat monitort de Eudravigilance-databank en valideert en bevestigt signalen overeenkomstig artikel 21, leden 3 en 4, namens de andere lidstaten. De als medeleider aangewezen lidstaat assisteert de leidende lidstaat bij het vervullen van diens taken.
Artikel 23
Ondersteuning van signaaldetectie
Het Bureau ondersteunt de monitoring van de Eudravigilance-databank door de nationale bevoegde autoriteiten toegang te verschaffen tot de volgende informatie:
gegevensoutput en statistische verslagen die een overzicht geven van alle aan de Eudravigilance-databank gemelde bijwerkingen met betrekking tot een werkzame stof of een geneesmiddel;
specifiek gerichte vragen ter ondersteuning van de evaluatie van individuele meldingen van bijwerkingen en van gevallenreeksen;
specifiek gerichte groepering en stratificatie van gegevens die de identificatie mogelijk maken van patiëntengroepen met een hoger risico op het optreden van bijwerkingen of met een risico op een ernstigere bijwerking;
statistische signaaldetectiemethoden.
Het Bureau voorziet ook in de nodige ondersteuning voor de monitoring van de Eudravigilance-databank door de houders van een vergunning voor het in de handel brengen.
Artikel 24
Auditspoor van signaaldetectie
HOOFDSTUK IV
Gebruik van terminologie, formaten en normen
Artikel 25
Gebruik van internationaal overeengekomen terminologie
Voor de classificatie, het terugzoeken, de presentatie, de evaluatie en beoordeling van risico’s en voordelen, de elektronische uitwisseling en communicatie van informatie betreffende geneesmiddelenbewaking en geneesmiddelen passen de lidstaten, de houders van een vergunning voor het in de handel brengen en het Bureau de volgende terminologie toe:
het Medical Dictionary for Regulatory Activities (MedDRA), zoals ontwikkeld door de International Conference on Harmonisation of Technical Requirements for Registration of Pharmaceuticals for Human Use (ICH), multidisciplinair thema M1;
de door de Europese Commissie voor de farmacopee gepubliceerde lijsten van standaardtermen;
de terminologie die is opgenomen in de norm EN ISO 11615:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde medicinale productinformatie” (ISO/FDIS 11615:2012);
de terminologie die is opgenomen in de norm EN ISO 11616:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde farmaceutische productinformatie” (ISO/FDIS 11616:2012);
de terminologie die is opgenomen in de norm EN ISO 11238:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde informatie over bestanddelen” (ISO/FDIS 11238:2012);
de terminologie die is opgenomen in de norm EN ISO 11239:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde informatie over farmaceutische doseringen, eenheden van presentatie, wijzen van toediening en verpakking” (ISO/FDIS 11239:2012);
de terminologie die is opgenomen in de norm EN ISO 11240:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van maateenheden” (ISO/FDIS 11240:2012).
Artikel 26
Gebruik van internationaal overeengekomen formaten en normen
Voor de beschrijving, het terugzoeken, de presentatie, de evaluatie en beoordeling van risico’s en voordelen, de elektronische uitwisseling en communicatie van informatie betreffende geneesmiddelenbewaking en geneesmiddelen passen de nationale bevoegde autoriteiten, de houders van een vergunning voor het in de handel brengen en het Bureau de volgende formaten en normen toe:
de Extended Eudravigilance Medicinal Product Report Message (XEVPRM), die het formaat is voor de elektronische indiening van informatie over alle in de Unie toegelaten geneesmiddelen voor menselijk gebruik overeenkomstig artikel 57, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 726/2004, zoals gepubliceerd door het Bureau;
ICH E2B(R2) „Maintenance of the ICH guideline on clinical safety data management: data elements for transmission of Individual Case Safety Reports”;
de norm ICH M2 „Electronic Transmission of Individual Case Safety Reports Message Specification”.
Voor de toepassing van lid 1 kunnen de nationale bevoegde autoriteiten, de houders van een vergunning voor het in de handel brengen en het Bureau ook de volgende formaten en normen toepassen:
de norm EN ISO 27953-2:2011, Medische informatica, Geneesmiddelenbewaking — Individuele meldingen van bijwerkingen — Deel 2: Eisen voor individuele meldingen van bijwerkingen van geneesmiddelen bestemd voor mensen (ISO 27953-2:2011);
de norm EN ISO 11615:2012, Medische Informatica, Identificatie van Geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde medicinale productinformatie” (ISO/FDIS 11615:2012);
de norm EN ISO 11616:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde farmaceutische productinformatie” (ISO/FDIS 11616:2012);
de norm EN ISO 11238:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde informatie over bestanddelen” (ISO/FDIS 11238:2012);
de norm EN ISO 11239:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van gereguleerde informatie over farmaceutische doseringen, eenheden van presentatie, wijzen van toediening en verpakking” (ISO/FDIS 11239:2012);
de norm EN ISO 11240:2012, Medische informatica, Identificatie van geneesmiddelen, „Gegevenselementen en -structuren voor de unieke identificatie en uitwisseling van maateenheden” (ISO/FDIS 11240:2012).
HOOFDSTUK V
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Artikel 27
Individuele meldingen van bijwerkingen
Individuele meldingen van bijwerkingen worden gebruikt om aan de Eudravigilance-databank vermoedelijke bijwerkingen van een geneesmiddel te melden die zich op een bepaald tijdstip bij één patiënt voordoen.
Artikel 28
Inhoud van de individuele melding van bijwerkingen
Bij versnelde rapportage omvat de individuele melding van bijwerkingen ten minste een identificeerbare melder, een identificeerbare patiënt, één vermoedelijke bijwerking en het (de) desbetreffende geneesmiddel(en).
Bij het melden van vermoedelijke bijwerkingen verstrekken de lidstaten en de houders van een vergunning voor het in de handel brengen alle beschikbare informatie over elk individueel geval, met inbegrip van het volgende:
administratieve informatie: soort melding, datum en een wereldwijd uniek casusidentificatienummer, alsook een unieke identificatie van de verzender en het soort verzender; de datum waarop de melding voor het eerst van de bron werd ontvangen en de datum van ontvangst van de recentste informatie, waarbij de exacte datum wordt opgegeven; in voorkomend geval, andere casusidentificatienummers en hun bronnen, alsook verwijzingen naar aanvullende beschikbare documenten die de verzender van de individuele melding van bijwerkingen in zijn bezit heeft;
literatuurverwijzingen volgens de „Vancouver-stijl” zoals ontwikkeld door het International Committee of Medical Journal Editors ( 3 ) voor in de wereldwijde literatuur gemelde bijwerkingen, met inbegrip van een uitgebreide samenvatting in het Engels van het artikel;
soort onderzoek, naam van het onderzoek en onderzoeknummer van de sponsor of registratienummer van het onderzoek voor meldingen in het kader van onderzoeken die niet onder Richtlijn 2001/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toepassing van goede klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik ( 4 ) vallen;
informatie over de primaire bron(nen): informatie waardoor de melder wordt geïdentificeerd, met onder meer de lidstaat van verblijf en de beroepskwalificaties;
informatie waardoor de patiënt (en de ouder in het geval van een ouder-kindmelding) wordt geïdentificeerd, met onder meer de leeftijd op het moment van de aanvang van de eerste bijwerking, de leeftijdsgroep, het moment in de zwangerschap waarop de reactie/het voorval in de foetus werd waargenomen, het gewicht, de lengte en het geslacht, de datum van de laatste menstruatie en/of hoever de zwangerschap gevorderd was op het moment van de blootstelling;
relevante medische voorgeschiedenis en gelijktijdige aandoeningen;
de naam, zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 20, van Richtlijn 2001/83/EG, van het (de) geneesmiddel(en) waarvan wordt vermoed dat het (zij) gerelateerd is (zijn) aan het optreden van de bijwerking, met inbegrip van interagerende geneesmiddelen, of, als de naam niet bekend is, de werkzame stof(fen) en alle andere kenmerken die de identificatie van het (de) geneesmiddel(len) mogelijk maken, onder meer de naam van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen, het nummer van de vergunning voor het in de handel brengen, het land waar de vergunning voor het in de handel brengen is verleend, de farmaceutische vorm en de wijze(n) van toediening (bij de ouder), de indicatie(s) voor gebruik in het desbetreffende geval, de toegediende dosis, begin- en einddatum van de toediening, de genomen maatregelen met betrekking tot het (de) geneesmiddel(en), en het effect van dechallenge en rechallenge voor verdachte geneesmiddelen;
voor biologische geneesmiddelen het nummer van de partij;
in voorkomend geval, gelijktijdig toegediende geneesmiddelen, geïdentificeerd overeenkomstig punt g), waarvan niet wordt vermoed dat zij gerelateerd zijn aan het optreden van de bijwerking, en vroegere geneesmiddelentherapie voor de patiënt (en voor de ouder);
informatie over de vermoedelijke bijwerking(en): begin- en einddatum van de vermoedelijke bijwerking(en) of de duur ervan, de ernst, de gevolgen van de vermoedelijke bijwerking(en) op het moment van de laatste waarneming, intervallen tussen de toediening van het verdachte geneesmiddel en het begin van de bijwerking, de door de oorspronkelijke melder gebruikte woorden of beknopte formuleringen om de bijwerking(en) te beschrijven en de lidstaat of het derde land waar de vermoedelijke bijwerking zich heeft voorgedaan;
resultaten van tests en procedures die relevant zijn voor het onderzoek van de patiënt;
bij overlijden van de patiënt, datum en opgegeven oorzaak van overlijden, met inbegrip van de bij de autopsie vastgestelde oorzaken;
een verhalende casusbeschrijving, indien mogelijk, waarbij alle relevante informatie voor individuele gevallen wordt verstrekt, met uitzondering van niet-ernstige bijwerkingen;
de redenen voor de nietigverklaring of wijziging van een individuele melding van bijwerkingen.
Voor de toepassing van punt b), verstrekt de houder van de vergunning voor het in de handel brengen die de oorspronkelijke melding heeft ingediend, op verzoek van het Bureau een kopie van het desbetreffende artikel, rekening houdend met auteursrechtelijke beperkingen, en een volledige vertaling van dat artikel in het Engels.
Voor de toepassing van punt h), moet een follow-upprocedure beschikbaar zijn om het nummer van de partij op te vragen als het niet in de oorspronkelijke melding is opgegeven.
Voor de toepassing van punt m), wordt de informatie in een logische tijdsorde gepresenteerd, volgens het chronologische verloop van de ervaring van de patiënt, met inbegrip van het klinische beloop, de therapeutische maatregelen, het resultaat en de verkregen follow-upinformatie; alle relevante bevindingen van de autopsie of het post-mortemonderzoek worden ook in de beschrijving samengevat.
De lidstaten kunnen verhalende casusbeschrijvingen in hun officiële taal of talen verstrekken. Voor die meldingen worden casusvertalingen geleverd wanneer het Bureau of andere lidstaten daarom verzoeken met het oog op de evaluatie van potentiële signalen.
Meldingen van vermoedelijke bijwerkingen die afkomstig zijn van buiten de Unie, worden in het Engels gesteld.
Artikel 29
Formaat van de elektronische melding van vermoedelijke bijwerkingen
De lidstaten en de houders van een vergunning voor het in de handel brengen maken gebruik van de in artikel 26 bedoelde formaten en van de in artikel 25 bedoelde terminologie voor de elektronische melding van vermoedelijke bijwerkingen.
HOOFDSTUK VI
Risicomanagementplannen
Artikel 30
Inhoud van het risicomanagementplan
Het door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen opgestelde risicomanagementplan bevat de volgende elementen:
een identificatie of typering van het veiligheidsprofiel van het (de) desbetreffende geneesmiddel(en);
een indicatie van hoe het veiligheidsprofiel van het (de) desbetreffende geneesmiddel(en) verder moet worden getypeerd;
een documentatie van de maatregelen om de aan het geneesmiddel verbonden risico’s te voorkomen of te beperken, met inbegrip van een beoordeling van de effectiviteit van die interventies;
een documentatie van de verplichtingen na toelating die als voorwaarde voor het verlenen van een vergunning voor het in de handel brengen zijn opgelegd.
Artikel 31
Samenvatting van het risicomanagementplan
Artikel 32
Actualiseringen van het risicomanagementplan
Artikel 33
Formaat van het risicomanagementplan
Het risicomanagementplan worden opgesteld in het in bijlage I beschreven formaat.
HOOFDSTUK VII
Periodieke veiligheidsverslagen
Artikel 34
Inhoud van periodieke veiligheidsverslagen
Artikel 35
Formaat van periodieke veiligheidsverslagen
HOOFDSTUK VIII
Veiligheidsonderzoeken na toelating
Artikel 36
Toepassingsgebied
Artikel 37
Definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende definities:
1. |
„begin van de gegevensverzameling” : de datum waarop informatie over de eerste onderzoekspersoon voor het eerst in de dataset van het onderzoek wordt geregistreerd of, voor het secundaire gebruik van gegevens, de datum waarop de gegevensextractie begint; |
2. |
„einde van de gegevensverzameling” : de datum vanaf wanneer de analytische dataset volledig beschikbaar is. |
Artikel 38
Formaat van veiligheidsonderzoeken na toelating
Protocols, resumés en eindverslagen van niet-interventionele veiligheidsonderzoeken na toelating worden ingediend in het in bijlage III beschreven formaat.
HOOFDSTUK IX
Slotbepalingen
Artikel 39
Gegevensbescherming
Deze verordening geldt onverminderd de verplichtingen van de nationale bevoegde autoriteiten en van de houders van een vergunning voor het in de handel brengen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van Richtlijn 95/46/EG of de verplichtingen van het Bureau met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van Verordening (EG) nr. 45/2001.
Artikel 40
Overgangsbepalingen
Artikel 41
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf 10 juli 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Risicomanagementplannen
Formaat van het risicomanagementplan
Het risicomanagementplan bestaat uit de volgende modules:
Deel I: |
Overzicht van het (de) geneesmiddel(en) |
Deel II: |
Veiligheidsspecificatie |
Module SI: |
Epidemiologie van de indicatie(s) en doelpopulatie(s) |
Module SII: |
Niet-klinisch gedeelte van de veiligheidsspecificatie |
Module SIII: |
Blootstelling in klinische proeven |
Module SIV: |
Niet in klinische proeven onderzochte populaties |
Module SV: |
Ervaring na toelating |
Module SVI: |
Aanvullende EU-voorschriften voor de veiligheidsspecificatie |
Module SVII: |
Geïdentificeerde en potentiële risico’s |
Module SVIII: |
Samenvatting van de veiligheidsproblemen |
Deel III: |
Geneesmiddelenbewakingsplan (met inbegrip van veiligheidsonderzoeken na toelating) |
Deel IV: |
Plannen voor efficiëntieonderzoeken na toelating |
Deel V: |
Risicobeperkende maatregelen (met inbegrip van de evaluatie van de effectiviteit van risicobeperkende werkzaamheden) |
Deel VI: |
Samenvatting van het risicomanagementplan |
Deel VII: |
Bijlagen |
BIJLAGE II
Formaat van de elektronische periodieke veiligheidsverslagen
Het periodieke veiligheidsverslag bestaat uit de volgende modules:
Deel I |
Titelpagina, met inbegrip van de handtekening |
Deel II |
Samenvatting |
Deel III |
Inhoudsopgave |
1. |
Inleiding |
2. |
Wereldwijde status van vergunningen voor het in de handel brengen |
3. |
In het rapportage-interval om veiligheidsredenen genomen maatregelen |
4. |
Wijzigingen in de referentie-informatie over de veiligheid |
5. |
Geraamde blootstellings- en gebruikspatronen |
5.1. |
Cumulatieve blootstelling van onderzoekspersonen in klinische proeven |
5.2. |
Cumulatieve blootstelling en blootstelling in het interval van patiënten op basis van ervaring met het in de handel brengen |
6. |
Gegevens in overzichtstabellen |
6.1. |
Referentie-informatie |
6.2. |
Cumulatieve overzichtstabellen van ernstige ongewenste voorvallen op basis van klinische proeven |
6.3. |
Cumulatieve en voor het interval geldende overzichtstabellen op basis van gegevensbronnen na het in de handel brengen |
7. |
Samenvattingen van significante bevindingen van klinische proeven tijdens het rapportage-interval |
7.1. |
Voltooide klinische proeven |
7.2. |
Lopende klinische proeven |
7.3. |
Follow-up op lange termijn |
7.4. |
Ander therapeutisch gebruik van het geneesmiddel |
7.5. |
Nieuwe veiligheidsgegevens met betrekking tot vastecombinatietherapieën |
8. |
Bevindingen van niet-interventionele onderzoeken |
9. |
Informatie verkregen uit andere klinische proeven en bronnen |
10. |
Niet-klinische gegevens |
11. |
Literatuur |
12. |
Andere periodieke verslagen |
13. |
Gebrek aan efficiëntie in gecontroleerde klinische proeven |
14. |
Recent verkregen belangrijke informatie |
15. |
Overzicht over signalen: nieuw, lopend of afgesloten |
16. |
Signaal- en risico-evaluatie |
16.1. |
Samenvattingen van veiligheidsproblemen |
16.2. |
Signaalevaluatie |
16.3. |
Evaluatie van risico’s en nieuwe informatie |
16.4. |
Typering van risico’s |
16.5. |
Effectiviteit van risicobeperking (indien van toepassing) |
17. |
Evaluatie van voordelen |
17.1. |
Belangrijke basisinformatie over efficiëntie en effectiviteit |
17.2. |
Nieuw geïdentificeerde informatie over efficiëntie en effectiviteit |
17.3. |
Typering van voordelen |
18. |
Geïntegreerde analyse van voordelen en risico’s voor indicaties waarvoor een vergunning is verleend |
18.1. |
Context van voordelen en risico’s — Medische noodzaak en belangrijke alternatieven |
18.2. |
Evaluatie van de analyse van voordelen en risico’s |
19. |
Conclusies en maatregelen |
20. |
Aanhangsels bij het periodieke veiligheidsverslag |
BIJLAGE III
Protocollen, resumés en eindverslagen van veiligheidsonderzoeken na toelating
1. Formaat van het onderzoeksprotocol
1. |
Titel: informatieve titel, met inbegrip van een algemeen gebruikte term om de onderzoeksopzet en het geneesmiddel, de stof of de geneesmiddelcategorie in kwestie aan te geven, en een subtitel met het identificatienummer en de datum van de laatste versie. |
2. |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen. |
3. |
Verantwoordelijke partijen, met inbegrip van een lijst van alle medewerkende instellingen en andere relevante onderzoekslocaties. |
4. |
Resumé: op zichzelf staande samenvatting van het onderzoeksprotocol, ingedeeld als volgt:
a)
titel en subtitels, met inbegrip van de versie en datum van het protocol en de naam en gelieerdheid van de hoofdauteur;
b)
motivering en achtergrond;
c)
onderzoeksvraag en -doelstellingen;
d)
onderzoeksopzet;
e)
populatie;
f)
variabelen;
g)
gegevensbronnen;
h)
onderzoeksomvang;
i)
gegevensanalyse;
j)
mijlpalen. |
5. |
Wijzigingen en actualiseringen: belangrijke wijzigingen en actualiseringen van het onderzoeksprotocol na het begin van de gegevensverzameling, met inbegrip van een rechtvaardiging voor de wijziging of actualisering, de datum van de wijziging, en een verwijzing naar het deel van het protocol waar de wijzigingen zijn aangebracht. |
6. |
Mijlpalen: tabel met geplande data voor de volgende mijlpalen:
a)
begin van de gegevensverzameling;
b)
einde van de gegevensverzameling;
c)
voortgangsverslag(en) over het onderzoek, als bedoeld in artikel 107 quaterdecies, lid 5, van Richtlijn 2001/83/EG;
d)
tussentijds(e) verslag(en) over de onderzoeksresultaten, indien van toepassing;
e)
eindverslag over de onderzoeksresultaten. |
7. |
Motivering en achtergrond: beschrijving van het gevaar of de gevaren voor de veiligheid, het veiligheidsprofiel of de risicomanagementmaatregelen die ertoe leidden dat het onderzoek als verplichting voor een vergunning voor het in de handel brengen werd opgelegd. |
8. |
Onderzoeksvraag en -doelstellingen overeenkomstig het besluit van de nationale bevoegde autoriteit die het onderzoek als verplichting heeft opgelegd. |
9. |
Onderzoeksmethoden: beschrijving van de onderzoeksmethoden, met inbegrip van:
a)
onderzoeksopzet;
b)
setting: onderzoekspopulatie gedefinieerd in termen van personen, plaats, tijdvak en selectiecriteria, met inbegrip van de motivering van eventuele opname- en uitsluitingscriteria. Als een steekproef uit een bronpopulatie wordt getrokken, worden een beschrijving van de bronpopulatie en gegevens betreffende de steekproefmethoden verstrekt. Als de onderzoeksopzet een systematische evaluatie of een meta-analyse is, worden de criteria uitgelegd op grond waarvan onderzoeken worden geselecteerd en in aanmerking genomen;
c)
variabelen;
d)
gegevensbronnen: strategieën en gegevensbronnen voor het bepalen van blootstellingen, uitkomsten en alle andere variabelen die relevant zijn voor de onderzoeksdoelstellingen. Als voor het onderzoek gebruik zal worden gemaakt van een bestaande gegevensbron, zoals elektronische patiëntendossiers, wordt alle informatie over de geldigheid van de registratie en codering van de gegevens gerapporteerd. In het geval van een systematische evaluatie of meta-analyse worden de zoekstrategie en -processen en alle methoden voor de bevestiging van door onderzoekers verstrekte gegevens beschreven;
e)
onderzoeksomvang: geplande onderzoeksomvang, beoogde precisie van onderzoeksramingen en berekening van de onderzoeksomvang waarbij minimaal een vooraf gespecificeerd risico met een vooraf gespecificeerde interpretatieve sterkte kan worden gedetecteerd;
f)
gegevensbeheer;
g)
gegevensanalyse;
h)
kwaliteitscontrole;
i)
beperkingen van de onderzoeksmethoden. |
10. |
Bescherming van onderzoekspersonen: waarborgen voor de naleving van voorschriften van de lidstaten en de Unie om het welzijn en de rechten van deelnemers aan niet-interventionele veiligheidsonderzoeken na toelating te garanderen. |
11. |
Beheer en melding van ongewenste voorvallen/bijwerkingen en andere uit medisch oogpunt belangrijke voorvallen terwijl het onderzoek loopt. |
12. |
Plannen voor de verspreiding en mededeling van onderzoeksresultaten. |
13. |
Referenties. |
2. Formaat van het resumé van het eindverslag van het onderzoek
1. |
Titel en subtitels, met inbegrip van de datum van het resumé en de naam en gelieerdheid van de hoofdauteur |
2. |
Trefwoorden (niet meer dan vijf trefwoorden die de belangrijkste kenmerken van het onderzoek aangeven) |
3. |
Motivering en achtergrond |
4. |
Onderzoeksvraag en -doelstellingen |
5. |
Onderzoeksopzet |
6. |
Setting |
7. |
Onderzoekspersonen en onderzoeksomvang, inclusief drop-outs |
8. |
Variabelen en gegevensbronnen |
9. |
Resultaten |
10. |
Bespreking (met inbegrip van, als dit relevant is, een evaluatie van het effect van de onderzoeksresultaten op de verhouding tussen risico’s en voordelen van het geneesmiddel). |
11. |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen |
12. |
Naam en gelieerdheid van de voornaamste onderzoekers |
3. Formaat van het eindverslag van het onderzoek
1. |
Titel: titel, met inbegrip van een algemeen gebruikte term om de onderzoeksopzet aan te geven; subtitels met de datum van het eindverslag en de naam en gelieerdheid van de hoofdauteur. |
2. |
Resumé: op zichzelf staande samenvatting als bedoeld in punt 2 van deze bijlage. |
3. |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen. |
4. |
Onderzoekers: naam, titels, diploma’s, adres en gelieerdheid van de hoofdonderzoeker en alle medeonderzoekers, en een lijst van alle medewerkende primaire instellingen en andere relevante onderzoekslocaties. |
5. |
Mijlpalen: data voor de volgende mijlpalen:
a)
begin van de gegevensverzameling (geplande en werkelijke data);
b)
einde van de gegevensverzameling (geplande en werkelijke data);
c)
voortgangsverslagen van het onderzoek;
d)
tussentijdse verslagen over de onderzoeksresultaten, indien van toepassing;
e)
eindverslag over de onderzoeksresultaten (geplande en werkelijke data);
f)
alle andere belangrijke mijlpalen voor het onderzoek, waaronder de datum van registratie van het onderzoek in het elektronische onderzoeksregister. |
6. |
Motivering en achtergrond: beschrijving van de veiligheidsproblemen naar aanleiding waarvan het onderzoek is gestart, en kritische beoordeling van relevante, al of niet gepubliceerde gegevens waarbij pertinente informatie en door het onderzoek aan te vullen leemten in de kennis worden geëvalueerd. |
7. |
Onderzoeksvraag en -doelstellingen. |
8. |
Wijzigingen en actualiseringen van het protocol: lijst van belangrijke wijzigingen en actualiseringen van het oorspronkelijke onderzoeksprotocol na het begin van de gegevensverzameling, met inbegrip van een rechtvaardiging voor elke wijziging of actualisering. |
9. |
Onderzoeksmethoden 9.1. Onderzoeksopzet: belangrijkste elementen van de onderzoeksopzet en motivering van deze keuze. 9.2. Setting: setting, locaties en relevante data voor het onderzoek, met inbegrip van rekruteringsperioden, follow-up en gegevensverzameling. In het geval van een systematische evaluatie of meta-analyse, onderzoekskenmerken die als criteria worden gebruikt om onderzoeken in aanmerking te nemen, met motivering. 9.3. Onderzoekspersonen: bronpopulaties en acceptatiecriteria voor onderzoekspersonen. De bronnen en methoden voor de selectie van deelnemers worden medegedeeld, met inbegrip van de methoden voor de bevestiging van gevallen, alsook het aantal drop-outs en hun redenen. 9.4. Variabelen: alle uitkomsten, blootstellingen, voorspellers, potentiële verwarrende factoren, en effectmodificatoren, met inbegrip van operationele definities. Er worden, indien van toepassing, diagnostische criteria verstrekt. 9.5. Gegevensbronnen en meting: voor elke relevante variabele, gegevensbronnen en specificatie van de beoordelings- en meetmethoden. Als voor het onderzoek gebruik is gemaakt van een bestaande gegevensbron, zoals elektronische patiëntendossiers, wordt alle informatie over de geldigheid van de registratie en codering van de gegevens gerapporteerd. In het geval van een systematische evaluatie of meta-analyse, beschrijving van alle informatiebronnen, zoekstrategie, methoden voor de selectie van onderzoeken, methoden voor gegevensextractie, en alle processen voor het verkrijgen of bevestigen van gegevens van onderzoekers. 9.6. Vertekening. 9.7. Onderzoeksomvang: onderzoeksomvang, motivering van de berekening van de onderzoeksomvang en van de methode waarmee de geplande onderzoeksomvang werd bepaald. 9.8. Gegevenstransformatie: transformaties, berekeningen en bewerkingen op de gegevens, met inbegrip van de wijze waarop kwantitatieve gegevens in de analyses werden behandeld en welke groeperingen werden gekozen en waarom. 9.9. Statistische methoden: beschrijving van de volgende punten:
a)
de belangrijkste maatregelen in het kort;
b)
alle in het onderzoek toegepaste statistische methoden;
c)
de methoden die zijn gebruikt om subgroepen en interacties te onderzoeken;
d)
wat er werd gedaan in verband met ontbrekende gegevens;
e)
eventuele gevoeligheidsanalyses;
f)
eventuele wijzigingen in het in het onderzoeksprotocol opgenomen gegevensanalyseprogramma, met een motivering van de wijzigingen. 9.10. Kwaliteitscontrole: mechanismen om de gegevenskwaliteit en -integriteit te garanderen. |
10. |
Resultaten: met de volgende onderverdeling:
10.1.
Deelnemers: aantal onderzoekspersonen in elk onderzoeksstadium. In het geval van een systematische evaluatie of meta-analyse, het aantal onderzoeken dat werd gescreend, beoordeeld op geschiktheid om in aanmerking te worden genomen, en in de evaluatie opgenomen, met opgave van de redenen voor uitsluiting in elk stadium.
10.2.
Beschrijvende gegevens: kenmerken van de deelnemers aan het onderzoek, informatie over blootstellingen en potentiële verwarrende factoren, en aantal deelnemers met ontbrekende gegevens. In het geval van een systematische evaluatie of meta-analyse, kenmerken van elk onderzoek waaruit gegevens werden geëxtraheerd.
10.3.
Uitkomstgegevens: aantal onderzoekspersonen in de verschillende categorieën van belangrijke uitkomsten.
10.4.
Belangrijkste resultaten: niet-gecorrigeerde ramingen en, indien van toepassing, voor verwarrende factoren gecorrigeerde ramingen en de precisie ervan. Als dit relevant is, worden ramingen van het relatieve risico omgerekend naar het absolute risico voor een zinvol tijdvak.
10.5.
Overige analyses.
10.6.
Ongewenste voorvallen en bijwerkingen. |
11. |
Bespreking 11.1. Voornaamste resultaten: voornaamste resultaten ten aanzien van de onderzoeksdoelstellingen, voorafgaand onderzoek waardoor de bevindingen van het voltooide veiligheidsonderzoek na toelating worden gestaafd of tegengesproken, en indien relevant, het effect van de resultaten op de verhouding tussen risico’s en voordelen van het geneesmiddel. 11.2. Beperkingen: beperkingen van het onderzoek, rekening houdend met omstandigheden die de kwaliteit of de integriteit van de gegevens kunnen hebben aangetast, beperkingen van de onderzoeksaanpak en methoden die werden gebruikt om ze te verhelpen, bronnen van potentiële vertekening en imprecisie, en validering van de voorvallen. Zowel de richting als de grootte van potentiële vertekeningen worden besproken. 11.3. Interpretatie: interpretatie van resultaten, rekening houdend met doelstellingen, beperkingen, veelheid van analyses, resultaten van soortgelijke onderzoeken en ander relevant bewijsmateriaal. 11.4. Generaliseerbaarheid. |
12. |
Referenties. |
( 1 ) PB L 334 van 24.11.2008, blz. 7.
( 2 ) PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22.
( 3 ) International Committee of Medical Journal Editors. Uniform requirements for manuscripts submitted to biomedical journals. N Engl J Med 1997; 336:309-15.
( 4 ) PB L 121 van 1.5.2001, blz. 34.