2001R0214 — NL — 05.12.2003 — 003.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 214/2001 VAN DE COMMISSIE

van 12 januari 2001

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder

(PB L 037, 7.2.2001, p.100)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

 M1

VERORDENING (EG) Nr. 1534/2002 VAN DE COMMISSIE van 28 augustus 2002

  L 231

35

29.8.2002

 M2

VERORDENING (EG) Nr. 1931/2002 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2002

  L 295

7

30.10.2002

 M3

VERORDENING (EG) Nr. 2239/2002 VAN DE COMMISSIE van 16 december 2002

  L 341

12

17.12.2002

►M4

VERORDENING (EG) Nr. 2131/2003 VAN DE COMMISSIE van 4 december 2003

  L 320

3

5.12.2003




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 214/2001 VAN DE COMMISSIE

van 12 januari 2001

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten ( 1 ), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1040/2000 ( 2 ), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 zijn Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad ( 3 ) en, onder andere, Verordening (EEG) nr. 777/87 van de Raad ( 4 ), die betrekking had op de interventieaankoopregeling voor boter en mageremelkpoeder, vervangen. Naar aanleiding van deze nieuwe regeling en op grond van de opgedane ervaring moeten de uitvoeringsbepalingen betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder worden gewijzigd. Derhalve moeten, duidelijkheidshalve, de afzonderlijke verordeningen die tot nu toe verschillende onderdelen van de interventieregeling betroffen, namelijk Verordening (EEG) nr. 2213/76 van de Commissie van 10 september 1976 met betrekking tot de verkoop van mageremelkpoeder uit openbare opslag ( 5 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2080/96 ( 6 ), Verordening (EEG) nr. 1362/87 van de Commissie van 18 mei 1987 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 777/87 ten aanzien van de interventieaankopen en de toekenning van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder ( 7 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 569/96 ( 8 ), Verordening (EEG) nr. 1158/91 van de Commissie van 3 mei 1991 inzake de aankoop bij inschrijving van mageremelkpoeder door de interventiebureaus ( 9 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 124/1999 ( 10 ), en Verordening (EG) nr. 322/96 van de Commissie van 22 februari 1996 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de openbare opslag van mageremelkpoeder ( 11 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 419/98 ( 12 ), worden herzien en in één enkele tekst worden samengebracht.

(2)

De interventiebureaus mogen slechts mageremelkpoeder kopen dat beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en aan nader te bepalen voorwaarden inzake kwaliteit en aanbiedingsvorm. Bovendien moeten de analysemethoden en de voorschriften inzake kwaliteitscontrole worden vastgesteld en, wanneer de situatie het vereist, moet het mageremelkpoeder op de mate van radioactiviteit worden gecontroleerd; de niveaus daarvan moeten in voorkomend geval in de Gemeenschapswetgeving worden vastgesteld.

(3)

Voor de goede werking van de interventieregeling moeten de voorwaarden voor erkenning van de productiebedrijven en voorschriften voor de controle op de inachtneming ervan worden vastgesteld. Om de doeltreffendheid van de regeling te garanderen, moet in maatregelen bij niet-inachtneming van deze voorwaarden worden voorzien. Rekening gehouden met het feit dat mageremelkpoeder kan worden gekocht door een interventiebureau van een andere lidstaat dan die waar het mageremelkpoeder vervaardigd is, moeten de middelen worden bepaald waarmee dat interventiebureau zich in die omstandigheden ervan kan vergewissen dat de voorschriften inzake kwaliteit en aanbiedingsvorm in acht zijn genomen.

(4)

Het niet voldoen aan deze eisen mag geen nadelige gevolgen voor de Gemeenschapsbegroting hebben. Derhalve moet worden bepaald dat de verkoper niet-conform mageremelkpoeder terugneemt en de reeds gemaakte opslagkosten voor zijn rekening neemt.

(5)

De minimumaankoophoeveelheid moet worden vastgesteld. Daarnaast moet bij de offerte een zekerheid worden gesteld als waarborg dat de offerte gestand wordt gedaan en het mageremelkpoeder binnen nader te bepalen termijnen wordt geleverd.

(6)

Artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bepaalt dat de interventiebureaus slechts mageremelkpoeder met een minimumgehalte aan eiwitten mogen kopen. Bovendien kan de aankoopprijs naar gelang van het eiwitgehalte variëren. Verduidelijkt moet worden hoe de aankoopprijs moet worden berekend.

(7)

Voor een goed beheer van de opgeslagen hoeveelheden moeten de verplichtingen van de lidstaten worden aangegeven en moeten met name bepalingen worden vastgesteld betreffende de afstand van de opslagplaats, betreffende de bij overschrijding van die afstand te dragen kosten, betreffende de voorwaarden inzake opslag en uitslag voor de opslagplaatsen, betreffende de toegang tot en de identificatie van de partijen, alsmede betreffende de verzekering van de opgeslagen producten. Ook moet ter uniformisering van de frequentie en het niveau van de controles, de aard van de door de nationale autoriteiten bij de opslaghouders te verrichten inspecties, alsook hun aantal worden aangegeven. Aangezien de interventiebureaus door de bestaande contracten voor de lopende opslagperiode zijn gebonden, moet worden vastgesteld dat de nieuwe bepalingen betreffende de voorwaarden inzake opslag en uitslag waaraan de opslagplaatsen moeten voldoen, alleen op partijen mageremelkpoeder van toepassing zijn die na 1 september 2000 door een interventiebureau zijn gekocht.

(8)

Artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bepaalt dat de aankoop van mageremelkpoeder kan worden geschorst, zodra de in de periode van 1 maart tot en met 31 augustus van elk jaar voor interventie aangeboden hoeveelheden 109 000 ton overschrijden. In dit geval kan aankoop door de interventiebureaus plaatsvinden in het kader van een permanente openbare inschrijving, waarvoor nog vast te stellen voorwaarden gelden. De elementen van de offerte, en meer in het bijzonder de minimumhoeveelheid, de indieningstermijnen en de maximumaankoopprijs moeten worden gepreciseerd. Om te waarborgen dat de kwaliteitseisen en de voorwaarden inzake aanbiedingsvorm bij de indiening van de offerte en na de inslag in acht worden genomen, moet worden voorgeschreven dat de offerte vergezeld gaat van een daartoe strekkende schriftelijke verbintenis van de inschrijver. Daarnaast moet bij de offerte een inschrijvingszekerheid worden gesteld als garantie dat de offerte na het verstrijken van de indieningstermijn wordt gehandhaafd en het mageremelkpoeder binnen nader te bepalen termijnen wordt geleverd. Bovendien moet worden verduidelijkt hoe de aankoopprijs moet worden berekend naar gelang van het gehalte aan eiwitten van het aangekochte mageremelkpoeder.

(9)

Met het oog op een doelmatig beheer van de interventievoorraden moet het mageremelkpoeder worden verkocht zodra er afzetmogelijkheden bestaan. Om gelijke toegang tot het te koop aangeboden product te waarborgen, moet iedere gegadigde de mogelijkheid tot aankoop tegen een vaste verkoopprijs hebben. De verkoopvoorwaarden en de voorschriften voor het stellen van een zekerheid om met name de overname van het mageremelkpoeder te garanderen, alsmede de betalingstermijnen moeten worden vastgesteld. Opdat de Commissie de voorraadontwikkeling op de voet kan volgen, moeten de lidstaten haar de verkochte hoeveelheden mageremelkpoeder meedelen.

(10)

Op grond van artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder worden toegekend. Om een doeltreffende controle van de regeling mogelijk te maken, moet worden voorzien in een contract en een bestek waarin de opslagvoorwaarden nader bepaald zijn. Daartoe moeten ook, met name in verband met de in artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 gestelde eisen, nadere voorschriften inzake documenten, boekhouding en bij de controle toe te passen frequentie en werkwijze worden vastgesteld. Om de aanwezigheid van de onder een contract voor particuliere opslag vallende producten in de opslagplaats gemakkelijker te kunnen controleren, moet worden bepaald dat zij per partij worden uitgeslagen, tenzij de lidstaat de uitslag van een kleinere hoeveelheid toestaat.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



HOOFDSTUK I

WERKINGSSFEER

Artikel 1

Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder:

a) aankoop tegen de interventieprijs;

b) aankoop in het kader van een permanente openbare inschrijving;

c) verkoop van mageremelkpoeder uit de openbare opslag tegen een vaste prijs;

d) steun voor de particuliere opslag.



HOOFDSTUK II

OPENBARE OPSLAG



Afdeling 1

Voorwaarden voor de aankoop

Artikel 2

1.  De interventiebureaus kopen slechts mageremelkpoeder dat aan de voorschriften van artikel 7, lid 1, eerste en tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en van de leden 2 tot en met 7 van dit artikel voldoet, en dat in de periode van 1 maart tot en met 31 augustus wordt aangeboden.

2.  De bevoegde autoriteiten controleren de kwaliteit van het mageremelkpoeder volgens de in bijlage I bedoelde analysemethoden en aan de hand van de monsters die op de in bijlage III bedoelde wijze zijn genomen. Bij deze controles moet worden vastgesteld dat het mageremelkpoeder geen andere producten bevat, met name geen karnemelk of wei volgens de definitie van bijlage I.

Met goedvinden van de Commissie kunnen de lidstaten echter voor bepaalde kwaliteitseisen en bepaalde erkende bedrijven een onder hun toezicht staand systeem voor zelfcontrole vaststellen.

3.  De mate van radioactiviteit van het mageremelkpoeder mag de eventueel in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus niet overschrijden.

Alleen wanneer de situatie het vereist, wordt het product op radioactiviteit gecontroleerd gedurende de periode waarin dat nodig is. De duur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1255/1999.

4.  Het mageremelkpoeder moet zijn vervaardigd in de 30 dagen voor de dag waarop het interventiebureau de offerte ontvangt. Ingeval het mageremelkpoeder in silo's wordt opgeslagen, moet het zijn vervaardigd in de vier weken voor de dag waarop het interventiebureau de aanbieding om het mageremelkpoeder te verkopen, ontvangt.

5.  De aan te bieden minimumhoeveelheid bedraagt 20 ton. De lidstaten kunnen bepalen dat het mageremelkpoeder per gehele ton moet worden aangeboden.

6.  Het mageremelkpoeder is verpakt in zakken met een inhoud van 25 kg netto, die beantwoorden aan de in bijlage II vastgestelde voorschriften inzake verpakking en waarop, eventueel in code, ten minste de volgende gegevens dienen te zijn vermeld:

a) het erkenningsnummer ter identificatie van de fabriek en de lidstaat van vervaardiging;

b) de datum van vervaardiging of, eventueel, de week van vervaardiging;

c) het productiepartijnummer;

d) de vermelding „volgens het sprayprocédé bereid mageremelkpoeder”.

7.  Het mageremelkpoeder moet worden geleverd op laadborden, geschikt voor langdurige opslag.

Bij levering op laadborden voor eenmalig gebruik dekt de aankoopprijs van het mageremelkpoeder de aankoop van het laadbord.

Bij levering op EUR-laadborden of laadborden van vergelijkbare kwaliteit worden de laadborden uiterlijk op het moment van uitslag aan de verkoper teruggezonden of tegen vergelijkbare laadborden geruild.

Artikel 3

1.  Het in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde bedrijf wordt slechts erkend indien:

a) het is erkend overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 92/46/EEG van de Raad ( 13 ) en over adequate technische inrichtingen beschikt;

b) het zich ertoe verbindt doorlopend de door de bevoegde instantie van iedere lidstaat voorgeschreven registers bij te houden waarin de oorsprong van de grondstoffen, de verkregen hoeveelheden mageremelkpoeder, karnemelk en wei, en de aanbiedingsvorm, de identificatie en de uitslagdatum van elke partij mageremelkpoeder, karnemelk en wei zijn vermeld;

c) het ermee instemt de vervaardiging van mageremelkpoeder dat voor interventie zou kunnen worden aangeboden, aan een specifieke officiële controle te onderwerpen;

d) het zich ertoe verbindt de bevoegde controle-instantie ten minste twee werkdagen vooraf in kennis te stellen van zijn voornemen mageremelkpoeder voor openbare interventie te vervaardigen. De lidstaat kan evenwel een kortere termijn vaststellen.

2.  Om de bepalingen van deze verordening te doen naleven, voeren de bevoegde instanties onaangekondigde controles ter plaatse uit, op grond van het programma voor de vervaardiging van mageremelkpoeder voor interventie van de betrokken bedrijven.

Zij verrichten ten minste:

a) voor de verificatie van de in lid 1, onder b), bedoelde gegevens, één controle per periode van 28 dagen productie van mageremelkpoeder voor interventie en ten minste één controle ieder halfjaar;

b) voor het toezicht op de inachtneming van de andere in lid 1 bedoelde erkenningsvoorwaarden, één controle per halfjaar.

3.  De erkenning wordt ingetrokken wanneer niet langer aan de in de lid 1, onder a), vastgestelde voorwaarden wordt voldaan. Niet eerder dan zes maanden daarna kan op verzoek van het betrokken bedrijf de erkenning na grondige controle opnieuw worden verleend.

Ingeval wordt vastgesteld dat een bedrijf een van de in lid 1, onder b), c) en d), bedoelde verbintenissen niet is nagekomen, wordt behoudens overmacht de erkenning geschorst voor een periode die naar gelang van de ernst van de onregelmatigheid op ten minste één maand en ten hoogste twaalf maanden wordt vastgesteld.

De schorsing wordt niet toegepast indien de lidstaat tot de bevinding komt dat de onregelmatigheid niet opzettelijk of door ernstige nalatigheid is begaan en dat zij slechts zeer weinig aan de doeltreffendheid van de in lid 2 bedoelde controles afdoet.

4.  Over de controles op grond van de leden 2 en 3 wordt een verslag opgesteld waarin worden vermeld:

a) de datum van de controle;

b) de duur ervan;

c) de verrichte controlewerkzaamheden.

Het controleverslag moet door de bevoegde ambtenaar worden ondertekend en aan het bedrijf worden meegedeeld.

5.  De lidstaten delen de maatregelen die zij ten aanzien van de in de leden 2 en 3 bedoelde controles genomen hebben, binnen een maand na de vaststelling ervan aan de Commissie mee.

Artikel 4

1.  Wanneer het mageremelkpoeder in een andere lidstaat dan de lidstaat van productie voor interventie wordt aangeboden, wordt het slechts aangekocht na overlegging, uiterlijk 45 dagen na de datum van ontvangst van de offertes, van een door de bevoegde instantie van de lidstaat van productie afgegeven certificaat.

In het certificaat zijn de in artikel 2, lid 6, onder a), b) en c, bedoelde gegevens opgenomen en een verklaring dat het mageremelkpoeder in een erkend bedrijf in de Gemeenschap rechtstreeks en uitsluitend uit magere melk in de zin van artikel 7, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bereid is.

2.  Wanneer de lidstaat van productie de in artikel 2, lid 2, bedoelde controles heeft verricht, worden in het certificaat ook de resultaten van die controles vermeld en een verklaring dat het mageremelkpoeder in de zin van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 betreft. In dat geval moeten de in artikel 2, lid 6, bedoelde zakken worden verzegeld met een genummerd etiket van de bevoegde instantie van de lidstaat van productie. Dit nummer moet in het in lid 1 bedoelde certificaat worden vermeld.



Afdeling 2

Procedure voor de aankoop tegen de interventieprijs

Artikel 5

1.  De offerte omvat:

a) de naam en het adres van de verkoper;

b) de aangeboden hoeveelheid;

c) de plaats waar het mageremelkpoeder is opgeslagen.

2.  Het interventiebureau registreert de datum waarop de offerte wordt ontvangen, alsmede de betrokken hoeveelheden en vervaardigingsdata en de plaats waar het mageremelkpoeder is opgeslagen.

Bij eventuele schorsing van de aankoop tegen de interventieprijs overeenkomstig artikel 7, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/1999, worden de ontvangst en de registratie van de aanbiedingen onderbroken vanaf de datum die volgt op de datum van inwerkingtreding van het schorsingsbesluit.

3.  Een offerte is slechts geldig, indien:

a) zij betrekking heeft op een hoeveelheid mageremelkpoeder die in overeenstemming is met artikel 2, lid 5;

b) zij vergezeld gaat van de schriftelijke verbintenis van de verkoper dat hij het bepaalde in artikel 2, lid 4, en in artikel 9 in acht zal nemen;

c) het bewijs wordt geleverd dat de verkoper uiterlijk op de datum van indiening van de offerte, in de lidstaat waar de offerte is ingediend, een zekerheid van 2 EUR per 100 kg gesteld heeft.

4.  De oorspronkelijk aan het interventiebureau toegezonden verbintenis zoals bedoeld in lid 3, onder b), wordt in latere offertes stilzwijgend verlengd totdat de verkoper of het interventiebureau deze uitdrukkelijk opzegt, mits:

a) in de eerste offerte is vermeld dat de verkoper voor deze bepaling in aanmerking wenst te komen;

b) in de latere offertes naar deze bepaling (door de vermelding „artikel 5, lid 4”) en naar de datum van de eerste offerte wordt verwezen.

Artikel 6

De handhaving van de offerte en de levering van het mageremelkpoeder aan de door het interventiebureau aangewezen opslagplaats binnen de in artikel 7, lid 2, genoemde termijn zijn primaire eisen in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie ( 14 ).

Artikel 7

1.  Na verificatie van de gegevens van de offerte geeft het interventiebureau binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van de offerte een gedateerde en genummerde leveringsbon af, waarin zijn vermeld:

a) de te leveren hoeveelheid mageremelkpoeder;

b) de uiterste datum voor levering;

c) de voor de levering aangewezen opslagplaats.

2.  Het mageremelkpoeder moet worden geleverd binnen 28 dagen na de datum van ontvangst van de offerte. De levering mag worden gespreid.

3.  De in artikel 5, lid 3, onder c), genoemde zekerheid wordt vrijgegeven zodra de in de offerte vermelde hoeveelheid is geleverd.

Wanneer evenwel uit de in artikel 2, lid 2, bedoelde controle blijkt dat het mageremelkpoeder niet aan de in dat artikel bedoelde eisen voldoet, wordt de zekerheid niettemin voor de nog niet geleverde hoeveelheden vrijgegeven.

4.  Als dag van overname van het mageremelkpoeder geldt de dag waarop het laatste deel van de totale in de offerte genoemde hoeveelheid mageremelkpoeder in de door het interventiebureau aangewezen opslagplaats wordt ingeslagen, met dien verstande dat als vroegste overnamedag geldt de dag volgende op die van de afgifte van de leveringsbon.

5.  Behoudens overmacht wordt, indien de verkoper de levering niet binnen de voorgeschreven termijn heeft uitgevoerd, de in artikel 5, lid 3, onder c), bedoelde zekerheid verbeurd naar verhouding van de niet-geleverde hoeveelheden en wordt van aankoop van de resterende hoeveelheden afgezien.

Artikel 8

1.  Het overgenomen mageremelkpoeder wordt door het interventiebureau betaald tussen de 120e en de 140e dag na de datum van overname, voorzover is gebleken dat aan de in artikel 2 bedoelde eisen is voldaan.

2.  Wanneer het eiwitgehalte van de vetvrije droge stof, vastgesteld volgens de in bijlage I aangegeven methode, gelijk is aan of hoger is dan 35,6 %, is de aankooprijs gelijk aan de interventieprijs die geldt op de dag van vervaardiging van het mageremelkpoeder.

Wanneer dit gehalte 31,4 % of meer, doch minder dan 35,6 % bedraagt, is de aankoopprijs gelijk aan de interventieprijs verminderd met een als volgt berekend bedrag:

image

.

Artikel 9

Door zijn offerte verbindt de verkoper zich ertoe, ingeval uit de controle zou blijken dat het mageremelkpoeder niet aan de in artikel 2 gestelde eisen voldoet:

a) de betrokken goederen terug te nemen,

b) vóór de terugname van de goederen, de kosten van opslag van de betrokken hoeveelheden te betalen vanaf de dag van overname tot en met de dag van uitslag.

De te betalen opslagkosten worden vastgesteld op de grondslag van de overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad ( 15 ) vastgestelde forfaitaire bedragen voor de kosten van inslag, opslag en uitslag.



Afdeling 3

Opslag en uitslag

Artikel 10

1.  De in artikel 7, lid 1, vierde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1255/1999 bedoelde opslagplaatsen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) droog, in goede staat van onderhoud en vrij van ongedierte zijn;

b) geen enkele vreemde geur hebben;

c) goed te ventileren zijn;

d) beschikken over een capaciteit van ten minste 1 000 ton en over voldoende middelen om per dag ten minste 3 % van de opgeslagen hoeveelheid uit te slaan, met een minimum van 100 ton per dag. Hiervoor wordt alleen rekening gehouden met de vanaf 1 september 2000 aangekochte hoeveelheden mageremelkpoeder.

De opslagrisico's worden gedekt door een verzekering in de vorm van hetzij een contractuele verbintenis van de opslaghouders, hetzij een globale verzekering van het interventiebureau. De lidstaat kan ook zijn eigen verzekeraar zijn.

2.  De interventiebureaus eisen dat het mageremelkpoeder op laadborden in gemakkelijk te identificeren en gemakkelijk bereikbare partijen wordt in- en opgeslagen.

3.  De bevoegde controle-instantie verricht de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2148/96 van de Commissie ( 16 ) bedoelde controle op de aanwezigheid van de producten in het pakhuis.

Artikel 11

1.  Het interventiebureau kiest de beschikbare opslagplaats die het dichtst bij de plaats ligt waar het mageremelkpoeder is opgeslagen.

Het bureau kan echter een andere opslagplaats kiezen, die niet verder ligt dan de in lid 2 vastgestelde afstand. Het bureau kan een nog verder gelegen opslagplaats kiezen, mits rekening wordt gehouden met de betrokken vervoerskosten. In dit geval deelt het interventiebureau zijn keuze onverwijld aan de Commissie mee.

2.  De in artikel 7, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde maximumafstand wordt vastgesteld op 350 km. Bij een grotere afstand worden de door het interventiebureau gedragen extra vervoerskosten vastgesteld op 0,05 EUR per ton en per kilometer.

Wanneer het interventiebureau dat de producten aankoopt, onder een andere lidstaat valt dan die waar het aangeboden mageremelkpoeder is opgeslagen, wordt echter voor de berekening van de in de eerste alinea bedoelde maximumafstand geen rekening gehouden met de afstand tussen de opslagplaats van de verkoper en de grens van de lidstaat waaronder het betrokken interventiebureau valt.

Artikel 12

1.  Bij de uitslag stelt het interventiebureau het mageremelkpoeder ter beschikking op de kade van de opslagplaats, op laadborden geladen op een vervoermiddel, maar niet gesjord.

Bij levering op EUR-laadborden of laadborden van vergelijkbare kwaliteit worden op het moment van uitslag gelijkwaardige laadborden door de koper aan het interventiebureau teruggezonden.

2.  De kosten voor het sjorren van de producten en, eventueel, het van de laadborden afladen zijn voor rekening van de koper van het mageremelkpoeder. Deze kosten worden forfaitair vastgesteld door de lidstaat die alle belangstellenden hiervan op verzoek in kennis stelt; de bedragen worden binnen een maand na de goedkeuring van deze verordening en vóór iedere wijziging aan de Commissie meegedeeld.



Afdeling 4

Bijzondere voorwaarden bij aankoop door middel van inschrijving

Artikel 13

Wanneer de Commissie tot aankoop besluit in het kader van een permanente openbare inschrijving overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en volgens de procedure van artikel 42 van deze verordening, zijn de artikelen 2, 3, 4, 10, 11 en 12 van deze verordening van toepassing, behoudens in deze afdeling vastgelegde bijzondere bepalingen.

Artikel 14

1.  In het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen wordt een bericht van inschrijving bekendgemaakt.

2.  Voor deze bijzondere inschrijvingen loopt de termijn voor het indienen van de offertes telkens af op de tweede en de vierde dinsdag van de maand, om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), met uitzondering van de tweede dinsdag van augustus. Wanneer de betrokken dinsdag een feestdag is, verstrijkt de termijn op de laatste daaraan voorafgaande werkdag om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

Artikel 15

1.  De gegadigden nemen bij het interventiebureau van een lidstaat deel aan de inschrijving door indiening van een schriftelijke offerte met ontvangstbericht of door middel van een schriftelijk telecommunicatiebericht met ontvangstbevestiging.

2.  De offerte bevat:

a) de naam en het adres van de inschrijver;

b) de aangeboden hoeveelheid;

c) de per 100 kg mageremelkpoeder voorgestelde prijs, uitgedrukt in euro met ten hoogste twee decimalen, exclusief interne belastingen, franco laadperron van de opslagplaats;

d) de plaats waar het aangeboden mageremelkpoeder is opgeslagen.

3.  Een offerte is slechts geldig, indien:

a) zij betrekking heeft op mageremelkpoeder dat is vervaardigd in de periode van 21 dagen of, in voorkomend geval, drie weken voorafgaande aan de datum waarop de in artikel 14, lid 2, bedoelde termijn voor het indienen van de offertes verstrijkt. Wanneer tussen twee opeenvolgende inschrijvingen meer dan 21 dagen verlopen, mag het mageremelkpoeder in die tussentijd vervaardigd zijn;

b) zij betrekking heeft op een hoeveelheid mageremelkpoeder die in overeenstemming is met artikel 2, lid 5;

c) zij vergezeld gaat van de schriftelijke verbintenis van de inschrijver dat hij het bepaalde onder a) van dit lid en in artikel 9 in acht zal nemen;

d) het bewijs wordt geleverd dat de inschrijver voor de betrokken inschrijving vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van de offertes, in de lidstaat waar de offerte is ingediend, een inschrijvingszekerheid van 2 EUR per 100 kg heeft gesteld.

4.  De oorspronkelijk aan het interventiebureau toegezonden verbintenis zoals bedoeld in lid 3, onder c), wordt voor latere offertes stilzwijgend verlengd totdat de inschrijver of het interventiebureau deze verbintenis uitdrukkelijk opzegt, mits:

a) in de eerste offerte is vermeld dat de inschrijver voor de onderhavige bepaling in aanmerking wenst te komen;

b) in de latere offertes naar deze bepaling (door de vermelding „artikel 15, lid 4”) en naar de datum van de eerste offerte wordt verwezen.

5.  De offerte mag niet worden gewijzigd of ingetrokken na het verstrijken van de in artikel 14, lid 2, bedoelde termijn voor de indiening van de offertes voor de betrokken inschrijving.

Artikel 16

De handhaving van de offerte na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes en de levering van het mageremelkpoeder aan de door het interventiebureau aangewezen opslagplaats binnen de in artikel 19, lid 3, genoemde termijn zijn primaire eisen in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

Artikel 17

1.  Op de dag na die waarop de in artikel 14, lid 2, bedoelde termijn verstrijkt, delen de lidstaten uiterlijk om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) de door de inschrijvers aangeboden hoeveelheden en voorgestelde prijzen aan de Commissie mee.

2.  Op grond van de voor elke inschrijving ontvangen offertes stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 een op de geldende interventieprijzen gebaseerde maximumaankoopprijs vast.

3.  De Commissie kan besluiten de inschrijving niet toe te wijzen.

Artikel 18

1.  De offerte wordt geweigerd wanneer de voorgestelde prijs hoger is dan de in artikel 17, lid 2, bedoelde maximumprijs voor de betrokken inschrijving.

2.  De uit de inschrijving voortvloeiende rechten en verplichtingen zijn niet overdraagbaar.

Artikel 19

1.  Iedere inschrijver wordt door het interventiebureau onmiddellijk van het resultaat van zijn deelname aan de inschrijving in kennis gesteld.

Voor de niet in aanmerking genomen offertes wordt de in artikel 15, lid 3, onder d), genoemde zekerheid onverwijld vrijgegeven.

2.  Het interventiebureau geeft aan de aangewezen leverancier onverwijld een gedateerde en genummerde leveringsbon af, waarin zijn vermeld:

a) de te leveren hoeveelheid mageremelkpoeder;

b) de uiterste datum voor levering;

c) de voor de levering aangewezen opslagplaats.

3.  De leverancier levert het mageremelkpoeder binnen 28 dagen na de dag waarop de termijn voor het indienen van de offertes verstrijkt. De levering mag worden gespreid.

4.  De inschrijvingszekerheid wordt vrijgegeven, zodra de leverancier de op de leveringsbon vermelde hoeveelheid binnen de voorgeschreven termijn heeft geleverd.

5.  Behoudens overmacht wordt, indien de leverancier de levering niet binnen de voorgeschreven termijn heeft uitgevoerd, de in artikel 15, lid 3, onder d), bedoelde inschrijvingszekerheid verbeurd naar verhouding van de niet-geleverde hoeveelheden en wordt van de aankoop van de resterende hoeveelheden afgezien.

Artikel 20

1.  Voorzover bij controle is gebleken dat aan de in de artikel 2, leden 1, 2, 3, 5, 6 en 7, en in artikel 15, lid 3, onder a), gestelde eisen is voldaan, betaalt het interventiebureau de leverancier voor elke overgenomen hoeveelheid mageremelkpoeder de in lid 2 van het onderhavige artikel aangegeven prijs binnen een termijn die aanvangt op de 120e en afloopt op de 140e dag na de dag van overname van het mageremelkpoeder.

2.  Wanneer het eiwitgehalte van de vetvrije droge stof, vastgesteld volgens de in bijlage I aangegeven methode, gelijk is aan of hoger is dan 35,6 %, is de aankoopprijs gelijk aan de in de offerte aangegeven prijs.

Wanneer dit gehalte 31,4 % of meer doch minder dan 35,6 % bedraagt, is de aankoopprijs gelijk aan de in de offerte aangegeven prijs verminderd met een als volgt berekend bedrag:

image

.

3.  Als dag van overname geldt de dag waarop het laatste deel van de totale in de offerte genoemde hoeveelheid mageremelkpoeder in de door het interventiebureau aangewezen opslagplaats wordt ingeslagen, met dien verstande dat als vroegste overnamedag geldt de dag volgende op die van de afgifte van de leveringsbon.



Afdeling 5

Verkoop

Artikel 21

De interventiebureaus van de lidstaten verkopen uit hun voorraden aan iedere gegadigde mageremelkpoeder dat vóór ►M4  1 juni 2002 ◄ is ingeslagen.

Artikel 22

1.  Het mageremelkpoeder wordt af opslagplaats verkocht tegen een prijs die gelijk is aan de in artikel 4, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde interventieprijs die geldt op de dag van de sluiting van de koopovereenkomst, verhoogd met 1 EUR per 100 kg.

2.  De aankoopaanvraag moet het volgende bevatten:

a) de naam en het adres van de koper;

b) de gevraagde hoeveelheid;

c) in voorkomend geval, de opslagplaats waar het mageremelkpoeder is opgeslagen en eventueel een vervangende opslagplaats.

3.  Een aankoopaanvraag is slechts geldig indien:

a) zij een hoeveelheid van ten minste 10 ton betreft. Wanneer echter een hoeveelheid van minder dan 10 ton in de opslagplaats overblijft, mag deze resterende geringere hoeveelheid worden verkocht;

b) het bewijs wordt geleverd dat de koper in de lidstaat waar de offerte is ingediend, een zekerheid van 7 EUR per 100 kg heeft gesteld om te garanderen dat met betrekking tot de overname van het mageremelkpoeder binnen de in artikel 24, lid 1, eerste alinea, genoemde termijn wordt voldaan aan de primaire eisen in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

Artikel 23

1.  Bij de verkoop wijst het interventiebureau het mageremelkpoeder toe volgens de datum waarop het is ingeslagen, te beginnen met de oudste producten van de totale beschikbare hoeveelheid of, in voorkomend geval, van de in de door de marktdeelnemer aangewezen opslagplaatsen beschikbare hoeveelheid.

2.  Wanneer bij aanvaarding van een aankoopaanvraag de in een bepaalde opslagplaats beschikbare hoeveelheid mageremelkpoeder zou worden overschreden, wordt de betrokken aanvrager slechts de beschikbare hoeveelheid toegewezen. Het interventiebureau kan evenwel, in overleg met de aanvrager, andere opslagplaatsen aanwijzen om de volledige aangevraagde hoeveelheid te kunnen toewijzen.

3.  Wanneer bij aanvaarding van verscheidene aanvragen voor producten uit eenzelfde opslagplaats de beschikbare hoeveelheid zou worden overschreden, wordt die hoeveelheid toegewezen naar evenredigheid van de in de betrokken aanvragen genoemde hoeveelheden. Ingeval een dergelijke verdeling evenwel ertoe zou leiden dat hoeveelheden van minder dan 5 ton worden toegewezen, geschiedt de toewijzing door loting.

4.  Alle geldige aankoopaanvragen die het interventiebureau op dezelfde dag bereiken, worden geacht tegelijkertijd te zijn ingediend.

5.  Het interventiebureau neemt de nodige maatregelen om gegadigden de mogelijkheid te bieden, vóór het sluiten van de verkoopovereenkomst voor eigen rekening monsters van het te koop aangeboden mageremelkpoeder te onderzoeken.

Artikel 24

1.  De koper neemt het mageremelkpoeder over binnen een maand, te rekenen vanaf de dag van de sluiting van de verkoopovereenkomst.

De gekochte hoeveelheid kan worden overgenomen in deelhoeveelheden van minstens 10 ton. Wanneer de overblijvende hoeveelheid in de opslagplaats echter beneden dit minimum ligt, mag deze overblijvende hoeveelheid worden overgenomen.

2.  Vóór de overname van elke hoeveelheid betaalt de koper het interventiebureau de met die hoeveelheid overeenkomende prijs.

3.  Behoudens overmacht, wordt, indien de koper het mageremelkpoeder niet binnen de in lid 1 bedoelde termijn overneemt, van de verkoop van de resterende hoeveelheden afgezien.

4.  De in artikel 22, lid 3, onder b), bedoelde zekerheid wordt verbeurd voor de hoeveelheden waarvoor op grond van lid 3 van het onderhavige artikel van de verkoop wordt afgezien. De zekerheid wordt onmiddellijk vrijgegeven voor de hoeveelheden die binnen de voorgeschreven termijn zijn overgenomen.

5.  Bij overmacht stelt het interventiebureau de maatregelen vast die het in verband met de aangevoerde omstandigheid nodig acht.



HOOFDSTUK III

PARTICULIERE OPSLAG



Afdeling 1

Opslagcontract en opslagvoorwaarden

Artikel 25

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a) „opslagpartij”, een hoeveelheid van ten minste 10 ton van homogene samenstelling en kwaliteit, die uit dezelfde fabriek afkomstig is en op dezelfde dag in dezelfde opslagplaats is ingeslagen;

b) „eerste dag van contractuele opslag”: de dag na die van inslag;

c) „laatste dag van contractuele opslag”: de dag vóór die van uitslag.

Artikel 26

Wanneer de Commissie besluit overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder te verlenen, worden de contracten inzake de particuliere opslag gesloten tussen het interventiebureau van de lidstaat waar het mageremelkpoeder is opgeslagen, en natuurlijke of rechtspersonen, hierna „contractanten” genoemd.

Artikel 27

Een contract inzake particuliere opslag mag slechts worden gesloten voor mageremelkpoeder bedoeld in artikel 7, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 dat aan de volgende voorwaarden voldoet:

a) het heeft een vetgehalte van maximaal 11 % en een watergehalte van maximaal 5 % en het eiwitgehalte van de vetvrije droge stof bedraagt ten minste 31,4 %;

b) het is ten hoogste 28 dagen of vier weken vóór de eerste dag van de contractuele opslag in een overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a) en b), van deze verordening erkend bedrijf vervaardigd, dat ermee instemt de vervaardiging van mageremelkpoeder dat voor contractuele opslag in aanmerking komt, aan een specifieke officiële controle te onderwerpen;

c) het overschrijdt de in artikel 2, lid 3, bedoelde maximaal toelaatbare radioactiviteitsniveaus niet;

d) het wordt opgeslagen in zakken met een gewicht van 25 kg netto of in grote zakken („big bags”) met een gewicht van maximaal 1 500 kg, waarop ten minste de volgende gegevens zijn vermeld, eventueel in code:

i) het erkenningsnummer ter identificatie van de fabriek en de lidstaat van productie;

ii) de datum of week van vervaardiging;

iii) het productiepartijnummer;

iv) het nettogewicht;

e) het mag niet onder de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad ( 17 ) bedoelde regeling zijn geplaatst; latere plaatsing onder deze regeling staat gelijk met beëindiging van de contractuele opslag.

Artikel 28

1.  Het opslagcontract wordt schriftelijk gesloten voor één of meer opslagpartijen en bevat met name bepalingen inzake:

a) de hoeveelheid mageremelkpoeder waarop het contract betrekking heeft;

b) het steunbedrag;

c) de data voor de uitvoering van het contract, onverminderd een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 7, lid 3, derde alinea, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en volgens de procedure van artikel 42 van genoemde verordening;

d) de identificatie van de opslagplaatsen.

2.  De controlemaatregelen, en met name die welke zijn bedoeld in artikel 33, worden door het interventiebureau van de lidstaat van opslag in een bestek beschreven. In het opslagcontract wordt naar dit bestek verwezen.

Artikel 29

1.  De perioden voor inslag en uitslag worden vastgesteld bij het besluit tot verlening van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder.

2.  De uitslag moet steeds een volledige partij omvatten. In het in artikel 33, lid 2, onder a), bedoelde geval mag echter slechts een verzegelde hoeveelheid worden uitgeslagen.

Artikel 30

1.  De aanvraag tot sluiting van een contract met het interventiebureau mag slechts betrekking hebben op partijen mageremelkpoeder waarvoor de inslag beëindigd is.

Deze aanvraag moet binnen een termijn van ten hoogste 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van inslag, bij het interventiebureau worden ingediend. Het interventiebureau registreert de datum waarop het de aanvraag ontvangt.

Wanneer de aanvraag het interventiebureau binnen een termijn van ten hoogste tien werkdagen na de bovengenoemde maximumtermijn bereikt, kan het opslagcontract echter nog worden gesloten, maar het steunbedrag wordt dan met 30 % verlaagd.

2.  Het opslagcontract wordt gesloten binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de registratiedatum van de aanvraag.

Artikel 31

Wanneer het mageremelkpoeder in een andere lidstaat dan de lidstaat van productie wordt opgeslagen, mag het in artikel 30 bedoelde opslagcontract slechts worden gesloten indien binnen 50 dagen na de datum van inslag een door de bevoegde instantie van de lidstaat van productie afgegeven certificaat wordt overgelegd.

Het certificaat bevat de gegevens betreffende het erkenningsnummer ter identificatie van de fabriek en de lidstaat van productie, de datum of week van vervaardiging, het productiepartijnummer en een verklaring dat het mageremelkpoeder in de zin van artikel 7, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 betreft.

In het in de eerste alinea van het onderhavige artikel bedoelde geval wordt het opslagcontract gesloten binnen ten hoogste 60 dagen, te rekenen vanaf de registratiedatum van de aanvraag.



Afdeling 2

Controles

Artikel 32

1.  De lidstaat vergewist zich ervan dat aan alle voorwaarden voor het recht op betaling van de steun is voldaan.

2.  De contractant of, op verzoek of met machtiging van de lidstaat, de beheerder van de opslagplaats geeft de bevoegde controle-instantie inzage van alle bescheiden die voor de producten die zich in particuliere opslag bevinden, uitsluitsel geven over met name:

a) het erkenningsnummer ter identificatie van de fabriek en de lidstaat van productie;

b) de datum van vervaardiging;

c) de datum van inslag;

d) het nummer van de opslagpartij;

e) de aanwezigheid in de opslagplaats en het adres van de opslagplaats;

f) de datum van uitslag.

3.  De contractant of, in voorkomend geval, de beheerder van de opslagplaats voert voor elk contract een voorraadboekhouding, die in de opslagplaats ter inzage ligt en die de volgende gegevens bevat:

a) het opslagpartijnummer van de producten die zich in particuliere opslag bevinden;

b) de datum van inslag en van uitslag;

c) de hoeveelheid mageremelkpoeder, per opslagpartij;

d) de plaats waar de producten in de opslagplaats zijn opgeslagen.

4.  De opgeslagen producten moeten gemakkelijk identificeerbaar en gemakkelijk toegankelijk zijn. Zij moeten voor elk contract uit elkaar kunnen worden gehouden.

Artikel 33

1.  Bij de inslag voert de bevoegde instantie controles uit in de periode die begint op de dag van inslag in de opslagplaats en die afloopt op de 28e dag na de datum waarop de aanvraag tot sluiting van het contract is geregistreerd.

Om zich ervan te vergewissen dat de opgeslagen producten voor de steun in aanmerking komen, moet op voldoende representatieve wijze ten minste 5 % van de ingeslagen hoeveelheden worden gecontroleerd om te garanderen dat de opslagpartijen, met name wat gewicht, identificatie en de aard van de producten betreft, in hun geheel, fysiek met de gegevens in de aanvraag tot sluiting van het contract in overeenstemming zijn.

2.  De bevoegde instantie:

a) verzegelt bij de in lid 1 bedoelde controle alle producten per contract, per opslagpartij of per kleinere hoeveelheid, of

b) voert een onaangekondigde steekproefcontrole uit op de aanwezigheid van de producten in de opslagplaats. De getrokken steekproef bij een onaangekondigde controle moet representatief zijn en ten minste 10 % omvatten van de totale hoeveelheid waarvoor in het kader van een maatregel inzake steun voor de particuliere opslag contracten zijn gesloten.

3.  Na afloop van de contractuele opslag verricht de bevoegde instantie een steekproefcontrole op gewicht en identificatie. Wanneer het mageremelkpoeder echter na afloop van de maximumtermijn voor contractuele opslag opgeslagen blijft, kan deze controle bij de uitslag worden verricht.

Met het oog op de controle waarschuwt de contractant de bevoegde instantie, met vermelding van de betrokken opslagpartijen, ten minste vijf werkdagen vóór:

a) het verstrijken van de contractuele opslagtermijn van 180 dagen

of

b) het begin van de uitslag wanneer deze voor of na de termijn van 180 dagen plaatsvindt.

De lidstaat kan instemmen met een kortere waarschuwingstermijn dan vijf werkdagen.

4.  Over de controles op grond van de leden 1, 2 en 3 wordt een verslag opgesteld waarin worden vermeld:

a) de datum van de controle;

b) de duur ervan;

c) de verrichte controlewerkzaamheden.

Het controleverslag moet door de bevoegde ambtenaar worden ondertekend en medeondertekend door de contractant of, in voorkomend geval, de beheerder van de opslagplaats en moet bij het betalingsdossier worden gevoegd.

5.  Wanneer bij 5 % of meer van de hoeveelheid gecontroleerde producten onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt een door de bevoegde instantie te bepalen ruimere steekproef gehouden.

De lidstaten delen de onregelmatigheden binnen vier weken aan de Commissie mee.



Afdeling 3

Steun voor de opslag

Artikel 34

1.  De in artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde steun voor de particuliere opslag kan slechts voor een contractuele opslagduur van ten minste 60 dagen en van ten hoogste 180 dagen worden toegekend.

Wanneer de contractant de in artikel 33, lid 3, bedoelde termijn niet in acht neemt, wordt de steun met 15 % verminderd en slechts betaald voor de periode waarvoor de contractant ten genoegen van de bevoegde instantie het bewijs levert dat het mageremelkpoeder contractueel opgeslagen was.

2.  Onverminderd artikel 35 bepaalt de Commissie elk jaar het steunbedrag overeenkomstig artikel 7, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/1999.

3.  De steun wordt op verzoek van de contractant binnen 120 dagen na de datum van ontvangst van het verzoek uitbetaald, voorzover de in artikel 33, lid 3, bedoelde controles zijn uitgevoerd en voldaan is aan de voorwaarden die recht geven op uitbetaling van de steun.

Wanneer evenwel een administratief onderzoek naar het recht op de steun gaande is, wordt de uitbetaling eerst gedaan nadat het recht op de steun is erkend.

Artikel 35

Op grond van de marktsituatie kunnen in de loop van het jaar voor de nog te sluiten contracten het steunbedrag, alsmede de perioden voor de inslag en de uitslag en de maximale opslagduur worden gewijzigd.



HOOFDSTUK IV

MEDEDELINGEN

Artikel 36

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op woensdag van elke week vóór 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) mee voor welke hoeveelheden mageremelkpoeder in de daaraan voorafgaande week:

a) een offerte is gedaan overeenkomstig artikel 5;

b) een verkoopovereenkomst is gesloten overeenkomstig artikel 22, lid 1;

c) een contract inzake particuliere opslag is gesloten overeenkomstig artikel 28.



HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 37

De Verordeningen (EEG) nr. 2213/76, (EEG) nr. 1362/87, (EEG) nr. 1158/91 en (EG) nr. 322/96 worden ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 38

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I



EISEN INZAKE DE SAMENSTELLING, KWALITEITSKENMERKEN EN ANALYSEMETHODEN

Parameters

Gehalte, kwaliteitskenmerk

Referentiemethode

Eiwitgehalte

Minimaal 31,4 % van de vetvrije droge stof

 (1)

Vetgehalte

Ten hoogste 1,00 %

 (1)

Vochtgehalte

Ten hoogste 3,5 %

 (1)

Titreerbare zuurtegraad, uitgedrukt in 0,1 N natriumhydroxide

Ten hoogste 19,5 ml

 (1)

Gehalte aan lactaten

Ten hoogste 150 mg/100 g

 (1)

Additieven

Geen

 (1)

Fosfataseproef

Negatief, d.w.z. gelijk aan of minder dan 4 μg fenol per gram gereconstitueerde melk

 (1)

Onoplosbaarheidscoëfficiënt

Ten hoogste 0,5 ml (24 °C)

 (1)

Gehalte aan verbrande deeltjes

Maximaal 15,0 mg; dit betekent ten minste monster B

 (1)

Gehalte aan micro-organismen

Maximaal 40 000 per gram

 (1)

Colibacterieproef

Negatief in 0,1 g

 (1)

Onderzoek op karnemelk  (2)

Negatief (3)

 (1)

Onderzoek op lebwei  (4)

Negatief

 (1)

Onderzoek op zure wei  (4)

Negatief

Door de bevoegde autoriteit goedgekeurde methode

Smaak en geur

Onberispelijk

 (1)

Uiterlijk

Wit of enigermate gelige kleur, vrij van vuile en gekleurde deeltjes

 (1)

Antibacteriële substanties

Negatief (5)

 (1)

(1)   Zie Verordening (EG) nr. 213/2001 van 9 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999, wat betreft de referentiemethoden voor de analyse en de kwaliteitsbeoordeling van melk en zuivelproducten, en houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2771/1999 en (EG) nr. 2799/1999 (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(2)   Onder„karnemelk” wordt verstaan: het bijproduct van boter, verkregen na het karnen of anderszins tot boter verwerken van de room en de afscheiding daaruit van de vaste vetstoffen.

(3)   De afwezigheid van karnemelk kan worden vastgesteld door een onverwachte controle in het productiebedrijf, die ten minste eenmaal per week plaatsvindt, of door laboratoriumanalyse van het eindproduct; maximaal 69,31 mg of PEDP per 100 g.

(4)   Onder „wei” wordt verstaan: het bijproduct van de vervaardiging van kaas of caseïne door middel van het gebruik van zuren, stremsel en/of chemisch-fysische procédés.

(5)   De voor de vervaardiging van het mageremelkpoeder gebruikte melk moet voldoen aan de eisen van bijlage A, hoofdstuk III, deel D, van Richtlijn 92/46/EEG.




BIJLAGE II

VERPAKKING

1. Het mageremelkpoeder is verpakt in nieuwe, schone, droge en onbeschadigde papieren zakken met een inhoud van 25 kg netto.

2. De zakken moeten, in een samenstelling met minimaal drie lagen, bestand zijn tegen een gemiddelde spanning die overeenkomt met de absorptie van 420 J/m2.

De tweede laag is bedekt met een laag polyethyleen van ten minste 15 g/m2.

De binnenzak is van polyethyleen van ten minste 0,08 mm dikte, onderaan dichtgelast.

3. De zakken voldoen aan EN 770.

4. Bij het vullen moet het poeder in de zak goed worden aangedrukt. Het binnendringen van los poeder tussen de verschillende lagen moet absoluut worden vermeden.




BIJLAGE III

BEMONSTERING VAN HET AANGEBODEN MAGEREMELKPOEDER EN ANALYSE

1. De monsters worden getrokken volgens de procedure van de internationale norm ISO 707. De lidstaten kunnen evenwel voor de monsterneming een andere methode toepassen, voorzover die methode overeenstemt met de beginselen van de vorengenoemde internationale norm.

2. Steekproefsgewijze uit te kiezen aantal zakken waaruit monsters worden genomen:

a) partijen tot 800 zakken van 25 kg: minstens acht,

b) partijen van meer dan 800 zakken van 25 kg: minstens acht plus één voor elke extra hoeveelheid van 800 zakken of gedeelte daarvan.

3. Gewicht van het monster: ten minste 200 g per zak.

4. Groepering van de monsters: hoogstens negen monsters worden samengevoegd tot één verzamelmonster.

5. Analyse van de monsters: elk verzamelmonster wordt geanalyseerd om na te gaan of het aan alle in bijlage I vermelde kwaliteitskenmerken beantwoordt.

6. Bij een falend monster:

a) wanneer een samengesteld monster voor één parameter faalt, wordt de door dat samengestelde monster vertegenwoordigde hoeveelheid afgekeurd;

b) wanneer een samengesteld monster voor meerdere parameters faalt, wordt de door dat monster vertegenwoordigde hoeveelheid afgekeurd en wordt de resterende van dezelfde fabriek afkomstige hoeveelheid een tweede maal voor analyse bemonsterd. In dit geval:

 wordt het in punt 2 vastgestelde aantal monsters verdubbeld,

 wordt, indien een samengesteld monster voor één of meer parameters faalt, de door dat monster vertegenwoordigde hoeveelheid afgekeurd.



( 1 ) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48.

( 2 ) PB L 118 van 19.5.2000, blz. 1.

( 3 ) PB L 148 van 28.6.1968, blz. 13.

( 4 ) PB L 78 van 20.3.1987, blz. 10.

( 5 ) PB L 249 van 11.9.1976, blz. 6.

( 6 ) PB L 279 van 31.10.1996, blz. 15.

( 7 ) PB L 129 van 19.5.1987, blz. 9.

( 8 ) PB L 80 van 30.3.1996, blz. 48.

( 9 ) PB L 112 van 4.5.1991, blz. 65.

( 10 ) PB L 16 van 21.1.1999, blz. 19.

( 11 ) PB L 45 van 23.2.1996, blz. 5.

( 12 ) PB L 52 van 21.2.1998, blz. 20.

( 13 ) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 1.

( 14 ) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.

( 15 ) PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1.

( 16 ) PB L 288 van 9.11.1996, blz. 6.

( 17 ) PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5.