2006D0875 — NL — 20.12.2007 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2006

tot goedkeuring van de door de lidstaten voor het jaar 2007 ingediende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter preventie van zoönoses

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5677)

(2006/875/EG)

(PB L 337, 5.12.2006, p.46)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 22 december 2006

  L 7

46

12.1.2007

►M2

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 10 december 2007

  L 335

47

20.12.2007




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2006

tot goedkeuring van de door de lidstaten voor het jaar 2007 ingediende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter preventie van zoönoses

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5677)

(2006/875/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied ( 1 ), en met name op artikel 24, lid 6, en de artikelen 29 en 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Gemeenschap kan op grond van Beschikking 90/424/EEG van de Raad een financiële bijdrage verlenen voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en voor controles ter preventie van zoönoses.

(2)

Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën ( 2 ) voorziet in jaarlijkse programma's voor de uitroeiing en bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) bij runderen, schapen en geiten.

(3)

De lidstaten hebben programma’s ingediend voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde dierziekten, voor de preventie van zoönoses en voor de uitroeiing en bewaking van TSE’s op hun grondgebied.

(4)

Uit een onderzoek van deze programma’s is gebleken dat zij voldoen aan de desbetreffende communautaire veterinaire wetgeving, en met name aan de communautaire criteria voor de uitroeiing van die ziekten, zoals vastgesteld bij Beschikking 90/638/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van communautaire criteria voor de maatregelen inzake de uitroeiing van en de controle op bepaalde dierziekten ( 3 ).

(5)

Deze programma's zijn opgenomen in de lijst van programma's die is vastgesteld bij Beschikking 2006/687/EG van de Commissie van 12 oktober 2006 betreffende programma’s die in 2007 in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde dierziekten, ter voorkoming van zoönoses en voor de bewaking van TSE’s, alsmede programma’s voor de uitroeiing van BSE en scrapie ( 4 ).

(6)

Gezien het belang van deze programma’s voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap inzake dier- en volksgezondheid en de verplichte toepassing van de TSE-programma’s in alle lidstaten moet een passende financiële bijdrage van de Gemeenschap worden vastgesteld ter vergoeding van de uitgaven die de betrokken lidstaten voor de in deze beschikking vermelde maatregelen doen, tot een bepaald maximumbedrag per programma.

(7)

Voor een beter beheer, een efficiënter gebruik van de communautaire middelen en meer transparantie moet zo nodig ook voor elk programma worden vastgesteld tot welk maximumbedrag de lidstaten worden vergoed voor bepaalde kosten van zaken zoals tests en de verschillende in de lidstaten gebruikte vaccins en voor de schadeloosstelling van eigenaars van geslachte of geruimde dieren.

(8)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 5 ) worden programma's voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds. Met het oog op de financiële controle zijn de artikelen 9, 36 en 37 van die verordening van toepassing.

(9)

De aanwezigheid van rabiës op door de Europese Unie omgeven grondgebied zou een voortdurende bron van herbesmetting voor de omliggende gebieden vormen. Daarom is het wenselijk rabiës uit te roeien veeleer dan een beschermend vaccinatiegebied rond dergelijke gebiedsdelen in te stellen, dat voor onbepaalde tijd zou moeten worden gehandhaafd.

(10)

De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend mits de voorgenomen maatregelen efficiënt worden uitgevoerd en mits de bevoegde autoriteiten alle nodige inlichtingen binnen de bij deze beschikking vastgestelde termijnen verstrekken.

(11)

De koers voor de omrekening van de betalingsaanvragen in nationale valuta als omschreven in artikel 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro ( 6 ), moet worden verduidelijkt.

(12)

De goedkeuring van sommige van deze programma’s mag niet vooruitlopen op een besluit van de Commissie waarin op basis van wetenschappelijk advies voorschriften voor de uitroeiing van deze ziekten worden vastgesteld.

(13)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



HOOFDSTUK I

RABIËS

Artikel 1

1.  De door Tsjechië, Duitsland, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Slowakije en Finland ingediende programma’s voor de uitroeiing van rabiës worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de aankoop en de distributie van vaccins en aas in het kader van het programma, met een maximum van:

a) EUR 490 000 voor Tsjechië;

b) EUR 850 000 voor Duitsland;

c) EUR 925 000 voor Estland;

d)  ►M2  EUR 790 000 ◄ voor Letland;

e)  ►M2  EUR 900 000 ◄ voor Hongarije;

f) EUR 185 000 voor Oostenrijk;

g)  ►M2  EUR 4 100 000 ◄ voor Polen;

h) EUR 375 000 voor Slovenië;

i) EUR 500 000 voor Slowakije;

j) EUR 112 000 voor Finland.

3.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die Litouwen doet voor laboratoriumtests, en voor 100 % in de uitgaven die Litouwen doet voor de aankoop en de distributie van vaccins en aas buiten zijn grondgebied, met een maximum van ►M2  EUR 450 000 ◄ .

4.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a) EUR 0,5 per dosis voor de aankoop van een dosis vaccin in het kader van de in lid 2, onder c) en d), genoemde programma’s; en

b) EUR 0,3 per dosis voor de aankoop van een dosis vaccin in het kader van de overige in de leden 2 en 3 genoemde programma’s.



HOOFDSTUK II

RUNDERBRUCELLOSE

Artikel 2

1.  De door Spanje, Ierland, Italië, Cyprus, Portugal en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van runderbrucellose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests, de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht en de aankoop van vaccindoses, met een maximum van:

a)  ►M2  EUR 5 500 000 ◄ voor Spanje;

b)  ►M2  EUR 1 950 000 ◄ voor Ierland;

c)  ►M2  EUR 3 000 000 ◄ voor Italië;

d)  ►M2  EUR 20 000 ◄ voor Cyprus;

e)  ►M2  EUR 1 280 000 ◄ voor Portugal;

f) EUR 1 100 000 voor het Verenigd Koninkrijk.

3.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een bengaals-roodtest

:

EUR 0,2 per test;

voor een SAT-test

:

EUR 0,2 per test;

voor een complementbindingsreactie

:

EUR 0,4 per test;

voor een ELISA-test

:

EUR 1 per test;

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

EUR 0,5 per dosis.



HOOFDSTUK III

RUNDERTUBERCULOSE

Artikel 3

1.  De door Spanje, Italië, Polen en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van rundertuberculose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor tuberculinatie, laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)  ►M2  EUR 8 000 000 ◄ voor Spanje;

b)  ►M2  EUR 2 950 000 ◄ voor Italië;

c)  ►M2  EUR 1 550 000 ◄ voor Polen;

d) EUR 450 000 voor Portugal.

3.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor tuberculinatie

:

EUR 0,8 per test;

voor een gamma-interferontest

:

EUR 5 per test.



HOOFDSTUK IV

ENZOÖTISCHE BOVIENE LEUKOSE

Artikel 4

1.  De door Estland, Italië, Letland, Litouwen, Polen en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a) EUR 20 000 voor Estland;

b)  ►M2  EUR 1 600 000 ◄ voor Italië;

c)  ►M2  EUR 85 000 ◄ voor Letland;

d) EUR 135 000 voor Litouwen;

e)  ►M2  EUR 4 800 000 ◄ voor Polen;

f)  ►M2  EUR 425 000 ◄ voor Portugal.

3.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een ELISA-test

:

EUR 0,5 per test;

voor een agargel-immunodiffusietest

:

EUR 0,5 per test.



HOOFDSTUK V

SCHAPEN- EN GEITENBRUCELLOSE

Artikel 5

1.  De door Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van schapen- en geitenbrucellose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de aankoop van vaccins, laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)  ►M2  EUR 5 900 000 ◄ voor Spanje;

b)  ►M2  EUR 570 000 ◄ voor Frankrijk;

c)  ►M2  EUR 5 000 000 ◄ voor Italië;

d) EUR 120 000 voor Cyprus;

e)  ►M2  EUR 1 220 000 ◄ voor Portugal.

3.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die Griekenland doet voor de aankoop van vaccins en voor de salarissen van dierenartsen die speciaal voor dat programma contractueel in dienst zijn genomen, met een maximum van ►M2  EUR 200 000 ◄ .

4.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een bengaals-roodtest

:

EUR 0,2 per test;

voor een complementbindingsreactie

:

EUR 0,4 per test;

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

EUR 0,1 per dosis.



HOOFDSTUK VI

BLUETONGUE

Artikel 6

1.  De door Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van bluetongue worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests voor virologische, serologische en entomologische bewaking en voor de aankoop van vallen en vaccins, met een maximum van:

a)  ►M2  EUR 8 000 000 ◄ voor Spanje;

b)  ►M2  EUR 360 000 ◄ voor Frankrijk;

c)  ►M2  EUR 1 400 000 ◄ voor Italië;

d)  ►M2  EUR 1 100 000 ◄ voor Portugal.

3.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een ELISA-test

:

EUR 2,5 per test;

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

EUR 0,5 per dosis.



HOOFDSTUK VII

BEPAALDE SOORTEN ZOÖNOTISCHE SALMONELLA BIJ FOKPLUIMVEE

Artikel 7

1.  De door België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal en Slowakije ingediende programma’s voor de bestrijding van salmonella bij fokpluimvee worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor bacteriologische tests, de schadeloosstelling van eigenaars van pluimvee dat is geruimd of eieren die zijn vernietigd, en voor de aankoop van vaccindoses, met een maximum van:

a)  ►M2  EUR 550 000 ◄ voor België;

b) EUR 330 000 voor Tsjechië;

c)  ►M2  EUR 500 000 ◄ voor Denemarken;

d) EUR 175 000 voor Duitsland;

e) EUR 27 000 voor Estland;

f) EUR 60 000 voor Griekenland;

g)  ►M2  EUR 960 000 ◄ voor Spanje;

h)  ►M2  EUR 550 000 ◄ voor Frankrijk;

i)  ►M2  EUR 0 ◄ voor Ierland;

j)  ►M2  EUR 590 000 ◄ voor Italië;

k) EUR 40 000 voor Cyprus;

l) EUR 60 000 voor Letland;

m)  ►M2  EUR 110 000 ◄ voor Hongarije;

n) EUR 1 350 000 voor Nederland;

o) EUR 80 000 voor Oostenrijk;

p) EUR 2 000 000 voor Polen;

q)  ►M2  EUR 20 000 ◄ voor Portugal;

r)  ►M2  EUR 50 000 ◄ voor Slowakije.

3.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een bacteriologische test

:

EUR 5,0 per test;

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

EUR 0,05 per dosis.



HOOFDSTUK VIII

KLASSIEKE VARKENSPEST EN AFRIKAANSE VARKENSPEST

Artikel 8

1.  De programma’s voor de bestrijding en bewaking van:

a) klassieke varkenspest die zijn ingediend door Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Slovenië en Slowakije, worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007;

b) klassieke varkenspest en Afrikaanse varkenspest die zijn ingediend door Italië, worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor virologische en serologische tests bij varkens (huisdieren) en wilde varkens en, wat de programma’s van Duitsland, Frankrijk en Slowakije betreft, ook voor de aankoop en de distributie van vaccins en aas, met een maximum van:

a)  ►M2  EUR 1 100 000 ◄ voor Duitsland;

b)  ►M2  EUR 650 000 ◄ voor Frankrijk;

c) EUR 140 000 voor Italië;

d) EUR 35 000 voor Luxemburg;

e) EUR 25 000 voor Slovenië;

f) EUR 400 000 voor Slowakije.

3.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een ELISA-test

:

EUR 2,5 per test;

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

EUR 0,5 per dosis.



HOOFDSTUK IX

ZIEKTE VAN AUJESZKY

Artikel 9

1.  De door België en Spanje ingediende programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven voor laboratoriumtests, met een maximum van:

a)  ►M2  EUR 350 000 ◄ voor België;

b) EUR 350 000 voor Spanje.

3.  Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald voor een ELISA-test EUR 1 per test.



HOOFDSTUK X

VESICULAIRE VARKENSZIEKTE

Artikel 10

1.  Het door Italië ingediende programma voor de uitroeiing van vesiculaire varkensziekte wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven voor laboratoriumtests, met een maximum van ►M2   EUR 350 000 ◄ .



HOOFDSTUK XI

HEARTWATER, BABESIOSE EN ANAPLASMOSE (POSEIDOM)

Artikel 11

1.  De door Frankrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van door vectorinsecten overgedragen heartwater, babesiose en anaplasmose (Poseidom) in de Franse overzeese gebieden Guadeloupe, Martinique en Réunion worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die Frankrijk doet voor de uitvoering van de in lid 1 genoemde programma’s, met een maximum van EUR 50 000.



HOOFDSTUK XII

PROGRAMMA’S VOOR ONDERZOEK NAAR AVIAIRE INFLUENZA BIJ PLUIMVEE EN IN HET WILD LEVENDE VOGELS

Artikel 12

1.  De door België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s met betrekking tot aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke lidstaat doet voor de analyse van monsters, met een maximum van:

a) EUR 66 000 voor België;

b) EUR 74 000 voor Tsjechië;

c)  ►M2  EUR 310 000 ◄ voor Denemarken;

d)  ►M2  EUR 460 000 ◄ voor Duitsland;

e) EUR 40 000 voor Estland;

f) EUR 42 000 voor Griekenland;

g) EUR 82 000 voor Spanje;

h) EUR 280 000 voor Frankrijk;

i) EUR 59 000 voor Ierland;

j)  ►M2  EUR 900 000 ◄ voor Italië;

k) EUR 15 000 voor Cyprus;

l) EUR 15 000 voor Letland;

m) EUR 12 000 voor Litouwen;

n)  ►M2  EUR 15 000 ◄ voor Luxemburg;

o) EUR 110 000 voor Hongarije;

p) EUR 5 000 voor Malta;

q) EUR 126 000 voor Nederland;

r) EUR 42 000 voor Oostenrijk;

s) EUR 87 000 voor Polen;

t)  ►M2  EUR 46 000 ◄ voor Portugal;

u) EUR 32 000 voor Slovenië;

v) EUR 21 000 voor Slowakije;

w) EUR 27 000 voor Finland;

x)  ►M2  EUR 200 000 ◄ voor Zweden;

y)  ►M2  EUR 1 125 000 ◄ voor het Verenigd Koninkrijk.

3.  De maximumbedragen van de aan de lidstaten te vergoeden kosten voor de in het kader van de programma’s uitgevoerde tests zijn:

ELISA-test

:

EUR 1 per test;

agargel-immunodiffusietest

:

EUR 1,2 per test;

hemagglutinatieremmingstest (HAR) op H5/H7

:

EUR 12 per test;

virusisolatietest

:

EUR 30 per test;

PCR-test

:

EUR 15 per test.



HOOFDSTUK XIII

BEWAKING VAN OVERDRAAGBARE SPONGIFORME ENCEFALOPATHIEËN

Artikel 13

1.  De door België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De Gemeenschap draagt voor 100 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de uitvoering van deze programma’s, met een maximum van:

a) EUR 2 084 000 voor België;

b)  ►M2  EUR 1 320 000 ◄ voor Tsjechië;

c)  ►M2  EUR 1 950 000 ◄ voor Denemarken;

d) EUR 11 307 000 voor Duitsland;

e) EUR 233 000 voor Estland;

f)  ►M2  EUR 1 650 000 ◄ voor Griekenland;

g)  ►M2  EUR 9 100 000 ◄ voor Spanje;

h) EUR 24 815 000 voor Frankrijk;

i)  ►M2  EUR 6 410 000 ◄ voor Ierland;

j)  ►M2  EUR 3 000 000 ◄ voor Italië;

k)  ►M2  EUR 530 000 ◄ voor Cyprus;

l) EUR 312 000 voor Letland;

m) EUR 645 000 voor Litouwen;

n) EUR 146 000 voor Luxemburg;

o) EUR 784 000 voor Hongarije;

p) EUR 90 000 voor Malta;

q) EUR 5 112 000 voor Nederland;

r) EUR 1 759 000 voor Oostenrijk;

s)  ►M2  EUR 244 000 ◄ voor Polen;

t)  ►M2  EUR 2 940 000 ◄ voor Portugal;

u) EUR 308 000 voor Slovenië;

v)  ►M2  EUR 610 000 ◄ voor Slowakije;

w) EUR 839 000 voor Finland;

x) EUR 2 020 000 voor Zweden;

y) EUR 6 781 000 voor het Verenigd Koninkrijk.

3.  De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s is bestemd voor de uitgevoerde tests en bedraagt maximaal:

a) EUR 6 per test voor tests bij runderen als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

b) EUR 30 per test voor tests bij schapen en geiten als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

c) EUR 50 per test voor tests bij hertachtigen als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

d) EUR 145 per test voor primaire moleculaire onderscheidende tests als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c), punt i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001.



HOOFDSTUK XIV

UITROEIING VAN BOVIENE SPONGIFORME ENCEFALOPATHIE

Artikel 14

1.  De door België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van boviene spongiforme encefalopathie worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt 50 % van de uitgaven die de betrokken lidstaten doen voor de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van hun uitroeiingsprogramma zijn geruimd en vernietigd, met een maximum van EUR 500 per dier. Deze bijdrage bedraagt maximaal:

a) EUR 50 000 voor België;

b) EUR 750 000 voor Tsjechië;

c) EUR 51 000 voor Denemarken;

d)  ►M2  EUR 50 000 ◄ voor Duitsland;

e) EUR 98 000 voor Estland;

f) EUR 750 000 voor Griekenland;

g)  ►M2  EUR 413 000 ◄ voor Spanje;

h) EUR 50 000 voor Frankrijk;

i)  ►M2  EUR 70 000 ◄ voor Ierland;

j)  ►M2  EUR 65 000 ◄ voor Italië;

l) EUR 100 000 voor Luxemburg;

m) EUR 60 000 voor Nederland;

n) EUR 48 000 voor Oostenrijk;

o)  ►M2  EUR 530 000 ◄ voor Polen;

p)  ►M2  EUR 45 000 ◄ voor Portugal;

q) EUR 25 000 voor Slovenië;

r) EUR 250 000 voor Slowakije;

s) EUR 25 000 voor Finland;

t) EUR 347 000 voor het Verenigd Koninkrijk.



HOOFDSTUK XV

UITROEIING VAN SCRAPIE

Artikel 15

1.  De door België, Tsjechië, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van scrapie worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.  De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt 50 % van de uitgaven die de betrokken lidstaten doen voor de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van hun uitroeiingsprogramma zijn geruimd en vernietigd, met een maximum van EUR 100 per dier, en 50 % van de uitgaven voor analyses van monsters met het oog op genotypering, met een maximum van EUR 10 per genotyperingstest. Deze bijdrage bedraagt maximaal:

a) EUR 99 000 voor België;

b) EUR 107 000 voor Tsjechië;

c)  ►M2  EUR 827 000 ◄ voor Duitsland;

d) EUR 13 000 voor Estland;

e)  ►M2  EUR 516 000 ◄ voor Griekenland;

f)  ►M2  EUR 4 500 000 ◄ voor Spanje;

g) EUR 8 862 000 voor Frankrijk;

h) E ►M2  EUR 279 000 ◄ voor Ierland;

i)  ►M2  EUR 620 000 ◄ voor Italië;

j)  ►M2  EUR 1 280 000 ◄ voor Cyprus;

k) EUR 28 000 voor Luxemburg;

l)  ►M2  EUR 232 000 ◄ voor Hongarije;

m) EUR 543 000 voor Nederland;

n) EUR 14 000 voor Oostenrijk;

o)  ►M2  EUR 41 000 ◄ voor Portugal;

p) EUR 83 000 voor Slovenië;

q)  ►M2  EUR 179 000 ◄ voor Slowakije;

r) EUR 11 000 voor Finland;

s) EUR 6 000 voor Zweden;

t)  ►M2  EUR 5 178 000 ◄ voor het Verenigd Koninkrijk.



HOOFDSTUK XVI

ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 16

1.  Voor de in de artikelen 2 tot en met 5 en artikel 7 genoemde programma’s worden de subsidiabele uitgaven voor schadeloosstelling voor het slachten of ruimen van dieren beperkt overeenkomstig de leden 2 en 3.

2.  De gemiddelde schadeloosstelling die aan de lidstaten wordt terugbetaald, wordt berekend op basis van het aantal dieren dat in de lidstaat is geslacht of geruimd en bedraagt:

a) voor runderen maximaal EUR 300 per dier;

b) voor schapen en geiten maximaal EUR 35 per dier;

c) voor fokpluimvee maximaal EUR 2,5 per dier.

3.  De maximale schadeloosstelling die aan de lidstaten wordt betaald, bedraagt EUR 1 000 per dier voor runderen en EUR 100 per dier voor schapen en geiten.

▼M1

Artikel 17

De door de lidstaten gedeclareerde uitgaven voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap worden uitgedrukt in euro’s, exclusief belasting over de toegevoegde waarde en andere belastingen.

Artikel 18

Wanneer de uitgaven van een lidstaat zijn gedaan in een andere valuta dan de euro, rekent de betrokken lidstaat deze om in euro's onder toepassing van de meest recente wisselkoers die de Europese Centrale Bank heeft vastgesteld vóór de eerste dag van de maand waarin de aanvraag door de betrokken lidstaat wordt ingediend.

▼B

Artikel 19

1.  De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in de artikelen 1 tot en met 15 genoemde programma’s wordt verleend op voorwaarde dat de betrokken lidstaat deze programma’s uitvoert overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Gemeenschapsrecht, waaronder de voorschriften inzake mededinging en de toekenning van overheidscontracten, en:

a) uiterlijk op 1 januari 2007 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor de uitvoering van het programma in werking doet treden;

b) uiterlijk op 1 juni 2007 een eerste technische en financiële evaluatie van het programma indient overeenkomstig artikel 24, lid 7, van Beschikking 90/424/EEG;

c) voor de in de artikelen 1 tot en met 11 genoemde programma’s uiterlijk vier weken na afloop van de verslagperiode een tussentijds verslag over de eerste zes maanden van het programma indient;

d) voor de in artikel 12 genoemde programma’s om de drie maanden uiterlijk eind van de daaropvolgende maand bij de Commissie verslag uitbrengt over de positieve en negatieve resultaten van onderzoeken die zij bij de bewaking van pluimvee en in het wild levende vogels hebben geconstateerd;

e) voor de in de artikelen 13, 14 en 15 genoemde programma’s maandelijks bij de Commissie verslag uitbrengt over de voortgang van het bewakingsprogramma voor TSE’s en de uitgaven van de lidstaat. Dit verslag wordt uiterlijk vier weken na het einde van de desbetreffende maand ingediend;

f) uiterlijk op 1 juni 2008 een eindverslag indient over de technische uitvoering van het programma, samen met bewijsstukken van de uitgaven die de lidstaat in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007 heeft gedaan en de resultaten die in die periode zijn bereikt;

g) het gedetailleerde overzicht van de uitgaven van de lidstaat als bedoeld in de punten d) en e) indient in een vorm overeenkomstig de tabellen in de bijlagen I en II;

h) het programma efficiënt uitvoert;

i) voor deze maatregelen geen andere bijdrage van de Gemeenschap heeft aangevraagd of zal aanvragen.

2.  Indien een lidstaat niet aan lid 1 voldoet, verlaagt de Commissie de financiële bijdrage van de Gemeenschap naar gelang van de aard en de ernst van de inbreuk en van het financiële verlies voor de Gemeenschap.

Artikel 20

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 21

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.




BIJLAGE I

Financieel eindverslag en betalingsaanvraag als bedoeld in artikel 19, lid 1, punt g)Eén tabel per onderzoek bij pluimvee/in het wild levende vogels (a)Lidstaat: Datum:Rapporteringsperiode van: tot:Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (b)Methode laboratoriumanalyseAantal verrichte tests per methodeKostenSerologische pre-screening (c)Hemagglutinatieremmingstest (HAR) voor H5/H7VirusisolatietestPCR-testAndere betrokken maatregelenSpecificatie activiteitenBemonsteringAndereTotaalIk verklaar hierbij dat de bovenstaande gegevens correct zijn en dat voor deze maatregelen geen andere bijdrage van de Gemeenschap is aangevraagd.(a) Doorhalen wat niet van toepassing is.(b) Gegevens in nationale valuta, exclusief BTW (plaats, datum).(c) De gebruikte test vermelden (handtekening).




BIJLAGE II

Modelformulier voor het gedetailleerde overzicht van de door de lidstaten gedane uitgaven, als bedoeld in artikel 19, lid 1, onder g)



TSE-bewaking

Lidstaat:

Maand:

Jaar:



Tests bij runderen

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, punten 2.1, 3 en 4.1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, punten 2.2, 4.2 en 4.3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Totaal

 
 
 



Tests bij schapen

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 2, onder a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 5, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Totaal

 
 
 



Tests bij geiten

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 2, onder b), bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 5, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 

Totaal

 
 
 



Primaire moleculaire test met onderscheidende immunoblotting

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c), punt i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 
 
 



Tests bij hertachtigen

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage II bij Verordening [Sanco …/…/…]

 
 
 



( 1 ) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/53 (PB L 29 van 2.2.2006, blz. 37).

( 2 ) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1041/2006 van de Commissie (PB L 187 van 8.7.2006, blz. 10).

( 3 ) PB L 347 van 12.12.1990, blz. 27. Beschikking gewijzigd bij Richtlijn 92/65/EEG (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).

( 4 ) PB L 282 van 13.10.2006, blz. 52.

( 5 ) PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

( 6 ) PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1.