2005E0724 — NL — 20.02.2006 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/724/GBVB VAN DE RAAD

van 17 oktober 2005

houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2005/589/GBVB

(PB L 272, 18.10.2005, p.26)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2006/123/GBVB VAN DE RAAD van 20 februari 2006

  L 49

20

21.2.2006




▼B

GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/724/GBVB VAN DE RAAD

van 17 oktober 2005

houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2005/589/GBVB



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 28 juli 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/589/GBVB ( 1 ) vastgesteld, waarbij het mandaat van de heer Michael SAHLIN als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tot en met 15 november 2005 werd verlengd.

(2)

Overeengekomen is de heer Erwan FOUÉRÉ te benoemen tot de nieuwe speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

(3)

Gemeenschappelijk Optreden 2005/589/GBVB moet worden ingetrokken.

(4)

De speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie, die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als omschreven in artikel 11 van het Verdrag, kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:



Artikel 1

De heer Erwan FOUÉRÉ wordt benoemd tot speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië van 1 november 2005 tot en met 28 februari 2006.

Artikel 2

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstelling van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, die moet bijdragen tot de consolidatie van het vreedzaam politiek proces en de volledige uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid, en aldus nieuwe vooruitgang in de richting van Europese integratie door middel van het stabilisatie- en associatieproces te bevorderen.

De SVEU steunt de werkzaamheden van de hoge vertegenwoordiger in de regio.

Artikel 3

Teneinde de beleidsdoelstelling te verwezenlijken, krijgt de SVEU het volgende mandaat:

a) nauwe contacten te onderhouden met de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de andere partijen die bij het politieke proces betrokken zijn,

b) advies en bevorderingsmaatregelen van de Europese Unie voor het politieke proces aan te bieden,

c) te zorgen voor de coördinatie van de steun van de internationale gemeenschap bij de uitvoering en instandhouding van de bepalingen van de kaderovereenkomst van 13 augustus 2001, zoals vastgelegd in de overeenkomst en de bijlagen daarbij,

d) veiligheids- en etnische aangelegenheden nauwlettend te volgen en erover verslag uit te brengen en hiertoe in verbinding te treden met alle betrokken organen,

▼M1

e) plaatselijke politieke aansturing te bieden aan het hoofd van het EU-adviesteam voor de politie (EUPAT), te zorgen voor de coördinatie tussen EUPAT en andere EU-actoren en zich te belasten met de betrekkingen tussen EUPAT en de autoriteiten en media van het gastland,

f) samen met het hoofd van EUPAT en in samenspraak met het voorzitterschap een regelmatige dialoog op te zetten met de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de vorderingen van de activiteiten van EUPAT.

▼B

Artikel 4

1.  De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de hoge vertegenwoordiger belast met de uitvoering van het mandaat. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

2.  Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) staat in nauwe verbinding met de SVEU en vormt het eerste contactpunt bij de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5

1.  Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU bedraagt EUR 215 000.

2.  De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de budgettaire procedures en voorschriften van de Europese Gemeenschap, met dien verstande dat voorfinanciering niet de eigendom blijft van de Gemeenschap.

3.  Over het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie.

4.  Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten verlenen in voorkomend geval logistieke steun in de regio.

Artikel 6

1.  Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU belast met de samenstelling van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, en in volledige samenwerking met de Commissie. De SVEU deelt het voorzitterschap en de Commissie de definitieve samenstelling van zijn team mee.

2.  De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de SVEU is gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Europese Unie.

3.  Niet door detachering vervulde A-ambten worden door het secretariaat-generaal van de Raad op passende wijze bekendgemaakt en tevens ter kennis gebracht van de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie, teneinde de best gekwalificeerde kandidaten te kunnen aanwerven.

4.  De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 7

De SVEU brengt in de regel persoonlijk verslag uit aan de hoge vertegenwoordiger en het PVC, alsook eventueel aan de betrokken werkgroep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. De SVEU kan op aanbeveling van de hoge vertegenwoordiger en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.

Artikel 8

Ten behoeve van de samenhang van het externe optreden van de Europese Unie worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de hoge vertegenwoordiger, het voorzitterschap en de Commissie. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap en de missiehoofden, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van het mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

▼M1

Artikel 9

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. De SVEU legt de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2006 een voortgangsverslag, en uiterlijk medio november 2006 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor. Deze verslagen vormen de basis voor de beoordeling van dit gemeenschappelijk optreden in de bevoegde groepen en door het Politiek en Veiligheidscomité. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de hoge vertegenwoordiger SG/HV aanbevelingen aan het PVC over het besluit van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

▼B

Artikel 10

Gemeenschappelijk Optreden 2005/589/GBVB wordt per 31 oktober 2005 ingetrokken.

Artikel 11

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 12

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.



( 1 ) PB L 199 van 29.7.2005, blz. 103.