2007D0453 — NL — 23.02.2012 — 004.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 29 juni 2007

tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3114)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/453/EG)

(PB L 172, 30.6.2007, p.84)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

 M1

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 2008

  L 294

14

1.11.2008

 M2

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 11 november 2009

  L 295

11

12.11.2009

 M3

BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 2 december 2010

  L 318

47

4.12.2010

►M4

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 10 februari 2012

  L 50

49

23.2.2012




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 29 juni 2007

tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3114)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/453/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën ( 1 ), en met name op artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) bij dieren. Volgens artikel 1 van die verordening is zij van toepassing op de productie en het in de handel brengen van levende dieren en producten van dierlijke oorsprong. Daartoe moet de BSE-status (BSE: boviene spongiforme encefalopathie) van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan („landen of gebieden”) worden vastgesteld door het land of gebied overeenkomstig artikel 5, lid 1, van die verordening afhankelijk van het BSE-risico in te delen in een van de drie categorieën.

(2)

Een indeling van landen of gebieden naar het BSE-risico heeft tot doel voor elke BSE-risicocategorie handelsregels vast te stellen die de nodige garanties bieden voor de bescherming van de gezondheid van mens en dier.

(3)

Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat de voorschriften voor de intracommunautaire handel en bijlage IX bij die verordening de voorschriften voor invoer in de Gemeenschap. Die voorschriften zijn gebaseerd op de Terrestrial Animal Health Code (gezondheidscode voor landdieren) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

(4)

De OIE speelt een vooraanstaande rol bij de indeling van landen of gebieden naar BSE-risico.

(5)

Op de algemene vergadering van de OIE van mei 2007 is een resolutie over de BSE-status van verschillende landen aangenomen. In afwachting van een definitieve beslissing over de BSE-status van de lidstaten moeten zij gezien de geharmoniseerde, strenge beschermende maatregelen tegen BSE die in de Gemeenschap worden toegepast, voorlopig als landen met een gecontroleerd BSE-risico worden aangemerkt.

(6)

Bovendien moeten Noorwegen en IJsland, in afwachting van een definitieve beslissing over de BSE-status van deze landen, gezien de resultaten van de meest recente risicobeoordelingen met betrekking tot die derde landen, voorlopig als landen met een gecontroleerd BSE-risico worden aangemerkt.

(7)

Krachtens artikel 23 van Verordening (EG) nr. 999/2001 zijn overgangsmaatregelen vastgesteld die op 1 juli 2007 aflopen. Die maatregelen moeten worden ingetrokken zodra overeenkomstig artikel 5 van die verordening een beslissing over de indeling is genomen. Vóór genoemde datum moet dus een beslissing over de indeling van landen of gebieden naar BSE-risico worden genomen.

(8)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



Artikel 1

De BSE-status van landen of gebieden naar gelang van hun BSE-risico is in de bijlage aangegeven.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 juli 2007.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

▼M4




BIJLAGE

LIJST VAN LANDEN OF GEBIEDEN

A.    Landen of gebieden met een verwaarloosbaar BSE-risico

Lidstaten

 Denemarken

 Finland

 Zweden

EVA-landen

 IJsland

 Noorwegen

Derde landen

 Argentinië

 Australië

 Chili

 India

 Nieuw-Zeeland

 Panama

 Paraguay

 Peru

 Singapore

 Uruguay

B.    Landen of gebieden met een gecontroleerd BSE-risico

Lidstaten

 België, Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, het Verenigd Koninkrijk

EVA-landen

 Liechtenstein

 Zwitserland

Derde landen

 Brazilië

 Canada

 Colombia

 Japan

 Mexico

 Zuid-Korea

 Taiwan

 Verenigde Staten

C.    Landen of gebieden met een onbepaald BSE-risico

 Niet onder A of B in deze bijlage opgenomen landen of gebieden.



( 1 ) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1923/2006 (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 1).