2005D0381 — NL — 25.03.2014 — 002.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2005

tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1359)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/381/EG)

(PB L 126, 19.5.2005, p.43)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

 M1

Beschikking van de Commissie van 23 november 2006

  L 329

38

25.11.2006

►M2

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 21 maart 2014

  L 89

45

25.3.2014




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2005

tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1359)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/381/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad ( 1 ), en met name op artikel 21, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De vragenlijst die de lidstaten moeten gebruiken bij het opstellen van de jaarverslagen over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG moet een gedetailleerde rapportage verschaffen over de toepassing door de lidstaten van de voornaamste in die richtlijn aangegeven maatregelen, alsmede van de volgende maatregelen, voorzover die nauw verband houden met de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2003/87/EG: Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging ( 2 ), Beschikking 2004/156/EG van de Commissie van 29 januari 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor de bewaking en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) en Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ). Regelmatige herziening van de vragenlijst verdient aanbeveling.

(2)

Het eerste verslag moet vóór 30 juni 2005 worden ingediend. Het is echter wenselijk over een jaarverslag te beschikken dat het eerste gehele werkingsjaar van deze regeling bestrijkt. Het eerste verslag dient daarom de periode van 1 januari 2005 tot 30 april 2005 te bestrijken en het tweede verslag, dat vóór 30 juni 2006 moet worden ingediend, dient de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005 te bestrijken. De daaropvolgende jaarverslagen moeten jaarlijks vóór 30 juni bij de Commissie worden ingediend, en het voorgaande kalenderjaar van 1 januari tot en met 31 december bestrijken.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied ( 5 ),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



Artikel 1

De lidstaten gebruiken de in de bijlage gegeven vragenlijst voor het opstellen van de jaarverslagen die bij de Commissie moeten worden ingediend overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG.

Artikel 2

Het eerste verslag, dat vóór 30 juni 2005 moet worden ingediend, bestrijkt de periode van vier maanden, van 1 januari 2005 tot en met 30 april 2005.

De daaropvolgende rapporten moeten jaarlijks vóór 30 juni bij de Commissie worden ingediend en bestrijken het voorgaande kalenderjaar van 1 januari tot en met 31 december, te beginnen met het kalenderjaar 2005.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

▼M2




BIJLAGE

VRAGENLIJST OVER DE UITVOERING VAN RICHTLIJN 2003/87/EG

1.    Gegevens betreffende de rapporterende instelling

Naam en afdeling van de organisatie:

Naam van de contactpersoon:

Functie van de contactpersoon:

Adres:

Internationaal telefoonnummer:

E-mailadres:

2.    Verantwoordelijke autoriteiten inzake de EU-regeling voor de emissiehandel (EU ETS) en coördinatie tussen de autoriteiten

De in dit deel gestelde vragen moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

2.1. Vermeld in de onderstaande tabel de naam, de afkorting en de contactgegevens van de bevoegde autoriteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van de EU ETS voor installaties en luchtvaartactiviteiten in uw lidstaat. Voeg zo nodig extra regels toe.



Naam

Afkorting

Contactgegevens (1)

 
 
 

(1)   Vermeld het telefoonnummer, het e-mailadres en het websiteadres.

Vermeld in de onderstaande tabel de naam, de afkorting en de contactgegevens van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ) aangewezen nationale accreditatie-instantie.



Naam

Afkorting

Contactgegevens (1)

 
 
 

Hebt u een nationale certificeringsinstantie opgezet om verificateurs te certificeren overeenkomstig artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie ( 7 )? Ja/Neen

Zo ja, vermeld dan de naam, de afkorting en de contactgegevens van de nationale certificeringsinstantie in de onderstaande tabel.



Naam

Afkorting

Contactgegevens (1)

 
 
 

Vermeld in de onderstaande tabel de naam, de afkorting en de contactgegevens van de registeradministrateur in uw lidstaat.



Naam

Afkorting

Contactgegevens (1)

 
 
 

2.2. Vermeld in de onderstaande tabel welke bevoegde autoriteit is belast met de volgende taken. Gebruik hierbij de afkorting van die autoriteit. Voeg zo nodig extra regels toe.

Er zij op gewezen dat indien een vak in de tabel hieronder grijs is, de taak niet relevant is voor installaties of de luchtvaart.



Bevoegde autoriteit die belast is met:

Installaties

Luchtvaart

Afgifte van vergunningen

 
 

Kosteloze toewijzing aan vaste installaties overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG

 
 

Kosteloze toewijzing overeenkomstig artikel 3 sexies en artikel 3 septies van Richtlijn 2003/87/EG

 
 

Activiteiten in verband met veilingen (de veiler als vermeld in Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie) (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1)

 
 

Financiële maatregelen met betrekking tot indirecte koolstoflekkage

 
 

Afgifte van emissierechten

 
 

Goedkeuring van het monitoringplan en belangrijke wijzigingen in het monitoringplan

 
 

Ontvangst en evaluatie van de geverifieerde emissieverslagen en verificatieverslagen

 
 

Het maken van een conservatieve schatting van de emissies overeenkomstig artikel 70 van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie (PB L 181 van 12.7.2012, blz. 30)

 
 

Goedkeuring van verbeteringsverslagen overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 

Goedkeuring van de aanvraag van de exploitant om een bezoek ter plaatse van een verificateur niet uit te voeren overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2012

 
 

Inspectie en handhaving

 
 

Publieksvoorlichting

 
 

Beheer van de unilaterale opneming van activiteiten en gassen op grond van artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG (1)

 
 

Beheer van installaties die zijn uitgesloten op grond van artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG (2)

 
 

Andere (omschrijf):

 
 

(1)   Dit vak behoeft alleen te worden ingevuld als de lidstaat activiteiten of gassen heeft opgenomen op grond van artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG.

(2)   Dit vak behoeft alleen te worden ingevuld als de lidstaat installaties heeft uitgesloten op grond van artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG.

2.3. Indien in uw lidstaat overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2003/87/EG meer dan één bevoegde autoriteit is aangewezen, welke bevoegde autoriteit is dan uw contactpunt als bedoeld in artikel 69, lid 2, van Verordening (EU) nr. 600/2012? Gebruik voor uw antwoord in de onderstaande tabel de desbetreffende afkorting.



Naam van de bevoegde autoriteit die het contactpunt is als bedoeld in artikel 69, lid 2, van Verordening (EU) nr. 600/2012

Afkorting

 
 

Indien in uw lidstaat voor de uitvoering van de in Verordening (EU) nr. 601/2012 bedoelde activiteiten meer dan één bevoegde autoriteit is aangewezen, welke maatregelen zijn dan genomen om de werkzaamheden van deze bevoegde autoriteiten te coördineren overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 601/2012? Beantwoord de vragen in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Coördinatie van activiteiten met betrekking tot artikel 10 van Verordening (EU) nr. 601/2012

Ja/Neen

Opmerkingen (facultatief)

Vereist de nationale wetgeving dat een centrale bevoegde autoriteit de monitoringplannen, kennisgevingen van veranderingen in het monitoringplan of de emissieverslagen evalueert en dienaangaande bindende instructies verstrekt?

 
 

Is er een centrale bevoegde autoriteit die lokale en/of regionale bevoegde autoriteiten aanstuurt door het geven van bindende instructies en richtsnoeren?

 
 

Is er een centrale bevoegde autoriteit die op vrijwillige basis evaluaties uitvoert en advies geeft over monitoringplannen, kennisgevingen en emissieverslagen?

 
 

Worden regelmatig werkgroepen of vergaderingen georganiseerd met de bevoegde autoriteiten?

 
 

Wordt een gemeenschappelijke opleiding georganiseerd voor alle bevoegde autoriteiten om te zorgen voor een consistente tenuitvoerlegging van de voorschriften?

 
 

Wordt gebruikgemaakt van IT-systemen of hulpmiddelen om te zorgen voor een gemeenschappelijke aanpak van monitoring en rapportage?

 
 

Is een coördinatiegroep met personeel van de bevoegde autoriteit opgericht waarin de monitoring en rapportage worden besproken en een gemeenschappelijke aanpak wordt ontwikkeld?

 
 

Zijn er andere coördinatieactiviteiten? Zo ja, omschrijf:

2.4. Welke doeltreffende uitwisseling van informatie en samenwerking in de zin van artikel 69, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2012 bestaat er tussen de nationale accreditatie-instantie of, in voorkomend geval, de nationale certificeringsinstantie en de bevoegde autoriteit in uw lidstaat? Beantwoord de vragen in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Coördinatie van activiteiten met betrekking tot artikel 69, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2012

Ja/Neen

Opmerkingen (facultatief)

Worden regelmatig vergaderingen gehouden tussen de nationale accreditatie-instantie/nationale certificeringsinstantie (indien van toepassing) en de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de coördinatie?

 
 

Is een werkgroep opgericht waar de nationale accreditatie-instantie/nationale certificeringsinstantie (indien van toepassing), de bevoegde autoriteit en de verificateurs kwesties met betrekking tot accreditatie en verificatie bespreken?

 
 

Kan de bevoegde autoriteit de nationale accreditatie-instantie als waarnemer vergezellen bij accreditatieactiviteiten?

 
 

Zijn er andere coördinatieactiviteiten? Zo ja, omschrijf:

3.    Betrokken activiteiten, installaties en exploitanten van luchtvaartuigen

De tweede subvraag van vraag 3.1 en de tweede en de derde subvraag van vraag 3.2 in dit deel moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

3A.    Installaties

3.1. In hoeveel installaties worden activiteiten verricht en worden broeikasgassen uitgestoten als vermeld in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG? Hoeveel van deze installaties zijn installaties van categorie A, B en C als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Hoeveel van deze installaties zijn installaties met geringe emissies als bedoeld in artikel 47, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Beantwoord de vragen in de onderstaande tabel.



Installaties

Aantal

Installaties met geringe emissies

 

Installaties van categorie A

 

Installaties van categorie B

 

Installaties van categorie C

 

Totaal aantal installaties

 

Voor welke activiteiten als bedoeld in bijlage I heeft uw lidstaat vergunningen afgegeven uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG? Beantwoord de vragen in de onderstaande tabel.



Activiteit van bijlage I

Ja/Neen

Verbrandingsactiviteiten zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Raffineren van aardoliën

 

Productie van cokes

 

Roosten of sinteren van ertsen, met inbegrip van zwavelhoudend erts, inclusief pelletiseren

 

Productie van ijzer of staal zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie of bewerking van ferrometalen zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van primair aluminium

 

Productie van secundair aluminium als omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie of bewerking van non-ferrometalen zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van cementklinkers in draaiovens zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van kalk of het calcineren van dolomiet of magnesiet zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Vervaardiging van glas zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Vervaardiging van keramische producten zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Fabricage van isolatiemateriaal uit minerale wol met gebruikmaking van glas, steen of slakken als omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Drogen of calcineren van gips of het produceren van gipsplaten en andere gipsproducten, zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van pulp zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van papier of karton zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van roet zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van salpeterzuur

 

Productie van adipinezuur

 

Productie van glyoxal en glyoxylzuur

 

Productie van ammoniak

 

Productie van organische bulkchemicaliën zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van waterstof (H2) en synthesegas zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Productie van natriumcarbonaat (Na2CO3) en natriumbicarbonaat (NaHCO3) zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Afvangen van broeikasgassen van installaties zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG

 

Vervoer van broeikasgassen via pijpleidingen met het oog op geologische opslag op een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad een vergunning is verleend (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 114)

 

Geologische opslag van broeikasgassen op een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/31/EG een vergunning is verleend

 

3.2. Hebt u installaties uitgesloten op grond van artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG? Ja/Neen

Zo ja, vul dan de onderstaande tabel en vragen in.



Voornaamste bijlage I-activiteit

Totale emissies van de op grond van artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG uitgesloten installaties

Aantal installaties waarvoor de drempel van 25 000 ton CO2(e) is overschreden en die opnieuw moeten worden opgenomen in de regeling voor de handel in emissierechten

 
 
 

Welke controlemaatregelen zijn getroffen overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG? Gelieve hieronder te specificeren.

Zijn vereenvoudigde voorschriften inzake monitoring, rapportage en verificatie vastgesteld voor installaties waarvan de jaarlijkse geverifieerde emissies tussen 2008 en 2010 minder dan 5 000 ton CO2(e) per jaar bedroegen? Ja/Neen

Zo ja, vermeld welke vereenvoudigde voorschriften van toepassing zijn.

3B.    Vliegtuigexploitanten

3.3. Hoeveel vliegtuigexploitanten voeren activiteiten uit die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG waarvoor u als administrerende lidstaat verantwoordelijk bent en hebben een monitoringplan ingediend? Hoeveel van deze vliegtuigexploitanten zijn commerciële vliegtuigexploitanten en hoeveel zijn niet-commerciële vliegtuigexploitanten? Hoeveel van het totale aantal vliegtuigexploitanten zijn kleine emittenten als bedoeld in artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Omschrijf in de onderstaande tabel.



Type vliegtuigexploitant

Aantal

Commerciële vliegtuigexploitanten

 

Niet-commerciële vliegtuigexploitanten

 

Totaal aantal vliegtuigexploitanten

 

Kleine emittenten

 

Heeft u weet van andere vliegtuigexploitanten waarvoor u als administrerende lidstaat verantwoordelijk bent en die een monitoringplan hadden moeten indienen en hadden moeten voldoen aan andere voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG? Ja/Neen

Zo ja, vermeld het aantal vliegtuigexploitanten in de onderstaande tabel.



Totaal aantal andere vliegtuigexploitanten die hadden moeten voldoen aan de eisen van de EU ETS

 

Indien u wilt ingaan op aspecten in verband met het aantal van deze extra vliegtuigexploitanten, gelieve hieronder te specificeren.

4.    Vergunningen voor installaties

Vraag 4.1 en het eerste onderdeel van vraag 4.2 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

4.1. Zijn de in de artikelen 5, 6 en 7 van Richtlijn 2003/87/EG gestelde eisen geïntegreerd in de bij Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 8 ) voorgeschreven procedures? Ja/Neen

Zo ja, geef dan in de onderstaande tabel aan hoe de integratie is uitgevoerd. Voeg zo nodig extra regels toe.



Integratie van de broeikasgasemissievergunning (ETS-vergunning) en de vergunning uit hoofde van de richtlijn inzake industriële emissies (RIE-vergunning)

Ja/Neen

Opmerkingen (facultatief)

Maakt de ETS-vergunning deel uit van de RIE-vergunning?

 
 

Zijn de vergunningsprocedures als bedoeld in de RIE-richtlijn en de ETS-vergunning geïntegreerd?

 
 

Worden monitoringplannen goedgekeurd en emissierapporten geëvalueerd door RIE-toezichthouders?

 
 

Wordt de controle van de EU ETS-activiteiten verricht door de RIE-toezichthouders?

 
 

Wordt de integratie op een andere manier uitgevoerd? Zo ja, omschrijf:

Zo neen, vermeld in de onderstaande tabel hoe de voorwaarden en procedures voor de afgifte van de ETS-vergunning en de RIE-vergunning worden gecoördineerd. Voeg zo nodig extra regels toe.



Coördinatie van de voorwaarden en procedures voor de afgifte van de ETS-vergunning en de RIE-vergunning

Ja/Neen

Opmerkingen (facultatief)

RIE-toezichthouders controleren of een ETS-vergunning van toepassing en noodzakelijk is en informeren de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de activiteiten in het kader van de EU ETS

 
 

De wetgeving tot omzetting van de RIE-richtlijn bevat geen emissie- of concentratiedrempelwaarden voor CO2

 
 

RIE-toezichthouders geven de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de handel in emissierechten gedurende de vergunningsprocedure bindende instructies

 
 

RIE-toezichthouders geven de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de handel in emissierechten gedurende de vergunningsprocedure op vrijwillige en niet-bindende basis advies

 
 

Wordt de coördinatie op een andere manier uitgevoerd? Zo ja, omschrijf:

4.2. Wanneer is naar nationaal recht vereist dat de vergunning wordt bijgewerkt overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van Richtlijn 2003/87/EG? Geef in de onderstaande tabel details van de nationaalrechtelijke bepalingen. Voeg zo nodig extra regels toe.



Categorie van veranderingen

Bijzonderheden over de nationaalrechtelijke bepalingen

Wanneer kunnen vergunningen door de bevoegde autoriteit worden ingetrokken?

 

Voorziet de nationale wetgeving in een vervaltermijn voor een vergunning? Zo ja, onder welke omstandigheden?

 

Wanneer wordt een vergunning gewijzigd als gevolg van een capaciteitstoename?

 

Wanneer wordt een vergunning gewijzigd als gevolg van een capaciteitsafname?

 

Wanneer wordt een vergunning gewijzigd als gevolg van veranderingen in het monitoringplan?

 

Bestaan er andere manieren waarop vergunningen worden bijgewerkt? Zo ja, omschrijf:

 

Hoeveel bijwerkingen van vergunningen vonden in de verslagperiode plaats? Vermeld, voor zover dit bij de bevoegde autoriteit bekend is, in de onderstaande tabel hoe vaak vergunningen zijn bijgewerkt.



Totaal aantal vergunningen dat in de verslagperiode is bijgewerkt

 

5.    Toepassing van de monitoring- en rapportageverordening

5A.    Algemeen

De vragen 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

5.1. Is aanvullende nationale wetgeving ten uitvoer gelegd als hulpmiddel bij de toepassing van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, omschrijf dan hieronder voor welke gebieden aanvullende nationale wetgeving ten uitvoer is gelegd.

Zijn aanvullende nationale richtsnoeren ontwikkeld voor een beter begrip van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, vermeld hieronder voor welke gebieden aanvullende nationale richtsnoeren zijn ontwikkeld.

5.2. Welke maatregelen zijn er genomen ter aanvulling op de rapportagevoorschriften van andere bestaande rapportagemechanismen zoals de rapportage van broeikasgasinventarissen en EPRTR-rapportage? Gelieve hieronder te specificeren.

5.3. Hebt u op maat van de lidstaat elektronische modellen of specifieke bestandsformaten voor monitoringplannen, emissieverslagen, verificatieverslagen en/of verbeteringsverslagen ontwikkeld? Ja/Neen

Zo ja, gelieve de onderstaande tabellen in te vullen.



 

Lidstaatspecifiek model of bestandsformaat (1)

Welke elementen van het model of van het specifieke bestandsformaat zijn kenmerkend voor de betrokken lidstaat (2)?

Monitoringplan voor installaties

 
 

Emissieverslag voor installaties

 
 

Verificatieverslag voor installaties

 
 

Verbeteringsverslag voor installaties

 
 

(1)   Selecteer lidstaatspecifiek model of lidstaatspecifiek bestandsformaat.

(2)   In vergelijking met de vereisten van de door de Commissie gepubliceerde modellen en specifieke bestandsformaten.



 

Lidstaatspecifiek model of bestandsformaat (1)

Welke elementen van het model of van het specifieke bestandsformaat zijn kenmerkend voor de betrokken lidstaat (2)?

Monitoringplan voor vliegtuigexploitanten

 
 

Emissieverslag voor vliegtuigexploitanten

 
 

Verificatieverslag voor vliegtuigexploitanten

 
 

Verbeteringsverslag voor vliegtuigexploitanten

 
 

(1)   Selecteer lidstaatspecifiek model of lidstaatspecifiek bestandsformaat.

(2)   In vergelijking met de vereisten van de door de Commissie gepubliceerde modellen en specifieke bestandsformaten.

Welke maatregelen zijn genomen om te voldoen aan de eisen in artikel 74, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Gelieve hieronder te specificeren.

5.4. Hebt u een geautomatiseerd systeem ontwikkeld voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen exploitanten of vliegtuigexploitanten en de bevoegde autoriteit en andere partijen? Ja/Neen

Zo ja, omschrijf dan hieronder welke bepalingen u ten uitvoer hebt gelegd om te voldoen aan de eisen in artikel 75, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012.

5B.    Installaties

De vragen 5.7 en 5.9, de tweede subvraag van vraag 5.17 en de vragen 5.19 en 5.20 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

5.5. Vermeld in de onderstaande tabel voor de genoemde brandstoffen het totale brandstofverbruik en de totale jaarlijkse emissies, gebaseerd op de gegevens in het emissieverslag van de exploitant voor het verslagjaar.



Omschrijving brandstoftype

Totaal brandstofverbruik (TJ)

Totaal jaarlijkse emissies (t CO2)

Steenkool

 
 

Bruinkool en subbitumineuze kool

 
 

Turf

 
 

Cokes

 
 

Aardgas

 
 

Cokesovengas

 
 

Hoogovengas

 
 

Raffinaderijgas en andere gassen die voortkomen uit een procedé

 
 

Stookolie

 
 

Vloeibaar petroleumgas

 
 

Petroleumcokes

 
 

Andere fossiele brandstoffen (1)

 
 

(1)   Let wel: deze vraag is niet van toepassing op biomassa (inclusief niet duurzame biobrandstoffen en vloeibare biomassa). Informatie over biomassa, biobrandstoffen en vloeibare biomassa wordt behandeld in vraag 5.17.

5.6. Vermeld in de onderstaande tabel de totale emissies voor elke gerapporteerde categorie van het gemeenschappelijke IPCC-rapportageformaat (CRF), op basis van de gegevens in het emissieverslag van de exploitant overeenkomstig artikel 73 van Verordening (EU) nr. 601/2012.



CRF-categorie 1

(energie)

CRF-categorie 2

(procesemissies)

Totaal emissies

(t CO2(e))

Totaal verbrandingsemissies

(t CO2(e))

Totaal procesemissies

(t CO2(e))

 
 
 
 
 

5.7. Vermeld in de onderstaande tabel:

 het aantal installaties waarvoor de bevoegde autoriteit goedkeuring heeft verleend aan de waarden uit de literatuur als bedoeld in artikel 31, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 601/2012;

 de waarde, het brandstoftype en de berekeningsfactor, alsmede de bron en de motivering voor deze waarden uit de literatuur;

 het aantal installaties waarvoor de bevoegde autoriteit goedkeuring heeft verleend aan type I-standaardwaarden, d.w.z. waarden als bedoeld in artikel 31, lid 1, onder d) en e), van Verordening (EU) nr. 601/2012;

 de waarde, het brandstoftype of het materiaaltype en de berekeningsfactor, alsmede de bron en de motivering voor deze type I-standaardwaarden.



Soort waarde (1)

Brandstof- of materiaaltype

Berekeningsfactor (2)

In de praktijk gebruikte waarde

Bron van de waarde en de motivering

Aantal installaties waarvoor de bevoegde autoriteit de waarde heeft goedgekeurd

(1)   Kies bij soort waarde de met de bevoegde autoriteit overeengekomen waarde uit de literatuur of type I-standaardwaarde. Waarden uit de literatuur als bedoeld in artikel 31, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie zijn gerelateerd aan berekeningsfactoren voor brandstoffen.

(2)   Kies bij berekeningsfactor de calorische onderwaarde, de emissiefactor, de oxidatiefactor, de conversiefactor, het koolstofgehalte of de biomassafractie.

Hoeveel van de type I-standaardwaarden zijn waarden die zijn opgenomen in bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 601/2012 als bedoeld in artikel 31, lid 1, onder a), van die verordening?



Totaal aantal type I-standaardwaarden als bedoeld in artikel 31, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 601/2012

 

5.8. Zijn bemonsteringsplannen opgesteld in alle gevallen waarin dat krachtens artikel 33 van Verordening (EU) nr. 601/2012 vereist is? Ja/Neen

Zo neen, vermeld hieronder de gevallen waarin en de redenen waarom geen bemonsteringsplan is opgesteld.

Bent u op de hoogte van specifieke problemen of vraagstukken inzake bemonsteringsplannen die zijn opgezet door de exploitanten? Ja/Neen

Zo ja, geef dan hieronder meer informatie over de problemen of vraagstukken die zich hebben voorgedaan.

5.9. Vermeld in de onderstaande tabel het aantal installaties waarvoor de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 35, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 601/2012 een andere frequentie heeft toegestaan, alsmede de bevestiging dat het bemonsteringsplan in die gevallen volledig wordt gedocumenteerd en nageleefd.



Naam van brandstof of materiaal

Aantal installaties waarvoor de bevoegde autoriteit een andere frequentie heeft toegestaan

Aantal grote bronstromen waarvoor een andere frequentie wordt toegepast

Bevestiging dat het bemonsteringsplan volledig wordt gedocumenteerd en nageleefd

Ja/Neen. Zo neen, vermeld waarom

 
 
 
 

5.10. Wanneer voor de werkwijze bij grote bronstromen van categorie C-installaties als bedoeld in artikel 19, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 601/2012 niet het hoogste niveau wordt toegepast, vermeld dan in onderstaande tabel voor elke installatie waarvoor dat het geval is wat de betrokken bronstromen zijn, wat de betrokken bewakingsparameter is, wat het hoogste vereiste niveau is krachtens Verordening (EU) nr. 601/2012 en welk niveau is toegepast.



Installatie-identificatiecode (1)

Betrokken bronstroom in de op berekeningen gebaseerde methode

Betrokken emissiebron in de op metingen gebaseerde methode

Betrokken bewakingsparameter (2)

Hoogste niveau vereist krachtens Verordening (EU) nr. 601/2012

In de praktijk toegepast niveau

 
 
 
 
 
 

(1)   Installatie-identificatiecode erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013

(2)   Kies bij betrokken bewakingsparameter: hoeveelheid brandstof, hoeveelheid materiaal, calorische onderwaarde, emissiefactor, voorlopige emissiefactor, oxidatiefactor, conversiefactor, koolstofgehalte, biomassafractie en, in het geval van een meetmethode, de jaarlijkse gemiddelde emissies per uur in kg/h uit de betrokken emissiebron.

5.11. Vermeld in de onderstaande tabel het aantal installaties van categorie B als bedoeld in artikel 19, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 601/2012, waarvoor niet het hoogste niveau wordt toegepast dat geldt voor alle grote bronstromen en alle grote emissiebronnen ( 9 ) overeenkomstig Verordening (EU) nr. 601/2012.



Monitoringmethodiek (1)

Voornaamste bijlage I-activiteit

Aantal betrokken installaties

 
 
 

(1)   Selecteer de rekenmethode of de meetmethode.

5.12. Is voor installaties in uw lidstaat de fall-back-monitoringmethode toegepast overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, vul dan de tabel hieronder in.



Installatie-identificatiecode (1)

Reden voor de toepassing van de fall-back-methode (2)

Parameter waarbij niet ten minste niveau 1 is bereikt (3)

Geraamde emissies die getroffen zijn door deze parameter

 
 
 
 

(1)   Identificatiecode van de installatie erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

(2)   Selecteer:

a)  de toepassing van niveau 1 is technisch onhaalbaar of leidt tot onredelijke kosten voor één grote bronstroom;

b)  de toepassing van niveau 1 is technisch onhaalbaar of leidt tot onredelijke kosten voor één kleine bronstroom;

c)  de toepassing van niveau 1 is technisch onhaalbaar of leidt tot onredelijke kosten voor meer dan één grote of kleine bronstroom; of

d)  de toepassing van niveau 1 volgens de meetmethode is technisch onhaalbaar of leidt tot onredelijke kosten, als bedoeld in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 601/2012.

(3)   Selecteer: hoeveelheid brandstof, hoeveelheid materiaal, calorische onderwaarde, emissiefactor, voorlopige emissiefactor, oxidatiefactor, conversiefactor, koolstofgehalte, biomassafractie en, in het geval van een meetmethode, de jaarlijkse gemiddelde emissies per uur in kg/h uit de betrokken emissiebron.

5.13. Vermeld in onderstaande tabel het aantal installaties van de categorieën A, B en C waarvoor overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 601/2012 een verbeteringsverslag moest worden ingediend en waarvoor dit ook daadwerkelijk is gedaan. De informatie in de tabel hieronder heeft betrekking op de voorgaande verslagperiode.



Installatiecategorie

Voornaamste bijlage I-activiteit

Type verbeteringsverslag (1)

Aantal installaties waarvoor een verbeteringsverslag moest worden ingediend

Aantal installaties waarvoor daadwerkelijk een verbeteringsverslag is ingediend

 
 
 
 
 

(1)   Selecteer: verbeteringsverslag overeenkomstig artikel 69, lid 1, verbeteringsverslag overeenkomstig artikel 69, lid 3, of verbeteringsverslag overeenkomstig artikel 69, lid 4.

5.14. Is inherent CO2 overeenkomstig artikel 48 of CO2 overeenkomstig artikel 49 van Verordening (EU) nr. 601/2012 overgebracht naar uw lidstaat? Ja/Neen

Zo ja, vul dan de tabel hieronder in.



Installatie-identificatiecode (1) van de installatie die de inherente CO2 of de CO2 in de zin van artikel 49 heeft overgebracht

Soort overbrenging (2)

Installatie-identificatiecode (3)

Hoeveelheid overgebrachte CO2 (4)

(t CO2)

Emissies van ontvangen inherent CO2

(t CO2)

Soort installatie van ontvangst in het geval van CO2-overbrenging (artikel 49) (5)

Nummer van de vergunning voor de opslaglocatie (vergunning uit hoofde van Richtlijn 2009/31/EG)

 
 
 
 
 
 
 

(1)   Identificatiecode van de installatie erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

(2)   Selecteer: overbrenging van inherent CO2 (artikel 48) of overbrenging van CO2 (artikel 49).

(3)   Vermeld de identificatiecode van de installatie die de inherente CO2 ontvangt of de identificatiecode van de installaties die CO2 ontvangen op grond van artikel 49.

(4)   Vermeld de hoeveelheid inherent CO2 of overeenkomstig artikel 49 overgebracht CO2.

(5)   Selecteer:

— afvangen van broeikasgassen van installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen met het oog op vervoer en geologische opslag op een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/31/EG een vergunning is verleend;

— vervoer van broeikasgassen via pijpleidingen met het oog op geologische opslag op een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/31/EG een vergunning is verleend; of

— geologische opslag van broeikasgassen in een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/31/EG een vergunning is verleend.

5.15. Zijn er naast de innovatieve technologieën die zijn toegestaan krachtens artikel 49 van Verordening (EU) nr. 601/2012 nog andere innovatieve technologieën voorzien die kunnen worden toegepast voor permanente opslag en die u onder de aandacht van de Commissie wilt brengen wegens de relevantie ervan voor toekomstige wijzigingen van Verordening (EU) nr. 601/2012?

5.16. Is in een van de installaties in uw lidstaat continue emissiemeting toegepast overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, vermeld in onderstaande tabel dan het totaal aan emissies van elke installatie, de emissies waarop continue emissiemeting van toepassing is, en of het gemeten gas biomassa-CO2 bevat.



Installatie-identificatiecode (1) van installaties die CO2 uitstoten

Installatie-identificatiecode (2) van installaties die N2O uitstoten

Totale jaarlijkse emissies

(t CO2(e))

Emissies waarop continue meting van toepassing is

(t CO2(e))

Bevatten de gemeten rookgassen biomassa?

Ja/Neen

 
 
 
 
 

(1)   Identificatiecode van de installatie erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

(2)   Selecteer: overbrenging van inherent CO2 (artikel 48) of overbrenging van CO2 (artikel 49).

5.17. Vermeld in de onderstaande tabel voor elk van de belangrijkste activiteiten bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG:

 het aantal installaties van categorie A, B en C waarin gebruikgemaakt wordt van biomassa;

 de totale emissies uit biomassa waarvan de emissiefactor gesteld wordt op nul, dat wil zeggen dat er geen duurzaamheidscriteria van toepassing zijn of dat aan de duurzaamheidscriteria wordt voldaan;

 de totale emissies uit biomassa waarvan de emissiefactor niet wordt gesteld op nul, d.w.z. dat er duurzaamheidscriteria van toepassing zijn, maar dat aan die duurzaamheidscriteria niet wordt voldaan;

 de energie-inhoud van de biomassa met een nulclassificatie; en

 de energie-inhoud van de biomassa zonder nulclassificatie.



Voornaamste bijlage I-activiteit

Installatiecategorie

Emissies uit biomassa waarop duurzaamheidscriteria van toepassing zijn waaraan is voldaan en emissies uit biomassa waarop geen duurzaamheidscriteria van toepassing zijn

(t CO2(e))

Emissies uit biomassa waarop duurzaamheidscriteria van toepassing zijn waaraan niet is voldaan

(t CO2(e))

Energie-inhoud van biomassa met nulclassificatie

(TJ)

Energie-inhoud van biomassa zonder nulclassificatie

(TJ)

 
 
 
 
 
 

Welke methoden om de naleving van duurzaamheidscriteria aan te tonen worden in uw lidstaat in het algemeen toegepast? Beschrijf hieronder de belangrijkste elementen als nationale systemen worden gebruikt om aan te tonen dat aan deze criteria is voldaan.

5.18. Wat was, voor elke afvalsoort, de totale hoeveelheid fossiele CO2-emissies uit afval die is gebruikt als brandstof of inputmateriaal, als gerapporteerd door exploitanten in hun geverifieerde emissieverslag? Geef uw antwoord in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Afvalsoort

Emissies (t CO2)

 
 

5.19. Heeft uw lidstaat toestemming gegeven voor vereenvoudigde monitoringplannen overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, vermeld in onderstaande tabel wat voor soort risicobeoordeling werd uitgevoerd en op welke uitgangspunten deze was gebaseerd.



Soort risicobeoordeling (1)

Algemene beginselen van de risicobeoordeling

 
 

(1)   Selecteer: risicobeoordeling door de bevoegde autoriteit of risicobeoordeling door de exploitant.

5.20. Zijn innovatieve methoden gebruikt om de naleving te vereenvoudigen voor installaties met geringe emissies als bedoeld in artikel 47, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, geef dit dan per methode aan in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Innovatieve methoden om naleving te vereenvoudigen

Ja/Neen

Gepersonaliseerde richtsnoeren, modellen en/of specifieke voorbeelden

 

Workshops die specifiek ontwikkeld zijn voor installaties met geringe emissies

 

Vereenvoudigd model voor monitoringplannen

 

Andere (omschrijf):

5C.    Vliegtuigexploitanten

De vragen 5.26 en 5.27 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

5.21. Hoeveel vliegtuigexploitanten maken gebruik van methode A of B om het brandstofverbruik te bepalen? Geef uw antwoord in de onderstaande tabel.



Methode voor de bepaling van het brandstofverbruik

Aantal vliegtuigexploitanten

Aandeel (in %) van kleine emittenten (van het totale aantal vliegtuigexploitanten in de tweede kolom) dat het brandstofverbruik bepaalt

Methode A

 
 

Methode B

 
 

Methode A en B

 
 

5.22. Vermeld in onderstaande tabel het totaal aan emissies van alle vluchten en binnenlandse vluchten die in de verslagperiode zijn uitgevoerd door vliegtuigexploitanten waarvoor u de administrerende lidstaat bent.



Totale emissies van vluchten door vliegtuigexploitanten waarvoor u de administrerende lidstaat bent (t CO2)

Totale emissies van binnenlandse vluchten door vliegtuigexploitanten waarvoor u de administrerende lidstaat bent (t CO2)

 
 

5.23. Vermeld in de onderstaande tabel:

 het aantal vliegtuigexploitanten dat biobrandstoffen gebruikt;

 de totale emissies uit biobrandstoffen waarvan de emissiefactor gesteld wordt op nul, dat wil zeggen emissies waarbij de duurzaamheidscriteria worden nageleefd;

 de totale emissies uit biobrandstoffen die niet worden gesteld op nul, dat wil zeggen dat duurzaamheidscriteria van toepassing zijn, maar dat aan die duurzaamheidscriteria niet wordt voldaan;

 de energie-inhoud van de biobrandstoffen die gesteld wordt op nul; en

 de energie-inhoud van de biobrandstoffen die niet gesteld wordt op nul.



Aantal vliegtuigexploitanten dat biobrandstoffen gebruikt

Emissies uit biobrandstoffen waarop duurzaamheidscriteria van toepassing zijn die zijn nageleefd

(t CO2)

Emissies uit biobrandstoffen waarop duurzaamheidscriteria van toepassing zijn waaraan niet is voldaan

(t CO2)

Energie-inhoud van biobrandstoffen die zijn gesteld op nul

(TJ)

Energie-inhoud van biobrandstoffen die niet zijn gesteld op nul

(TJ)

 
 
 
 
 

5.24. Vermeld in de onderstaande tabel:

 het aantal kleine emittenten dat gebruik maakt van het instrument voor kleine emittenten (small emitters tool, SET) om het brandstofverbruik te bepalen;

 het aantal kleine emittenten waarvan het emissieverslag is gebaseerd op het SET en is opgesteld met behulp van de EU ETS-ondersteuningsfaciliteit, onafhankelijk van enige input van de vliegtuigexploitant;

 het aantal vliegtuigexploitanten dat een alternatieve methode gebruikt om de emissies van ontbrekende vluchten te bepalen; en

 het aantal vliegtuigexploitanten dat het instrument voor kleine emittenten gebruikt om de emissies van ontbrekende vluchten te bepalen overeenkomstig artikel 65, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012.



Aantal kleine emittenten dat het instrument voor kleine emittenten (small emitters tool, SET) gebruikt om het brandstofverbruik te bepalen

 

Aantal kleine emittenten waarvan het emissieverslag is gebaseerd op het SET en is opgesteld met behulp van de EU ETS-ondersteuningsfaciliteit, onafhankelijk van enige input van de vliegtuigexploitant

 

Aantal vliegtuigexploitanten dat alternatieve methoden gebruikt om de emissies van ontbrekende vluchten te bepalen

 

Aantal vliegtuigexploitanten dat het in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012 bedoelde instrument gebruikt om de emissies van ontbrekende vluchten te bepalen

 

5.25. Vermeld in onderstaande tabel het aantal vliegtuigexploitanten dat overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 601/2012 een verbeteringsverslag moest indienen en dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. De informatie in de onderstaande tabel heeft betrekking op de voorgaande verslagperiode.



Aantal vliegtuigexploitanten dat een verbeteringsverslag moest indienen

Aantal vliegtuigexploitanten dat daadwerkelijk een verbeteringsverslag heeft ingediend

 
 

5.26. Heeft uw lidstaat toestemming gegeven voor vereenvoudigde monitoringplannen overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, vermeld in onderstaande tabel wat voor soort risicobeoordeling werd uitgevoerd en op welke beginselen deze was gebaseerd.



Soort risicobeoordeling (1)

Algemene beginselen van de risicobeoordeling

 
 

(1)   Selecteer: risicobeoordeling door de bevoegde autoriteit of risicobeoordeling door de vliegtuigexploitant.

5.27. Zijn innovatieve methoden gebruikt om de naleving te vereenvoudigen voor kleine emittenten als bedoeld in artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 601/2012? Ja/Neen

Zo ja, geef dit dan per methode aan in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Innovatieve methoden om naleving te vereenvoudigen

Ja/Neen

Gepersonaliseerde richtsnoeren en specifieke voorbeelden

 

Workshops die specifiek ontwikkeld zijn voor kleine emittenten

 

Vereenvoudigd model voor monitoringplannen

 

Andere (omschrijf):

6.    Regelingen voor verificatie

6A.    Algemeen

6.1. Vermeld in de onderstaande tabel het aantal verificateurs dat is geaccrediteerd voor een specifiek accreditatiedoel in de zin van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 600/2012. Als lidstaten overeenkomstig artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 600/2012 de certificatie van natuurlijke personen hebben toegestaan, vermeld dan ook het aantal natuurlijke personen-verificateurs dat is gecertificeerd voor een specifiek certificatiedoel in de zin van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 600/2012.



Reikwijdte van de accreditatie of certificatie die is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 600/2012

Aantal in uw lidstaat geaccrediteerde verificateurs

Aantal in uw lidstaat gecertificeerde verificateurs

 
 
 

6.2. Geef in de onderstaande tabel informatie over de toepassing van de voorschriften voor de uitwisseling van informatie als bedoeld in hoofdstuk VI van Verordening (EU) nr. 600/2012.



Informatie over de toepassing van de informatie-uitwisselingsvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk VI van Verordening (EU) nr. 600/2012

Aantal door een nationale accreditatie-instantie in een andere lidstaat geaccrediteerde verificateurs die in uw lidstaat verificaties hebben verricht

Voor installaties

Voor de luchtvaart

 
 

Aantal door een nationale certificatie-instantie in een andere lidstaat gecertificeerde verificateurs die in uw lidstaat verificaties hebben verricht (indien van toepassing)

Voor installaties

Voor de luchtvaart

 
 

Aantal administratieve maatregelen ten aanzien van verificateurs die zijn geaccrediteerd door uw lidstaat

Schorsing

Intrekking van de accreditatie

Beperking van de reikwijdte

 
 
 

Aantal administratieve maatregelen ten aanzien van verificateurs die zijn gecertificeerd door uw lidstaat (indien van toepassing)

Schorsing

Intrekking van de accreditatie

Beperking van de reikwijdte

 
 
 

Aantal keren dat de nationale accreditatie-instantie in uw lidstaat de nationale accreditatie-instantie van een andere lidstaat heeft verzocht om namens haar toezicht uit te oefenen overeenkomstig artikel 49, lid 5, van Verordening (EU) nr. 600/2012

 

Aantal klachten over verificateurs die geaccrediteerd zijn in uw lidstaat en aantal klachten dat is opgelost

Aantal klachten

Aantal opgeloste klachten

 
 

Aantal klachten over verificateurs die gecertificeerd zijn in uw lidstaat en aantal klachten dat is opgelost

Aantal klachten

Aantal opgeloste klachten

 
 

Aantal onopgeloste afwijkingen voor verificateurs die zijn gerapporteerd tijdens de informatie-uitwisseling en aantal afwijkingen dat is opgelost

Aantal afwijkingen

Aantal opgeloste afwijkingen

 
 

6B.    Installaties

6.3. Voor welke installaties heeft de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 70, lid 1, van Verordening (EU) nr. 601/2012 een conservatieve schatting van de emissies gemaakt? Geef uw antwoord in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Installatie-identificatiecode (1)

Totale jaarlijkse emissies van de installatie

(t CO2(e))

Reden om een conservatieve schatting te maken (2)

Aandeel (in %) van de installatie-emissies in een conservatieve schatting

Methode die is gebruikt voor de conservatieve schatting van de emissies

Verder genomen of voorgestelde maatregelen (3)

 
 
 
 
 
 

(1)   Identificatiecode van de installatie erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

(2)   Vermeld: geen emissieverslag ingediend vóór 31 maart, geen positieve verificatie als gevolg van materiële onjuistheden, geen positieve verificatie door beperking van de reikwijdte (artikel 27, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 600/2012), geen positieve verificatie als gevolg van artikel 27, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 600/2012, emissieverslag geweigerd omdat dit niet in overeenstemming was met Verordening (EU) nr. 601/2012, of emissieverslag niet geverifieerd in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 600/2012.

(3)   Vermeld welke van de volgende maatregelen zijn genomen of worden voorgesteld: herinnering of formele waarschuwing over het opleggen van sancties toegezonden aan exploitanten, blokkering van de exploitanttegoedrekening, oplegging van boeten of andere (omschrijf). Een combinatie van maatregelen is mogelijk.

6.4. Bevat enig verificatieverslag niet-beduidende onjuistheden of afwijkingen die niet hebben geleid tot een negatief verificatieadvies, niet naleving van Verordening (EU) nr. 601/2012 of aanbevelingen tot verbetering? Ja/Neen

Zo ja, vermeld de informatie in de onderstaande tabel:



Voornaamste bijlage I-activiteit

Soort probleem (1)

Aantal installaties

Belangrijkste redenen voor het/de probleem/problemen (in het algemeen) (2)

Aandeel (in %) van de geverifieerde emissieverslagen die hebben geleid tot een conservatieve schatting van de emissies door de bevoegde autoriteit

 
 
 
 
 

(1)   Vermeld: niet-beduidende onjuiste opgaven, non-conformiteiten die niet leiden tot een negatief verificatieadvies, niet-naleving van Verordening (EU) nr. 601/2012, aanbevelingen voor verbetering.

(2)   Van de belangrijkste redenen moet alleen een algemeen overzicht worden gegeven. Het is niet nodig elke onjuiste opgave, non-conformiteit, niet-naleving of aanbeveling te detailleren.

6.5. Heeft de bevoegde autoriteit geverifieerde emissieverslagen gecontroleerd? Ja/Neen

Zo ja, vermeld dan in de onderstaande tabel welke controles werden uitgevoerd:



Controles van de geverifieerde verificatieverslagen

Aandeel van de emissieverslagen dat is gecontroleerd op volledigheid en interne samenhang.

%

 

Aandeel van de emissieverslagen dat is gecontroleerd op samenhang met het monitoringplan

%

 

Aandeel van de emissieverslagen dat is gecontroleerd met behulp van toewijzingsgegevens

%

 

Aandeel van de emissieverslagen dat is gecontroleerd met behulp van andere gegevens

Gebruik de derde kolom voor informatie over welke andere gegevens hiervoor zijn gebruikt

%

 

Aandeel van de emissierapporten dat in detail is geanalyseerd

Gebruik de derde kolom voor informatie over de criteria die zijn gehanteerd bij de selectie van emissieverslagen voor een gedetailleerde controle (1)

%

 

Aantal inspecties van installaties dat is uitgevoerd via bezoeken ter plaatse door de bevoegde autoriteit

 
 

Aantal geverifieerde emissieverslagen dat is afgewezen wegens niet-naleving van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 

Aantal geverifieerde emissieverslagen dat is afgewezen om andere redenen

Vermeld in de derde kolom de redenen voor het afwijzen van de emissieverslagen

 
 

Maatregelen die zijn getroffen als gevolg van de afwijzing van geverifieerde emissieverslagen

 

Andere maatregelen die zijn getroffen als gevolg van de controles van geverifieerde emissieverslagen

 

(1)   Selecteer: risicogebaseerde beoordeling, % van de installaties, alle installaties van categorie C, willekeurige selectie of anders (indien anders, gelieve te specificeren).

6.6. Is in het geval van installaties met een emissie van meer dan 25 000 ton CO2(e) per jaar afgezien van bezoeken ter plaatse? Ja/Neen

Zo ja, vermeld in de onderstaande tabel het aantal installaties waarvoor is afgezien van een bezoek ter plaatse en de specifieke omstandigheid waaronder dat is gebeurd. Voeg zo nodig extra regels toe.



Omstandigheid die heeft geleid tot het afzien van een bezoek ter plaatse (1)

Voornaamste bijlage I-activiteit

Aantal installaties

 
 
 

(1)   Selecteer de omstandigheid/omstandigheden bedoeld in de Handleiding van de Commissie, II.5 Bezoeken ter plaatse van installaties, deel 3; Omstandigheid I, Omstandigheid II, Omstandigheid III of Omstandigheid IV.

Is in het geval van installaties met geringe emissies als bedoeld in artikel 47, lid 2, van Verordening (EU) nr. 601/2012 afgezien van een bezoek ter plaatse? Ja/Neen

Zo ja, vermeld in de onderstaande tabel het aantal installaties waarvoor is afgezien van een bezoek ter plaatse.



Totaal aantal keren dat is afgezien van een bezoek ter plaatse voor installaties met geringe emissies

 

6C.    Vliegtuigexploitanten

6.7. Voor welke vliegtuigexploitanten heeft de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 70, lid 1, van Verordening (EU) nr. 601/2012 een conservatieve schatting van de emissies gemaakt? Geef uw antwoord in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Identificatiecode van de vliegtuigexploitant (1)

Totale jaarlijkse emissies van de vliegtuigexploitant

(t CO2(e))

Reden om een conservatieve schatting te maken (2)

Aandeel (in %) van de emissies van de vliegtuigexploitant in een conservatieve schatting

Methode die is gebruikt voor de conservatieve schatting van de emissies

Verder genomen of voorgestelde maatregelen (3)

 
 
 
 
 
 

(1)   Identificatiecode van de vliegtuigexploitant erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

(2)   Selecteer: geen emissieverslag ingediend vóór 31 maart, geen positieve verificatie als gevolg van materiële onjuistheden, geen positieve verificatie door beperking van de reikwijdte (artikel 27, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 600/2012), geen positieve verificatie als gevolg van artikel 27, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 600/2012, emissieverslag geweigerd omdat dit niet in overeenstemming was met Verordening (EU) nr. 601/2012, emissieverslag niet geverifieerd in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 600/2012.

(3)   Vermeld welke van de volgende maatregelen zijn genomen of worden voorgesteld: herinnering of formele waarschuwing over het opleggen van sancties toegezonden aan vliegtuigexploitanten, blokkering van de tegoedrekening van de vliegtuigexploitant, oplegging van boeten of andere (omschrijf). Een combinatie van maatregelen is mogelijk.

6.8. Is er een verificatierapport met niet-beduidende onjuiste opgaven, afwijkingen die niet hebben geleid tot een negatief verificatieadvies, niet-naleving van Verordening (EG) nr. 601/2012 of aanbevelingen voor verbetering? Ja/Neen

Zo ja, geef dan in de onderstaande tabellen informatie over emissies en tonkilometergegevens.



Tabel voor gegevens met betrekking tot de emissieverslagen

Soort probleem (1)

Aantal vliegtuigexploitanten

Belangrijkste redenen voor het/de probleem/problemen (in het algemeen) (2)

Aandeel (in %) van de geverifieerde emissieverslagen die hebben geleid tot een conservatieve schatting van de emissies door de bevoegde autoriteit

 
 
 
 

(1)   Selecteer: niet-beduidende onjuiste opgaven, non-conformiteiten die niet leiden tot een negatief verificatieadvies, niet-naleving van Verordening (EU) nr. 601/2012, of aanbevelingen voor verbetering.

(2)   Van de belangrijkste redenen moet alleen een algemeen overzicht worden gegeven. Het is niet nodig elke onjuiste opgave, non-conformiteit, niet-naleving of aanbeveling te detailleren.



Tabel voor gegevens met betrekking tot de tonkilometerverslagen

Soort probleem (1)

Aantal vliegtuigexploitanten

Belangrijkste redenen voor het/de probleem/ problemen (in het algemeen) (2)

 
 
 

(1)   Selecteer: niet-beduidende onjuiste opgaven, non-conformiteiten die niet leiden tot een negatief verificatieadvies, niet-naleving van Verordening (EU) nr. 601/2012, of aanbevelingen voor verbetering.

(2)   Van de belangrijkste redenen moet alleen een algemeen overzicht worden gegeven. Het is niet nodig elke onjuiste opgave, non-conformiteit, niet-naleving of aanbeveling te detailleren.

6.9. Heeft de bevoegde autoriteit geverifieerde emissieverslagen gecontroleerd? Ja/Neen

Zo ja, vermeld dan in de onderstaande tabellen welke controles werden uitgevoerd met betrekking tot gegevens over emissies en tonkilometers.



Tabel voor gegevens met betrekking tot de emissieverslagen

Controles van de geverifieerde emissieverslagen

Aandeel van de emissieverslagen dat is gecontroleerd op volledigheid en interne samenhang

%

 

Aandeel van de emissieverslagen dat is gecontroleerd op samenhang met het monitoringplan

%

 

Aandeel van de emissieverslagen dat is gecontroleerd met behulp van andere gegevens

Gebruik de derde kolom voor informatie over welke andere gegevens hiervoor zijn gebruikt

%

 

Aandeel van de emissierapporten dat in detail is geanalyseerd

Gebruik de derde kolom voor informatie over de criteria die zijn gehanteerd bij de selectie van emissieverslagen voor een gedetailleerde controle (1)

%

 

Aantal inspecties van vliegtuigexploitanten

 
 

Aantal geverifieerde emissieverslagen dat is afgewezen wegens niet-naleving van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 

Aantal geverifieerde emissieverslagen dat is afgewezen om andere redenen

Vermeld in de derde kolom de redenen voor het afwijzen van de emissieverslagen

 
 

Maatregelen die zijn getroffen als gevolg van de afwijzing van geverifieerde emissieverslagen

 

Andere maatregelen die zijn getroffen als gevolg van de controles van geverifieerde emissieverslagen

 

(1)   Selecteer: risicogebaseerde beoordeling, % van vliegtuigexploitanten, alle grote vliegtuigexploitanten, willekeurige selectie of anders (indien anders, gelieve toe te lichten).



Tabel voor gegevens met betrekking tot de tonkilometerverslagen

Controles van de tonkilometerverslagen

Aandeel van de tonkilometerverslagen dat is gecontroleerd op volledigheid en interne samenhang

%

 

Aandeel van de tonkilometerverslagen dat is gecontroleerd op samenhang met het monitoringplan

%

 

Aandeel van de tonkilometerverslagen dat is gecontroleerd met behulp van andere gegevens

Gebruik de derde kolom voor informatie over welke andere gegevens hiervoor zijn gebruikt

%

 

Aandeel van de tonkilometerverslagen dat in detail is geanalyseerd

Gebruik de derde kolom voor informatie over de criteria die zijn gehanteerd bij de selectie van tonkilometerverslagen voor een gedetailleerde controle (1)

%

 

Aantal inspecties van vliegtuigexploitanten

 
 

Aantal geverifieerde tonkilometerverslagen dat is afgewezen wegens niet-naleving van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 

Aantal geverifieerde tonkilometerverslagen dat is afgewezen om andere redenen

Vermeld in de derde kolom de redenen voor het afwijzen van de tonkilometerverslagen

 
 

Maatregelen die zijn getroffen als gevolg van controles van geverifieerde tonkilometerverslagen

 

(1)   Selecteer: risicogebaseerde beoordeling, % van vliegtuigexploitanten, grote vliegtuigexploitanten, willekeurige selectie of anders (indien anders, gelieve toe te lichten).

6.10. Is in het geval van kleine emittenten als bedoeld in artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 601/2012 afgezien van bezoeken ter plaatse? Ja/Neen

Zo ja, vermeld in de onderstaande tabel het aantal kleine emittenten waarvoor is afgezien van een bezoek ter plaatse.



Totaal aantal keren dat voor kleine emittenten is afgezien van een bezoek ter plaatse

 

7.    Registers

7.1. Sluit een kopie bij van de specifieke voorwaarden die de rekeninghouders in uw lidstaat moeten ondertekenen.

7.2. Vermeld voor alle gevallen waarin een rekening in het register gesloten is omdat er redelijkerwijs geen verdere inlevering van emissierechten door de exploitant van de installatie of de vliegtuigexploitant mocht worden verwacht, waarom dat vooruitzicht niet bestond en meld het bedrag aan uitstaande rechten. Voeg zo nodig extra regels toe.



Identificatiecode installatie/exploitant (1)

Naam van de exploitant

Naam van de installatie

Aantal uitstaande rechten

Reden waarom redelijkerwijs geen vooruitzicht bestond

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

(1)   Identificatiecode van de installatie erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

7.3. Hoe vaak hebben vliegtuigexploitanten gedurende het verslagjaar gebruikgemaakt van de machtiging zoals bedoeld in artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie ( 10 )? Vermeld hieronder het aantal gevallen.



Aantal keren dat de machtiging werd gebruikt tijdens de verslagperiode

 

Welke vliegtuigexploitanten hebben tijdens de verslagperiode gebruikgemaakt van een machtiging als bedoeld in artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 389/2013? Vul in de onderstaande tabel de gegevens in. Voeg zo nodig extra regels toe.



Identificatiecode van de vliegtuigexploitant (1)

Naam vliegtuigexploitant

 
 

(1)   Identificatiecode van de vliegtuigexploitant erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

8.    Toewijzing

8.1. Vermeld in de onderstaande tabel het aantal wijzigingen dat plaatsvond bij installaties en de toewijzingen van die wijzigingen sinds het begin van de derde handelsperiode en tijdens de verslagperiode.



 

Tijdens de verslagperiode

Vanaf het begin van de derde handelsperiode

Reden voor de wijziging van de toewijzing

Aantal wijzigingen in de verslagperiode

Hoeveelheid emissierechten die overeenstemt met alle wijzigingen in de verslagperiode

Aantal wijzigingen sinds het begin van de derde handelsperiode

Hoeveelheid emissierechten die overeenstemt met alle wijzigingen sinds het begin van de derde handelsperiode

Toewijzing aan nieuwe installaties of nieuwe subinstallaties zoals bedoeld in artikel 19 van Besluit 2011/278/EU van de Commissie (PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1)

 
 
 
 

Aanzienlijke capaciteitsuitbreiding als bedoeld in artikel 20 van Besluit 2011/278/EU

 
 
 
 

Stopzetting als bedoeld in artikel 22, lid 1, onder a) t/m d), van Besluit 2011/278/EU

 
 
 
 

Stopzetting als bedoeld in artikel 22, lid 1, e) van Besluit 2011/278/EU

 
 
 
 

Aanzienlijke capaciteitsvermindering als bedoeld in artikel 21 van Besluit 2011/278/EU

 
 
 
 

Gedeeltelijke stopzetting als bedoeld in artikel 23 van Besluit 2011/278/EU

 
 
 
 

8.2. Zijn er geplande of effectieve veranderingen van de capaciteit, de activiteitsniveaus of de werking van een installatie, als bedoeld in artikel 24 van Besluit 2011/278/EU, niet gemeld aan de bevoegde autoriteit? Ja/Neen

Zo ja, vermeld in de onderstaande tabel om hoeveel installaties het ging en hoe deze veranderingen zijn vastgesteld.



Aantal installaties dat geplande of effectieve veranderingen niet heeft gemeld

Hoe de geplande of effectieve veranderingen zijn vastgesteld

 
 

8.3. Hebt u artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG toegepast? Ja/Neen

Zo ja, vermeld dan in de onderstaande tabel voor de verslagperiode het totale aantal afgegeven emissierechten en de totale waarde van de investeringen als bedoeld in artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG.



 

In de verslagperiode

Totaal aantal emissierechten afgegeven op grond van artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG

 

Totale waarde van de investeringen als bedoeld in artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG

 

9.    Gebruik van emissiereductie-eenheden (ERU’s) en gecertificeerde emissiereducties (CER’s) in de communautaire regeling

Vraag 9.1 moet worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

9.1. Welke maatregelen zijn genomen, voorafgaand aan de verlening van een schriftelijke goedkeuring voor een project, om ervoor te zorgen dat de relevante internationale criteria en richtsnoeren, met inbegrip van de criteria en richtsnoeren in het eindverslag van de Wereldcommissie stuwdammen (WCD) van 2000, zullen worden nageleefd bij de ontwikkeling van waterkrachtprojecten met een opwekkingscapaciteit van meer dan 20 MW? Geef uw antwoord in de onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.



Maatregelen die zijn genomen om ervoor te zorgen dat de relevante internationale criteria en richtsnoeren, met inbegrip van de criteria en richtsnoeren in het eindverslag van de Wereldcommissie stuwdammen, in acht zijn genomen

Ja/Neen

Opmerkingen

Deelnemers aan projecten zijn wettelijk verplicht zich aan de relevante internationale criteria en richtsnoeren te houden, met inbegrip van de criteria die zijn opgenomen in het verslag van de Wereldcommissie stuwdammen van november 2000 „Dams and Development — A New Framework for Decision-Making”

 
 

Naleving van de relevante internationale criteria en richtsnoeren, met inbegrip van de criteria die zijn opgenomen in het verslag van de Wereldcommissie stuwdammen van november 2000 „Dams and Development — A New Framework for Decision-Making” wordt gecontroleerd. Zo ja, vermeld de betrokken instantie, bv. de bevoegde autoriteit of een daartoe speciaal aangewezen nationale instantie (ANI) in de kolom Opmerkingen

 
 

Bij de goedkeuring van projectactiviteiten met betrekking tot de productie van waterkracht met een opwekkingscapaciteit van meer dan 20 MW is de ANI of een andere relevante autoriteit gebonden aan een reeks geharmoniseerde richtsnoeren betreffende de toepassing van artikel 11 ter, lid 6, van Richtlijn 2003/87/EG, overeengekomen door de lidstaten in het kader van het Comité klimaatverandering

 
 

De indieners van een project moeten een nalevingsverslag indienen volgens de bepalingen van artikel 11 ter, lid 6, in overeenstemming met de geharmoniseerde richtsnoeren. Wanneer dit het geval is, voer dan in de kolom Opmerkingen de relevante documenten of weblinks in

 
 

Andere entiteiten dan aangewezen operationele rechtspersonen worden ook erkend voor het valideren van het nalevingsverslag volgens de bepalingen van artikel 11 ter, lid 6. Wanneer dit het geval is, vermeld dan in de kolom Opmerkingen om welke rechtspersonen het gaat

 
 

De projectactiviteiten worden goedgekeurd overeenkomstig de geharmoniseerde richtsnoeren. Wanneer dit het geval is, vermeld dan in de kolom Opmerkingen het aantal goedgekeurde projectactiviteiten

 
 

Het publiek heeft toegang tot informatie over goedgekeurde projectactiviteiten met betrekking tot waterkrachtenergie in uw lidstaat in overeenstemming met artikel 11 ter, lid 6, van Richtlijn 2003/87/EG. Wanneer dit het geval is, geef dan in de kolom Opmerkingen nadere informatie over deze toegang, inclusief weblinks, indien beschikbaar.

 
 

Andere (omschrijf):

 
 

10.    Vergoedingen en heffingen

De vragen 10.1, 10.2 en 10.3 hoeven alleen te worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

10A.    Installaties

10.1. Wordt van de exploitanten een vergoeding verlangd? Ja/Neen

Zo ja, geef dan in de onderstaande tabel een nadere specificatie van de vergoedingen voor de afgifte en bijwerking van vergunningen en de goedkeuring en bijwerking van de monitoringplannen.



Reden voor de vergoeding/omschrijving

Bedrag in EUR

Afgifte vergunning/goedkeuring monitoringplan

 

Bijwerking vergunning

 

Overdracht vergunning

 

Inlevering vergunning

 

Aanvraag nieuwkomer

 

Andere (omschrijf)

 

Zo ja, geef dan in de onderstaande tabel een nadere specificatie van de jaarlijkse verblijfsvergoedingen.



Reden voor de vergoeding/omschrijving

Bedrag in EUR

Jaarlijkse verblijfskosten

 

Andere (omschrijf)

 

10B.    Vliegtuigexploitanten

10.2. Wordt van de vliegtuigexploitanten een vergoeding verlangd? Ja/Neen

Zo ja, geef dan in de onderstaande tabel een nadere specificatie van de vergoedingen voor de goedkeuring en bijwerking van de monitoringplannen.



Reden voor de vergoeding/omschrijving

Bedrag in EUR

Goedkeuring van het monitoringplan voor emissies

 

Goedkeuring van wijziging van het monitoringplan voor emissies

 

Goedkeuring van het monitoringplan voor tonkilometergegevens

 

Goedkeuring van wijziging van het monitoringplan voor tonkilometergegevens

 

Overdracht van het monitoringplan

 

Inlevering van het monitoringplan

 

Andere (omschrijf)

 

Zo ja, geef dan in de onderstaande tabel een nadere specificatie van de jaarlijkse verblijfsvergoedingen.



Reden voor de vergoeding/omschrijving

Bedrag in EUR

Jaarlijkse verblijfskosten

 

Andere (omschrijf)

 

10C.    Installaties en vliegtuigexploitanten

10.3. Vermeld in de onderstaande tabellen de eenmalige en jaarlijkse vergoedingen die exploitanten en vliegtuigexploitanten geacht worden te voldoen in verband met registerrekeningen.



Tabel voor eenmalige vergoedingen

Reden voor de vergoeding/omschrijving

Bedrag in EUR

 
 
 
 



Tabel voor jaarlijkse vergoedingen

Reden voor de vergoeding/omschrijving

Bedrag in EUR

 
 
 
 

11.    Aangelegenheden betreffende de naleving van de ETS-richtlijn

11A.    Installaties

De vragen 11.1 en 11.2 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

11.1. Vermeld in de onderstaande tabel welke maatregelen zijn genomen om te verzekeren dat exploitanten de vergunningsbepalingen en de Verordeningen (EU) nr. 601/2012 en (EU) nr. 600/2012 hebben nageleefd. Voeg zo nodig extra regels toe.



Maatregelen die zijn genomen om handhaving te verzekeren

Ja/Neen

Controles ter plaatse en inspectie van de tenuitvoerlegging waarbij wordt gekeken of installaties voldoen aan het monitoringplan en de Verordeningen (EU) nr. 601/2012 en (EU) nr. 600/2012

 

Geregelde vergaderingen met het bedrijfsleven en/of de verificateurs

 

Er is voor gezorgd dat de verkoop van emissierechten in geval van onregelmatigheden verboden is

 

Publicatie van de namen van exploitanten die Verordening (EU) nr. 601/2012 niet naleven

 

Andere (omschrijf)

11.2. Vermeld in de onderstaande tabel de sancties voor inbreuken op de Verordeningen (EU) nr. 601/2012 en (EU) nr. 600/2012 en de nationale wetgeving overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG. Voeg zo nodig extra regels toe.



Type inbreuk

Boeten in EUR

Gevangenisstraf in maanden

Andere

Min.

Max.

Min.

Max.

 

Exploitatie zonder vergunning

 
 
 
 
 

Het niet naleven van de vergunningsvoorwaarden

 
 
 
 
 

Niet in het bezit zijn van een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd monitoringplan

 
 
 
 
 

Het niet overleggen van bewijsstukken overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Niet in het bezit zijn van het/de vereiste bemonsteringsplannen, goedgekeurd door de bevoegde autoriteit

 
 
 
 
 

Het niet nakomen van de verplichte controle in overeenstemming met het goedgekeurde monitoringplan en Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

De kwaliteitsborging van meetapparatuur is niet in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet toepassen van de procedures als vereist bij Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet melden van veranderingen in het monitoringplan en de bijwerking van het monitoringplan overeenkomstig de artikelen 14, 15 en 16 van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet tijdig overleggen van een geverifieerd emissieverslag

 
 
 
 
 

Het niet indienen van (een) verbeteringsverslag(en) overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet sturen van informatie aan de verificateur overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 600/2012

 
 
 
 
 

Het geverifieerde emissieverslag blijkt niet te stroken met Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet meedelen van geplande of effectieve veranderingen van de capaciteit, de activiteitsniveaus en de werking van een installatie vóór 31 december van de verslagperiode overeenkomstig artikel 24 van Besluit 2011/278/EU

 
 
 
 
 

Andere (omschrijf)

 
 
 
 
 

11.3. Vermeld in de onderstaande tabel voor de verslagperiode de gemaakte inbreuken en de opgelegde sancties overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG. Voeg zo nodig extra regels toe.



Type inbreuk

Daadwerkelijk opgelegde sancties

Zijn er lopende procedures in verband met de oplegging van de sanctie?

Ja/Neen

Is de sanctie opgelegd?

Ja/Neen

Geldboeten in EUR

Gevangenisstraf in maanden

Andere

Het type inbreuk moet worden geselecteerd uit de lijst in vraag 11.2. Elke opgelegde sanctie moet worden gerapporteerd op een afzonderlijke regel

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

11.4. Vermeld in de onderstaande tabel de namen van de exploitanten aan wie tijdens de verslagperiode overeenkomstig artikel 16, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG boeten zijn opgelegd wegens overmatige emissie.



Installatie-identificatiecode (1)

Naam van de exploitant

 
 

(1)   Identificatiecode van de installatie erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

11B.    Vliegtuigexploitanten

De vragen 11.5, 11.6, en 11.9 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

11.5. Vermeld in de onderstaande tabel welke maatregelen zijn genomen om te verzekeren dat vliegtuigexploitanten de Verordeningen (EU) nr. 601/2012 en (EU) nr. 600/2012 hebben nageleefd. Voeg zo nodig extra regels toe.



Genomen maatregelen

Ja/Neen

Controles ter plaatse en inspectie van de tenuitvoerlegging en naleving door vliegtuigexploitanten van het monitoringplan en de Verordeningen (EU) nr. 601/2012 en (EU) nr. 600/2012

 

Geregelde vergaderingen met vliegtuigexploitanten en/of verificateurs

 

Er is voor gezorgd dat de verkoop van emissierechten in geval van onregelmatigheden verboden is

 

Publicatie van de namen van vliegtuigexploitanten die Verordening (EU) nr. 601/2012 niet naleven

 

Andere (omschrijf)

11.6. Vermeld in de onderstaande tabel de sancties voor inbreuken op de Verordeningen (EU) nr. 601/2012 en (EU) nr. 600/2012 en de nationale wetgeving overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG. Voeg zo nodig extra regels toe.



Type inbreuk

Boeten in EUR

Gevangenisstraf in maanden

Andere

Min.

Max.

Min.

Max.

 

Niet in het bezit zijn van een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd monitoringplan

 
 
 
 
 

Het niet overleggen van bewijsstukken overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet nakomen van de verplichte controle in overeenstemming met het goedgekeurde monitoringplan en Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet toepassen van de procedures als vereist bij Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet melden van veranderingen in het monitoringplan en de bijwerking van het monitoringplan overeenkomstig de artikelen 14, 15 en 16 van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet corrigeren van verschillen in de gerapporteerde volledigheid van vluchten

 
 
 
 
 

Het niet tijdig overleggen van een geverifieerd emissieverslag

 
 
 
 
 

Het niet indienen van (een) verbeteringsverslag(en) overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het niet sturen van informatie aan de verificateur overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 600/2012

 
 
 
 
 

Het geverifieerde emissieverslag blijkt niet te stroken met Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Het geverifieerde tonkilometerverslag blijkt niet te stroken met Verordening (EU) nr. 601/2012

 
 
 
 
 

Andere (omschrijf)

 
 
 
 
 

11.7. Vermeld in de onderstaande tabel voor de verslagperiode de gemaakte inbreuken en de opgelegde sancties overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG. Voeg zo nodig extra regels toe.



Type inbreuk

Daadwerkelijk opgelegde sancties

Zijn er lopende procedures in verband met de oplegging van de sanctie?

Ja/Neen

Is de sanctie uitgevoerd?

Ja/Neen

Geldboeten in EUR

Gevangenisstraf in maanden

Andere

Het type inbreuk moet worden geselecteerd uit de lijst in vraag 11.6. Elke opgelegde sanctie moet worden gerapporteerd op een afzonderlijke regel

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

11.8. Vermeld in de onderstaande tabel de namen van de vliegtuigexploitanten aan wie tijdens de verslagperiode overeenkomstig artikel 16, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG boeten zijn opgelegd wegens overmatige emissie.



Identificatiecode van de vliegtuigexploitant (1)

Naam van de vliegtuigexploitant

 
 

(1)   Identificatiecode van de vliegtuigexploitant erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2013.

11.9. Welke maatregelen zouden in uw lidstaat genomen moeten worden voordat uw lidstaat zou verzoeken om een exploitatieverbod van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 10, van Richtlijn 2003/87/EG? Geef hieronder het soort maatregelen aan.

12.    Juridische status van de emissierechten en fiscale behandeling

De vragen 12.1, 12.2, 12.3 en 12.4 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

12.1. Wat is de juridische aard van de emissierechten in uw land?

12.2. Wat is de boekhoudkundige behandeling van emissierechten in het financieel jaarverslag van de ondernemingen volgens de in de lidstaat geldende boekhoudkundige norm?

12.3. Is btw verschuldigd over de afgifte van emissierechten? Ja/Neen

Is btw verschuldigd over emissierechttransacties op de secundaire markt? Ja/Neen

Past uw land de verleggingsregeling toe voor binnenlandse transacties met betrekking tot emissierechten? Ja/Neen

12.4. Worden emissierechten belast? Ja/Neen

Zo ja, vermeld dan in de onderstaande tabel het soort belasting en de tarieven die van toepassing zijn. Voeg zo nodig extra regels toe.



Type belasting

Toegepast belastingtarief

 
 
 
 

13.    Fraude

De vragen 13.1 en 13.2 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2014 in te dienen verslag en in de daaropvolgende verslagen indien er tijdens de verslagperiode wijzigingen zijn opgetreden.

13.1. Vermeld in de onderstaande tabel welke regelingen van toepassing zijn in geval van frauduleuze activiteiten in verband met de kosteloze toewijzing van emissierechten.



Regelingen betreffende frauduleuze activiteiten

Bijzonderheden van de regelingen en procedures in het nationale recht

Bestaan er regelingen voor exploitanten, vliegtuigexploitanten of derden om bezorgdheid te melden over potentieel frauduleuze activiteiten in verband met de kosteloze toewijzing van emissierechten? Zo ja, welke?

 

Welke regelingen zijn getroffen voor onderzoek naar bezorgdheden over potentieel frauduleuze activiteiten in verband met de kosteloze toewijzing van emissierechten?

 

Welke regelingen zijn getroffen voor de vervolging van frauduleuze activiteiten in verband met de kosteloze toewijzing van emissierechten?

 

Wat zijn, in geval van vervolging van frauduleuze activiteiten, de maximale straffen? Beschrijf boeten en gevangenisstraffen.

 

13.2. Vermeld in de onderstaande tabel welke regelingen zijn getroffen om te verzekeren dat bevoegde autoriteiten die zijn betrokken bij de uitvoering van de EU ETS op de hoogte worden gesteld van frauduleuze activiteiten.



Regelingen inzake de melding van frauduleuze activiteiten aan de bevoegde autoriteit

Bijzonderheden van de regelingen en procedures

Bestaan er regelingen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteit op de hoogte wordt gebracht van onderzoeken naar frauduleuze activiteiten? Zo ja, welke?

 

Bestaan er regelingen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteit op de hoogte wordt gebracht van frauduleuze activiteiten die voor de rechter worden gebracht? Zo ja, welke?

 

Bestaan er regelingen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteit op de hoogte wordt gebracht van rechtszaken betreffende frauduleuze activiteiten die in der minne worden geregeld? Zo ja, welke?

 

Bestaan er regelingen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteit op de hoogte wordt gebracht van rechterlijke uitspraken inzake frauduleuze activiteiten? Zo ja, welke?

 

13.3. Vermeld in de onderstaande tabel de volgende informatie over frauduleuze activiteiten, voor zover deze bekend zijn bij de bevoegde autoriteit die is betrokken bij de uitvoering van de EU ETS in uw lidstaat:

 het aantal onderzoeken dat is verricht in de verslagperiode (met inbegrip van de lopende);

 het aantal gevallen dat in de verslagperiode voor de rechter is gekomen;

 het aantal gevallen dat buitengerechtelijk is afgedaan zonder veroordeling en het aantal gevallen dat heeft geleid tot vrijspraak in de verslagperiode; en

 het aantal gevallen in de verslagperiode dat heeft geleid tot een veroordeling wegens fraude.



Informatie over frauduleuze activiteiten

Aantal

Type fraude of frauduleuze activiteit

Aantal uitgevoerde onderzoeken

 
 

Aantal gevallen waarvoor rechtsvervolging is ingesteld

 
 

Aantal gevallen dat buitengerechtelijk is afgedaan zonder veroordeling en aantal gevallen dat heeft geleid tot vrijspraak

 
 

Aantal gevallen dat heeft geleid tot een veroordeling wegens fraude

 
 

14.    Andere opmerkingen

14.1. Vermeld in de onderstaande tabel nadere bijzonderheden over eventuele andere kwesties die aanleiding geven tot bezorgdheid in uw lidstaat of andere relevante informatie die u wilt geven.



Onderdeel

Andere informatie of andere punten van zorg betreffende

Algemeen

 

Onderdeel 2

 

Onderdeel 3

 

Onderdeel 4

 

Onderdeel 5

 

Onderdeel 6

 

Onderdeel 7

 

Onderdeel 8

 

Onderdeel 9

 

Onderdeel 10

 

Onderdeel 11

 

Onderdeel 12

 

Onderdeel 13

 

14.2. Hebt u alle eenmalige vragen in deze vragenlijst beantwoord en hebt u de antwoorden op die vragen waar relevant bijgewerkt? Ja/Neen

Zo neen, ga dan terug naar de betrokken vraag.



( 1 ) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/101/EG (PB L 338 van 13.11.2004, blz. 18).

( 2 ) PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

( 3 ) PB L 59 van 26.2.2004, blz. 1.

( 4 ) PB L 386 van 29.12.2004, blz. 1.

( 5 ) PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48.

( 6 ) PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30.

( 7 ) PB L 181 van 12.7.2012, blz. 1.

( 8 ) PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17.

( 9 ) Emissiebronnen die meer dan 5 000 ton CO2(e) per jaar uitstoten of voor meer dan 10 % bijdragen aan de totale jaarlijkse emissies van de installatie, als deze waarde hoger is in termen van absolute emissies.

( 10 ) PB L 122 van 3.5.2013, blz. 1.