02003R0043 — NL — 01.01.2005 — 004.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) Nr. 43/2003 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 2002

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 van de Raad ten aanzien van de steun voor de plaatselijke productie van plantaardige producten in de ultraperifere regio's van de Unie

(PB L 007 van 11.1.2003, blz. 25)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 995/2003 VAN DE COMMISSIE van 11 juni 2003

  L 144

3

12.6.2003

►M2

VERORDENING (EG) Nr. 1812/2003 VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2003

  L 265

21

16.10.2003

►M3

VERORDENING (EG) Nr. 1137/2004 VAN DE COMMISSIE van 21 juni 2004

  L 221

3

22.6.2004

►M4

VERORDENING (EG) Nr. 261/2005 VAN DE COMMISSIE van 16 februari 2005

  L 46

34

17.2.2005




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 43/2003 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 2002

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 van de Raad ten aanzien van de steun voor de plaatselijke productie van plantaardige producten in de ultraperifere regio's van de Unie



TITEL I

HECTARESTEUN



HOOFDSTUK I

Algemene regeling

Artikel 1

Werkingssfeer

Dit hoofdstuk bevat de uitvoeringsbepalingen betreffende de volgende steun:

a) 

de in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van consumptieaardappelen;

b) 

de in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van suikerriet;

c) 

de in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van teenwilgen;

d) 

de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van suikerbieten;

e) 

de in artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van pootaardappelen;

f) 

de in artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van cichorei;

g) 

de in artikel 30, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van thee;

h) 

de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde steun per hectare voor de teelt van consumptieaardappelen.

Artikel 2

Recht op steun

1.  

De in artikel 1 genoemde steun wordt per kalenderjaar toegekend voor de oppervlakten:

a) 

die zijn beplant en waarvoor alle normale teeltwerkzaamheden zijn uitgevoerd;

b) 

waarvoor overeenkomstig artikel 54 een steunaanvraag is ingediend.

Voor de in artikel 1, onder d), genoemde steun geldt bovendien het volgende:

— 
de suikerbietenproducenten moeten vóór de oogst aan de bevoegde autoriteiten opgave doen van de ingezaaide oppervlakten;
— 
de voor de steun in aanmerking komende oppervlakte dient per producent ten minste 0,3 ha te bedragen;
— 
de suikerbietenproductie dient per hectare ten minste 25 t te bedragen;
— 
de steun wordt pas betaald na levering van de suikerbieten aan het verwerkend bedrijf;
— 
het verwerkend bedrijf doet de bevoegde autoriteiten, per producent, mededeling van de geleverde hoeveelheden suikerbieten.
2.  
De in artikel 1, onder h), genoemde steun mag tweemaal per jaar worden betaald voor twee oogsten op dezelfde oppervlakte.

Artikel 3

Kortingen

1.  
Wanneer steun wordt aangevraagd voor een grotere totale oppervlakte dan de vastgestelde maximumoppervlakte, wordt de steun aan de aanvragende producenten toegekend naar rata van de in de steunaanvragen vermelde oppervlakte.

Met het oog op de verificatie van de inachtneming van het in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde maximumareaal, wordt, wanneer voor een bepaalde oppervlakte in hetzelfde jaar voor twee oogsten steun is betaald, die oppervlakte met 2 vermenigvuldigd.

2.  
Een oppervlakte met zowel overblijvende als seizoengebonden gewassen kan voor de in artikel 1 genoemde steun in aanmerking komen, mits de seizoengebonden gewassen kunnen worden verbouwd onder omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die voor oppervlakten met overblijvende gewassen.

Voor de berekening van de voor steun in aanmerking komende oppervlakte wordt uitsluitend rekening gehouden met de voor de teelt van seizoengebonden gewassen bruikbare oppervlakte.



HOOFDSTUK II

„V.q.p.r.d.” op Madeira, de Azoren en de Canarische Eilanden

Artikel 4

Recht op steun

1.  

Voor de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 en in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1454/2001 vastgestelde steun komen uitsluitend oppervlakten in aanmerking die:

— 
volledig zijn beteeld en afgeoogst en waarop alle normale teeltwerkzaamheden zijn uitgevoerd;
— 
waarvan de productie is vermeld in de bij Verordening (EG) nr. 1282/2001 van de Commissie ( 23 ) voorgeschreven oogstaangiften.
2.  

Voor de vaststelling van de producenten aan wie de steun wordt uitgekeerd:

— 
loopt de in artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 en in artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde overgangsperiode voor betaling aan de individuele producenten af op 31 juli 2007;
— 
zijn de producentenorganisaties de organisaties omschreven in artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt ( 24 ). De betrokken lidstaten bepalen aan welke criteria de producentenverenigingen moeten beantwoorden om voor de betrokken steun in aanmerking te komen, en delen deze aan de Commissie mee.

Artikel 5

Steunaanvragen

1.  
De aanvraag voor de steun per hectare wordt door de belanghebbende bij de bevoegde autoriteit ingediend in de door die autoriteit bepaalde periode en uiterlijk op 15 mei van elk jaar voor het daaropvolgende wijnoogstjaar.
2.  

De steunaanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:

a) 

naam, voornaam en adres van de wijnbouwer of naam en adres van de vereniging of organisatie;

b) 

de voor de productie van „v.q.p.r.d.” bebouwde oppervlakten, in hectare en are, met de kadastrale omschrijving ervan of een aanduiding die door het met de controle op de oppervlakten belaste orgaan als evenwaardig wordt erkend;

c) 

de gebruikte druivenrassen;

d) 

de raming van de oogstbare productie.

Artikel 6

Betaling van de steun

Na te hebben vastgesteld dat de betrokken oppervlakten zijn afgeoogst en wat de effectieve opbrengst ervan is, keert de lidstaat de steun uit vóór 1 april van het wijnoogstjaar waarvoor de steun wordt verleend.



TITEL II

STEUN VOOR DE PRODUCTIE



HOOFDSTUK I

Ananas

Artikel 7

Werkingssfeer

Dit hoofdstuk bevat de uitvoeringsbepalingen betreffende de steun voor de productie van ananas zoals bedoeld in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1453/2001.

Artikel 8

Voorafgaande verklaring

Producenten die in aanmerking wensen te komen voor de in artikel 7 bedoelde steun voor de productie van ananas, dienen bij de door Portugal aangewezen bevoegde autoriteiten vóór een door deze diensten vastgestelde datum een verklaring in. Deze uiterste datum wordt zodanig gekozen dat de nodige controles ter plaatse kunnen worden uitgevoerd.

De verklaring bevat ten minste de volgende gegevens:

— 
een omschrijving en de oppervlakte, in hectare en are, geïdentificeerd overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ( 25 ), van elk perceel waarop ananas wordt geteeld,
— 
een raming van de te produceren hoeveelheid.

Artikel 9

Steunaanvragen

Producenten mogen steunaanvragen indienen in de volgende maanden:

— 
in januari voor de in de periode van juli tot en met december van het voorafgaande jaar geoogste productie;
— 
in juli voor de in de periode van januari tot en met juni van het betreffende jaar geoogste productie.

Artikel 10

Betaling van de steun

De bevoegde autoriteiten nemen de nodige maatregelen om te voorkomen dat de jaarlijkse hoeveelheden waarvoor steun wordt verleend, de in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 vastgestelde maximumhoeveelheid overschrijden.



HOOFDSTUK II

Vanille en etherische oliën

Artikel 11

Werkingssfeer

Dit hoofdstuk bevat de uitvoeringsbepalingen betreffende de volgende steun:

a) 

de in artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun voor de productie van groene vanille van GN-code 0905 00 00 , bestemd voor de productie van gedroogde vanille (zwart) of vanille-extracten;

b) 

de in artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun voor de productie van etherische oliën van geranium en vetiver, respectievelijk van de GN-codes 3301 21 en 3301 26 .

Artikel 12

Bereidingstechnieken en technische kenmerken

De bevoegde autoriteiten specificeren de bereidingstechnieken en de technische kenmerken van de groene vanille en de etherische oliën van geranium en vetiver waarvoor productiesteun verleend wordt.

Artikel 13

Bereiders en plaatselijke organisaties

1.  
De in artikel 11, onder a), bedoelde steun wordt aan de producenten uitbetaald via door de bevoegde autoriteiten erkende bereiders.

De in artikel 11, onder b), bedoelde steun wordt aan de producenten uitbetaald via door de bevoegde autoriteiten erkende plaatselijke inzamelings- en afzetorganisaties.

2.  
De bevoegde autoriteiten erkennen de in lid 1 bedoelde, in het productiegebied gevestigde bereiders en organisaties die beschikken over een geëigende uitrusting voor de bereiding van gedroogde (zwarte) vanille of vanille-extracten, en de organisaties die beschikken over een geëigende uitrusting voor de inzameling en afzet van etherische oliën, en die voldoen aan de in artikel 14 vastgelegde verplichtingen.

Artikel 14

Verplichtingen van de bereiders en organisaties

De bereiders en organisaties verbinden zich ertoe om:

— 
in het kader van leveringscontracten het gehele bedrag van de in artikel 12, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun binnen een maand na de uitkering ervan door de bevoegde autoriteiten door te betalen aan de producent;
— 
in de boekhouding een afzonderlijk register te voeren voor de transacties die de toepassing van deze verordening betreffen;
— 
alle nodige controles door de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken en alle gegevens over de toepassing van deze verordening mee te delen.

Artikel 15

Verminderingscoëfficiënt

Wanneer de hoeveelheden waarvoor steunaanvragen worden ingediend, groter zijn dan de toegestane jaarlijkse hoeveelheden, stellen de bevoegde autoriteiten een op iedere aanvraag toe te passen verminderingscoëfficiënt vast.

Artikel 16

Betaling van de steun

De nationale autoriteiten stellen de betaling van de steun afhankelijk van de overlegging van afleveringsbewijzen die zowel door de teler als, naar gelang van het geval, door de bereiders of de erkende inzamelings- en afzetorganisaties ondertekend zijn.



HOOFDSTUK III

Vervoer van suikerriet in de Franse overzeese departementen

Artikel 17

1.  
De in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun voor het vervoer van suikerriet van de velden waar het wordt geoogst naar de leveringscentra wordt onder de in dit hoofdstuk bepaalde voorwaarden uitbetaald aan telers die hun suikerriet rechtstreeks aan een dergelijk centrum leveren.
2.  
Voor de vervoerssteun komt suikerriet in aanmerking dat bestemd is voor de productie van suiker of rum.
3.  
De steun wordt toegekend voor het vervoer van suikerriet van gezonde handelskwaliteit.
4.  
Als leveringscentrum geldt de weeginrichting of, bij rechtstreekse levering aan de suikerfabriek of de distilleerderij, de fabriek zelf.

Artikel 18

1.  
De vervoerskosten voor een teler worden bepaald naar gelang van de afstand tussen de rand van het veld en het leveringscentrum en op basis van andere objectieve criteria, zoals de toegankelijkheid van het veld en de aanwezigheid van natuurlijke belemmeringen.
2.  

Onverminderd het bepaalde in lid 3 mag het voor een teler vastgestelde steunbedrag per ton niet meer bedragen dan:

a) 

de helft van de overeenkomstig lid 1 forfaitair vastgestelde vervoerskosten per ton;

b) 

het hieronder voor elk departement aangegeven maximumbedrag:

— 
5,49 EUR/t voor Réunion;
— 
5,34 EUR/t voor Guadeloupe;
— 
3,96 EUR/t voor Martinique;
— 
3,81 EUR/t voor Guyana.
3.  

De steun voor het vervoer van suikerriet wordt door de Franse autoriteiten vastgesteld met inachtneming, voor elk departement en rekening houdend met de betrokken hoeveelheden, van het hieronder aangegeven gemiddelde bedrag per ton:

— 
3,2 EUR/t voor Réunion;
— 
2,5 EUR/t voor Guadeloupe;
— 
2,0 EUR/t voor Martinique;
— 
2,0 EUR/t voor Guyana.



TITEL III

STEUN VOOR DE VERWERKING



HOOFDSTUK I

Groenten en fruit

Artikel 19

Werkingssfeer

De in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun wordt aan de verwerkers die door Frankrijk zijn erkend, toegekend overeenkomstig de in dit hoofdstuk bepaalde voorwaarden.

Artikel 20

Recht op steun

1.  
De steun wordt betaald voor de verwerking van groenten en fruit die in de in bijlage I, deel A, kolom II, bedoelde Franse overzeese departementen zijn geoogst en waarvoor de verwerkers een prijs hebben betaald die ten minste gelijk is aan de minimumprijs in het kader van verwerkingscontracten voor de vervaardiging van een van de producten vermeld in genoemde bijlage, deel B.
2.  
De steun wordt betaald voor maximaal de jaarlijkse hoeveelheden die voor elk van de drie categorieën A, B en C zijn vastgesteld in bijlage I, deel A, kolom III.
3.  
De steunbedragen voor elke categorie producten zijn vastgesteld in bijlage I, deel A, kolom IV.

Artikel 21

Erkenning van verwerkers

1.  
Verwerkers die voor de steunregeling in aanmerking wensen te komen, dienen een erkenningsaanvraag in bij de diensten die de bevoegde autoriteiten hebben aangewezen en wel vóór een datum die deze autoriteiten hebben bepaald; de betrokken verwerkers verstrekken daarbij alle door Frankrijk voor het beheer van en de controle op de steunregeling gevraagde gegevens.
2.  

De bevoegde autoriteiten verlenen de erkenning aan verwerkende bedrijven, respectievelijk wettelijk opgerichte verenigingen of unies van die bedrijven, die daarom verzoeken voorzover:

a) 

zij beschikken over adequate installaties voor de verwerking van groenten en fruit en

b) 

zich er schriftelijk toe verbinden:

— 
een afzonderlijke boekhouding te voeren over de uitvoering van de in artikel 22 bedoelde contracten en
— 
op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle bewijsstukken en alle documenten betreffende de uitvoering van de contracten en de inachtneming van de op grond van deze verordening aangegane verbintenissen mee te delen.

Artikel 22

Verwerkingscontracten

1.  

De in artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde contracten, hierna „verwerkingscontracten” genoemd, dienen schriftelijk te worden gesloten vóór het begin van het verkoopseizoen. Zij kunnen de vorm hebben van:

a) 

een overeenkomst tussen een individuele producent of een op grond van Verordening (EG) nr. 2200/96 erkende telersvereniging enerzijds en een verwerkend bedrijf, respectievelijk vereniging of unie van dergelijke bedrijven, die zijn erkend door de nationale autoriteiten, anderzijds;

b) 

een verbintenis tot levering, wanneer de onder a) bedoelde telersvereniging als verwerker optreedt.

2.  
De contracten hebben een looptijd van een kalenderjaar en tussen twee contractanten mag per verkoopseizoen slechts één contract worden gesloten.
3.  

In de verwerkingscontracten worden met name de volgende gegevens vermeld:

a) 

de firmanaam van de partijen die het contract hebben gesloten;

b) 

een nauwkeurige omschrijving van het product of van de producten waarop het contract betrekking heeft;

c) 

de te leveren hoeveelheden basisproduct;

d) 

het tijdschema voor de levering aan de verwerker;

e) 

de voor het basisproduct aan de medecontractant te betalen prijs, exclusief kosten voor verpakking, vervoer en belastingen; deze bedragen worden, in voorkomend geval, apart vermeld. De prijs mag niet lager zijn dan de in artikel 13, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde minimumprijs;

f) 

de omschrijving van de te vervaardigen eindproducten.

4.  
Onder de door de bevoegde autoriteiten per product vast te stellen voorwaarden kunnen contractanten besluiten de oorspronkelijk in het verwerkingscontract bepaalde hoeveelheden via schriftelijke aanvullende overeenkomsten maximaal 30 % te verhogen.
5.  

Als een telersvereniging tevens als verwerker optreedt, wordt het verwerkingscontract voor de eigen productie geacht te zijn gesloten wanneer binnen de in lid 6 bedoelde termijn aan de bevoegde autoriteit de volgende gegevens zijn meegedeeld:

a) 

de totale oppervlakte van het areaal waarop het basisproduct wordt geteeld, met vermelding van de kadastrale omschrijving of van een door de controlerende instantie als gelijkwaardig erkende aanduiding;

b) 

een raming van de totale oogst;

c) 

de voor verwerking bestemde hoeveelheid;

d) 

het tijdschema voor de verwerking.

6.  
De verwerker of de vereniging van verwerkers zendt binnen een door de bevoegde autoriteiten vastgestelde termijn een kopie van elk verwerkingscontract, en, in voorkomend geval, van de aanvullende overeenkomsten, aan die autoriteiten.

Artikel 23

Betaling van de minimumprijs

1.  
Behalve in het in artikel 22, lid 1, onder b), genoemde geval, dient de verwerker het basisproduct uitsluitend via bank- of postgiro aan de telersvereniging of aan de individuele teler te betalen.

De telersvereniging maakt het in de eerste alinea bedoelde bedrag binnen 15 werkdagen via bank- of postgiro integraal over aan de telers. In het in artikel 22, lid 1, onder b), genoemde geval kan de betrokken betaling gebeuren door creditering. Frankrijk neemt de nodige maatregelen om te controleren of het bepaalde in dit lid wordt nageleefd en stelt met name aan de verantwoordelijke personen van de telersvereniging op te leggen sancties vast die evenredig zijn met de ernst van de overtreding.

2.  
Frankrijk mag aanvullende bepalingen met betrekking tot de verwerkingscontracten vaststellen, in het bijzonder met betrekking tot de termijnen, de voorwaarden en regels inzake de betaling van de minimumprijs, en de schadevergoeding die de verwerker, de telersvereniging of de teler moeten betalen als zij hun contractuele verplichtingen niet nakomen.

Artikel 24

Kwaliteit van de producten

Onverminderd de volgens de procedure van artikel 46 van Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde of vast te stellen minimumeisen inzake de kwaliteit moeten de in het kader van verwerkingscontracten aan de verwerker geleverde basisproducten van gezonde handelskwaliteit zijn en geschikt zijn om te worden verwerkt.

Artikel 25

Steunaanvragen

1.  

De verwerker dient per verkoopseizoen bij de door Frankrijk aangewezen instantie twee steunaanvragen in:

a) 

de eerste voor de producten die zijn verwerkt in de periode van 1 januari tot en met 31 mei;

b) 

de tweede voor de producten die zijn verwerkt in de periode van 1 juni tot en met 31 december.

2.  
In de steunaanvraag moeten met name worden vermeld het nettogewicht van de gebruikte basisproducten en van de vervaardigde eindproducten, in beide gevallen met de omschrijving volgens bijlage I, deel A, respectievelijk deel B. Bij de steunaanvraag worden de kopieën van de in artikel 23, lid 1, eerste alinea, bedoelde giro-opdrachten gevoegd. Als het een verbintenis tot levering betreft, mogen deze kopieën worden vervangen door een verklaring van de teler dat de verwerker hem heeft gecrediteerd voor een prijs die ten minste gelijk is aan de minimumprijs. Op deze kopieën of verklaringen worden de referenties vermeld van de contracten waarop zij betrekking hebben.

Artikel 26

Verminderingscoëfficiënt

1.  
Als uit de in artikel 22, lid 6, bedoelde verklaringen blijkt dat het mogelijk is dat voor een categorie producten de in bijlage I, deel A, kolom III, vastgestelde hoeveelheid wordt overschreden, stellen de bevoegde autoriteiten een voorlopige verminderingscoëfficiënt vast die wordt toegepast op elke op grond van artikel 25, lid 1, onder a), ingediende steunaanvraag voor de betrokken categorie producten. Deze coëfficiënt, die overeenkomt met de verhouding tussen de in bijlage I, deel A, kolom III, vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor contracten zijn aangegaan, verhoogd met de hoeveelheden van mogelijke aanvullende overeenkomsten, wordt uiterlijk op 31 maart vastgesteld.
2.  
Als lid 1 is toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten aan het einde van het verkoopseizoen de definitieve verminderingscoëfficiënt vast die moet worden toegepast op elke op grond van artikel 25, lid 1, onder a) of b), ingediende steunaanvraag voor de betrokken categorie producten.

Artikel 27

Registers

1.  

De verwerker houdt registers bij waarin ten minste de volgende gegevens worden opgetekend:

a) 

per dag, de inkomende gekochte partijen basisproducten, met vermelding voor welke hoeveelheden verwerkingscontracten dan wel aanvullende overeenkomsten zijn gesloten en met opgave van de nummers van de in voorkomend geval voor deze partijen afgegeven bewijzen van inontvangstneming;

b) 

het gewicht van elke inkomende partij en naam en adres van de medecontractant;

c) 

per dag, de hoeveelheden eindproducten die zijn verkregen na verwerking van basisproducten die voor steun in aanmerking komen;

d) 

voor elke partij, de hoeveelheid en de prijs van het product dat het bedrijf van de verwerker verlaat, met vermelding van de geadresseerde. Deze gegevens mogen in de registers worden opgetekend met verwijzing naar de bewijsstukken voorzover de voornoemde gegevens daarin zijn vermeld.

2.  
De verwerker bewaart het bewijs van betaling voor alle basisproducten die in het kader van verwerkingscontracten of aanvullende overeenkomsten zijn gekocht.
3.  
De verwerker dient zich aan alle noodzakelijk geachte inspectie- of controlemaatregelen te onderwerpen en houdt de aanvullende registers bij die door de bevoegde autoriteiten zijn voorgeschreven om de door hen noodzakelijk geachte controles te kunnen verrichten. Als de bedoelde inspectie of controle door de schuld van de verwerker niet kan worden uitgevoerd ondanks een aanmaning dat hij deze inspectie of controle dient toe te staan, wordt voor de betrokken verkoopseizoenen geen steun uitgekeerd.



HOOFDSTUK II

Suiker



Afdeling I

Rietsuiker

Artikel 28

Werkingssfeer

Dit hoofdstuk bevat de uitvoeringsbepalingen betreffende de volgende steun:

a) 

de in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun voor de directe verwerking van suikerriet tot sacharosestroop of tot „rhum agricole”;

b) 

de in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun voor de directe verwerking van suikerriet tot suikerstroop of tot „rhum agricole”.

Artikel 29

Betaling van de steun

1.  

De in artikel 28 genoemde steun wordt uitgekeerd, naar gelang van het geval:

a) 

aan fabrikanten van sacharosestroop of distilleerders:

— 
wier installaties op het grondgebied van een van de Franse overzeese departementen zijn gelegen en
— 
die rechtstreeks uit suikerriet dat in hetzelfde Franse overzeese departement is geoogst:
i) 

sacharosestroop met een zuiverheid van minder dan 75 % die voor de bereiding van aperitieven wordt gebruikt, produceren, of

ii) 

„rhum agricole” zoals bedoeld in artikel 1, lid 4, onder a), punt 2, van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad ( 26 ) produceren;

b) 

aan fabrikanten van suikerstroop of distilleerders van wie de installaties zich op Madeira bevinden en die het op Madeira geoogste suikerriet rechtstreeks verwerken.

2.  
De steun wordt jaarlijks uitgekeerd voor de rechtstreeks tot suikerstroop, tot sacharosestroop, tot rum of tot „rhum agricole” verwerkte hoeveelheden suikerriet waarvoor de fabrikant van de suikerstroop of de distilleerder het bewijs levert dat hij de betrokken suikerriettelers ten minste de in artikel 30 bedoelde minimumprijs heeft betaald.
3.  

De steun voor verwerking:

a) 

zoals bedoeld in artikel 28, onder a):

— 
tot sacharosestroop wordt vastgesteld op 9,0 EUR per 100 kg suiker, uitgedrukt in witte suiker;
— 
tot „rhum agricole” wordt vastgesteld op 64,22 EUR per geproduceerde hectoliter zuivere alcohol;
b) 

zoals bedoeld in artikel 28, onder b):

— 
tot suikerstroop wordt vastgesteld op 53 EUR per 100 kg suiker, uitgedrukt in witte suiker;
— 
tot „rhum agricole” wordt vastgesteld op 90 EUR per geproduceerde hectoliter zuivere alcohol.

Artikel 30

Minimumprijs voor suikerriet

1.  

De in artikel 17, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 en in artikel 18, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde minimumprijs is als volgt vastgesteld:

— 
Réunion: 51,01 EUR per ton suikerriet;
— 
Martinique: 45,16 EUR per ton suikerriet;
— 
Guadeloupe en Guyana: 55,95 EUR per ton suikerriet;
— 
Madeira: 78,9 EUR per ton suikerriet.

De minimumprijs geldt voor suikerriet van gezonde handelskwaliteit met een standaardsuikergehalte. Het leveringsstadium is franco fabriek.

2.  
Het standaardsuikergehalte en de schaal van kortingen en toeslagen die op de minimumprijs moeten worden toegepast wanneer het suikergehalte van het geleverde suikerriet verschilt van het standaardsuikergehalte, worden door de bevoegde instantie vastgesteld op voorstel van een gemengde commissie van, enerzijds, fabrikanten van suikerstroop of distilleerders en, anderzijds, suikerriettelers.

Artikel 31

Minimumprijs

1.  

Het bewijs dat de minimumprijs aan de suikerrietteler is betaald, wordt geleverd door een verklaring die door de fabrikant van de suikerstroop of de distilleerder op ongezegeld papier is gesteld. In deze verklaring worden vermeld:

a) 

de naam van de fabrikant van de suikerstroop of de distilleerder;

b) 

de naam van de suikerrietteler;

c) 

de totale hoeveelheid suikerriet waarvoor de voor dat kalenderjaar vastgestelde minimumprijs is betaald en die door de betrokken producent in het betrokken kalenderjaar aan de stroopfabriek of de distilleerderij is geleverd;

d) 

de hoeveelheid van het product waarvoor de minimumprijs is betaald.

2.  
De verklaring wordt door de suikerrietteler en de fabrikant van de suikerstroop of de distilleerder ondertekend.
3.  
Het origineel van de verklaring wordt door de fabrikant of de distilleerder bewaard. Een afschrift ervan wordt aan de suikerrietteler gezonden.

Artikel 32

Verminderingscoëfficiënt

1.  
Wanneer de totale hoeveelheid waarvoor in een gegeven kalenderjaar steun wordt aangevraagd, hoger is dan, al naar het geval, één van de in artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 of in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde jaarlijkse hoeveelheden, wordt elke aanvraag voor het betrokken product met een enkele coëfficiënt verminderd.

Frankrijk mag evenwel de in lid 1 bedoelde maximumhoeveelheid rum over de departementen verdelen naar evenredigheid van de gemiddelde hoeveelheid „rhum agricole” die in de periode van 1997 tot en met 2001 door het betrokken departement is afgezet. Wanneer de hoeveelheden waarvoor de steun wordt aangevraagd, hoger zijn dan de maximumhoeveelheid, mag de verminderingscoëfficiënt per departement worden gedifferentieerd.

2.  
De steunaanvragen worden ingediend bij de, al naar het geval, door Frankrijk of door Portugal aangewezen bevoegde autoriteiten.



Afdeling II

Bietsuiker

Artikel 33

Dit hoofdstuk bevat de uitvoeringsbepalingen betreffende de steun voor de verwerking van op de Azoren geoogste suikerbieten tot witte suiker zoals bedoeld in artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1453/2001.

Artikel 34

1.  

Het verwerkend bedrijf dient bij de bevoegde autoriteiten een schriftelijke aanvraag in. De aanvraag, waarin de hoeveelheid witte suiker wordt vermeld die uit op de Azoren geoogste suikerbieten is verkregen, gaat vergezeld van:

a) 

het bewijs van aankoop van de suikerbieten voor elke producent die aan het bedrijf suikerbieten voor verwerking heeft geleverd, en

b) 

de schriftelijke verbintenis om tijdens de periode waarin de suikerbieten tot witte suiker worden verwerkt, geen ruwe suiker te raffineren.

2.  
De in lid 1 bedoelde steun mag eerst worden betaald nadat de hoeveelheid uit op de Azoren geoogste suikerbieten geproduceerde witte suiker definitief is vastgesteld.

Artikel 35

Portugal neemt alle nodige maatregelen om de steun slechts toe te kennen binnen de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde grenzen.



HOOFDSTUK III

Wijn



Afdeling I

Steun, op Madeira, voor de aankoop van gerectificeerde geconcentreerde most en voor de aankoop van wijnalcohol

Artikel 36

1.  

De in de archipel van Madeira gevestigde producenten die in aanmerking wensen te komen voor de op grond van artikel 20, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 verleende steun voor de aankoop van gerectificeerde geconcentreerde most voor gebruik bij de wijnbereiding, om Madeirawijn te verzoeten, of voor de aankoop van wijnalcohol, dienen bij de bevoegde instantie, vóór een door die instantie vastgestelde datum en uiterlijk op 31 oktober, een aanvraag in waarbij ten minste de volgende informatie wordt verstrekt:

— 
een kopie van het contract voor de aankoop van gerectificeerde geconcentreerde most of van wijnazijn in de rest van de Gemeenschap;
— 
de hoeveelheid gerectificeerde geconcentreerde most of wijnazijn, uitgedrukt in hectoliter en % vol, waarvoor steun wordt aangevraagd;
— 
de datum waarop de most of de wijnazijn is overgenomen;
— 
de datum waarop met de bereiding van de likeurwijn wordt begonnen, alsmede de plaats waar deze bereiding geschiedt.
2.  
Het bedrag van de steun wordt vastgesteld op 12,08 EUR per hectoliter.
3.  
De steun wordt uitgekeerd voor de aankoop van ten hoogste 3 600  hl gerectificeerde geconcentreerde most en ten hoogste 8 000  hl wijnazijn per verkoopseizoen.

Artikel 37

1.  
De bevoegde instantie neemt alle dienstige maatregelen om zich ervan te vergewissen dat de aanvragen correct zijn en dat de in de steunaanvragen bedoelde gerectificeerde geconcentreerde most of wijnazijn daadwerkelijk voor het beoogde doel wordt gebruikt.
2.  
De bevoegde instantie betaalt de producent vóór het einde van het betrokken wijnoogstjaar de steun uit, onverminderd de eventueel door aanvullende controles veroorzaakte vertraging.



Afdeling II

Steun voor de rijping van likeurwijn van Madeira en van wijn van de Azoren

Artikel 38

1.  
De steun voor de rijping van likeurwijn van Madeira en de steun voor de rijping van „verdelho”-wijn van de Azoren, zoals bepaald in respectievelijk artikel 20, lid 5, en artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1453/2001, wordt uitgekeerd voor een hoeveelheid wijn die op eenzelfde datum wordt opgeslagen om te rijpen en waarvan de rijpingsperiode niet wordt onderbroken gedurende ten minste vijf jaar op Madeira en drie jaar op de Azoren.

▼M1

2.  
De steun voor de rijping van Madeirawijn en van wijn van de Azoren wordt verleend aan de producenten in die regio's die daartoe binnen de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat gestelde termijn bij de bevoegde instantie een aanvraag hebben ingediend. Deze termijn wordt zo vastgesteld, dat de nodige controles ter plaatse kunnen worden uitgevoerd.

▼B

3.  
De steun wordt in de eerste plaats uitgekeerd voor de wijn van de laatste oogst. Aanvragen betreffende in de voorgaande verkoopseizoenen geproduceerde wijn worden aanvaard voorzover de in Verordening (EG) nr. 1453/2001 vastgestelde maximumhoeveelheden niet worden overschreden, waarbij in de eerste plaats rekening wordt gehouden met de jongste wijn.
4.  
Indien in totaal aanvragen zijn ingediend voor meer dan de in Verordening (EG) nr. 1453/2001 vastgestelde maximumhoeveelheden, wordt een verminderingscoëfficiënt toegepast. De totale hoeveelheid waarvoor een producent een steunaanvraag indient, mag niet groter zijn dan die welke hij voor het betrokken wijnoogstjaar in de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1282/2001 ingediende productieopgave heeft vermeld.
5.  

De Portugese autoriteiten delen het volgende aan de Commissie mee:

— 
de totale hoeveelheden waarvoor elk jaar contracten zijn ondertekend;
— 
de uitvoeringsbepalingen van dit lid.
6.  
De marktdeelnemer die voor de betrokken steunregeling in aanmerking wenst te komen, sluit met de bevoegde instantie een rijpingscontract met een looptijd van ten minste vijf jaar voor Madeira en ten minste drie jaar voor de Azoren.
7.  

Het contract wordt gesloten op basis van een steunaanvraag die eenmaal, in het begin van vorengenoemde periode, wordt ingediend. Deze aanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:

a) 

naam en adres van de aanvragende producent;

b) 

aantal partijen waarvoor het rijpingscontract geldt, nauwkeurige identificatie van elke partij (met name nummer van de rijpingstanks, opgeslagen hoeveelheid, nauwkeurige vermelding van de plaats van de tanks);

c) 

voor elke partij: oogstjaar, technische kenmerken van de betrokken likeurwijn en, met name, totaal alcoholgehalte, effectief alcoholgehalte, suikergehalte, totaal zuurgehalte en gehalte aan vluchtige zuren;

d) 

voor elke partij: wijze van verpakking;

e) 

voor elke partij: vermelding van de eerste en de laatste dag van de opslagperiode.

8.  
De uitvoering van het rijpingscontract verleent het recht op betaling van het totale steunbedrag dat bij de ondertekening van het contract is vastgesteld. Voor Madeira wordt in het eerste, het derde en het vijfde jaar van de opslag telkens een derde van het steunbedrag uitgekeerd. Voor de Azoren wordt in elk jaar van de opslag telkens een derde van het steunbedrag uitgekeerd.
9.  
Het contract wordt pas aanvaard nadat ten bedrage van 40 % van het totale steunbedrag een honoreringszekerheid voor de contractperiode is gesteld. Deze zekerheid wordt gesteld overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten ( 27 ).
10.  
De bevoegde instantie vergewist zich ervan dat de bepalingen van het rijpingscontract zijn nageleefd, met name door verificatie van de registers van de producent en door bezoeken ter plaatse.
11.  
De zekerheid wordt vrijgegeven nadat is geconstateerd dat de uitvoering overeenkomstig de bepalingen van het contract is geschied.
12.  
Ingeval de bevoegde instantie constateert dat de likeurwijn waarop het contract betrekking heeft, niet geschikt is om voor rechtstreekse menselijke consumptie te worden aangeboden of geleverd, beëindigt zij het contract. Behoudens overmacht, brengt deze opzegging van het contract met zich dat de reeds uitgekeerde bedragen worden teruggevorderd en dat de honoreringszekerheid wordt verbeurd. De ingeroepen gevallen van overmacht worden binnen drie werkdagen nadat zij zich hebben voorgedaan, ter kennis van de bevoegde autoriteit gebracht.



TITEL IV



HOOFDSTUK I

Plaatselijke afzet

Artikel 39

Werkingssfeer

Dit hoofdstuk bevat de uitvoeringsbepalingen betreffende de steun voor groenten, fruit, en bloemen en levende planten die lokaal zijn geoogst of geteeld en die bestemd zijn voor de voorziening van de markten van de respectieve productiegebieden, zoals bedoeld in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1454/2001, in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 en in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1454/2001.

Artikel 40

Recht op steun

1.  
De lijst van de in categorieën ingedeelde producten die voor de in artikel 39 bedoelde steun in aanmerking komen, is voor respectievelijk de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden vastgesteld in kolom II van de bijlagen II, III, IV en V.
2.  
Voor de betrokken producten moeten de in artikel 41 bedoelde leveringscontracten worden opgesteld en zij moeten, voorzover het groenten en fruit betreft, voldoen aan de normen die zijn opgesteld overeenkomstig titel I van Verordening (EG) nr. 2200/96, of, bij ontstentenis van dergelijke normen, voldoen aan de in de contracten vastgestelde kwaliteitsspecificaties.
3.  
De steun wordt betaald voor de in kolom III van de bijlagen II, III, IV en V per categorie producten vastgestelde jaarlijkse maximumhoeveelheden.
4.  
De steunbedragen voor elke categorie producten zijn vastgesteld in de kolommen IV en V van de bijlagen II, III, IV en V. De in kolom V aangegeven bedragen gelden voor de overeenkomstig de artikelen 11 en 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96 erkende telersverenigingen. De in kolom IV aangegeven bedragen gelden voor de andere telers.
5.  
Indien de behoefte aan één of meer producten in de Franse overzeese departementen dit rechtvaardigt, verlenen de bevoegde autoriteiten steun voor levering aan een ander overzees departement dan het overzeese departement waar het product is geoogst.

Artikel 41

Leveringscontracten

1.  
De leveringscontracten worden gesloten tussen individuele telers, samenwerkingsverbanden van telers of telersverenigingen enerzijds en een marktdeelnemer zoals bedoeld in artikel 42 anderzijds.

In de contracten zijn met name de volgende gegevens opgenomen:

a) 

de firmanaam van de contractsluitende partijen;

b) 

een nauwkeurige omschrijving van de betrokken producten;

c) 

de totale te leveren hoeveelheden en het voorlopige tijdschema voor de leveringen;

d) 

een omschrijving en de oppervlakte van elk perceel waarop de betrokken producten worden geteeld, alsmede naam en adres van elke betrokken teler;

e) 

de duur van de verbintenis;

f) 

de wijze van opmaak en verpakking en de gegevens betreffende het vervoer (voorwaarden en kosten);

g) 

het leveringsstadium.

2.  
De contractsluitende partijen mogen de aanvankelijk in het contract aangegeven hoeveelheden via een schriftelijke aanvullende overeenkomst verhogen met maximaal 30 %.
3.  
De contracten en de aanvullende overeenkomsten worden vóór het begin van de betrokken leveringen en vóór een door de bevoegde autoriteiten vastgestelde uiterste datum, en eventueel voor elk product afzonderlijk, ondertekend.
4.  
Op het gebied van contracten mogen de bevoegde autoriteiten aanvullende bepalingen vaststellen, met name ten aanzien van de schadeloosstelling bij niet-naleving van de contractuele verplichtingen of vaststelling van een minimumhoeveelheid per contract. De bevoegde autoriteiten kunnen, voorzover dit nodig is met het oog op het beheer van de steunregeling, andere dan de in artikel 53 bedoelde verkoopperiodes of -seizoenen per product vaststellen.

Artikel 42

Erkende marktdeelnemers

1.  
De marktdeelnemers die hun commerciële activiteiten uitoefenen in de sectoren levensmiddelenhandel (zowel groothandel als detailhandel), horeca en instellingen of, op de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden, in de levensmiddelenindustrie en die wensen deel te nemen aan de steunregeling, dienen vóór een door de bevoegde autoriteiten vastgestelde datum een verzoek tot erkenning in bij de door die autoriteiten aangewezen instantie. Die instantie stelt de erkenningsvoorwaarden vast en maakt elk jaar ten minste één maand vóór de uiterste datum voor de ondertekening van de contracten een lijst van erkende marktdeelnemers bekend.
2.  

De erkende marktdeelnemers verbinden zich ertoe om:

a) 

de onder de leveringscontracten vallende producten uitsluitend in het productiegebied af te zetten of, voor de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden, te verwerken;

▼M2

b) 

een afzonderlijke voorraadboekhouding te voeren of welke andere documenten ook te bewaren die uit controleoogpunt dezelfde garanties bieden;

▼B

c) 

op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle bewijsstukken en documenten betreffende de uitvoering van de contracten en de inachtneming van de op grond van deze verordening aangegane verbintenissen mee te delen.

Artikel 43

Verklaringen

De individuele telers, samenwerkingsverbanden van telers of telersverenigingen die gebruik wensen te maken van de steunregeling, zenden vóór een door de bevoegde autoriteiten vastgestelde datum een verklaring met bijgevoegde kopie van het in artikel 41 genoemde leveringscontract naar de door bevoegde autoriteiten aangewezen diensten.

Artikel 44

Verminderingscoëfficiënt

1.  
Als uit de in artikel 43 bedoelde verklaringen blijkt dat de in artikel 40, lid 3, bedoelde hoeveelheden dreigen te worden overschreden, stellen de bevoegde autoriteiten een voorlopige verminderingscoëfficiënt vast die wordt toegepast op elke steunaanvraag voor de betrokken categorie producten, en delen zij dit mee aan de belanghebbenden. Deze coëfficiënt, die overeenkomt met de verhouding tussen de in kolom III van de bijlagen II, III, IV en V vastgestelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor contracten zijn aangegaan, verhoogd met de hoeveelheden van eventuele aanvullende overeenkomsten, wordt vastgesteld voordat enig besluit tot toekenning van de steun wordt genomen, maar uiterlijk een maand na de in artikel 41, lid 3, bedoelde uiterste datum.
2.  
Als lid 1 is toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten na afloop van het verkoopseizoen de definitieve verminderingscoëfficiënt vast die moet worden toegepast op elke tijdens het verkoopseizoen ingediende steunaanvraag.



HOOFDSTUK II

Afzet buiten het productiegebied



Afdeling I

Rijst, groenten en fruit, bloemen, planten en aardappelen

Artikel 45

Werkingssfeer

Deze afdeling bevat de uitvoeringsbepalingen betreffende de volgende steun:

a) 

de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun;

b) 

de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steun;

c) 

de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun;

d) 

de in artikel 30, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun;

e) 

de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde steun.

Artikel 46

Seizoencontracten

1.  
Onder „seizoencontract” wordt verstaan, het contract waarbij een buiten het ultraperifere productiegebied in de Gemeenschap gevestigde marktdeelnemer, natuurlijke persoon of rechtspersoon, zich vóór het begin van de verkoopperiode voor het betrokken product of de betrokken producten ertoe verbindt de productie van een individuele teler, een samenwerkingsverband van telers of een telersvereniging, in de ultraperifere regio's gevestigd, geheel of gedeeltelijk af te nemen met het oog op het in de handel brengen van de producten buiten het productiegebied.
2.  
Marktdeelnemers die een steunaanvraag wensen in te dienen, doen al naar gelang van het geval de Franse, Portugese of Spaanse bevoegde autoriteiten vóór het begin van de verkoopperiode voor het betrokken product of de betrokken producten het seizoencontract toekomen.

Het contract bevat ten minste de volgende elementen:

a) 

de firmanaam en het adres van vestiging van de contractanten;

b) 

een nauwkeurige omschrijving van de betrokken producten;

c) 

de totale te leveren hoeveelheden en het voorlopige tijdschema voor de leveringen;

▼M2

d) 

een omschrijving en de oppervlakte van elk perceel waarop de betrokken producten worden geteeld, alsmede, in het geval van een telersvereniging, de naam en het adres van elke betrokken teler; in het geval van roze peper van GN-code 0910 hoeven de gegevens over de percelen niet te worden meegedeeld;

▼B

e) 

de duur van de verbintenis;

f) 

de wijze van opmaak en verpakking en de gegevens betreffende het vervoer (voorwaarden en kosten);

g) 

het leveringsstadium.

De contractsluitende partijen mogen de aanvankelijk in het contract aangegeven hoeveelheden via een schriftelijke aanvullende overeenkomst verhogen met maximaal 30 %.

3.  
De bevoegde autoriteiten gaan na of de contracten in overeenstemming zijn met de bepalingen van artikel 45 en met onderhavige afdeling. Met name vergewissen zij zich ervan of de in lid 2 genoemde gegevens in de contracten voorkomen. Zij wijzen de marktdeelnemers erop dat het mogelijk is dat artikel 48 wordt toegepast.
4.  
Voor de bepaling van het steunbedrag wordt de waarde van de in de handel gebrachte productie, franco gebied van bestemming, geraamd op basis van het seizoencontract, de specifieke vervoersdocumenten en alle tot staving van de betalingsaanvraag overgelegde bewijsstukken. De in aanmerking te nemen waarde van de in de handel gebrachte productie is de waarde franco eerste haven of eerste luchthaven van lossing. De bevoegde autoriteiten kunnen alle voor het berekenen van het steunbedrag dienstige aanvullende informatie of bewijsstukken vragen.
5.  
De koper of, in het geval van de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun, de verkoper die zich ertoe heeft verbonden het betrokken product in de handel te brengen, dient de steunaanvraag in. De bevoegde autoriteiten kunnen, voorzover dit nodig is met het oog op het beheer van de steunregeling, andere dan de in artikel 53 bedoelde verkoopperiodes of -seizoenen per product vaststellen.

Artikel 47

Afzet van op de Azoren en Madeira geproduceerde bloemen en planten

1.  
Voor de toepassing van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 met betrekking tot de afzet van bloemen en planten van de Azoren en Madeira in de rest van de Gemeenschap dienen individuele telers, samenwerkingsverbanden van telers of telersverenigingen zoals bedoeld in de artikelen 11, 13 en 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96, die wensen deel te nemen aan de steunregeling, vóór een door de bevoegde Portugese autoriteiten vastgestelde datum een verzoek tot erkenning in bij de door die autoriteiten aangewezen instantie.

Die instantie stelt de erkenningsvoorwaarden vast en maakt elk jaar ten minste één maand vóór het begin van de verkoopperiode een lijst van erkende individuele telers, samenwerkingsverbanden van telers of telersverenigingen bekend.

2.  

Genoemde individuele telers, samenwerkingsverbanden van telers of telersverenigingen die in aanmerking wensen te komen voor de steun, dienen bij de door de bevoegde Portugese autoriteiten aangewezen diensten vóór het begin van de verkoopperiode van het betrokken product een verklaring in, waarbij deze zich ertoe verbinden:

a) 

de bloemen en planten uitsluitend in de rest van de Gemeenschap af te zetten;

b) 

naam en adres van vestiging van de contractanten of tussenpersonen mee te delen;

c) 

uitdrukkelijk het volgende mee te delen:

— 
de afgezette bloemen en planten;
— 
een omschrijving en de oppervlakte van elk perceel, geïdentificeerd overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 3508/92, waarop de betrokken producten worden geteeld, alsmede, in het geval van telersverenigingen, naam en adres van elke betrokken teler; de omschrijving van de percelen hoeft niet te worden meegedeeld voor gedroogde bloemen van GN-code 0603 90 00 ;
d) 

de wijze van opmaak en verpakking mee te delen alsmede de gegevens betreffende het vervoer (voorwaarden en kosten) en het leveringsstadium;

e) 

een afzonderlijke boekhouding te voeren voor de in dit artikel bedoelde transacties;

f) 

op verzoek van de bevoegde Portugese autoriteit alle bewijsstukken en documenten betreffende de in dit artikel bedoelde verkopen en de inachtneming van de op grond van deze verordening aangegane verbintenissen mee te delen.

3.  
Voor de bepaling van het steunbedrag wordt de waarde van de in de handel gebrachte productie, franco gebied van bestemming, geraamd op basis van de specifieke vervoersdocumenten en alle tot staving van de betalingsaanvraag overgelegde bewijsstukken. De in aanmerking te nemen waarde van de in de handel gebrachte productie is de waarde franco eerste haven of eerste luchthaven van lossing. De diensten kunnen alle voor het berekenen van het steunbedrag dienstige aanvullende informatie of bewijsstukken vragen.
4.  
De individuele telers, samenwerkingsverbanden van telers of telersverenigingen zoals bedoeld in de artikelen 11, 13 en 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96, die zich ertoe hebben verbonden het betrokken product in de handel te brengen, dienen de steunaanvraag in. De bevoegde autoriteiten kunnen, voorzover dit nodig is met het oog op het beheer van de steunregeling, andere dan de in artikel 53 bedoelde verkoopperiodes of -seizoenen per product vaststellen.

Artikel 48

Verminderingscoëfficiënt

1.  
Wanneer voor een bepaald product de hoeveelheden waarvoor de steun wordt aangevraagd, groter zijn dan het in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 vastgestelde volume of, wat meloenen van GN-code ex 0807 10 90 en ananas van GN-code 0804 30 00 betreft, dan het in lid 6 van genoemd artikel vastgestelde maximum of de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1454/2001 vastgestelde maxima, stellen de nationale autoriteiten een op iedere steunaanvraag toe te passen uniforme verminderingscoëfficiënt vast.
2.  

Voor in Guyana geoogste rijst:

a) 

De bevoegde Franse autoriteiten stellen, in voorkomend geval, een op alle betrokken steunaanvragen toe te passen uniforme verminderingscoëfficiënt vast om te waarborgen dat per jaar steun wordt toegekend voor ten hoogste 12 000  t volwitterijstequivalent van de totale hoeveelheid waarvoor steunaanvragen zijn ingediend, waarvan ten hoogste 4 000  t rijst die in de Gemeenschap buiten Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is.

b) 

De uniforme verminderingscoëfficiënt wordt als volgt berekend:

i) 

indien de totale hoeveelheid waarvoor aanvragen zijn ingediend, minder dan 12 000 t bedraagt en daarvan meer dan de maximale hoeveelheid van 4 000 t rijst in de Gemeenschap buiten Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is, wordt uitsluitend op laatstgenoemde hoeveelheid rijst de coëfficiënt i toegepast, die als volgt wordt bepaald:

image

waarbij

x = de hoeveelheid in Guyana geoogste rijst die daadwerkelijk in de Gemeenschap buiten Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is;

ii) 

indien de totale hoeveelheid waarvoor aanvragen zijn ingediend, meer dan 12 000 t bedraagt en daarvan minder dan de maximale hoeveelheid van 4 000 t rijst in de Gemeenschap buiten Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is, wordt op de totale hoeveelheid rijst de coëfficiënt j toegepast, die als volgt wordt bepaald:

image

waarbij

y = de totale hoeveelheid in Guyana geoogste rijst waarvoor aanvragen zijn ingediend;

iii) 

indien de totale hoeveelheid waarvoor aanvragen zijn ingediend, meer dan 12 000 t bedraagt en daarvan meer dan de maximale hoeveelheid van 4 000 t rijst in de Gemeenschap buiten Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is, wordt de coëfficiënt z toegepast, die als volgt wordt bepaald:

image

waarbij

x = de hoeveelheid in Guyana geoogste rijst die daadwerkelijk in de Gemeenschap buiten Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is;

i = de in punt i) bedoelde verminderingscoëfficiënt voor de steunaanvragen betreffende de hoeveelheid in Guyana geoogste rijst die daadwerkelijk in de Gemeenschap buiten Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is;

k = de hoeveelheid in Guyana geoogste rijst die daadwerkelijk op Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht is.

Indien de bevoegde Franse autoriteiten de bepalingen van deze punten toepassen, stellen zij de Commissie daarvan onverwijld in kennis met vermelding van de betrokken hoeveelheden.

c) 

De steun wordt uitgekeerd naar rata van de hoeveelheden die daadwerkelijk afgezet of in de handel gebracht zijn ter uitvoering van het seizoencontract of de seizoencontracten en in overeenstemming met de geldende voorschriften.

d) 

Voor de toepassing van dit artikel zijn de volgende omzettingscoëfficiënten vastgesteld:

— 
0,45 voor de omzetting van padie in volwitte rijst,
— 
0,69 voor de omzetting van gedopte rijst in volwitte rijst,
— 
0,93 voor de omzetting van halfwitte rijst in volwitte rijst.

Artikel 49

Joint ventures

De in artikel 15, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1452/2001, in artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 en in artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde verhoging van de steun wordt uitgekeerd na overlegging van het bewijs van de door de partners aangegane verbintenissen om gedurende een periode van ten minste drie jaar de kennis en de know-how te delen die nodig zijn om het doel van het samenwerkingsverband te bereiken. In deze verbintenissen moet een beding zijn opgenomen waardoor opzegging van de verbintenis vóór het einde van de bedoelde periode van drie jaar wordt uitgesloten.

Wanneer de bovenbedoelde verbintenissen niet zijn nagekomen, kan de marktdeelnemer voor het betrokken verkoopseizoen geen steunaanvraag indienen.

Artikel 50

Herverzending en wederuitvoer van rijst

1.  
Producten waarvoor steun wordt verleend in het kader van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1452/2001, mogen niet worden uitgevoerd; bovendien mogen dergelijke producten, als zij op Guadeloupe en Martinique afgezet of in de handel gebracht zijn, niet opnieuw worden verzonden naar een ander deel van de Gemeenschap.

Producten die in een ander deel van de Gemeenschap afgezet of in de handel gebracht zijn en waarvoor de bedoelde steun is verleend, mogen niet opnieuw worden verzonden naar Guyana, Guadeloupe of Martinique.

2.  
De bevoegde autoriteiten nemen de nodige controlemaatregelen om toe te zien op de naleving van lid 1. Deze maatregelen omvatten met name onverwachte fysieke controles. De betrokken lidstaten stellen de Commissie in kennis van de in dit verband genomen maatregelen.



Afdeling II

Madeirawijn

Artikel 51

1.  
De in artikel 20, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde steun wordt toegekend tot en met het verkoopseizoen 2005/2006.
2.  
Als de steun wordt aangevraagd voor verpakkingen van minder dan 1 l, wordt op de steun een verminderingscoëfficiënt toegepast naar evenredigheid van de inhoud van de fles.
3.  
De steun wordt uitgekeerd aan expediteurs die daartoe voor elke partij een aanvraag hebben ingediend bij de bevoegde instantie binnen de door die instantie vastgestelde termijn.
4.  

Deze aanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:

— 
kopie van deel 3 van het naar behoren ingevulde begeleidende administratieve document; opgave van de expediteur en de geadresseerde (benaming, adres, land), de hoeveelheid verzonden wijn in liter, de code uit de douanenomenclatuur, het stempel van het wijninstituut van Madeira waarmee de authenticiteit van het product wordt bevestigd, en het stempel van de douane van Madeira waarmee wordt bevestigd dat het product het grondgebied heeft verlaten;
— 
kopie van de facteur van de vervoerder/doorvoerder met vermelding van de eindbestemming of de zeevrachtbrief (connossement);
— 
kopie van de aan de koper geadresseerde factuur met vermelding van het equivalent in liter dat moet overeenstemmen met de in het begeleidende administratieve document vermelde hoeveelheid.



TITEL V

STUDIES

Artikel 52

1.  
De opdracht voor de uitvoering van de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 en in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde studies wordt gegund via een onder verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteiten te organiseren inschrijving.
2.  
De bevoegde autoriteiten doen de Commissie het ontwerp van inschrijvingsbericht met de specificaties toekomen. De Commissie deelt eventuele opmerkingen uiterlijk één maand na de ontvangst van het ontwerp mee.
3.  
De bevoegde autoriteiten stellen de Commissie in kennis van de definitieve studie. De Commissie deelt eventuele opmerkingen uiterlijk 45 dagen na de ontvangst van de studie mee.
4.  

De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt alleen uitgekeerd indien:

— 
de bepalingen van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 en van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1454/2001 en de specificaties in acht zijn genomen, en rekening is gehouden met de eventueel meegedeelde opmerkingen;
— 
de bijdrage van Portugal of Spanje is uitgekeerd.



TITEL VI

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN



HOOFDSTUK I

Steunaanvragen

Artikel 53

Verkoopseizoenen

De verkoopseizoenen lopen van 1 januari tot en met 31 december voor alle andere producten dan wijn.

Artikel 54

Indiening van de aanvragen en betaling van de steun

1.  
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5, 25, 34 en 36, worden steunaanvragen bij de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat aangewezen diensten ingediend overeenkomstig de door deze autoriteiten voorgeschreven modellen en binnen de door die autoriteiten bepaalde termijnen. Voor de in titel I bedoelde steun worden deze termijnen zodanig gekozen dat de nodige controles ter plaatse kunnen worden uitgevoerd.
2.  

Iedere steunaanvraag bevat ten minste de volgende gegevens en bewijsstukken:

a) 

naam, voornamen en adres van de aanvrager;

b) 

voor de in titel I bedoelde steun, de bebouwde oppervlakte, in hectare en are, geïdentificeerd overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 3508/92;

c) 

voor de in titel II, hoofdstuk I, bedoelde steun, de geoogste hoeveelheid ananas en de hoeveelheid waarvoor een steunaanvraag is ingediend;

d) 

voor de in titel II, hoofdstuk III, bedoelde steun, de afleveringsbewijzen voor het suikerriet die zijn opgesteld door de voor elk departement door Frankrijk aangewezen bevoegde instanties of verwerkingsbedrijven;

e) 

voor de respectievelijk in titel II, hoofdstuk II, in titel III, hoofdstuk I, en in titel IV, de hoofdstukken I en II, bedoelde steun, de individuele of gebundelde facturen en alle andere bewijsstukken betreffende de uitgevoerde acties, met name de referenties van de leveringscontracten, verwerkingscontracten of seizoencontracten.

3.  
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 6 en 9, keren de bevoegde autoriteiten de op grond van deze verordening vastgestelde steun uit binnen vier maanden na het verstrijken van de termijn voor de indiening van de steunaanvragen.

Wanneer in het kader van de in titel I, hoofdstuk I, bedoelde teelten binnen een kalenderjaar meer dan één oogst kan plaatsvinden, begint de in de eerste alinea bedoelde termijn na afloop van de termijn voor het indienen van aanvragen om steun voor de laatste oogst van het lopende jaar.

4.  
De lidstaten kunnen aanvullende bepalingen vaststellen voor de uitbetaling van de in titel IV bedoelde steun door de telersvereniging aan haar leden.

Artikel 55

Verbetering van kennelijke fouten

In geval van een door de bevoegde autoriteit erkende kennelijke fout, kan een steunaanvraag te allen tijde na de indiening worden aangepast.

Artikel 56

Te late indiening van aanvragen

Behoudens overmacht en buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 65 wordt bij indiening van een steunaanvraag na de overeenkomstig artikel 54, lid 1, in de betrokken sectorspecifieke voorschriften bepaalde termijn het steunbedrag waarop het bedrijfshoofd recht zou hebben indien hij de aanvraag tijdig had ingediend, verlaagd met 1 % per werkdag vertraging. Bij een termijnoverschrijding van meer dan 25 kalenderdagen wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 57

Intrekking van steunaanvragen

1.  
Een steunaanvraag kan te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken.Wanneer echter de bevoegde instantie het bedrijfshoofd reeds in kennis heeft gesteld van onregelmatigheden in zijn steunaanvraag, of van haar voornemen bij hem een controle ter plaatse uit te voeren, waarbij vervolgens onregelmatigheden worden ontdekt, mogen de bij de onregelmatigheden betrokken gedeelten van de aanvraag niet worden ingetrokken.
2.  
Door de intrekking van de steunaanvraag overeenkomstig lid 1 wordt de aanvrager teruggebracht in de toestand waarin hij zich vóór de indiening van de betrokken aanvraag of van het betrokken gedeelte ervan bevond.



HOOFDSTUK II

Controles

Artikel 58

1.  
De controles bestaan uit administratieve controles en controles ter plaatse. De administratieve controles betreffen alle aanvragen en omvatten kruiscontroles, onder meer, voorzover van toepassing, door vergelijking met de gegevens van het geïntegreerde beheers- en controlesysteem. Op basis van een risicoanalyse controleren de nationale autoriteiten ter plaatse een steekproef van steunaanvragen die ten minste 10 % van de steunaanvragen betreft.

Wanneer nodig, doen de lidstaten een beroep op het geïntegreerde beheers- en controlesysteem dat is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 3508/92.

2.  
Voor de in titel III, hoofdstuk II, afdeling I, bedoelde steun worden bij deze controles ook de geleverde hoeveelheden suikerriet en de inachtneming van de minimumprijs gecontroleerd.

Artikel 59

Algemene beginselen

1.  
De controles ter plaatse worden onverwachts uitgevoerd. Zij mogen worden aangekondigd, doch slechts zolang van tevoren als strikt noodzakelijk is en voorzover het doel van de controle daardoor niet in gevaar komt. Behalve in behoorlijk gemotiveerde gevallen mag de aankondiging nooit meer dan 48 uur van tevoren plaatsvinden.
2.  
Voorzover dienstig, worden de controles ter plaatse in het kader van deze verordening tegelijk met in andere communautaire regelingen voorgeschreven controles verricht.
3.  
De aanvraag (aanvragen) wordt (worden) afgewezen indien het bedrijfshoofd of zijn vertegenwoordiger een controle ter plaatse verhindert.

Artikel 60

Selectie van de ter plaatse te controleren aanvragen

1.  

Aan de hand van een risicoanalyse en op basis van de representativiteit van de ingediende steunaanvragen bepaalt de bevoegde instantie bij welke bedrijfshoofden een controle ter plaatse moet worden verricht. Bij de risicoanalyse wordt rekening gehouden met:

a) 

de steunbedragen;

b) 

het aantal percelen landbouwgrond en de oppervlakte waarvoor de steun wordt aangevraagd, of de geproduceerde, vervoerde, verwerkte of in de handel gebrachte hoeveelheid;

c) 

de ontwikkeling ten opzichte van het voorgaande jaar;

d) 

de controleresultaten in de voorgaande jaren;

e) 

andere door de lidstaten te bepalen factoren.

Om de representativiteit te waarborgen, selecteren de lidstaten door middel van een aselecte steekproef 20 tot 25 % van het minimumaantal bedrijfshoofden bij wie een controle ter plaatse moet worden uitgevoerd.

2.  
De bevoegde instantie maakt aantekening van de redenen waarom een bedrijfshoofd voor een controle ter plaatse is geselecteerd. De inspecteur die de controle ter plaatse moet verrichten, wordt hiervan vóór het begin van de controle in kennis gesteld.

Artikel 61

Controleverslag

1.  

Van elke controle ter plaatse wordt een controleverslag opgesteld aan de hand waarvan de bijzonderheden van de controle kunnen worden nagetrokken. In het verslag worden met name de volgende gegevens vermeld:

a) 

de gecontroleerde steunregelingen en -aanvragen;

b) 

de aanwezige personen;

c) 

de gecontroleerde percelen landbouwgrond, de opgemeten percelen landbouwgrond en de meetresultaten per perceel landbouwgrond, alsmede de gebruikte meettechnieken;

d) 

de geproduceerde, vervoerde, verwerkte of in de handel gebrachte hoeveelheden die zijn gecontroleerd, alsmede de behaalde resultaten en de gebruikte technieken;

e) 

of het bedrijfshoofd van de controle in kennis was gesteld en, zo ja, hoelang van tevoren;

f) 

gegevens betreffende eventuele andere verrichte controles.

Het bedrijfshoofd of zijn vertegenwoordiger moet in de gelegenheid worden gesteld het verslag te ondertekenen om aldus te bevestigen dat hij bij de controle aanwezig was, en er opmerkingen over de controle aan toe te voegen. Wanneer onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt aan het bedrijfshoofd een afschrift van het verslag verstrekt.

Ten aanzien van door middel van teledetectie uitgevoerde controles ter plaatse kunnen de lidstaten besluiten dat het bedrijfshoofd of zijn vertegenwoordiger niet in de gelegenheid behoeft te worden gesteld het controleverslag te ondertekenen indien geen onregelmatigheden worden ontdekt.



HOOFDSTUK III

Gevolgen van ten onrechte betaalde bedragen

Artikel 62

Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen

1.  
In geval van een onverschuldigde betaling is het bedrijfshoofd verplicht het betrokken bedrag terug te betalen, verhoogd met de overeenkomstig lid 3 berekende rente.
2.  
De lidstaten kunnen besluiten dat een ten onrechte betaald bedrag wordt verrekend met voorschotten of betalingen die na het besluit betreffende de terugvordering aan het bedrijfshoofd worden toegekend op grond van andere steunregelingen. Het bedrijfshoofd mag het bedrag evenwel terugbetalen zonder die verrekening af te wachten.
3.  
De rente wordt berekend op basis van de periode die is verstreken tussen de kennisgeving aan het bedrijfshoofd dat hij verplicht is het betrokken bedrag terug te betalen, en de feitelijke terugbetaling of de verrekening. De toe te passen rentevoet wordt berekend volgens de nationale wettelijke bepalingen, maar mag in geen geval lager zijn dan de rentevoet die geldt bij de terugvordering van bedragen op grond van nationale voorschriften.
4.  
Wanneer ten onrechte steun is uitgekeerd als gevolg van valse verklaringen, valse documenten of grove nalatigheid van de begunstigde, wordt een sanctie toegepast waarvan het bedrag gelijk is aan het ten onrechte ontvangen bedrag, vermeerderd met de overeenkomstig lid 3 berekende rente.
5.  
De in lid 1 bedoelde terugbetalingsplicht is niet van toepassing indien de betaling is verricht als gevolg van een fout van de bevoegde instantie zelf of van een andere instantie en die fout redelijkerwijs niet kon worden ontdekt door het bedrijfshoofd.

Wanneer de fout evenwel betrekking heeft op feitelijke elementen die relevant zijn voor de berekening van de betrokken betaling, is de eerste alinea alleen van toepassing indien het besluit tot terugvordering niet binnen twaalf maanden na de betaling is meegedeeld.

6.  
De in lid 1 bedoelde terugbetalingsplicht is niet van toepassing indien tussen de datum van betaling van de steun en de datum waarop de begunstigde door de bevoegde instantie ervan in kennis wordt gesteld dat de steun ten onrechte is toegekend, meer dan tien jaar is verstreken.

De in de eerste alinea genoemde periode wordt echter tot vier jaar verkort wanneer de begunstigde te goeder trouw heeft gehandeld.

7.  
Terugvorderingen ten gevolge van overeenkomstig deze titel toegepaste kortingen of uitsluitingen verjaren na vier jaar.
8.  
Het bepaalde in de leden 5 en 6 geldt niet met betrekking tot voorschotten.
9.  
De lidstaten kunnen afzien van terugvordering van bedragen van ten hoogste 100 EUR, rente niet inbegrepen, per bedrijfshoofd en per premieperiode, voorzover volgens het nationale recht in dergelijke gevallen geen terugvordering plaatsvindt.
10.  
De terugbetaalde bedragen en de rente worden overgemaakt aan het bevoegde betaalorgaan en in mindering gebracht op de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw gefinancierde uitgaven.

Artikel 63

Kortingen en uitsluitingen bij te hoge aangifte voor hectaresteun

1.  
Voor de in titel I bedoelde steun wordt, wanneer ten aanzien van een gewasgroep de aangegeven oppervlakte groter is dan de tijdens de controle geconstateerde oppervlakte, het steunbedrag berekend op basis van de geconstateerde oppervlakte, verminderd met tweemaal het vastgestelde verschil wanneer dit groter is dan 3 % of dan 2 ha, doch niet groter dan 20 % van de geconstateerde oppervlakte.

Wanneer het verschil groter is dan 20 % van de geconstateerde oppervlakte, wordt voor de betrokken gewasgroep geen hectaresteun toegekend.

2.  
Wanneer met betrekking tot de totale geconstateerde oppervlakte waarop een steunaanvraag in het kader van de in titel I vermelde steunregelingen betrekking heeft, het verschil tussen de aangegeven oppervlakte en de geconstateerde oppervlakte groter is dan 30 %, wordt het op grond van die steunregelingen toe te kennen steunbedrag waarop het bedrijfshoofd aanspraak zou kunnen maken, voor het betrokken kalenderjaar geweigerd.

Wanneer het verschil groter is dan 50 %, wordt het bedrijfshoofd bovendien tot een bedrag dat gelijk is aan het op grond van de eerste alinea geweigerde steunbedrag, nogmaals uitgesloten van de steun. Dit bedrag wordt verrekend met de betalingen in het kader van de in deze verordening genoemde steunregelingen waarop hij aanspraak kan maken op grond van aanvragen die hij indient in de drie kalenderjaren die volgen op het kalenderjaar waarin het verschil wordt vastgesteld.

Artikel 64

Uitzonderingen op de toepassing van kortingen en uitsluitingen

1.  
De in deze titel bedoelde kortingen en uitsluitingen zijn niet van toepassing wanneer het bedrijfshoofd feitelijk juiste gegevens heeft verschaft of wanneer hij anderszins kan bewijzen dat hem geen schuld treft.
2.  
De in deze titel bepaalde kortingen en uitsluitingen zijn ook niet van toepassing op die onderdelen van de steunaanvraag ten aanzien waarvan het bedrijfshoofd de bevoegde instantie schriftelijk meedeelt dat de aanvraag fouten bevat of niet langer juist is, tenzij het bedrijfshoofd in kennis is gesteld van het voornemen van de bevoegde instantie bij hem een controle ter plaatse te verrichten, of deze instantie het bedrijfshoofd reeds over onregelmatigheden in de betrokken aanvraag heeft ingelicht.

De in de eerste alinea bedoelde mededeling van het bedrijfshoofd heeft een aanpassing van de steunaanvraag aan de feitelijke toestand tot gevolg.

Artikel 65

Overmacht en buitengewone omstandigheden

1.  
Gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden moeten binnen tien werkdagen vanaf het tijdstip waarop zulks voor het bedrijfshoofd mogelijk is, met het relevante door de bevoegde instantie afdoende geachte bewijs bij de bevoegde instantie worden gemeld.
2.  

Als buitengewone omstandigheden kan de bevoegde instantie bijvoorbeeld aanvaarden:

a) 

het overlijden van het bedrijfshoofd;

b) 

langdurige arbeidsongeschiktheid van het bedrijfshoofd;

c) 

een ernstige natuurramp die het landbouwareaal van het bedrijf in belangrijke mate beïnvloedt.

Artikel 66

Intrekking van erkenningen

De nationale autoriteiten trekken de in artikel 42 bedoelde erkenningen in wanneer de desbetreffende verbintenissen niet zijn nagekomen. Zij kunnen de betaling van de steun voor één of meer verkoopseizoenen schorsen, daarbij rekening houdend met de ernst van de vastgestelde onregelmatigheden.



HOOFDSTUK IV

Algemene bepalingen

Artikel 67

Aanvullende nationale maatregelen

De lidstaten nemen alle voor de toepassing van deze verordening vereiste aanvullende maatregelen, met name voor de in titel II, hoofdstuk III, bedoelde steun, betreffende de controle van de geleverde hoeveelheden suikerriet.

▼M4

Artikel 68

Mededelingen

1.  

De lidstaten delen de Commissie jaarlijks uiterlijk op de volgende data de volgende gegevens mee:

a) 

op 30 juni, een verslag over de uitvoering van de in deze verordening vervatte maatregelen in het voorgaande verkoopseizoen, waarin met name moeten worden vermeld:

— 
de oppervlakten waarvoor een aanvraag om steun als bedoeld in titel I, is ingediend voor het lopende verkoopseizoen en waarvoor effectief steun is uitgekeerd;
— 
de hoeveelheden groene vanille en etherische oliën van geranium of van vetiver waarvoor de in titel II, hoofdstuk II bedoelde steun is toegekend;
— 
met betrekking tot de in titel II, hoofdstuk III, bedoelde steun voor elk departement
— 
de totale hoeveelheden suikerriet, in ton, waarvoor steun is aangevraagd,
— 
het totale bedrag van de uitgekeerde steun en de schommelingen van de bedragen per eenheid,
— 
eventuele wijzigingen van de criteria voor de toekenning van steun en eventuele nieuwe aanvullende nationale maatregelen;
— 
de hoeveelheden grondstof waarvoor de steun als bedoeld in titel III, hoofdstuk I, is toegekend, uitgesplitst per product als vastgesteld in bijlage I, deel A, alsmede de in nettogewicht uitgedrukte hoeveelheden verkregen eindproducten, uitgesplitst overeenkomstig bijlage I, deel B;
— 
voor Frankrijk en Portugal; met betrekking tot de steun als bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling I:
— 
de totale hoeveelheden suiker- of sacharosestroop en "rhum agricole", uitgedrukt in witte suiker of in hectoliter zuivere alcohol, naar gelang van het geval, waarvoor steun is aangevraagd,
— 
de stroopfabrieken of de distilleerderijen die steun hebben ontvangen,
— 
voor elke stroopfabriek of distilleerderij, het bedrag van de ontvangen steun en de geproduceerde hoeveelheid suiker- of sacharosestroop en „rhum agricole”.
— 
de hoeveelheden waarvoor steun en verhoogde steun, als bedoeld in titel IV, hoofdstuk I, is toegekend, uitgesplitst per product als vastgesteld in bijlage II, IIII, IV of V;
— 
de hoeveelheden waarvoor steun als bedoeld in titel IV, hoofdstuk II, is toegekend, uitgesplitst per product, alsmede de gemiddelde waarde daarvan in de zin van artikel 46, lid 4;
— 
de hoeveelheden waarvoor voor het lopende verkoopseizoen contracten zijn gesloten als bedoeld in titel IV, hoofdstuk II, uitgesplitst per categorie of per product;
— 
de vorderingen die op de Azoren en Madeira zijn gemaakt met de omschakeling en herstructuring van de arealen die zijn beplant met op de eigen onderstam groeiende hybride wijnstokrassen waarvan de teelt verboden is.
b) 

op 30 november:

— 
de geoogste hoeveelheid ananas waarvoor steun als bedoeld in titel II, hoofdstuk I, is uitgekeerd;
— 
de minimumprijzen als bedoeld in titel III, hoofdstuk I, vastgesteld overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 voor elk van de in bijlage I opgesomde producten;
— 
met betrekking tot de steun als bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling II:
— 
de oppervlakten waarvoor forfaitaire steun per hectare is aangevraagd en uitgekeerd en het totale bedrag van de steun,
— 
de geproduceerde hoeveelheden witte suiker en het totale, aan specifieke verwerkingssteun uitgekeerde bedrag.
2.  
De lidstaten delen de Commissie onverwijld de gevallen mee die zij erkennen als gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden op grond waarvan het behoud van het recht op steun gerechtvaardigd is.

▼B

Artikel 69

Telersverenigingen in de Franse overzeese departementen

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 412/97 wordt vervangen door bijlage VI bij deze verordening.



HOOFDSTUK V

Slotbepalingen

Artikel 70

Intrekking

De Verordeningen (EEG) nr. 980/92, (EEG) nr. 2165/92, (EEG) nr. 2311/92, (EEG) nr. 3491/92, (EEG) nr. 3518/92, (EG) nr. 1524/98, (EG) nr. 2477/2001, (EG) nr. 396/2002, (EG) nr. 738/2002, (EG) nr. 1410/2002 en (EG) nr. 1491/2002 worden ingetrokken.

Artikel 71

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van de in artikel 1, onder b), c), f) en g), bedoelde steun en van de in het kader van titel IV, hoofdstuk I, toegekende steun voor andere bananen dan „plantains” (bakbananen) van Guyana en Réunion, waarvoor zij met ingang van 1 januari 2002 van toepassing is.

Artikel 53 is niet van toepassing op seizoencontracten die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gesloten op grond van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1452/2001, artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 of artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1454/2001.

Voor 2003 wordt met het oog op de bepaling van het steunbedrag dat wordt toegekend op grond van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1452/2001, artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 en artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1454/2001, de hoedanigheid van de begunstigde beoordeeld bij de indiening van de steunaanvraag.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

FRANSE OVERZEESE DEPARTEMENTEN

Deel A

In artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde producten.

In artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde maximumhoeveelheden.

In artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde steunbedragen.



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(t)

Steun

(t)

A

ex 0703 10

Uien voor „rougail” en atjar

8 320

216

ex 0706 10 00

Wortelen voor „rougail” en atjar

ex 0709 90 90

Christophines, „fruits à pain”

0803 00 11

Plantains (bakbananen) (alle Franse overzeese departementen)

0803 00 19

Andere bananen dan plantains (Guyana en Réunion)

0804 30 00

Ananas (behalve op Martinique)

0810 10

Aardbeien

ex 0810 90 95

Guaves

ex 0810 90 95

Kedondong

B

ex 0704 90

Kool voor „rougail” en atjar

1 550

354

ex 0709 90 90

Tulbandkalebas

0714 10

Maniokwortel

0714 20 10

Bataten

ex 0714 90

Tarots, ook „dachines” genoemd

ex 0805 20

Tangormandarijnen

0805 50 90

Lemmetjes

0807 20 00

Papaja's

ex 0810 90 30

Nangka's „jackfruit” lychees, ramboetan

ex 0810 90 40

Carambola's

ex 0810 90 95

Antilliaanse abrikoos, ramboetan, Surinaamse kers, zuurzak

ex 0804 50 00

Guaves

C

0703 20 00

Knoflook voor „rougail” en atjar

560

412

0709 60 99

Pepers en grote pepers

0708 20 00

Bonen voor „rougail” en atjar

ex 0714 90

Yamswortel

ex 0804 50 00

Mango

ex 0805 90 00

Combava

ex 0810 90 40

Passievrucht, maracuja, granadilla

Deel B

In artikel 13, lid 2, bedoelde producten.



GN-code

Product

ex  07 10

Ongekookte bevroren groenten

ex  07 12

Gedroogde groenten

ex  07 14

Gedroogde groenten

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

2004 90 98

Bevroren groenten

ex 2005 90

Groenten en vruchten in conserven en luchtdicht verpakte, gesteriliseerde groenten en vruchten

ex 2006 00

Vruchten, geconfijt met suiker

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta

ex  20 08

Vruchtvlees

2009

Vruchtensappen

2008 20

Ananas (behalve op Martinique)




BIJLAGE II

FRANSE OVERZEESE DEPARTEMENTEN

In artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde producten.In artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedoelde maximumhoeveelheden, per periode van 1 januari tot en met 31 december.

GROENTEN EN FRUIT



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(t)

Steun

(EUR/t)

A

0701 90

Aardappelen

7 800

80  (1)

160

ex 0706 10

Wortelen

ex 0707 00 05

Komkommers

0709 90 90

Sechium edule, „chouchous/christophines” genoemd, „fruits à pain”

0803 00 11

Plantains (bakbananen) (alle Franse overzeese departementen)

0803 00 19

Andere bananen dan plantains (Guyana en Réunion)

0804 30 00

Ananassen

0807 11 00

Watermeloenen

B

0702 00 00

Tomaten

13 000

120  (2)

241

ex 0703 10

Uien

ex  07 04

Kool

▼M2

0705

Sla (Lactuca sativa) en cichoreigroenten

▼B

0709 90 10

Andere sla dan Lactuca sativa en cichorei

0709 30 00

Aubergines

0714 20 10

Bataten (zoete aardappelen)

0709 90 70

Courgettes

ex 0714 90 11

Tarots (ook „dachines” genoemd)

ex 0709 60 10

Niet-scherpsmakende pepers

ex 0709 60 99

Andere pepers

ex 0709 90 90

Tulbandkalebas

0804 40 00

Avocado's

ex 0804 50 00

Mango's

ex  08 05

Citrusvruchten (sinaasappelen, mandarijnen, citroenen en lemmetjes, grapefruits, pompelmoezen en pomelo's)

0807 19 00

Meloenen

0807 20 00

Papaja's

ex 0810 90 30

Lychees, ramboetan

ex 0810 90 85

Guaves („goyave-fraise”)

C

0703 20 00

Knoflook

700

158  (3)

315

0708 20

Sperziebonen

0810 10

Aardbeien

ex 0810 90 40

Passievruchten, maracuja, granadilla

0809 30

Perziken

ex 0714 90

Yamswortelen

0709 90 90

Gombo

ex 0910 10

Gember

ex 0910 30 00

Kurkuma

(1)   

Het steunbedrag is echter:


— in 2003 gelijk aan 120 EUR/t;

— in 2004 gelijk aan 96 EUR/t;

(2)   

Het steunbedrag is echter:


— in 2003 gelijk aan 180 EUR/t;

— in 2004 gelijk aan 145 EUR/t

(3)   

Het steunbedrag is echter:


— in 2003 gelijk aan 236 EUR/t;

— in 2004 gelijk aan 189 EUR/t.

VERSE SNIJBLOEMEN



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(stuks)

Steun

(EUR/1 000 stuks)

A

ex 0603 10 80

Tropische bloemen (anthurium standaard, alpina, heliconia, Nicolaia elatior, strelitzia)

2 640 000

150

157

ex 0604 99 90

Bladeren (arecas, caryotas)

0602 90 91

Bloeiende planten in pot

C

ex 0603 10 80

Tropische bloemen (anthurium hybriden, Indisch bloemriet)

2 500 000

300

315

ex 0603 10 30

Orchideeën

0603 10 10

Rozen

ex 0604 99 90

Bladeren (dracaena, alocasia)

0602 90 91

Bloeiende planten in pot (geraniums, pelargoniums, begonia's)




BIJLAGE III

AZOREN

In artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde producten.In artikel 5, lid 1, vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde maximumhoeveelheden, per periode van 1 januari tot en met 31 december.

GROENTEN EN FRUIT



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(t)

Steun

(EUR/t)

A

0709 90 90

Andere groenten en vruchten, niet elders genoemd

60 000

100

200

0701 90

Andere aardappelen

0703 10 19

Sjalotten

0704 10 00

Bloemkool en broccoli

0704 90 90

Andere bloemkool, niet elders genoemd

0704 90 10

Rode kool

0704 10

Bloemkool

0704 90 90

Chinese kool

0709 70 00

Spinazie

0708 90 00

Andere peulgroenten

0706 10 00

Rapen

0713 33

Bonen van de soort „Phaseolus vulgaris”

0804 40 00

Avocado's

0803 00

Bananen

0804 50 00

Guaves

0805 10

Sinaasappelen

0805 20

Mandarijnen/tangerines

0805 50

Citroenen

B

0703 90 00

Prei

10 000

150

300

0709 40 00

Selderij

0705

Sla en cichorei

0709 90 20

Snijbiet

0706 90 90

Suikerbieten

0714 20

Bataten (zoete aardappelen)

0714 90 90

Andere aardappelen

0706 90 90

Radijs

0707 00 05

Komkommers

0709 90 60

Suikermaïs

0709 60

Pepers

0709

Andere groenten

C

0709 90

Andere

7 000

200

400

0703 20 00

Knoflook

0709 90 90

Andere

0708 10 00

Erwten

0708 20 00

Sperziebonen

0709 90 90

Andere

0709

Andere groenten, niet elders genoemd

0810

Andere verse vruchten

0808 10

Appelen

0810

Kiwi's

0805 20

Clementines

0805 30 90

Lemmetjes

0807 19 00

Andere meloenen

0810

Maracuja

0810

Aardbeien

0810

Andere verse vruchten

0807 20 00

Papaja's

0806 10 10

Druiven voor tafelgebruik

0802 40 00

Kastanjes



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(t)

Steun

(EUR/t)

A

0902

Orange Pekoe-thee

10

1 480

2 960

B

0902

Pekoe-thee

10

1 090

2 180

C

0902

Broken Leaf-thee

5

440

880

A

0904

Pepers

20

230

460

A

0409 00

Honing

110

250

500

LEVENDE PLANTEN EN PRODUCTEN VAN DE BLOEMENTEELT



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(stuks)

Steun

(EUR/stuk)

Categorie A:  Bollen en wortelstokken

A1

0601 10

Bollen en wortelstokken met een waarde tussen 0,10 en 0,15  EUR/stuk

100 000

0,010

0,015

A2

0601 10

Bollen en wortelstokken met een waarde tussen 0,16 en 0,30  EUR/stuk

100 000

0,015

0,020

Categorie B:  Levende planten, stekken en enten

B1

0602

Levende planten, stekken en enten met een waarde tussen 1 en 3 EUR/stuk

46 000

0,20

0,25

B2

0602

Levende planten, stekken en enten met een waarde tussen 3,01 en 5 EUR/stuk

10 000

0,40

0,45

B3

0602

Levende planten, stekken en enten met een waarde tussen 5,01 en 10 EUR/stuk

1 000

0,70

0,75

B4

0602

Levende planten, stekken en enten met een waarde tussen 10,01 en 20 EUR/stuk

1 000

1,5

1,75

Categorie C:  Verse bloemen

C1

0603 10

Verse bloemen met een waarde tussen 0,20 en 0,40  EUR/stuk

65 000

0,030

0,035

C2

0603 10

Verse bloemen met een waarde tussen 0,41 en 0,70  EUR/stuk

30 000

0,055

0,060

C3

0603 10

Verse bloemen met een waarde tussen 0,71 en 1,5  EUR/stuk

25 000

0,22

0,30

C4

0603 10

Verse bloemen met een waarde van meer dan 1,5  EUR/stuk

20 000

0,50

0,55

Categorie D:  Loof, bladeren en takken, vers en gedroogd

D1

0604

Loof, bladeren en takken, vers en gedroogd, met een waarde tussen 0,05 en 0,15  EUR/stuk

725 000

0,10

0,15

D2

0604

Loof, bladeren en takken, vers en gedroogd, met een waarde tussen 0,16 en 0,30  EUR/stuk

25 000

0,22

0,25

D3

0604

Loof, bladeren en takken, vers en gedroogd, met een waarde tussen 0,31 en 0,50  EUR/stuk

10 000

0,40

0,45

D4

0604

Loof, bladeren en takken, vers en gedroogd, met een waarde van meer dan 0,51  EUR/stuk

10 000

0,50

0,55

▼M3




BIJLAGE IV

MADEIRA

(In artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde producten)

In artikel 5, lid 1, vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 bedoelde maximumhoeveelheden, per periode van 1 januari tot en met 31 december.



GROENTEN EN FRUIT

Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(t)

Steun

(EUR/t)

A

ex 0703 10 19

Andere uien

1 500

100

200

ex 0706 10 00

Wortelen

ex 0706 10 00

Rapen

ex 0706 90 90

Andere

ex 0714 20

Bataten (zoete aardappelen)

ex 0714 90 90

Yarnswortel

0807 11

Watermeloenen

B

ex 0703 90 00

Prei

700

125

250

ex 0704 90 90

Andere kool

ex 0706 90 90

Suikerbieten

ex 0708 90 00

Tuinbonen

0709 90 60

Suikermaïs

0709

Andere groenten, niet elders genoemd

0805 10

Sinaasappelen

0805 50 10

Citroenen

0808 10

Appelen

0808 20 50

Peren

ex 0809 30

Perziken

0809 40 05

Pruimen

0810

Ander fruit uit de gematigde luchtstreken, niet elders genoemd

C

0702 00 00

Tomaten

1 250

150

300

0704 10 00

Bloemkool en broccoli

ex  07 05

Sla

0707 00 05

Komkommers

0708 10 00

Erwten

0709 90 10

Salades

0709 90 70

Courgettes

ex 0709 90 90

Andere groenten en fruit

ex 0802 40 00

Kastanjes

0804 30 00

Ananassen

ex 0804 40 00

Avocado’s

ex 0804 50 00

Guaves

ex 0805 20 50

Mandarijnen

0809 10 00

Abrikozen

0810 50 00

Kiwi’s

0703 20 00

Knoflook

0708 20 00

Bonen

ex 0709 60 10

Niet-scherpsmakende pepers

ex 0709 90 90

Andere groenten en fruit, niet elders genoemd

0802 31 00

Walnoten in de dop

ex 0804 50 00

Mango’s

0805 20 70

Tangerines

0806 10 10

Verse druiven voor tafelgebruik

0807 20 00

Papaja’s

0809 20 95

Kersen

0810 10 00

Aardbeien

ex 0810 90 40

Passievruchten

ex 0810 90 95

Andere tropische vruchten

D

0701 90

Aardappelen

10 000

80

240



VERSE SNIJBLOEMEN

Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(stuks)

Steun

(EUR/1 000 stuks)

Steun

(EUR/1 000 stuks)

A

0603 10 10

Rozen

2 000 000

50

100

0603 10 20

Anjers

0603 10 40

Gladiolen

0603 10 50

Chrysanten

0603 10 80

Andere (vers)

0603 90 00

Andere (niet vers)

0604 00 00

Loof

B

0603 10 80

Proteas

300 000

120

240

C

0603 10 30

Orchideeën

900 000

140

280

0603 10 80

Anthuriums

0603 10 80

Strelitzia en Heliconias

D

0601 10 00

Bollen

20 000

50

100

0601 20 00

Bollen

▼B




BIJLAGE V

CANARISCHE EILANDEN

In artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde producten.In artikel 9, lid 1, vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde maximumhoeveelheden, per periode van 1 januari tot en met 31 december.

In artikel 9, lid 1, vijfde alinea, van Verordening (EG) nr. 1454/2001 bedoelde steunbedragen.

GROENTEN EN FRUIT



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(t)

Steun

(EUR/t)

A

ex 0703 10

Uien

16 320

40

120

0704 90

Kool

0709 90 60

Suikermaïs

ex 0709 90 90

Pompoenen

ex  07 09

Andere groenten, niet elders genoemd

0805 40 00

Grapefruits (pompelmoezen)

0805 50 10

Citroenen

0807 11 00

Watermeloenen

ex 0807 19 00

Meloenen

B

0703 20 00

Knoflook

32 830

90

180

ex 0703 90 00

Prei

0704 10 00

Bloemkool

0705

Sla en cichorei

ex 0706 10 00

Wortelen

0707 00 05

Komkommers

0709 30 00

Aubergines

0709 40 00

Selderij

ex 0709 60 10

Paprika's

0709 90 20

Snijbiet en kardoen

0709 90 70

Courgettes

0714 20

Bataten (zoete aardappelen)

0805 10

Sinaasappelen

ex 0805 20

Mandarijnen

0806 10 10

Druiven voor tafelgebruik

0808 10

Appelen

0808 20

Peren

0809 10 00

Abrikozen

0809 30

Perziken en nectarines

0809 40 05

Pruimen

ex 0810 90 95

Ander fruit uit de gematigde luchtstreken, niet elders genoemd

C

0708 20 00

Sperziebonen

14 550

120

210

ex 0709 70 00

Spinazie

ex 0709 90

Waterkers

ex  08 02

Amandelen

0804 20 10

Verse vijgen

0804 30 00

Ananassen

0804 40 00

Avocado's

ex 0804 50 00

Mango's

0807 20 00

Papaja's

0810 10 00

Aardbeien

ex 0810 90 95

Cactusvijgen en andere tropische vruchten, niet elders genoemd

D

0701 90

Aardappelen, geoogst in de periode van 1 april tot en met 31 december

30 000

60

150

BLOEMEN EN LEVENDE PLANTEN



Kolom I

Kolom II

Kolom III

Kolom IV

Kolom V

Productcategorie

GN-code

Product

Hoeveelheid

(stuks)

Steun

(EUR/1 000 stuks)

Categorie A:  Stekken

A

0602 90 45

Stekken

24 000 000

10

11

Categorie B:  Bloemen

B 1

ex 0603 10

Bloemen met een waarde tussen 0,07 en 0,15  EUR/stuk

8 000 000

18

19

B 2

ex 0603 10

Bloemen met een waarde tussen 0,16 en 0,45  EUR/stuk

6 000 000

40

44

B 3

ex 0603 10

Bloemen met een waarde tussen 0,46 en 1,20  EUR/stuk

1 090 000

60

66

Categorie C:  Planten

C 1

ex 0602 90

Planten met een waarde tussen 0,15 en 0,45  EUR/stuk

2 500 000

45

48

C 2

ex 0602 90

Planten met een waarde tussen 0,46 en 1,50  EUR/stuk

1 000 000

222

240

C 3

ex 0602 90

Planten met een waarde tussen 1,51 en 3,00  EUR/stuk

750 000

456

480

C 4

ex 0602 90

Planten met een waarde van meer dan 3,01  EUR/stuk

500 000

601

637




BIJLAGE VI



ERKENNINGSCRITERIA VOOR TELERSVERENIGINGEN VAN ANDERE TELERS DAN CITRUSVRUCHTENTELERS

Lidstaten of specifieke regio's

Telersverenigingen

Artikel 11, lid 1, onder a), categorieën i) tot en met iv)

Telersverenigingen

Artikel 11, lid 1, onder a), categorieën vi) en vii), en artikel 11, lid 3

Minimumaantal telers

Minimumvolume

(in miljoen EUR)

Minimumaantal telers

Minimumvolume

(in miljoen EUR)

België, Duitsland, Spanje (behalve Balearen en Canarische Eilanden), Frankrijk (behalve Franse overzeese departementen), Griekenland  (1), Italië, Nederland, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk (behalve Noord-Ierland)

40

1,5

5

0,25

of 15

2,5

of 5

3

Denemarken, Ierland, Noord-Ierland, Griekenland  (2), Balearen en Canarische Eilanden, Portugal (behalve Madeira en Azoren)

15

0,5

of 5

1

Finland, Zweden, Griekenland (andere nomoi dan onder (1) en  (2))

10

0,25

of 5

0,5

Griekenland (eilanden), Luxemburg, Madeira en Azoren, Franse overzeese departementen.

5

0,1

5

0,1

(1)   

Nomoi: Imathia, Pella, Arta, Argolida, Korinthia, Viotia, Serres, Kavalla.

(2)   

Nomoi: Larisa, Magnisia, Karditsa, Evros, Thessaloniki, Preveza, Kilkis, Pieria, Lakonia, Kastoria.



( 1 ) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11.

( 2 ) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26.

( 3 ) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45.

( 4 ) PB L 293 van 29.10.2002, blz. 11.

( 5 ) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1.

( 6 ) PB L 285 van 23.10.2002, blz. 13.

( 7 ) Verordening (EEG) nr. 980/92 van de Commissie van 21 april 1992 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor het in de handel brengen van in Guyana geoogste rijst (PB L 104 van 22.4.1992, blz. 31). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 625/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 6).

( 8 ) Verordening (EEG) nr. 2165/92 van de Commissie van 30 juli 1992 houdende uitvoeringsbepalingen van de specifieke maatregelen voor de Azoren en Madeira met betrekking tot aardappelen en cichorei (PB L 217 van 31.7.1992, blz. 29). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1984/96 (PB L 264 van 17.10.1996, blz. 12).

( 9 ) Verordening (EEG) nr. 2311/92 van de Commissie van 31 juli 1992 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de ten behoeve van de Azoren en Madeira genomen specifieke maatregelen voor de sectoren groenten, fruit, bloemen, planten en thee (PB L 222 van 7.8.1992, blz. 24). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1445/93 (PB L 142 van 12.6.1993, blz. 27).

( 10 ) Verordening (EEG) nr. 3491/92 van de Commissie van 2 december 1992 inzake de toekenning, op de Azoren, van forfaitaire steun voor de productie van suikerbieten en van specifieke steun voor de verwerking van suikerbieten tot witte suiker (PB L 353 van 3.12.1992, blz. 21). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1713/93 (PB L 159 van 1.7.1993, blz. 94).

( 11 ) Verordening (EEG) nr. 3518/92 van de Commissie van 4 december 1992 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de specifieke maatregelen ten behoeve van de Azoren voor de productie van ananas (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 21). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1445/93.

( 12 ) Verordening (EG) nr. 1524/98 van de Commissie van 16 juli 1998 houdende bepalingen ter uitvoering van de ten behoeve van de Franse overzeese departementen (DOM) vastgestelde specifieke maatregelen voor de sectoren groenten en fruit, bloemen en planten (PB L 201 van 17.7.1998, blz. 29). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 21/2002 (PB L 8 van 11.1.2002, blz. 15).

( 13 ) Verordening (EG) nr. 2477/2001 van de Commissie van 17 december 2001 betreffende steun voor het vervoer van suikerriet in de Franse overzeese departementen (PB L 334 van 18.12.2001, blz. 5).

( 14 ) Verordening (EG) nr. 396/2002 van de Commissie van 1 maart 2002 houdende bepalingen ter uitvoering van de ten behoeve van de Canarische Eilanden vastgestelde specifieke maatregelen voor de sectoren groenten en fruit, bloemen en planten (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 4).

( 15 ) Verordening (EG) nr. 738/2002 van de Commissie van 29 april 2002 betreffende de steun voor de verwerking van suikerriet tot sacharosestroop of tot „rhum agricole” in de Franse overzeese departementen (PB L 113 van 30.4.2002, blz. 13).

( 16 ) Verordening (EG) nr. 1410/2002 van de Commissie van 1 augustus 2002 betreffende de steun voor de verwerking van suikerriet tot suikerstroop of tot „rhum agricole” in Madeira (PB L 205 van 2.8.2002, blz. 24).

( 17 ) Verordening (EG) nr. 1491/2002 van de Commissie van 20 augustus 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van de bij de Verordeningen (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 van de Raad vastgestelde specifieke maatregelen voor wijn ten behoeve van de ultraperifere gebieden (PB L 224 van 21.8.2002, blz. 49). Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1796/2002 (PB L 272 van 10.10.2002, blz. 19).

( 18 ) PB L 64 van 6.3.2001, blz. 16.

( 19 ) PB L 206 van 3.8.2002, blz. 4.

( 20 ) PB L 62 van 4.3.1997, blz. 16.

( 21 ) PB L 153 van 8.6.2001, blz. 10.

( 22 ) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

( 23 ) PB L 176 van 29.6.2001, blz. 14.

( 24 ) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

( 25 ) PB L 355 van 5.12.1992, blz. 1.

( 26 ) PB L 160 van 12.6.1989, blz. 1.

( 27 ) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.