01997A0222(01) — NL — 27.07.2020 — 003.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds

(PB L 053 van 22.2.1997, blz. 2)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT nr. 1/98 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER 98/237/EG van 13 maart 1998

  L 90

40

25.3.1998

 M2

BESLUITNr. 2/98 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER 98/549/EG van 31 augustus 1998

  L 263

37

26.9.1998

►M3

Besluit nr. 1/1999 Van Het Gemengd Comité EG/Denemarken-Faeröer 1999/456/EG van 22 juni 1999

  L 178

58

14.7.1999

 M4

BESLUIT Nr. 2/2001 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER 2001/629/EG van 11 juli 2001

  L 219

29

14.8.2001

 M5

BESLUIT Nr. 1/2002 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER 2002/306/EG van 20 maart 2002

  L 104

44

20.4.2002

 M6

BESLUIT Nr. 1/2005 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER 2006/287/EG van 10 november 2005

  L 110

1

24.4.2006

►M7

BESLUIT Nr. 1/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER 2006/561/EG van 13 juli 2006

  L 221

15

12.8.2006

 M8

BESLUIT Nr. 1/2007 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EG/DENEMARKEN-FAEROËR 2007/671/EG van 8 oktober 2007

  L 275

32

19.10.2007

►M9

BESLUIT Nr. 2/2008 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER 2008/957/EG van 20 november 2008

  L 338

72

17.12.2008

►M10

BESLUIT Nr. 1 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU/DENEMARKEN-FAERÖER van 12 mei 2015

  L 134

29

30.5.2015

►M11

BESLUIT Nr. 1/2020 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-FAERÖER van 27 juli 2020

  L 257

36

6.8.2020


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 286, 9.11.1999, blz.  14 (1/1999)




▼B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds



DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

enerzijds, en

DE REGERING VAN DENEMARKEN EN DE LANDSREGERING VAN DE FAERÖER,

anderzijds,

HERINNERENDE aan de status van de Faeröer als een autonoom, doch integrerend deel van één der Lid-Staten van de Gemeenschap;

VERWIJZENDE NAAR de resolutie van de Raad van 4 februari 1974 betreffende de problemen van de Faeröer;

OVERWEGENDE dat de visserij van vitaal belang is voor de Faeröer, aangezien deze sector de voornaamste economische activiteit van de Faeröer vertegenwoordigt en vis en visserijprodukten de belangrijkste exportprodukten zijn;

OVERWEGENDE dat de betrekkingen op visserijgebied, geconcretiseerd in de visserijovereenkomst tussen de overeenkomstsluitende partijen die bevestigen dat de handelsaspecten van deze Overeenkomst geen afbreuk mogen doen aan de werking van de visserijovereenkomst en dat, dientengevolge, de omvang van de vangstcapaciteit van beide partijen, als vastgesteld in deze Overeenkomst, op een bevredigend niveau dient te worden gehandhaafd;

WENSENDE de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en de Faeröer te versterken en uit te breiden met inachtneming van billijke mededingingsvoorwaarden en de harmonische ontwikkeling van het handelsverkeer tussen de partijen te bevorderen, teneinde zodoende bij te dragen aan de opbouw van Europa;

VASTBERADEN te dien einde geleidelijk de belemmeringen voor vrijwel het gehele handelsverkeer tussen de partijen op te heffen, overeenkomstig de bepalingen van de in 1994 gesloten Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) betreffende de totstandkoming van vrijhandelszones;

ZICH BEREID VERKLARENDE, met inachtneming van alle ter zake dienende elementen en, in het bijzonder, van de ontwikkelingen in de Gemeenschap, te zoeken naar mogelijkheden om hun betrekkingen te intensiveren en te verdiepen op gebieden die van belang zijn voor de economieën van beide partijen en deze samenwerking uit te breiden tot gebieden welke niet onder deze Overeenkomst vallen;

OVERWEGENDE dat te dien einde op 2 december 1991 een overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds, werd ondertekend (hieronder de „basisovereenkomst” te noemen);

OVERWEGENDE dat op 8 maart 1995 een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer anderzijds, houdende wijziging van de tabellen I en II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de basisovereenkomst, werd ondertekend (hierna de „overeenkomst in de vorm van een briefwisseling” te noemen);

OVERWEGENDE dat, ingevolge de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie op 1 januari 1995, de bepalingen welke van toepassing zijn op de handel in vis en visserijprodukten tussen de Faeröer en de Gemeenschap aangepast dienen te worden, teneinde het handelsverkeer tussen de Faeröer, enerzijds, en de nieuwe Lid-Staten, anderzijds te handhaven;

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap een gemeenschappelijke definitie van oorsprong voor aardolieprodukten heeft aangenomen en dat de bepalingen welke van toepassing zijn op deze produkten derhalve dienen te worden aangepast;

OVERWEGENDE dat de bepalingen betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking dienen te worden aangepast, teneinde rekening te houden met bepaalde ontwikkelingen in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Lid-Staten van de EVA;

OVERWEGENDE dat de bepalingen welke van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwprodukten dienen te worden aangepast, teneinde met name rekening te houden met de produktie van visvoeder op de Faeröer;

OVERWEGENDE dat in deze Overeenkomst een protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken dient te worden opgenomen, teneinde bij te dragen tot de goede werking ervan;

OVERWEGENDE dat de tariefnomenclatuur van deze produkten dient te worden bijgewerkt, teneinde deze in overeenstemming te brengen met bepaalde wijzigingen van de nomenclatuur van het douanetarief van de overeenkomstsluitende partijen, welke betrekking hebben op de in de basisovereenkomst genoemde produkten;

OVERWEGENDE dat het gemengd comité dient te worden gemachtigd besluiten te nemen over amendementen op de bepalingen van de protocollen bij deze Overeenkomst, zulks ter bevordering van de flexibiliteit;

OVERWEGENDE dat de basis-overeenkomst en de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling ter vergroting van de duidelijkheid zullen worden vervangen door een samengestelde nieuwe tekst in de vorm van deze Overeenkomst;

ERMEE REKENING HOUDENDE dat de bilaterale handelsovereenkomsten tussen Finland en Zweden en de Faeröer niet langer geldig zijn wanneer deze Overeenkomst in werking treedt;

HEBBEN BESLOTEN, ter verwezenlijking van deze doelstellingen en overwegende dat geen der bepalingen van deze Overeenkomst zodanig kan worden uitgelegd dat de overeenkomstsluitende partijen daardoor worden ontheven van de krachtens andere internationale overeenkomsten op hen rustende verplichtingen,

DEZE OVEREENKOMST TE SLUITEN:



Artikel 1

Deze Overeenkomst heeft ten doel:

a) 

de harmonische ontwikkeling van de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en de Faeröer te bevorderen door het handelsverkeer tussen de partijen uit te breiden en zodoende in de Gemeenschap en de Faeröer de economische bedrijvigheid te stimuleren, de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden te verbeteren, de produktiviteit te verhogen en de financiële stabiliteit in de hand te werken,

b) 

in het handelsverkeer tussen de partijen bij deze Overeenkomst billijke mededingingsvoorwaarden tot stand te brengen,

c) 

aldus, door opheffing van de belemmeringen voor het handelsverkeer, bij te dragen tot de harmonische ontwikkeling en de expansie van de wereldhandel.

Artikel 2

Deze Overeenkomst is van toepassing op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of de Faeröer:

i) 

die onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem vallen, met uitzondering van de produkten die zijn genoemd in bijlage II bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met uitzondering van de produkten welke zijn opgenomen in bijlage I bij deze Overeenkomst;

ii) 

die zijn genoemd in de Protocollen nrs. 1, 2 en 4 bij deze Overeenkomst, met inachtneming van de daarin vastgestelde bijzondere regels.

Artikel 3

In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen nieuwe doaunerechten ingesteld.

Artikel 4

1.  De Gemeenschap schaft de douanerechten op de invoer uit de Faeröer af.

2.  De Faeröer schaffen de douanerechten op de invoer uit de Gemeenschap af. Bijlage II geeft een overzicht van de relevante bepalingen van de douanewetgeving en de fiscale wetgeving van de Faeröer.

Artikel 5

De bepalingen die betrekking hebben op de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn eveneens van toepassing op de invoerrechten van fiscale aard.

De Faeröer kunnen een invoerrecht van fiscale aard of het fiscale element van een invoerrecht vervangen door een binnenlandse belasting.

Artikel 6

In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen nieuwe heffingen van gelijke werking als douanerechten ingesteld.

De heffingen van gelijke werking als douanerechten bij invoer die in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer van toepassing zijn, worden afgeschaft.

Artikel 7

In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen douanerechten bij uitvoer of heffingen van gelijke werking ingesteld.

Douanerechten bij uitvoer en heffingen van gelijke werking worden afgeschaft.

Artikel 8

In Protocol nr. 1 zijn de tariefbepalingen en regelingen neergelegd die van toepassing zijn op bepaalde soorten vis en visserijprodukten die in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht of die in de Faeröer worden ingevoerd.

Artikel 9

In Protocol nr. 2 zijn de tariefbepalingen en regelingen neergelegd die op bepaalde door de verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen van toepassing zijn.

Artikel 10

1.  Indien als gevolg van de tenuitvoerlegging van haar landbouwbeleid specifieke regels worden ingesteld of indien de bestaande regels worden gewijzigd, kan de betrokken partij de uit deze Overeenkomst voortvloeiende regelingen aanpassen ten aanzien van de produkten waarop deze regelingen of wijzigingen van toepassing zijn.

2.  In dergelijke gevallen houdt de betrokken partij bij deze Overeenkomst naar behoren rekening met de belangen van de andere overeenkomstsluitende partijen. De partijen bij deze Overeenkomst kunnen daartoe overleg plegen in het in artikel 31 bedoelde comité.

Artikel 11

In Protocol nr. 3 worden het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking gedefinieerd.

Artikel 12

Een overeenkomstsluitende partij die overweegt het werkelijke niveau van haar douanerechten of heffingen van gelijke werking die van toepassing zijn ten aanzien van derde landen welke in aanmerking komen voor de meestbegunstigingsclausule te verlagen of de toepassing van deze rechten en heffingen te schorsen, stelt het gemengd comité zo mogelijk ten minste 30 dagen vóór de inwerkingtreding van deze verlaging of schorsing daarvan in kennis. Zij neemt nota van alle opmerkingen van de andere partij met betrekking tot de distorsies welke daarvan het gevolg kunnen zijn.

Artikel 13

1.  In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen noch maatregelen van gelijke werking ingesteld.

2.  De overeenkomstsluitende partijen gaan over tot de afschaffing van de kwantitatieve invoerbeperkingen en van alle maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen.

Artikel 14

1.  De Gemeenschap behoudt zich het recht voor de regelingen voor aardolieprodukten van de posten 2710, 2711, ex 2712 (met uitzondering van ozokeriet, montaanwas en turfwas) en 2713 van de gecombineerde nomenclatuur te wijzigen wanneer voor de aardolieprodukten besluiten worden genomen in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek of wanneer een gemeenschappelijk energiebeleid wordt ingesteld.

In dat geval houdt de Gemeenschap naar behoren rekening met de belangen van de Faeröer; zij informeert te dien einde het gemengd comité dat bijeenkomt onder de voorwaarden van artikel 33, lid 2.

2.  Faeröer behouden zich het recht voor soortgelijke maatregelen te nemen indien zij met vergelijkbare situaties worden geconfronteerd.

3.  Behoudens het bepaalde in de leden 1 en 2 doet deze Overeenkomst geen afbreuk aan de niet-tarifaire voorschriften die op de invoer van aardolieprodukten van toepassing zijn.

Artikel 15

1.  De partijen bij deze Overeenkomst verklaren zich bereid, voor zover hun landbouwbeleid daartoe ruimte laat, de harmonische ontwikkeling van het handelsverkeer in landbouwprodukten waarop de Overeenkomst niet van toepassing is, te bevorderen.

2.  De partijen bij deze Overeenkomst passen hun voorschriften op veterinair, sanitair en fytosanitair gebied op niet-discriminerende wijze toe en voeren geen nieuwe maatregelen in die het handelsverkeer kunnen belemmeren.

3.  De partijen bij deze Overeenkomst onderzoeken onder de voorwaarden van artikel 35 alle moeilijkheden die zich in het onderlinge handelsverkeer in landbouwprodukten kunnen voordoen en trachten daarvoor oplossingen te vinden.

Artikel 16

De Landsregering van de Faeröer neemt de noodzakelijke controlemaatregelen om de correcte toepassing van de door de Gemeenschap vastgestelde of vast te stellen referentieprijs bedoeld in artikel 2 van Protocol nr. 1, te garanderen.

De partijen bij deze Overeenkomst zien erop toe dat de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking welke is opgenomen in Protocol nr. 3, correct wordt toegepast.

Artikel 17

In Protocol nr. 4 zijn de bijzondere bepalingen neergelegd die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwprodukten, andere dan die bedoeld in Protocol nr. 1.

Artikel 18

In Protocol nr. 5 zijn de bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de wederzijdse bijstand van de administratieve autoriteiten in douanezaken.

Artikel 19

De overeenkomstsluitende partijen bevestigen dat zij zich ertoe verbinden elkaar de behandeling van meest begunstigde natie te verlenen overeenkomstig de bepalingen van de GATT. Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de instelling van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor het grensverkeer, behalve voor zover deze de in deze Overeenkomst neergelegde handelsregelingen wijzigen, in het bijzonder wat de bepalingen inzake de regels van oorsprong betreft.

Artikel 20

De overeenkomstsluitende partijen onthouden zich van de toepassing van alle maatregelen of praktijken van intern fiscale aard die, hetzij direct hetzij indirect, discriminatie tussen produkten van de ene overeenkomstsluitende partij en soortgelijke produkten uit het gebied van de andere overeenkomstsluitende partij ten gevolge hebben.

De bedragen aan binnenlandse belastingen die worden teruggegeven voor produkten die naar het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende partijen worden uitgevoerd, mogen de direct of indirect op deze produkten geheven belastingen niet overschrijden.

Artikel 21

Betalingen in verband met het goederenverkeer en de overmaking van de desbetreffende bedragen naar de Lid-Staat van de Gemeenschap waar de schuldeiser is gevestigd of naar de Faeröer zijn aan geen enkele beperking onderworpen.

Artikel 22

Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de toepassing van invoer-, uitvoer- of doorvoerverboden of -beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit of uit hoofde van de bescherming van de industriële en commerciële eigendom, noch voor regelingen met betrekking tot goud en zilver.

Deze verboden of beperkingen mogen geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verholen beperking van de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen vormen.

Artikel 23

Geen enkele bepaling van deze Overeenkomst belet een overeenkomstsluitende partij maatregelen te treffen:

a) 

die zij nodig acht ter voorkoming van de openbaarmaking van informatie die strijdig is met haar essentiële veiligheidsbelangen;

b) 

in verband met de handel in wapens, munitie of oorlogsmaterieel dan wel met activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling of produktie die onontbeerlijk zijn voor defensie, mits deze maatregelen de mededingingsvoorwaarden voor produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden zijn bestemd, niet nadelig beïnvloeden;

c) 

die zij van essentieel belang acht voor haar veiligheid in oorlogstijd of bij ernstige internationale spanningen.

Artikel 24

1.  De partijen bij deze Overeenkomst zullen geen maatregelen treffen die de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst in gevaar kunnen brengen.

2.  Zij treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die noodzakelijk zijn om de naleving van de uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen te waarborgen.

Indien een partij bij deze Overeenkomst van mening is dat de andere partij een uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29.

Artikel 25

1.  Zijn onverenigbaar met de goede werking van deze Overeenkomst voor zover zij gevolgen hebben voor het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer:

i) 

alle overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke ertoe strekken of ten gevolge hebben dat, wat de produktie en het verkeer van goederen betreft, de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

ii) 

het misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen of in een substantieel deel daarvan;

iii) 

alle steunmaatergelen van de overheid die door de begunstiging van bepaalde ondernemingen of produktieactiviteiten de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen.

2.  Indien een partij bij deze Overeenkomst van mening is dat een bepaalde handelwijze onverenigbaar is met dit artikel, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29.

Artikel 26

Wanneer de toename van de invoer van een bepaald produkt ernstige schade berokkent of dreigt te berokkenen aan enige produktieactiviteit op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende partijen en indien deze toename te wijten is aan:

i) 

de gehele of gedeeltelijke verlaging in de invoerende partij, krachtens deze Overeenkomst, van de douanerechten en heffingen van gelijke werking welke op het betrokken produkt van toepassing zijn, en

ii) 

het feit dat de rechten en heffingen van gelijke werking die door de uitvoerende partij worden geheven bij de invoer van grondstoffen of halffabrikaten die voor de vervaardiging van het betrokken produkt worden gebruikt, aanzienlijk lager zijn dan de overeenkomstige rechten en heffingen die door de invoerende partij worden geheven,

kan de betrokken partij bij deze Overeenkomst passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29.

Artikel 27

Indien een der partijen bij deze Overeenkomst vaststelt dat in haar handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt, kan zij, krachtens de overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT, overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29, passende maatregelen nemen tegen deze dumping.

Artikel 28

Indien zich ernstige moeilijkheden voordoen in enige sector van de economie of indien problemen ontstaan die een ernstige verslechtering van de economische situatie in een bepaald gebied ten gevolge kunnen hebben, kan de betrokken partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures bedoeld in artikel 29.

Artikel 29

1.  Indien een partij bij deze Overeenkomst de invoer van produkten, die de in de artikelen 26 en 28 bedoelde moeilijkheden zou kunnen opleveren, aan een administratieve procedure onderwerpt die ten doel heeft snel inlichtingen omtrent de ontwikkeling van de handelsstromen te verschaffen, stelt zij de andere partij hiervan in kennis.

2.  In de gevallen bedoeld in de artikelen 24 tot en met 28 verstrekt de betrokken partij bij deze Overeenkomst, alvorens zij de in deze artikelen vermelde maatregelen neemt, dan wel zo spoedig mogelijk in de gevallen bedoeld in lid 3, onder d), het gemengd comité alle nodige gegevens voor een diepgaand onderzoek van de situatie, teneinde een voor de partijen bij deze Overeenkomst aanvaardbare oplossing te zoeken.

Bij voorrang dienen maatregelen te worden getroffen die de werking van deze Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren.

De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van het gemengd comité, dat hierover periodiek overleg pleegt, inzonderheid met het oog op de opheffing van deze maatregelen zodra de omstandigheden zulks rechtvaardigen.

3.  Voor de tenuitvoerlegging van lid 2 zijn de onderstaande bepalingen van toepassing:

a) 

Problemen in verband met de toepassing van artikel 25 kunnen door elke partij bij deze Overeenkomst aan het gemengd comité worden voorgelegd indien de betrokken partij van mening is dat een bepaalde handelwijze onverenigbaar is met de goede werking van deze Overeenkomst in de zin van artikel 25, lid 1.

De partijen bij deze Overeenkomst verschaffen het gemengd comité alle dienstige informatie en verlenen dit comité de noodzakelijke bijstand voor het onderzoek van de zaak en, indien nodig, voor de opheffing van de aangevochten handelwijze.

Indien de betrokken partij bij deze Overeenkomst binnen de in het gemengd comité vastgestelde termijn geen einde heeft gemaakt aan de aangevochten handelwijze of indien dit comité geen overeenstemming bereikt binnen drie maanden, te rekenen vanaf de dag waarop het van de zaak in kennis is gesteld, kan de betrokken partij de vrijwaringsmaatregelen nemen die zij noodzakelijk acht om de door de bedoelde handelwijze ontstane ernstige moeilijkheden te verhelpen en kan zij met name tot de intrekking van tariefconcessies overgaan.

b) 

Moeilijkheden welke voortvloeien uit de in artikel 26 bedoelde situatie worden voor onderzoek aan het gemengd comité voorgelegd, dat elk dienstig besluit kan nemen om daaraan een einde te maken.

Indien het gemengd comité of de overeenkomstsluitende partij van uitvoer binnen 30 dagen na de kennisgeving geen besluit heeft genomen waardoor een einde aan de moeilijkheden wordt gemaakt, is de invoerende partij gerechtigd een compenserende heffing op het ingevoerde produkt in te stellen.

Bij de vaststelling van deze compenserende heffing wordt rekening gehouden met de mate waarin de voor de verwerkte grondstoffen of halffabrikaten geconstateerde tariefverschillen van invloed zijn op de waarde van de betrokken goederen.

c) 

Problemen in verband met artikel 27 worden in het gemengd comité aan de orde gesteld alvorens de betrokken partij bij deze Overeenkomst passende maatregelen neemt.

d) 

In uitzonderlijke omstandigheden, die onmiddellijk ingrijpen vereisen dat een onderzoek uitsluit, kan de betrokken partij bij deze Overeenkomst, in de situatie bedoeld in de artikelen 26, 27 en 28, alsmede wanneer het gaat om steunmaatregelen bij uitvoer die rechtstreeks en onmiddellijk van invloed zijn op het handelsverkeer, onverwijld de beschermende maatregelen nemen die strikt noodzakelijk zijn om de situatie te verhelpen.

Artikel 30

Wanneer een of meer Lid-Staten van de Gemeenschap of de Faeröer moeilijkheden ondervinden in verband met hun betalingsbalans of er ernstig gevaar is dat dergelijke moeilijkheden zich zullen voordoen, kan de betrokken partij bij deze Overeenkomst de noodzakelijke vrijwaringsmaatregelen nemen. Zij geeft ervan onverwijld kennis aan de andere partij.

Artikel 31

1.  Er wordt een gemengd comité ingesteld dat belast is met het beheer van deze Overeenkomst en dat toeziet op de juiste uitvoering ervan. Het comité doet hiertoe aanbevelingen en neemt besluiten in de gevallen bedoeld in deze Overeenkomst. Aan deze besluiten wordt door de partijen bij deze Overeenkomst volgens hun eigen voorschriften uitvoering gegeven.

2.  Met het oog op de juiste toepassing van deze Overeenkomst wisselen de partijen bij deze Overeenkomst informatie uit en plegen zij op verzoek van een hunner overleg in het gemengd comité.

3.  Het gemengd comité stelt zijn eigen reglement van orde vast.

Artikel 32

1.  Het gemengd comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de overeenkomstsluitende partijen.

2.  Het gemengd comité spreekt zich uit in onderlinge overeenstemming.

Artikel 33

1.  Het voorzitterschap van het gemengd comité wordt bij toerbeurt door de partijen bij deze Overeenkomst waargenomen overeenkomstig de regels die daartoe in het reglement van orde van het comité zijn vastgesteld.

2.  De voorzitter roept het gemengd comité ten minste driemaal per jaar bijeen voor een gedachtenwisseling over de algemene werking van deze Overeenkomst.

Bovendien komt het gemengd comité op verzoek van één van de partijen bij deze Overeenkomst bijeen in alle gevallen waarin bijzondere omstandigheden zulks vereisen, onder de in het reglement van orde vast te stellen voorwaarden.

3.  Het gemengd comité kan besluiten tot de oprichting van om het even welke werkgroep die het in de vervulling van zijn taak kan bijstaan.

Artikel 34

1.  Het gemengd comité kan de bepalingen van de aan deze Overeenkomst gehechte protocollen wijzigen.

2.  Wanneer de nomenclaturen van de douanetarieven van de partijen bij deze Overeenkomst wijzigingen ondergaan die gevolgen hebben voor de produkten waarop deze Overeenkomst van toepassing is, kan het gemengd comité de tariefnomenclatuur van deze produkten dienovereenkomstig aanpassen.

Artikel 35

1.  Wanneer een partij bij deze Overeenkomst van mening is dat het in het belang van beide partijen is de bij deze Overeenkomst tot stand gebrachte betrekkingen uit te breiden tot gebieden die niet onder deze Overeenkomst vallen, legt zij de andere partij een daartoe strekkend met redenen omkleed verzoek voor.

De partijen bij deze Overeenkomst kunnen het gemengd comité opdracht geven dit verzoek aan een onderzoek te onderwerpen en, indien nodig, aanbevelingen te doen, meer bepaald met het oog op het openen van onderhandelingen.

2.  De uit de in lid 1 bedoelde onderhandelingen voortvloeiende overeenkomsten worden door de partijen bij deze Overeenkomst volgens hun eigen procedures bekrachtigd en goedgekeurd.

Artikel 36

De Gemeenschap verbindt zich ertoe op verzoek van de Faeröer te overwegen om:

— 
de toegangsmogelijkheden voor bepaalde produkten te verbeteren;
— 
haar tariefconcessies voor visserijprodukten van de Faeröer uit te breiden tot nieuwe vissoorten die worden gevangen door vissersvaartuigen die hun thuishaven in het noordelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan hebben en aldaar bedrijvig zijn, of deze uit te breiden tot aanverwante visserijprodukten die momenteel niet door de visserijsector van de Faeröer worden vervaardigd. Deze nieuwe vissoorten of visserijprodukten zouden vrij van rechten in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, onder voorbehoud van de kwantitatieve beperkingen die noodzakelijk kunnen zijn indien de nieuwe vissoorten of visserijprodukten in de Gemeenschap als gevoelige produkten worden aangemerkt.

Artikel 37

De bijlagen en protocollen bij deze Overeenkomst maken daarvan een integrerend deel uit.

Artikel 38

Elke partij bij deze Overeenkomst kan deze Overeenkomst door kennisgeving aan de andere partij opzeggen. Deze Overeenkomst treedt buiten werking twaalf maanden na de datum van deze kennisgeving.

Artikel 39

Deze Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de Faeröer.

Artikel 40

1.  Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Faeröese taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

2.  Deze Overeenkomst wordt door de partijen bij de Overeenkomst goedgekeurd volgens hun eigen procedures.

3.  Zij treedt in werking op 1 januari 1997, mits de partijen bij deze Overeenkomst elkaar vóór die datum kennis hebben gegeven van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. Na die datum treedt deze Overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op deze kennisgeving.

4.  De bepalingen van de onderstaande overeenkomsten zijn niet langer geldig wanneer deze Overeenkomst in werking treedt:

— 
de op 2 december 1991 ondertekende overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds;
— 
de op 8 maart 1995 ondertekende overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds, houdende wijziging van de tabellen I en II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de overeenkomst van 2 december 1991;
— 
de bilaterale handelsovereenkomsten tussen Finland en Zweden en de Faeröer.

Hecho en Bruselas, el seis de diciembre de mil novecientos noventa y seis.

Udfærdiget i Bruxelles den sjette december nitten hundrede og seks og halvfems.

Geschehen zu Brüssel am sechsten Dezember neunzehnhundertsechsundneunzig.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις έξι Δεκεμβρίου χίλια εννιακόσια ενενήντα έξι.

Done at Brussels on the sixth day of December in the year one thousand nine hundred and ninety-six.

Fait à Bruxelles, le six décembre mil neuf cent quatre-vingt-seize.

Fatto a Bruxelles, addì sei dicembre millenovecentonovantasei.

Gedaan te Brussel, de zesde december negentienhonderd zesennegentig.

Feito em Bruxelas, em seis de Dezembro de mil novecentos e noventa a seis.

Tehty Brysselissä kuudentena päivänä joulukuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäkuusi.

Som skedde i Bryssel den sjätte december nittonhundranittiosex.

Gjørdur í Brússel, sætta desembur nítjanhundrað og nýtiseks.

Por la Comunidad Europea

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Voor de Europese Gemeenschap

Pela Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Fyri Europeiska Felagsskapin

signatory

Por el Gobierno de Dinamarca y el Gobierno local de las Islas Feroe

For Danmarks regering og Færøernes landsstyre

Für die Regierung von Dänemark und die Landesregierung der Färöer

Για την κυβέρνηση της Δανίας και την τοπική κυβέρνηση των Νήσων Φερόε

For the Government of Denmark and the Home Government of the Faroe Islands

Pour le gouvernement du Danemark et le gouvernement local des îles Féroé

Per il governo della Danimarca e per il governo locale delle isole Færøer

Voor de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer

Pelo Governo da Dinamarca e pelo Governo Regional das Ilhas Faroé

Tanskan hallituksen ja Färsaarten paikallishallituksen puolesta

På Danmarks regerings och Färöarnas landsstyres vägnar

Fyri ríkisstjórn Danmarkar og Føroya landsstýri

signatory

BIJLAGE I

Lijst van produkten bedoeld in artikel 2, onder i)



GN-code

Omschrijving

3502

Albuminen (daaronder begrepen concentraten van twee of meer weiproteïnen, bevattende meer dan 80 gewichtspercenten weiproteïnen, berekend op de droge stof), albuminaten en andere derivaten van albuminen:

ovoalbumine:

3502 11

gedroogd:

3502 11 90

andere

3502 19

andere:

3502 19 90

andere

3502 20

lactoalbumine, concentraten van twee of meer weiproteïnen daaronder begrepen:

andere:

3502 20 91

gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeder enz.)

3502 20 99

andere

BIJLAGE II

Voor de doeleinden van artikel 4, lid 2, bevatten de douanewetgeving en de fiscale wetgeving van de Faeröer bepalingen met betrekking tot:

a) 

een op het geharmoniseerde systeem gebaseerd douanetarief, waarbij rekening wordt gehouden met de uit de GATT voortvloeiende verplichtingen van Denemarken;

b) 

vrijstelling van rechten voor goederen van oorsprong uit de Gemeenschap, met de in de Protocollen nr. 2 en 4 bedoelde uitzonderingen;

c) 

een stelsel van indirecte belasting waaraan de volgende elementen ten grondslag liggen:

— 
een belasting over de toegevoegde waarde (BTW) waaraan dezelfde beginselen ten grondslag liggen als die welke in de Gemeenschap van toepassing zijn, met inbegrip van het principe van de non-discriminatoire behandeling van ingevoerde goederen, en
— 
een systeem van accijnzen die op dezelfde voet worden toegepast ten aanzien van binnenlandse en ingevoerde goederen.

▼M3

PROTOCOL Nr. 1

betreffende de tariefbehandeling en de bepalingen welke van toepassing zijn op bepaalde soorten vis en visserijproducten die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht of die in de Faeröer zijn ingevoerd





Artikel 1

Voor de in de bijlage bij dit protocol bedoelde producten van oorsprong uit de Faeröer:

1. 

worden in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer geen nieuwe douanerechten ingesteld;

2. 

zijn de preferentiële douanerechten en de andere voorwaarden die bij invoer in de Gemeenschap van toepassing zijn, die welke zijn vermeld in de bijlage.

Artikel 2

Door de Gemeenschap vastgestelde of vast te stellen referentieprijzen zijn niet van toepassing op de onder dit protocol vallende producten.

Artikel 3

1.  Indien een prijsdaling bij de invoer van een bepaald visserijproduct van een overeenkomstsluitende partij ernstige schade oplevert, of waarschijnlijk ernstige schade zal opleveren, voor de betrokken productieactiviteit bij de andere overeenkomstsluitende partij, kan de betrokken overeenkomstsluitende partij passende maatregelen treffen.

2.  Bij de keuze van maatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren.

3.  Alvorens de betrokken overeenkomstsluitende partij dergelijke maatregelen treft, verstrekt zij het gemengd comité alle terzake doende inlichtingen die nodig zijn voor een diepgaand onderzoek van de toestand, teneinde een voor de overeenkomstsluitende partijen aanvaardbare oplossing na te streven.

4.  Behalve in dringende gevallen zoals deze in lid 5 zijn omschreven, mag de betrokken overeenkomstsluitende partij pas na het verstrijken van één maand na de datum van kennisgeving maatregelen treffen, tenzij de procedure van het gemengd comité vóór het aflopen van de opgegeven termijn is beëindigd.

5.  Indien de omstandigheden dringend optreden vereisen, kan de betrokken overeenkomstsluitende partij de strikt noodzakelijke maatregelen voor het verhelpen van de toestand treffen, doch ten vroegste drie dagen nadat zij de andere overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis gesteld heeft.

6.  Eventuele vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het gemengd comité en worden periodiek in het comité besproken, vooral met het oog op de afschaffing daarvan zodra de omstandigheden dit mogelijk maken.

Artikel 4

De Faeröer schaffen de tarieven en rechten op de invoer van vis en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap af.

BIJLAGE

Producten van oorsprong en herkomst uit de Faeröer zijn bij invoer in de Gemeenschap aan de hiernavolgende preferentiële douanerechten en andere voorwaarden onderworpen:



TABEL I

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent

(TC)

(1)

(2)

(3)

(4)

0301

Levende vis:

 

 

ex 0301 91 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

0301 92 00

paling of aal (Anguilla spp.)

0

 

ex 0301 99 11

Atlantische Zalm (Salmo salar)

0

 

0302

Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

 

 

ex 0302 11 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0302 12 00

Atlantische Zalm (Salmo salar)

0

 

0302 19 00

andere

0

 

0302 21 10

zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

0

 

0302 21 30

Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

0

 

0302 22 00

schol (Pleuronectes platessa)

0

 

0302 23 00

tong (Solea spp.)

0

 

0302 29 10

schartong (Lepidorhombus spp.)

0

 

0302 29 90

andere

0

 

0302 40

– haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), met uitzondering van levers, hom en kuit:

 

 

0302 40 05

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0302 40 98

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0302 50 10

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0302 62 00

schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

0302 63 00

koolvis (Pollachius virens)

0

 

ex 0302 64 05

– makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

ex 0302 64 98

– makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0302 65

haai:

 

 

0302 65 20

doornhaai (Squalus acanthias)

0

 

0302 65 50

hondshaai (Scyliorhinus spp.)

0

 

0302 65 90

andere

0

 

0302 66 00

paling of aal (Anguilla spp.)

0

 

Noorse schelvis (Sebastes spp.):

 

 

0302 69 31

van de soort „Sebastes marinus”

0

 

ex 0302 69 33

van de soort „Sebastes mentella”

0

 

0302 69 41

wijting (Merlangus merlangus)

0

 

0302 69 45

leng (Molva spp.)

0

 

ex 0302 69 68

heek van de soort „Merluccius merluccius”

0

 

0302 69 81

zeeduivel (Lophius spp.)

0

 

0302 69 85

blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0302 69 99

andere

0

 

0302 70 00

levers, hom en kuit

0

 

0303

Bevroren vis, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

 

 

ex 0303 21 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0303 22 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

0303 29 00

andere

0

 

0303 31 10

zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

0

 

0303 31 30

Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

0

 

0303 32 00

schol (Pleuronectes platessa)

0

 

0303 33 00

tong (Solea spp.)

0

 

0303 39 10

bot (Platichthys flesus)

0

 

0303 39 30

vis van het geslacht „Rhombosolea”

0

 

0303 39 80

andere

0

 

0303 50

haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), met uitzondering van levers, hom en kuit:

 

 

0303 50 05

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0303 50 98

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

▼M11

0303 53 90

——— sprot (Sprattus sprattus)

0

 

▼M3

0303 60 11

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

▼M7

0303 72 00

Schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

▼M3

0303 73 00

koolvis (Pollachius virens)

0

 

ex 0303 74 10

makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

ex 0303 74 20

makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0303 75

haai:

 

 

0303 75 20

doornhaai (Squalus acanthias)

0

 

0303 75 50

hondshaai (Scyliorhinus spp.)

0

 

0303 75 90

andere

0

 

0303 79

andere:

 

 

Noorse schelvis (Sebastes spp.):

 

 

0303 79 35

van de soort „Sebastes marinus”

0

 

ex 0303 79 37

van de soort „Sebastes mentella”

0

 

0303 79 45

wijting (Merlangus merlangus)

0

 

0303 79 51

leng (Molva spp.)

0

 

0303 79 81

zeeduivel (Lophius spp.)

0

 

0303 79 83

blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0303 79 96

andere

0

 

0303 80

Levers, hom en kuit:

0

 

0303 80 90

andere

0

 

0304

Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers, gekoeld of bevroren:

 

 

0304 10

vers of gekoeld:

 

 

filets:

 

 

van zoetwatervis:

 

 

ex 0304 10 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0304 10 13

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

andere:

 

 

ex 0304 10 31

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0304 10 33

van koolvis (Pollachius virens)

0

 

0304 10 35

van Noorse schelvis (Sebastes spp.)

0

 

0304 10 38

andere

 

 

ander visvlees, ook indien fijngemaakt:

 

 

0304 10 91

van zoetwatervis

0

 

ander:

 

 

haringlappen:

 

 

0304 10 94

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0304 10 96

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0304 10 98

ander

0

 

0304 20

filets, bevroren:

 

 

van zoetwatervis:

 

 

ex 0304 20 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0304 20 13

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

van kabeljauw (Gadus morhua, Gadus macrocephalus, Gadus Ogac) en van vis van de soort „Boreogadus saida”:

 

 

ex 0304 20 29

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0304 20 31

van koolvis (Pollachius virens)

0

 

0304 20 33

van schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

van Noorse schelvis (Sebastes spp.):

 

 

0304 20 35

van de soort „Sebastes marinus”

0

 

ex 0304 20 37

van de soort „Sebastes mentella”

0

 

0304 20 41

van wijting (Merlangus merlangus)

0

 

0304 20 43

van leng (Molva spp.)

0

 

ex 0304 20 53

van makreel van de soort „Scomber scombrus”

0

 

0304 20 71

van schol (Pleuronectes platessa)

0

 

0304 20 75

van haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

0

 

0304 20 96

andere:

 

 

van blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

andere dan van blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0304 90

ander:

 

 

0304 90 05

surimi

0

 

– – ander:

 

 

ex 0304 90 10

van zoetwatervis:

 

 

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

ander:

 

 

van haring (Clupea harengus, Clupea pallasii):

 

 

0304 90 20

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0304 90 27

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0304 90 38

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0304 90 41

van koolvis (Pollachius virens)

0

 

0304 90 45

van schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

0304 90 57

van zeeduivel (Lophius spp.)

0

 

0304 90 59

van blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0304 90 97

ander

0

 

0305

Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld; gerookte vis, ook indien voor of tijdens het roken gekookt; meel, poeder en pellets, van vis, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

0305 10 00

meel, poeder en pellets, van vis, geschikt voor menselijke consumptie

0

 

0305 20 00

vislevers, hom en kuit, gedroogd, gerookt, gezouten of gepekeld

0

 

0305 30

visfilets, gedroogd, gezouten of gepekeld, doch niet gerookt:

 

 

ex 0305 30 19

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

ex 0305 30 30

van Atlantische zalm (Salmo salar), gezouten of gepekeld

0

 

0305 30 50

van zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides), gezouten of gepekeld

0

 

0305 30 90

andere

0

 

gerookte vis, filets daaronder begrepen:

 

 

ex 0305 41 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

0305 42 00

haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

0

 

0305 49 10

zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

0

 

0305 49 20

Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

0

 

ex 0305 49 30

makreel van de soort „Scomber scombrus”

0

 

ex 0305 49 45

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

 

0305 49 50

paling of aal (Anguilla spp.)

0

 

0305 49 80

andere

0

 

gedroogde vis, ook indien gezouten, doch niet gerookt:

 

 

ex 0305 51 10

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”, gedroogd, ongezouten

0

 

ex 0305 51 90

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”, gedroogd, gezouten

0

 

▼M9

0305 59

andere:

 

 

0305 59 80

andere:

 

 

ex 0305 59 80

koolvis (Pollachius virens)

0

TC nr. 5

▼M3

ex 0305 59 90

andere:

 

 

leng (Molva molva)

0

 

blauwe leng (Molva dipterygia dipterygia)

0

 

torsk (Brosme brosme)

0

 

vis, gezouten, doch niet gedroogd of gerookt, alsmede gepekelde vis:

 

 

0305 61 00

haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

0

 

ex 0305 62 00

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0305 69

andere:

 

 

0305 69 90

andere

0

 

0306

Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; schaaldieren in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

bevroren:

 

 

0306 13

garnalen:

 

 

0306 13 10

van de familie „Pandalidae”

0

 

0306 13 40

Roze diepwatergarnalen (Parapenaeus longirostris)

0

 

0306 13 50

garnalen van het geslacht „Penaeus”

0

 

0306 13 80

andere

0

 

▼M9

0306 14

krabben:

 

 

0306 14 90

andere:

 

 

ex 0306 14 90

krabben van de soort Geryon affinis

0

TC nr. 6

▼M3

0306 19 30

langoestines (Nephrops norvegicus)

0

 

niet bevroren:

 

 

0306 29 30

langoestines (Nephrops norvegicus)

0

 

0307

Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; ongewervelde waterdieren, andere dan schaal- en weekdieren, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

jakobsschelpen en andere schelpdieren van de geslachten „Pecten”, „Chlamys” of „Placopecten”:

 

 

0307 21 00

levend, vers of gekoeld

0

 

0307 29

andere:

 

 

0307 29 10

jakobsschelpen (Pecten maximus), bevroren

0

 

0307 29 90

andere

0

 

▼M9

andere, daaronder begrepen meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

0307 91 00

levend, vers of gekoeld:

 

 

ex 0307 91 00

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7

0307 99

andere:

 

 

bevroren:

 

 

0307 99 18

andere:

 

 

ex 0307 99 18

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7

▼M3

1604

Bereidingen en conserven van vis, kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit:

 

 

vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:

 

 

ex 1604 11 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

TC nr. 2

1604 12

haring:

 

 

andere:

 

 

1604 12 91

in luchtdichte verpakkingen

0

 

1604 12 99

andere

0

 

▼M11

1604 13

sardines, sardinella’s en sprot

 

 

 

sardines:

 

 

1604 13 90

andere

0

 

▼M3

1604 19

andere:

 

 

ex 1604 19 10

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 2

1604 19 91

filets, rauw, enkel omgeven door beslag of door paneermeel (gepaneerd), ook indien in olie voorgebakken, bevroren

0

 

andere:

 

 

1604 19 92

kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus)

0

TC nr. 3

1604 19 93

koolvis (Pollachius virens)

0

TC nr. 3

1604 19 94

heek (Merluccius spp., Urophycis spp.)

0

TC nr. 3

1604 19 95

Alaska koolvis (Theragra chalcogramma) en witte koolvis, pollak of vlaswijting (Pollachius pollachius)

0

TC nr. 3

1604 19 98

andere

0

TC nr. 3

1604 20

andere bereidingen en conserven van vis:

 

 

1604 20 05

bereidingen van surimi

0

TC nr. 3

andere:

 

 

ex 1604 20 10

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

TC nr. 2

ex 1604 20 30

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 2

1604 20 90

van andere vissoorten:

 

 

andere dan haring

0

TC nr. 3

1605

Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

 

 

1605 20

garnaal:

 

 

1605 20 10

in luchtdichte verpakkingen

0

TC nr. 4

andere:

 

 

1605 20 91

in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 2 kg

0

TC nr. 4

1605 20 99

andere

0

TC nr. 4

ex 1605 40 00

langoestines (Nephrops norvegicus)

0

TC nr. 4

▼M9

1605 90

andere

 

 

weekdieren:

 

 

1605 90 30

andere:

 

 

ex 1605 90 30

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7

▼M3

2301

Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtafval, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen:

 

 

2301 20 00

Meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

0

 



TABEL II

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent

(TC)

(1)

(2)

(3)

(4)

0301

levende vis:

 

TC nr. 1 ►C1   (1)  ◄

700

ex 0301 91 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0302

Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij 0304:

 

ex 0302 11 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0303

Bevroren vis, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

 

ex 0303 21 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0304

Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers, gekoeld of bevroren:

 

0304 10

vers of gekoeld:

 

filets:

 

ex 0304 10 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0304 20

filets, bevroren:

 

ex 0304 20 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0304 90

ander:

 

ex 0304 90 10

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

▼M9

0305

Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookte vis, ook indien voor of tijdens het roken gekookt; meel, poeder en pellets, van vis, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

gedroogde vis, ook indien gezouten, doch niet gerookt:

 

 

0305 59

andere:

 

 

0305 59 80

andere:

 

 

ex 0305 59 80

koolvis (Pollachius virens)

0

TC nr. 5 (3)

750

0306

Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; schaaldieren in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

bevroren:

 

 

0306 14

krabben:

 

 

0306 14 90

andere:

 

 

ex 0306 14 90

krabben van de soort Geryon affinis

0

TC nr. 6 (3)

750

0307

Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; ongewervelde waterdieren, andere dan schaal- en weekdieren, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

andere, daaronder begrepen meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

0307 91 00

levend, vers of gekoeld:

 

 

ex 0307 91 00

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7 (3)

1 200

0307 99

andere:

 

 

bevroren:

 

 

0307 99 18

andere:

 

 

ex 0307 99 18

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7 (3)

1 200

▼M3

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit:

 

TC nr. 2

400

vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:

 

ex 1604 11 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

1604 19

andere:

 

ex 1604 19 10

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

1604 20

andere bereidingen en conserven van vis:

 

andere:

 

ex 1604 20 10

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

ex 1604 20 30

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit:

 

TC nr. 3

1 200

Vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:

 

1604 19 92

kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus)

0

1604 19 93

koolvis (Pollachius virens)

0

1604 19 94

heek (Merluccius spp. Urophycis spp.)

0

1604 19 95

Alaska koolvis (Theragra chalcogramma) en witte koolvis, pollak of vlaswijting (Pollachius pollachius)

0

1604 19 98

andere

0

1604 20

andere bereidingen en conserven van vis:

 

1604 20 05

bereidingen van surimi

0

andere:

 

ex 1604 20 90

van andere vissoorten:

 

andere dan haring

0

▼M7

1605

Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren:

 

TC nr. 4 (2)

4 000

1605 20

- garnaal:

 

 

1605 20 10

- - in luchtdichte verpakkingen

0

 

 

- - andere:

 

 

1605 20 91

- - - in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 2 kg

0

 

1605 20 99

- - - andere:

0

 

ex 1605 40 00

- langoustines (Nephrops norvegicus)

0

 

▼M9

1605 90

andere

 

 

weekdieren:

 

 

1605 90 30

andere:

 

 

ex 1605 90 30

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7 (3)

1 200

(1)   De cijfers hebben betrekking op de commerciële presentatie, zowel geheel als van ingewanden ontdaan. Voor invoer onder GS-code 0304 zal een coëfficiënt van 2 worden toegepast voor de af te boeken hoeveelheden van dit tariefcontingent.

(2)   In 2007 bedraagt het jaarlijkse volume 4 000 ton. Vanaf 1 januari 2008 wordt het volume jaarlijks met 1 000 ton verhoogd tot maximaal 6 000 ton, op voorwaarde dat ten minste 80 % van de totale hoeveelheid van het vorige contingent op 31 december van dat jaar is gebruikt.

(3)   Voor 2008 moet de omvang van de tariefcontingenten aan de hand van het gedeelte van het jaar dat tot de datum van toepassing van de tariefcontingenten verstreken is, worden berekend naar evenredigheid van de basisvolumes.

▼B

PROTOCOL Nr. 2

betreffende de tariefbehandeling en de bepalingen welke van toepassing zijn op bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen produkten



Artikel 1

Gezien de verschillen in de kosten van de landbouwprodukten die zijn verwerkt in de goederen welke in de als bijlage aan dit Protocol gehechte tabel zijn vermeld, vormt de Overeenkomst geen beletsel voor:

i) 

de heffing, bij invoer, van een agrarisch element of een vast bedrag, of de toepassing van interne prijscompenserende maatregelen:

ii) 

de toepassing van maatregelen bij uitvoer.

Artikel 2

De Gemeenschap past op de invoer van oorsprong uit de Faeröer de invoerrechten toe die in de als bijlage aan dit Protocol gehechte tabel zijn vermeld.

Artikel 3

De Faeröer zullen alle rechten en heffingen op de invoer van verwerkte landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap afschaffen, behalve in de in Protocol nr. 4, artikel 2, genoemde gevallen.

Indien de Faeröer de in artikel 1 van dit Protocol bedoelde maatregelen voor verwerkte landbouwprodukten instellen, wordt de Gemeenschap daarvan in kennis gesteld.



Tabel

EUROPESE GEMEENSCHAP

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

0403 10

yoghurt:

 

0403 10 51 t/m 99

gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

EA

0403 90

andere:

 

0403 90 71 t/m 99

gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

EA

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

 

0710 40

suikermaïs

EA

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

 

0711 90

andere groenten; mengsels van groenten:

 

groenten:

 

0711 90 30

suikermaïs

EA

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

 

1702 50

chemisch zuivere fructose

Vrij

1702 90

andere, invertsuiker daaronder begrepen:

 

1702 90 10

chemisch zuivere maltose

Vrij

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

 

1704 10

kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker

EA max

1704 90

ander:

 

1704 90 10

zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen

Vrij

1704 90 30

witte chocolade

EA max

+ AD S/Z

1704 90 51 t/m 99

ander

EA max

+ AD S/Z

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

 

1806 10

cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd

EA

1806 20

andere bereidingen, hetzij in blokken of -in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

 

1806 20 10

met een gehalte aan cacaoboter van 31 of meer gewichtspercenten of met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 31 of meer gewichtspercenten

EA max

+ AD S/Z

1806 20 30

met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 25 of meer doch minder dan 31 gewichtspercenten

EA max

+ AD S/Z

andere:

 

1806 20 50

met een gehalte aan cacaoboter van 18 of meer gewichtspercenten

EA max

+ AD S/Z

1806 20 70

zogenaamde „chocolate milk crumb”

EA

1806 20 95

andere

EA max

+ AD S/Z

andere, in de vorm van tabletten, staven of repen:

 

1806 31 00

gevuld

EA max

+ AD S/Z

1806 32

niet gevuld

EA max

+ AD S/Z

1806 90

andere:

 

1806 90 11 t/m 39

chocolade en chocoladewerken

EA max

+ AD S/Z

1806 90 50

suikerwerk en overeenkomstige bereidingen op basis van suiker vervangende stoffen, die cacao bevatten

EA max

+ AD S/Z

1806 90 60

boterhampasta die cacao bevat

EA max

+ AD S/Z

1806 90 70

bereidingen voor dranken, die cacao bevatten

EA max

+ AD S/Z

1806 90 90

andere

EA max

+ AD S/Z

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen.

EA

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden), dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

 

deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid:

 

1902 11

waarin ei is verwerkt

EA

1902 19

andere

EA

1902 20

gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid):

 

1902 20 91 en 99

andere

EA

1902 30

andere deegwaren

EA

1902 40

koeskoes

EA

1903

Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

EA

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bij voorbeeld corn-flakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

 

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmidelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel:

 

1905 10

bros gebakken brood, zogenaamd knäckebröd

EA max 24 %

+ AD F/M

1905 20

ontbijtkoek

EA

1905 30

koekjes en biscuits, gezoet; wafels en wafeltjes

EA max. 35 %

+ AD S/Z

1905 40

beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde produkten

EA

1905 90

andere:

 

1905 90 10

matzes

EA max. 20 %

+ AD F/M

1905 90 20

ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten, van meel of van zetmeel

EA

 

andere:

 

1905 90 30

brood waaraan geen honig, eieren, kaas of vruchten zijn toegevoegd, met een gehalte aan suikers en aan vetstoffen van elk niet meer dan 5 gewichtspercenten, berekend op de droge stof

EA

1905 90 40

wafels en wafeltjes, met een gehalte aan water van meer dan 10 gewichtspercenten

 

1905 90 45

koekjes en biscuits

EA max

+ AD F/M

1905 90 55

geëxtrudeerde en geëxpandeerde produkten, gezouten of gearomatiseerd

EA max

+ AD F/M

andere:

 

1905 90 60

gezoet

EA max

+ AD S/Z

1905 90 90

andere

EA max

+ AD F/M

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantedelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur:

 

2001 90

andere

 

2001 90 30

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de produkten bedoeld bij post 2006:

 

2004 10

aardappelen:

 

andere:

 

2004 10 91

in de vorm van meel, gries of vlokken

EA

2004 90

andere groenten en mengsels van groenten:

 

2004 90 10

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de produkten bedoeld bij post 2006:

 

2005 20

aardappelen:

 

2005 20 10

in de vorm van meel, gries of vlokken

EA

2005 80

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2008

Vruchten en andere eetbare plantedelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

andere, mengsels daaronder begrepen, andere dan de produkten bedoeld bij onderverdeling 2008 19 :

 

2008 99

andere:

 

zonder toegevoegde alcohol:

 

zonder toegevoegde suiker:

 

2008 99 85

maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze produkten of op basis van koffie:

 

2101 12

preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van koffie:

 

2101 12 98

andere:

EA

2101 20

extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van thee of van maté:

 

preparaten:

 

2101 20 98

andere

EA

2101 30

gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten:

 

2101 30 19

andere

EA

extracten, essences en concentraten van gebrande cichorei en van andere gebrande koffiesurrogaten:

 

2101 30 99

andere:

EA

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder:

 

2102 10

levende gist:

 

2102 10 31 en 39

bakkersgist

EA

2102 20

inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood:

 

2102 20 11 en 19

inactieve gist

Vrij

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke produkten; mosterdmeel en bereide mosterd:

 

2103 10

sojasaus

Vrij

2103 20

tomatenketchup en andere tomatensausen

Vrij

2103 90

andere

Vrij

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptie:

 

2104 10

preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

Vrij

2105

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

EA max

+ AD S/Z

2106

Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

2106 10

proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

 

2106 10 80

andere

EA

2106 90

andere:

 

2106 90 10

preparaten, „fondues” genaamd

EA max. 25 ECU/100 kg/net

andere:

 

ex 2106 90 92

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel:

 

proteïnehydrolisaten; gist-autolisaten

Vrij

2106 90 98

andere

EA

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchte- en groentesappen bedoeld bij post 2009:

 

2202 10

water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd

Vrij

2202 90

andere:

 

ex 2202 90 10

geen produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend:

 

suiker bevattende (sacharose of invertstuiker)

Vrij

2202 90 91 t/m 99

andere

EA

2203

Bier van mout

Vrij

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen

Vrij

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

 

2208 90

andere:

 

andere gedistilleerde dranken en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten, in verpakkingen inhoudende:

 

niet meer dan 21:

 

ex 2208 90 69

andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

 

bevattende eieren of eiwit en/of suiker (sacharose of invertsuiker)

1 ECU/% vol/hl

+ 6 ECU/hl

meer dan 2 1:

 

ex 2208 90 78

andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

 

bevattende eieren of eiwit en/of suiker (sacharose of invertsuiker)

1 ECU/% vol/hl

2905

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

andere meerwaardige alcoholen:

 

2905 43

mannitol

EA

2905 44

D-glucitol (sorbitol)

EA

2915

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo- nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

mierezuur en zouten en esters daarvan:

 

ex 2915 13

esters van mierezuur:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

esters van azijnzuur:

 

2915 39

andere:

 

ex 2915 39 90

andere:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

ex 2915 90

andere:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

2916

Onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren en eenwaardige cyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

 

2916 19

andere:

 

ex 2916 19 80

andere:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

2917

Meerwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

meerwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

 

2917 19

andere:

 

ex 2917 19 90

andere:

 

itaconzuur en zouten en esters daarvan

Vrij

2918

Carbonzuren met andere zuurstofhoudende groepen, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

carbonzuren met alcoholische hydroxylgroepen, doch zonder andere zuurstofhoudende groepen, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

 

2918 11

melkzuur en zouten en esters daarvan

Vrij

2918 14

citroenzuur

Vrij

2918 15

zouten en esters van citroenzuur

Vrij

2918 19

andere:

 

ex 2918 19 80

andere:

 

glycerinezuur, glycolzuur, sacharosezuur, isosacharosezuur, heptasacharosezuur, alsmede zouten en esters daarvan

Vrij

2932

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend een of meer zuurstofatomen als heteroatoom:

 

verbindingen met een al dan niet gehydrogeneerde, niet-geanelleerde (niet-gecondenseerde) furaanring:

 

ex 2932 19

andere:

 

watervrije verbindingen van mannitol of van sorbitol, met uitzondering van maltol en isomaltol

Vrij

2932 99

andere:

 

ex 2932 99 70

andere cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, ook indien met andere zuurstofhoudende groepen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

α-methylglucoside

Vrij

ex 2932 99 90

andere:

 

watervrije verbindingen van mannitol of van sorbitol, met uitzondering van maltol en isomaltol

Vrij

2940

Suikers, chemisch zuiver, andere dan sacharose, lactose, maltose, glucose en fructose; ethers en esters van suikers, alsmede zouten daarvan, andere dan de produkten bedoeld bij de posten 2937, 2938 en 2939:

 

2940 00 90

andere

Vrij

2941

Antibiotica:

 

2941 10

penicillinen en derivaten daarvan met een structuur van penicillaanzuur; zouten van deze produkten

Vrij

3001

Klieren en andere organen, voor opotherapeutisch gebruik, gedroogd, ook indien in poedervorm; extracten van klieren of van andere organen, of van afscheidingsprodukten daarvan, voor opotherapeutisch gebruik; heparine en zouten daarvan; andere menselijke of dierlijke stoffen, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

3001 90

andere:

 

andere:

 

3001 90 91

heparine en zouten daarvan

Vrij

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

 

3501 10

caseïne:

 

3501 10 10

bestemd voor het vervaardigen van kunstmatige textielvezels (2)

Vrij

3501 10 50

bestemd voor andere industriële doeleinden dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie of van veevoeder (2)

Vrij

3501 10 90

andere

Vrij

3501 90

andere

Vrij

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bij voorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijn op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

 

3505 10

dextrine en ander gewijzigd zetmeel:

 

3505 10 10

dextrine

EA

ander gewijzigd zetmeel:

 

3505 10 50

door ethervorming of door verestering gewijzigd

Vrij

3505 10 90

andere

EA

3505 20

lijm

EA max

3506

Lijm en andere bereide kleefmiddelen, elders genoemd noch elders onder begrepen; als lijm of als kleefmiddel te gebruiken produkten, opgemaakt voor de verkoop in het klein als lijm of als kleefmiddel, in een opmaak met een nettogewicht van niet meer dan 1 kg:

 

ex 3506 10 00

als lijm of als kleefmiddel te gebruiken produkten, opgemaakt voor de verkoop in het klein als lijm of als kleefmiddel, in een opmaak met een nettogewicht van niet meer dan 1 kg:

 

—op basis van natriumsilicaatemulsies of van harsemulsies

Vrij

andere:

 

ex 3506 99 00

andere:

 

op basis van natriumsilicaatemulsie of van harsemulsies

Vrij

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere produkten en preparaten (bij voorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

3809 10

op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

EA max

andere:

 

ex 3809 91

van de soort gebruikt in de textielindustrie of in dergelijke industrieën:

 

bevattende zetmeel of van zetmeel afgeleide produkten

Vrij

ex 3809 92

van de soort gebruikt in de papierindustrie of in dergelijke industrieën:

 

bevattende zetmeel of van zetmeel afgeleide produkten

Vrij

ex 3809 93

van de soort gebruikt in de lederindustrie of in dergelijke industrieën:

 

bevattende zetmeel of van zetmeel afgeleide produkten

Vrij

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen:

 

industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils:

 

3823 13

tallvetzuren

Vrij

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische produkten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke produkten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

ex 3824 10

bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen:

 

op basis van synthetische harsen

Vrij

3824 60

sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

EA

3824 90

andere:

 

ex 3824 90 25

pyrolignieten (calciumpyroligniet, enz.); ruw calciumtartraat; ruw calciumcitraat:

 

ruw calciumcitraat

Vrij

andere:

 

ex 3824 90 95

andere:

 

door het kraken van sorbitol verkregen produkten

Vrij

3911

Petroleumharsen, cumaronindeenharsen, polyterpenen, polysulfiden, polysulfonen en andere produkten, genoemd in aantekening 3 op dit hoofdstuk, elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen:

 

ex 3911 10

petroleumharsen, cumaron-, indeen- of cumaronindeenharsen en polyterpenen:

 

kleefmiddelen of basis van harsemulsies

Vrij

3911 90

—andere:

 

polymerisatieprodukten verkregen door herschikking of condensatie, ook indien chemisch gewijzigd:

 

ex 3911 90 19

kleefmiddelen op basis van harsemulsies

Vrij

andere:

 

ex 3911 90 99

kleefmiddelen op basis van harsemulsies

Vrij

3913

Natuurlijke polymeren (bij voorbeeld alginezuur) en gewijzigde natuurlijke polymeren (bij voorbeeld geharde proteïnen, chemische derivaten van natuurlijke rubber), elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen:

 

3913 90

andere:

 

ex 3913 90 90

andere:

 

dextraan

Vrij

andere, met uitzondering van geharde proteïnen

Vrij

(1)   De agrarische elementen (EA), waarvoor een maximumrecht kan worden toegepast, worden in het gemeenschappelijk douanetarief genoemd in de vorm van een specifiek bedrag of van een verwijzing naar bijlage I van het gemeenschappelijk doaunetarief (Verordening (EEG) nr. 2658/87, zoals gewijzigd).

(2)   Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

▼M10

PROTOCOL Nr. 3

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

1.  Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels ( 1 ) (hierna „de conventie” genoemd), van toepassing.

2.  Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

1.  Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I bij de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan het Gemengd Comité voorgelegd.

2.  In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

Het Gemengd Comité kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de conventie

1.  Indien ofwel de Europese Unie ofwel het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.

2.  Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en de Faeröer toestaan.

Artikel 5

Overgangsbepalingen — cumulatie

Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-staten, de Faeröer, de Europese Unie, Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn betrokken.

▼B

PROTOCOL Nr. 4

betreffende de bijzondere bepalingen welke van toepassing zijn op de invoer van bepaalde andere landbouwprodukten dan die welke worden genoemd in Protocol nr. 1



▼M11

Artikel 1

De Europese Unie stelt voor producten van oorsprong uit of afkomstig van de Faeröer de volgende tariefcontingenten in:



GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent (TC) (in ton)

0204

Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren

0

right accolade image20

0206 80 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, vers of gekoeld

0

0206 90 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, bevroren

0

0210 90 11

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, met been

0

0210 90 19

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, zonder been

0

0210 90 60

Eetbare slachtafvallen van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

0

ex 1601

Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie:

0

— van schapen en van geiten

0

ex 1602

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed:

 

— van schapen en van geiten

 

ex 2309 90 10

ex 2309 90 31

ex 2309 90 41

Visvoeder

0

20 000

▼B

Artikel 2



GN-code

Omschrijving

0204

Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren

0206 80 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, vers of gekoeld

0206 90 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, bevroren

0210 90 11

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, met been

0210 90 60

Eetbare slachtafvallen van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

ex 0210 90 90

Meel en poeder van vlees of van slachtafvallen van schapen en van geiten, geschikt voor menselijke consumptie

0401

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0402

Melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

ex  16 01

Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze produkten, voor menselijke consumptie:

van schapen en van geiten

ex  16 02

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed:

van schapen en van geiten

▼M11

Artikel 3

De Faeröer openen de volgende tariefcontingenten voor producten van oorsprong en van herkomst uit de Europese Unie:



GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent (TC) (in ton)

0204

Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren

0

40 in 2020, 2021 en 2022; 80 vanaf 2023

0206 80 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, vers of gekoeld

0

0206 90 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, bevroren

0

0210 90 11

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, met been

0

0210 90 60

Eetbare slachtafvallen van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

0

ex 0210 90 90

Meel en poeder van vlees of van slachtafvallen van schapen en van geiten, geschikt voor menselijke consumptie

0

▼M11 —————

▼B

PROTOCOL Nr. 5

betreffende wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken



Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:

a) 

„douanewetgeving”: de door de overeenkomstsluitende partijen vastgestelde voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

b) 

„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

c) 

„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

d) 

„persoonsgegevens”: alle inlichtingen over een bepaalde of te bepalen persoon.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.  De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand, op de onder hun rechtsbevoegdheid vallende gebieden, en op de wijze en onder de voorwaarden als in dit Protocol vastgesteld, om de correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen betreft.

2.  De bijstand in douanezaken waarin dit Protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit Protocol. Deze bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

1.  Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betreffende voorgenomen of vastgestelde transacties, die met deze wetgeving in strijd is of zou zijn.

2.  Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze in de andere overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

3.  Op aanvraag van de verzoekende partij zorgt de aangezochte autoriteit ervoor dat toezicht wordt uitgeoefend op:

a) 

natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewetgeving overtreden of hebben overtreden;

b) 

plaatsen waar goederen op zodanige wijze worden opgeslagen dat vermoed wordt dat zij bedoeld zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

c) 

goederenbewegingen waarover is bericht dat zij aanleiding kunnen geven tot overtredingen van de douanewetgeving;

d) 

vervoermiddelen waarvan op redelijke gronden wordt vermoed dat zij bij het plegen van overtredingen van de douanewetgevingen werden gebruikt, worden gebruikt of zouden kunnen worden gebruikt.

Artikel 4

Ongevraagde bijstand

De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten indien zij dit noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie hebben verkregen over:

— 
transacties die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor een andere overeenkomstsluitende partij;
— 
nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;
— 
goederen die het voorwerp vormen van overtredingen van de douanewetgeving.

Artikel 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wetgeving, alle maatregelen die nodig zijn voor:

— 
de afgifte van documenten,
— 
de kennisgeving van besluiten,

in verband met de toepassing van dit Protocol aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In een dergelijk geval is artikel 6, lid 3, van toepassing.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1.  Verzoeken in het kader van dit Protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.

2.  De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:

a) 

de naam van de verzoekende autoriteit;

b) 

de gevraagde maatregel;

c) 

het voorwerp en de reden van het verzoek;

d) 

de desbetreffende wetten, voorschriften en andere rechtselementen;

e) 

zo nauwkeurige en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f) 

een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.

3.  De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.

4.  Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

1.  De aangezochte autoriteit of, indien deze niet zelfstandig kan optreden, de administratieve dienst waaraan het verzoek door deze autoriteit werd gericht, behandelt verzoeken om bijstand, binnen de perken van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeenkomstsluitende partij handelt, met name door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te laten verrichten.

2.  Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels, bepalingen en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.

3.  Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze laatste vastgestelde voorwaarden, van de diensten van de aangezochte autoriteit of van een andere instantie die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie over overtredingen van de douanewetgeving verkrijgen die de verzoekende autoriteit voor de toepassing van dit Protocol nodig heeft.

4.  Ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1.  De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.

2.  De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking in ongeacht welke vorm voor hetzelfde doel wordt verstrekt.

3.  Originele dossiers en documenten worden uitsluitend opgevraagd wanneer gewaarmerkte kopieën niet volstaan. Toegezonden originelen worden zo spoedig mogelijk teruggezonden.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1.  De overeenkomstsluitende partijen behoeven de in dit Protocol bedoelde bijstand niet te verlenen wanneer dit:

a) 

de soevereiniteit van de Faeröer of van een Lid-Staat van de Gemeenschap waaraan op grond van dit Protocol om bijstand is gevraagd, zou kunnen aantasten;

b) 

de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen, met name in de gevallen bedoeld in artikel 10, lid 2, in gevaar zou kunnen brengen;

c) 

de toepassing inhoudt van andere valuta- of belastingregelingen dan die welke betrekking hebben op de douanerechten, of

d) 

de schending zou inhouden van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.

2.  Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.

3.  Indien bijstand wordt geweigerd, dient dit besluit en de redenen ervan terstond aan de verzoekende autoriteit te worden meegedeeld.

Artikel 10

Uitwisseling van gegevens en geheimhoudingsplicht

1.  Alle informatie die ter uitvoering van dit Protocol in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, gebaseerd op de in elk van de overeenkomstsluitende partijen geldende regels. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming van de wetgeving ter zake van de overeenkomstsluitende partij die ze heeft ontvangen en van de desbetreffende bepalingen die op de Instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.

2.  Persoonsgegevens mogen uitsluitend worden uitgewisseld indien de overeenkomstsluitende partij die deze ontvangt, zich ertoe verbindt deze op een wijze te beschermen die gelijkwaardig is aan de wijze waarop de overeenkomstsluitende partij die deze gegevens verstrekt, deze beschermt.

3.  De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in dit Protocol omschreven doeleinden. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt. Voorts gelden voor deze informatie de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.

4.  Het bepaalde in lid 3 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt, wordt van een dergelijk gebruik in kennis gesteld.

5.  De overeenkomstsluitende partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun rapporten, de getuigenverklaringen en in gerechtelijke procedures.

Artikel 11

Deskundigen en getuigen

Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere overeenkomstsluitende partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit Protocol van toepassing is, en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welke aangelegenheid en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

Artikel 12

Kosten van de bijstand

De overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van het bepaalde in dit Protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

Artikel 13

Tenuitvoerlegging

1.  De centrale douaneadministratie van de Faeröer, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, anderzijds, zien toe op de tenuitvoerlegging van dit Protocol. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit Protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming.

2.  De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit Protocol worden vastgesteld.

Artikel 14

Complementariteit

Onverminderd artikel 10 doen de overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen een of meer Lid-Staten van de Europese Gemeenschap en de Faeröer zijn of worden gesloten, geen afbreuk aan de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, van alle over douaneaangelegenheden verkregen informatie die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

betreffende de herziening van de Overeenkomst al naar gelang van de ontwikkelingen van de handelsbetrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Vrijhandelsassociatie

Indien de Gemeenschap in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte concessies doet aan de EVA-EER-landen die verder gaan dan die welke, op de door de Overeenkomst bestreken gebieden, aan de Faeröer zijn verleend, zal de Gemeenschap, op verzoek van de Faeröer, per geval en in een positieve geest overwegen in hoeverre en op welke basis aan de Faeröer overeenkomstige concessies kunnen worden verleend.

Indien overeenkomsten of regelingen tussen de Faeröer en de Lid-Staten van de EVA worden gesloten waarbij de Faeröer concessies doen aan de EVA-landen die verder gaan dan die welke, op de door de Overeenkomst bestreken gebieden, aan de Gemeenschap zijn verleend, zullen de Faeröer, op verzoek van de Gemeenschap, per geval en in een positieve geest overwegen in hoeverre en op welke basis aan de Gemeenschap overeenkomstige concessies kunnen worden verleend.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

betreffende Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst

I) 

MOGELIJKHEID TOT CUMULATIE MET MATERIALEN UIT EVA-LANDEN

De overeenkomstsluitende partijen zullen de haalbaarheid en het economische belang onderzoeken van de opneming in Protocol nr. 3 van bepalingen inzake de mogelijkheid tot cumulatie met materialen uit de EVA-landen.

II. 

OVERGANGSPERIODE BETREFFENDE DE AFGIFTE EN HET OPSTELLEN VAN DOCUMENTEN TEN BEWIJZE VAN DE OORSPRONG AFGEGEVEN IN HET KADER VAN DE OP 2 DECEMBER 1991 ONDERTEKENDE BASISOVEREENKOMST

1. 

Tot en met 31 december 1997 aanvaarden de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en de Faeröer als geldig bewijs van oorsprong in de zin van Protocol nr. 3:

i) 

certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die vooraf door het bevoegde douanekantoor van het land van uitvoer zijn afgestempeld;

ii) 

krachtens de Overeenkomst afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 waarop een toegelaten exporteur een door de douane van het land van uitvoer goedgekeurd speciaal stempel heeft aangebracht;

iii) 

krachtens de Overeenkomst afgegeven EUR.2-formulieren.

2. 

Verzoeken om controle achteraf van de vorengenoemde documenten worden door de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en de Faeröer ingewilligd tot twee jaar na de datum waarop het betrokken bewijs van oorsprong werd opgesteld en afgegeven. Deze controle wordt uitgevoerd overeenkomstig titel VI van Protocol nr. 3.

III. 

HET PRINSDOM ANDORRA

1. 

Produkten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, van oorsprong uit het Prinsdom Andorra, worden door de Faeröer behandeld als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van de Overeenkomst.

2. 

Protocol nr. 3 is van overeenkomstige toepassing voor het bepalen van de oorsprong van de bovenvermelde produkten.

IV. 

DE REPUBLIEK SAN MARINO

1. 

Produkten van oorsprong uit de Republiek San Marino worden door de Faeröer behandeld als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van de Overeenkomst.

2. 

Protocol nr. 3 is van overeenkomstige toepassing voor het bepalen van de oorsprong van de vorengenoemde produkten.

VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP

betreffende artikel 24, lid 1, van de Overeenkomst

De Gemeenschap verklaart dat, in het kader van de autonome toepassing van artikel 24, lid 1, van de Overeenkomst waartoe de overeenkomstsluitende partijen gehouden zijn, zij praktijken die met dit artikel strijdig zijn, zal beoordelen aan de hand van criteria die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 85, 86, 90 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP

betreffende de regionale toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst

De Gemeenschap verklaart dat de toepassing van maatregelen op grond van de artikelen 24, 25, 26, 27 en 28 van de Overeenkomst, overeenkomstig de procedure en de regelingen die in artikel 29 of in artikel 30 zijn uiteengezet, op grond van haar wetgeving tot een of meer regio's van de Gemeenschap beperkt kan worden.

VERKLARING VAN DENEMARKEN EN DE FAERÖER

betreffende artikel 36 van de Overeenkomst

Overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst zal de Gemeenschap, op verzoek van de Faeröer, een verbetering van de toegangsmogelijkheden voor bepaalde produkten in overweging nemen.

Naar het oordeel van de Faeröer dient dit artikel nader te worden omschreven, wil men het doel van een geleidelijke ontwikkeling van de handel tussen de partijen bereiken. De Faeröer verzoeken de Gemeenschap derhalve toegangsmogelijkheden ernstig in overweging te nemen wanneer de contingenten en plafonds voor deze produkten uitgeput blijken.



( 1 ) PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.