02010D0452 — NL — 20.12.2022 — 012.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT 2010/452/GBVB VAN DE RAAD

van 12 augustus 2010

inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia

(PB L 213 van 13.8.2010, blz. 43)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT 2011/536/GBVB VAN DE RAAD van 12 september 2011

  L 236

7

13.9.2011

►M2

BESLUIT 2012/503/GBVB VAN DE RAAD van 13 september 2012

  L 249

13

14.9.2012

►M3

BESLUIT 2013/446/GBVB VAN DE RAAD van 6 september 2013

  L 240

21

7.9.2013

►M4

BESLUIT 2014/915/GBVB VAN DE RAAD van 16 december 2014

  L 360

56

17.12.2014

►M5

BESLUIT (GBVB) 2015/2008 VAN DE RAAD van 10 november 2015

  L 294

69

11.11.2015

►M6

BESLUIT (GBVB) 2016/2238 VAN DE RAAD van 12 december 2016

  L 337

15

13.12.2016

►M7

BESLUIT (GBVB) 2017/2263 VAN DE RAAD van 7 december 2017

  L 324

51

8.12.2017

►M8

BESLUIT (GBVB) 2018/1884 VAN DE RAAD van 3 december 2018

  L 308

41

4.12.2018

►M9

BESLUIT (GBVB) 2020/1990 VAN DE RAAD van 3 december 2020

  L 411

1

7.12.2020

 M10

BESLUIT (GBVB) 2022/1970 VAN DE RAAD van 17 oktober 2022

  L 270

93

18.10.2022

►M11

BESLUIT (GBVB) 2022/2318 VAN DE RAAD van 25 november 2022

  L 307

133

28.11.2022

►M12

BESLUIT (GBVB) 2022/2507 VAN DE RAAD van 19 december 2022

  L 325

110

20.12.2022




▼B

BESLUIT 2010/452/GBVB VAN DE RAAD

van 12 augustus 2010

inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia



Artikel 1

De missie

1.  
De Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië (hierna „EUMM Georgia” of „de missie” genoemd), ingesteld bij Gemeenschappelijk Optreden 2008/736/GBVB, wordt verlengd van 15 september 2010 tot en met 14 september 2011.
2.  
EUMM Georgia treedt op in overeenstemming met de taakomschrijving vervat in artikel 2 en verricht de taken die omschreven zijn in artikel 3.

Artikel 2

Taakomschrijving

1.  
EUMM Georgia staat in voor de civiele waarneming van het optreden van de partijen, waaronder de volledige naleving, in Georgië, van het zespuntenakkoord en de uitvoeringsmaatregelen in het verlengde daarvan, zulks in nauwe samenwerking met de partners, met name de Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), en in overeenstemming met andere activiteiten van de Unie, teneinde bij te dragen tot de stabilisering, de normalisering en het wekken van vertrouwen, en tegelijk bij te dragen aan het Europees beleid ter ondersteuning van een duurzame politieke oplossing voor Georgië.
2.  

De specifieke doelstellingen van de missie zijn:

a) 

bijdragen aan de stabiliteit op lange termijn overal in Georgië en de omliggende regio;

b) 

op korte termijn, de stabilisering van de situatie, met een verminderd risico op hervatting van de vijandelijkheden, zulks in volledige overeenstemming met het zespuntenakkoord en de uitvoeringsmaatregelen in het verlengde daarvan.

Artikel 3

Taakstelling

Voor het verwezenlijken van de missie heeft EUMM Georgia de volgende taken:

1. 

stabilisering:

waarnemen van, analyseren van en verslag uitbrengen over de situatie met betrekking tot het stabiliseringsproces, toegespitst op de volledige naleving van het zespuntenakkoord met inbegrip van terugtrekking van troepen, op vrij verkeer en acties van dwarsliggers, alsook op schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht;

2. 

normalisering:

waarnemen van, analyseren van en verslag uitbrengen over de situatie met betrekking tot het proces van normalisering van het burgerbestuur, met nadruk op de rechtsstaat, doeltreffende wetshandhavingsstructuren en adequate openbare orde. De missie ziet ook toe op de veiligheid van vervoermiddelen, energie-infrastructuren en nutsvoorzieningen, alsook op de politieke en veiligheidsaspecten van de terugkeer van intern ontheemden en vluchtelingen;

3. 

vertrouwenwekkende maatregelen:

bijdragen tot het verminderen van de spanningen door verbinding, vergemakkelijking van de contacten tussen de partijen en andere vertrouwenwekkende maatregelen.

4. 

bijdragen leveren voor de ontwikkeling van Europees beleid en aan het toekomstige optreden van de Unie.

▼M12

Artikel 3 bis

EUMM Georgia zet een team in Armenië in om de Unie meer inzicht te geven in de veiligheidssituatie, teneinde bij te dragen tot de planning en voorbereiding van een mogelijke civiele GVDB-missie in Armenië.

Deze taak eindigt wanneer de Raad daartoe besluit.

▼B

Artikel 4

Structuur van de missie

1.  

De structuur van EUMM Georgia is als volgt:

a) 

hoofdkwartier. Het hoofdkwartier bestaat uit het bureau van het hoofd van de missie en het personeel van het hoofdkwartier, dat voorziet in alle nodige commando- en controlefuncties, alsook in ondersteuning van de missie. Het hoofdkwartier wordt gevestigd in Tbilisi;

b) 

kantoren ter plaatse. De geografisch gespreide kantoren ter plaatse zullen de waarnemingstaken, alsook de functies voor de ondersteuning van de missie verrichten;

c) 

er wordt een ondersteunend element opgericht, dat in het secretariaat-generaal van de Raad in Brussel gevestigd zal zijn.

2.  
De in lid 1 uiteengezette elementen zullen nader worden uitgewerkt in het operatieplan (OPLAN).

Artikel 5

Civiele operationele commandant

1.  
De directeur van het civiele plannings- en uitvoeringsvermogen (CPCC) is de civiele operationele commandant van EUMM Georgia.
2.  
De civiele operationele commandant oefent, onder het politieke toezicht en de strategische leiding van het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en onder algemeen gezag van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV), het commando en de controle op strategisch niveau op EUMM Georgia uit.
3.  
De civiele operationele commandant zorgt voor een adequate en efficiënte uitvoering van de besluiten van de Raad, alsmede de besluiten van het PVC, mede, waar nodig, door middel van instructies op strategisch niveau aan het hoofd van de missie en door middel van het verlenen van advies en technische bijstand aan hem.
4.  
Alle gedetacheerde personeelsleden blijven onder het volledige gezag staan van de nationale autoriteiten van de betrokken zendstaat of instelling van de Unie. De nationale autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over hun personeel, teams en eenheden over aan de civiele operationele commandant.
5.  
De civiele operationele commandant heeft de algehele verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de Unie zich naar behoren van haar zorgplicht kwijt.
6.  
De civiele operationele commandant en de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) plegen, indien nodig, onderling overleg.

Artikel 6

Hoofd van de missie

1.  
Het hoofd van de missie neemt de verantwoordelijkheid voor de missie op zich en oefent het commando en de controle erover uit op het terrein.

▼M3

1 bis.  
Het hoofd van de missie is de vertegenwoordiger van de missie. Het hoofd van de missie kan, onder zijn algemene verantwoordelijkheid, beheerstaken betreffende personeels- en financiële aangelegenheden delegeren aan personeelsleden van de missie.

▼B

2.  
Het hoofd van de missie oefent het commando en de controle uit over het personeel, de teams en de eenheden van de bijdragende staten die door de civiele operationele commandant ter beschikking zijn gesteld, en draagt de administratieve en logistieke verantwoordelijkheid voor de aan de missie ter beschikking gestelde activa, middelen en informatie.
3.  
Het hoofd van de missie geeft instructies aan alle personeelsleden van de missie, waaronder in dit geval, ook aan het ondersteunend element in Brussel, met het oog op de effectieve uitvoering van EUMM Georgia op het terrein, en zorgt voor de coördinatie en de dagelijkse leiding van de operatie volgens de instructies op strategisch niveau van de civiele operationele commandant.

▼M3 —————

▼B

5.  
Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel. Voor gedetacheerd personeel wordt het tuchtrecht uitgeoefend door de betrokken nationale autoriteit of instelling van de Unie.
6.  
Het hoofd van de missie vertegenwoordigt EUMM Georgia in het operatiegebied en zorgt voor passende zichtbaarheid van de missie.
7.  
Het hoofd van de missie zorgt, in voorkomend geval, voor coördinatie met andere actoren van de Unie op het terrein. Het hoofd van de missie krijgt, onder volledige eerbiediging van de commandostructuur, ter plaatse politieke aansturing van de SVEU.

Artikel 7

Personeel

1.  
EUMM Georgia bestaat voornamelijk uit personeel dat door de lidstaten of de instellingen van de Unie wordt gedetacheerd. Elke lidstaat of instelling van de Unie draagt de kosten in verband met elk door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van kosten voor vervoer van en naar de plaats van detachering, salarissen, ziektekosten en andere vergoedingen dan dagvergoedingen, en ongemakken- en gevarentoeslagen.
2.  
Indien nodig, kan de missie ook internationaal civiel personeel en lokaal personeel op contractbasis aanwerven, voor zover de vereiste functies niet worden vervuld door personeel dat door de lidstaten gedetacheerd is. Onderdanen van deelnemende derde staten mogen, indien nodig, bij wijze van uitzondering op contractbasis worden aangenomen in met redenen omklede gevallen waarin geen geschikte sollicitaties uit de lidstaten beschikbaar zijn.

▼M4

3.  
Alle personeelsleden houden zich aan de minimale operationele beveiligingsnormen die specifiek zijn voor de missie en het beveiligingsplan voor de missie ter ondersteuning van het veiligheidsbeleid van de Unie ter plaatse. Wat betreft de bescherming van gerubriceerde EU-gegevens die aan personeelsleden bij de uitoefening van hun taken worden toevertrouwd, nemen alle personeelsleden de beveiligingsbeginselen en minimumnormen in acht die zijn vastgesteld in Besluit 2013/488/EU van de Raad ( 1 ).

▼B

Artikel 8

Status van de missie en het personeel

1.  
Over de status van de missie en haar personeel, in voorkomend geval inclusief de voorrechten en immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van de missie, wordt overeenstemming bereikt volgens de procedure van artikel 37 van het Verdrag.
2.  
De bijdragende staat of instelling van de Unie die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De betrokken bijdragende staat of instelling van de Unie is verantwoordelijk voor het instellen van eventuele vorderingen tegen het gedetacheerde personeelslid.

▼M3

3.  
De arbeidsvoorwaarden en de rechten en plichten van het internationale en het plaatselijke personeel worden neergelegd in contracten tussen EUMM Georgia en het betrokken personeelslid.

▼B

Artikel 9

Commandostructuur

1.  
EUMM Georgia heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.
2.  
Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad, het politiek toezicht op en de strategische aansturing van EUMM Georgia uit.
3.  
De civiele operationele commandant is, onder het politiek toezicht en de strategische aansturing van het PVC en onder algemeen gezag van de HV, de commandant van EUMM Georgia op strategisch niveau en geeft, in die hoedanigheid, instructies aan het hoofd van de missie en verleent hem advies en technische ondersteuning.
4.  
De civiele operationele commandant brengt via de HV verslag uit aan de Raad.
5.  
Het hoofd van de missie oefent het commando en de controle op het terrein uit over EUMM Georgia, en legt rechtstreeks verantwoording af aan de civiele operationele commandant.

Artikel 10

Politieke controle en strategische leiding

1.  
Het PVC zorgt, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, voor het politieke toezicht op en de strategische aansturing van de missie. De Raad machtigt het PVC hierbij om de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38, derde alinea, van het Verdrag. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voorstel van de HV, een hoofd van de missie te benoemen en het operationeel concept (CONOPS) en het OPLAN te wijzigen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de missie blijft berusten bij de Raad.
2.  
Het PVC brengt op geregelde tijdstippen verslag uit aan de Raad.
3.  
Het PVC ontvangt, zoals voorgeschreven, op geregelde tijdstippen door de civiele operationele commandant en het hoofd van de missie opgestelde verslagen over aangelegenheden die onder hun bevoegdheden vallen.

Artikel 11

Deelneming van derde staten

1.  
Onverminderd de beslissingsautonomie van de Unie en haar ene institutionele kader, kunnen derde staten worden uitgenodigd om bij te dragen tot de operatie, met dien verstande dat zij de kosten dragen van het uitzenden van het personeel, met inbegrip van salarissen, verzekering tegen alle risico’s, dagvergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Georgië, en dat zij een passende bijdrage aan de werkingskosten van de missie leveren.
2.  
De derde landen die aan de missie bijdragen, hebben bij de dagelijkse leiding van de missie dezelfde rechten en plichten als de lidstaten.
3.  
Hierbij machtigt de Raad het PVC om de noodzakelijke besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen en een Comité van contribuanten in te stellen.
4.  
De nadere regelingen betreffende de deelneming van derde landen worden vastgesteld in overeenkomstig artikel 37 van het Verdrag te sluiten overeenkomsten en, voor zover nodig, in aanvullende technische regelingen. Wanneer de Unie en een derde staat een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de deelneming van die derde staat aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie hebben gesloten, zijn in het kader van de missie de bepalingen van die overeenkomst van toepassing.

▼M2

Artikel 12

Veiligheid

1.  
De civiele operationele commandant heeft de leiding over de planning van de beveiligingsmaatregelen door het hoofd van de missie, en zorgt voor een adequate en efficiënte uitvoering daarvan voor EUMM Georgia, in overeenstemming met de artikelen 5 en 9.
2.  
Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de veiligheid van de missie en voor de naleving van de minimumbeveiligingsvereisten die op de missie van toepassing zijn, conform het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag en de daarvan afgeleide teksten in een operationele hoedanigheid wordt ingezet buiten de Unie.
3.  
Het hoofd van de missie wordt bijgestaan door een voor de missie bestemde hoge veiligheidsfunctionaris, die aan het hoofd van de missie rapporteert en die tevens nauwe, functionele betrekkingen onderhoudt met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO).
4.  
De personeelsleden van EUMM Georgia volgen, overeenkomstig het OPLAN, vóór hun indiensttreding een verplichte veiligheidsopleiding. Zij krijgen regelmatig ter plaatse herhalingscursussen, die worden georganiseerd door de hoge veiligheidsfunctionaris.

▼M4

5.  
Het hoofd van de missie zorgt voor de bescherming van gerubriceerde EU-gegevens overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad.

▼B

Artikel 13

Wachtdienst

Voor EUMM Georgia wordt het wachtdienstvermogen geactiveerd.

▼M3

Artikel 13 bis

Wettelijke regelingen

EUMM Georgia heeft de bevoegdheid diensten en leveringen aan te besteden, contracten en administratieve regelingen te sluiten, personeel in dienst te nemen, bankrekeningen te bezitten, eigendommen te verkrijgen of te vervreemden en haar schulden te vereffenen, en in rechte op te treden, zoals vereist om uitvoering te geven aan dit besluit.

▼M3

Artikel 14

Financiële regelingen

1.  
Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 september 2010 tot en met 14 september 2011 bedraagt 26 600 000  EUR.

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 september 2011 tot en met 14 september 2012 bedraagt 23 900 000  EUR.

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 september 2012 tot en met 14 september 2013 bedraagt 20 900 000  EUR.

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 september 2013 tot en met 14 december 2014 bedraagt 26 650 000  EUR.

▼M4

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 december 2014 tot en met 14 december 2015 bedraagt 18 300 000  EUR.

▼M5

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 december 2015 tot en met 14 december 2016 bedraagt 17 640 000  EUR.

▼M6

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 december 2016 tot en met 14 december 2017 bedraagt 18 000 000  EUR.

▼M7

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor EUMM Georgia voor de periode van 15 december 2017 tot en met 14 december 2018 bedraagt 19 970 000,00  EUR.

▼M8

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 december 2018 tot en met 14 december 2020 bedraagt 38 200 000  EUR.

▼M9

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 december 2020 tot en met 14 december 2022 bedraagt 44 823 402,79  EUR.

▼M11

Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven voor de missie van 15 december 2022 tot en met 14 december 2024 bedraagt 47 141 684,02  EUR.

▼M5

2.  
Alle uitgaven worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie. Procedures voor het gunnen van overheidsopdrachten door EUMM Georgia staan zonder beperkingen open voor natuurlijke en rechtspersonen. Voorts gelden er voor de door EUMM Georgia aangekochte goederen geen oorsprongsregels.

▼M3

4.  
EUMM Georgia is verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting van de missie. Daartoe ondertekent de missie een overeenkomst met de Commissie.
5.  
EUMM Georgia is met ingang van 15 september 2013 verantwoordelijk voor eventuele vorderingen en verplichtingen die uit de uitvoering van het mandaat voortvloeien, met uitzondering van vorderingen met betrekking tot ernstig wangedrag van het hoofd van de missie, waarvoor de verantwoordelijkheid op laatstgenoemde blijft rusten.
6.  
De financiële regelingen eerbiedigen de commandostructuur zoals bepaald in de artikelen 5, 6 en 9, en voldoen aan de operationele vereisten van EUMM Georgia, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van haar teams.
7.  
De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit besluit in werking treedt.

▼M4

Artikel 14 bis

Projectcel

1.  
EUMM Georgia beschikt over een projectcel om projecten vast te stellen en uit te voeren. Op gebieden die verband houden met het mandaat van EUMM Georgia en ter bevordering van de doelstellingen ervan, faciliteert EUMM Georgia, in voorkomend geval, de projecten die door de lidstaten en derde staten onder hun verantwoordelijkheid worden uitgevoerd, en voorziet zij deze van advies.
2.  

Onverminderd lid 3, is EUMM Georgia gemachtigd financiële bijdragen van de lidstaten of van derde staten aan te wenden voor de uitvoering van projecten die als consistente aanvulling op andere acties van EUMM Georgia zijn aangemerkt, op voorwaarde dat:

a) 

die projecten zijn opgenomen in het financieel memorandum bij dit besluit; of

b) 

de projecten tijdens de duur van het mandaat op verzoek van het hoofd van de missie worden geïntegreerd door middel van een wijziging van het financieel memorandum.

EUMM Georgia sluit met de betrokken staten een regeling waarin met name wordt vastgelegd volgens welke concrete procedures klachten van derden worden behandeld betreffende schade die is opgelopen als gevolg van een handelen of nalaten van EUMM Georgia bij de besteding van de middelen die door de betrokken staten ter beschikking zijn gesteld. In geen geval mag de Unie of de HV door de bijdragende staten aansprakelijk worden gesteld voor handelen of nalaten van EUMM Georgia in verband met de besteding van de middelen door die staten.

3.  
Financiële bijdragen van derde staten voor de projectcel moeten worden aanvaard door het PVC.

▼B

Artikel 15

Coördinatie

1.  
Onverminderd de commandostructuur werkt het hoofd van de missie tevens in nauwe coördinatie samen met de delegatie van de Unie, met de bedoeling de samenhang van de maatregelen van de Unie ter ondersteuning van Georgië te verzekeren.
2.  
Het hoofd van de missie werkt in nauwe samenspraak met de hoofden van de diplomatieke missies van de betrokken lidstaten.
3.  
Het hoofd van de missie werkt samen met andere internationale actoren die in het land aanwezig zijn.

▼M2

Artikel 16

Vrijgave van gerubriceerde gegevens

▼M4

1.  
De HV is gemachtigd gerubriceerde gegevens en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE” die ten behoeve van de missie zijn opgesteld, indien dit passend en in overeenstemming met de behoeften van de missie is, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad vrij te geven aan de bij dit besluit betrokken derde landen.
2.  
De HV is tevens gemachtigd, naar gelang van de operationele behoeften van de missie, gerubriceerde gegevens en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „RESTREINT UE” die ten behoeve van de missie zijn opgesteld, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad vrij te geven aan de VN en de OVSE. Te dien einde worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van de VN en de OVSE vastgesteld.
3.  
Indien er sprake is van een specifieke en onmiddellijke operationele behoefte, is de HV voorts gemachtigd gerubriceerde gegevens en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „RESTREINT UE” die ten behoeve van de missie zijn opgesteld, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad vrij te geven aan het gastland. Te dien einde worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van het gastland vastgesteld.

▼M2

4.  
De HV is gemachtigd niet-gerubriceerde documenten van de EU betreffende de beraadslagingen van de Raad over de missie die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad ( 2 ) vallen, vrij te geven aan de derde landen die bij dit besluit zijn betrokken.
5.  
De HV kan de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde bevoegdheden, alsook de bevoegdheid om de in de leden 2 en 3 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan personen die onder zijn/haar gezag staan, aan de civiele operationele commandant en/of aan het hoofd van de missie.

Artikel 17

Evaluatie van de missie

Om de zes maanden wordt, op basis van een verslag van het hoofd van de missie en van de EDEO, een evaluatie van de missie voorgelegd aan het PVC.

▼B

Artikel 18

Inwerkingtreding en duur

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

▼M11

Het verstrijkt op 14 december 2024.



( 1 ) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).

( 2 ) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).