02004R0282 — NL — 17.10.2019 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) Nr. 282/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 februari 2004

betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 049 van 19.2.2004, blz. 11)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 585/2004 VAN DE COMMISSIE van 26 maart 2004

  L 91

17

30.3.2004

►M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1714 VAN DE COMMISSIE van 30 september 2019

  L 261

1

14.10.2019




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 282/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 februari 2004

betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Kennisgeving van de aankomst van de dieren met behulp van het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst

▼M2

1.  In het kader van het binnenbrengen in de Gemeenschap van uit een derde land afkomstige dieren als bedoeld in Richtlijn 91/496/EEG maakt de belanghebbende bij de lading in de zin van de definitie in artikel 2, lid 2, onder e), van Richtlijn 97/78/EG hiervan uiterlijk één werkdag voor de verwachte aankomst van het (de) dier(en) op het grondgebied van de Gemeenschap melding. De kennisgeving geschiedt aan het keuringspersoneel van de grensinspectiepost, onder gebruikmaking van een document dat is opgesteld overeenkomstig één van de modellen van het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst (GVDB) die zijn vastgelegd in bijlage I en bijlage III, deel 2.

▼B

2.  Het GVDB wordt afgegeven overeenkomstig de algemene certificeringsvoorschriften neergelegd in de desbetreffende communautaire wetgeving.

3.  Het GVDB bestaat uit een origineel en evenveel kopieën als door de bevoegde autoriteit nodig worden geacht om aan de vereisten van deze verordening te voldoen. De belanghebbende bij de lading vult deel 1 van het vereiste aantal exemplaren van het GVDB in en zendt deze door naar de verantwoordelijke dierenarts van de grensinspectiepost.

4.  Onverminderd het bepaalde in lid 1 en lid 3 kunnen de gegevens in het document vooraf via telecommunicatie of andere middelen worden meegedeeld, mits de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat daarmee instemmen. Als dit het geval is, moet de in elektronische vorm meegedeelde informatie precies dezelfde zijn als de voor deel 1 van het model van het GVDB vereiste informatie.

Artikel 2

Veterinaire controles

De veterinaire controles en de laboratoriumanalyses vinden plaats overeenkomstig de bepalingen van Beschikking 97/794/EG van de Commissie ( 1 ).

Artikel 3

Te volgen procedures na afloop van de veterinaire controles

1.  Na uitvoering van de in artikel 4 van Richtlijn 91/496/EEG bedoelde veterinaire controles wordt onder de verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts van de grensinspectiepost deel 2 van het GVDB ingevuld en ondertekend, hetzij door hemzelf, hetzij door een andere officiële dierenarts die onder zijn toezicht werkzaam is.

Indien de invoer wordt geweigerd, wordt, zodra de desbetreffende gegevens bekend zijn, het vak „Informatie terugzending” in deel 3 van het GVDB ingevuld. Deze gegevens worden geïntegreerd in het systeem voor de uitwisseling van informatie, bedoeld in artikel 20 van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad ( 2 ).

2.  Het originele GVDB bestaat uit de naar behoren ingevulde en ondertekende delen 1 en 2.

3.  De officiële dierenarts, de importeur of de belanghebbende bij de lading brengen de douaneautoriteiten van de grensinspectiepost vervolgens op de hoogte van de veterinaire beslissing over de zending, hetzij door overlegging van het originele GVDB, hetzij langs elektronische weg.

4.  In geval van een gunstige veterinaire beslissing en na instemming van de douaneautoriteiten vergezelt het originele GVDB de dieren tot de op het document aangegeven eindbestemming.

5.  De officiële dierenarts van de grensinspectiepost bewaart een kopie van het GVDB.

6.  De importeur of de belanghebbende bij de lading ontvangt een kopie van het GVDB, alsook, indien nodig, overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 91/496/EEG, een kopie van de veterinaire invoercertificaten.

7.  De officiële dierenarts bewaart het originele veterinaire certificaat of de documenten die de dieren vergezellen, alsook een kopie van het GVDB, gedurende ten minste drie jaar. Voor zendingen van dieren die worden doorgevoerd of overgeladen en waarvan de uiteindelijke bestemming buiten de Gemeenschap ligt, blijven de originele veterinaire documenten van de dieren bij aankomst, de zending evenwel verder vergezellen en worden in de grensinspectiepost slechts kopieën ervan bewaard.

Artikel 4

Te volgen procedures voor dieren die onder douanecontrole of onder speciaal toezicht staan

Voor dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht en waarvoor een afwijking geldt van de verplichting tot een overeenstemmingscontrole en/of een fysieke controle overeenkomstig artikel 4, lid 3, of artikel 8, deel A, punt 1, letter b), onder ii), van Richtlijn 91/496/EEG, licht de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst in de Gemeenschap de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van bestemming in voorkomend geval in over een positieve controle van de documenten. Deze informatie geschiedt aan de hand van het in artikel 20 van Richtlijn 90/425/EEG bedoelde systeem voor de uitwisseling van informatie. De officiële dierenarts van de grensinspectiepost van bestemming geeft dan een GVDB af met de uiteindelijke veterinaire beslissing over de toestemming voor het binnenbrengen van de dieren. Indien de zending niet aankomt of indien de zending kwantitatief of kwalitatief niet met de aangekondigde zending overeenstemt, vult de bevoegde autoriteit van de grensinspectiepost van bestemming deel 3 van het GVDB in.

In het geval van doorvoer biedt de belanghebbende bij de lading de zending aan bij de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van vertrek. De officiële dierenarts van de grensinspectiepost die bij het vertrek van de dieren uit de Gemeenschap wordt ingelicht over hun doorvoer naar een derde land, vult deel 3 van het GVDB in. Hij informeert met behulp van het GVDB de officiële dierenarts van de grensinspectiepost waar de zich in doorvoer bevindende dieren de Gemeenschap waren binnengekomen.

De officiële dierenartsen van de bevoegde autoriteit op de plaats van bestemming die zijn ingelicht over de aankomst van dieren die bestemd zijn voor een slachthuis, voor een in de zin van Beschikking 2000/666/EG van de Commissie ( 3 ) erkend quarantainestation, of voor in hun bevoegdheidsgebied gelegen officieel erkende instellingen, instituten of centra als bedoeld in Richtlijn 92/65/EEG van de Raad ( 4 ), vullen deel 3 van het GVDB in indien de zending niet aankomt, of indien de zending kwantitatief of kwalitatief niet met de aangekondigde zending overeenstemt.

Artikel 5

Coördinatie tussen met de controles belaste bevoegde autoriteiten

Om te garanderen dat alle dieren die de Gemeenschap worden binnengebracht aan een veterinaire controle worden onderworpen, werken de bevoegde autoriteit en de officiële dierenartsen van elke lidstaat samen met andere controlediensten om alle relevante gegevens over de invoer van dieren te verzamelen. Dit betreft met name de volgende gegevens:

a) informatie waarover de douanediensten beschikken;

b) gegevens uit de vrachtbrieven van vaartuigen, treinen of vliegtuigen;

c) andere informatiebronnen die ter beschikking staan van exploitanten van vervoer over de weg of per spoor, in havens of op luchthavens.

Artikel 6

Toegang tot de gegevensbanken en deelname aan de informatiesystemen

Om het doel van artikel 5 te realiseren, organiseren de bevoegde autoriteiten en de douanediensten van de lidstaten de uitwisseling van de in hun gegevensbanken opgenomen gegevens. Met het oog op een snellere informatieoverdracht worden de informaticasystemen van de bevoegde autoriteit voorzover mogelijk en met inachtneming van de gegevensbeveiliging gecoördineerd met de informaticasystemen van de douanediensten en de handelaren.

Artikel 7

Gebruikmaking van elektronische certificering

De productie, het gebruik, het doorsturen en het bewaren van het GVDB kunnen langs elektronische weg gebeuren, na instemming van de bevoegde autoriteit.

De overdracht van gegevens tussen de bevoegde autoriteiten geschiedt via het in artikel 20 van Richtlijn 90/425/EEG bedoelde systeem voor de uitwisseling van informatie.

▼M2

Artikel 7 bis

Voorschriften voor het invullen van een elektronisch GVDB

1.  Indien een elektronisch GVDB wordt gebruikt, moet dat in Traces worden ingevuld en aan elk van de volgende voorschriften voldoen:

a) het is in overeenstemming met het model dat is vastgelegd in bijlage III, deel 2;

b) het draagt de elektronische handtekening van de voor de lading verantwoordelijke exploitant;

c) het draagt de geavanceerde of gekwalificeerde elektronische handtekening van de officiële dierenarts van de grensinspectiepost of van een andere officiële dierenarts die onder haar/zijn toezicht werkzaam is;

d) het draagt het geavanceerd of gekwalificeerd elektronisch zegel van de bevoegde autoriteit die het GVDB afgeeft en waaraan de officiële dierenarts van de grensinspectiepost of een andere officiële dierenarts die onder haar/zijn toezicht werkzaam is, verbonden is;

e) het is door Traces verzegeld met een geavanceerd of gekwalificeerd elektronisch zegel.

2.  Elk van de in lid 1 bedoelde handelingen wordt voorzien van een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel.

▼M1

Artikel 8

Gedurende de periode voorafgaande aan 1 mei 2004 is deze verordening niet van toepassing op de in bijlage II opgenomen grensinspectieposten, die bij de toetreding van Hongarije, Polen, Tsjechië, Slowakije en Slovenië zullen worden opgeheven.

▼B

Artikel 9

Intrekking

Beschikking 92/527/EEG wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking worden geacht naar deze verordening te zijn gedaan.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

image

image

▼B

image

image

image

image




BIJLAGE II



País: Alemania — Land: Tyskland — Land: Deutschland — Χώρα: Γερμανία — Country: Germany — Pays: Allemagne — Paese: Germania — Land: Duitsland — País: Alemanha — Maa: Saksa — Land: Tyskland

1

2

3

4

5

6

Dresden Friedrichstadt

0153499

F

 

HC, NHC

 

Forst

0150399

R

 

HC, NHC-NT

U, E, O

Frankfurt/Oder

0150499

F

 

HC, NHC

 

Frankfurt/Oder

0150499

R

 

HC, NHC

U, E, O

Furth im Wald-Schafberg

0149399

R

 

HC, NHC

U, E, O

Ludwigsdorf Autobahn

0152399

R

 

HC, NHC

U, E, O

Pomellen

0151299

R

 

HC, NHC-T(FR), NHC-NT

U, E, O

Schirnding-Landstraße

0149799

R

 

HC, NHC

O

Waidhaus

0150099

R

 

HC, NHC

U, E, O

Zinnwald

0152599

R

 

HC, NHC

U, E, O



País: Italia — Land: Italien — Land: Italien — Χώρα: Ιταλία — Country: Italy — Pays: Italie — Paese: Italia — Land: Italië — País: Itália — Maa: Italia — Land: Italien

1

2

3

4

5

6

Gorizia

0301199

R

 

HC, NHC

U, E, O

Prosecco-Fernetti

0302399

R

Prodotti HC

HC

 

 

Prodotti NHC

NHC

 

 

Altri Animali

 

O

 

Tomaso Prioglio Spa

 

U, E



País: Austria — Land: Østrig — Land: Österreich — Χώρα: Αυστρία — Country: Austria — Pays: Autriche — Paese: Austria — Land: Oostenrijk — País: Áustria — Maa: Itävalta — Land: Österrike

1

2

3

4

5

6

Berg

1300199

R

 

HC, NHC

U, E, O

Deutschkreutz

1300399

R

 

HC(2), NHC-NT

E, O, U(13)

Drasenhofen

1300499

R

 

HC, NHC

U, E, O

Heiligenkreuz

1300299

R

 

HC(2), NHC, (18)

 

Hohenau

1300799

F

 

 

U

Karawankentunnel

1300899

R

 

HC(2), NHC-NT

E, O, U(13)

Nickelsdorf

1301099

R

 

HC, NHC

U, E, O

Sopron

1301199

F

 

HC(2), NHC-NT

 

Spielfeld

1301299

R

 

HC, NHC

U, E, O

Villach-Süd

1301499

F

 

HC-NT, NHC-NT

 

Wien-ZB-Kledering

1300599

F

 

HC(2), NHC-NT

 

Wullowitz

1301699

F

 

NHC-NT(6)

 

Wullowitz

1301699

R

 

HC, NHC-NT

E, O, U(13)

Berg

1300199

R

 

HC, NHC

U, E, O

▼M2




BIJLAGE III

DEEL 1

Richtsnoeren met betrekking tot het gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst voor dieren — model 2 (GVDB-A2)

Algemeen

De in deel I gespecificeerde gegevens vormen de data dictionaries voor de elektronische versie van het GVDB-A2.

Papieren exemplaren van een elektronisch GVDB-A2 moeten een uniek machineleesbaar optisch etiket dragen dat naar de elektronische versie verwijst.

Van de vakken I.20 tot en met I.26 en II.9 tot en met II.16 moet telkens één vak worden geselecteerd; selecteer voor elk vak één optie.

Als in een vak meerdere opties kunnen worden geselecteerd, worden in de elektronische versie van het GVDB-A2 alleen de geselecteerde opties weergegeven.

Als een vak niet verplicht is, wordt de inhoud ervan weergegeven als doorgehaalde tekst.

De volgorde van de vakken in het model van het GVDB-A2 en de grootte en vorm van die vakken zijn indicatief.

Als een stempel vereist is, is het elektronische equivalent daarvan een elektronisch zegel.



DEEL I — BESCHRIJVING VAN DE ZENDING

Vak

Omschrijving

I.1

Verzender/exporteur

 

Vermeld de commerciële organisatie (in het derde land) die de zending verstuurt.

I.2

Referentienummer GVDB

 

Dit is de unieke alfanumerieke code die door Traces wordt toegewezen en in de vakken II.2 en III.2 wordt herhaald.

I.3

Lokaal referentienummer

 

Vermeld de door de bevoegde autoriteit toegewezen unieke alfanumerieke code.

I.4

Buitengrensinspectiepost

 

Selecteer de naam van de buitengrensinspectiepost (BIP).

I.5

Code buitengrensinspectiepost

 

Dit is de unieke alfanumerieke code die door Traces aan de BIP wordt toegewezen (en die in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt).

I.6

Geadresseerde/importeur

 

Vermeld het adres van de persoon of de commerciële organisatie die op het certificaat voor het derde land is aangegeven. Al deze gegevens zijn verplicht.

I.7

Plaats van bestemming

 

De plaats waar de dieren naartoe worden gebracht voor de laatste lossing (controleposten niet meegerekend) en waar zij zullen worden gehouden overeenkomstig de geldende regels.

Naam, land, adres en postcode vermelden.

De plaats van bestemming kan dezelfde zijn als de locatie van de geadresseerde.

I.8

Voor de lading verantwoordelijke exploitant

 

Dit is de persoon (ook vertegenwoordiger of declarant) die verantwoordelijk is voor de zending wanneer die wordt aangeboden in de grensinspectiepost en die de nodige verklaringen aflegt aan de bevoegde autoriteiten namens de importeur: vermeld naam en adres.

Deze persoon moet de BIP overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), van Richtlijn 91/496/EEG in kennis stellen.

De belanghebbende bij de lading en de geadresseerde kunnen dezelfde persoon zijn.

I.9

Begeleidende documenten

 

Nummer: vermeld het unieke officiële nummer van het certificaat.

Datum van afgifte: dit is de datum waarop het certificaat/document is ondertekend door de officiële dierenarts of de bevoegde autoriteit.

Begeleidende documenten: dit betreft voornamelijk bepaalde typen paarden (paardenpaspoort), zoötechnische documenten of Cites-vergunningen.

Referentienummer commerciële documenten: het nummer van de luchtvrachtbrief, het nummer van de zeevrachtbrief of het commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig.

I.10

Voorafgaande kennisgeving

 

Vermeld de datum en het tijdstip waarop de zendingen waarschijnlijk zullen aankomen in de BIP.

Importeurs of hun vertegenwoordigers moeten (op grond van artikel 3, lid 1, onder a), van Richtlijn 91/496/EEG) het veterinaire personeel van de BIP waar de dieren zullen worden aangeboden, één werkdag van tevoren in kennis stellen van het aantal en het soort dieren, alsmede van het vermoedelijke tijdstip van aankomst.

I.11

Land van oorsprong

 

Dit is het land waar de dieren de vereiste periode hebben doorgebracht (drie maanden in het geval van voor de slacht bestemde runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen; fok-, gebruiks- of geregistreerde paardachtigen, en pluimvee; zes maanden in het geval van fok- en gebruiksrunderen en -varkens; fok-, gebruiks- en mestschapen en -geiten).

In het geval van paarden die opnieuw worden binnengebracht, is dit het land van waaruit zij het laatst zijn verzonden.

I.12

Regio van oorsprong

 

De regio waar de dieren dezelfde periode hebben doorgebracht die voor het land is gespecificeerd. Dit is alleen een vereiste voor landen die opgedeeld zijn in regio’s en waarvoor de invoer slechts uit een of meer delen is toegestaan. De codes van de regio’s zijn vermeld in de desbetreffende voorschriften.

I.13

Vervoermiddelen

 

Vermeld de details van het vervoermiddel voor vervoer naar de BIP:

De vervoerswijze (lucht, zee, spoor, weg).

Identificatie van het vervoermiddel: voor vervoer via de lucht, het vluchtnummer; voor vervoer via de zee, de naam van het vaartuig; voor vervoer via het spoor, het nummer van de trein en de wagon; voor vervoer via de weg, het registratienummer van het wegvoertuig en in voorkomend geval het nummer van de aanhanger.

I.14

Niet van toepassing

I.15

Inrichting van oorsprong

 

Dit vak kan worden gebruikt om de naam, het adres (straat, gemeente en regio/provincie/deelstaat, naargelang het geval), het land en de ISO-landcode van de inrichting(en) van oorsprong te vermelden.

Vermeld in voorkomend geval het registratie- of erkenningsnummer.

I.16

Niet van toepassing

I.17

Containernummer/zegelnummer

 

Vermeld alle zegelnummers en containernummers voor zover dat relevant is.

Vermeld voor een officieel zegel het in het officiële certificaat vermelde officiële zegelnummer en selecteer „officieel zegel” of vermeld een ander zegel zoals aangegeven in de begeleidende documenten.

I.18

Gecertificeerd als of voor

 

Vermeld de informatie zoals aangegeven in het certificaat overeenkomstig de vastgestelde regels.

Een „op grond van Richtlijn 92/65/EEG erkende instelling” is een officieel erkende instelling, officieel erkend instituut of officieel erkend centrum. „Quarantaine” verwijst naar Verordening (EU) nr. 139/2013 (1) voor bepaalde vogels en naar Richtlijn 92/65/EEG voor vogels, katten en honden. „Heruitzetting” is van toepassing op weekdieren. „Andere” betreft doeleinden die niet elders in deze classificatie worden vermeld.

I.19

Niet van toepassing

I.20

Voor overlading

 

Gebruik dit vak, overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Richtlijn 91/496/EEG, indien een zending niet via deze BIP wordt ingevoerd en de dieren via de zee of de lucht met hetzelfde vaartuig respectievelijk hetzelfde vliegtuig verder reizen naar een andere BIP voor invoer in de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. Vermeld het door Traces toegewezen nummer van de eenheid — zie vak I.5.

Dit vak kan ook gebruikt worden wanneer dieren uit een derde land in de EU/EER aankomen op weg naar een ander derde land waarnaar zij in hetzelfde lucht- of zeevaartuig reizen.

I.21

Niet van toepassing

I.22

Voor doorvoer naar

 

Dit betreft de doorvoer door de EU/EER van dieren die afkomstig zijn uit een derde land en bestemd zijn voor een ander derde land overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 91/496/EEG. Vermeld de ISO-code van het derde land van bestemming.

BIP van uitgang: naam van de BIP waar de dieren de EU verlaten.

I.23

Voor de interne markt

 

Selecteer dit vak indien de zending bestemd is om in de Unie in de handel te worden gebracht.

I.24

Niet van toepassing

I.25

Voor opnieuw binnenbrengen

 

Opnieuw binnenbrengen is alleen van toepassing op geregistreerde paarden die na tijdelijke uitvoer opnieuw worden binnengebracht voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties (Verordening (EU) 2018/659 (2)).

I.26

Voor tijdelijke toelating

 

Tijdelijke toelating is alleen van toepassing op geregistreerde paarden. Vermeld het punt en de datum (minder dan 90 dagen na de toelating) van uitgang.

I.27

Vervoermiddelen na BIP

 

Vermeld het vervoermiddel dat na het passeren van de BIP wordt gebruikt alsook de kenmerken ervan (zie richtsnoer voor vak I.13).

„Andere” betekent vervoermiddelen waarop Verordening (EG) nr. 1/2005 (3) inzake het welzijn van dieren tijdens het vervoer niet van toepassing is.

I.28

Vervoerder

 

Vermeld het erkenningsnummer van de vervoerder overeenkomstig de regelgeving inzake dierenwelzijn; bij vervoer per vliegtuig moet de maatschappij lid zijn van IATA.

I.29

Datum van vertrek

 

Dit vak kan worden gebruikt om de verwachte datum en het verwachte tijdstip van vertrek uit de BIP te vermelden.

I.30

Journaal

 

Geef aan of een reisschema wordt gepresenteerd dat de dieren overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1/2005 vergezelt.

I.31

Beschrijving van de zending

 

Soort: specificeer de diersoort met de gebruikelijke naam en zo nodig het ras.

Geef voor niet-huisdieren (met name voor dieren die bestemd zijn voor dierentuinen, tentoonstellingen of onderzoeksinstellingen) ook de wetenschappelijke naam.

I.32

Totaal aantal verpakkingen

 

Vermeld het aantal dozen, hokken of boxen waarin de dieren worden vervoerd.

I.33

Totale hoeveelheid

 

Vermeld het aantal of het gewicht in kg zoals aangegeven in het veterinair certificaat of in andere documenten.

I.34

Totaal nettogewicht/totaal brutogewicht (kg)

 

Dit vak kan worden gebruikt om:

het totale nettogewicht te vermelden (d.w.z. de massa van de dieren zelf, zonder de onmiddellijke verpakkingen of andere verpakkingen);

het totale brutogewicht te vermelden (d.w.z. de totale massa van de dieren plus de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen, maar exclusief de transportcontainers of andere transportmiddelen).

I.35

Verklaring

 

Ondergetekende, belanghebbende bij de hierboven omschreven lading, verklaart dat, voor zover zij/hij weet, de in deel I van dit document opgenomen verklaringen waar en volledig zijn en stemt ermee in de wettelijke voorschriften van Richtlijn 91/496/EEG na te leven, inclusief betaling voor veterinaire controles, alsook voor terugzending van zendingen, voor quarantaine of isolatie van de dieren, of zo nodig de kosten van euthanasie en vernietiging.

Hierdoor verbindt de ondertekenaar zich ertoe ook teruggezonden zendingen in doorvoer die geen toegang krijgen tot een derde land, terug te nemen.

(1)   Uitvoeringsverordening (EU) nr. 139/2013 van de Commissie van 7 januari 2013 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Unie en de desbetreffende quarantainevoorschriften (PB L 47 van 20.2.2013, blz. 1).

(2)   Uitvoeringsverordening (EU) 2018/659 van de Commissie van 12 april 2018 betreffende de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen (PB L 110 van 30.4.2018, blz. 1).

(3)   Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).



DEEL II — CONTROLES

Vak

Omschrijving

II.1

Vorig GVDB

 

Dit is de unieke alfanumerieke code die door Traces wordt toegewezen aan het GVDB dat wordt gebruikt wanneer een zending wordt opgesplitst of in het geval van overlading (indien officiële controles worden uitgevoerd), vervanging of annulering.

II.2

Referentienummer GVDB

 

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2 wordt vermeld.

II.3

Documentencontrole

 

In te vullen voor alle zendingen. Dit omvat ook de controle van de naleving van de nationale voorschriften ongeacht de eindbestemming. De voor deze controle benodigde documenten worden verstrekt door de importeur of diens vertegenwoordiger.

II.4

Overeenstemmingscontrole

 

Vergelijk met de originele certificaten en documenten.

Afwijking: selecteer dit vak voor dieren die overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Richtlijn 91/496/EEG zonder overeenstemmingscontrole van de ene BIP naar een andere worden overgeladen.

II.5

Fysieke controle

 

Dit omvat het resultaat van het klinische onderzoek en het sterfte- en ziektecijfer van de dieren.

Afwijking: selecteer dit vak voor dieren die overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Richtlijn 91/496/EEG zonder fysieke controle van de ene BIP naar een andere worden overgeladen. Dit vak moet ook worden gebruikt voor diersoorten die niet onder bijlage A bij Richtlijn 90/425/EEG vallen, die worden ingevoerd via een BIP van een lidstaat die niet de eindbestemming is, en waarvan de fysieke controle overeenkomstig artikel 8, punt A, 1, onder b), ii), van Richtlijn 91/496/EEG pas moet worden uitgevoerd op de definitieve plaats van bestemming.

II.6

Laboratoriumtest

 

Getest op: vermeld de categorie van de stof of het pathogeen waarvoor een onderzoeksprocedure is aangevat.

„Steekproef” wijst op een maandelijkse monstername overeenkomstig Beschikking 97/794/EG.

De vermelding „verdenking” omvat gevallen waarin de dieren verdacht worden van ziekte, ziektesymptomen vertonen of in het kader van de geldende vrijwaringsmaatregelen worden getest.

Nog niet beschikbaar: duid dit aan als de dieren in afwachting van de resultaten niet verder worden vervoerd.

II.7

Controle op het welzijn

 

Beschrijf de omstandigheden tijdens het vervoer en het welzijn van de dieren bij aankomst.

Afwijking: selecteer dit vak voor dieren die zonder controle van hun welzijn van de ene BIP naar een andere worden overgeladen.

II.8

Gevolgen van het vervoer voor de dieren

 

Geef het aantal dode dieren, niet voor vervoer geschikte dieren, geboorten en abortussen tijdens het vervoer aan. Geef voor dieren die in grote aantallen worden verzonden (eendagskuikens, vissen, weekdieren enz.) eventueel een schatting van het aantal niet voor vervoer geschikte of dode dieren.

II.9

Toegelaten voor overlading

 

Vul in voorkomend geval in om de aanvaardbaarheid voor overlading, zoals gedefinieerd in vak I.20, aan te geven.

II.10

Niet van toepassing

II.11

Toegelaten voor doorvoer

 

Vul in voorkomend geval de lidstaten van doorvoer in overeenkomstig het reisschema.

II.12

Toegelaten voor de interne markt

 

Vul dit vak in indien de dieren naar een gecontroleerde bestemming (slachthuis, erkende instelling of quarantaine, zoals gedefinieerd in vak I.18) worden gezonden die toegelaten is voor invoer onder specifieke voorwaarden.

II.13

Niet van toepassing

II.14

Niet van toepassing

II.15

Toegelaten voor tijdelijke toelating

 

Dit vak heeft alleen betrekking op geregistreerde paarden. Zij mogen slechts tot de in vak I.26 vermelde datum, maximaal 90 dagen, op het grondgebied van de EU/EER verblijven.

II.16

Niet toegelaten

 

Gebruik dit vak voor zendingen die niet aan de EU-voorschriften voldoen of die verdacht zijn.

Wanneer invoer wordt geweigerd, duidelijk vermelden welke maatregelen moeten worden toegepast. „Slacht” betekent dat het vlees van de dieren na een gunstig advies van de gezondheidsinspectie voor menselijke consumptie in aanmerking kan komen. „Euthanasie” betekent vernietiging of doding van dieren waarvan het vlees niet voor menselijke consumptie in aanmerking komt.

II.17

Reden voor weigering

 

Vul dit vak in voorkomend geval in om extra informatie te verstrekken. Het gewenste vakje selecteren.

„Geen/ongeldig certificaat” heeft betrekking op invoer- of doorvoercertificaten die door derde landen of de lidstaten worden geëist.

II.18

Details gecontroleerde bestemmingen

 

Vermeld het erkenningsnummer en het adres met de postcode voor al deze bestemmingen waarvoor een extra veterinaire controle vereist is. Dit betreft de vakken II.9, II.11, II.12 en II.15. Voor vak II.15 volstaat het adres van de eerste inrichting. Voor gevoelige instellingen die anoniem moeten blijven, moet het toegekende nummer worden aangegeven zonder enig adres.

II.19

Zending opnieuw verzegeld

 

Dit vak invullen wanneer het originele zegel op een zending vernietigd is bij het openen van de container. Er moet een geconsolideerde lijst van alle in dit verband gebruikte zegels worden bewaard.

II.20

Identificatie BIP

 

Officieel stempel van de BIP of de bevoegde autoriteit.

II.21

Certificerend functionaris

 

Naam en handtekening van de officiële dierenarts en de datum.

II.22

Inspectiekosten

 

Voor intern gebruik.

II.23

Referentie douanedocument

 

In te vullen door de douaneautoriteit die hierin relevante informatie kunnen vermelden (bv. het nummer van de douanecertificaten T1 of T5) wanneer zendingen gedurende enige tijd onder douanetoezicht blijven. Deze informatie wordt normaal toegevoegd nadat de dierenarts het certificaat heeft ondertekend.

II.24

Volgend GVDB

 

Vermeld de alfanumerieke code van een of meer „dochter”-GVDB’s.



DEEL III — FOLLOW-UP

Vak

Omschrijving

III.1

Vorig GVDB

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak II.1 wordt vermeld.

III.2

Referentienummer GVDB

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2 wordt vermeld.

III.3

Volgend GVDB

Vermeld de alfanumerieke code van een of meer GVDB’s zoals vermeld in vak II.24.

III.4

Gegevens betreffende de terugzending

Vermeld het gebruikte vervoermiddel, de identificatiegegevens daarvan, het land en de ISO-landcode.

Vermeld, zodra deze informatie gekend is, de datum van terugzending en de naam van de BIP van uitgang.

III.5

Follow-up door

Duid de autoriteit aan die verantwoordelijk is voor de certificering van de ontvangst en overeenstemming van de zending waarop het GVDB betrekking heeft: de BIP van uitgang, de BIP van de eindbestemming of de controle-eenheid.

Vermeld de verdere bestemming en/of de redenen voor niet-naleving of voor het wijzigen van de status van de dieren (bv. ongeldige bestemming, ontbrekend of ongeldig certificaat, verschil met document, ontbrekende of ongeldige identificatie, onbevredigende tests, verdachte dieren, dode dieren, verloren dieren of omzetting in permanente toelating).

III.6

Certificerend functionaris

Dit betreft de handtekening van de certificerende functionaris van de bevoegde autoriteit in het geval van terugzending en follow-up van de zendingen.

DEEL 2

Model voor het GVDB-A2

image

image

image

image

image



( 1 ) PB L 323 van 26.11.1997, blz. 31.

( 2 ) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

( 3 ) PB L 278 van 31.10.2000, blz. 26.

( 4 ) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.