02003R1954 — NL — 01.01.2014 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1954/2003 van de Raad

van 4 november 2003

betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 685/95 en (EG) nr. 2027/95

(PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) Nr. 1380/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 december 2013

  L 354

22

28.12.2013




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1954/2003 van de Raad

van 4 november 2003

betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 685/95 en (EG) nr. 2027/95



HOOFDSTUK I

WERKINGSSFEER EN DEFINITIES

Artikel 1

Werkingssfeer

Deze verordening stelt de criteria en procedures vast voor een beheerssysteem betreffende de visserijinspanning in de ICES-deelgebieden V, VI, VII, VIII, IX en X en de CECAF-sectoren 34.1.1, 34.1.2 en 34.2.0.

Artikel 2

Definities

In het kader van deze verordening zijn de volgende definities van toepassing:

a) de omschrijving van de ICES- en CECAF-gebieden is die welke is vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3880/91 van de Raad van 17 december 1991 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen ( 1 );

b) „visserijinspanning”: het product van de capaciteit en de activiteit van een vissersvaartuig; voor een groep vaartuigen is dit de som van de visserijinspanningen van elk van de vaartuigen in de groep.



HOOFDSTUK II

REGELING VOOR HET BEHEER VAN DE VISSERIJINSPANNING



Titel I

Bepalingen inzake bepaalde soorten visserij

Artikel 3

Maatregelen betreffende de vangst van demersale soorten en bepaalde weekdieren en schaaldieren

1.  Behalve voor het in artikel 6, lid 1, gedefinieerde gebied:

a) maken de lidstaten een raming van de visserijinspanning die door vaartuigen met een lengte over alles van 15 m of meer als jaarlijks gemiddelde van de periode 1998 tot en met 2002 is verricht in elk van de in artikel 1 genoemde ICES-deelgebieden en CECAF-sectoren voor de demersale visserij, met uitzondering van de demersale visserij die valt onder Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften ( 2 ), en de visserij van Sint-Jakobsschelp, Noordzeekrab en Europese spinkrab, overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. Voor de berekening van de visserijinspanning moet de vangstcapaciteit van een vaartuig gemeten worden als het geïnstalleerd vermogen uitgedrukt in kilowatt (kW);

b) verdelen de lidstaten het overeenkomstig a) geraamde visserijinspanningsniveau in elk ICES-deelgebied en elke CECAF-sector over elk van de onder a) genoemde visserijtakken.

2.  De in lid 1 bedoelde inspanningsregeling doet geen afbreuk aan de regelingen in de herstelplannen die de Raad kan aannemen.

3.  Wanneer de Raad een herstelplan aanneemt dat beheer van de visserijinspanning in alle of een deel van de in artikel 1 genoemde deelgebieden of sectoren inhoudt, worden door middel van dit plan tegelijkertijd de noodzakelijk geachte wijzigingen in deze verordening aangebracht.

4.  Uiterlijk op 31 december 2006 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag over de uitvoering van de in lid 1 bedoelde inspanningsregeling in. Op basis van dit verslag neemt de Raad een besluit over eventuele noodzakelijke wijzigingen in deze regeling.

Artikel 4

Vissersvaartuigen met een lengte van 15 m of minder

1.  De visserijinspanning van vissersvaartuigen met een lengte over alles van 15 m of minder wordt gedurende de periode van 1998 tot en met 2002 globaal vastgesteld voor elke visserijtak en voor de verschillende in artikel 3, lid 1, omschreven deelgebieden en sectoren.

2.  De visserijinspanning van vissersvaartuigen met een lengte over alles van 10 m of minder wordt gedurende de periode van 1998 tot en met 2002 globaal vastgesteld voor elke visserijtak en voor de verschillende in artikel 6, lid 1, omschreven deelgebieden en sectoren.

3.  De lidstaten zorgen ervoor dat de visserijinspanning van deze vaartuigen beperkt wordt tot het overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde niveau van visserijinspanning.

▼M1 —————

▼B



Titel II

Artikel 6

Voorschriften voor het biologisch kwetsbare gebied

1.  Een specifieke inspanningsregeling is van toepassing in het gebied dat omsloten wordt door de kust van Ierland, ten zuiden van 53°30'NB, en ten westen van 07°00'WL en de rechte lijnen die achtereenvolgens de volgende geografische coördinaten verbinden:

 het punt op de kust van Ierland op 53°30'NB

 53°30'NB, 12°00'WL

 53°00'NB, 12°00'WL

 51°00'NB, 11°00'WL

 49°30'NB, 11°00'WL

 49°30'NB, 07°00'WL

 het punt op de kust van Ierland op 07°00'WL.

2.  Voor het in lid 1 omschreven gebied maken de lidstaten een raming van de visserijinspanning die door vaartuigen met een lengte over alles van 10 m of meer als jaarlijks gemiddelde van de periode van 1998 tot en met 2002 is uitgeoefend in het kader van de demersale visserij, met uitzondering van de gebieden en sectoren die vallen onder Verordening (EG) nr. 2347/2002, en de visserij van Sint-Jakobsschelp, Noordzeekrab en Europese spinkrab, en verdelen zij de aldus voor elk van deze visserijtakken geraamde visserijinspanning.

3.  Uiterlijk op 31 december 2008 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag in over de uitvoering van de in de leden 1 en 2 bedoelde inspanningsregeling, in samenhang met de uitvoering van andere beheersmaatregelen in het betrokken gebied. Op basis van dit verslag neemt de Raad een besluit over eventuele noodzakelijke aanpassingen.



Titel III

Algemene bepalingen

Artikel 7

Lijsten van vaartuigen

1.  De lidstaten stellen een lijst op van de vissersvaartuigen die hun vlag voeren en in de Gemeenschap geregistreerd zijn en die visserijactiviteiten mogen uitoefenen in de visserijtakken als omschreven in de artikelen 3 en 6.

2.  De lidstaten kunnen een in hun lijsten opgenomen schip later door een ander vervangen, mits de totale visserijinspanning van de vaartuigen in een gebied en visserijtak als omschreven in de artikelen 3 en 6 niet toeneemt.

Artikel 8

Regulering van de visserijinspanning

1.  Wanneer de visserijinspanning die overeenstemt met de vrije toegang voor vissersvaartuigen die op de in artikel 7 bedoelde lijsten voorkomen, de toegewezen visserijinspanning overschrijdt, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om de visserijinspanning te reguleren.

2.  De lidstaten reguleren de visserijinspanningen door toezicht te houden op de activiteiten van hun vloot en passende maatregelen te treffen wanneer het uit hoofde van artikel 11 toegestane visserijinspanningsniveau op het punt staat te worden bereikt, teneinde ervoor te zorgen dat de visserijinspanning de vastgestelde maximumniveaus niet overschrijdt.

3.  Elke lidstaat geeft speciale visdocumenten af voor de vaartuigen die zijn vlag voeren en die visserijactiviteiten uitoefenen in de in de artikelen 3 en 6 genoemde visserijtakken, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten ( 3 ).

Artikel 9

De lidstaten kunnen de visserijactiviteiten van vaartuigen die onder hun vlag varen, beperken tot specifiek vistuig, specifieke seizoenen of specifieke delen van een ICES-deelgebied of CECAF-sector.

Artikel 10

Kennisgeving

1.  Uiterlijk op 30 november 2003 doen de lidstaten mededeling aan de Commissie van:

a) de in artikel 7 bedoelde lijst van vaartuigen;

b) de raming van de visserijinspanning als bedoeld in de artikelen 3 en 6;

c) de maatregelen ter regulering van de visserijinspanning, als bedoeld in artikel 8.

2.  De lidstaten delen de Commissie op gezette tijden alle wijzigingen in de in lid 1 bedoelde gegevens mee.

3.  De Commissie stelt de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens ter beschikking van alle andere lidstaten.

4.  Bij de indiening van de in artikel 7 bedoelde lijst wijzen de lidstaten op de wijzigingen die hebben plaatsgevonden sinds de indiening van de laatste lijst die is meegedeeld op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2092/98 van de Commissie van 30 september 1998 betreffende de mededeling van gegevens over de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap ( 4 ).

Artikel 11

Besluitvorming

1.  Aan de hand van de in artikel 10 bedoelde informatie en na nauw overleg met de betrokken lidstaten dient de Commissie uiterlijk op 29 februari 2004 bij de Raad een voorstel in voor een verordening tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserijinspanningsniveau voor elke lidstaat en voor de verschillende in de artikelen 3 en 6 omschreven deelgebieden en visserijtakken.

2.  Uiterlijk op 31 mei 2004 neemt de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over het in lid 1 bedoelde maximale jaarlijkse visserijinspanningsniveau.

De door de Raad aan te nemen verordening kan voorzien in de aanneming van uitvoeringsvoorschriften volgens de procedure van artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2371/2002.

3.  Indien de Raad uiterlijk op 31 mei 2004 geen besluit heeft genomen, dan neemt de Commissie op grond van het in lid 1 bedoelde voorstel, volgens de procedure van artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2371/2002, uiterlijk op 31 juli 2004 een verordening aan tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserijinspanningsniveau voor elke lidstaat en voor de verschillende in de artikelen 3 en 6 omschreven deelgebieden en visserijtakken.

Artikel 12

Aanpassingen

1.  Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie het op grond van artikel 11, lid 2 of 3, bepaalde maximale jaarlijkse visserijinspanningsniveau aanpassen, hetzij door een verhoging van het maximale visserijinspanningsniveau in een bepaald gebied, hetzij door een verschuiving van de visserijinspanning tussen deelgebieden of sectoren, zodat de betrokken lidstaat zijn vangstmogelijkheden volledig kan benutten voor soorten waarvoor totaal toegestane vangsten (TAC's) gelden of zich kan richten op een visserijtak waarvoor dergelijke beperkingen niet gelden. Bij het indienen van een dergelijk verzoek verstrekt de lidstaat informatie over het niet volledig benutten van quota, alsmede, in het geval van bestanden waarvoor geen TAC's gelden, wetenschappelijke informatie over de situatie van het bestand. De Commissie besluit, volgens de procedure van artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2371/2002, binnen een maand na ontvangst van het verzoek.

2.  De betrokken lidstaten passen de in artikel 11 bedoelde maximale visserijinspanning aan, waarbij zij rekening houden met de overeenkomstig artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 verrichte quota-uitwisselingen en met de overeenkomstig artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 alsmede artikel 21, lid 4, artikel 23, lid 1, en artikel 32, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 vastgestelde herverdelingen en/of kortingen, in overeenstemming met lid 3 van dit artikel.

3.  Als de lidstaten besluiten alle hun toegewezen vangstmogelijkheden of een deel daarvan uit te wisselen, stellen zij de Commissie in kennis van de overeengekomen uitwisseling, niet alleen uitgedrukt in vangstquota, maar ook in de door hen onderling overeengekomen visserijinspanning.

In geval van herverdelingen en/of kortingen op quota, stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de met deze herverdeling en/of kortingen overeenkomende visserijinspanning.



HOOFDSTUK III

CONTROLE

Artikel 13

Bijzondere controlebepalingen

In het kader van deze verordening is titel II bis van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van toepassing:

a) in het in artikel 6, lid 1, van deze verordening omschreven gebied;

b) in alle gebieden, behalve het in artikel 6, lid 1, omschreven gebied, met uitzondering van de artikelen 19 bis, lid 3, 19 ter, 19 quater, 19 quinquies en 19 sexies, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2847/93.

Artikel 14

Wijzigingen

Verordening (EEG) nr. 2847/93 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 19 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

„1.  In het kader van deze titel betekent „betrokken vangstgebieden” de ICES-deelgebieden en CECAF-sectoren waarop op grond van communautaire verordeningen regelingen tot beperking van de visserijinspanning van toepassing zijn.”;

b) lid 2 wordt vervangen door:

„2.  Het is vissersvaartuigen uit de Gemeenschap verboden in de betrokken vangstgebieden visserijactiviteiten uit te oefenen indien het vaartuig daartoe niet naar behoren is gemachtigd door de vlaggenlidstaat.”.

2. Artikel 19 octies wordt vervangen door:

„Artikel 19 octies

Iedere lidstaat registreert in elk betrokken vangstgebied aan de hand van de beschikbare gegevens die in de logboeken zijn opgetekend dan wel zijn verzameld overeenkomstig artikel 19 sexies, lid 4, de visserijinspanningen van de vaartuigen die zijn vlag voeren.”.

3. Artikel 19 nonies wordt vervangen door:

„Artikel 19 nonies

Iedere lidstaat maakt een raming van de totale visserijinspanning in elk betrokken vangstgebied door de vaartuigen die zijn vlag voeren en waarvan de lengte over alles niet meer bedraagt dan 15 m en in het in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1954/2003 bedoelde gebied door vaartuigen waarvan de lengte over alles niet meer bedraagt dan 10 m ( *1 )”

4. In artikel 19 decies wordt het eerste streepje vervangen door:

„— vóór de 15e van iedere maand de geaggregeerde gegevens over de visserijinspanning in de voorgaande maand ten aanzien van demersale soorten in elk betrokken vangstgebied”.

5. Het volgende artikel wordt na artikel 19 decies ingevoegd:

„Artikel 19 undecies

Iedere lidstaat stelt de overige lidstaten onverwijld in kennis van de identificatiegegevens van de vaartuigen die zijn vlag voeren en waarvoor de toestemming om in één of meer van de in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1954/2003 genoemde visserijtakken visserijactiviteiten uit te oefenen, is opgeschort of ingetrokken.”.

6. Het huidige artikel 19 undecies wordt artikel 19 duodecies.

7. In artikel 20 bis worden lid 1 en lid 2 vervangen door:

„1.  Vissersvaartuigen die vallen onder titel II en die visserijactiviteiten uitoefenen in de betrokken vangstgebieden mogen uitsluitend de bij de betrokken visserij horende soort of soorten vistuig aan boord hebben en gebruiken.

2.  Vissersvaartuigen die tijdens eenzelfde visreis ook vissen in andere vangstgebieden dan bedoeld in lid 1, mogen het bij de visserij in die andere gebieden horende vistuig aan boord hebben, op voorwaarde dat het vistuig dat niet in de lid 1 bedoelde vangstgebieden mag worden gebruikt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20, lid 1, tweede alinea, zo is geborgen dat het niet direct kan worden gebruikt.”.

8. Artikel 21 bis wordt vervangen door:

„Artikel 21 bis

Iedere lidstaat stelt de datum vast waarop de vaartuigen die zijn vlag voeren of die in de Gemeenschap zijn geregistreerd geacht worden het maximale visserijinspanningsniveau in een visserijtak te hebben bereikt, zoals dat is bepaald in de verordening bedoeld in artikel 11, lid 2 of 3, van Verordening (EG) nr. 1954/2003. Hij vaardigt met ingang van die datum een voorlopig verbod uit op de visserij door de betrokken vaartuigen in dat gebied. Deze maatregel wordt onverwijld meegedeeld aan de Commissie, die de overige lidstaten ervan in kennis stelt.”.



HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

Intrekking

1.  De Verordeningen (EG) nr. 685/95 en (EG) nr. 2027/95 worden ingetrokken op de vroegste van de onderstaande data:

a) de datum van inwerkingtreding van de in artikel 11, lid 2 of 3, bedoelde verordening

of

b) 1 augustus 2004.

2.  Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen worden geacht naar de onderhavige verordening te verwijzen.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE



A

Visserij

Doelsoorten

ICES-deelgebied of CECAF-sector

Demersale soorten met uitsluiting van die welke vallen onder Verordening (EG) nr. 2347/2002

ICES V, VI

ICES VII

ICES VIII

ICES IX

ICES X

CECAF 34.1.1

CECAF 34.1.2

CECAF 34.2.0



B

Visserij

Doelsoorten

ICES-deelgebied of CECAF-sector

Sint-Jacobsschelp

ICES V, VI

ICES VII

ICES VIII

ICES IX

ICES X

CECAF 34.1.1

CECAF 34.1.2

CECAF 34.2.0



C

Visserij

Doelsoorten

ICES-deelgebied of CECAF-sector

Noordzeekrab en Europese spinkrab

ICES V, VI

ICES VII

ICES VIII

ICES IX

ICES X

CECAF 34.1.1

CECAF 34.1.2

CECAF 34.2.0



( 1 ) PB L 365 van 31.12.1991, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1637/2001 van de Commissie (PB L 222 van 17.8.2001, blz. 20).

( 2 ) PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6.

( 3 ) PB L 171 van 6.7.1994, blz. 7.

( 4 ) PB L 226 van 1.10.1998, blz. 47.

( *1 ) PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1.