02004R2216 — NL — 01.01.2009 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EG) Nr. 2216/2004 VAN DE COMMISSIE van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 386 van 29.12.2004, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EG) Nr. 916/2007 VAN DE COMMISSIE van 31 juli 2007 |
L 200 |
5 |
1.8.2007 |
|
VERORDENING (EG) Nr. 994/2008 VAN DE COMMISSIE van 8 oktober 2008 |
L 271 |
3 |
11.10.2008 |
VERORDENING (EG) Nr. 2216/2004 VAN DE COMMISSIE
van 21 december 2004
inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
INHOUDSOPGAVE |
|
Hoofdstuk I |
Werkingssfeer en definities |
Hoofdstuk II |
Registers en transactielogboeken |
Hoofdstuk III |
Inhoud van de registers |
Afdeling 1 |
Rapportage en vertrouwelijkheid |
Afdeling 2 |
Rekeningen |
Afdeling 3 |
Partijtegoedrekeningen |
Afdeling 4 |
Exploitanttegoedrekeningen |
Afdeling 5 |
Persoonstegoedrekeningen |
Afdeling 6 |
Tabellen |
Afdeling 7 |
Codes en identificatoren |
Hoofdstuk IV |
Controles en processen |
Afdeling 1 |
Blokkeren van rekeningen |
Afdeling 2 |
Geautomatiseerde controles en het afstemmingsproces |
Afdeling 3 |
Uitvoering en definitieve afronding van processen |
Hoofdstuk V |
Transacties |
Afdeling 1 |
Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2005-2007 |
Afdeling 2 |
Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar |
Afdeling 3 |
Overdrachten en bevoegdheid |
Afdeling 4 |
Geverifieerde emissies |
Afdeling 5 |
Inlevering van emissierechten |
Afdeling 6 |
Annulering en afboeking |
Afdeling 7 |
Annulering en vervanging |
Afdeling 8 |
Vrijwillige annulering en afboeking |
Hoofdstuk V bis |
Beheer van registers van lidstaten die geen aau's hebben |
Hoofdstuk VI |
Veiligheidsnormen, authentisering en toegangsrechten |
Hoofdstuk VII |
Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van informatie |
Hoofdstuk VIII |
Opgeslagen gegevens en vergoedingen |
Hoofdstuk IX |
Slotbepalingen |
Bijlage I |
|
Bijlage II |
|
Bijlage III |
|
Bijlage IV |
|
Bijlage V |
|
Bijlage VI |
|
Tabel VI-1: |
Eenheidsidentificatiecode |
Tabel VI-2: |
Geldige combinaties van oorspronkelijke eenheidstypes en aanvullende eenheidstypes |
Tabel VI-3: |
Rekeningidentificatiecode |
Tabel VI-4: |
Vergunningsidentificatiecode |
Tabel VI-5: |
Rekeninghouderidentificatiecode |
Tabel VI-6: |
Installatie-identificatiecode |
Tabel VI-7: |
Correlatie-identificatiecode |
Bijlage VII |
|
Bijlage VIII |
|
Tabel VIII-1: |
Schema met de sequens voor berichtenuitwisseling voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies |
Tabel VIII-2: |
Schema met de status van processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies |
Tabel VIII-3: |
Componenten en functies voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies |
Tabel VIII-4: |
Component MgmtOfAccountWS |
Tabel VIII-5: |
Functie MgmtOfAccountWS.CreateAccount() |
Tabel VIII-6: |
Functie MgmtOfAccountWS.UpdateAccount() |
Tabel VIII-7: |
Functie MgmtOfAccountWS.CloseAccount() |
Tabel VIII-8: |
Functie MgmtOfAccountWS.UpdateVerifiedEmissions() |
Tabel VIII-9: |
Functie MgmtOfAccountWS.ReceiveAccountOperationOutcome() |
Tabel VIII-10: |
Component AccountManagement |
Tabel VIII-11: |
Functie ManagementOfAccount.ValidateAccountCreation() |
Tabel VIII-12: |
Functie ManagementOfAccount.CreateAccount() |
Tabel VIII-13: |
Functie AccountManagement.ValidateAccountUpdate() |
Tabel VIII-14: |
Functie ManagementOfAccount.UpdateAccount() |
Tabel VIII-15: |
Functie ManagementOfAccount.ValidateAccountClosure() |
Tabel VIII-16: |
ManagementOfAccount.CloseAccount() |
Tabel VIII-17: |
ManagementOfAccount.ValidateVerifiedEmissionsUpdate() |
Tabel VIII-18: |
ManagementOfAccount.UpdateVerifiedEmissions |
Tabel VIII-19: |
Secundaire controles |
Bijlage IX |
|
Tabel IX-1: |
Tertiaire controles |
Bijlage X |
|
Tabel X-1: |
Secundaire controles |
Bijlage XI |
|
Bijlage XIa |
|
Tabel XIa-1: |
Componenten en functies voor processen inzake automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan |
Tabel XIa-2: |
Component NAPTableManagementWS |
Tabel XIa-3: |
Functie NAPTableManagementWS.AddNEInstallationtoNAP() |
Tabel XIa-4: |
Functie NAPTableManagementWS.IncreaseAllocationtoNEInstallationinNAPIncreaseallocationtoNEInstallationinNAP() |
Tabel XIa-5: |
Functie NAPTableManagementWSRemoveNAPallocationofclosingInstallation() |
Tabel XIa-6: |
Functie NAPTableManagementWS receiveNapManagementOutcome () |
Tabel XI bis-6a: |
Functie NAPTableManagementWS IncreaseNAPallocationReserve () |
Tabel XI bis-6b: |
Functie NAPTableManagementWS RemoveNAPallocationReserve () |
Tabel XIa-7: |
Processen inzake wijzigingen in de NTP-tabel |
Bijlage XII |
|
Tabel XII-1: |
Responscodes van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap |
Bijlage XIII |
|
Bijlage XIV |
|
Bijlage XV |
|
Bijlage XVI |
HOOFDSTUK I
WERKINGSSFEER EN DEFINITIES
Artikel 1
Werkingssfeer
Deze verordening bevat algemene bepalingen, functionele en technische specificaties en operationele en onderhoudseisen inzake het gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem dat bestaat uit registers, in de vorm van gestandaardiseerde elektronische databases met gemeenschappelijke gegevens, en uit het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. Zij voorziet tevens in een systeem voor efficiënte communicatie tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de in artikel 3 van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde definities. Voorts wordt in deze verordening verstaan onder:
„periode 2005-2007”: de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007 zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG;
„periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar”: de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2012 plus daaropvolgende periodes van vijf jaar zoals bedoeld in artikel 11, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG;
„rekeninghouder”: een ieder die in het bezit is van een rekening in het registersysteem;
„toegewezen hoeveelheid”: de hoeveelheid broeikasgasemissies in ton kooldioxide-equivalent die is berekend op basis van de overeenkomstig artikel 7 van Beschikking 280/2004/EG bepaalde emissieniveaus;
„toegewezen eenheid” (AAU): een overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Beschikking 280/2004/EG of door een partij bij het Protocol van Kyoto verleende eenheid;
„gemachtigd vertegenwoordiger”: een natuurlijke persoon die overeenkomstig artikel 23 is gemachtigd de centrale administrateur, een registeradministrateur, een rekeninghouder of een verificateur te vertegenwoordigen;
„CDM-register”: het register van het mechanisme voor schone ontwikkeling dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden door het uitvoeringsorgaan van het mechanisme voor schone ontwikkeling overeenkomstig artikel 12 van het Kyoto-protocol en de krachtens het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) of het Kyoto-protocol genomen besluiten;
„centrale administrateur”: degene die overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG door de Commissie is aangewezen om het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap te beheren en bij te houden;
„onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap”: het onafhankelijk transactielogboek waarin bij artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG is voorzien voor de registratie van de verlening, de overdracht en de annulering van emissierechten en dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden overeenkomstig artikel 5;
„bevoegde autoriteit”: de overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2003/87/EG door een lidstaat aangewezen autoriteit of autoriteiten;
„discrepantie”: een via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC ontdekte onregelmatigheid waarbij het voorgestelde proces niet in overeenstemming is met de in Richtlijn 2003/87/EG vermelde eisen zoals die in deze verordening zijn uitgewerkt, noch met de overeenkomstig het UNFCCC of het Kyoto-protocol opgestelde eisen;
„emissierechten wegens overmacht”: overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 2003/87/EG op grond van overmacht verleende extra rechten;
„afwijking”: een via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC ontdekte onregelmatigheid waarbij de door een register als onderdeel van het periodieke afstemmingsproces verstrekte informatie over emissierechten, rekeningen of Kyoto-eenheden afwijkt van de informatie in het desbetreffende onafhankelijk transactielogboek;
„Kyoto-eenheid”: een AAU, RMU, ERU (emissiereductie-eenheid) of CER (gecertificeerde emissiereductie);
„proces”: elk van de in artikel 32 bedoelde processen;
„register”: een overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 280/2004/EG aangelegd, beheerd en bijgehouden register, waarin een overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG aangelegd register is opgenomen. ►M1 Voor de in artikel 63 bis bedoelde registers gelden bijzondere bepalingen; ◄
„registeradministrateur”: de door een lidstaat of de Commissie aangewezen bevoegde autoriteit, personen of persoon die een register beheert/beheren en bijhoudt/bijhouden overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG, Beschikking 280/2004/EG en deze verordening;
„verwijderingseenheid” (RMU): een overeenkomstig artikel 3 van het Kyoto-protocol verleende eenheid;
„voorlopige CER” (tCER): een CER die is verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM die, afhankelijk van de krachtens het UNFCCC of het Kyoto-protocol genomen besluiten, afloopt aan het eind van de verbintenisperiode volgende op die waarin zij is verleend;
„langetermijn-CER” (lCER): een CER die is verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM die, afhankelijk van de krachtens het UNFCCC of het Kyoto-protocol genomen besluiten, afloopt aan het eind van de kredietperiode van de projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM waarvoor zij is verleend;
„register van een derde land”: een register dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden door een in bijlage B bij het Kyoto-protocol vermeld land dat het Kyoto-protocol heeft bekrachigd en geen lidstaat is;
„transactie”: verlening, overdracht, verwerving, inlevering, annulering en vervanging van emissierechten, verlening, overdracht, verwerving, annulering en afboeking van ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s en overbrenging van ERU’s, CER’s en AAU’s;
„onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC”: het onafhankelijk transactielogboek dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden door het secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering;
„verificateur”: een bevoegde, onafhankelijke en erkende verificatie-instantie die verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van en de rapportage over het verificatieproces, overeenkomstig de door de lidstaat krachtens bijlage V bij Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedetailleerde voorschriften;
„jaar”: een kalenderjaar, bepaald op basis van Greenwich Mean Time.
HOOFDSTUK II
REGISTERS EN TRANSACTIELOGBOEKEN
Artikel 3
Registers
Elk register is uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn geschikt voor de correcte uitvoering van alle in bijlage IX omschreven processen inzake emissierechten en Kyoto-eenheden, met uitzondering van de processen van de types 04-00, 06-00, 07-00 en 08-00.
Elk register is per 31 maart 2005 geschikt voor de correcte uitvoering van de in bijlage IX omschreven processen inzake emissierechten en Kyoto-eenheden van de types 04-00, 06-00, 07-00 en 08-00.
Elk register is met ingang van 1 februari 2008 geschikt voor de correcte uitvoering van alle in bijlage XI bis omschreven processen inzake automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan.
Artikel 4
Geconsolideerde registers
Een lidstaat of de Commissie mag zijn/haar register samen met één of meer andere lidstaten of de Gemeenschap in geconsolideerde vorm aanleggen, beheren en bijhouden, mits zijn/haar register een afzonderlijke entiteit blijft.
Artikel 5
Onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap is uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn geschikt voor de correcte uitvoering van het in bijlage X omschreven afstemmingsproces en de in bijlage XI omschreven administratieve processen.
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap is met ingang van 1 februari 2008 geschikt voor de correcte uitvoering van alle in bijlage XI bis omschreven processen inzake automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan.
Artikel 6
Communicatieverbinding tussen registers en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
De centrale administrateur activeert de communicatieverbinding nadat de in bijlage XIII omschreven testprocedures en de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures met succes zijn voltooid, en stelt de registeradministrateur daarvan in kennis.
De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de communicatieverbinding tussen een register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap tijdelijk op te schorten of de in de bijlagen VIII en IX bedoelde processen geheel of gedeeltelijk op te schorten indien dat register niet overeenkomstig de bepalingen van deze verordening wordt beheerd en bijgehouden.
Artikel 7
Communicatieverbinding tussen de onafhankelijke transactielogboeken
Een communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC wordt geacht tot stand te zijn gebracht wanneer deze systemen op basis van een besluit van de centrale administrateur na raadpleging van het Comité klimaatverandering worden verbonden. De centrale administrateur brengt deze verbinding tot stand en houdt deze operationeel wanneer:
alle registers de UNFCCC-initialisatieprocedure met succes hebben afgerond; en
het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC de nodige functies uit kunnen voeren en een verbinding tussen deze twee logboeken mogelijk is.
Artikel 7 bis
Indien de communicatieverbinding tussen de in artikel 7 bedoelde transactielogboeken tot stand wordt gebracht nadat de emissierechten voor de periode 2008-2012 zijn verleend overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG, vervangen de registeradministrateurs, zodra de verbinding definitief is, alle emissierechten in hun register door een even groot aantal emissierechten die door het internationale transactielogboek van het UNFCCC als toegewezen eenheden zijn erkend.
Artikel 8
Registeradministrateurs
De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat er geen sprake is van een belangenconflict tussen de registeradministrateur en de rekeninghouders of tussen de registeradministrateur en de centrale administrateur.
HOOFDSTUK III
INHOUD VAN DE REGISTERS
AFDELING 1
Rapportage en vertrouwelijkheid
Artikel 9
Rapportage
Artikel 10
Vertrouwelijkheid
AFDELING 2
Rekeningen
Artikel 11
Rekeningen
AFDELING 3
Partijtegoedrekeningen
Artikel 12
Creëren van partijtegoedrekeningen
De aanvrager verstrekt de registeradministrateur de informatie die redelijkerwijs door deze kan worden verlangd. Deze informatie omvat de gegevens als bedoeld in bijlage IV.
Artikel 13
Afsluiten van partijtegoedrekeningen
Binnen 10 dagen na ontvangst van een aanvraag van de desbetreffende instantie van de lidstaat of van de Commissie om een partijtegoedrekening af te sluiten, sluit de registeradministrateur de rekening af overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het afsluiten van rekeningen.
Artikel 14
Kennisgeving
De registeradministrateur stelt de rekeninghouder onmiddellijk in kennis van het creëren of de bijwerking respectievelijk de afsluiting van zijn partijtegoedrekeningen.
AFDELING 4
Exploitanttegoedrekeningen
Artikel 15
Creëren van exploitanttegoedrekeningen
Artikel 16
Tegoeden aan Kyoto-eenheden op exploitanttegoedrekeningen
Op een exploitanttegoedrekening kunnen Kyoto-eenheden staan wanneer de wetgeving van de lidstaat of de communautaire wetgeving dit toestaat.
Artikel 17
Afsluiten van exploitanttegoedrekeningen
Wanneer de bevoegde autoriteit de registeradministrateur in kennis heeft gesteld van de intrekking of inlevering van een vergunning voor broeikasgasemissies die toebehoort aan een installatie die is verbonden aan een rekening die is vermeld in de desbetreffende overeenkomstig artikel 44 ingediende tabel op basis van het nationale toewijzingsplan, stelt de registeradministrateur alvorens de rekening af te sluiten de volgende wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor aan de centrale administrateur:
schrapping uit de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan en vervanging door nul van alle emissierechten in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan die tot de voorgestelde wijziging in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan nog niet aan de installatie waren toegewezen;
toevoeging van een even groot aantal emissierechten aan het deel van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan waarin de hoeveelheid emissierechten is opgenomen die niet aan bestaande installaties zijn toegewezen.
Het voorstel wordt overeenkomstig de in bijlage XI bis beschreven processen ingevoerd in en automatisch gecontroleerd en uitgevoerd door het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap.
Artikel 18
Kennisgeving
De registeradministrateur stelt de rekeninghouder onmiddellijk in kennis van het creëren, de bijwerking of de afsluiting van zijn exploitanttegoedrekening.
AFDELING 5
Persoonstegoedrekeningen
Artikel 19
Creëren van persoonstegoedrekeningen
De aanvrager verstrekt de registeradministrateur de informatie die redelijkerwijs door deze kan worden verlangd. Deze informatie omvat de gegevens als bedoeld in bijlage IV.
De registeradministrateur creëert niet meer dan 99 persoonstegoedrekeningen op naam van enige persoon in zijn register.
Artikel 20
Tegoeden aan Kyoto-eenheden op persoonstegoedrekeningen
Op een persoonstegoedrekening kunnen Kyoto-eenheden staan wanneer de wetgeving van de lidstaat of de communautaire wetgeving dit toestaat.
Artikel 21
Afsluiten van persoonstegoedrekeningen
Artikel 22
Kennisgeving
De registeradministrateur stelt elke rekeninghouder onmiddellijk in kennis van het creëren, de bijwerking of de afsluiting van zijn persoonstegoedrekening.
Artikel 23
Gemachtigde vertegenwoordigers
AFDELING 6
Tabellen
Artikel 24
Tabellen
Elk register mag bijkomende tabellen voor andere doeleinden omvatten.
Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap mag bijkomende tabellen voor andere doeleinden omvatten.
De tabel over het nationale toewijzingsplan in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bevat de in bijlage XIV genoemde informatie.
AFDELING 7
Codes en identificatoren
Artikel 25
Codes
Elk register omvat de in bijlage VII vermelde invoercodes en de in bijlage XII vermelde responscodes om een correcte interpretatie van de tijdens elk proces uitgewisselde informatie te garanderen.
Artikel 26
Rekeningidentificatiecodes en alfanumerieke identificatoren
Alvorens een rekening te creëren kent de registeradministrateur daaraan steeds een unieke identificatiecode toe, alsook de alfanumerieke identificator die door de rekeninghouder is opgegeven als onderdeel van de overeenkomstig bijlage III respectievelijk bijlage IV verstrekte informatie. Alvorens een rekening te creëren kent de registeradministrateur tevens aan de rekeninghouder een unieke rekeninghouderidentificatiecode toe die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.
HOOFDSTUK IV
CONTROLES EN PROCESSEN
AFDELING 1
Blokkeren van rekeningen
Artikel 27
Blokkeren van exploitanttegoedrekeningen
AFDELING 2
Geautomatiseerde controles en het afstemmingsproces
Artikel 28
Opsporing van discrepanties door het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap
Na ontvangst van een dergelijke responscode voor een proces overeenkomstig bijlage VIII, IX of IX bis beëindigt de registeradministrateur van het initiatiefnemende register het proces en stelt hij het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap daarvan in kennis.
De centrale administrateur werkt de in het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap opgeslagen informatie niet bij.
De betrokken registeradministrateur(s) stelt/stellen de desbetreffende rekeninghouders er onmiddellijk van in kennis dat het proces is beëindigd.
Artikel 29
Opsporing van afwijkingen via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
Door middel van dit proces wordt via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap nagegaan of de tegoeden aan Kyoto-eenheden en emissierechten op elke rekening in een register identiek zijn met de in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opgeslagen gegevens.
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap registreert alle wijzigingen in de tabel met geverifieerde emissies.
Artikel 30
Opsporing van discrepanties en afwijkingen via het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC
Artikel 31
Geautomatiseerde controles binnen het register
Vóór en tijdens de uitvoering van alle processen zorgt de registeradministrateur ervoor dat binnen het register passende geautomatiseerde controles worden verricht, ten einde reeds discrepanties op te sporen en de desbetreffende processen te beëindigen voordat door het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCCgeautomatiseerde controles worden uitgevoerd.
AFDELING 3
Uitvoering en definitieve afronding van processen
Artikel 32
Processen
Elk proces doorloopt de volledige in de bijlagen VIII, IX, X, XI en XI bis voor dat procestype aangegeven sequens voor berichtenuitwisseling. Elk bericht voldoet aan de eisen inzake formaat en informatie-inhoud die zijn omschreven met gebruikmaking van WSDL (web services description language) en zijn ontwikkeld overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto.
Artikel 33
Identificatiecodes
De registeradministrateur kent aan elk in de bijlagen VIII en XI bis bedoeld proces een unieke correlatie-identificatiecode en aan elk in bijlage IX bedoeld proces een unieke transactie-identificatiecode toe.
Elk van die identificatiecodes bestaat uit de in bijlage VI vermelde onderdelen.
Artikel 34
Definitieve afronding van processen inzake rekeningen, automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan en geverifieerde emissies
Wanneer er een communicatieverbinding tussen de twee onafhankelijke transactielogboeken tot stand is gebracht en alle processen inzake rekeningen, automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan en geverifieerde emissies door de uitwisseling van informatie via het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC worden afgerond, zijn deze definitief wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het initiatiefnemende register er met succes van in kennis stellen dat ze geen discrepanties hebben vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel.
In alle andere dan de in de eerste alinea bedoelde gevallen zijn alle processen inzake rekeningen, automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan en geverifieerde emissies definitief wanneer het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap het initiatiefnemende register er met succes van in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel.
Artikel 34 bis
Handmatige terugdraaiing van foutief gestarte definitief afgeronde transacties
De centrale administrateur voert binnen 30 kalenderdagen na de ontvangst van de kennisgeving van de registeradministrateur overeenkomstig lid 2, eerste alinea, een handmatige ingreep in het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap uit die overeenkomt met de in de kennisgeving van de registeradministrateur vermelde ingreep, indien:
de kennisgeving binnen de in lid 2, eerste alinea, gestelde termijn is ingediend;
de voorgestelde handmatige ingreep alleen de effecten terugdraait van de transactie die wordt geacht onopzettelijk of per vergissing te zijn gestart en niet de effecten terugdraait van latere transacties die betrekking hebben op dezelfde emissierechten of Kyoto-eenheden.
Artikel 35
Definitieve afronding van processen inzake transacties binnen registers
Alle in bijlage IX bedoelde processen, behalve externe overdracht, zijn definitief afgerond wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het initiatiefnemende register ervan in kennis stellen dat zij geen discrepanties hebben vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het initiatiefnemende register naar beide onafhankelijke transactielogboeken een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel heeft bijgewerkt.
Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, zijn alle in bijlage IX bedoelde processen, behalve externe overdracht, echter definitief afgerond wanneer het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap het initiatiefnemende register ervan in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het initiatiefnemende register naar het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel heeft bijgewerkt.
Artikel 36
Definitieve afronding van het proces inzake externe overdracht
Het proces inzake externe overdracht is definitief afgerond wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het verwervende register ervan in kennis stellen dat zij geen discrepanties hebben vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het verwervende register naar beide onafhankelijke transactielogboeken een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel van het initiatiefnemende register heeft bijgewerkt.
Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, is het proces inzake externe overdracht echter definitief afgerond wanneer het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap het verwervende register ervan in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het verwervende register naar het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel van het initiatiefnemende register heeft bijgewerkt.
Artikel 37
Definitieve afronding van het afstemmingsproces
Het in bijlage X bedoelde afstemmingsproces is definitief afgerond wanneer alle afwijkingen tussen de voor een bepaalde datum en tijdstip in een register en in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opgeslagen informatie zijn opgelost, en het afstemmingsproces met success opnieuw is gestart en voltooid voor dat register.
HOOFDSTUK V
TRANSACTIES
AFDELING 1
Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2005-2007
Artikel 38
Tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor de periode 2005-2007
De correctie vindt plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de correctie van emissierechten.
Artikel 39
Verlening van emissierechten
Nadat de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan is ingevoerd in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en, behoudens het bepaalde in artikel 38, lid 2, uiterlijk per 28 februari 2005, verleent de registeradministrateur de in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan vermelde totale hoeveelheid aan emissierechten en boekt deze op de partijtegoedrekening.
Bij de verlening van die emissierechten kent de registeradministrateur aan elk emissierecht een unieke eenheidsidentificatiecode toe die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.
Emissierechten worden verleend volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de verlening van emissierechten (2005-2007).
Artikel 40
Toewijzing van emissierechten aan exploitanten
Onverminderd de artikelen 38, lid 2, en 41, draagt de registeradministrateur, uiterlijk per 28 februari 2005 en per 28 februari van elk volgend jaar voor de periode 2005-2007, van de partijtegoedrekening naar de betrokken exploitanttegoedrekening het aandeel van de krachtens artikel 39 verleende totale hoeveelheid aan emissierechten over dat voor dat jaar aan de betrokken installatie is toegewezen overeenkomstig de desbetreffende afdeling van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan.
Wanneer het nationale toewijzingsplan van de lidstaat daarin voorziet voor een installatie, kan de registeradministateur dat aandeel elk jaar op een latere datum overdragen.
Emissierechten worden toegewezen volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten.
Artikel 41
Inlevering van emissierechten in opdracht van de bevoegde autoriteit
Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft krachtens artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, levert de registeradministrateur geheel of gedeeltelijk het aandeel van de krachtens artikel 39 verleende totale hoeveelheid aan emissierechten in dat voor een bepaald jaar aan een installatie is toegewezen, en voert hij daartoe het aantal emissierechten dat wordt ingeleverd in in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die voor dat jaar bestemd is voor die installatie. Deze ingeleverde emissierechten blijven op de partijtegoedrekening staan.
In opdracht van de bevoegde autoriteit ingeleverde emissierechten worden ingeleverd volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten.
Artikel 42
Toewijzing van emissierechten aan nieuwkomers
Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft draagt de registeradministrateur een deel van de totale hoeveelheid aan krachtens artikel 39 verleende en nog op de partijtegoedrekening staande emissierechten over naar de exploitanttegoedrekening van een nieuwkomer.
Emissierechten worden overgedragen volgens het in bijlage IX omschreven proces voor interne overdrachten.
Artikel 43
Verlening van emissierechten wegens overmacht
Emissierechten wegens overmacht worden verleend volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de verlening van emissierechten wegens overmacht.
AFDELING 2
Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar
Artikel 44
Tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar
Al dergelijke correcties die verband houden met nieuwkomers, worden uitgevoerd overeenkomstig het in bijlage XI bis van deze verordening omschreven proces inzake automatische wijziging van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan.
Al dergelijke correcties die niet verband houden met nieuwkomers, worden uitgevoerd overeenkomstig de in bijlage XIV van deze verordening omschreven initialisatieprocedures.
In alle andere gevallen stelt de lidstaat de Commissie in kennis van de correctie op zijn nationale toewijzingsplan en geeft de Commissie, indien zij die correctie niet volgens de procedure van artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG afwijst, de centrale administrateur opdracht de corresponderende correctie overeenkomstig de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures aan te brengen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan die is opgeslagen in het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap.
De correctie vindt plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de correctie van emissierechten.
Artikel 45
Verlening van emissierechten
Nadat de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan is ingevoerd in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en, behoudens het bepaalde in artikel 44, lid 2, uiterlijk per 28 februari van het eerste jaar van de periode 2008-2012 en per 28 februari van het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar, verleent de registeradministrateur de in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan vermelde totale hoeveelheid aan emissierechten en boekt deze op de partijtegoedrekening door een zelfde hoeveelheid op die tegoedrekening staande AAU’s om te zetten in emissierechten.
Deze omzetting vindt plaats door het op het emissierecht betrekking hebbende element toe te voegen aan de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.
Emissierechten voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar worden verleend volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de verlening van emissierechten (vanaf 2008-2012).
Artikel 46
Toewijzing van emissierechten aan exploitanten
Onverminderd artikel 44, lid 2, en artikel 47 draagt de registeradministrateur uiterlijk per 28 februari 2008 en per 28 februari van elk volgend jaar het deel van de krachtens artikel 45 door een registeradministrateur verleende totale hoeveelheid emissierechten dat overeenkomstig de desbetreffende afdeling van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor dat jaar aan de betrokken installatie is toegewezen, van de partijtegoedrekening over naar de betrokken exploitanttegoedrekening.
Wanneer het nationale toewijzingsplan van de lidstaat daar voor een installatie in voorziet, kan de registeradministrateur dat deel elk jaar op een latere datum overdragen.
Emissierechten worden overeenkomstig het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten toegewezen.
Artikel 47
Inlevering van emissierechten in opdracht van de bevoegde autoriteit
Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft krachtens artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, levert de registeradministrateur geheel of gedeeltelijk het aandeel van de krachtens artikel 45 verleende totale hoeveelheid aan emissierechten in dat voor een bepaald jaar aan een installatie is toegewezen, en voert hij daartoe het aantal emissierechten dat wordt ingeleverd in in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die voor dat jaar bestemd is voor die installatie. Deze ingeleverde emissierechten blijven op de partijtegoedrekening staan.
In opdracht van de bevoegde autoriteit ingeleverde emissierechten worden ingeleverd volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten.
Artikel 48
Toewijzing van emissierechten aan nieuwkomers
Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft, draagt de registeradministrateur een deel van de krachtens artikel 45 door een registeradministrateur verleende emissierechten die op de partijtegoedrekening staan, overeenkomstig de desbetreffende afdeling van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor die nieuwkomer voor het desbetreffende jaar over naar de exploitanttegoedrekening van een nieuwkomer.
Emissierechten worden overeenkomstig het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten toegewezen.
Artikel 48 bis
Toewijzing van emissierechten na de verkoop daarvan door een lidstaat
Indien hij na een verkoop van emissierechten waarover een lidstaat beschikt, daartoe opdracht krijgt van de bevoegde autoriteit, draagt de registeradministrateur een hoeveelheid emissierechten van de partijtegoedrekening over naar de persoons- of exploitanttegoedrekening van de koper van de emissierechten.
Emissierechten die binnen hetzelfde register worden overgedragen, worden overeenkomstig het in bijlage IX omschreven proces voor „interne overdracht” overgedragen. Emissierechten die van een register naar een ander register worden overgedragen, worden overeenkomstig het in bijlage IX omschreven proces voor „externe overdracht (vanaf 2008-2012)” overgedragen.
AFDELING 3
Overdrachten en bevoegdheid
Artikel 49
Overdrachten van emissierechten en Kyoto-eenheden door rekeninghouders
De registeradministrateur voert alle overdrachten tussen tegoedrekeningen als bedoeld in artikel 11, lid 1 en lid 2, uit:
binnen zijn register op verzoek van een rekeninghouder, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor interne overdrachten;
tussen registers op verzoek van een rekeninghouder voor emissierechten die zijn verleend voor de periode 2007-2007, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor externe overdrachten (2005-2007); en
tussen registers op verzoek van een rekeninghouder voor emissierechten die zijn verleend voor de periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar, alsook voor Kyoto-eenheden, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor externe overdrachten (vanaf 2008-2012).
Artikel 50
Bevoegdheid en de reserve voor de verbintenisperiode
Krachtens artikel 8 van Beschikking 280/2004/EG geeft, indien het secretariaat van het UNFCCC een lidstaat ervan in kennis stelt dat hij niet voldoet aan de eisen die de bevoegdheid geven ERU’s of AAU’s over te dragen of te verwerven of CER’s te gebruiken, de betrokken instantie van de lidstaat de registeradministrateur opdracht de transacties waarvoor die bevoegdheid vereist is, niet uit te voeren.
AFDELING 4
Geverifieerde emissies
Artikel 51
Geverifieerde emissies van een installatie
AFDELING 5
Inlevering van emissierechten
Artikel 52
Inlevering van emissierechten
Een exploitant levert emissierechten voor een installatie in door de registeradministrateur te verzoeken, of wanneer hij overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat geacht wordt deze te hebben verzocht:
een gespecificeerd aantal emissierechten voor een bepaald jaar over te dragen van de desbetreffende exploitanttegoedrekening naar de partijtegoedrekening in het betrokken register;
het aantal overgedragen emissierechten in te voeren in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die bestemd is voor de betrokken installatie voor dat jaar.
Overdracht en invoer vinden plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de inlevering van emissierechten.
Artikel 53
Gebruik van CER’s en ERU’s
Een exploitant die overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG CER’s en ERU’s voor een installatie wil gebruiken verzoekt de registeradministrateur:
een gespecificeerd aantal CER’s of ERU’s voor een bepaald jaar over te dragen van de desbetreffende exploitanttegoedrekening naar de partijtegoedrekening in het betrokken register;
het aantal overgedragen CER’s en ERU’s in te voeren in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die bestemd is voor de betrokken installatie voor dat jaar.
De registeradministrateur aanvaardt uitsluitend verzoeken voor de inlevering van CER’s en ERU’s totdat het in de wetgeving van de lidstaat vastgestelde percentage van de toewijzing aan iedere installatie is bereikt. Het CITL verwerpt alle verzoeken voor de inlevering van CER's en ERU's die het maximaal toegestane aantal in de lidstaat in te leveren CER's en ERU's zouden overschrijden.
Overdracht en invoer vinden plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de inlevering van emissierechten.
Artikel 54
Inlevering van emissierechten wegens overmacht
De verlening van emissierechten wegens overmacht overeenkomstig artikel 43 houdt meteen ook de inlevering van deze emissierechten wegens overmacht in.
Artikel 55
Berekening van nalevingsstatuscijfers
Bij de invoering van gegevens in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten of van de tabel met geverifieerde emissies die voor een installatie bestemd is, bepaalt de registeradministrateur:
voor de jaren 2005, 2006 en 2007 het nalevingsstatuscijfer voor die installatie en voor elk jaar door van de som van alle emissierechten die overeenkomstig de artikelen 52, 53 en 54 voor de periode 2005-2007 zijn ingeleverd, de som van alle geverifieerde emissies in de lopende periode van vijf jaar tot en met het lopende jaar af te trekken;
voor het jaar 2008 en elk volgend jaar het nalevingsstatuscijfer voor die installatie en voor elk jaar door van de som van alle emissierechten die overeenkomstig de artikelen 52, 53 en 54 voor de lopende periode zijn ingeleverd, de som van alle geverifieerde emissies van het jaar 2008 tot en met het lopende jaar af te trekken, waarbij een correctiefactor wordt toegepast.
De onder b) bedoelde correctiefactor bedraagt nul indien het cijfer voor 2007 groter was dan nul, maar wordt gehandhaafd op het niveau van 2007 indien het cijfer voor 2007 kleiner is dan of gelijk is aan nul.
Artikel 56
Invoer in de nalevingsstatustabel
Artikel 57
Invoer in de tabel met geverifieerde emissies
Indien op 1 mei 2006 en op 1 mei van elk volgend jaar geen cijfer inzake de geverifieerde emissies is ingevoerd in de tabel met geverifieerde emissies voor een installatie voor een eerder jaar, wordt een eventueel krachtens artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG bepaald vervangend emissiecijfer dat niet overeenkomstig de door de lidstaat krachtens bijlage V bij Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedetailleerde voorschriften zo nauwkeurig mogelijk is berekend, niet in de tabel met geverifieerde emissies ingevoerd.
AFDELING 6
Annulering en afboeking
Artikel 58
Annulering en afboeking van ingeleverde emissierechten en emissierechten wegens overmacht voor de periode 2005-2007
Op 30 juni 2006, 2007 en 2008 annuleert de registeradministrateur een aantal emissierechten, CER’s en emissierechten wegens overmacht die op grond van de artikelen 52, 53 en 54 op de partijtegoedrekening staan. Het aantal emissierechten, CER’s en emissierechten wegens overmacht dat moet worden geannuleerd, is gelijk aan het totale aantal dat op het moment van annulering van ingeleverde emissierechten voor de periodes van 1 januari 2005 tot het moment van annulering in 2006, van het moment van annulering in 2006 tot het moment van annulering in 2007 en van het moment van annulering in 2007 tot het moment van annulering in 2008 in de tabel met ingeleverde emissierechten is ingevoerd.
Annulering vindt plaats door CER’s, met uitzondering van CER’s die voortvloeien uit projecten als bedoeld in artikel 11 bis, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG, over te dragen van de partijtegoedrekening naar de annuleringsrekening voor de periode 2008-2012, en door emissierechten en emissierechten wegens overmacht over te dragen van de partijtegoedrekening naar de afboekingsrekening voor de periode 2005-2007, volgens het in bijlage IX omschreven afboekingsproces (2005-2007).
Artikel 59
Annulering en afboeking van ingeleverde emissierechten voor de periode 2008-2012 en volgende periodes
Uiterlijk op 30 juni 2009 en 30 juni van elk volgend jaar annuleert de registeradministrateur emissierechten die voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar zijn ingeleverd, door:
een aantal voor die periode van vijf jaar verleende en op de partijtegoedrekening staande emissierechten dat gelijk is aan het totale aantal krachtens artikel 52 ingeleverde emissierechten dat sinds 1 januari van het eerste jaar van de desbetreffende periode tot 31 mei van het volgende jaar en sinds 1 juni van het voorgaande jaar tot 31 mei van elk volgende jaar in de tabel met ingeleverde emissierechten is ingevoerd, overeenkomstig het in bijlage IX omschreven proces voor „omzetting van ingeleverde emissierechten voor afboeking (vanaf 2008-2012)” om te zetten in AAU’s door het op het emissierecht betrekking hebbende onderdeel te verwijderen uit de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s die bestaat uit de in bijlage VI vermelde onderdelen; en
een aantal Kyoto-eenheden van het door de bevoegde autoriteit gespecificeerde type, met uitzondering van Kyoto-eenheden die voortvloeien uit projecten als bedoeld in artikel 11 bis, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG, dat gelijk is aan het totale aantal krachtens de artikelen 52 en 53 ingeleverde emissierechten dat sinds 1 januari van het eerste jaar van de desbetreffende periode tot 31 mei van het volgende jaar en van 1 juni van het voorgaande jaar tot 31 mei van elk volgende jaar in de tabel met ingeleverde emissierechten is ingevoerd, overeenkomstig het in bijlage IX omschreven proces voor „afboeking van ingeleverde emissierechten (vanaf 2008-2012)” over te dragen van de partijtegoedrekening naar de afboekingsrekening voor de desbetreffende periode.
AFDELING 7
Annulering en vervanging
Artikel 60
Annulering en vervanging van voor de periode 2005-2007 verleende emissierechten
Op 1 mei 2008 annuleert elke registeradministrateur in zijn register opgeslagen emissierechten, en vervangt hij deze indien hij daartoe van de bevoegde autoriteit opdracht krijgt, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de annulering en vervanging van emissierechten, door:
een aantal emissierechten dat gelijk is aan het aantal in het register opgeslagen emissierechten dat door een register voor de periode 2005-2007 is verleend, minus het aantal emissierechten dat op het tijdstip van annulering en vervanging sinds het tijdstip van afboeking op 30 juni van het voorgaande jaar krachtens de artikelen 52 en 54 is ingeleverd, van de in artikel 11, leden 1 en 2, bedoelde tegoedrekeningen naar de annuleringsrekening voor de periode 2005-2007 over te dragen;
indien hij daartoe van de bevoegde autoriteit opdracht krijgt, een door de bevoegde autoriteit gespecificeerd aantal vervangende emissierechten te verlenen door een zelfde aantal op de partijtegoedrekening staande AAU’s die voor de periode 2008-2012 zijn verleend, om te zetten in emissierechten door het op het emissierecht betrekking hebbende element toe te voegen aan de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
de onder b) bedoelde vervangende emissierechten over te dragen van de partijtegoedrekening naar de door de bevoegde autoriteit aangegeven exploitant- en persoonstegoedrekeningen van waaruit emissierechten waren overgedragen krachtens het bepaalde onder a).
Artikel 61
Annulering en vervanging van voor de periode 2008-2012 en volgende periodes verleende emissierechten
Op 1 mei 2013 en op 1 mei van het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar annuleert en vervangt elke registeradministrateur in zijn register opgeslagen emissierechten, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de annulering en vervanging van emissierechten, door:
alle voor de vorige periode van vijf jaar aan exploitanten toegewezen emissierechten van hun exploitant- en persoonstegoedrekeningen naar de partijtegoedrekening over te dragen;
een aantal emissierechten dat gelijk is aan het aantal in het register opgeslagen emissierechten dat door een register voor de vorige periode van vijf jaar is toegewezen, minus het aantal emissierechten dat sinds 31 mei van het voorgaande jaar krachtens artikel 52 is ingeleverd, om te zetten in AAU’s door het op het emissierecht betrekking hebbende onderdeel te verwijderen uit de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s die bestaat uit de in bijlage VI vermelde onderdelen;
een gelijk aantal vervangende emissierechten te verlenen door op de partijtegoedrekening staande AAU’s die voor de lopende periode zijn verleend, om te zetten in emissierechten door het op het emissierecht betrekking hebbende element toe te voegen aan de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
een aantal van die overeenkomstig het bepaalde onder c) voor de lopende periode verleende emissierechten over te dragen van de partijtegoedrekening naar elke exploitant- en persoonstegoedrekening van waaruit emissierechten waren overgedragen krachtens het bepaalde onder a), dat gelijk is aan het aantal emissierechten dat krachtens het bepaalde onder a) van die rekeningen was overgedragen.
AFDELING 8
Vrijwillige annulering en afboeking
Artikel 62
Vrijwillige annulering van emissierechten en Kyoto-eenheden
Artikel 63
Afboeking van Kyoto-eenheden
HOOFDSTUK V BIS
BEHEER VAN REGISTERS VAN LIDSTATEN DIE GEEN AAU'S HEBBEN
Artikel 63 bis
Beheer van registers van lidstaten die geen AAU's hebben
Artikel 63 ter
Communicatieverbinding tussen overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers en het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers communiceren met het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap via een communicatieverbinding die door het register van de Gemeenschap tot stand wordt gebracht.
De centrale administrateur activeert de communicatieverbinding nadat de in bijlage XIII omschreven testprocedures en de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures met succes zijn voltooid, en stelt de administrateur van het register van de Gemeenschap daarvan in kennis.
Artikel 63 quater
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Opsporing van discrepanties en afwijkingen via het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC
Het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC stelt een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register in kennis van discrepanties die worden gesignaleerd in een proces dat door dat register via de administrateur van het register van de Gemeenschap is gestart.
Het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register beëindigt het proces en de administrateur van het register van de Gemeenschap stelt het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC daarvan in kennis. De administrateur van het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register en alle andere betrokken registeradministrateurs stellen de desbetreffende rekeninghouders er onmiddellijk van in kennis dat het proces is beëindigd.
Artikel 63 quinquies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Definitieve afronding van processen inzake rekeningen, geverifieerde emissies en automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan
Wanneer er een communicatieverbinding tussen de twee onafhankelijke transactielogboeken tot stand is gebracht en processen inzake rekeningen, geverifieerde emissies en automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan via het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC worden gestuurd, zijn deze processen definitief wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het register van de Gemeenschap er met succes van in kennis stellen dat ze geen discrepanties hebben vastgesteld in het voorstel dat door het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register is gestart.
In alle andere dan de in de eerste alinea bedoelde gevallen zijn alle in de bijlagen VIII en XI bis bedoelde processen definitief wanneer het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap het register van de Gemeenschap er met succes van in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het voorstel dat door het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register is gestart.
Artikel 63 sexies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Definitieve afronding van processen inzake transacties binnen registers
Alle in bijlage IX bedoelde processen, behalve het proces inzake externe overdracht, zijn definitief wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het register van de Gemeenschap ervan in kennis stellen dat zij geen discrepanties hebben vastgesteld in het voorstel dat door het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register is gestart, en het register van de Gemeenschap met succes een bevestiging naar beide onafhankelijke transactielogboeken heeft gestuurd dat het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig zijn voorstel heeft bijgewerkt.
Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, zijn alle in bijlage IX bedoelde processen, behalve het proces inzake externe overdracht, echter definitief wanneer het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap het register van de Gemeenschap ervan in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het voorstel dat door het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register is gestart, en het register van de Gemeenschap met succes een bevestiging naar het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap heeft gestuurd dat het overeenkomstig artikel 63 bis beheerde register zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig zijn eigen voorstel heeft bijgewerkt.
Artikel 63 septies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Definitieve afronding van het proces inzake externe overdracht
Het proces inzake externe overdracht waarbij een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register betrokken is, is definitief wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het verwervende register (of het register van de Gemeenschap als het verwervende register een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register is) ervan in kennis stellen dat zij geen discrepanties hebben vastgesteld in het door het initiatiefnemende register (of het register van de Gemeenschap als het initiatiefnemende register een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register is) toegezonden voorstel, en het verwervende register (of het register van de Gemeenschap als het verwervende register een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register is) met succes een bevestiging naar beide onafhankelijke transactielogboeken heeft gestuurd dat het verwervende register zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel van het initiatiefnemende register heeft bijgewerkt.
Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, is het proces inzake externe overdracht waarbij een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register betrokken is, echter definitief wanneer het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap het verwervende register (of het register van de Gemeenschap als het verwervende register een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register is) ervan in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het door het initiatiefnemende register (of het register van de Gemeenschap als het initiatiefnemende register een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register is) toegezonden voorstel, en het verwervende register (of het register van de Gemeenschap als het verwervende register een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register is) met succes een bevestiging naar het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel van het initiatiefnemende register heeft bijgewerkt.
Artikel 63 octies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Authentisering
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers worden via het register van de Gemeenschap bij het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC geauthentiseerd met de digitale certificaten die door het secretariaat van het UNFCCC of een daardoor aangewezen instantie zijn afgegeven.
Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, worden ze echter via het register van de Gemeenschap bij het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap geauthentiseerd door middel van de digitale certificaten en de gebruikersnamen en wachtwoorden als bedoeld in bijlage XV. De Commissie of een door haar aangewezen instantie treedt op als certificatie-autoriteit voor alle digitale certificaten en kent de gebruikersnamen en wachtwoorden toe.
Artikel 63 nonies
Bijzondere bepalingen inzake bepaalde verplichtingen van registeradministrateurs van overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers
De in artikel 71 en artikel 72, leden 2 en 3, bedoelde verplichtingen worden wat de registeradministrateurs van overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers betreft, door de administrateur van het register van de Gemeenschap uitgevoerd.
Artikel 63 decies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: rekeningen
Artikel 63 undecies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers dragen, na een eventuele correctie op de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan overeenkomstig artikel 44, lid 2, die plaatsvindt nadat emissierechten krachtens artikel 45 zijn verleend en waardoor de totale hoeveelheid krachtens artikel 45 verleende emissierechten voor de periode 2008-2012 of volgende perioden van vijf jaar wordt verlaagd, het aantal door de bevoegde autoriteit vastgestelde emissierechten over van de in artikel 11, lid 2, en artikel 63 decies bedoelde tegoedrekeningen waarop de emissierechten staan, op de annuleringsrekening van het register van de Gemeenschap voor de desbetreffende periode.
Artikel 63 duodecies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Verlening van emissierechten
Nadat de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan is ingevoerd in het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en, behoudens het bepaalde in artikel 44, lid 2, uiterlijk per 28 februari van het eerste jaar van de periode 2008-2012 en per 28 februari van het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar, verleent de administrateur van een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register de in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan vermelde totale hoeveelheid emissierechten en boekt deze op de partijtegoedrekening.
Bij de verlening van deze emissierechten kent de registeradministrateur aan elk emissierecht een unieke eenheidsidentificatiecode toe die bestaat uit de in bijlage VI vermelde onderdelen, waarbij het oorspronkelijke eenheidstype 0 is en het aanvullende eenheidstype 4.
Emissierechten worden verleend volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de verlening van emissierechten (in artikel 63 bis bedoelde registers).
Artikel 63 terdecies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: overdrachten van emissierechten tussen exploitanttegoedrekeningen in overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers en andere registers
Artikel 63 terdecies bis
Omzetting van emissierechten
De registeradministrateur van een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register voert op verzoek van een rekeninghouder alle omzettingen van in zijn register aanwezige emissierechten met een oorspronkelijk eenheidstype 1 in emissierechten met een oorspronkelijk eenheidstype 0 en een aanvullend eenheidstype 4 uit met behulp van het proces voor de omzetting van emissierechten in emissierechten met een aanvullend eenheidstype 4, door:
de om te zetten emissierechten over te dragen naar de portaaldepotrekening van het register; en
een even groot aantal emissierechten met een oorspronkelijk eenheidstype 0 en een aanvullend eenheidstype 4 te verlenen aan de rekening van waaruit de om te zetten emissierechten werden overgedragen.
Wanneer de registeradministrateur van een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register het verzoek krijgt van een rekeninghouder om emissierechten met een oorspronkelijk eenheidstype 0 en een aanvullend eenheidstype 4 in emissierechten met een oorspronkelijk eenheidstype 1 om te zetten, gaat hij na of het aantal rechten waarvan de omzetting wordt gevraagd, lager is dan of gelijk is aan het saldo op de portaaldepotrekening. Indien het aantal rechten waarvan de omzetting wordt gevraagd, hoger is dan het saldo op de portaaldepotrekening, wijst de registeradministrateur het verzoek af. In het andere geval voert de registeradministrateur de door de rekeninghouder gevraagde transactie uit met behulp van het proces voor de omzetting van emissierechten in emissierechten met een eenheidstype 1, door:
de om te zetten emissierechten over te dragen naar de annuleringsrekening; en
een even groot aantal emissierechten met een oorspronkelijk eenheidstype 1 over te dragen naar de rekening van waaruit de om te zetten emissierechten werden overgedragen.
Artikel 63 quaterdecies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: annulering overeenkomstig artikel 58 of artikel 62
Bij de uitvoering van een annulering en afboeking overeenkomstig artikel 58 of een vrijwillige annulering overeenkomstig artikel 62 voert de administrateur van een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register de annulering uit door de krachtens artikel 58 of 62 vereiste emissierechten over te dragen naar de annuleringsrekening of de afboekingsrekening van het register van de Gemeenschap.
Artikel 63 quindecies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Annulering en afboeking van ingeleverde emissierechten en CER's voor de periode 2008-2012 en volgende periodes
Het aantal emissierechten en CER's dat moet worden geannuleerd, is gelijk aan het totale aantal ingeleverde emissierechten dat sinds 1 januari van het eerste jaar van de desbetreffende periode tot 31 mei van het volgende jaar en sinds 1 juni van het voorgaande jaar tot 31 mei van elk van de volgende jaren in de tabel met ingeleverde emissierechten is ingevoerd.
▼M2 —————
Artikel 63 septdecies
Overeenkomstig artikel 63 bis beheerde registers: Annulering en vervanging van voor de periode 2008-2012 en volgende periodes verleende emissierechten
Op 1 mei 2013 en op 1 mei van het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar annuleert en vervangt elke registeradministrateur van een overeenkomstig artikel 63 bis beheerd register volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de annulering en vervanging van emissierechten in zijn register opgeslagen emissierechten door:
een aantal emissierechten dat gelijk is aan het aantal voor de voorgaande periode van vijf jaar verleende emissierechten minus het aantal emissierechten dat sinds 31 mei van het voorgaande jaar krachtens artikel 52 is ingeleverd, over te dragen van hun tegoedrekeningen als bedoeld in artikel 11, lid 2, en artikel 63 decies naar de annuleringsrekening van het register van de Gemeenschap voor de desbetreffende periode;
een gelijk aantal vervangende emissierechten met een aanvullend eenheidstype 4 voor de lopende periode te verlenen en op de partijtegoedrekening te boeken en aan elk van deze emissierechten een unieke eenheidsidentificatiecode toe te kennen die bestaat uit de in bijlage VI vermelde onderdelen;
een aantal van deze overeenkomstig punt b) voor de lopende periode verleende emissierechten over te dragen van de partijtegoedrekening naar elke exploitant- en persoonstegoedrekening van waaruit emissierechten overeenkomstig punt a) waren overgedragen, dat gelijk is aan het aantal emissierechten dat krachtens punt a) van die rekeningen was overgedragen.
HOOFDSTUK VI
VEILIGHEIDSNORMEN, AUTHENTISERING EN TOEGANGSRECHTEN
Artikel 64
Veiligheidsnormen
Artikel 65
Authentisering
De lidstaten en de Gemeenschap maken gebruik van de door het secretariaat van de UNFCCC of een daardoor aangewezen instantie afgegeven digitale certificaten om hun registers en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bij het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC te authentiseren.
Vanaf 1 januari 2005 totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, wordt de identiteit van elk register en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap echter geauthentiseerd door middel van de digitale certificaten en de gebruikersnamen en wachtwoorden als bedoeld in bijlage XV. De Commissie of een door haar aangewezen instantie treedt op als certificatie-autoriteit voor alle digitale certificaten en kent de gebruikersnamen en wachtwoorden toe.
Artikel 66
Toegang tot registers
De registeradministrateur kent aan elke gemachtigde vertegenwoordiger een gebruikersnaam en een wachtwoord toe die de mate van toegang tot rekeningen of processen waartoe hij gemachtigd is mogelijk maken. Registeradministrateurs kunnen naar eigen goeddunken bijkomende veiligheidseisen toepassen indien deze verenigbaar zijn met de bepalingen van deze verordening.
Artikel 67
Opschorting van de toegang tot rekeningen
De centrale administrateur en elke registeradministrateur kan het wachtwoord van een gemachtigd vertegenwoordiger voor rekeningen of processen waartoe deze normaal toegang heeft alleen opschorten indien de gemachtigd vertegenwoordiger of de administrateur redelijkerwijs kan aannemen dat de gemachtigd vertegenwoordiger:
heeft gepoogd toegang te verkrijgen tot rekeningen of processen waarvoor hij geen toegangsmachtiging bezit;
herhaaldelijk heeft gepoogd toegang te verkrijgen tot een rekening of proces met gebruikmaking van een niet-correcte gebruikersnaam of een niet-correct wachtwoord; of
heeft gepoogd of poogt de veiligheid van het register of het registersysteem te ondermijnen.
HOOFDSTUK VII
BESCHIKBAARHEID EN BETROUWBAARHEID VAN INFORMATIE
Artikel 68
Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van registers en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
De centrale administrateur en elke registeradministrateur ondernemen alle stappen die redelijkerwijs kunnen worden verwacht om ervoor te zorgen dat:
toegang tot het register 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar is voor rekeninghouders en de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap 24 uur per dag en 7 dagen per week operationeel is, met dien verstande dat reserve hardware en software wordt ingezet bij een storing in het functioneren van de primaire hardware en software;
het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap prompt reageren op verzoeken van rekeninghouders.
Zij zorgen ervoor dat in het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap robuuste systemen en procedures voor de bescherming van alle gegevens en de snelle recuperatie van alle gegevens en transacties bij calamiteiten worden ingebouwd.
Zij beperken onderbrekingen in het functioneren van het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap tot een minimum.
Artikel 69
Opschorting van toegang
De centrale administrateur kan de toegang tot het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opschorten en een registeradministrateur kan de toegang tot zijn register opschorten wanneer er sprake is van een zodanige inbreuk op de veiligheid van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van een register dat de integriteit van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van dat register bedreigd wordt of de integriteit van het registersysteem en de reservefaciliteiten als bedoeld in artikel 68 op vergelijkbare wijze in het gedrang komt.
Artikel 70
Kennisgeving van opschorting van de toegang
Artikel 71
Testafdeling van elk register en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
Elke registeradministrateur zet een testafdeling op waarin elke nieuwe versie of bijwerking van een register kan worden getest volgens de in bijlage XIII omschreven testprocedures, ten einde ervoor te zorgen dat:
alle testprocedures met betrekking tot een nieuwe versie of bijwerking van een register worden afgewikkeld zonder dat er sprake is van verminderde beschikbaarheid voor de rekeninghouders van de versie of bijwerking van het register waarvoor op dat moment een communicatieverbinding met het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC bestaat; en
elke communicatieverbinding tussen een nieuwe versie of bijwerking van een register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC tot stand wordt gebracht en geactiveerd met een minimum aan ongemak voor de rekeninghouders.
Artikel 72
Beheer van wijzigingen
HOOFDSTUK VIII
OPGESLAGEN GEGEVENS EN VERGOEDINGEN
Artikel 73
Opgeslagen gegevens
Artikel 74
Vergoedingen
Alle vergoedingen die door de registeradministrateur aan rekeninghouders in rekening worden gebracht moeten redelijk zijn en duidelijk worden aangegeven in de openbare afdeling van de website van het desbetreffende register. Zij worden door de registeradministrateur niet gedifferentieerd naar gelang van de locatie van een rekeninghouder binnen de Gemeenschap.
Registeradministrateurs brengen rekeninghouders geen vergoeding in rekening voor transacties met emissierechten overeenkomstig artikel 49, de artikelen 52 tot en met 54 en de artikelen 58 tot en met 63.
HOOFDSTUK IX
SLOTBEPALINGEN
Artikel 75
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Hardware- en softwarevereisten voor de registers en voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
Architectuurvereisten
1. |
De architectuur van elk register en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap moet de volgende hardware en software bevatten:
a)
een webserver;
b)
een toepassingsserver;
c)
een databankserver die op een andere machine dan die van de web- en toepassingsserver wordt geïnstalleerd;
d)
firewalls. |
Communicatievereisten
2. |
Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC niet tot stand is gebracht:
a)
wordt de tijdregistratie in het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en in elk register met de Greenwichtijd gesynchroniseerd;
b)
worden alle processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies, automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan en rekeningen aangevuld door de uitwisseling van gegevens die zijn opgesteld in Extensible Markup Language (XML), waarbij versie 1.1 van het Simple Object Access Protocol (SOAP) wordt gebruikt via versie 1.1 van het Hypertext Transfer Protocol (HTTP) (stijl gecodeerd volgens procedureoproep op afstand (RPC)). |
3. |
Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht:
a)
wordt de tijdregistratie in het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC, in het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en in elk register gesynchroniseerd, en
b)
worden alle processen inzake emissierechten en Kyoto-eenheden aangevuld met gegevensuitwisseling, waarbij de hardware- en softwarevereisten worden gebruikt die zijn uiteengezet in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld krachtens Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC. Indien de processen inzake geverifieerde emissies, rekeningen en automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan worden afgewikkeld door gegevensuitwisseling via het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC, waarna de gegevensstroom naar het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap wordt geleid, wordt de gegevensuitwisseling uitgevoerd met gebruikmaking van de hardware- en softwarevereisten die zijn uiteengezet in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld krachtens Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC. Indien de processen inzake geverifieerde emissies, rekeningen en automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan worden afgewikkeld door gegevensuitwisseling via het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap, wordt de gegevensuitwisseling overeenkomstig punt 2, onder b), uitgevoerd. |
BIJLAGE II
Tabellen die in de registers van de lidstaten moeten worden opgenomen
Het register van elke lidstaat moet in de mogelijkheid voorzien om de tabel met de geverifieerde emissies op te stellen. Deze tabel bevat de volgende informatie:
jaren: in individuele cellen vanaf 2005, in stijgende volgorde;
installatie-identificatiecode: in individuele cellen die de in bijlage VI vermelde elementen bevatten, in stijgende volgorde;
geverifieerde emissies: de geverifieerde emissies voor een bepaald jaar en een bepaalde installatie worden ingevoerd in de cel die dat jaar met de identificatiecode van die installatie verbindt.
Het register van elke lidstaat moet in de mogelijkheid voorzien om de volgende informatie in tabelvorm weer te geven. Dit levert de tabel met de afgegeven emissierechten op.
Jaren: in individuele cellen vanaf 2005, in stijgende volgorde;
installatie-identificatiecode: in individuele cellen die de in bijlage VI vermelde elementen bevatten, in stijgende volgorde;
afgegeven emissierechten: het aantal emissierechten die overeenkomstig de artikelen 52, 53 en 54 zijn afgegeven voor een bepaald jaar en een bepaalde installatie, worden ingevoerd in de drie cellen die dat jaar verbinden met de identificatiecode van die installatie.
Het register van elke lidstaat moet in de mogelijkheid voorzien om de tabel met conformiteitsstatus op te stellen. Deze tabel bevat de volgende informatie:
jaren: in individuele cellen vanaf 2005, in stijgende volgorde;
installatie-identificatiecode: in individuele cellen die de in bijlage VI vermelde elementen bevatten, in stijgende volgorde;
conformiteitsstatus: de conformiteitsstatus voor een bepaald jaar een een bepaalde installatie wordt ingevoerd in de cel die dat jaar verbindt met de identificatiecode van die installatie. De conformiteitsstatus wordt berekend overeenkomstig artikel 55.
BIJLAGE III
Aan de registeradministrateur te verstrekken informatie over elke tegoedrekening van een exploitant
De punten 1 tot en met 3.1, 3.4 tot en met 4.5 en punt 6 van de informatie ter identificatie van de installatie, zoals vermeld in punt 14.1 van bijlage I bij Beschikking 2007/589/EG. De naam van de exploitant dient identiek te zijn aan de naam van de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van de desbetreffende broeikasgasemissievergunning. De naam van de installatie dient identiek te zijn aan de naam die wordt vermeld in de desbetreffende broeikasgasemissievergunning.
De door de bevoegde instantie gespecificeerde identificatiecode van de vergunning, met inbegrip van de in bijlage VI vermelde elementen.
De identificatiecode van de installatie, met inbegrip van de in bijlage VI vermelde elementen.
Het door de exploitant gespecificeerde alfanumerieke identificatienummer van de rekening, dat slechts een keer in het register mag voorkomen.
Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de exploitant als eerste gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.
Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de exploitant als tweede gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.
Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de personen die door de exploitant als aanvullende gemachtigde vertegenwoordigers voor de desbetreffende rekening zijn aangeduid, met vermelding van hun toegangsrechten tot de rekening.
Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de gemachtigde vertegenwoordigers van de exploitant.
BIJLAGE IV
Aan de registeradministrateur te verstrekken informatie over de in artikel 11, leden 1, 3 en 4, vermelde rekeningen en over tegoedrekeningen van personen
Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die de opening van de tegoedrekening aanvraagt.
Bewijsstukken ter staving van identiteit van de persoon die de opening van de tegoedrekening aanvraagt.
Het door de lidstaat, de Commissie of de persoon gespecificeerde alfanumerieke identificatienummer van de rekening, dat slechts een keer in het register mag voorkomen.
Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de lidstaat, de Commissie of de persoon als eerste gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.
Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de lidstaat, de Commissie of de persoon als tweede gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.
Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de personen die door de lidstaat, de Commissie of de persoon als aanvullende gemachtigde vertegenwoordigers voor de desbetreffende rekening zijn aangeduid, met vermelding van hun toegangsrechten tot de rekening.
Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de gemachtigde vertegenwoordigers voor de rekening.
BIJLAGE V
Basisvoorwaarden
Structuur en effect van de basisvoorwaarden
1. |
De relatie tussen rekeninghouders en registeradministrateurs. |
De verplichtingen van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger
2. |
De verplichtingen van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger met betrekking tot beveiliging, gebruikersnamen, paswoorden en toegang tot de website van het register. |
3. |
De verplichting van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger om gegevens op de website van het register te plaatsen en te garanderen dat deze gegevens accuraat zijn. |
4. |
De verplichting van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger om de gebruiksvoorwaarden van de website van het register na te leven. |
De verplichtingen van de registeradministrateur
5. |
De verplichting van de registeradministrateur om de instructies van de rekeninghouder uit te voeren. |
6. |
De verplichting van de registeradministrateur om de gegevens van de rekeninghouder te registeren. |
7. |
De verplichting van de registeradministrateur om de rekening te openen, bij te werken of te sluiten overeenkomstig de bepalingen van de verordening. |
Procesprocedures
8. |
De bepalingen met betrekking tot de beëindiging en bevestiging van processen. |
Betaling
9. |
De voorwaarden betreffende registratievergoedingen voor het openen en bijhouden van rekeningen. |
Exploitatie van de website van het register
10. |
De bepalingen met betrekking tot het recht van de registeradministrateur om veranderingen aan te brengen aan de website van het register. |
11. |
De gebruiksvoorwaarden van de website van het register. |
Garanties en schadevergoedingen
12. |
Accuraatheid van de informatie. |
13. |
Bevoegdheid om processen op gang te brengen. |
Aanpassing van deze basisvoorwaarden om rekening te houden met wijzigingen in de verordening of in de nationale wetgeving
Beveiliging en reacties op beveiligingsschendingen
Geschillenregeling
14. |
Bepalingen met betrekking tot geschillen tussen rekeninghouders. |
Aansprakelijkheid
15. |
De grenzen van de aansprakelijkheid van de registeradministrateur. |
16. |
De grenzen van de aansprakelijkheid van de rekeninghouder. |
Rechten van derde partijen
Vertegenwoordiger, berichten en geldende wetgeving
BIJLAGE VI
Definitie van identificatiecodes
Inleiding
1. |
In deze bijlage is beschreven welke elementen de identificatiecodes moeten bevatten:
a)
eenheidsidentificatiecode;
b)
rekeningidentificatiecode;
c)
vergunningsidentificatiecode;
d)
rekeninghouderidentificatiecode;
e)
installatie-identificatiecode;
f)
correlatie-identificatiecode;
g)
transactie-identificatiecode;
h)
afstemmingsidentificatiecode;
i)
projectidentificatiecode. De versie van de ISO3166-codes wordt opgenomen in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. |
Weergave en rapportering van de identificatiecodes
2. |
Met het oog op de weergave en rapportering van de identificatiecodes van deze bijlage, wordt elk element van een identificatiecode gescheiden door een streepje (-), zonder spaties. Als een getal met het cijfer nul begint, wordt deze nul niet weergegeven. Het streepje dat ter scheiding van de elementen wordt gebruikt, wordt niet opgeslagen in de elementen van de identificatiecode. |
Eenheidsidentificatiecode
3. |
In tabel VI-1 zijn de elementen van de eenheidsidentificatiecode in detail toegelicht. Aan alle Kyoto-eenheden en -emissierechten wordt een eenheidsidentificatiecode toegekend. De eenheidsidentificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. |
4. |
Een reeks eenheden wordt verzonden als een eenheidsblok, gedefinieerd door een identificator die het begin van het blok aangeeft en een identificator die het einde van het blok aangeeft. Alle eenheden van een eenheidsblok zijn identiek, behalve hun uniek identificatorelement. De unieke identificatorelementen van alle eenheden van een blok volgen logisch op elkaar. Wanneer een transactie moet worden uitgevoerd of een eenheid of eenheidsblok moet worden gevolgd, opgeslagen of op enige andere wijze getypeerd, creëren de registers of transactielogboeken meervoudige eenheidsblokken op basis van een enkelvoudig eenheidsblok. Bij het verzenden van een enkelvoudige eenheid moeten de identificator die het begin van het blok aangeeft en de identificator die het einde van het blok aangeeft, gelijk zijn. |
5. |
De identificatorelementen van meervoudige eenheidsblokken mogen elkaar niet overlappen. Als een bericht meervoudige eenheidsblokken bevat, worden de identificator die het begin van het blok aangeven in stijgende volgorde weergegeven.
Tabel VI-1: eenheidsidentificatiecode
|
6. |
In tabel VI-2 zijn de geldige combinaties van oorspronkelijke eenheidstypes en aanvullende eenheidstypes opgenomen. Een emissierecht heeft een aanvullend eenheidstype, ongeacht de periode waarvoor het emissierecht is verleend en ongeacht of het emissierecht betreft dat is omgezet van een AAU of een andere Kyoto-eenheid. Een AAU of andere Kyoto-eenheid die niet in een emissierecht is omgezet, heeft geen aanvullend eenheidstype. Wanneer een AAU overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in een emissierecht wordt omgezet, wordt het aanvullende eenheidstype vastgesteld op 1. Wanneer een emissierecht overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in een AAU wordt omgezet, wordt geen aanvullend eenheidstype vastgesteld.
Tabel VI-2: geldige combinaties van oorspronkelijke eenheidstypes en aanvullende eenheidstypes
|
Rekeningidentificatiecode
7. |
In tabel VI-3 zijn de elementen van de rekeningidentificatiecode in detail toegelicht. Aan elke rekening wordt een rekeningidentificatiecode toegekend. De rekeningidentificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. Rekeningidentificatiecodes van afgesloten rekeningen worden niet hergebruikt. |
8. |
De identificatiecode van een exploitanttegoedrekening is gekoppeld aan één installatie. Een installatie is gekoppeld aan één identificatiecode van een exploitanttegoedrekening. De in artikel 11, leden 1 en 2, vermelde tegoedrekeningen hebben geen toepasselijke verplichtingsperiode, ongeacht het type rekening.
Tabel VI-3: Rekeningidentificatiecode
|
8 bis |
Uiterlijk 1 januari 2010 bepaalt de registeradministrateur de laatste twee cijfers van de rekeningidentificatiecode in de vorm van een uniek getal ter validering van het rekeningnummer, dat het resultaat is van een logische functie die op de voorgaande cijfers in de rekeningidentificatiecode wordt toegepast. |
Vergunningsidentificatiecode
9. |
In tabel VI-4 zijn de elementen van de vergunningsidentificatiecode in detail toegelicht. Aan elke vergunning wordt een vergunningsidentificatiecode toegekend. De vergunningsidentificatiecodes worden gegenereerd door de bevoegde autoriteit en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. |
10. |
Een vergunningsidentificatiecode wordt toegekend aan één exploitant. Aan elke exploitant wordt minstens één vergunningsidentificatiecode toegekend. Een vergunningsidentificatiecode wordt toegekend aan minstens één installatie. Elke installatie heeft op elk punt in de tijd één vergunningsidentificatiecode.
Tabel VI-4: Vergunningsidentificatiecode
|
Rekeninghouderidentificatiecode
11. |
In tabel VI-5 zijn de elementen van de rekeninghouderidentificatiecode in detail toegelicht. Aan elke rekeninghouder wordt een rekeninghouderidentificatiecode toegekend. De rekeninghouderidentificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. De rekeninghouderidentificatiecode van een rekeninghouder mag niet worden gewijzigd en niet worden hergebruikt voor een andere rekeninghouder.
Tabel VI-5: Rekeninghouderidentificatiecode
|
Installatie-identificatiecode
12. |
In tabel VI-6 zijn de elementen van de installatie-identificatiecode in detail toegelicht. Aan elke installatie wordt een installatie-identificatiecode toegekend. De installatie-identificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. De installatie-identificatiecode is een geheel getal dat is toegekend als een monotone stijgende reeks, beginnende bij 1. De installatie-identificatiecodes mogen geen hiaten vertonen. Een register mag pas de installatie-identificator n genereren wanneer het alle identificatoren van 1 tot n-1 heeft gegenereerd. De installatie-identificatiecode mag niet worden gewijzigd en niet worden hergebruikt voor een andere installatie. |
13. |
Een installatie-identificatiecode wordt toegekend aan één installatie. Aan een installatie wordt één installatie-identificatiecode toegekend.
Tabel VI-6: Installatie-identificatiecode
|
Correlatie-identificatiecode
14. |
In tabel VI-7 worden de onderdelen van de correlatie-identificatiecodes in detail toegelicht. Aan elk in bijlage VIII en bijlage XI bis bedoeld proces wordt een correlatie-identificatiecode toegekend. De correlatie-identificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. Correlatie-identificatiecodes mogen niet worden hergebruikt. Wanneer een geannuleerd of beëindigd proces inzake rekeningen of geverifieerde emissies opnieuw wordt uitgevoerd, wordt een nieuwe unieke correlatie-identificatiecode aan dit proces toegekend.
Tabel VI-7: Correlatie-identificatiecode
|
Transactie-identificatiecode
15. |
Aan elk proces van bijlage IX wordt een transactie-identificatiecode toegekend. De transactie-identificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. Transactie-identificatiecodes mogen niet worden hergebruikt. Wanneer een geannuleerde of beëindigde transactie opnieuw wordt uitgevoerd, wordt een nieuwe unieke transactie-identificatiecode aan dit proces toegekend. |
16. |
De elementen van de transactie-identificatiecodes zijn toegelicht in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. |
Afstemmingsidentificatiecode
17. |
Aan elk proces van bijlage X wordt een afstemmingsidentificatiecode toegekend. Alvorens de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC tot stand wordt gebracht, genereert het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een afstemmingsidentificatiecode wanneer voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum afstemmingsinformatie aan de registers wordt gevraagd. Vervolgens ontvangen de registers de afstemmingsidentificatiecode van het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC. De afstemmingsidentificatiecode is uniek doorheen het volledige registersysteem en in alle berichten die worden uitgewisseld in alle fasen van een afstemmingsproces voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum wordt dezelfde afstemmingsidentificatiecode gebruikt. |
18. |
De elementen van de afstemmingsidentificatiecodes zijn toegelicht in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. |
Projectidentificatiecode
19. |
Aan elk project wordt een projectidentificatiecode toegekend. De projectidentificatiecodes voor CER's worden gegenereerd door het uitvoeringsorgaan van het mechanisme voor schone ontwikkeling; de projectidentificatiecodes voor ERU's worden gegenereerd door het relevante orgaan of de partij of door het in artikel 6 vermelde toezichthoudende comité, overeenkomstig Besluit 16/CP.7 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. De projectidentificatiecodes zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. |
20. |
De elementen van de projectidentificatiecodes zijn toegelicht in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. |
BIJLAGE VII
Lijst van invoercodes
Inleiding
1. |
Deze bijlage bevat de codes voor alle elementen en de tabellen met de toelichting van de codes. De versie van ISO-norm 3166 komt overeen met die van de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. |
EU-specifieke codes
2. |
Veldnaam: activiteitstype Veldomschrijving: numerieke code die het activiteitstype van een installatie aangeeft
|
3. |
Veldnaam: relatietype Veldomschrijving: numerieke code die het type relatie tussen een rekening en een persoon of exploitant aangeeft
|
4. |
Veldnaam: procestype Veldomschrijving: numerieke code die het type van een transactie aangeeft
|
5. |
Veldnaam: aanvullend eenheidstype Veldomschrijving: numerieke code die het aanvullend type van een eenheid aangeeft
|
6. |
Veldnaam: actiecode Veldomschrijving: numerieke code die de actie in het proces voor de bijwerking van rekeningen aangeeft
|
UNFCCC-codes
7. |
De UNFCCC-codes zijn vermeld in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. |
BIJLAGE VIII
Processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies, met responscodes
Vereisten voor elk proces
1. |
Op processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies is de volgende sequens van berichtenuitwisseling van toepassing:
a)
de gemachtigde vertegenwoordiger van een rekening dient een verzoek in bij de registeradministrateur van het desbetreffende register;
b)
de registeradministrateur kent aan het verzoek een unieke correlatie-identificatiecode toe, die de in bijlage VI vermelde elementen bevat;
c)
mits deze processen worden afgewikkeld door gegevensuitwisseling via het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC, waarna de gegevensstroom naar het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap wordt geleid, roept de registeradministrateur de geschikte operatie op via de webservice voor het rekeningenbeheer van het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC. In alle andere gevallen roept de registeradministrateur de geschikte operatie op via de webservice voor het rekeningenbeheer van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap;
d)
het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap valideert het verzoek door de geschikte valideringsfunctie van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap op te roepen;
e)
als het verzoek succesvol is gevalideerd en aanvaard, wijzigt het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de informatie overeenkomstig dat verzoek;
f)
het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap roept de operatie „receiveAccountOperationOutcome” op via de webservice voor het rekeningenbeheer van het register dat het verzoek heeft verzonden en meldt het register dat het verzoek succesvol is gevalideerd en aanvaard of dat het verzoek verworpen is omdat het een tegenstrijdigheid bevatte;
g)
als het verzoek succesvol gevalideerd en aanvaard is, wijzigt de registeradministrateur die het verzoek heeft verzonden de informatie in het register overeenkomstig dat gevalideerde verzoek; als het verzoek verworpen is omdat het een tegenstrijdigheid bevatte, gaat de registeradministrateur die het verzoek heeft verzonden niet over tot wijziging van de informatie overeenkomstig dat verzoek. Tabel VIII-1: schema met de sequens voor berichtenuitwisseling voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies
|
2. |
Mits deze processen worden afgewikkeld door gegevensuitwisseling via het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap, waarna de gegevensstroom naar het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC wordt geleid, moet een registeradministrateur die een verzoek verzendt binnen 60 seconden een ontvangstbevestiging krijgen van het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC en binnen 24 uur een valideringsbevestiging van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap. In elk ander geval moet een registeradministrateur die een verzoek verzendt binnen 60 seconden een ontvangstbevestiging krijgen van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en binnen 24 uur een valideringsbevestiging van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap. |
3. |
Tijdens de sequens voor berichtenuitwisseling heeft het proces de volgende status: Tabel VIII-2: schema met de status van processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies
|
4. |
De componenten en functies die worden gebruikt tijdens de sequens voor berichtenuitwisseling zijn vermeld in de tabellen VIII-3 tot en met VIII-18. „Publieke” functies worden uitgevoerd zoals gespecificeerd. „Privé”-functies dienen uitsluitend ter informatie. De invoer van alle functies is zodanig gestructureerd dat hij beantwoordt aan het formaat en de informatievereisten die zijn beschreven met behulp van WSDL (Web Service Definitions Language), zoals uiteengezet in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. Een asterisk „(*)” is gebruikt om aan te geven dat een element meer dan één keer kan worden ingevoerd. Tabel VIII-3: componenten en functies voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies
Tabel VIII-4: component MgmtOfAccountWS
Tabel VIII-5: functie MgmtOfAccountWS.CreateAccount()
Tabel VIII-6: functie MgmtOfAccountWS.UpdateAccount()
Tabel VIII-7: functie MgmtOfAccountWS.CloseAccount()
Tabel VIII-8: functie MgmtOfAccountWS.UpdateVerifiedEmissions()
Tabel VIII-9: functie MgmtOfAccountWS.ReceiveAccountOperationOutcome()
Tabel VIII-10: component AccountManagement
Tabel VIII-11: functie ManagementOfAccount.ValidateAccountCreation()
Tabel VIII-12: functie ManagementOfAccount.CreateAccount()
Tabel VIII-13: functie AccountManagement.ValidateAccountUpdate()
Tabel VIII-14: functie ManagementOfAccount.UpdateAccount()
Tabel VIII-15: functie ManagementOfAccount.ValidateAccountClosure()
Tabel VIII-16: ManagementOfAccount.CloseAccount()-functie
Tabel VIII-17: ManagementOfAccount.ValidateVerifiedEmissionsUpdate()-functie
Tabel VIII-18: ManagementOfAccount.UpdateVerifiedEmissions-functie
|
Voorafgaande controles voor elk proces
5. |
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap controleert de status van een register voor alle processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen. Als de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gebracht of overeenkomstig artikel 6, lid 3, tijdelijk is opgeschort voor het verzochte proces inzake geverifieerde emissies en rekeningen, wordt het proces verworpen en wordt responscode 7005 teruggestuurd. |
6. |
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap controleert voor alle processen inzake rekeningen of geverifieerde emissies de versie en de authenticiteit van het register en de uitvoerbaarheid van de berichten en stuurt, wanneer een discrepantie wordt vastgesteld, de passende responscodes terug die in tabel XII-1 onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld. Bovengenoemde controles komen overeen met de controles in verband met de responscodes die zijn vastgelegd in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld krachtens Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC en die in de laatste kolom van tabel XII-1 naast de desbetreffende responscodes onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld. Indien een controle krachtens bovengenoemde gegevensuitwisselingsnormen overeenkomt met de controles waarvoor de responscodes in tabel XII-1 onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld en de implementatie van een dergelijke controle door het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC, door de administrateur van het ITL wordt gewijzigd, schakelt de centrale administrateur de overeenkomende controle uit. |
7. |
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap controleert voor alle processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen de integriteit van de gegevens en stuurt responscodes van 7122 tot 7159 terug wanneer een discrepantie wordt vastgesteld. |
Secundaire controles voor elk proces
8. |
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap voert secundaire controles uit voor alle processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen die alle voorafgaande controles met succes hebben doorstaan. De secundaire controles en de overeenkomstige responscodes die worden teruggestuurd wanneer een discrepantie wordt vastgesteld, zijn uiteengezet in tabel VIII-19. Tabel VIII-19: secundaire controles
|
BIJLAGE IX
Processen inzake transacties met responscodes
Procestypen
1. |
Voor elk proces inzake een transactie wordt een procestype bepaald dat uit een initieel procestype en een supplementair procestype bestaat. Het initiële procestype beschrijft de categorie zoals bedoeld in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. Het supplementaire procestype beschrijft de categorie zoals bedoeld in de bepalingen van deze verordening die zijn opgesteld overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG. Tabel IX-1 bevat een overzicht van de procestypen. |
Eisen voor elk proces
2. |
De berichtensequens voor processen inzake een transactie, de status van de transactie en de status van de Kyoto-eenheden of emissierechten waarop de transactie betrekking heeft gedurende de berichtensequens, en de componenten en functies die gedurende de berichtensequens worden gebruikt, zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. |
Voorafgaande controles voor elk proces
3. |
Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap controleert de status van een register voor elk proces inzake een transactie. Indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het gevraagde proces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005 of 7006 . |
4. |
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap voert op elk proces inzake een transactie de volgende categorieën voorafgaande controles uit:
a)
controles van de versie en de authenticiteit van het register,
b)
controles van de uitvoerbaarheid van de berichten,
c)
controles van de gegevensintegriteit,
d)
algemene transactiecontroles en
e)
berichtensequenscontroles. Indien een discrepantie wordt ontdekt, stuurt het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap de passende responscodes terug die in tabel XII-1 onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld. Bovengenoemde controles komen overeen met de controles in verband met de responscodes die zijn vastgelegd in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld krachtens Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC en die in de laatste kolom van tabel XII-1 naast de desbetreffende responscodes onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld. Indien een controle krachtens bovengenoemde gegevensuitwisselingsnormen overeenkomt met de controles waarvoor de responscodes in tabel XII-1 onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld en de implementatie van een dergelijke controle door het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC, door de administrateur van het ITL wordt gewijzigd, schakelt de centrale administrateur de overeenkomende controle uit. |
Secundaire en tertiaire controles voor elk proces
5. |
Voor elk proces inzake een transactie dat alle voorafgaande controles heeft doorstaan, verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de volgende secundaire controles om na te gaan of:
a)
de Kyoto-eenheden of emissierechten in de overdrachtsrekening zijn opgenomen (bij discrepantie wordt responscode 7027 teruggezonden);
b)
de overdrachtsrekening in het vermelde register bestaat (bij discrepantie responscode 7021 );
c)
de verwervingsrekening in het vermelde register bestaat (bij discrepantie responscode 7020 );
d)
beide rekeningen in hetzelfde register voorkomen voor een interne overdracht (bij discrepantie responscode 7022 );
e)
beide rekeningen in verschillende registers voorkomen voor een externe overdracht (bij discrepantie responscode 7023 );
f)
de overdrachtsrekening niet is geblokkeerd ingevolge artikel 27 (bij discrepantie responscode 7025 );
g)
emissierechten wegens overmacht worden niet overgedragen (bij discrepantie responscode 7024 ). |
6. |
Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap verricht tertiaire controles op elk proces inzake een transactie dat alle voorafgaande controles heeft doorstaan. Tabel IX-1 geeft een overzicht van de tertiaire controles en de in geval van discrepantie terug te zenden responscodes.
Tabel IX-1: tertiaire controles
|
▼M2 —————
BIJLAGE X
Afstemmingsproces („Reconciliation”) met responscodes
Eisen voor het proces
1. |
►M1 Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC niet tot stand is gebracht, reageert elk register op elk verzoek van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap om voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum de volgende informatie te verstrekken: ◄
a)
het totale aantal emissierechten op elk type rekening in dat register;
b)
de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten op elk type rekening in dat register;
c)
overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van emissierechten op elk type rekening in dat register;
d)
het totale aantal emissierechten op elke rekening in dat register;
e)
de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten op elke rekening in dat register;
f)
overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van alle emissierechten op een rekening in dat register. |
2. |
►M1 Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, reageert elk register op elk verzoek van het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC om voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum de volgende informatie te verstrekken: ◄
a)
het totale aantal emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elk type rekening in dat register;
b)
de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elk type rekening in dat register;
c)
overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elk type rekening in dat register. |
3. |
►M1 Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, reageert elk register op elk verzoek van het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC namens het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap of van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap om voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum de volgende informatie te verstrekken: ◄
a)
het totale aantal emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elke rekening in dat register;
b)
de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elke rekening in dat register;
c)
overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elke rekening in dat register. |
4. |
De berichtensequens voor het afstemmingsproces, de status van het afstemmingsproces en de status van de Kyoto-eenheden of emissierechten waarop het afstemmingsproces betrekking heeft gedurende de berichtensequens, en de componenten en functies die gedurende de berichtensequens worden gebruikt, zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. |
Voorafgaande controles voor het proces
5. |
Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap controleert de status van een register gedurende het afstemmingsproces. Indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het afstemmingsproces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het proces verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005 . |
6. |
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap controleert gedurende het afstemmingsproces de versie en de authenticiteit van het register, de uitvoerbaarheid van de berichten en de gegevensintegriteit en stuurt, wanneer een discrepantie wordt vastgesteld, de passende responscodes terug die in tabel XII-1 onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld. Bovengenoemde controles komen overeen met de controles in verband met de responscodes die zijn vastgelegd in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld krachtens Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC en die in de laatste kolom van tabel XII-1 naast de desbetreffende responscodes onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld. Indien een controle krachtens bovengenoemde gegevensuitwisselingsnormen die overeenkomt met de controles waarvoor de responscodes in tabel XII-1 onder de nummers 7900 tot en met 7999 zijn vermeld of de implementatie van een dergelijke controle door het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC, door de administrateur van het ITL wordt gewijzigd, schakelt de centrale administrateur de overeenkomende controle uit. |
Secundaire controles voor het proces
7. |
Nadat aan de voorafgaande controles is voldaan, verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap gedurende het afstemmingsproces secundaire controles. Tabel X-1 geeft een overzicht van de secundaire controles en de betreffende responscodes die worden teruggezonden wanneer een afwijking wordt ontdekt.
Tabel X-1: secundaire controles
|
Handmatige bewerking
8. |
Indien de informatie in een register is gewijzigd in reactie op een proces dat is begonnen maar niet afgerond overeenkomstig de artikelen 34, 35 of 36, geeft de centrale administrateur de registeradministrateur van dat register de opdracht het proces om te keren door die informatie opnieuw in de oorspronkelijke staat te herstellen. Indien de informatie in een register niet is gewijzigd in reactie op een proces dat is begonnen en afgerond overeenkomstig de artikelen 34, 35 of 36, geeft de centrale administrateur de registeradministrateur van dat register de opdracht het proces af te ronden door die informatie dienovereenkomstig te wijzigen. |
9. |
Indien het afstemmingsproces een afwijking heeft vastgesteld, onderzoekt de centrale administrateur in overleg met de betrokken registeradministrateur(s) wat de oorzaak van de afwijking is. Naar gelang van het geval wijzigt de centrale administrateur dan de informatie in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of verzoekt hij de betrokken registeradministrateur(s) handmatig bepaalde aanpassingen in de informatie in hun register aan te brengen. |
BIJLAGE XI
Administratieve processen met responscodes
Administratieve processen
1. |
Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap voorziet in de volgende administratieve processen:
a)
Transaction clean-up : alle in bijlage IX bedoelde processen die zijn begonnen maar niet binnen 24 uur zijn beëindigd, afgerond of geannuleerd, worden geannuleerd. Transacties worden om het uur opgeruimd.
b)
Outstanding units : er wordt nagegaan welke emissierechten op 1 mei 2008 of op 1 mei in het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar niet zijn geannuleerd overeenkomstig artikel 60 of 61.
c)
Process status : een registeradministrateur kan informeren naar de status van een in bijlage IX bedoeld proces waarvan hij de iniatiefnemer is.
d)
Time synchronisation : op verzoek deelt elke registeradministrateur de systeemtijd van zijn register mee, zodat de overeenstemming tussen de systeemtijd van een register en de systeemtijd van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap kan worden gecontroleerd en de twee tijden kunnen worden gesynchroniseerd. Ten behoeve van de synchronisatie past een registeradministrateur op verzoek de systeemtijd van zijn register aan. |
2. |
Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht en alle processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen, automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan en Kyoto-eenheden worden afgewikkeld door gegevensuitwisseling via het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC, waarna de gegevensstroom naar het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap wordt geleid, voorziet het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap verder alleen nog in het administratieve proces van punt 1, onder b). |
3. |
Elk register moet in staat zijn de aanvullende administratieve processen van het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC correct uit te voeren, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. |
Eisen voor elk proces
4. |
De berichtensequens voor administratieve processen en de componenten en functies die gedurende de berichtensequens worden gebruikt, zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. |
Controles voor elk proces
5. |
Indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap gedurende de in punt 2 bedoelde periode een discrepantie in verband met punt 1, onder a) ontdekt, zendt het de betreffende responscodes terug, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. |
6. |
Indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een discrepantie in verband met punt 1, onder b) ontdekt, zendt het de responscode 7601 terug. |
7. |
Gedurende de in punt 2 bedoelde periode verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de volgende controles, indien een bericht van een register als bedoeld in punt 1, onder c), is ontvangen voor een in bijlage IX vermeld proces:
a)
status van een register: indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het gevraagde proces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005 .
b)
registerversie en registerauthentisering, uitvoerbaarheid van het bericht en gegevensintegriteit: indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een discrepantie ontdekt, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de betreffende responscodes, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. |
8. |
Gedurende de in punt 2 bedoelde periode verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de volgende controles, indien een bericht van een register als bedoeld in punt 1, onder d), is ontvangen:
a)
status van een register: indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het gevraagde proces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005 .
b)
registerversie en registerauthentisering, uitvoerbaarheid van het bericht, gegevensintegriteit en tijdsynchronisatie: indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een discrepantie ontdekt, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de betreffende responscodes, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. |
BIJLAGE XI bis
Processen inzake automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan
1. |
Overeenkomstig artikel 17, lid 3, en artikel 44, lid 2, kunnen de registers het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap via een in deze bijlage beschreven proces voorstellen een automatische wijziging in het nationale toewijzingsplan te controleren en uit te voeren. |
Vereisten voor elk proces
2. |
Op processen inzake automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan is de volgende sequens van berichtenuitwisseling van toepassing:
a)
de registeradministrateur start het proces voor automatische wijziging van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan door aan het verzoek daartoe een unieke correlatie-identificatiecode toe te kennen die bestaat uit de in bijlage VI vermelde onderdelen;
b)
de registeradministrateur roept de geschikte operatie op via de webservice voor automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap;
c)
het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap valideert het verzoek door de geschikte valideringsfunctie van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap op te roepen;
d)
als het verzoek succesvol wordt gevalideerd en derhalve wordt aanvaard, wijzigt het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap zijn informatie overeenkomstig dat verzoek;
e)
het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap roept de operatie „receiveNapManagementOutcome” op via de webservice voor automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan van het register dat het verzoek heeft verzonden en meldt het register dat het verzoek succesvol is gevalideerd en derhalve is aanvaard of een discrepantie bleek te bevatten en derhalve is afgewezen;
f)
als het verzoek succesvol is gevalideerd en derhalve is aanvaard, wijzigt de registeradministrateur die het verzoek heeft verzonden de informatie in het register overeenkomstig dat gevalideerde verzoek; als het verzoek een discrepantie bleek te bevatten en derhalve is afgewezen, wijzigt de registeradministrateur die het verzoek heeft verzonden de informatie in het register niet overeenkomstig dat afgewezen verzoek. |
3. |
Mits processen inzake automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan via het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC worden gestuurd, moet een registeradministrateur die een verzoek verzendt binnen 60 seconden een ontvangstbevestiging krijgen van het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC en binnen 24 uur een valideringsbevestiging van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap. In alle andere gevallen moet een registeradministrateur die een verzoek verzendt binnen 60 seconden een ontvangstbevestiging krijgen van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en binnen 24 uur een valideringsbevestiging van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap. |
4. |
De componenten en functies die worden gebruikt tijdens de sequens voor berichtenuitwisseling, worden vermeld in de tabellen XI bis-1 tot en met XI bis-6. De invoer van alle functies is zodanig gestructureerd dat hij past bij het formaat en de informatievereisten die zijn beschreven met behulp van WSDL (web services description language), zoals uiteengezet in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld krachtens Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC. Een asterisk „(*)” wil zeggen dat een onderdeel meer dan een keer kan worden gebruikt.
Tabel XI bis-1: Componenten en functies voor processen inzake automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan
Tabel XI bis-2: Component NAPTableManagementWS
Tabel XI bis-3: Functie NAPTableManagementWS.AddNEInstallationtoNAP()
Tabel XI bis-4: Functie NAPTableManagementWS.IncreaseAllocationtoNEInstallationinNAPIncreaseallocationtoNEInstallationinNAP()
Tabel XI bis-5: Functie NAPTableManagementWSRemoveNAPallocationofclosingInstallation()
Tabel XI bis-6: Functie NAPTableManagementWS receiveNapManagementOutcome ()
Tabel XI bis-6a: Functie NAPTableManagementWS IncreaseNAPallocationReserve ()
Tabel XI bis-6b: Functie NAPTableManagementWS RemoveNAPallocationReserve ()
Tabel XI bis-7: Processen inzake wijzigingen in de NTP-tabel
|
5. |
Als alle controles met succes zijn doorlopen, voert het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap de wijziging in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan automatisch in zijn database uit en stelt het de registeradministrateur en de centrale administrateur daarvan op de hoogte. |
BIJLAGE XII
Lijst van responscodes voor alle processen
1. |
Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap zendt bij elk proces responscodes terug, zoals voorgeschreven in de bijlagen VIII tot en met XI bis. Elke responscode bestaat uit een geheel getal tussen 7000 en 7999. De betekenis van elke responscode wordt in tabel XII-1 vermeld. |
2. |
Elke registeradministrateur ziet erop toe dat de betekenis van elke responscode behouden blijft, wanneer informatie betreffende een proces overeenkomstig bijlage XVI wordt weergegeven ten behoeve van de initiatiefnemende gemachtigde vertegenwoordiger.
Tabel XII-1: responscodes van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
|
BIJLAGE XIII
Testprocedures
1. |
Een register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap moeten de volgende testfasen volledig doorstaan:
a)
eenheidstests: afzonderlijke componenten worden aan hun specificaties getoetst;
b)
integratietests: groepen componenten, die delen van het complete systeem omvatten, worden aan hun specificaties getoetst;
c)
systeemtests: het systeem wordt als geheel aan zijn specificaties getoetst;
d)
belastingstests: het systeem wordt onderworpen aan activiteitspieken die een weergave vormen van de vermoedelijke mate waarin de gebruikers een beroep zullen doen op het systeem;
e)
veiligheidstest: onderzoek naar eventuele zwakke plekken in de beveiliging van het systeem. |
2. |
Afzonderlijke tests voor een register die als onderdeel van de in punt 1 bedoelde testfasen plaatsvinden, worden uitgevoerd volgens een vooraf bepaald testplan. Van de resultaten wordt een documentatie bijgehouden die op verzoek aan de centrale administrateur ter beschikking wordt gesteld. Eventuele gebreken in een register, welke gedurende de testfasen van punt 1 worden vastgesteld, moeten worden verholpen voordat wordt overgegaan tot het testen van de gegevensuitwisseling tussen dat register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. |
3. |
De centrale administrateur vereist dat een register de volgende testfasen volledig doorstaat:
a)
authentiseringstests: waarbij wordt getest of het register in staat is het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap te identificeren en omgekeerd;
b)
tijdsynchronisatietests: waarbij wordt getest of het register in staat is zijn systeemtijd te bepalen en zijn systeemtijd aan te passen aan de systeemtijd van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC;
c)
dataformaattests: waarbij wordt getest of het register in staat is berichten te genereren die in overeenstemming zijn met de passende processtatus (process status) en procesfase en met het passende formaat, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC;
d)
tests van programmeercode en databasebewerkingen: waarbij wordt getest of het register in staat is ontvangen berichten te verwerken die in overeenstemming zijn met het betreffende formaat, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen in het kader van het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC;
e)
geïntegreerde procestests: waarbij wordt getest of het register in staat is alle processen uit te voeren, met inbegrip van alle relevante statussen en fasen zoals vermeld in de bijlagen VIII tot en met XI en XI bis, en handmatige bewerkingen in de database mogelijk te maken overeenkomstig bijlage X;
f)
gegevensloggingtests: waarbij wordt getest of het register in staat is de overeenkomstig artikel 73, lid 2, vereiste gegevens vast te stellen en op te slaan. |
4. |
De centrale administrateur vereist dat een register aantoont dat de in bijlage VII bedoelde invoercodes en de in de bijlagen VIII tot en met XI en XI bis bedoelde responscodes in de database van dat register zijn opgenomen en voor de processen juist worden geïnterpreteerd en gebruikt. |
5. |
De testfasen van punt 3 vinden plaats tussen de testafdeling van het register en de testafdeling van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 71. |
6. |
Afzonderlijke tests die als onderdeel van de testfasen van punt 3 worden uitgevoerd, kunnen variëren om rekening te houden met de door een register gebruikte software en hardware. |
7. |
Afzonderlijke tests die als onderdeel van de testfasen van punt 3 plaatsvinden, worden uitgevoerd volgens een vooraf bepaald testplan. Van de resultaten wordt een documentatie bijgehouden die op verzoek aan de centrale administrateur ter beschikking wordt gesteld. Eventuele gebreken in een register, welke gedurende de testfasen van punt 3 worden vastgesteld, moeten worden verholpen voordat een communicatieverbinding tussen dat register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap tot stand wordt gebracht. De registeradministrateur toont aan dat de gebreken zijn verholpen door met succes de in punt 3 bedoelde testfasen af te ronden. |
BIJLAGE XIV
Initialisatieprocedures
1. |
Uiterlijk voor 1 september 2004 verstrekt elke lidstaat de Commissie de volgende gegevens:
a)
naam, adres, plaats, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de registeradministrateur voor zijn register;
b)
adres, plaats, postcode en land van de fysieke locatie van het register;
c)
de uniform resource locator (URL) en de poort(en) van de veilige afdeling en de openbare afdeling van het register, en de URL en de poort(en) van de testafdeling;
d)
beschrijving van de primaire en reserve hardware en software waarvan het register gebruik maakt, en van de hardware en software die de testafdeling ondersteunt overeenkomstig artikel 68;
e)
beschrijving van de systemen en procedures voor de bescherming van alle gegevens, met inbegrip van de frequentie waarmee een back-up van de database wordt gemaakt, en van de systemen en procedures voor de snelle recuperatie van alle gegevens en bewerkingen bij calamiteiten, zoals bedoeld in artikel 68;
f)
beschrijving van het veiligheidsplan van het register dat is opgesteld overeenkomstig de algemene veiligheidsvoorschriften van bijlage XV;
g)
beschrijving van het systeem en de procedures van het register met betrekking tot het beheer van wijzigingen overeenkomstig artikel 72;
h)
door de centrale administrateur gevraagde informatie om digitale certificaten te kunnen verstrekken overeenkomstig bijlage XV. Eventuele latere wijzigingen worden onmiddellijk aan de Commissie meegedeeld. |
2. |
Voor de periode 2005-2007 deelt elke lidstaat de Commissie mee hoeveel emissierechten wegens overmacht moeten worden verleend, nadat de Commissie toestemming heeft gegeven om dergelijke emissierechten te verlenen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 2003/87/EG. |
3. |
Vóór het begin van de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar verstrekt elke lidstaat de Commissie de volgende gegevens:
a)
het totale aantal ERU’s en CER’s dat exploitanten voor elke periode kunnen gebruiken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG;
b)
de reserve voor de verbintenisperiode, welke overeenkomstig besluit 18/CP.7 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC overeen dient te komen met 90 % van de aan de lidstaat toegewezen hoeveelheid of 100 % van het vijfvoud van de meest recente geïnventariseerde hoeveelheid waarover de lidstaat beschikt, naar gelang welke waarde de laagste is. Eventuele latere wijzigingen worden onmiddellijk aan de Commissie meegedeeld. |
Eisen inzake de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan
4. |
Elk nationaal toewijzingsplan wordt ingediend overeenkomstig de in de punten 5 en 7 beschreven formaten. |
5. |
De tabel op basis van het nationale toewijzingsplan wordt bij de Commissie in het volgende formaat ingediend:
a)
het totale aantal verleende emissierechten: in één vak het totale aantal emissierechten dat zal worden verleend voor de periode waarop het nationale toewijzingsplan betrekking heeft;
b)
het totale aantal emissierechten dat niet is toegewezen aan bestaande installaties (reserve): in één vak het totale aantal (verleende of aangekochte) emissierechten dat beschikbaar wordt gehouden voor nieuwkomers of om te worden geveild voor de periode waarop het nationale toewijzingsplan betrekking heeft;
c)
jaren: in afzonderlijke vakken voor elk jaar waarop het nationale toewijzingsplan betrekking heeft, in stijgende volgorde;
d)
installatie-identificatiecode: in afzonderlijke vakken in stijgende volgorde. De vermelde installaties omvatten de overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG unilateraal opgenomen installaties maar niet de overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG tijdelijk uitgesloten installaties;
e)
toegewezen emissierechten: de voor een bepaald jaar aan een bepaalde installatie toe te wijzen emissierechten worden opgenomen in het vak dat het betreffende jaar met de identificatiecode van die installatie verbindt. |
6. |
De in punt 5d) vermelde installaties omvatten de overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG unilateraal opgenomen installaties maar niet de overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG tijdelijk uitgesloten installaties. |
7. |
Het XML-schema voor de indiening van een tabel op basis van een nationaal toewijzingsplan bij de Commissie is: <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>--> <xs:schema targetNamespace="urn:KyotoProtocol:RegistrySystem:CITL:1.0:0.0" xmlns:xs="http://www.w3.org/2001/XMLSchema" xmlns="urn:KyotoProtocol:RegistrySystem:CITL:1.0:0.0" elementFormDefault="qualified"> <xs:simpleType name="ISO3166MemberStatesType"> <xs:restriction base="xs:string"> <xs:enumeration value="AT"/> <xs:enumeration value="BE"/> <xs:enumeration value="BG"/> <xs:enumeration value="CY"/> <xs:enumeration value="CZ"/> <xs:enumeration value="DE"/> <xs:enumeration value="DK"/> <xs:enumeration value="EE"/> <xs:enumeration value="ES"/> <xs:enumeration value="FI"/> <xs:enumeration value="FR"/> <xs:enumeration value="GB"/> <xs:enumeration value="GR"/> <xs:enumeration value="HU"/> <xs:enumeration value="IE"/> <xs:enumeration value="IT"/> <xs:enumeration value="LT"/> <xs:enumeration value="LU"/> <xs:enumeration value="LV"/> <xs:enumeration value="MT"/> <xs:enumeration value="NL"/> <xs:enumeration value="PL"/> <xs:enumeration value="PT"/> <xs:enumeration value="RO"/> <xs:enumeration value="SE"/> <xs:enumeration value="SI"/> <xs:enumeration value="SK"/> </xs:restriction> </xs:simpleType> <xs:simpleType name="AmountOfAllowancesType"> <xs:restriction base="xs:integer"> <xs:minInclusive value="0"/> <xs:maxInclusive value="999999999999999"/> </xs:restriction> </xs:simpleType> <xs:group name="YearAllocation"> <xs:sequence> <xs:element name="yearInCommitmentPeriod"> <xs:simpleType> <xs:restriction base="xs:int"> <xs:minInclusive value="2005"/> <xs:maxInclusive value="2058"/> </xs:restriction> </xs:simpleType> </xs:element> <xs:element name="allocation" type="AmountOfAllowancesType"/> </xs:sequence> </xs:group> <xs:simpleType name="ActionType"> <xs:annotation> <xs:documentation>The action to be undertaken for the installation
For each action, all year of a commitment period need to be given </xs:documentation> </xs:annotation> <xs:restriction base="xs:string"> <xs:enumeration value="A"/> <xs:enumeration value="U"/> <xs:enumeration value="D"/> </xs:restriction> </xs:simpleType> <xs:complexType name="InstallationType"> <xs:sequence> <xs:element name="action" type="ActionType"/> <xs:element name="installationIdentifier"> <xs:simpleType> <xs:restriction base="xs:integer"> <xs:minInclusive value="1"/> <xs:maxInclusive value="999999999999999"/> </xs:restriction> </xs:simpleType> </xs:element> <xs:element name="permitIdentifier"> <xs:simpleType> <xs:restriction base="xs:string"> <xs:minLength value="1"/> <xs:maxLength value="50"/> <xs:pattern value="[A-Z0-9\-]+"/> </xs:restriction> </xs:simpleType> </xs:element> <xs:group ref="YearAllocation" minOccurs="3" maxOccurs="5"/> </xs:sequence> </xs:complexType> <xs:simpleType name="CommitmentPeriodType"> <xs:restriction base="xs:int"> <xs:minInclusive value="0"/> <xs:maxInclusive value="10"/> </xs:restriction> </xs:simpleType> <xs:element name="nap"> <xs:complexType> <xs:sequence> <xs:element name="originatingRegistry" type="ISO3166MemberStatesType"/> <xs:element name="commitmentPeriod" type="CommitmentPeriodType"/> <xs:element name="installation" type="InstallationType" maxOccurs="unbounded"> <xs:unique name="yearAllocationConstraint"> <xs:selector xpath="yearInCommitmentPeriod"/> <xs:field xpath="."/> </xs:unique> </xs:element> <xs:element name="reserve" type="AmountOfAllowancesType"/> </xs:sequence> </xs:complexType> <xs:unique name="installationIdentifierConstraint"> <xs:selector xpath="installation"/> <xs:field xpath="installationIdentifier"/> </xs:unique> </xs:element> </xs:schema>. |
8. |
Als onderdeel van de initialisatieprocedures, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC, deelt de Commissie het secretariaat van het UNFCCC de identificatiecodes van de annuleringsrekeningen, afboekingsrekeningen en vervangingsrekeningen van elk register mee. |
BIJLAGE XV
Veiligheidsnormen
Communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register
1. |
►M1 Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC niet tot stand is gebracht, worden alle processen inzake emissierechten, automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan, geverifieerde emissies en rekeningen afgewikkeld via een communicatieverbinding met de volgende eigenschappen: ◄
a)
De transmissie wordt beveiligd door middel van de SSL (secure socket layer)-technologie met ten minste 128 bit-encryptie.
b)
De identiteit van elk register wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van digitale certificaten voor de verzoeken die uitgaan van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. De identiteit van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van digitale certificaten voor elk verzoek dat uitgaat van een register. De identiteit van elk register wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van een gebruikersnaam en wachtwoord voor elk verzoek dat uitgaat van een register. De identiteit van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van een gebruikersnaam en wachtwoord voor elk verzoek dat uitgaat van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. Digitale certificaten worden door de certificatieautoriteit als geldig geregistreerd. Voor het opslaan van de digitale certificaten en de gebruikersnamen en wachtwoorden wordt gebruik gemaakt van beveiligde systemen, waartoe de toegang beperkt is. Gebruikersnamen en wachtwoorden bevatten ten minste 10 tekens en zijn in overeenstemming met het basisauthentiseringssysteem (basic authentication scheme) van het HTTP (hypertext transfer protocol) (http://www.ietf.org/rfc/rfc2617.txt). |
2. |
Wanneer de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, worden alle processen inzake emissierechten, automatische wijzigingen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan, geverifieerde emissies, rekeningen en Kyoto-eenheden afgewikkeld via een communicatieverbinding waarvan de eigenschappen zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld krachtens Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC. |
Communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de gemachtigde vertegenwoordigers ervan, en elk register en alle gemachtigde vertegenwoordigers in dat register
3. |
De communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de gemachtigde vertegenwoordigers ervan, en tussen een register en de gemachtigde vertegenwoordigers van rekeninghouders, verificateurs en de registeradministrateur, wanneer de gemachtigde vertegenwoordigers toegang verkrijgen vanuit een ander netwerk dan het netwerk dat het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bedient of het netwerk van dat register, moet de volgende eigenschappen hebben:
a)
De transmissie wordt beveiligd door middel van de SSL (secure socket layer)-technologie met ten minste 128 bit-encryptie.
b)
De identiteit van elke gemachtigde vertegenwoordiger wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van gebruikersnamen en wachtwoorden, die door het register als geldig zijn geregistreerd. |
4. |
Het systeem voor het toekennen van gebruikersnamen en wachtwoorden overeenkomstig punt 3b) aan gemachtigde vertegenwoordigers moet de volgende eigenschappen hebben:
a)
Elke gemachtigde vertegenwoordiger heeft te allen tijde een unieke gebruikersnaam en een uniek wachtwoord.
b)
De registeradministrateur houdt een lijst bij van alle gemachtigde vertegenwoordigers die toegang tot het register hebben, met hun toegangsrechten binnen dat register.
c)
Het aantal gemachtigde vertegenwoordigers van de centrale administrateur en registeradministrateur wordt tot een minimum beperkt en toegangsrechten worden uitsluitend op basis van de te vervullen administratieve machtigingstaken verleend.
d)
Eventuele standaardwachtwoorden van de verkoper met toegangsrechten voor de centrale administrateur of registeradministrateur worden onmiddellijk na installatie van de software en hardware voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of het register gewijzigd.
e)
Gemachtigde vertegenwoordigers zijn verplicht tijdelijke wachtwoorden te wijzigen die hun zijn toegekend om voor de eerste maal toegang te verkrijgen tot de veilige afdeling van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of het register, en daarna zijn zij verplicht ten minste om de twee maanden hun wachtwoorden te wijzigen.
f)
Het systeem voor het beheer van wachtwoorden houdt een lijst van vroegere wachtwoorden voor een gemachtigde vertegenwoordiger bij en voorkomt dat de vorige tien wachtwoorden voor die gemachtigde vertegenwoordiger opnieuw worden gebruikt. Wachtwoorden bestaan uit cijfers en letters en bevatten ten minste 8 tekens.
g)
Wachtwoorden verschijnen niet op een computerscherm wanneer zij door een gemachtigde vertegenwoordiger worden ingevoerd en wachtwoordbestanden zijn niet direct zichtbaar voor een gemachtigde vertegenwoordiger van de centrale administrateur of registeradministrateur. |
Communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het grote publiek, en elk register en het grote publiek
5. |
Voor toegang tot de openbare afdeling van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de openbare website van een register is geen authentisering vereist van de gebruikers die het grote publiek vertegenwoordigen. |
6. |
De openbare afdeling van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de openbare afdeling van de website van een register mogen de gebruikers die het grote publiek vertegenwoordigen niet in staat stellen directe toegang te verkrijgen tot gegevens uit de database van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of de database van dat register. Voor toegang tot gegevens die overeenkomstig bijlage XVI algemeen toegankelijk zijn, wordt gebruik gemaakt van een afzonderlijke database. |
Algemene veiligheidsvoorschriften voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register
7. |
Voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register gelden de volgende algemene veiligheidsvoorschriften:
a)
Een firewall schermt het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register af voor het internet en wordt zo strikt mogelijk geconfigureerd om verkeer naar en van het internet te beperken.
b)
Alle knooppunten, werkstations en servers in de netwerken van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register worden regelmatig op virussen gescand. Antivirusprogramma’s worden regelmatig geüpdatet.
c)
Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register zorgen ervoor dat alle knooppunt-, werkstation- en serversoftware correct wordt geconfigureerd en patches routinematig worden geïnstalleerd naarmate functionele en beveiligingsupdates verschijnen.
d)
Indien nodig, nemen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register extra veiligheidsmaatregelen om ervoor te zorgen dat het registersysteem in staat is nieuwe bedreigingen voor de veiligheid af te weren. |
BIJLAGE XVI
Eisen inzake de rapportage van elke registeradministrateur en de centrale administrateur
Algemeen beschikbare informatie uit elk register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
1. |
De centrale administrateur draagt er zorg voor dat de informatie in de punten 2 tot en met 4 bis met betrekking tot het registersysteem in de openbare afdeling van de website van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt. Elke registeradministrateur draagt er zorg voor dat deze informatie met betrekking tot dat register in de openbare afdeling van de website van dat register volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt. |
2. |
In de week nadat de rekening is gecreëerd in een register, wordt voor elke rekening de volgende informatie weergegeven, die wekelijks wordt bijgewerkt:
a)
naam van de rekeninghouder: de houder van de rekening (persoon, exploitant, Commissie, lidstaat); ►M1 voor een exploitanttegoedrekening dient de naam van de rekeninghouder identiek te zijn aan de naam van de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van de desbetreffende vergunning voor broeikasgasuitstoot; ◄
b)
alfanumerieke identificator: de door de rekeninghouder opgegeven identificator voor elke rekening;
c)
naam, adres, plaats, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de primaire en secundaire gemachtigde vertegenwoordigers van de rekening die door de rekeninghouder voor die rekening zijn opgegeven, tenzij de registeradministrateur de rekeninghouders toestaat al deze informatie of een gedeelte daarvan vertrouwelijk te houden en de rekeninghouder de registeradministrateur schriftelijk heeft verzocht al deze informatie of een gedeelte daarvan niet weer te geven. |
3. |
In de week nadat de rekening is gecreëerd in het register, wordt voor elke exploitanttegoedrekening de volgende aanvullende informatie weergegeven, die wekelijks wordt bijgewerkt:
a)
punten 1 tot 4.1, 4.4 tot 5.5 en punt 7 (activiteit 1) van de informatie ter identificatie van de installatie die met de exploitanttegoedrekening is verbonden, zoals vermeld in punt 11.1 van bijlage I bij Beschikking 2004/156/EG van de Commissie;
b)
identificatiecode van de vergunning: de code die aan de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie is toegekend en de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
c)
identificatiecode van de installatie: de code die aan de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie is toegekend en de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
d)
emissierechten en eventuele emissierechten wegens overmacht die overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG zijn toegewezen en verleend aan de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie die voorkomt in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan of een nieuwkomer is, en eventuele correcties op dergelijke toewijzingen;
e)
de datum van inwerkingtreding van de vergunning voor broeikasgasuitstoot en de datum waarop de rekening is geopend. |
4. |
Voor elke exploitanttegoedrekening wordt voor de jaren vanaf 2005 volgens het aangegeven tijdschema de volgende aanvullende informatie weergegeven:
a)
het geverifieerde emissiecijfer van de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie voor het jaar X, alsmede de correcties daarop overeenkomstig artikel 51, wordt vanaf 15 mei van het jaar (X+1) weergegeven; ▼M2 —————
c)
een symbool dat aangeeft of de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie al dan niet overeenkomstig artikel 6, lid 2, onder e), van Richtlijn 2003/87/EG uiterlijk op 30 april van het jaar (X+1) het voor het jaar X benodigde aantal emissierechten heeft ingeleverd en eventuele latere wijzigingen in die toestand krachtens correcties op geverifieerde emissies overeenkomstig artikel 51, lid 4, van deze verordening, vanaf 15 mei van het jaar (X+1). Afhankelijk van het nalevingsstatuscijfer van de installatie en de operationele status van het register worden de volgende symbolen met de volgende verklaringen weergegeven:
Tabel XVI-1: Nalevingsverklaringen
d)
een symbool dat aangeeft of de rekening van de installatie overeenkomstig artikel 27, lid 1, is geblokkeerd, vanaf 31 maart van het jaar (X+1); |
4 bis. |
De volgende algemene informatie wordt weergegeven en uiterlijk 7 werkdagen na een wijziging bijgewerkt:
a)
de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan van elke lidstaat, waarin de toewijzingen aan installaties worden vermeld en de hoeveelheid emissierechten die voor latere toewijzing of verkoop is gereserveerd, wordt weergegeven en bijgewerkt wanneer er een correctie op de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan is, waarbij duidelijk wordt aangegeven waar correcties zijn aangebracht;
b)
de vergoedingen die in elk register in rekening worden gebracht voor het creëren en jaarlijks bijhouden van tegoedrekeningen; geactualiseerde informatie wordt door de registeradministrateur uiterlijk 15 werkdagen na een wijziging in de vergoedingen aan de centrale administrateur meegedeeld;
c)
het type Kyoto-eenheden dat exploitant- en persoonstegoedrekeningen in registers mogen bevatten. |
4 ter. |
De vergoedingen die in elk register in rekening worden gebracht voor de opening en jaarlijkse bijhouding van tegoedrekeningen, worden continu weergegeven. Bijwerking van deze informatie wordt door de registeradministrateur binnen 15 dagen na veranderingen in vergoedingen aan de centrale administrateur meegedeeld. |
Algemeen beschikbare informatie uit elk register
5. |
Elke registeradministrateur draagt er zorg voor dat de in de punten 6 tot 10 bedoelde informatie met betrekking tot het register in de openbare afdeling van de website van dat register volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt. |
6. |
De volgende informatie voor elke projectidentificator voor een overeenkomstig artikel 6 van het Kyoto-protocol uitgevoerde projectactiviteit waarvoor de lidstaat ERU’s heeft verleend, wordt weergegeven in de week nadat ze zijn verleend:
a)
projectnaam: een unieke naam voor het project;
b)
projectlocatie: de lidstaat en de plaats of regio waar het project is gesitueerd;
c)
jaren waarin ERU’s zijn verleend: de jaren waarin ERU’s zijn verleend in verband met een overeenkomstig artikel 6 van het Kyoto-protocol uitgevoerde projectactiviteit;
d)
verslagen: downloadbare elektronische versies van alle algemeen beschikbare documentatie betreffende het project, waaronder begrepen voorstellen, bewaking, verificatie en verlening van ERU’s, in voorkomend geval, met inachtneming van de vertrouwelijkheidsbepalingen in besluit -/CMP.1 [artikel 6] van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen;
e)
een eventuele overeenkomstig Beschikking 2006/780/EG van de Commissie ( 7 ) opgestelde reservetabel. |
7. |
De volgende voor dat register relevante informatie inzake tegoeden en transacties, per eenheidsidentificatiecode die de in bijlage VI vermelde elementen omvat, wordt voor de jaren vanaf 2005 weergegeven volgens het onderstaande tijdschema:
a)
de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s in elke rekening (persoonstegoed, exploitanttegoed, partijtegoed, annulering, vervanging of afboeking) op 1 januari van het jaar X wordt vanaf 15 januari van het jaar (X+5) weergegeven;
b)
de totale hoeveelheid AAU’s die in het jaar X zijn verleend op basis van de overeenkomstig artikel 7 van Beschikking 280/2004/EG toegewezen hoeveelheid, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
c)
de totale hoeveelheid ERU’s die in het jaar X zijn verleend op basis van de overeenkomstig artikel 6 van het Kyoto-protocol uitgevoerde projectactiviteit, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
d)
de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X uit andere registers zijn verworven en de identiteit van de overdrachtsrekeningen en registers, vanaf 15 januari van het jaar (X+5);
e)
de totale hoeveelheid RMU’s die in het jaar X zijn verleend op basis van elke activiteit zoals bedoeld in artikel 3, leden 3 en 4 van het Kyoto-protocol, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
f)
de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X naar andere registers zijn overgedragen en de identiteit van de verwervingsrekeningen en registers, vanaf 15 januari van het jaar (X+5);
g)
de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X zijn geannuleerd op basis van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, leden 3 en 4 van het Kyoto-protocol, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
h)
de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X zijn geannuleerd, nadat het nalevingscomité van het Kyoto-protocol heeft vastgesteld dat de lidstaat niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen overeenkomstig artikel 3, lid 1 van het Kyoto-protocol, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
i)
de totale hoeveelheid overige ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s, of emissierechten, die in het jaar X zijn geannuleerd en de verwijzing naar het artikel op grond waarvan deze Kyoto-eenheden of emissierechten krachtens deze verordening zijn geannuleerd, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
j)
de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s, RMU’s en emissierechten die in het jaar X zijn afgeboekt, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
k)
de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s die in het jaar X zijn overgebracht van de vorige verbintenisperiode, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);
l)
de totale hoeveelheid emissierechten van de vorige verbintenisperiode die in het jaar X zijn geannuleerd en vervangen, vanaf 15 mei van het jaar X;
m)
lopende tegoeden aan ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s in elke rekening (persoonstegoed, exploitanttegoed, partijtegoed, annulering of afboeking) op 31 december van het jaar X, vanaf 15 januari van het jaar (X+5). |
8. |
De lijst van personen die door de lidstaat zijn gemachtigd om onder zijn verantwoordelijkheid ERU’s, CER’s, AAU’s en/of RMU’s te bezitten, wordt weergegeven in de week nadat die machtigingen zijn verleend en wordt wekelijks bijgewerkt. |
9. |
Het totale aantal CER’s en ERU’s welke exploitanten voor elke periode mogen gebruiken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, wordt weergegeven in overeenstemming met artikel 30, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG. |
10. |
De reserve voor de verbintenisperiode, welke overeenkomstig besluit 18/CP.7 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC overeen dient te komen met 90 % van de aan de lidstaat toegewezen hoeveelheid of 100 % van het vijfvoud van de meest recente geïnventariseerde hoeveelheid waarover de lidstaat beschikt, naar gelang welke waarde de laagste is, en het aantal Kyoto-eenheden waarmee de lidstaat de reserve voor de verbintenisperiode overschrijdt, en er dus aan voldoet, worden op verzoek weergegeven. |
Algemeen beschikbare informatie uit het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
11. |
De centrale administrateur draagt er zorg voor dat de informatie in punt 12 met betrekking tot het registersysteem in de openbare afdeling van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt. |
12. |
Voor elke afgeronde transactie die relevant is voor het registersysteem voor het jaar X wordt de volgende informatie weergegeven vanaf 15 januari van het jaar (X+5):
a)
identificatiecode van de overdrachtsrekening: de aan de rekening toegekende code die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
b)
identificatiecode van de verwervingsrekening: de aan de rekening toegekende code die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
c)
naam van de houder van de overdrachtsrekening: de houder van de rekening (persoon, exploitant, Commissie, lidstaat);
d)
naam van de houder van de verwervingsrekening: de houder van de rekening (persoon, exploitant, Commissie, lidstaat);
e)
emissierechten of Kyoto-eenheden waarop de transactie betrekking heeft, per eenheidsidentificatiecode die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
f)
identificatiecode van de transactie: de aan de transactie toegekende code die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;
g)
datum en tijdstip waarop de transactie is afgerond (Greenwichtijd);
h)
procestype: de categorisering van een proces, met inbegrip van de in bijlage VII vermelde elementen. |
12 bis. De centrale administrateur stelt op de publiek toegankelijke ruimte op de website van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap de volgende informatie beschikbaar:
vanaf 30 april van het jaar (X+1) informatie die aangeeft welk percentage van de in elke lidstaat voor het jaar X ingeleverde emissierechten niet vóór de inlevering is overgedragen;
één cijfer dat het totale aantal emissierechten, ERU's en CER's aangeeft dat in alle registers op alle exploitant- en persoonstegoedrekeningen op de dag voordien aanwezig was.
Informatie uit elk register die aan de rekeninghouders ter beschikking moet worden gesteld
13. |
Elke registeradministrateur draagt er zorg voor dat de informatie in punt 14 met betrekking tot het register in de veilige afdeling van de website van dat register volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt. |
14. |
De volgende elementen voor elke rekening, per eenheidsidentificatiecode die de in bijlage VI vermelde elementen omvat, worden op verzoek van de rekeninghouder uitsluitend voor die rekeninghouder weergegeven:
a)
lopende tegoeden aan emissierechten of Kyoto-eenheden;
b)
lijst van voorgestelde transacties waartoe die rekeninghouder het initiatief heeft genomen, met voor elke voorgestelde transactie de elementen in punt 12a) tot f), de datum en het tijdstip waarop de transactie is voorgesteld (Greenwichtijd), de huidige status van die voorgestelde transactie en eventuele responscodes die na de overeenkomstig bijlage IX verrichte controles zijn teruggezonden;
c)
lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden welke door die rekening zijn verworven als gevolg van afgeronde transacties, met vermelding van de elementen in punt 12a) tot g) voor elke transactie;
d)
lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden welke uit die rekening zijn overgedragen als gevolg van afgeronde transacties, met vermelding van de elementen in punt 12a) tot g) voor elke transactie. |
( 1 ) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
( 2 ) PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.
( 3 ) PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.
( 4 ) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
( 5 ) PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.
( 6 ) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
( 7 ) PB L 316 van 16.11.2006, blz. 12.