02010R1061 — NL — 07.03.2017 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1061/2010 VAN DE COMMISSIE van 28 september 2010 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke wasmachines (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 47) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 518/2014 VAN DE COMMISSIE van 5 maart 2014 |
L 147 |
1 |
17.5.2014 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/254 VAN DE COMMISSIE van 30 november 2016 |
L 38 |
1 |
15.2.2017 |
Gerectificeerd bij:
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1061/2010 VAN DE COMMISSIE
van 28 september 2010
houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke wasmachines
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Doel en toepassingsgebied
1. In deze verordening worden eisen vastgesteld voor de etikettering van en het verstrekken van aanvullende productinformatie over elektrische huishoudelijke wasmachines en voor aansluiting op het elektriciteitsnet bestemde elektrische huishoudelijke wasmachines die ook op batterijen kunnen werken, inclusief die welke voor niet-huishoudelijk gebruik worden verkocht en ingebouwde huishoudelijke wasmachines.
2. Deze verordening is niet van toepassing op huishoudelijke was-droogcombinaties.
Artikel 2
Definities
Met het oog op de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 2 van Richtlijn 2010/30/EU en wordt verstaan onder:
1. |
„huishoudelijke wasmachine” : een automatische wasmachine die textiel wast en spoelt met water, voorzien is van een centrifugefunctie en ontworpen is om hoofdzakelijk voor niet-professionele doeleinden te worden gebruikt; |
2. |
„huishoudelijke inbouwwasmachine” : een huishoudelijke wasmachine bestemd om te worden geïnstalleerd in een kast, een daartoe bestemde nis in een muur of een soortgelijke locatie, en waarbij afwerking van het meubilair vereist is; |
3. |
„automatische wasmachine” : een wasmachine die de lading volledig behandelt zonder dat tijdens het programma een tussenkomst van de gebruiker vereist is; |
4. |
„huishoudelijke was-droogcombinatie” : een huishoudelijke wasmachine met centrifuge- en droogfunctie, meestal door verwarmen en centrifugeren; |
5. |
„programma” : een reeks vooraf gedefinieerde handelingen die door de leverancier geschikt zijn verklaard voor het wassen van bepaalde types textiel; |
6. |
„cyclus” : een volledig was-, spoel- en centrifugeproces, zoals gedefinieerd voor het geselecteerde programma; |
7. |
„programmatijd” : de tijd tussen het begin en het einde van het programma, waarbij de door de eindgebruiker geprogrammeerde startvertraging niet wordt meegerekend; |
8. |
„nominale capaciteit” : het maximumgewicht aan droog textiel van een bepaald type, in kilogram zoals vermeld door de leverancier met intervallen van 0,5 kg, dat door een huishoudelijke wasmachine kan worden verwerkt met het geselecteerde programma, voor zover de machine overeenkomstig de instructies van de leverancier is geladen; |
9. |
„gedeeltelijke lading” : de helft van de nominale capaciteit van een huishoudelijke wasmachine voor een bepaald programma; |
10. |
„resterend vochtgehalte” : de hoeveelheid vocht die de lading bevat aan het einde van de centrifugefase; |
11. |
„uitstand” : een toestand waarbij de huishoudelijke wasmachine is uitgeschakeld met bedieningsinstrumenten of schakelaars die door de eindgebruiker tijdens het normale gebruik kunnen worden bediend om het ►C1 laagste opgenomen vermogen ◄ te bereiken, en die onbepaalde tijd kan duren terwijl de huishoudelijke wasmachine is aangesloten op een energiebron en overeenkomstig de instructies van de leverancier wordt gebruikt. Wanneer er geen bedieningsinstrument of schakelaar die door de eindgebruiker kan worden bediend, aanwezig is, betekent „uitstand” de toestand die wordt bereikt nadat de huishoudelijke wasmachine zelf is teruggekeerd naar een ►C1 steady-state opgenomen vermogen ◄ ; |
12. |
„sluimerstand” : de stand met het laagste ►C1 opgenomen vermogen ◄ , die gedurende onbepaalde tijd na het voltooien van het programma kan blijven voortduren zonder verdere tussenkomst door de eindgebruiker, behalve het uitladen van de huishoudelijke wasmachine; |
13. |
„gelijkwaardige huishoudelijke wasmachine” : een in de handel verkrijgbaar model van een huishoudelijke wasmachine met dezelfde nominale capaciteit, technische en prestatiekenmerken, energie- en waterverbruik en geluidsemissie via de lucht tijdens het wassen en centrifugeren als een ander model huishoudelijke wasmachine die door dezelfde leverancier in de handel wordt gebracht met een ander codenummer; |
14. |
„eindgebruiker” : een consument die een huishoudelijke wasmachine koopt of naar verwachting zal kopen; |
15. |
„verkooppunt” : een locatie waar huishoudelijke wasmachines worden tentoongesteld of te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden. |
Artikel 3
Verantwoordelijkheden van leveranciers
De leveranciers zorgen ervoor dat:
a) elke huishoudelijke wasmachine wordt geleverd met een gedrukt etiket in het formaat en met vermelding van de informatie zoals beschreven in bijlage I;
b) een productkaart, zoals beschreven in bijlage II, beschikbaar wordt gesteld;
c) de technische documentatie zoals beschreven in bijlage III op verzoek beschikbaar wordt gesteld aan de autoriteiten van de lidstaten en aan de Commissie;
d) in elke advertentie voor een specifiek model van een huishoudelijke wasmachine de energie-efficiëntieklasse wordt vermeld, indien de advertentie energiegerelateerde of prijsinformatie bevat;
e) in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model van een huishoudelijke wasmachine waarin de specifieke parameters voor dat model worden beschreven, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld;
f) voor elk model huishoudelijke wasmachine dat vanaf 1 januari 2015 met een nieuwe typeaanduiding in de handel is gebracht een elektronisch etiket, in het formaat en met vermelding van de informatie zoals beschreven in bijlage I, aan de handelaars beschikbaar wordt gesteld. Ook voor oudere modellen huishoudelijke wasmachines kunnen elektronische etiketten aan de handelaars beschikbaar worden gesteld;
g) voor elk model huishoudelijke wasmachine dat vanaf 1 januari 2015 met een nieuwe typeaanduiding in de handel is gebracht een elektronische productkaart, zoals beschreven in bijlage II, aan de handelaars beschikbaar wordt gesteld. Ook voor oudere modellen huishoudelijke wasmachines kunnen elektronische productkaarten aan de handelaars beschikbaar worden gesteld.
Artikel 4
Verantwoordelijkheden van handelaars
De handelaars zorgen ervoor dat:
a) op elke huishoudelijke wasmachine in het verkooppunt het overeenkomstig artikel 3, onder a), door de leveranciers verstrekte etiket is aangebracht op de buitenzijde van de voor- of bovenkant van de huishoudelijke wasmachine, zodat het duidelijk zichtbaar is;
b) huishoudelijke wasmachines die te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden en waarbij van de eindgebruiker niet kan worden verwacht dat hij het product uitgestald te zien krijgt, in de handel worden gebracht met de overeenkomstig bijlage IV door de leveranciers te verstrekken informatie. Wanneer het aanbod gebeurt via internet en er overeenkomstig artikel 3, onder f) en g), een elektronisch etiket en een elektronische productkaart beschikbaar zijn gesteld, is het bepaalde in bijlage VIII van toepassing;
c) in elke advertentie voor een specifiek model van een huishoudelijke wasmachine de energie-efficiëntieklasse wordt vermeld, indien de advertentie energiegerelateerde of prijsinformatie bevat;
d) in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model van een huishoudelijke wasmachine waarin de specifieke parameters voor dat model worden beschreven, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld.
Artikel 5
Meetmethoden
De op grond van de artikelen 3 en 4 te verstrekken informatie wordt verkregen met behulp van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetprocedures waarbij gebruik wordt gemaakt van erkende meetmethoden die beantwoorden aan de stand van de techniek.
Artikel 6
Controleprocedure met het oog op markttoezicht
De lidstaten passen de procedure van bijlage V toe bij het beoordelen van de conformiteit van de opgegeven energie-efficiëntieklasse, het jaarlijkse energieverbruik, het jaarlijkse waterverbruik, de centrifuge-efficiëntieklasse, het ►C1 opgenomen vermogen ◄ in de uitstand en de sluimerstand, de duur van de sluimerstand, het resterende vochtgehalte, de centrifugesnelheid en de geluidsemissie via de lucht.
Artikel 7
Evaluatie
De Commissie evalueert deze verordening uiterlijk vier jaar na haar inwerkingtreding op basis van de technologische vooruitgang. Tijdens de evaluatie worden met name de in bijlage V vastgestelde toleranties gecontroleerd.
Artikel 8
Intrekking
Richtlijn 95/12/EG wordt ingetrokken met ingang van 20 december 2011.
Artikel 9
Overgangsbepalingen
1. Artikel 3, onder d) en e), en artikel 4, onder b), c) en d), gelden niet voor drukwerk voor reclamedoeleinden en gedrukt technisch promotiemateriaal, gepubliceerd vóór 20 april 2012.
2. Huishoudelijke wasmachines die in de handel werden gebracht vóór 20 december 2011 voldoen aan de bepalingen van Richtlijn 95/12/EG.
3. Indien een uitvoeringsmaatregel voor Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines was vastgesteld, moeten huishoudelijke wasmachines die voldoen aan de bepalingen van deze uitvoeringsmaatregel met betrekking tot de wasefficiëntie-eisen en het bepaalde in deze verordening, en die in de handel worden gebracht of te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden vóór 20 december 2011 worden beschouwd als in overeenstemming met de eisen van Richtlijn 95/12/EG.
Artikel 10
Inwerkingtreding en toepassing
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Ze is van toepassing met ingang van 20 december 2011. Artikel 3, onder d) en e), en artikel 4, onder b), c) en d), zijn van toepassing met ingang van 20 april 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Etiket
1. ETIKET
1. De volgende informatie wordt op het etiket vermeld:
I. de naam van de leverancier of het handelsmerk;
II. de typeaanduiding van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke wasmachine wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam;
III. de energie-efficiëntieklasse, zoals bepaald overeenkomstig bijlage VI, punt 1; de punt van de pijl waarin de energie-efficiëntieklasse van de huishoudelijke wasmachine is vermeld, wordt op dezelfde hoogte geplaatst als de punt van de pijl van de relevante energie-efficiëntieklasse;
IV. het gewogen jaarlijkse energieverbruik (AEC ) in kWh per jaar, afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal, overeenkomstig bijlage VII;
V. het gewogen jaarlijkse waterverbruik (AWC ) in liter per jaar, afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal, overeenkomstig bijlage VII;
VI. de nominale capaciteit in kg voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40 °C bij volledige lading, indien deze lager is;
VII. de centrifuge-efficiëntieklasse, zoals bepaald overeenkomstig bijlage VI, punt 2;
VIII. de geluidsemissie via de lucht, uitgedrukt in dB(A) re 1 pW en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal, tijdens de was- en centrifugefasen voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading.
2. Het ontwerp van het etiket moet in overeenstemming zijn met het model in punt 2. In afwijking daarvan mag, wanneer aan een bepaald model een „EU-milieukeur” is toegekend krachtens Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ), een kopie van de EU-milieukeur worden toegevoegd.
2. ONTWERP VAN HET ETIKET
Het etiket moet overeenstemmen met het onderstaande model:
waarbij:
a) het etiket minstens 110 mm breed en 220 mm hoog moet zijn. Als het etiket op groter formaat wordt afgedrukt, moet de inhoud toch evenredig met bovenstaande specificaties blijven;
b) de achtergrond wit moet zijn;
c) de gebruikte kleuren cyaan, magenta, geel en zwart moeten zijn en volgens het volgende voorbeeld moeten worden gebruikt: 00-70-X-00: 0 % cyaan, 70 % magenta, 100 % geel, 0 % zwart;
d) het etiket aan de volgende vereisten moet voldoen (de cijfers verwijzen naar bovenstaande figuur):
Lijndikte van de rand: 5 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3,5 mm.
EU-logo — kleuren: X-80-00-00 en 00-00-X-00.
Energielogo
kleur: X-00-00-00. Pictogrammen zoals afgebeeld: EU-logo en energielogo (samen): breedte: 92 mm, hoogte: 17 mm.
Rand sublogo’s: 1 pt — kleur: cyaan 100 % — lengte: 92,5 mm.
Schaal A-G
— Pijl: hoogte: 7 mm, tussenruimte: 0,75 mm — kleuren:
—
hoogste klasse: X-00-X-00,
tweede klasse: 70-00-X-00,
derde klasse: 30-00-X-00,
vierde klasse: 00-00-X-00,
vijfde klasse: 00-30-X-00,
zesde klasse: 00-70-X-00,
laagste klasse: 00-X-X-00.
— Tekst: Calibri vet 18 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbolen: Calibri vet 12 pt, hoofdletters, wit, op één enkele lijn.
Energie-efficiëntieklasse
— Pijl: breedte: 26 mm, hoogte: 14 mm, 100 % zwart;
— Tekst: Calibri vet 29 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbolen: Calibri vet 18 pt, hoofdletters, wit, op één enkele lijn.
Energie: Tekst: Calibri standaard 11 pt, hoofdletters, 100 % zwart.
Gewogen jaarlijks energieverbruik
— Rand: 2 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3,5 mm.
— Waarde: Calibri vet 42 pt, 100 % zwart; en Calibri standaard 17 pt, 100 % zwart.
Gewogen jaarlijks waterverbruik
— Pictogram zoals afgebeeld
— Rand: 2 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3,5 mm.
— Waarde: Calibri vet 24 pt, 100 % zwart; en Calibri standaard 16 pt, 100 % zwart.
Nominale capaciteit
— Pictogram zoals afgebeeld
— Rand: 2 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3,5 mm.
— Waarde: Calibri vet 24 pt, 100 % zwart; en Calibri standaard 16 pt, 100 % zwart.
Centrifuge-efficiëntieklasse
— Pictogram zoals afgebeeld
— Rand: 2 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3,5 mm.
— Waarde: Calibri standaard 16 pt, horizontaal 75 %, 100 % zwart en Calibri vet 22 pt, horizontaal 75 %, 100 % zwart.
Geluidsemissie via de lucht
— Pictogrammen zoals afgebeeld
— Rand: 2 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3,5 mm.
— Waarde: Calibri vet 24 pt, 100 % zwart; en Calibri standaard 16 pt, 100 % zwart.
De naam van de leverancier of het handelsmerk
De typeaanduiding van de leverancier
De naam van de leverancier of het handelsmerk en de typeaanduiding moeten passen in een ruimte van 92 × 15 mm.
Nummer van de verordening: Calibri vet 12 pt, 100 % zwart.
BIJLAGE II
Productkaart
1. De informatie op de productkaart van de huishoudelijke wasmachine moet in de onderstaande volgorde worden verstrekt en opgenomen in de productbrochure of andere schriftelijke informatie die samen met het product wordt geleverd:
a) de naam van de leverancier of het handelsmerk;
b) de typeaanduiding van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke wasmachine wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam;
c) de nominale capaciteit in kg voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of het katoenprogramma op 40 °C bij volledige lading, indien deze lager is;
d) de energie-efficiëntieklasse, zoals bepaald overeenkomstig bijlage VI, punt 1;
e) wanneer krachtens Verordening (EG) nr. 66/2010 een „EU-milieukeur” is toegekend aan de huishoudelijke wasmachine, kan dat hier worden opgenomen;
f) het gewogen jaarlijkse energieverbruik (AEC ) in kWh per jaar, afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal; dit wordt beschreven als: „Energieverbruik „X” kWh per jaar, gebaseerd op 220 standaard wascycli voor de katoenprogramma’s op 60 °C en 40 °C bij volledige en gedeeltelijke lading, en ►C1 het verbruik in standen met een laag opgenomen vermogen ◄ . Het werkelijke verbruik wordt bepaald door de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt”;
g) het energieverbruik (Et,60 , Et,60½ , Et,40½ ) van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige en gedeeltelijke lading en van het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading;
h) het gewogen ►C1 opgenomen vermogen ◄ in de uitstand en de sluimerstand;
i) het gewogen jaarlijkse waterverbruik (AW C) in liter per jaar, afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal; het wordt beschreven als: „Waterverbruik „X” liter per jaar, gebaseerd op 220 standaard wascycli voor de katoenprogramma’s op 60 °C en 40 °C bij volledige en gedeeltelijke lading. Het werkelijke waterverbruik wordt bepaald door de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.”;
j) de overeenkomstig bijlage VI, punt 2 bepaalde centrifuge-efficiëntieklasse, uitgedrukt als „centrifuge-efficiëntieklasse „X” op een schaal van G (minst efficiënt) tot A (meest efficiënt)”; deze informatie mag op een andere wijze worden uitgedrukt op voorwaarde dat duidelijk is dat de schaal van G (minst efficiënt) tot A (meest efficiënt) loopt;
k) de maximale centrifugesnelheid voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading, indien deze lager is, en het resterend vochtgehalte voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading, indien dit hoger is;
l) de vermelding dat het „standaard katoenprogramma op 60 °C” en het „standaard katoenprogramma op 40 °C” de standaard wasprogramma’s zijn waarop de informatie op het etiket en de productkaart betrekking heeft, dat deze programma’s geschikt zijn voor het wassen van normaal bevuild katoenen wasgoed en dat ze de meest efficiënte programma’s zijn wat het gecombineerd energie- en waterverbruik betreft;
m) de programmatijd van het „standaard katoenprogramma op 60 °C” bij volledige en gedeeltelijke lading en van het „standaard katoenprogramma op 40 °C” bij gedeeltelijke lading, uitgedrukt in minuten en afgerond tot op de dichtstbijzijnde minuut;
n) de duur van de sluimerstand (Tl ) indien de huishoudelijke wasmachine is uitgerust met een stroombeheerfunctie;
o) de geluidsemissie via de lucht, uitgedrukt in dB(A) re 1 pW en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal, tijdens de was- en centrifugefasen van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading;
p) als de huishoudelijke wasmachine bestemd is voor inbouw, dient dit te worden vermeld.
2. Een kaart kan betrekking hebben op meerdere modellen huishoudelijke wasmachines die door dezelfde leverancier worden geleverd.
3. De informatie op de kaart kan worden verstrekt door het etiket in kleur of in zwart-wit af te beelden. In dit geval wordt ook de nog niet op het etiket weergegeven informatie van punt 1 verstrekt.
BIJLAGE III
Technische documentatie
1. De in artikel 3, onder c), bedoelde technische documentatie bevat:
a) de naam en het adres van de leverancier;
b) een algemene beschrijving van het model huishoudelijke wasmachine aan de hand waarvan deze duidelijk en gemakkelijk kan worden herkend;
c) in voorkomend geval de referenties van de toegepaste geharmoniseerde normen;
d) in voorkomend geval de overige gebruikte technische normen en specificaties;
e) de identificatie en handtekening van de persoon die gemachtigd is om de leverancier te binden;
f) een aanduiding of bij het model van huishoudelijke wasmachine al dan niet zilverionen vrijkomen tijdens de wascyclus, in de volgende vorm: „Bij dit product komen (geen) zilverionen vrij tijdens de wascyclus.”;
g) de technische parameters voor de volgende waarden:
i) energieverbruik;
ii) programmatijd;
iii) waterverbruik;
iv) ►C1 opgenomen vermogen ◄ in de uitstand;
v) ►C1 opgenomen vermogen ◄ in de sluimerstand;
vi) duur van de sluimerstand;
vii) resterend vochtgehalte;
viii) geluidsemissie via de lucht;
ix) maximale centrifugesnelheid;
h) de resultaten van berekeningen die zijn uitgevoerd overeenkomstig bijlage VII.
2. Wanneer de informatie in de technische documentatie voor een bepaald model huishoudelijke wasmachine is verkregen door berekeningen op basis van het ontwerp of door extrapolatie van gegevens van andere equivalente huishoudelijke wasmachines, of beide, dan dient de documentatie nadere bijzonderheden te bevatten over bedoelde berekeningen of extrapolaties, of beide, en over de tests die leveranciers hebben uitgevoerd om de nauwkeurigheid van die berekeningen te controleren. De informatie moet ook een lijst bevatten van alle andere equivalente huishoudelijke wasmachines waarover de informatie op soortgelijke wijze is verkregen.
BIJLAGE IV
Informatie die moet worden verstrekt wanneer de eindgebruiker het product vermoedelijk niet uitgestald ziet
1. De informatie waarnaar wordt verwezen in artikel 4, onder b), wordt in de volgende volgorde verstrekt:
a) de nominale capaciteit in kg voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40 °C bij volledige lading, indien deze lager is;
b) de energie-efficiëntieklasse, zoals bepaald overeenkomstig bijlage VI, punt 1;
c) het gewogen jaarlijkse energieverbruik in kWh per jaar, afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal en berekend overeenkomstig punt 1, onder c), van bijlage VII;
d) het gewogen jaarlijkse waterverbruik in liter per jaar, afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal en berekend overeenkomstig punt 2, onder a), van bijlage VII;
e) de centrifuge-efficiëntieklasse, zoals bepaald overeenkomstig bijlage VI, punt 2;
f) de maximale centrifugesnelheid voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading, indien deze lager is, en het resterend vochtgehalte voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading, indien dit hoger is;
g) de geluidsemissie via de lucht, uitgedrukt in dB(A) re 1 pW en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal, tijdens de was- en centrifugefasen van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading;
h) als de huishoudelijke wasmachine wordt geproduceerd met het oog op inbouw, dient dit te worden vermeld.
2. Wanneer daarnaast andere in de productkaart opgenomen informatie wordt verstrekt, gebeurt dit in de in bijlage II vermelde vorm en volgorde.
3. Alle informatie waarnaar in deze bijlage wordt verwezen, dient in een leesbaar lettertype en een leesbare lettergrootte te worden afgedrukt of afgebeeld.
BIJLAGE V
Controle op de naleving van productvoorschriften door de markttoezichtautoriteiten
De in deze bijlage vastgestelde controletoleranties worden uitsluitend gebruikt voor de verificatie van de gemeten parameters door de autoriteiten van de lidstaten; zij mogen door de leverancier niet worden gebruikt als een toegestane tolerantie voor de vaststelling van de in de technische documentatie opgenomen waarden. De op het etiket of de productkaart opgegeven waarden en klassen mogen niet gunstiger zijn voor de leverancier dan de in de technische documentatie opgegeven waarden.
Bij de controle van de overeenstemming van een productmodel met de eisen van deze gedelegeerde verordening passen de autoriteiten van de lidstaten voor de in deze bijlage bedoelde eisen de volgende procedure toe:
1. De autoriteiten van de lidstaat controleren één eenheid van het model.
2. Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als:
a) de waarden in de technische documentatie als bedoeld in artikel 5, onder b), van Richtlijn 2010/30/EU (opgegeven waarden) en, indien van toepassing, de waarden die worden gebruikt voor de berekening van deze waarden, niet gunstiger zijn voor de leverancier dan de overeenkomstige waarden in de testverslagen overeenkomstig punt iii) van het bovengenoemde artikel, en
b) de waarden die op het etiket en op de productkaart bekend worden gemaakt niet gunstiger zijn voor de leverancier dan de opgegeven waarden, en de aangegeven energie-efficiëntieklasse niet gunstiger is voor de leverancier dan de klasse die is bepaald door de opgegeven waarden, en
c) de vastgestelde waarden (de waarden voor de betrokken parameters zoals gemeten bij tests en de waarden die op basis van deze metingen worden berekend), aan de respectieve, in tabel 1 vastgestelde controletoleranties voldoen wanneer de autoriteiten van de lidstaat de eenheid van het model testen.
3. Als de in punt 2, onder a) of b), bedoelde resultaten niet worden behaald, wordt het model, alsmede alle modellen die in de door de leverancier toegepaste technische documentatie op een lijst van equivalente modellen huishoudelijke wasmachines zijn geplaatst, geacht niet aan deze gedelegeerde verordening te voldoen.
4. Als het in punt 2, onder c), bedoelde resultaat niet wordt behaald, selecteren de autoriteiten van de lidstaat drie extra te testen eenheden van hetzelfde model. Als alternatief mogen de drie aanvullende geselecteerde eenheden van één of meer verschillende modellen zijn die in de technische documentatie van de leverancier op een lijst van equivalente modellen zijn geplaatst.
5. Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als voor deze drie eenheden het rekenkundig gemiddelde van de vastgestelde waarden aan de in tabel 1 vastgestelde respectieve toleranties voldoet.
6. Als het in punt 5 bedoelde resultaat niet wordt behaald, wordt het model, alsmede alle modellen die in de door de leverancier toegepaste technische documentatie op een lijst van equivalente modellen huishoudelijke wasmachines zijn geplaatst, geacht niet aan deze gedelegeerde verordening te voldoen.
7. Zodra het besluit van niet-overeenstemming van het model overeenkomstig de punten 3 en 6 is genomen, verstrekken de autoriteiten van de lidstaat alle relevante informatie aan de autoriteiten van de overige lidstaten en aan de Commissie.
De autoriteiten van de lidstaten passen meetmethoden toe, waarbij rekening wordt gehouden met de algemeen erkende, meest recente, betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetmethoden, met inbegrip van methoden die zijn vastgesteld in documenten waarvan de referentienummers met dat doel in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. De autoriteiten van de lidstaten gebruiken de in bijlage VII vastgestelde meet- en berekeningsmethoden.
De autoriteiten van de lidstaten passen uitsluitend de controletoleranties toe die in tabel 1 zijn vastgesteld, en gebruiken uitsluitend de in de punten 1 tot en met 7 beschreven procedure voor de in deze bijlage bedoelde eisen. Er worden geen andere toleranties, zoals die welke zijn opgenomen in geharmoniseerde normen of in een andere meetmethode, toegepast.
Tabel 1
Controletoleranties
Parameters |
Controletoleranties |
Jaarlijks energieverbruik (AEC ) |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van AEC met niet meer dan 10 % overschrijden. |
Energieverbruik (Et ) |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van Et met niet meer dan 10 % overschrijden. Wanneer drie extra exemplaren moeten worden geselecteerd, mag het rekenkundig gemiddelde van de waarden van deze drie eenheden de opgegeven waarde van Et met niet meer dan 6 % overschrijden. |
Programmaduur (Tt ) |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarden van Tt met niet meer dan 10 % overschrijden. |
Waterverbruik (Wt ) |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van Wt met niet meer dan 10 % overschrijden. |
Resterend vochtgehalte (D) |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van D met niet meer dan 10 % overschrijden. |
Centrifugesnelheid |
De vastgestelde waarde mag niet meer dan 10 % lager zijn dan de opgegeven waarde. |
Stroomverbruik in de uitstand en de sluimerstand (Po en Pl ) |
De vastgestelde waarden van het elektriciteitsverbruik Po en Pl van meer dan 1,00 W mogen de opgegeven waarden van Po en Pl met niet meer dan 10 % overschrijden. De vastgestelde waarden van het elektriciteitsverbruik Po en Pl van maximaal 1,00 W mogen de opgegeven waarden van Po en Pl met niet meer dan 0,10 W overschrijden. |
Duur van de sluimerstand (Tl ) |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarden van Tl met niet meer dan 10 % overschrijden. |
Geluidsemissie via de lucht |
De vastgestelde waarde moet gelijk zijn aan de opgegeven waarde. |
BIJLAGE VI
Energie-efficiëntieklassen en centrifuge-efficiëntieklassen
1. ENERGIE-EFFICIËNTIEKLASSEN
De energie-efficiëntieklasse van een huishoudelijke wasmachine wordt bepaald aan de hand van de bijbehorende energie-efficiëntie-index (EEI), zoals aangegeven in tabel 1.
De energie-efficiëntie-index (EEI) van een huishoudelijke wasmachine wordt bepaald volgens bijlage VII, punt 1.
Tabel 1
Energie-efficiëntieklassen
Energie-efficiëntieklasse |
Energie-efficiëntie-index |
A+++ (meest efficiënt) |
EEI < 46 |
A++ |
46 ≤ EEI < 52 |
A+ |
52 ≤ EEI < 59 |
A |
59 ≤ EEI < 68 |
B |
68 ≤ EEI < 77 |
C |
77 ≤ EEI < 87 |
D (minst efficiënt) |
EEI ≥ 87 |
2. CENTRIFUGE-EFFICIËNTIEKLASSEN
De centrifuge-efficiëntieklasse van een huishoudelijke wasmachine wordt bepaald aan de hand van het resterende vochtgehalte (D), zoals aangegeven in tabel 2.
Het resterende vochtgehalte (D) van een huishoudelijke wasmachine wordt bepaald volgens bijlage VII, punt 3.
Tabel 2
Centrifuge-efficiëntieklassen
Centrifuge-efficiëntieklasse |
Resterend vochtgehalte (%) |
A (meest efficiënt) |
D < 45 |
B |
45 ≤ D < 54 |
C |
54 ≤ D < 63 |
D |
63 ≤ D < 72 |
E |
72 ≤ D < 81 |
F |
81 ≤ D < 90 |
G (minst efficiënt) |
D ≥ 90 |
BIJLAGE VII
Methode voor het berekenen van de energie-efficiëntie-index, het jaarlijkse waterverbruik en het resterend vochtgehalte
1. BEREKENING VAN DE ENERGIE-EFFICIËNTIE-INDEX
Voor het berekenen van de energie-efficiëntie-index (EEI) van een huishoudelijke wasmachine wordt het gewogen jaarlijkse energieverbruik voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige en gedeeltelijke lading en voor het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading vergeleken met het standaard jaarlijkse energieverbruik.
a) De energie-efficiëntie-index (EEI) wordt als volgt berekend, afgerond tot op één decimaal:
waarbij:
AEC |
= |
jaarlijks energieverbruik van de huishoudelijke wasmachine; |
SAEC |
= |
standaard jaarlijks energieverbruik van de huishoudelijke wasmachine. |
b) Het standaard jaarlijkse energieverbruik (SAEC ) wordt als volgt berekend in kWh/jaar, afgerond tot op twee decimalen:
SAEC = 47,0 × c + 51,7
waarbij:
c |
= |
de nominale capaciteit van de huishoudelijke wasmachine voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading of voor het standaard katoenprogramma op 40 °C bij volledige lading, indien deze lager is. |
c) Het gewogen jaarlijkse energieverbruik (AEC ) wordt als volgt berekend in kWh/jaar, afgerond tot op twee decimalen:
i)
waarbij:
Et |
= |
gewogen energieverbruik; |
Po |
= |
gewogen vermogen in de uitstand; |
Pl |
= |
gewogen vermogen in de sluimerstand; |
Tt |
= |
gewogen programmatijd; |
220 |
= |
het totale aantal standaard wascycli per jaar. |
ii) Wanneer de huishoudelijke wasmachine is uitgerust met een stroombeheerfunctie, waarbij de huishoudelijke wasmachine na het einde van het programma automatisch terugkeert naar de uitstand, wordt bij de berekening van het gewogen jaarlijkse energieverbruik (AEC ) rekening gehouden met de werkelijke duur van de sluimerstand, overeenkomstig de volgende formule:
waarbij:
Tl |
= |
tijd in de sluimerstand. |
d) Het gewogen energieverbruik (Et ) wordt als volgt berekend in kWh, afgerond tot op twee decimalen:
Et = [3 × Et,60 + 2 × Et,60½ + 2 × Et,40½ ]/7
waarbij:
Et,60 |
= |
het energieverbruik van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading; |
Et,60½ |
= |
het energieverbruik van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke lading; |
Et,40½ |
= |
het energieverbruik van het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading. |
e) Het gewogen vermogen in de uitstand (Po ) wordt als volgt berekend in W, afgerond tot op twee decimalen:
Po = (3 × Po,60 + 2 × Po,60½ + 2 × Po,40½ )/7
waarbij:
Po,60 |
= |
het vermogen in de uitstand van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading; |
Po,60½ |
= |
het vermogen in de uitstand van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke lading; |
Po,40½ |
= |
het vermogen in de uitstand van het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading. |
f) Het gewogen vermogen in de sluimerstand (Pl ) wordt als volgt berekend in W, afgerond tot op twee decimalen:
Pl = (3 × Pl,60 + 2 × Pl,60½ + 2 × Pl,40½ )/7
waarbij:
Pl,60 |
= |
het vermogen in de sluimerstand van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading; |
Pl,60½ |
= |
het vermogen in de sluimerstand van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke lading; |
Pl,40½ |
= |
het vermogen in de sluimerstand van het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading. |
g) De gewogen programmatijd (Tt ) wordt als volgt berekend in minuten en afgerond tot op een minuut:
Tt = (3 × Tt,60 + 2 × Tt,60½ + 2 × Tt,40½ )/7
waarbij:
Tt,60 |
= |
de programmatijd van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading; |
Tt,60½ |
= |
de programmatijd van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke lading; |
Tt,40½ |
= |
de programmatijd van het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading. |
h) De gewogen tijd in de sluimerstand (Tl ) wordt als volgt berekend in minuten en afgerond tot op de dichtstbijzijnde minuut:
Tl = (3 × Tl,60 + 2 × Tl,60½ + 2 × Tl,40½ )/7
waarbij:
Tl,60 |
= |
de tijd in de sluimerstand van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading; |
Tl,60½ |
= |
de tijd in de sluimerstand van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke lading; |
Tl,40½ |
= |
de tijd in de sluimerstand van het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading. |
2. BEREKENING VAN HET GEWOGEN JAARLIJKSE WATERVERBRUIK
a) Het gewogen jaarlijkse waterverbruik (AWC ) van een huishoudelijke wasmachine wordt als volgt berekend in liter en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal:
AWc = Wt × 220
waarbij:
Wt |
= |
het gewogen waterverbruik; |
220 |
= |
het totale aantal standaard wascycli per jaar. |
b) Het gewogen waterverbruik (Wt ) wordt als volgt berekend in liter en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal:
Wt = (3 × Wt,60 + 2 × Wt,60½ + 2 × Wt,40½ )/7
waarbij:
Wt,60 |
= |
het waterverbruik van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading; |
Wt,60½ |
= |
het waterverbruik van het standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke lading; |
Wt,40½ |
= |
het waterverbruik van het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading. |
3. BEREKENING VAN HET GEWOGEN RESTEREND VOCHTGEHALTE
Het gewogen resterend vochtgehalte (D) van een huishoudelijke wasmachine wordt als volgt berekend in procenten en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele procent:
D = (3 × D60 + 2 × D60½ + 2 × D40½ )/7
waarbij:
D60 |
het resterend vochtgehalte voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige lading, in procenten en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele procent; |
D60½ |
het resterend vochtgehalte voor het standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke lading, in procenten en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele procent; |
D40½ |
het resterend vochtgehalte voor het standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke lading, in procenten en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele procent. |
BIJLAGE VIII
Te verstrekken informatie in het geval van koop, huur of huurkoop via internet
1. Voor de doeleinden van de punten 2 tot en met 5 van deze bijlage gelden de volgende definities:
a) „weergavemechanisme”: ieder scherm, inclusief aanraakschermen, of andere visuele technologie om internetinhoud weer te geven voor gebruikers;
b) „geneste weergave”: visuele interface waarbij een beeld of gegevensreeks toegankelijk wordt door een muisklik, door er met de muis overheen te gaan (mouseover) of door uitvergroting op een aanraakscherm van een ander beeld of een andere gegevensreeks;
c) „aanraakscherm”: een scherm dat reageert op aanraking, zoals dat van tabletcomputers, slatecomputers of smartphones;
d) „alternatieve tekst”: tekst die wordt aangeboden als alternatief voor een grafische voorstelling, waardoor de informatie in een niet-grafische vorm kan worden weergegeven wanneer weergaveapparaten de betrokken voorstelling niet kunnen weergeven of ter ondersteuning van de toegankelijkheid, bijvoorbeeld als input voor spraaksynthesetoepassingen.
2. Het passende etiket dat door de leveranciers beschikbaar wordt gesteld overeenkomstig artikel 3, onder f), wordt met het weergavemechanisme getoond in de nabijheid van de prijs van het product. ►C3 De afmetingen zijn zodanig dat het etiket duidelijk zichtbaar en leesbaar is en zijn evenredig aan de in punt 2 van bijlage I gespecificeerde afmetingen. ◄ Het etiket kan worden weergegeven met gebruikmaking van een geneste weergave, in welk geval het beeld dat wordt gebruikt voor de toegang tot het etiket voldoet aan de in punt 3 van deze bijlage vastgestelde specificaties. Indien geneste weergave wordt toegepast, verschijnt het etiket bij de eerste muisklik, mouseover of uitvergroting van het beeld op het aanraakscherm.
3. Het beeld dat bij geneste weergave wordt gebruikt voor de toegang tot het etiket:
a) is een pijl in de kleur die overeenkomt met de energie-efficiëntieklasse van het product op het etiket;
b) geeft op de pijl de energie-efficiëntieklasse van het betrokken product in wit weer in een lettergrootte die even groot is als die van de prijs, en
c) heeft één van de volgende twee formaten:
4. In het geval van een geneste weergave is de weergavevolgorde van het etiket als volgt:
a) het in punt 3 van deze bijlage bedoelde beeld wordt met het weergavemechanisme getoond in de nabijheid van de prijs van het product;
b) het beeld vormt een link naar het etiket;
c) het etiket wordt weergegeven na een muisklik, mouseover of uitvergroting van het beeld op het aanraakscherm;
d) het etiket wordt getoond in een pop-up, een nieuwe tab of bladzijde, of in een ingezette weergave op beeldscherm;
e) voor de uitvergroting van het etiket op aanraakschermen gelden de apparatuurconventies voor uitvergroting op aanraakschermen;
f) de weergave van het etiket wordt beëindigd door middel van een optie „sluiten” of door een ander standaardafsluitingsmechanisme;
g) de alternatieve tekst voor de grafische weergave, die moet worden weergegeven wanneer het etiket niet kan worden weergegeven, is de energie-efficiëntieklasse van het product in een lettergrootte die even groot is als die van de prijs.
5. De passende productkaart die door de leveranciers beschikbaar wordt gesteld overeenkomstig artikel 3, onder g), wordt met het weergavemechanisme getoond in de nabijheid van de prijs van het product. De afmeting van de productkaart is zodanig dat deze duidelijk zichtbaar en leesbaar is. De productkaart kan worden weergegeven met gebruikmaking van een geneste weergave, waarbij het beeld dat wordt gebruikt voor de toegang tot de kaart duidelijk leesbaar het woord „Productkaart” toont. Wanneer geneste weergave wordt gebruikt, verschijnt de productkaart bij de eerste muisklik, mouseover of uitvergroting van de link op het aanraakscherm.
( 1 ) PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10.
( 2 ) PB L 27 van 30.1.2010, blz. 1.