02012D0642 — NL — 27.02.2019 — 010.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT 2012/642/GBVB VAN DE RAAD

van 15 oktober 2012

betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus

(PB L 285 van 17.10.2012, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

UITVOERINGSBESLUIT 2013/248/GBVB VAN DE RAAD van 29 mei 2013

  L 143

24

30.5.2013

 M2

BESLUIT 2013/308/GBVB VAN DE RAAD van 24 juni 2013

  L 172

31

25.6.2013

 M3

BESLUIT 2013/534/GBVB VAN DE RAAD van 29 oktober 2013

  L 288

69

30.10.2013

 M4

UITVOERINGSBESLUIT 2014/24/GBVB VAN DE RAAD van 20 januari 2014

  L 16

32

21.1.2014

 M5

UITVOERINGSBESLUIT 2014/439/GBVB VAN DE RAAD van 8 juli 2014

  L 200

13

9.7.2014

 M6

BESLUIT 2014/750/GBVB VAN DE RAAD van 30 oktober 2014

  L 311

39

31.10.2014

 M7

UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2015/1142 VAN DE RAAD van 13 juli 2015

  L 185

20

14.7.2015

 M8

UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2015/1335 VAN DE RAAD van 31 juli 2015

  L 206

64

1.8.2015

 M9

BESLUIT (GBVB) 2015/1957 VAN DE RAAD van 29 oktober 2015

  L 284

149

30.10.2015

►M10

BESLUIT (GBVB) 2016/280 VAN DE RAAD van 25 februari 2016

  L 52

30

27.2.2016

►M11

BESLUIT (GBVB) 2017/350 VAN DE RAAD van 27 februari 2017

  L 50

81

28.2.2017

►M12

BESLUIT (GBVB) 2018/280 VAN DE RAAD van 23 februari 2018

  L 54

16

24.2.2018

►M13

BESLUIT (GBVB) 2019/325 VAN DE RAAD van 25 februari 2019

  L 57

4

26.2.2019


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 297, 15.10.2014, blz.  41 (2014/24/GBVB)

 C2

Rectificatie, PB L 328, 13.11.2014, blz.  61 (2014/439/GBVB)

 C3

Rectificatie, PB L 176, 7.7.2015, blz.  41 (2014/439/GBVB)




▼B

BESLUIT 2012/642/GBVB VAN DE RAAD

van 15 oktober 2012

betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus



Artikel 1

1.  De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, aan of naar Belarus door onderdanen van de lidstaten, of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of hun luchtvaartuigen, is verboden, ongeacht of de goederen oorspronkelijk van het grondgebied van de lidstaten afkomstig zijn.

2.  Het is verboden om:

a) rechtstreeks of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten te verlenen in verband met de in lid 1 bedoelde goederen of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van dergelijke goederen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of bestemd voor gebruik in Belarus;

b) rechtstreeks of indirect financieringsmiddelen of financiële bijstand te verstrekken in verband met de in lid 1 bedoelde goederen, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, ten behoeve van de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of ten behoeve van de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus;

c) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) of b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

Artikel 2

1.  Artikel 1 is niet van toepassing op:

a) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting, alsmede uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties (VN) en de Unie, of voor crisisbeheersingsoperaties van de EU en de VN;

b) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen, die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Unie en haar lidstaten in Belarus;

c) het verstrekken van technische bijstand, bemiddelings- en andere diensten in verband met dergelijke uitrusting of met dergelijke programma’s en operaties;

d) het verstrekken van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met dergelijke uitrusting en dergelijke programma's,

mits deze uitvoer en bijstand van tevoren door de ter zake bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd.

2.  Artikel 1 is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee verbonden personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Belarus worden uitgevoerd.

▼M11

3.  Artikel 1 is niet van toepassing op biatlonuitrusting die voldoet aan de specificaties die zijn omschreven in het evenementen- en competitiereglement van de Internationale Biatlonunie (IBU).

▼M12

4.  In afwijking van artikel 1 kunnen de lidstaten de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer toestaan van kleinkaliber sportgeweren, kleinkaliber sportpistolen en kleinkaliber munitie die uitsluitend bestemd zijn voor gebruik bij sportevenementen en sporttraining, of technische bijstand of tussenhandeldiensten, financieringsmiddelen of financiële bijstand die daarmee verband houden.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder dit lid vallen.

5.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie ten minste één week voordat hij toestemming verleent, ervan in kennis dat hij voornemens is overeenkomstig dit artikel toestemming te verlenen, met inbegrip van het type en de betrokken hoeveelheid uitrusting en de bestemming ervan, of de aard van de bijstand of diensten die daarmee verband houden.

▼B

Artikel 3

1.  De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van personen die:

a) verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen of de onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, of wier activiteiten anderszins de democratie of de rechtsstaat in Belarus ernstig ondermijnen, alsmede eenieder die banden heeft met hen;

b) profiteren van of steun verlenen aan het Loekasjenko-regime,

en vermeld staan in de ►M10  bijlage ◄ .

2.  Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

3.  Lid 1 laat gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

a) als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b) als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;

c) krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent;

of

d) krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929, dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

4.  Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

5.  De Raad wordt terdege geïnformeerd over alle gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een ontheffing verleent.

6.  De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van vergaderingen die door de Unie geïnitieerd worden of waarbij zij als gastheer optreedt, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als zittend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen wanneer een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Belarus rechtstreeks worden bevorderd.

7.  Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij door één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar wordt gemaakt bij de Raad. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.

8.  In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 en 7 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van een in de ►M10  bijlage ◄ vermelde persoon, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de daarbij betrokken persoon.

Artikel 4

1.  Alle tegoeden en economische middelen die eigendom zijn, in het bezit zijn, of onder zeggenschap staan van:

a) personen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen of de onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, of wier activiteiten anderszins de democratie en de rechtsstaat in Belarus ernstig ondermijnen, of alle andere natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden hebben met hen, alsmede alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan;

b) natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die van het Loekasjenko-bewind profiteren of het steunen, alsmede rechtspersonen, entiteiten of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan,

en vermeld staan in de ►M10  bijlage ◄ , worden bevroren.

2.  Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de ►M10  bijlage ◄ genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 5

1.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van een in de ►M10  bijlage ◄ genoemde persoon en de leden van diens gezin die van hem afhankelijk zijn, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d) noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit de overige bevoegde autoriteiten en de Commissie ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, in kennis heeft gesteld van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven; of

e) gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire post of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationale recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire post of de internationale organisatie.

De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend.

2.  Artikel 4, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a) rente of andere inkomsten op deze rekeningen; of

b) betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB, Besluit 2010/639/GBVB van de Raad of dit besluit op deze rekeningen van toepassing werd,

mits ten aanzien van deze rente, andere inkomsten en betalingen steeds aan artikel 4, lid 1, van dit besluit wordt voldaan.

3.  Artikel 4, lid 1, belet niet dat een op een lijst geplaatste natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam betalingen doet die verschuldigd zijn uit hoofde van een contract dat is gesloten voordat de natuurlijke of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of middellijk wordt ontvangen door een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld in artikel 4, lid 1.

Artikel 6

▼M10

1.  De Raad neemt op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de wijzigingen van de lijst in de bijlage aan die op grond van de politieke ontwikkelingen in Belarus nodig zijn.

▼B

2.  De Raad stelt de betrokken persoon in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon daarover opmerkingen kan indienen.

3.  Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon daarvan op de hoogte.

Artikel 7

Om het effect van voornoemde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit besluit genoemde te treffen.

▼M13

Artikel 8

1.  Dit besluit is van toepassing tot en met 28 februari 2020.

2.  Dit besluit wordt voortdurend geëvalueerd en wordt zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

▼B

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op 1 november 2012.

▼M10




BIJLAGE

Personen bedoeld in artikel 3, lid 1, en artikel 4, lid 1



 

Naam

Engelse transcriptie van Belarussische spelling

Engelse transcriptie van Russische spelling

Naam

(Belarussische spelling)

Naam

(Russische spelling)

Informatie ter identificatie

Redenen voor plaatsing op de lijst

1.

Navumau, Uladzimir Uladzimiravich

Naumov, Vladimir Vladimirovich

НАВУМАЎ, Уладзiмiр Уладзiмiравiч

НАУМОВ, Владимир Владимирович

Geboortedatum: 7.2.1956

Geboorteplaats: Smolensk (Rusland)

Heeft geen actie ondernomen om de onopgeloste verdwijningen van Yuri Zakharenko, Viktor Gonchar, Anatoly Krasovski en Dmitri Zavadski in Belarus in 1999-2000 te onderzoeken. Voormalig minister van Binnenlandse Zaken en ook voormalig hoofd van de veiligheidsdienst van de president. Tot zijn pensionering om gezondheidsredenen op 6 april 2009 was hij als minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor de repressie tegen vreedzame demonstraties. Kreeg van de presidentiële staf een woning in Drozdy, de nomenklatoerawijk van Minsk. Ontving in oktober 2014 de orde „van verdienste” niveau III van president Loekasjenko.

2.

Paulichenka, Dzmitry Valerievich

Pavlichenko, Dmitri Valerievich (Pavlichenko, Dmitriy Valeriyevich)

ПАЎЛIЧЭНКА, Дзмiтрый Валер'евiч

ПАВЛИЧЕНКО, Дмитрий Валериевич

Geboortedatum: 1966

Geboorteplaats: Vitebsk

Adres: Белорусская ассоциация ветеранов спецподразделений войск МВД „Честь”

220028, Минск Маяковского, 111

Sleutelfiguur in de onopgeloste verdwijningen van Yuri Zakharenko, Viktor Gonchar, Anatoly Krasovski en Dmitri Zavadski in Belarus tussen 1999 en 2000. Voormalig hoofd van de speciale interventiegroep van het ministerie van Binnenlandse Zaken (SOBR).

Zakenman, hoofd van „Eer”, de vereniging van oudgedienden van de speciale interventie-eenheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

3.

Sheiman, Viktar Uladzimiravich (Sheyman, Viktar Uladzimiravich)

Sheiman, Viktor Vladimirovich (Sheyman, Viktor Vladimirovich)

ШЭЙМАН, Biктap Уладзiмiравiч

ШЕЙМАН, Виктор Владимирович

Geboortedatum: 26.5.1958

Geboorteplaats: regio Hrodna

Adres:

Управлениe

Делами Президента

ул. К.Маркса, 38

220016, г. Минск

Hoofd van de afdeling beheer van het kabinet van de president. Is verantwoordelijk voor de onopgeloste verdwijning van Viktor Gonchar, Anatoly Krasovski en Dmitri Zavadski in Belarus in 1999-2000. Voormalig secretaris van de veiligheidsraad. Sheiman is nog steeds bijzonder assistent/adviseur van de president.

4.

Sivakau, Iury Leanidavich (Sivakau, Yury Leanidavich)

Sivakov, Iury (Yurij, Yuri) Leonidovich

СIВАКАЎ, Юрый Леанiдавiч

СИВАКОВ, Юрий Леонидович

Geboortedatum: 5.8.1946

Geboorteplaats: Onory, regio Sakhalin

Adres:

Белорусская ассоциация ветеранов спецподразделений войск МВД „Честь”

220028, Минск Маяковского, 111

Is het brein achter de onopgeloste verdwijningen van Yuri Zakharenko, Viktor Gonchar, Anatoly Krasovski en Dmitri Zavadski in Belarus tussen 1999 en 2000. Voormalig minister van Toerisme en Sport, voormalig minister van Binnenlandse Zaken en adjunct-kabinetschef van de president.

▼M10 —————