1995R0684 — NL — 31.03.1995 — 000.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 684/95 VAN DE RAAD

van 27 maart 1995

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 603/95 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

(PB L 071, 31.3.1995, p.3)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 224, 21.9.1995, blz. 36  (684/95)



NB: Deze geconsolideerde versie bevat referenties naar de Europese rekeneenheid en/of ecu. Vanaf 1 januari 1999 moeten beide worden gelezen als referentie naar de euro — Verordening (EEG) nr. 3308/80 van de Raad (PB L 345 van 20.12.1980, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad (PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1).




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 684/95 VAN DE RAAD

van 27 maart 1995

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 603/95 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Overwegende dat de Raad bij de aanneming van Verordening (EG) nr. 603/95 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen ( 3 ) erop heeft gewezen dat het bedrag van de voorschotten als bedoeld in artikel 6 nog definitief moest worden vastgesteld;

Overwegende dat het verhoogde niveau van de voorschotten de correcte toepassing van het systeem van de gegarandeerde maximumhoeveelheid niet mag verstoren;

Overwegende dat dit kan worden bereikt door een systeem van zekerheden;

Overwegende dat deze nieuwe mogelijkheid niet in het nadeel mag uitvallen van bedrijven die er de voorkeur aan geven het lagere voorschotniveau als bedoeld in artikel 6 te ontvangen zonder zekerheid te stellen;

Overwegende dat Verordening (EG) nr. 603/95 bijgevolg moet worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

Verordening (EG) nr. 603/95 wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.  Bedrijven die gedroogde voedergewassen produceren en op grond van deze verordening steun aanvragen, kunnen aanspraak maken op een voorschot van:

 41,30 ecu/ton voor gedroogde voedergewassen waarvoor de in artikel 3, lid 2, bedoelde steun wordt aangevraagd, dan wel 55,06 ecu/ton indien zij een zekerheid van 13,76 ecu/ton hebben gesteld; en

 23,18 ecu/ton voor gedroogde voedergewassen waarvoor de in artikel 3, lid 3, bedoelde steun wordt aangevraagd, dan wel 30,91 ecu/ton indien zij een zekerheid van 7,73 ecu/ton hebben gesteld.

De Lid-Staten moeten de nodige controles uitvoeren om uit te maken of de gegadigden terecht aanspraak maken op het voorschot. ►C1  Het voorschot wordt uitgekeerd zodra het recht op de steun vastgesteld is. ◄

Het voorschot kan evenwel worden uitbetaald voordat het recht op steun is vastgesteld, indien het verwerkingsbedrijf een zekerheid gelijk aan ►C1  het bedrag van het voorschot ◄ plus 10 % heeft vastgesteld. Deze zekerheid dekt alle andere overeenkomstig lid 1, eerste of tweede streepje, gestelde zekerheden. Deze zekerheid wordt teruggebracht tot het in lid 1, eerste of tweede streepje, bedoelde niveau zodra het recht op steun is vastgesteld en zij wordt volledig vrijgegeven bij de uitbetaling van het saldo.

2.  Om voor een voorschot in aanmerking te komen, moet het betrokken voeder het verwerkingsbedrijf verlaten hebben.

3.  Wanneer een voorschot betaald is, wordt een saldo uitgekeerd dat gelijk is aan het eventuele verschil tussen het voorschot en het totale aan het verwerkingsbedrijf verschuldigde steunbedrag met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.

4.  Wanneer een voorschot betaald is dat hoger is dan de totale betaling waarop het verwerkingsbedrijf recht heeft met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, betaalt het bedrijf desgevraagd dat gedeelte van het voorschot dat gelijk is aan het teveel betaalde bedrag, terug aan de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat.”

;

2. aan artikel 18, onder a), wordt na het tweede streepje toegevoegd:

„het vrijgeven van de in artikel 6, lid 1, bedoelde zekerheden,”

;

3. aan artikel 20 wordt toegevoegd:

„Verwijzingen naar de krachtens de eerste en tweede alinea ingetrokken verordeningen moeten worden beschouwd als verwijzingen naar de onderhavige verordening.”

.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.



( 1 ) PB nr. C 365 van 21. 12. 1994, blz. 8.

( 2 ) PB nr. C 56 van 6. 3. 1995.

( 3 ) PB nr. L 63 van 21. 3. 1995, blz. 1.