01972A0722(03) — NL — 01.07.2023 — 010.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

(PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 5/73 betreffende de certificaten inzake goederenverkeer A.OS.1 en A.W.1 opgenomen in bijlagen V en VI van Protocol nr. 3

  L 160

65

18.6.1973

 M2

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 6/73 tot aanvulling en wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 160

67

18.6.1973

 M3

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 7/73 betreffende de goederen die zich op 1 april 1973 onderweg bevinden

  L 160

72

18.6.1973

 M4

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 8/73 betreffende de in bijlage VI van Protocol nr. 3 voorkomende certificaten A.W.1

  L 160

73

18.6.1973

 M5

BESLUITNr. 9/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ tot aanvulling en wijziging van de artikelen 24 en 25 van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 347

37

17.12.1973

 M6

BESLUITNr. 10/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 12 december 1973

  L 365

136

31.12.1973

 M7

BESLUITNr. 11/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 11 december 1973

  L 365

162

31.12.1973

 M8

BESLUITNr. 11/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 11 december 1973

  L 365

166

31.12.1973

 M9

BESLUITNr. 1/74 VAN HET GEMENGD COMITÉ houdende aanvulling en wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 224

17

13.8.1974

 M10

BESLUITNr. 1/74 VAN HET GEMENGD COMITÉ houdende instelling van een vereenvoudigde procedure voor de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1

  L 224

18

13.8.1974

 M11

BESLUITNr. 3/74 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 31 oktober 1974

  L 352

32

28.12.1974

►M12

COMPLEMENTAIR PROTOCOL bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 106

17

26.4.1975

 M13

BESLUITNr. 1/75 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 december 1975

  L 338

74

31.12.1975

 M14

BESLUITNr. 2/75 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 december 1975

  L 338

76

31.12.1975

 M15

BESLUITNr. 1/76 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 12 april 1976

  L 215

14

7.8.1976

 M16

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van de tabellen I en II gehecht aan Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 298

44

28.10.1976

 M17

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van de Engelse versie van tabel II van Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 328

58

26.11.1976

 M18

BESLUITNr. 2/76 VAN HET GEMENGD COMITÉ houdende aanvulling en wijziging van de lijsten A en B gehecht aan Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking alsmede van de in artikel 25 van genoemd Protocol opgenomen lijst

  L 328

50

26.11.1976

 M19

BESLUITNr. 3/76 VAN HET GEMENGD COMITÉ tot aanvulling van aantekening 11 — ad artikel 23 van bijlage I van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 328

56

26.11.1976

 M20

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van bijlage A van Protocol nr. 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 338

17

7.12.1976

 M21

BESLUITNr. 1/77 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 14 december 1977

  L 342

28

29.12.1977

 M22

JOINT COMMITTEE DECISION No 2/77 of 14 December 1977

  L 342

87

29.12.1977

 M23

VERORDENING (EEG) Nr. 2933/77 VAN DE RAAD van 20 december 1977

  L 342

27

29.12.1977

 M24

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling, tot wijziging van bijlage A van Protocol nr. 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 116

2

28.4.1978

►M25

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 303

26

28.10.1978

 M26

BESLUITNr. 1/78 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 5 december 1978

  L 376

20

30.12.1978

 M27

BESLUITNr. 1/80 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 28 mei 1980

  L 257

20

1.10.1980

 M28

BESLUITNr. 2/80 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 28 mei 1980

  L 257

41

1.10.1980

 M29

BESLUITNr. 3/80 VAN HET GEMENGD COMITÉ tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking in verband met de toetreding van de Helleense Republiek tot de Gemeenschap

  L 385

17

31.12.1980

 M30

BESLUITNr. 1/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

14

31.8.1981

 M31

BESLUITNr. 2/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

28

31.8.1981

 M32

BESLUITNr. 3/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

48

31.8.1981

 M33

BESLUITNr. 4/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

63

31.8.1981

 M34

BESLUITNr. 1/82 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 17 september 1982

  L 382

24

31.12.1982

 M35

BESLUITNr. 2/82 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 8 december 1982

  L 385

68

31.12.1982

 M36

BESLUITNr. 2/82 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 8 december 1982

  L 385

68

31.12.1982

 M37

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling waarbij de tekst van Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat wordt gecodificeerd en gewijzigd

  L 337

2

2.12.1983

 M38

OVEREENKOMST in the form of an exchange of letters amending Table II annexed to Protocol 2 of the Agreement between the European Economic Community and the Swiss Confederation

  L 323

313

11.12.1984

 M39

BESLUITNr. 1/85 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 21 mei 1985

  L 301

14

15.11.1985

 M40

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de regeling van het handelsverkeer in soepen, sausen en kruiderijen

  L 309

23

21.11.1985

 M41

BESLUITNr. 2/85 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 3 december 1985

  L 47

47

25.2.1986

 M42

BESLUITNr. 1/86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 17 maart 1986

  L 134

27

21.5.1986

 M43

BESLUITNr. 2/86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 28 mei 1986

  L 199

28

22.7.1986

 M44

BESLUITNr. 3/86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 9 december 1986

  L 100

26

11.4.1987

 M45

BESLUITNr. 1/87 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 4 juni 1987

  L 236

12

20.8.1987

 M46

BESLUITNr. 2/87 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 23 oktober 1987

  L 388

39

31.12.1987

 M47

BESLUITNr. 3/87 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 14 december 1987

  L 100

14

19.4.1988

 M48

PROTOCOL Nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 216

75

8.8.1988

 M49

BESLUITNr. 2/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 379

27

31.12.1988

 M50

BESLUITNr. 3/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 379

29

31.12.1988

 M51

BESLUITNr. 4/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 379

30

31.12.1988

 M52

BESLUITNr. 5/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 381

22

31.12.1988

 M53

BESLUITNr. 1/89 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 26 juni 1989

  L 278

23

27.9.1989

►M54

AANVULLEND PROTOCOL bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de afschaffing van bestaande en het voorkomen van nieuwe kwantitatieve uitvoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking

  L 295

29

13.10.1989

 M55

BESLUITNr. 1/90 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 2 mei 1990

  L 176

12

10.7.1990

 M56

BESLUITNr. 4/90 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 8 juni 1990

  L 210

36

8.8.1990

 M57

BESLUITNr. 1/91 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 27 september 1991

  L 311

17

12.11.1991

 M58

BESLUITNr. 2/91 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 27 september 1991

  L 311

18

12.11.1991

 M59

BESLUITNr. 3/91 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 13 december 1991

  L 42

45

18.2.1992

 M60

BESLUITNr. 3/92 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 18 november 1992

  L 85

21

6.4.1993

 M61

BESLUITNr. 1/93 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 5 april 1993

  L 283

37

18.11.1993

 M62

BESLUITNr. 2/93 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 28 april 1993

  L 52

11

23.2.1994

 M63

BESLUITNr. 3/93 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 28 juni 1993

  L 52

23

23.2.1994

 M64

BESLUITNr. 1/94 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 6 april 1994

  L 204

150

6.8.1994

►M65

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot toevoeging van een aanvullend protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 169

77

27.6.1997

 M66

BESLUITNr. 1/96 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 19 december 1996

  L 195

1

23.7.1997

 M67

BESLUITNr. 1/1999 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 24 juni 1999

  L 249

25

22.9.1999

 M68

BESLUITNr. 2/1999 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 29 november 1999

  L 323

14

15.12.1999

 M69

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, betreffende Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 76

12

25.3.2000

►M70

BESLUIT Nr. 1/2000 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 25 oktober 2000

  L 51

1

21.2.2001

 M71

BESLUIT Nr. 1/2001 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 24 januari 2001

  L 51

40

21.2.2001

 M72

BESLUIT Nr. 801/2004 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 28 april 2004

  L 352

18

27.11.2004

►M73

OVEREENKOMST tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft

  L 23

19

26.1.2005

 M74

Gewijzigd bij: BESLUIT Nr. 1/2014 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 13 februari 2014

  L 54

19

22.2.2014

 M75

BESLUITNr. 2/2005 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 17 maart 2005

  L 101

17

21.4.2005

 M76

BESLUIT Nr. 3/2005 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 15 december 2005

  L 45

1

15.2.2006

 M77

BESLUIT Nr. 1/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 31 januari 2006

  L 44

18

15.2.2006

►M78

BESLUIT Nr. 2/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 31 januari 2006

  L 44

21

15.2.2006

 M79

BESLUIT Nr. 1/2007 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 31 januari 2007

  L 35

29

8.2.2007

 M80

BESLUIT Nr. 2/2007 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 26 juli 2007

  L 218

14

23.8.2007

 M81

BESLUIT Nr. 1/2008 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 22 februari 2008

  L 69

34

13.3.2008

 M82

BESLUIT Nr. 1/2009 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 14 januari 2009

  L 29

55

31.1.2009

 M83

BESLUIT Nr. 2/2009 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 13 juli 2009

  L 252

1

24.9.2009

 M84

BESLUIT Nr. 1/2010 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 28 januari 2010

  L 41

72

16.2.2010

 M85

BESLUIT Nr. 1/2011 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 14 januari 2011

  L 19

40

22.1.2011

 M86

BESLUIT Nr. 1/2012 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 15 maart 2012

  L 85

35

24.3.2012

 M87

BESLUIT Nr. 1/2013 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 18 maart 2013

  L 82

60

22.3.2013

 M88

BESLUIT Nr. 2/2015 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 3 december 2015

  L 23

79

29.1.2016

 M89

BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 20 april 2018

  L 111

7

2.5.2018

 M90

BESLUIT Nr. 1/2019 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU—ZWITSERLAND van 29 januari 2019

  L 43

36

14.2.2019

 M91

BESLUIT nr. 1/2021 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 12 februari 2021

  L 61

29

22.2.2021

►M92

BESLUIT nr. 2/2021 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 12 augustus 2021

  L 404

1

15.11.2021

 M93

BESLUIT nr. 1/2022 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 8 september 2022

  L 245

66

22.9.2022

►M94

BESLUIT Nr. 1/2023 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 12 juni 2023

  L 162

67

28.6.2023


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 033, 10.2.2016, blz.  38 (2/2016)

 C2

Rectificatie, PB L 232, 17.9.2018, blz.  4 (nr. 2/2016)

 C3

Rectificatie, PB L 251, 29.9.2022, blz.  17 (nr. 1/2022)




▼B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat



DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

enerzijds,

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

anderzijds,

WENSENDE bij de uitbreiding van de Europese Economische Gemeenschap de tussen de Gemeenschap en Zwitserland bestaande economische betrekkingen te versterken en uit te breiden en een harmonische ontwikkeling van hun handel te verzekeren, met inachtneming van billijke mededingsvoorwaarden, ten einde bij te dragen tot de opbouw van Europa,

VASTBERADEN hiertoe geleidelijk de belemmeringen voor het voornaamste gedeelte van hun handelsverkeer op te heffen, zulks overeenkomstig de bepalingen van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel inzake de totstandkoming van vrijhandelszones,

ZICH BEREID VERKLARENDE de mogelijkheid na te gaan tot het ontwikkelen en verdieper. van hun betrekkingen aan de hand van alle beoordelingsgegevens, met name van de ontwikkeling van de Gemeenschap, wanneer het in het belang van hun economieën blijkt deze uit de breiden tot gebieden die niet onder deze Overeenkomst vallen,

HEBBEN BESLOTEN, ter verwezenlijking van deze doeleinden en overwegende dat geen det bepalingen van deze Overeenkomst zodanig kan worden uitgelegd dat de Overeenkomstsluitende Partijen daardoor worden ontslagen van de krachtens andere internationale overeenkomsten op hen rustende verplichtingen,

DEZE OVEREENKOMST TE SLUITEN:



Artikel 1

Met deze Overeenkomst wordt beoogd:

a) 

de harmonische ontwikkeling van de economische betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat te bevorderen door uitbreiding van het wederzijdse handelsverkeer en hierdoor in de Gemeenschap en in Zwitserland de ontplooiing van de economische bedrijvigheid, de verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, de vermeerdering van de produktiviteit en de financiële stabiliteit te bevorderen,

b) 

het handelsverkeer tussen de Partijen bij de Overeenkomst te verzekeren van billijke mededingingsvoorwaarden,

c) 

aldus, door opheffing van belemmeringen van het handelsverkeer, bij te dragen tot de harmonische ontwikkeling en de uitbreiding van de wereldhandel.

▼M70

Artikel 2

De overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en uit Zwitserland:

i) 

die vallen onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem voor de omschrijving en de codering van goederen, met uitzondering van de in bijlage I vermelde producten;

ii) 

die in bijlage II zijn genoemd;

iii) 

die in Protocol nr. 2 zijn genoemd, met inachtneming van de bijzondere regels die in dit protocol zijn opgenomen.

▼B

Artikel 3

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe invoerrechten ingesteld.
2.  

De invoerrechten worden geleidelijk afgeschaft en wel in het volgende tempo:

— 
op 1 april 1973 wordt elk recht verlaagd tot 80 % van het basisrecht;
— 
de andere vier verlagingen, telkens met 20 %, vinden plaats op:
1 januari 1974,
1 januari 1975,
1 januari 1976,
1 juli 1977.

Artikel 4

1.  
De bepalingen die betrekking hebben op de geleidelijke afschaffing van de invoerrechten zijn ook van toepassing op fiscale douanerechten.

De Partijen bij de Overeenkomst kunnen een fiscaal douanerecht of het fiscale element van een douanerecht vervangen door een binnenlandse belasting.

2.  
Denemarken, Ierland ►M12  ————— ◄ en het Verenigd Koninkrijk kunnen tot 1 januari 1976 een fiscaal douanerecht of het fiscale element van een douanerecht handhaven in geval van toepassing van artikel 38 van de „Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der Verdragen” ►M12  ————— ◄ .

▼M70

3.  
Zwitserland kan, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 18, rechten voor de in bijlage III genoemde producten die overeenkomen met het in de invoerrechten begrepen fiscale element, tijdelijk handhaven.

▼B

Het in artikel 29 bedoelde Gemengd Comité gaat na of aan de toepassingsvoorwaarden van de voorafgaande alinea is voldaan, met name in geval van wijziging van de hoogte van het fiscale element.

Het onderzoekt de situatie met het oog op de omzetting van deze rechten in binnenlandse belastingen vóór 1 januari 1980 of vóór enige andere datum die het Comité in verband met de omstandigheden mocht vaststellen.

Artikel 5

1.  
Voor elk produkt is het basisrecht waarop de in artikel 3 en in Protocol nr. 1 bedoelde achtereenvolgende verlagingen moeten worden toegepast, het recht dat op 1 januari 1972 werkelijk werd toegepast.
2.  
Indien na 1 januari 1972 rechten worden verlaagd ingevolge de tariefovereenkomsten die na beeindiging van de Handelsconferentie te Genève (1964/1967) zijn gesloten, komen die verlaagde rechten in de plaats van de in lid 1 bedoelde basisrechten.
3.  
De verlaagde rechten, berekend overeenkomstig artikel 3 en ►M12  de Protocollen nrs. 1 en 2 ◄ , worden toegepast met afronding op de eerste decimaal.

Behoudens de uitvoering, door de Gemeenschap te geven aan artikel 39, lid 5, van de „Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der Verdragen” ►M12  ————— ◄ , worden, wat de specifieke rechten of het specifieke gedeelte van de gemengde rechten van het Ierse douanetarief betreft, artikel 3 en ►M12  de Protocollen nrs. 1 en 2 ◄ toegepast met afronding op de vierde decimaal.

Artikel 6

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe heffingen van gelijke werking als invoerrechten ingesteld.
2.  
De heffingen van gelijke werking als invoerrechten die in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland na 1 januari 1972 zijn ingesteld, worden bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

Elke heffing van gelijke werking als een invoerrecht, die op 31 december 1972 hoger is dan die welke op 1 januari 1972 werkelijk werd toegepast, wordt bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot de hoogte van laatstgenoemde heffing teruggebracht.

3.  

Heffingen van gelijke werking als invoerrechten worden geleidelijk afgeschaft, en wel in het volgende tempo:

— 
elke heffing wordt uiterlijk 1 januari 1974 verlaagd tot 60 % van die welke op 1 januari 1972 werd toegepast;
— 
de andere drie verlagingen, telkens met 20 %, vinden plaats op:
1 januari 1975,
1 januari 1976,
1 juli 1977.

Artikel 7

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen uitvoerrechten noch heffingen van gelijke werking ingesteld.

De uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking worden uiterlijk 1 januari 1974 afgeschaft.

▼M70

2.  
De douanerechten bij uitvoer en de heffingen van gelijke werking ten aanzien van de in bijlage IV vermelde producten worden overeenkomstig de bepalingen van de genoemde bijlage ingetrokken.

▼B

Artikel 8

In Protocol nr. 1 zijn de tariefregeling en de regels voor bepaalde produkten vastgesteld.

Artikel 9

In Protocol nr. 2 zijn de tariefregeling en de regels voor bepaalde goederen, verkregen door de verwerking van landbouwprodukten, vastgesteld.

Artikel 10

1.  
Indien ten gevolge van de tenuitvoerlegging van haar landbouwbeleid een specifieke regeling wordt ingesteld, of indien de bestaande regeling wordt gewijzigd, kan de betrokken Partij bij de Overeenkomst voor de betrokken produkten de regeling van de Overeenkomst aanpassen.
2.  
In die gevallen houdt de betrokken Partij bij de Overeenkomst naar behoren rekening met de belangen van de andere Partij. De Partijen bij de Overeenkomst kunnen daartoe in het Gemengd Comité overleg plegen.

Artikel 11

In Protocol nr. 3 zijn de regels betreffende de oorsprong vastgesteld.

Artikel 12

Een Partij bij de Overeenkomst die overweegt, het werkelijke nieveau van haar douanerechten of heffingen van gelijke werking die van toepassing zijn op derde landen waarvoor de clausule van de meest begunstigde natie geldt, te verlagen, of de toepassing daarvan te schorsen, stelt het Gemengd Comité, zo mogelijk, van deze verlaging of schorsing ten minste dertig dagen vóór de inwerkingtreding daarvan in kennis. Zij neemt nota van alle opmerkingen van de andere Partij met betrekking tot de distorsies die daaruit zouden kunnen voortvloeien.

▼M25

Artikel 12a

Wanneer de nomenclatuur van het douanetarief van een Partij of van beide Partijen bij de Overeenkomst ten aanzien van in de Overeenkomst genoemde produkten wordt gewijzigd, kan het Gemengd Comité, met inachtneming van het beginsel dat de uit de Overeenkomst voortvloeiende voordelen in stand dienen te worden gehouden, de tariefnomenclatuur van de Overeenkomst ten aanzien van de betrokken produkten aan deze wijzigingen aanpassen.

▼B

Artikel 13

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen noch maatregelen van gelijke werking ingesteld.
2.  
De kwantitatieve invoerbeperkingen worden per 1 januari 1973, en de maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen uiterlijk 1 januari 1975 afgeschaft.

▼M54

Artikel 13a

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe kwantitatieve uitvoerbeperkingen noch maatregelen van gelijke werking ingesteld.
2.  
Kwantitatieve uitvoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking worden op 1 januari 1990 afgeschaft, behalve die welke op 1 januari 1989 werden toegepast op de in Protocol nr. 6 genoemde produkten en overeenkomstig de bepalingen van dat Protocol worden afgeschaft.

Artikel 13b

Een partij bij de Overeenkomst die overweegt de regelingen die zij op de uitvoer naar derde landen toepast te wijzigen, stelt het Gemengd Comité zo mogelijk ten minste 30 dagen vóór de inwerkingtreding van de voorgenomen Wijziging daarvan in kennis. Zij neemt nota van de opmerkingen van de andere partij met betrekking tot de distorsies die daaruit zouden kunnen voortvloeien.

▼B

Artikel 14

▼M70

1.  
De Gemeenschap behoudt zich het recht voor de regeling voor aardolieproducten ingedeeld onder de posten 27.10, 27.11, ex 27.12 (met uitzondering van ozokeriet en montaanwas of turfwas) en 27.13 van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen te wijzigen ter gelegenheid van besluiten in het kader van het gemeenschappelijke handelsbeleid ten aanzien van de betrokken goederen of bij de vaststelling van een gemeenschappelijk energiebeleid.

▼B

In dat geval houdt de Gemeenschap naar behoren rekening met de belangen van Zwitserland; zij stelt daartoe het Gemengd Comité in kennis, dat onder de voorwaarden van artikel 31 bijeenkomt.

2.  
Zwitserland behoudt zich het recht voor op gelijke wijze te handelen, indien zich voor dit land vergelijkbare situaties voordoen.
3.  
Behoudens de leden 1 en 2 doet de Overeenkomst geen afbreuk aan de niet-tarifaire voorschriften die bij de invoer van de aardolieprodukten worden toegepast.

Artikel 15

1.  
De Partijen bij de Overeenkomst verklaren zich bereid om met inachtneming van hun landbouwbeleid de harmonische ontwikkeling te bevorderen van het handelsverkeer in landbouwprodukten waarop de Overeenkomst niet van toepassing is.
2.  
Op veterinair, sanitair en planteziektenkundig gebied passen de Partijen bij de Overeenkomst hun voorschriften op niet-discriminerende wijze toe en voeren zij geen nieuwe maatregelen in ten gevolge waarvan het handelsverkeer ten onrechte zou worden belemmerd.
3.  
De Partijen bij de Overeenkomst bestuderen onder de voorwaarden van artikel 31 de moeilijkheden die zich in hun handelsverkeer in landbouwprodukten mochten voordoen, en trachten daarvoor oplossingen te vinden.

Artikel 16

Vanaf 1 juli 1977 mag voor produkten van oorsprong uit Zwitserland bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger behandeling gelden dan die tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap onderling.

Artikel 17

De Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of instelling van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, voor zover die niet ten gevolge hebben dat de in de Overeenkomst vastgestelde regeling voor het handelsverkeer, inzonderheid de bepalingen betreffende de regels van oorsprong, wordt gewijzigd.

Artikel 18

De Partijen bij de Overeenkomst onthouden zich van iedere maatregel of gedraging van intern fiscale aard die al dan niet rechtstreeks leidt tot discriminatie tussen de produkten van een Partij bij de Overeenkomst en de gelijksoortige produkten van oorsprong uit de andere Partij.

Voor produkten die naar het grondgebied van een van de Partijen bij de Overeenkomst worden uitgevoerd, mag geen hogere teruggave van binnenlandse belastingen plaatsvinden dan de direct of indirect daarop geheven belastingen.

Artikel 19

Betalingen die betrekking hebben op het goederenverkeer, alsmede de overmaking van de desbetreffende bedragen naar de Lid-Staat van de Gemeenschap waar de schuldeiser is gevestigd, dan wel naar Zwitserland, zijn aan geen enkele beperking onderworpen.

De Partijen bij de Overeenkomst passen geen devie-zenbeperkingen of administratieve beperkingen toe aangaande de verlening, de terugbetaling en de aanvaarding van kredieten op korte en middellange termijn, die verband houden met handelstransacties waarbij een ingezetene betrokken is.

Artikel 20

De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer, die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, van de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit of uit hoofde van de bescherming van de industriële en commerciële eigendom, noch voor regelingen op het gebied van goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de Partijen bij de Overeenkomst vormen.

Artikel 21

Geen enkele bepaling van de Overeenkomst belet een Partij bij de Overeenkomst maatregelen te treffen:

a) 

die zij nodig acht ter voorkoming van verspreiding van inlichtingen die indruist tegen de essentiële belangen op het gebied van haar veiligheid;

b) 

die betrekking hebben op de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal, of op het onderzoek, de ontwikkeling of de produktie die onontbeerlijk zijn voor defensieve doeleinden, mits deze maatregelen de mededingingsvoorwaarden met betrekking tot produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden zijn bestemd, niet nadelig beïnvloeden;

c) 

die zij van essentieel belang acht voor haar veiligheid in oorlogstijd of bij ernstige internationale spanningen.

Artikel 22

1.  
De Partijen bij de Overeenkomst treffen geen maatregelen die de verwezenlijking van de doeleinden van de Overeenkomst in gevaar kunnen brengen.
2.  
Zij treffen alle algemene of bijzondere maatregelen waarmee de nakoming van de verplichtingen van de Overeenkomst kan worden gewaarborgd.

Indien een Partij bij de Overeenkomst van mening is dat de andere Partij een verplichting van de Overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

Artikel 23

1.  

Onverenigbaar met de goede werking van de Overeenkomst zijn, voor zover daardoor het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland kan worden beïnvloed:

i) 

alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging met betrekking tot de produktie en het goederenverkeer wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

ii) 

het misbruik maken door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het geheel van de grondgebieden van de Partijen bij de Overeenkomst of op een wezenlijk deel daarvan;

iii) 

alle steunmaatregelen van de overheid die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde produkties vervalsen of dreigen te vervalsen.

2.  
Indien een Partij bij de Overeenkomst van mening is dat een bepaalde gedraging onverenigbaar is met dit artikel, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

Artikel 24

Wanneer de toename van de invoer van een bepaald produkt ernstig nadeel berokkent of dreigt te berokkenen aan een op het grondgebied van een der Partijen bij de Overeenkomst uitgeoefende produk-tieve bedrijvigheid, en indien deze toename te wijten is aan

— 
de in de Overeenkomst bedoelde gedeeltelijke of algehele verlaging van de douanerechten en heffingen van gelijke werking op dit produkt, in de invoerende Partij bij de Overeenkomst,
— 
en het feit dat de rechten en heffingen van gelijke werking die door de uitvoerende Partij bij de Overeenkomst worden geheven bij invoer van grondstoffen of halffabrikaten die voor de vervaardiging van het betrokken produkt worden gebruikt, aanzienlijk lager zijn dan de door de invoerende Partij geheven overeenkomstige rechten en belastingen,

kan de betrokken Partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

▼M54

Article 24a

Wanneer de inachtneming van de bepalingen van de artikelen 7 en 13 A leidt tot:

1. 

wederuitvoer naar een derde land ten aanzien waarvan de uitvoerende partij bij de Overeenkomst voor het betrokken produkt kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of tot

2. 

een ernstig tekort, of de dreiging van een ernstig tekort, aan een produkt dat voor de uitvoerende partij bij de Overeenkomst van essentieel belang is,

en wanneer bovenbedoelde situaties ernstige moeilijkheden voor de uitvoerende partij bij de Overeenkomst veroorzaken of dreigen te veroorzaken, mag die partij onder de voorwaarden en overeenkomstig de procedures van artikel 27 passende maatregelen nemen.

▼B

Artikel 25

Indien een der Partijen bij de Overeenkomst vaststelt dat in haar betrekkingen met de andere Partij dumping wordt toegepast, kan zij, overeenkomstig de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, passende maatregelen daartegen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

Artikel 26

In geval van ernstige verstoringen in een sector van het bedrijfsleven of van moeilijkheden die tot uiting kunnen komen in een ernstige verslechtering van de economische situatie in een gebied, kan de betrokken Partij bij de Overeenkomst passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

▼M54

Artikel 27

1.  
Indien een partij bij de Overeenkomst de invoer of de uitvoer van produkten die dein de artikelen 24, 24A en 26 bedoelde moeilijkheden kan veroorzaken, onderwerpt aan een administratieve procedure die ten doel heeft snel inlichtingen omtrent de ontwikkeling van de handelsstromen te verstrekken, stelt zij de andere partij hiervan in kennis
2.  
De betrokken partij bij de Overeenkomst dient, in de gevallen bedoeld in de artikelen 22 tot en met 26, alvorens de daarin vermelde maatregelen te nemen, dan wel in de gevallen bedoeld in lid 3, onder e), zo spoedig mogelijk, het Gemengd Comité alle nodige gegevens voor een diepgaand onderzoek van de situatie te verstrekken, ten einde een voor de partijen bij de Overeenkomst aanvaardbare oplossing te zoeken. Bij voorrang dienen maatregelen te worden gekozen die de werking van de Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren.

De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van het Gemengd Comité, dat hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder met het oog op de opheffing daarvan zodra de omstandigheden zulks toelaten.

3.  

Voor de tenuitvoerlegging van lid 2 zijn de onder staande bepalingen van toepassing:

a) 

Wat betreft artikel 23, kan elke partij bij de Overeenkomst zich wenden tot het Gemengd Comité, indien zij van mening is dat een bepaalde handelwijze onverenigbaar is met de goede werking van de Overeenkomst in de zin van artikel 23, lid 1.

De partijen bij de Overeenkomst brengen alle dienstige inlichtingen ter kennis van het Gemengd Comité en verlenen dit Comité de nodige bijstand met het oog op de bestudering van het dossier en eventueel de opheffing van de aangevochten handelwijze.

Indien de betrokken partij bij de Overeenkomst binnen de door het Gemengd Comité vastgestelde termijn geen einde heeft gemaakt aan de aangevochten handelwijze, of indien in dit Comité binnen drie maanden vanaf de dag waarop het op de hoogte is gesteld, geen overeenstemming is bereikt, kan de betrokken partij de vrijwaringsmaatregelen nemen die zij nodig acht om de door de bedoelde handelwijze ontstane ernstige moeilijkheden te verhelpen, en met name tot intrekking van tariefconcessies overgaan.

b) 

Wat betreft artikel 24, worden de moeilijkheden veroorzaakt door de in dat artikel bedoelde situatie voor onderzoek ter kennis gebracht van het Gemengd Comité, dat elk dienstig besluit kan nemen om daaraan een einde te maken.

Indien het Gemengd Comité of de uitvoerende partij bij de Overeenkomst binnen een termijn van 30 dagen na de kennisgeving geen besluit heeft genomen waardoor een einde aan de moeilijkheden wordt gemaakt, is de invoerende partij gerechtigd een compenserende heffing op het ingevoerde produkt toe te passen.

Deze compenserende heffing wordt berekend naar gelang van de invloed van de voor de verwerkte grondstoffen of halffabrikaten geconstateerde tariefverschillen op de waarde van de betrokken goederen.

c) 

Wat betreft artikel 24 A, worden de moeilijkheden veroorzaakt door de in dat artikel bedoelde situaties voor onderzoek ter kennis gebracht van het Gemengd Comité. Wat betreft artikel 24 A, onder ii), dient de dreiging van een tekort naar behoren te worden gestaafd door passende hoeveelheids- en prijsindicatoren.

Het Gemengd Comité kan elk besluit nemen dat dienstig is om een einde aan de moeilijkheden te maken. Indien het Gemengd Comité binnen een termijn van 30 dagen na de kennisgeving geen besluit heeft genomen, is de uitvoerende partij bij de Overeenkomst gerechtigd tijdelijk passende maatregelen op de uitvoer van het betrokken produkt toe te passen.

d) 

Wat betreft artikel 25, vindt overleg in het Gemengd Comité plaats alvorens de betrokken partij bij de Overeenkomst de passende maatregelen neemt.

e) 

Indien uitzonderlijke omstandigheden die een onmiddellijk ingrijpen vereisen een voorafgaand onderzoek uitsluiten, kan de betrokken partij bij de Overeenkomst in de situatie bedoeld in de artikelen 24, 24 A, 25 en 26 alsmede in gevallen van steunmaatregelen bij uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, onverwijld de strikt noodzakelijke beschermende maatregelen nemen om de situatie te verhelpen.

▼B

Artikel 28

Indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van een of meer Lid-Staten van de Gemeenschap of tot die van Zwitserland moeilijkheden voordoen of hiervoor ernstig gevaar bestaat, kan de betrokken Partij bij de Overeenkomst de noodzakelijke vrij-waringsmaatregelen treffen. Zij geeft hiervan onverwijld kennis aan de andere Partij.

Artikel 29

1.  
Er wordt een Gemengd Comité ingesteld, dat belast is met het beheer van de Overeenkomst en dat toeziet op de juiste uitvoering daarvan. Het Comité doet hiertoe aanbevelingen. Het neemt besluiten in de gevallen, bedoeld in de Overeenkomst. Deze besluiten worden door de Partijen bij de Overeenkomst volgens hun eigen voorschriften uitgevoerd.
2.  
Met het oog op de juiste uitvoering van de Overeenkomst wisselen de Partijen bij de Overeenkomst gegevens uit en plegen zij, indien één hunner daarom verzoekt, overleg in het Gemengd Comité.
3.  
Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 30

1.  
Het Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap, enerzijds, en vertegenwoordigers van Zwitserland, anderzijds.
2.  
Het Gemengd Comité spreekt zich uit in onder-linge overeenstemming.

Artikel 31

1.  
Het voorzitterschap van het Gemengd Comité wordt bij toerbeurt door de Partijen bij de Overeenkomst waargenomen, volgens in zijn reglement van orde vast te leggen regels.
2.  
Het Gemengd Comité komt ten minste eenmaal per jaar op initiatief van zijn voorzitter bijeen om de algemene werking van de Overeenkomst te bestuderen.

Bovendien komt het telkens bijeen wanneer een bijzondere aanleiding zulks vereist, op verzoek van een der Partijen bij de Overeenkomst, en wel onder in het reglement van orde vast te stellen voorwaarden.

3.  
Het Gemengd Comité kan besluiten tot oprichting van iedere werkgroep die het in de vervulling van zijn taak kan bijstaan.

Artikel 32

1.  
Wanneer een Partij bij de Overeenkomst van mening is dat het in het belang van de economieën van de beide Partijen bij de Overeenkomst is, de bij de Overeenkomst tot stand gebrachte betrekkingen uit te breiden tot gebieden die niet onder de Overeenkomst vallen, legt zij aan de andere Partij een met redenen omkleed verzoek voor.

De Partijen bij de Overeenkomst kunnen de bestudering van dit verzoek en de eventuele formulering van aanbevelingen met het oog op het aanknopen van onderhandelingen aan het Gemengd Comité opdragen.

2.  
De overeenkomsten waartoe de in lid 1 bedoelde onderhandelingen leiden, worden onderworpen aan bekrachtiging of goedkeuring door de Partijen bij de Overeenkomst, en wel overeenkomstig hun eigen procedures.

Artikel 33

De bijlagen en de Protocollen bij de Overeenkomst maken daarvan een integrerend deel uit.

Artikel 34

Elke Partij bij de Overeenkomst kan de Overeenkomst door kennisgeving aan de andere Partij opzeggen. De Overeenkomst houdt twaalf maanden na de datum van die kennisgeving op van kracht te zijn.

Artikel 35

De Overeenkomst is van toepassing op de grondgebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap onder de daarin vermelde voorwaarden geldt, enerzijds, en op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat anderzijds.

Artikel 36

Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, ►M12  de Italiaanse en de Nederlandse ◄ taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Deze Overeenkomst wordt door de Partijen bij de Overeenkomst goedgekeurd volgens hun eigen procedures.

Zij treedt in werking op 1 januari 1973, mits de Partijen bij de Overeenkomst elkaar vóór die datum kennis hebben gegeven van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Na die datum treedt deze Overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op deze kennisgeving. De uiterste datum voor deze kennisgeving is 30 november 1973.

De op 1 april 1973 geldende bepalingen worden toegepast bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, indien deze na die datum plaatsheeft.

Udfærdiget i Bruxelles, den toogtyvende juli nitten hundrede og tooghalvfjerds.

Geschehen zu Brüssel am zweiundzwanzigsten Juli neunzehnhundertzweiundsiebzig.

Done at Brussels on this twenty-second day of July in the year one thousand nine hundred and seventy-two.

Fait à Bruxelles, le vingt-deux juillet mil neuf cent soixante-douze.

Fatto a Bruxelles, il ventidue luglio millenovecentosettantadue.

Gedaan te Brussel, de tweeëntwintigste juli negentienhonderdtweeënzeventig.

▼M12 —————

▼B

På Rådet for De europæiske Fællesskabers vegne

Im Namen des Rates der Europäischen Gemeinschaften

In the name of the Council of the European Communities

Au nom du Conseil des Communautés européennes

A nome del Consiglio delle Comunità europee

Namens de Raad van de Europese Gemeenschappen

▼M12 —————

▼B

signatory

signatory

signatory

Für die Schwiezerische Eidenossenschaft

Pour la Confédération Suisse

Per la Confederazione svizzera

signatory

signatory

signatory

▼M73

BIJLAGE 1



Lijst van de in artikel 2, onder i), van de Overeenkomst bedoelde producten:

GS-code

Omschrijving

2905 43

– – Mannitol

2905 44

– – D-glucitol (sorbitol)

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

3501 10

– caseïne

ex 3501 90

– andere:

– andere dan lijm van caseïne

3502

Albuminen (daaronder begrepen concentraten van twee of meer weiproteïnen, bevattende meer dan 80 gewichtspercenten weiproteïnen, berekend op de droge stof), albuminaten en andere derivaten van albuminen:

– ovoalbumine:

3502 11

– – gedroogd

3502 19

– – andere

3502 20

– lactoalbumine, concentraten van twee of meer weiproteïnen daaronder begrepen

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

3809 10

– op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen:

– industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils:

3823 11

– – stearinezuur

3823 12

– – oliezuur

3823 19

– – andere

3823 70

– industriële vetalcoholen

3824 60

– sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

5301

Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van vlas

5302

Hennep (Cannabis sativa L.) ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van hennep

▼M70

BIJLAGE II

De in artikel 2, onder ii), van de overeenkomst bedoelde producten



GS-code

Omschrijving

1302.

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

— plantensappen en plantenextracten:

ex 1302.19

— — andere:

— — — vanille-oleohars

1404.

Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1404.20

— katoenlinters

1516.

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

ex 1516.20

— plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

— gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”

ex 1518.

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: linoxyne

▼M70

BIJLAGE III

De in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde producten

Zwitserland heeft met ingang van 1 januari 1997 het fiscaal element dat begrepen was in de douanerechten bij invoer voor de in bijlage II van de overeenkomst van 1972 genoemde producten in een intern recht omgezet, zodat deze bijlage wordt ingetrokken.

BIJLAGE IV

▼M54

Lijst van de in artikel 7 van de Overeenkomst bedoelde produkten

De douanerechten die Zwitserland op de uitvoer van de hierna genoemde produkten naar de Gemeenschap toepast, worden overeenkomstig onderstaand tijdschema afgeschaft.



Geharmoniseerd systeem Post

Omschrijving

Datum van afschaffing

ex 26.20

Assen en residuen, hoofdzakelijk aluminium bevattend

1. 1. 1993

74.04

Resten en afval van koper

1. 1. 1993

76.02

Resten en afval van aluminium

1.1. 1993

▼B

PROTOCOL nr. 1

betreffende de regeling voor bepaalde produkten



AFDELING A

REGELING VOOR DE INVOER IN DE GEMEENSCHAP VAN BEPAALDE PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT ZWITSERLAND

Artikel 1

▼M25

1.  

De douanerechten bij invoer in de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling van produkten die onder de hoofdstukken 48 en 49 van het gemeenschappelijk douanetarief vallen, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hierna volgende tijdschema:



Tijdschema

Produkten die vallen onder de tariefposten 48.01 C 11, 48.01 F, 48.07 C, 48.13 en 48.15 B

Andere produkten

Toe te passen percentages van de rechten

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

8

65

1 januari 1979

6

50

1 januari 1980

6

50

1 januari 1981

4

35

1 januari 1982

4

35

1 januari 1983

2

20

1 januari 1984

0

0

2.  

De douanerechten bij invoer in Ierland van de in lid 1 bedoelde produkten worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hierna volgende tijdschema:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

20

1 januari 1979

15

1 januari 1980

15

1 januari 1981

10

1 januari 1982

10

1 januari 1983

5

1 januari 1984

0

3.  

In afwijking van artikel 3 van de Overeenkomst passen Denemarken en het Verenigd Koninkrijk bij invoer van de in lid 1 bedoelde produkten van oorsprong uit Zwitserland de onderstaande douanerechten toe:



Tijdschema

Produkten die vallen onder de tariefposten 48.01 C II, 48.01 F, 48.07 C, 48.13 en 48.15 B

Andere produkten

Toe te passen percentages van de rechten

Toe te passen percentages van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief

1 januari 1978

8

65

1 januari 1979

6

50

1 januari 1980

6

50

1 januari 1981

4

35

1 januari 1982

4

35

1 januari 1983

2

20

1 januari 1984

0

0

▼B

4.  
Van 1 januari 1974 tot en met31 december 1983 kunnen Denemarken ►M12  ————— ◄ en het Verenigd Koninkrijk jaarlijks voor de invoer van produkten die van oorsprong uit Zwitserland zijn tariefcontingenten met vrijdom van recht openen, waarvan de omvang, die in bijlage A is vermeld voor 1974, gelijk is aan het gemiddelde van de invoer in de jaren 1968 tot en met 1971, cumulatief verhoogd met vier maal 5 %; vanaf 1 januari 1975 wordt de omvang van deze tariefcontingenten jaarlijks verhoogd met 5 %.
5.  
Met de uitdrukking „de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling” wordt bedoeld: het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 2

1.  

De douanerechten bij invoer in de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling of in Ierland van de in lid 2 genoemde produkten worden geleidelijk, in onderstaand tempo, tot de hieronder genoemde niveaus teruggebracht:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 april 1973

95

1 januari 1974

90

1 januari 1975

85

1 januari 1976

75

1 januari 1977

60

1 januari 1978

40  met een maximumheffing van 3 % ad valorem (met uitzondering van de onderverdelingen 78.01 A II en 79.01 A)

1 januari 1979

20

1 januari 1980

0

Voor de in de tabel van lid 2 vermelde onderverdelingen 78.01 A II en 79.01 A vinden de tariefverlagingen ten aanzien van de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling in afwijking van artikel 5, lid 3, van de Overeenkomst plaats met afronding op de tweede decimaal.

2.  

De in lid 1 bedoelde produkten zijn:



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

ex 73.02

Ferrolegeringen: met uitzondering van ferronikkel en onder het E.G.K.S.-Verdrag vallende produkten

76.01

Ruw aluminium; resten en afvallen, van aluminium:

A.  ruw aluminium

78.01

Ruw lood (ook indien zilverhoudend); resten en afvallen, van lood:

A.  ruw lood:

II.  ander

79.01

Ruw zink; resten en afvallen, van zink:

A.  ruw zink

81.01

Wolfram, ruw of bewerkt

81.02

Molybdeen, ruw of bewerkt

81.03

Tantalium, ruw of bewerkt

81.04

Andere onedele metalen, ruw of bewerkt; cermets, ruw of bewerkt:
B.  Cadmium
C.  Kobalt:
II.  bewerkt ►M25  
D.  Chroom:
I.  ruw; resten en afvallen:
b)  ander
II.  bewerkt  ◄
E.  Germanium
F.  Hafnium (celtium)
G.  Mangaan
H.  Niobium (columbium)
IJ.  Antimonium
K.  Titanium
L.  Vanadium
M.  Uranium waaruit U 235 is afgescheiden
O.  Zirkonium
P.  Renium
Q.  Gallium, indium, thallium
R.  Cermets

Artikel 3

Invoer van produkten waarop de tariefregeling als vermeld in de artikelen 1 en 2 van toepassing is, met uitzondering van ruw lood ander dan werklood van onderverdeling 78.01 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, is onderworpen aan jaarlijkse indicatieve maxima waarboven de ten opzichte van derde landen geldende douanerechten opnieuw kunnen worden ingesteld overeenkomstig de volgende bepalingen:

a) 

Met inachtneming van de mogelijkheid voor de Gemeenschap om de toepassing van de maxima voor bepaalde produkten op te schorten, worden de voor 1973 vastgestelde maxima vermeld in bijlage B. Bij de berekening van deze maxima wordt ervan uitgegaan dat de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling en Ierland de eerste tariefverlaging op 1 april 1973 verrichten. Voor 1974 komen de maxima overeen met die van 1973, op jaarbasis aangepast voor de Gemeenschap en verhoogd met 5 %. Met ingang van 1 januari 1975 worden de maxima jaarlijks verhoogd met 5 %.

De Gemeenschap behoudt zich ten aanzien van de onder dit Protocol vallende produkten die niet in bijlage B zijn vermeld, de mogelijkheid voor om maxima in te stellen waarvan de omvang gelijk zal zijn aan het gemiddelde van de invoer in de Gemeenschap gedurende de laatste vier jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, verhoogd met 5 %; de volgende jaren worden deze maxima jaarlijks verhoogd met 5 %.

b) 

Indien de invoer van een produkt waarvoor een maximum geldt twee achtereenvolgende jaren minder bedraagt dan 90 % van de vastgestelde omvang, schort de Gemeenschap de toepassing van dit maximum op.

c) 

In geval van conjuncturele moeilijkheden behoudt de Gemeenschap zich de mogelijkheid voor om na overleg in het Gemengd Comité de voor het lopende jaar vastgestelde omvang nog een jaar aan te houden.

d) 

De Gemeenschap stelt het Gemengd Comité op 1 december van elk jaar in kennis van de lijst van de produkten waarvoor het volgende jaar maxima gelden, alsmede van de omvang daarvan.

e) 

Invoer die heeft plaatsgevonden in het kader van de overeenkomstig artikel 1, lid 4, geopende tariefcontingenten wordt eveneens in mindering gebracht op de voor dezelfde produkten vastgestelde maxima.

f) 

In afwijking van artikel 3 van de Overeenkomst en van de artikelen 1 en 2 van dit Protocol kan, zodra een maximum is bereikt dat voor de invoer van een onder genoemd Protocol vallend produkt is vastgesteld, de heffing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief bij invoer van het betrokken produkt tot het einde van het kalenderjaar opnieuw worden ingesteld.

In dat geval:

— 
herstellen Denemarken ►M12  ————— ◄ en het Verenigd Koninkrijk vóór 1 juli 1977 de heffing van de onderstaande douanerechten:



Jaar

Toe te passen percentages van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief

1973

0

1974

40

1975

60

1976

80

— 
herstelt Ierland vóór 1 juli 1977 de heffing van de voor derde landen geldende rechten.

De uit de artikelen 1 en 2 van dit Protocol voortvloeiende douanerechten worden telkens op 1 januari van het volgende jaar opnieuw ingesteld.

g) 

Na 1 juli 1977 gaan de Partijen bij de Overeenkomst in het Gemengd Comité de mogelijkheid na om het percentage van de verhoging van de maxima te herzien, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van het verbruik en van de invoer in de Gemeenschap, alsmede met de bij de toepassing van dit artikel opgedane ervaring.

h) 

De maxima worden afgeschaft na afloop van de perioden voor de geleidelijke tariefafbraak als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dit Protocol.

Artikel 4

1.  

Tot en met 31 december 1975 handhaaft de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling een minimumheffing van de douanerechten bij invoer van de volgende produkten:



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

Gehandhaafde minimumheffing

91.01

Zakhorloges, polshorloges en dergelijke, stophorloges daaronder begrepen

0,35 R.E. per stuk

91.07

Horlogeuurwerken, volledig gemonteerd:

A.  met van een spiraalveer voorziene onrust

0,28 R.E. per stuk

91.11

Andere delen en onderdelen, voor de uurwerkmakerij:

C.  Horlogeuurwerken, niet volledig gemonteerd:

I.  met van een spiraalveer voorziene onrust

0,28 R.E. per stuk

2.  
De in lid 1 bedoelde douanerechten worden in twee gelijke gedeelten afgeschaft, en wel op 1 januari 1976 en op 1 juli 1977. In afwijking van artikel 5, lid 3, van de Overeenkomst worden de aldus verlaagde rechten toegepast met afronding op de tweede decimaal.
3.  
De Overeenkomst is van toepassing op de produkten van hoofdstuk 91 van de Naamlijst van Brussel, voor zover Zwitserland de op 20 juli 1972 te Brussel ondertekende Aanvullende Overeenkomst op de „Overeenkomst betreffende produkten van de uurwerkindustrie, tussen de Europese Economische Gemeenschap alsmede haar Lid-Staten en de Zwitserse Confederatie”, van 1967, toepast.

De in de Aanvullende Overeenkomst vastgestelde verplichtingen worden beschouwd als verplichtingen in de zin van artikel 22 van de onderhavige Overeenkomst.



AFDELING B

REGELING VOOR DE INVOER IN ZWITSERLAND VAN BEPAALDE PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT DE GEMEENSCHAP

Artikel 5

▼M25

1.  

Met ingang van 1 januari 1978 worden de douanerechten bij invoer in Zwitserland van de in bijlage C van dit Protocol genoemde produkten die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling of uit Ierland geleidelijk opgeheven volgens het onderstaande tijdschema:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

65

1 januari 1979

50

1 januari 1980

50

1 januari 1981

35

1 januari 1982

35

1 januari 1983

20

1 januari 1984

0

2.  

De douanerechten bij invoer in Zwitserland van de onder post 4418 van de nomenclatuur van de Internationale Douaneraad vallende produkten die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling of uit Ierland, worden geleidelijk opgeheven volgens het onderstaande tijdschema:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

65

1 januari 1979

50

1 januari 1980

40

1 januari 1981

20

1 januari 1982

0

3.  

Met ingang van 1 januari 1978 behoudt Zwitserland, in afwijking van artikel 3 van de Overeenkomst, zich het recht voor, op grond van economische vereisten en administratieve overwegingen, bij invoer van de in bijlage C genoemde produkten die van oorsprong zijn uit Denemarken of het Verenigd Koninkrijk de volgende douanerechten toe te passen:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

65

1 januari 1979

50

1 januari 1980

50

1 januari 1981

35

1 januari 1982

35

1 januari 1983

20

1 januari 1984

0

▼B

Artikel 6

▼M25

Voor de produkten van de posten 4418, 4801 en 4807 van de nomenclatuur van de Internationale Douaneraad behoudt Zwitserland zich de mogelijkheid voor om in geval van ernstige moeilijkheden indicatieve maxima in te stellen volgens de in artikel 3 van dit Protocol vastgestelde regels. Bij invoer boven deze maxima kunnen daarvoor opnieuw douanerechten worden ingesteld die niet hoger zijn dan die welke ten opzichte van derde landen gelden.

▼B

BIJLAGE A

Lijst van tariefcontingenten voor 1974

DENEMARKEN ►M12  ————— ◄ , VERENIGD KONINKRIJK



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

Omvang (in tonnen)

Denemarken

►M12  — ◄

Verenigd Koninkrijk

Hoofdstuk 48

PAPIER EN KARTON; CELLULOSE-, PAPIER- EN KARTONWAREN

 

 

 

►M25  48.01 ◄

►M25  Papier en karton, celluosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen: ◄

 

 

 

C.  Kraftpapier en kraftkarton:

 

 

 

ex II.  ander, met uitzondering van kraftpapier en kraftkarton voor bedekking, de zogenaamde „kraftliner”, en kraftpapier voor zakken met een grote inhoud

►M12  — ◄

145

►M25  
ex F.  ander:  ◄

 

 

 

►M25  

— Bijbelpapier, doorslagpapier; ander druk- en schrijfpapier, geen of niet meer dan 5 gewichtspercenten houtslijp bevattend

 ◄

►M12  — ◄

202

►M25  

— Grondpapier voor behangselpapier

 ◄

►M12  — ◄

244

48.03

Perkamentpapier en perkamentkarton, alsmede imitaties daarvan, zogenaamd kristalpapier daaronder begrepen, op rollen of in bladen

__

►M12  — ◄

126

►M25  48.07 ◄

►M25  Papier en karton, gestreken, voorzien van een deklaag, geimpregneerd of aan het oppervlak gekleurd (gemarmerd, geïndïenneerd en dergelijk) of bedrukt (ander dan papier en karton bedoeld bij een der posten van Hoofdstuk 49), op rollen of in bladen: ◄

 

 

 

►M25  
C.  ander:  ◄

 

 

 

►M25  

— gestreken druk- of schrijfpapier

 ◄

►M12  — ◄

152

►M25  

— overig

 ◄

►M12  — ◄

586

►M25  48.16 ◄

►M25  Dozen, zakken en andere verpakkingsmiddelen, van papier of van karton; kartonnagewerk voor kantoorgebruik, voor winkelgebruik en voor dergelijk gebruik: ◄

►M12  — ◄

 

►M25  
A.  Dozen, zakken en andere verpakkingsmiddelen, van papier of van karton  ◄

 

207

►M25  48.21 ◄

►M25  Andere werken van papierstof, van papier, van karton of van cellulosewatten: ◄

 

 

 

►M25  
B.  Luiers en inlegluiers, opgemaakt voor de verkoop in het klein  ◄

►M12  — ◄

 

►M25  
D.  andere  ◄

►M12  — ◄

147

►M25  
ex
Hoofdstuk 48  ◄

►M25  Andere produkten van hoofdstuk 48, met uitzondering van de produkten van de onderverdeling 48.01 A en van post 48.09 ◄

1 261

►M12   ◄

522

ex

Hoofdstuk 49

Artikelen van de boekhandel en produkten van de grafische kunst die in het gemeenschappelijk douanetarief zijn onderworpen aan douanerechten (49.03, 49.05 A, 49.07 A, 49.07 C II, 49.08, 49.09, 49.10, 49.11 B)

190

►M12   ◄

756 918  (1)

(1)   

In ponden sterling.

BIJLAGE B

Lijst van maxima voor 1973



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

Omvang

(in tonnen)

73.02

Ferrolegeringen:

 

C.  Ferrosilicium

6 617

76.01

Ruw aluminium; resten en afvallen, van aluminium:

 

A.  ruw aluminium

9 824

BIJLAGE C

Lijst van produkten waarvoor Zwitserland zijn rechten ten opzichte van de Gemeenschap gedurende een verlengde overgangsperiode verlaagt



Nr. van het Zwitsers douanetarief

Omschrijving

▼M25

4801.

Papier en karton, cellulosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen

▼B

4803.

Perkamentpapier en perkamentkarton, alsmede imitaties daarvan, zogenaamd kristalpapier daaronder begrepen, op rollen of in bladen:

20

— ander

▼M25

4807.

Papier en karton, gestreken, voorzien van een deklaag, geïmpregneerd of aan het oppervlak gekleurd (gemarmerd, geïndiënneerd of dergelijk) of bedrukt (ander dan papier en karton bedoeld bij een der posten van Hoofdstuk 49), op rollen of in bladen

▼B

4815.

Andere papier en karton, voor bepaalde doeleinden gesneden:

22

— ander

4821.

Andere werken van papierstof, van papier, van karton of van cellulosewatten:

20

— Tafellakens, servetten en zakdoeken

▼M73

PROTOCOL nr. 2

Betreffende bepaalde verwerkte landbouwproducten

Artikel 1

Algemene beginselen

1.  
De bepalingen van de overeenkomst zijn van toepassing op de in de tabellen I en II opgenomen producten, tenzij in dit protocol anderszins wordt bepaald.
2.  
Met name mogen de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot deze producten geen invoerrechten of heffingen van gelijke werking, zoals agrarische elementen, opleggen of uitvoerrestituties of andere algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking verlenen.
3.  
Totdat Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is op het Vorstendom Liechtenstein, zijn de bepalingen van dit protocol eveneens van toepassing op het Vorstendom Liechtenstein.

Artikel 2

Toepassing van prijscompenserende maatregelen

1.  
Teneinde rekening te houden met kostenverschillen voor de agrarische grondstoffen die voor de vervaardiging van de in tabel I genoemde producten zijn gebruikt, vormt de overeenkomst geen beletsel voor de toepassing van prijscompenserende maatregelen voor deze producten; dit betreft de heffing van agrarische elementen bij invoer en het verlenen van uitvoerrestituties of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking.
2.  
Indien een overeenkomstsluitende partij interne maatregelen toepast die de prijs van de grondstoffen voor de verwerkende industrie verlagen, wordt bij de berekening van de prijscompenserende bedragen rekening gehouden met deze maatregelen.

Artikel 3

Prijscompenserende maatregelen bij invoer

1.  
De Zwitserse basisbedragen voor de agrarische grondstoffen die bij de berekening van de agrarische elementen bij invoer in aanmerking worden genomen, overschrijden noch het verschil tussen de Zwitserse binnenlandse referentieprijs en de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap voor de desbetreffende agrarische grondstof, noch het Zwitserse invoerrecht dat thans wordt toegepast bij de invoer van de agrarische grondstof in onverwerkte staat.
2.  
De Zwitserse invoerregeling voor de in tabel I genoemde producten is neergelegd in tabel IV.
3.  
Indien de Zwitserse binnenlandse referentieprijs lager is dan de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap, mag de Gemeenschap overeenkomstig artikel 2 prijscompenserende maatregelen invoeren; dit betreft de heffing van agrarische elementen op invoer in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1460/96 en navolgende verordeningen.

Artikel 4

Prijscompenserende maatregelen bij uitvoer

1.  
De Zwitserse uitvoerrestituties of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die worden toegepast op de uitvoer van de in tabel I genoemde producten naar de Gemeenschap, overschrijden niet het verschil tussen de Zwitserse binnenlandse referentieprijs en de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap voor de agrarische grondstoffen die voor de vervaardiging van deze producten zijn gebruikt, vermenigvuldigd met de feitelijk gebruikte hoeveelheden. Indien de Zwitserse binnenlandse referentieprijs gelijk is aan of lager is dan de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap, bedraagt de Zwitserse uitvoerrestitutie of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking nul.
2.  
Indien de Zwitserse binnenlandse referentieprijs lager is dan de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap, mag de Gemeenschap overeenkomstig artikel 2 prijscompenserende maatregelen invoeren; dit betreft het verlenen van uitvoerrestituties in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1520/2000 en navolgende verordeningen of het verlenen van uitvoerrestituties of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking.
3.  
Voor suiker (GS-codes 1701 , 1702 en 1703 ) die bij de vervaardiging van de in de tabellen I en II genoemde producten wordt gebruikt, mogen de overeenkomstsluitende partijen geen uitvoerrestituties verlenen, noch een algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking.

Artikel 5

Referentieprijzen

1.  
De binnenlandse referentieprijzen van de Gemeenschap en van Zwitserland voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde agrarische grondstoffen zijn opgenomen in tabel III.
2.  
De overeenkomstsluitende partijen verstrekken het gemengd comité periodiek, en ten minste eenmaal per jaar, de binnenlandse referentieprijzen van alle grondstoffen waarvoor prijscompenserende maatregelen worden toegepast. De verstrekte binnenlandse referentieprijzen geven een beeld van de feitelijke prijssituatie op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij. Het gaat om de prijzen die gewoonlijk door de verwerkende industrie in de groothandels- of verwerkingsfase worden betaald. Indien een agrarische grondstof voor de verwerkende industrie of voor een deel daarvan beschikbaar is tegen een prijs die lager is dan die welke voor de rest van de binnenlandse markt geldt, worden de verstrekte binnenlandse referentieprijzen dienovereenkomstig aangepast.
3.  
Het gemengd comité stelt voor de in tabel III genoemde agrarische grondstoffen de binnenlandse referentieprijzen en de prijsverschillen vast op basis van de door de diensten van de Commissie en de Zwitserse federale regering verstrekte informatie. Indien het voor het behoud van de relatieve preferentiemarges noodzakelijk is, worden de basisbedragen voor de agrarische grondstoffen in tabel IV aangepast.
4.  
Het gemengd comité herziet de in de artikelen 3 en 4 bedoelde binnenlandse prijzen van agrarische grondstoffen, die zijn opgenomen in tabel III, voordat dit protocol wordt toegepast.

Artikel 6

Speciale bepaling over administratieve samenwerking

Speciale bepalingen over administratieve samenwerking zijn neergelegd in het aanhangsel van dit protocol.

Artikel 7

Wijzigingen

Het gemengd comité kan besluiten de tabellen, de aanhangsels van de tabellen en het aanhangsel van dit protocol te wijzigen.

TABEL I

Producten waarvoor prijscompenserende maatregelen gelden



GS Post nr.

Omschrijving

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

.10

– yoghurt:

ex .10

– – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

.90

– andere:

ex .90

– – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

.20

– zuivelpasta's:

ex .20

– – met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch minder dan 75 gewichtspercenten

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

.10

– margarine, andere dan vloeibare margarine:

ex .10

– – met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

.90

– andere:

ex .90

– – met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 , geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

.10

– aardappelen:

ex .10

– – in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

.20

– aardappelen:

ex .20

– – in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

– noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

.11

– – grondnoten:

ex .11

– – – pindakaas

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

– extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie:

.12

– – preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van koffie:

ex .12

– – – bevattende 1,5 of meer gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, 2,5 of meer gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, 5 of meer gewichtspercenten suiker of 5 of meer gewichtspercenten zetmeel

.20

– extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté:

ex .20

– bevattende 1,5 of meer gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, 2,5 of meer gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, 5 of meer gewichtspercenten suiker of 5 of meer gewichtspercenten zetmeel

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

.20

– tomatenketchup en andere tomatensausen

.90

– andere:

ex .90

– – andere dan mangochutney, vloeibaar

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie

2105

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

.10

– proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

ex .10

– – bevattende meer dan 1 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, meer dan 1 gewichtspercent andere vetstoffen of meer dan 5 gewichtspercenten suiker

.90

– andere

▼M78

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

.90

– andere:

ex .90

– – bevattende melkproducten als bedoeld bij de posten 0401 en 0402

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

.90

– andere:

ex .90

– – andere dan geconcentreerd druivensap met toegevoegde alcohol

▼M73

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

.10

– caseïne

.90

– andere:

ex .90

– – andere dan lijm van caseïne

TABEL II

Vrijhandelsproducten



GS Post nr.

Omschrijving

0501

Mensenhaar, onbewerkt, ook indien gewassen of ontvet; afval van mensenhaar

0502

Haar van varkens of van wilde zwijnen; dassenhaar en ander dierlijk haar, voor borstelwerk; afval van dit haar

0503

Paardenhaar (crin) en afval van paardenhaar, ook indien in vliezen, al dan niet op een onderlaag

0505

Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren:

10

– veren van de soorten die als opvulmateriaal worden gebruikt; dons

ex 90

– andere (andere dan voor voederdoeleinden)

0506

Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen

0507

Ivoor, schildpad, walvisbaarden (walvisbaardhaar daaronder begrepen), horens, geweien, hoeven, nagels, klauwen en snavels, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden; poeder en afval van deze stoffen

0508

Koraal en dergelijke stoffen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet verder bewerkt; schelpen en schalen, van schaaldieren, van weekdieren of van stekelhuidigen, alsmede rugplaten van inktvissen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden, alsmede poeder en afval van deze stoffen:

ex 00

– andere dan voor voederdoeleinden

0509

Echte sponsen

0510

Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong, die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig geconserveerd

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

40

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

90

– andere groenten en mengsels van groenten:

ex 90

– – suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0901

Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen, van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

0902

Thee, ook indien gearomatiseerd

0903

Maté

1212

Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in poedervorm; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten (ongebrande cichoreiwortels van de variëteit „Cichorium intybus sativum” daaronder begrepen) hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

ex 20

– zeewier en andere algen (andere dan voor voederdoeleinden)

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd

1401

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bijvoorbeeld bamboe, rotting, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen)

1402

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt als opvulmateriaal (bijvoorbeeld kapok, plantenhaar („crin végétal”), zeegras), ook indien in vliezen, al dan niet bevestigd op een onderlaag of tussen twee lagen, van andere stof

1403

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het vervaardigen van bezems en van borstels (bijvoorbeeld sorghopluimen en -stro, piassava, hondsgras, istle), ook indien in wrongen of in bosjes

1404

Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen:

10

– ruw plantaardig materiaal van de soort hoofdzakelijk gebruikt als verf- of looistof

20

– katoenlinters

ex 90

– andere (andere dan voor voederdoeleinden)

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

ex 00

– andere dan voor voederdoeleinden

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

20

– plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

ex 20

– – gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516 :

90

– andere:

ex 90

– – mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen

1518

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516 ; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

ex 00

– linoxyne

1520

Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen

1521

Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd

1522

Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

50

– chemisch zuivere fructose

90

– andere, daaronder begrepen invertsuiker en andere suiker en suikerstropen die in droge toestand 50 gewichtspercenten fructose bevatten:

ex 90

– – chemisch zuivere maltose (andere dan voor voederdoeleinden)

1803

Cacaopasta, ook indien ontvet

1804

Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie

1805

Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur:

90

– andere:

ex 90

– – suikermaïs (Zea mays var. saccharata); palmharten; broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen bedoeld bij post 0714

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

90

– andere groenten en mengsels van groenten:

ex 90

– – suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

80

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd):

ex 00

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

– noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

11

– – grondnoten:

ex 11

– – – grondnoten, gebrand

– andere, mengsels, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2008 19 , daaronder begrepen:

91

– – palmharten

99

– – andere:

ex 99

– – – maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

– extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie:

11

– – extracten, essences of concentraten

12

– – preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van koffie:

ex 12

– – – bevattende geen of minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, geen of minder dan 2,5 gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, geen of minder dan 5 gewichtspercenten suiker of geen of minder dan 5 gewichtspercenten zetmeel

20

– extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté:

ex 20

– – bevattende geen of minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, geen of minder dan 2,5 gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, geen of minder dan 5 gewichtspercenten suiker of geen of minder dan 5 gewichtspercenten zetmeel

30

– gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002 ); samengesteld bakpoeder:

ex 10

– levende gist (andere dan bakkersgist en andere dan voor voederdoeleinden)

ex 20

– inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan voor voederdoeleinden)

30

– samengesteld bakpoeder

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

10

– sojasaus

30

– mosterdmeel en bereide mosterd:

ex 30

– – mosterdmeel, andere dan voor voederdoeleinden; bereide mosterd

90

– andere:

ex 90

– – mangochutney, vloeibaar

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

10

– proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

ex 10

– – andere dan die welke meer dan 1 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, meer dan 1 gewichtspercent andere vetstoffen of meer dan 5 gewichtspercenten suiker bevatten

2201

Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw

▼M78

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

.10

- water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd

.90

- andere:

ex .90

- - andere dan vruchten- of groentesappen verdund met water of met koolzuur verzadigd en andere dan die welke melkbestanddelen als bedoeld bij de posten 0401 en 0402 bevatten

▼M73

2203

Bier van mout

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte:

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

20

– dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer

30

– whisky

40

– rum en tafia

50

– gin en jenever

60

– wodka

70

– likeuren

2209

Tafelazijn, natuurlijke of verkregen uit azijnzuur

▼M94



TABEL III

Binnenlandse referentieprijzen van de Europese Unie en Zwitserland

Agrarische grondstof

Binnenlandse referentieprijs Zwitserland

CHF per 100 kg nettogewicht

Binnenlandse referentieprijs EU

CHF per 100 kg nettogewicht

Artikel 4, lid 1

Toegepast door Zwitserland

Verschil referentieprijs Zwitserland/EU CHF per 100 kg nettogewicht

Artikel 3, lid 3

Toegepast door de EU

Verschil referentieprijs Zwitserland/EU EUR per 100 kg nettogewicht

Zachte tarwe

55,03

34,01

21,00

0,00

Harde tarwe

1,20

0,00

Rogge

45,00

30,60

14,40

0,00

Gerst

Mais

Meel van zachte tarwe

95,24

60,71

34,55

0,00

Vollemelkpoeder

652,27

463,32

188,95

0,00

Mageremelkpoeder

437,33

372,75

64,60

0,00

Boter

1 168,37

648,74

519,65

0,00

Witte suiker

Eieren

38,00

0,00

Verse aardappelen

40,06

15,77

24,30

0,00

Plantaardig vet

170,00

0,00

▼M73

TABEL IV

Zwitserse invoerregeling

a) 

Het douanerecht voor de in het aanhangsel van deze tabel opgenomen producten is een agrarisch element dat wordt berekend op basis van het nettogewicht. De standaardsamenstellingen worden in het aanhangsel gespecificeerd.

▼M94

b) 

Basisbedragen voor de agrarische grondstoffen die bij de berekening van de agrarische elementen in aanmerking worden genomen:



Agrarische grondstof

Door Zwitserland toegepast basisbedrag

Artikel 3, lid 2

Door de EU toegepast basisbedrag

Artikel 4, lid 2

CHF per 100 kg nettogewicht

EUR per 100 kg nettogewicht

Zachte tarwe

17,10

0,00

Harde tarwe

1,00

0,00

Rogge

11,05

0,00

Gerst

Mais

Meel van zachte tarwe

28,15

0,00

Vollemelkpoeder

154,00

0,00

Mageremelkpoeder

52,65

0,00

Boter

423,50

0,00

Witte suiker

Eieren

30,95

0,00

Verse aardappelen

18,55

0,00

Plantaardig vet

138,55

0,00

▼M78

c) 

Voor de producten in onderstaande tabel bedraagt het douanerecht nul.



Zwitserse tariefpost

Toelichting

1901.9099

 

1904.9020

 

1905.9040

 

2103.2000

 

ex 2103.9000

andere dan mangochutney, vloeibaar

2104.1000

 

2106.9010

 

2106.9024

 

2106.9029

 

2106.9030

 

2106.9040

 

2106.9099

 

ex 2202.9090

bevattende melkbestanddelen als bedoeld bij de posten 0401 en 0402

2208.9010

 

2208.9099

 

▼M73

d) 

Vanaf het moment dat dit protocol wordt toegepast, worden de douanerechten voor de in onderstaande tabel opgenomen producten in drie gelijke jaarlijkse stappen verlaagd tot nul.



Zwitserse tariefpost

Toegepast recht vanaf de inwerkingtreding

Toegepast recht een jaar na de inwerkingtreding

Toegepast recht twee jaar na de inwerkingtreding

CHF per 100 kg brutogewicht

CHF per 100 kg brutogewicht

CHF per 100 kg brutogewicht

2208.9021

27,30

13,70

0,00

2208.9022

46,70

23,30

0,00

e) 

De tariefposten in deze tabel hebben betrekking op die welke op 1 januari 2002 in Zwitserland van toepassing waren. Niettegenstaande artikel 12 bis van de overeenkomst zijn eventuele wijzigingen in de tariefnomenclatuur niet van invloed op de bepalingen in deze tabel.

▼M78

Aanhangsel



Zwitserse tariefpost

Toelichting

Zachte tarwe

Harde tarwe

Rogge

Gerst

Maïs

Meel van zachte tarwe

Vollemelkpoeder

Mageremelkpoeder

Boter

Suiker

Eieren

Verse aardappelen

Plantaardig vet

kg grondstof per 100 kg nettogewicht van het eindproduct

1901.2099

 

 

 

 

 

 

90

 

 

 

20

 

 

 

▼M73

Aanhangsel van Protocol nr. 2

Bepalingen over administratieve samenwerking

1. De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover eens dat administratieve samenwerking cruciaal is voor de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de preferentiële behandeling die in het kader van dit protocol wordt verleend. Zij verbinden zich ertoe onregelmatigheden en fraude op het gebied van douane en daarmee verband houdende kwesties te bestrijden.

2. Indien een overeenkomstsluitende partij op grond van objectieve informatie en in het kader van dit protocol ontbrekende administratieve samenwerking en/of onregelmatigheden of fraude heeft vastgesteld, kan zij de preferentiële behandeling van het betrokken product of de betrokken producten overeenkomstig deze bijlage tijdelijk schorsen.

3. Voor de toepassing van dit aanhangsel wordt onder ontbrekende administratieve samenwerking onder meer verstaan:

a) 

herhaaldelijk de verplichte verificatie van de oorsprong van het betrokken product of de betrokken producten niet uitvoeren;

b) 

herhaaldelijk weigeren de controle achteraf van het bewijs van oorsprong uit te voeren en/of de resultaten hiervan mee te delen, dan wel dit herhaaldelijk met onnodige vertraging doen;

c) 

herhaaldelijk weigeren vergunning te geven om in het kader van de administratieve samenwerking ter plaatse de authenticiteit van documenten of de juistheid van informatie, die voor het verlenen van een preferentiële behandeling van belang zijn, te verifiëren, dan wel dit herhaaldelijk met onnodige vertraging doen.

In het kader van dit aanhangsel kunnen onregelmatigheden of fraude onder meer worden vastgesteld wanneer er sprake is van een snelle toename, zonder bevredigende verklaring, van de invoer van goederen boven het gebruikelijke productieniveau en de gebruikelijke uitvoercapaciteit van de andere overeenkomstsluitende partij, terwijl er objectieve informatie over onregelmatigheden of fraude is.

4. Voor een tijdelijke schorsing moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

a) 

de overeenkomstsluitende partij die op basis van objectieve informatie ontbrekende administratieve samenwerking en/of onregelmatigheden of fraude op het gebied van douane en daarmee verband houdende kwesties vaststelt, stelt het gemengd comité onverwijld in kennis van zijn bevindingen en van de objectieve informatie, en overlegt binnen het gemengd comité op basis van alle relevante informatie en objectieve bevindingen over een voor beide partijen aanvaardbare oplossing;

b) 

wanneer de overeenkomstsluitende partijen binnen het gemengd comité overleg hebben gevoerd, maar binnen drie maanden na de kennisgeving nog geen overeenstemming hebben bereikt over een voor beide partijen aanvaardbare oplossing, kan de betrokken partij de preferentiële behandeling van het betrokken product of de betrokken producten tijdelijk schorsen. Het gemengd comité wordt onverwijld in kennis gesteld van een tijdelijke schorsing;

c) 

tijdelijke schorsingen in het kader van dit aanhangsel mogen niet langer duren dan nodig is om de financiële belangen van de betrokken overeenkomstsluitende partij te beschermen. Zij mogen een termijn van zes maanden niet overschrijden; verlenging is evenwel mogelijk. Wanneer tot een tijdelijke schorsing wordt besloten, wordt het gemengd comité hiervan onverwijld in kennis gesteld. In het gemengd comité vindt regelmatig overleg plaats, met name om ervoor te zorgen dat tijdelijke schorsingen worden beëindigd zodra niet langer aan de voorwaarden voor de schorsing wordt voldaan.

5. Tegelijk met de kennisgeving aan het gemengd comité zoals bedoeld onder punt 4a) van dit aanhangsel neemt de betrokken partij in zijn publicatieblad een kennisgeving aan de importeurs op. Hierin wordt voor het desbetreffende product aangegeven dat op grond van objectieve informatie ontbrekende administratieve medewerking en/of onregelmatigheden of fraude zijn vastgesteld.

▼M92

PROTOCOL Nr. 3

betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

1.  
Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels ( 1 ) (“de conventie”), zoals laatstelijk gewijzigd en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, van toepassing.
2.  
Alle verwijzingen naar de “desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie gelden als verwijzingen naar de overeenkomst.
3.  
Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie, mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de Europese Unie, de Republiek Turkije, de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces, de Republiek Moldavië, Georgië en Oekraïne zijn betrokken.

Artikel 2

Alternatieve toepasselijke regels van oorsprong

1.  
Niettegenstaande artikel 1 van dit protocol worden producten die preferentiële oorsprong verkrijgen overeenkomstig de alternatieve toepasselijke regels van oorsprong van aanhangsel A bij dit protocol (“overgangsregels”) voor de toepassing van de overeenkomst ook beschouwd als van oorsprong uit de Europese Unie of Zwitserland.
2.  
De overgangsregels zijn van toepassing totdat de wijziging van de conventie waarop de overgangsregels gebaseerd zijn, in werking treedt.

Artikel 3

Geschillenregeling

1.  
Indien er een geschil ontstaat in verband met de in artikel 32 van aanhangsel I bij de conventie of artikel 34 van aanhangsel A bij dit protocol beschreven controleprocedures dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die deze controle moet uitvoeren, wordt dit aan het Gemengd Comité voorgelegd.
2.  
In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 4

Wijzigingen van het protocol

Het Gemengd Comité kan besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 5

Opzegging van de conventie

1.  
Indien ofwel de Europese Unie ofwel Zwitserland de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Europese Unie en Zwitserland onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van de overeenkomst.
2.  
Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op de overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en Zwitserland toestaan.

Aanhangsel A

ALTERNATIEVE TOEPASSELIJKE REGELS VAN OORSPRONG

Regels voor facultatieve toepassing tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels, in afwachting van de sluiting en de inwerkingtreding van de wijziging van de conventie

(“de regels” of “de overgangsregels”)

DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG” EN METHODEN VAN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

INHOUDSOPGAVE

DOELSTELLINGEN

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene eisen

Artikel 3

Geheel en al verkregen producten

Artikel 4

Toereikende be- of verwerking

Artikel 5

Tolerantieregel

Artikel 6

Ontoereikende be- of verwerking

Artikel 7

Cumulatie van oorsprong

Artikel 8

Toepassingsvoorwaarden van de cumulatie van oorsprong

Artikel 9

Determinerende eenheid

Artikel 10

Stellen en assortimenten

Artikel 11

Neutrale elementen

Artikel 12

Gescheiden boekhouding

TITEL III

TERRITORIALITEITSVEREISTEN

Artikel 13

Territorialiteitsbeginsel

Artikel 14

Niet-wijziging

Artikel 15

Tentoonstellingen

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 16

Teruggave of vrijstelling van douanerechten

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 17

Algemene eisen

Artikel 18

Voorwaarden voor het opstellen van een oorsprongsverklaring

Artikel 19

Toegelaten exporteur

Artikel 20

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 21

Afgifte achteraf van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 22

Afgifte van een duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 23

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

Artikel 24

Vrije zones

Artikel 25

Vereisten bij invoer

Artikel 26

Invoer in deelzendingen

Artikel 27

Vrijstelling van het bewijs van oorsprong

Artikel 28

Verschillen en vormfouten

Artikel 29

Leveranciersverklaring

Artikel 30

Bedragen in euro

TITEL VI

SAMENWERKINGSBEGINSELEN EN BEWIJSSTUKKEN

Artikel 31

Bewijsstukken, bewaring van de bewijzen van oorsprong en andere stukken

Artikel 32

Geschillenregeling

TITEL VII

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 33

Kennisgeving en samenwerking

Artikel 34

Controle van de bewijzen van oorsprong

Artikel 35

Controle van de leveranciersverklaring

Artikel 36

Sancties

TITEL VIII

TOEPASSING VAN AANHANGSEL A

Artikel 37

Europese Economische Ruimte

Artikel 38

Liechtenstein

Artikel 39

Republiek San Marino

Artikel 40

Vorstendom Andorra

Artikel 41

Ceuta en Melilla

Lijst van bijlagen

BIJLAGE I

Aantekeningen bij de lijst in bijlage II

BIJLAGE II:

Lijst van be- of verwerkingen van materialen die niet van oorsprong zijn waardoor het vervaardigde product het karakter van product van oorsprong verkrijgt

BIJLAGE III:

Tekst van de oorsprongsverklaring

BIJLAGE IV:

Model van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

BIJLAGE V:

Bijzondere voorwaarden met betrekking tot producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla

BIJLAGE VI:

Leveranciersverklaring

BIJLAGE VII:

Langlopende leveranciersverklaring

DOELSTELLINGEN

Deze regels zijn optioneel. Zij zijn bedoeld om voorlopig te worden toegepast, in afwachting van de sluiting en de inwerkingtreding van de wijziging van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de PEM-conventie” of “de conventie”). Deze regels zijn bilateraal, van toepassing op de handel tussen die overeenkomstsluitende partijen die overeenkomen ernaar te verwijzen of ze op te nemen in hun bilaterale preferentiële handelsovereenkomsten. Deze regels zijn bedoeld om te worden toegepast als alternatief voor de regels van de conventie, die overeenkomstig de conventie geen afbreuk doen aan de beginselen die zijn neergelegd in de desbetreffende overeenkomsten en andere daarmee samenhangende bilaterale overeenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen. Deze regels zullen dus niet verplicht zijn, maar optioneel. Zij zullen kunnen worden toegepast door marktdeelnemers die aanspraak wensen te maken op preferenties die op deze regels zijn gebaseerd in plaats van op de regels van de conventie te zijn gebaseerd.

Deze regels zijn niet bedoeld om de conventie te wijzigen. De conventie blijft volledig van toepassing tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de conventie. Deze regels zullen de rechten en plichten van de overeenkomstsluitende partijen bij de conventie niet wijzigen.

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze regels wordt verstaan onder:

a) 

“toepassende overeenkomstsluitende partij”: een overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie die deze regels opneemt in haar bilaterale preferentiële handelsovereenkomsten met een andere overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie; hieronder vallen ook de partijen bij de overeenkomst;

b) 

“hoofdstukken”, “posten” en “onderverdelingen”: de hoofdstukken, posten en onderverdelingen (vier- of zescijfercodes) van de nomenclatuur die het Verdrag over het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (“geharmoniseerde systeem”) vormt met de wijzigingen ingevolge de aanbeveling van de Internationale Douaneraad van 26 juni 2004;

c) 

“ingedeeld”: de indeling van een goed onder een bepaalde post of onderverdeling van het geharmoniseerde systeem;

d) 

“zending”: producten die ofwel

i) 

gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden gezonden, of

ii) 

vergezeld gaan van één enkel vervoersdocument vanaf de verzending bij de exporteur tot de aankomst bij de geadresseerde of, in afwezigheid van een dergelijk document, van één enkele factuur;

e) 

“douaneautoriteiten van de partij of toepassende overeenkomstsluitende partij” voor de Europese Unie: een douaneautoriteit van een lidstaat van de Europese Unie;

f) 

“douanewaarde”: de waarde zoals bepaald volgens de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel van 1994 (WTO-overeenkomst inzake douanewaarde);

g) 

“prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de partij in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere aan de vervaardiging verbonden kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd. Wanneer de laatste be- of verwerking aan een fabrikant is uitbesteed, verwijst de term “fabrikant” naar het bedrijf dat de be- of verwerking heeft uitbesteed.

Wanneer de betaalde prijs niet alle kosten dekt die verbonden zijn aan de vervaardiging van het product in de partij, is de prijs af fabriek de som van al die kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;

h) 

“onderling vervangbaar materiaal” of “onderling vervangbaar product”: materiaal of product van dezelfde soort en handelskwaliteit, met dezelfde technische en fysieke kenmerken en waartussen geen onderscheid mogelijk is;

i) 

“goederen”: zowel materialen als producten;

j) 

“vervaardiging”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage;

k) 

“materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;

l) 

“maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen”: de maximale hoeveelheid niet van oorsprong zijnde materialen die is toegestaan om een vervaardiging te beschouwen als een toereikende be- of verwerking om de oorsprong te verlenen. Deze hoeveelheid kan worden uitgedrukt in procenten van de prijs af fabriek van het product of in procenten van het nettogewicht van de gebruikte materialen van een bepaalde groep hoofdstukken, een hoofdstuk, post of onderverdeling;

m) 

“product”: het product dat wordt vervaardigd, zelfs indien dit bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;

n) 

“gebied”: het grondgebied, de binnenwateren en de territoriale zee van een partij;

o) 

“toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek van het product verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere toepassende overeenkomstsluitende partijen waarmee cumulatie van toepassing is of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die in de partij van uitvoer voor deze materialen werd betaald;

p) 

“waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de partij van uitvoer is betaald. Wanneer de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong moet worden vastgesteld, is dit punt van overeenkomstige toepassing.

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene eisen

Voor de toepassing van de overeenkomst worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit een partij wanneer zij naar een andere partij worden uitgevoerd:

a) 

geheel en al in een partij verkregen producten, in de zin van artikel 3;

b) 

in een partij verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in die partij een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan in de zin van artikel 4.

Artikel 3

Geheel en al verkregen producten

1.  

De volgende producten worden, bij uitvoer naar de andere partij, beschouwd geheel en al verkregen te zijn in een partij:

a) 

uit de zeebodem of de ondergrond ervan gewonnen minerale producten en mineraal water;

b) 

aldaar gekweekte of geoogste producten van het plantenrijk, met inbegrip van waterplanten;

c) 

aldaar geboren en gehouden levende dieren;

d) 

producten afkomstig van aldaar gehouden levende dieren;

e) 

producten afkomstig van aldaar geboren en gehouden geslachte dieren;

f) 

producten van de aldaar bedreven jacht en visserij;

g) 

producten van de aquacultuur, wanneer de vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren aldaar zijn geboren of uit eieren, larven, jonge vis of visbroed zijn gekweekt;

h) 

producten van de zeevisserij en andere buiten een territoriale zee door haar schepen uit de zee gewonnen producten;

i) 

uitsluitend uit de in punt h) bedoelde producten aan boord van haar fabrieksschepen vervaardigde producten;

j) 

aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen;

k) 

resten en afval afkomstig van aldaar verrichte fabricagehandelingen;

l) 

producten gewonnen uit de buiten haar territoriale zee gelegen zeebodem of de ondergrond ervan, mits de partij exclusieve rechten heeft op de exploitatie van deze zeebodem of de ondergrond ervan;

m) 

goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met l) bedoelde producten zijn vervaardigd.

2.  

De termen “haar schepen” en “haar fabrieksschepen” in lid 1, punt h) respectievelijk i), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen die aan elk van de volgende vereisten voldoen:

a) 

zij zijn geregistreerd in de partij van uitvoer of de partij van invoer;

b) 

zij voeren de vlag van de partij van uitvoer of de partij van invoer;

c) 

zij voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

i) 

zij behoren voor ten minste 50 % toe aan onderdanen van de partij van uitvoer of de partij van invoer, of

ii) 

zij behoren toe aan vennootschappen die:

— 
hun hoofdkantoor en hun belangrijkste economische activiteiten in de partij van uitvoer of de partij van invoer hebben, en
— 
voor ten minste 50 % toebehoren aan de partij van uitvoer of de partij van invoer of aan openbare lichamen of onderdanen van deze partijen.
3.  
Wanneer de partij van uitvoer of de partij van invoer de Europese Unie is, wordt voor de toepassing van lid 2 een lidstaat van de Europese Unie verstaan.
4.  
Voor de toepassing van lid 2 worden de EVA-staten geacht één toepassende overeenkomstsluitende partij te vormen.

Artikel 4

Toereikende be- of verwerking

1.  
Onverminderd lid 3 en artikel 6 worden producten die niet geheel en al zijn verkregen in een partij, geacht een toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan wanneer aan de in lijst in bijlage II genoemde voorwaarden is voldaan.
2.  
Indien een product dat overeenkomstig lid 1 de oorsprong van een partij heeft verkregen, als materiaal wordt gebruikt bij de vervaardiging van een ander product, wordt geen rekening gehouden met de niet-oorsprongsmaterialen die bij de vervaardiging ervan kunnen zijn gebruikt.
3.  
Voor elk product wordt bepaald of aan de eisen van lid 1 is voldaan.

Wanneer de relevante regel evenwel gebaseerd is op een maximuminhoud van niet-oorsprongsmaterialen, kunnen de douaneautoriteiten van de partijen exporteurs toestemming verlenen om overeenkomstig lid 4 een gemiddelde te berekenen van de prijs af fabriek van het product en de waarde van de niet-oorsprongsmaterialen om rekening te houden met schommelingen in kosten en wisselkoersen.

4.  
Indien het in lid 3, tweede alinea, bedoelde geval van toepassing is, worden een gemiddelde prijs van het product af fabriek en een gemiddelde waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen berekend respectievelijk op basis van de som van de prijzen af fabriek van de gehele verkoop van hetzelfde product in het voorgaande boekjaar en de som van de waarde van alle niet-oorsprongsmaterialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van hetzelfde product in het voorgaande boekjaar, zoals gedefinieerd in de partij van uitvoer of, wanneer cijfers voor een geheel boekjaar ontbreken, een kortere periode die echter niet minder dan drie maanden kan zijn.
5.  
Exporteurs die gekozen hebben voor een berekening op basis van gemiddelden, moeten deze methode consistent toepassen in het jaar volgende op het referentieboekjaar dan wel, indien van toepassing, in het jaar volgende op de kortere periode die als referentieperiode is gebruikt. Zij mogen ophouden deze methode toe te passen wanneer zij vaststellen dat in een bepaald boekjaar, of in een bepaalde kortere representatieve periode van niet minder dan drie maanden, de schommelingen in de kosten of wisselkoersen die de toepassing van die methode rechtvaardigden, hebben opgehouden.
6.  
De in lid 4 bedoelde gemiddelden worden gebruikt als respectievelijk de prijs af fabriek en de waarde van niet van oorsprong zijnde materialen, om vast te stellen of voldaan is aan de voorwaarde van de maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen.

Artikel 5

Tolerantieregel

1.  

In afwijking van artikel 4 en behoudens de leden 2 en 3 mogen niet-oorsprongsmaterialen die volgens de in de lijst in bijlage II opgenomen voorwaarden bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, toch worden gebruikt, mits het totale nettogewicht of de totale waarde niet hoger is dan:

a) 

15 % van het nettogewicht van het product voor producten die onder de hoofdstukken 2 en 4 tot en met 24 vallen, met uitzondering van verwerkte visserijproducten van hoofdstuk 16;

b) 

15 % van de prijs af fabriek van het product voor andere dan onder punt a) vallende producten.

Dit lid is niet van toepassing op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerde systeem vallen, waarvoor de afwijkingen gelden die in de aantekeningen 6 en 7 van bijlage I vermeld zijn.

2.  
Lid 1 staat niet toe dat de percentages voor de maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen zoals vastgesteld in de regels in de lijst in bijlage II worden overschreden.
3.  
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op producten die geheel en al zijn verkregen in een partij in de zin van artikel 3. Onverminderd artikel 6 en artikel 9, lid 1, is de in die bepalingen vastgestelde afwijking toch van toepassing op producten waarvoor de regel in de lijst in bijlage II vereist dat de bij de vervaardiging van het product gebruikte materialen geheel en al zijn verkregen.

Artikel 6

Ontoereikende be- of verwerking

1.  

Onverminderd lid 2 worden de volgende behandelingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 4 wordt voldaan:

a) 

behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren;

b) 

splitsen en samenvoegen van colli;

c) 

wassen, schoonmaken; stofvrij maken, verwijderen van roest, olie, verf of dergelijke;

d) 

strijken of persen van textiel;

e) 

eenvoudig schilderen en polijsten;

f) 

ontvliezen of doppen en geheel of gedeeltelijk vermalen van rijst; polijsten en glanzen van granen en rijst;

g) 

kleuren of aromatiseren van suiker of vormen van suikerklonten; geheel of gedeeltelijk vermalen van kristalsuiker;

h) 

pellen, ontpitten en schillen van noten, vruchten en groenten;

i) 

aanscherpen, eenvoudig vermalen of versnijden;

j) 

zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van stellen of assortimenten van artikelen);

k) 

eenvoudig plaatsen in flessen, flacons, blikken, zakken, kratten of dozen, bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de opmaak;

l) 

aanbrengen of opdrukken van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op de verpakking;

m) 

eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten;

n) 

mengen van suiker met enige stof;

o) 

eenvoudig toevoegen van water of verdunnen, drogen of denatureren van producten;

p) 

eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel en het uit elkaar nemen van producten;

q) 

slachten van dieren;

r) 

twee of meer van de in punten a) tot en met q) genoemde handelingen tezamen.

2.  
Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan, ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle behandelingen die dit product in de partij van uitvoer heeft ondergaan, samen in aanmerking genomen.

Artikel 7

Cumulatie van oorsprong

1.  
Onverminderd artikel 2 worden producten, bij uitvoer naar de andere partij, beschouwd als van oorsprong uit de partij van uitvoer indien zij aldaar zijn verkregen uit materialen van oorsprong uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij, op voorwaarde dat de in de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven handelingen. De materialen hoeven geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan.
2.  
Indien de in de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen niet meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven behandelingen, wordt het product dat is verkregen uit materialen van oorsprong uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij, alleen als van oorsprong uit de partij van uitvoer beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij. Is dit niet het geval, dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit de toepassende overeenkomstsluitende partij die de hoogste waarde vertegenwoordigt van bij de vervaardiging van het eindproduct in de partij van uitvoer gebruikte oorsprongsmaterialen vertegenwoordigt.
3.  
Onverminderd artikel 2 en met uitzondering van producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, worden in een andere toepassende overeenkomstsluitende partij dan de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen geacht te zijn verricht in de partij van uitvoer wanneer de daarbij verkregen producten verdere be- of verwerkingen ondergaan in deze partij van uitvoer.
4.  
Onverminderd artikel 2 worden, uitsluitend voor de bilaterale handel tussen de partijen voor producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, in de partij van invoer verrichte be- of verwerkingen geacht te zijn verricht in de partij van uitvoer wanneer de producten verdere be- of verwerkingen ondergaan in deze partij van uitvoer.

Voor de toepassing van dit lid worden de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie en de Republiek Moldavië als één toepassende overeenkomstsluitende partij beschouwd.

5.  
Partijen kunnen er eenzijdig voor kiezen om de toepassing van lid 3 betreffende de invoer van producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, te verlengen. Een partij die voor een dergelijke verlenging kiest, stelt de andere partij van die beslissing in kennis en informeert de Europese Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 2.
6.  
Met het oog op de cumulatie in de zin van de leden 3 tot en met 5 worden oorsprongsproducten uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit de partij van uitvoer indien de be- of verwerkingen die zij daar hebben ondergaan, meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven handelingen.
7.  
Producten van oorsprong uit de toepassende overeenkomstsluitende partijen als bedoeld in lid 1 die in de partij van uitvoer geen be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij naar een van de andere toepassende overeenkomstsluitende partijen worden uitgevoerd.

Artikel 8

Toepassingsvoorwaarden van de cumulatie van oorsprong

1.  

De cumulatie waarin artikel 7 voorziet, kan slechts worden toegepast indien:

a) 

een preferentiële handelsovereenkomst overeenkomstig artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994 (GATT) van toepassing is tussen de toepassende overeenkomstsluitende partijen die betrokken zijn bij het verkrijgen van de oorsprong, en de toepassende overeenkomstsluitende partij van bestemming, en

b) 

goederen de oorsprong hebben verkregen door toepassing van oorsprongsregels die gelijk zijn aan die in deze regels.

2.  
Kennisgevingen waaruit blijkt dat is voldaan aan de vereisten voor de toepassing van cumulatie, worden gepubliceerd in de Publicatieblad van de Europese Unie (C-serie) en in een officiële publicatie in de Zwitserse Bondsstaat, overeenkomstig zijn eigen procedures.

De cumulatie waarin artikel 7 voorziet, is van toepassing met ingang van de datum die in deze kennisgevingen is vermeld.

De partijen verstrekken de Europese Commissie de bijzonderheden over de relevante overeenkomsten die zijn gesloten met andere toepassende overeenkomstsluitende partijen met inbegrip van de datum van inwerkingtreding van deze regels.

3.  
Op het bewijs van oorsprong wordt in het Engels de vermelding “CUMULATION APPLIED WITH (naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij/partijen in het Engels)” wanneer producten de oorsprong hebben verkregen door toepassing van cumulatie van oorsprong in overeenstemming met artikel 7.

Indien een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt gebruikt als bewijs van oorsprong, wordt die vermelding aangebracht in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

4.  
Partijen kunnen besluiten om voor de naar hen uitgevoerde producten die de oorsprong in de partij van uitvoer hebben verkregen door toepassing van cumulatie van oorsprong in overeenstemming met artikel 7, af te zien van de eis om de in lid 3 bedoelde vermelding in het bewijs van oorsprong op te nemen ( 2 ).

De partijen verstrekken de Europese Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 2, een kennisgeving van de ontheffing.

Artikel 9

Determinerende eenheid

1.  

De determinerende eenheid voor de toepassing van deze regels is het product dat bij de bepaling van de indeling volgens de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd. Hieruit volgt dat:

a) 

wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder één enkele post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;

b) 

wanneer een zending uit een aantal identieke producten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van deze regels afzonderlijk moet worden genomen.

2.  
Wanneer volgens algemene regel 5 van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
3.  
Toebehoren, reserveonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden verzonden en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs af fabriek zijn begrepen, worden geacht één geheel te vormen met het materieel respectievelijk de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.

Artikel 10

Stellen en assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 van het geharmoniseerde systeem worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn.

Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt toch als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn, niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment.

Artikel 11

Neutrale elementen

Om te bepalen of een product een product van oorsprong is, hoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprong is van bij de vervaardiging van dat product gebruikte:

a) 

energie en brandstof;

b) 

fabrieksuitrusting;

c) 

machines en werktuigen;

d) 

goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en waarvan het ook niet de bedoeling is dat zij daarin voorkomen.

Artikel 12

Gescheiden boekhouding

1.  
Indien zowel van oorsprong als niet van oorsprong zijnde onderling vervangbare materialen worden gebruikt bij de be- of verwerking van een product, mogen marktdeelnemers deze materialen beheren met behulp van een gescheiden boekhouding zonder dat zij apart moeten worden opgeslagen.
2.  
Marktdeelnemers mogen zowel van oorsprong als niet van oorsprong zijnde onderling vervangbare producten van post 1701 beheren met behulp van een gescheiden boekhouding zonder dat de producten apart moeten worden opgeslagen.
3.  
De partijen mogen eisen dat voor de toepassing van een gescheiden boekhouding vooraf een vergunning moet worden aangevraagd bij de douaneautoriteiten. De douaneautoriteiten mogen het verlenen van de vergunning afhankelijk stellen van alle door hen passend geachte voorwaarden en houden toezicht op het gebruik van de vergunning. De douaneautoriteiten kunnen de vergunning te allen tijde intrekken wanneer de houder er op enigerlei wijze oneigenlijk gebruik van maakt of niet aan een van de andere in deze regels vastgestelde voorwaarden voldoet.

Door middel van een gescheiden boekhouding moet worden gegarandeerd dat er te allen tijde niet meer producten als “van oorsprong uit de partij van uitvoer” kunnen worden beschouwd dan het geval zou zijn geweest bij een methode van fysieke scheiding van de voorraden.

De methode van de gescheiden boekhouding wordt toegepast en de toepassing van die methode wordt geregistreerd overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen die in de partij van uitvoer van toepassing zijn.

4.  
De gebruiker van de in de leden 1 en 2 bedoelde methode stelt bewijzen van oorsprong op of vraagt om de afgifte ervan voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong uit de partij van uitvoer kunnen worden beschouwd. De begunstigde geeft op verzoek van de douaneautoriteiten een verklaring af over de wijze waarop de hoeveelheden zijn beheerd.

TITEL III

TERRITORIALITEITSVEREISTEN

Artikel 13

Territorialiteitsbeginsel

1.  
Aan de in titel II beschreven voorwaarden moet ononderbroken zijn voldaan in een betrokken partij.
2.  

Indien producten van oorsprong uit een partij naar een ander land zijn uitgevoerd en vervolgens terugkeren, worden zij als niet van oorsprong beschouwd tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

a) 

de teruggekeerde producten dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde producten, en

b) 

zij tijdens de periode dat ze in dat land waren of waren uitgevoerd, geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.

3.  

Het verkrijgen van de oorsprong overeenkomstig de voorwaarden van titel II wordt niet beïnvloed door buiten de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen van uit die partij van uitvoer uitgevoerde en vervolgens wederingevoerde materialen, mits:

a) 

die materialen geheel en al in de partij van uitvoer zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven handelingen, en

b) 

ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

i) 

de wederingevoerde producten het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen, en

ii) 

de totale, door de toepassing van dit artikel buiten de partij van uitvoer verkregen toegevoegde waarde niet meer dan 10 % bedraagt van de prijs af fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.

4.  
Voor de toepassing van lid 3 zijn de voorwaarden in titel II voor het verkrijgen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel in de lijst in bijlage II een regel is opgenomen met een maximumwaarde voor alle gebruikte niet-oorsprongsmaterialen om de oorsprong van het eindproduct te bepalen, mag de totale waarde van de niet-oorsprongsmaterialen die in het gebied van de partij van uitvoer zijn verwerkt, samen met de totale, door de toepassing van dit artikel buiten deze partij verkregen toegevoegde waarde, het vermelde percentage niet overschrijden.
5.  
Voor de toepassing van de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de partij van uitvoer gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de aldaar toegevoegde materialen.
6.  
De leden 3 en 4 zijn niet van toepassing op producten die niet aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II voldoen of die slechts door toepassing van de algemene tolerantieregel van artikel 5 als in toereikende mate be- of verwerkt kunnen worden aangemerkt.
7.  
Alle buiten de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen die onder dit artikel vallen, vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.

Artikel 14

Niet-wijziging

1.  
De bij de overeenkomst vastgestelde preferentiële behandeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de eisen van deze regels voldoen en bij invoer zijn aangegeven in een partij op voorwaarde dat die producten dezelfde zijn als die welke uit de partij van uitvoer zijn uitgevoerd. Zij mogen op geen enkele wijze gewijzigd zijn en ook geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk zijn om ze in goede staat te bewaren, of dan de toevoeging of het aanbrengen van merken, etiketten, verzegelingen of documentatie ter naleving van specifieke binnenlandse vereisten van de partij van invoer, welke behandelingen zijn verricht onder douanetoezicht in het derde land of de derde landen van doorvoer of splitsing, voordat zij tot verbruik worden aangegeven.
2.  
De producten of zendingen mogen worden opgeslagen op voorwaarde dat zij in het derde land of de derde landen van doorvoer onder douanetoezicht blijven.
3.  
Onverminderd titel V van dit aanhangsel mogen zendingen worden gesplitst op voorwaarde dat zij in het derde land of de derde landen van splitsing onder douanetoezicht blijven.
4.  

In geval van twijfel kan de partij van invoer de importeur of diens vertegenwoordiger steeds vragen de nodige documenten voor te leggen waaruit blijkt dat aan de bepalingen van dit artikel is voldaan, welk bewijs op enigerlei wijze kan worden geleverd en met name door:

a) 

vervoersovereenkomsten zoals cognossementen;

b) 

feitelijk of concreet bewijsmateriaal zoals merktekens of nummers van colli;

c) 

een certificaat waarin wordt bevestigt dat de goederen geen behandeling hebben ondergaan, afgegeven door de douaneautoriteiten van het land of de landen van doorvoer of splitsing, of andere stukken waaruit blijkt dat de goederen onder douanetoezicht zijn gebleven in het land of de landen voor doorvoer of splitsing, of

d) 

ander bewijsmateriaal betreffende de goederen zelf.

Artikel 15

Tentoonstellingen

1.  

Op oorsprongsproducten die zijn verzonden naar een tentoonstelling in een ander land dan dat waarmee cumulatie van toepassing is overeenkomstig de artikelen 7 en 8, en die na de tentoonstelling zijn verkocht voor invoer in een partij, zijn bij invoer van de desbetreffende overeenkomst van toepassing mits ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:

a) 

een exporteur de producten vanuit een partij naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en deze daar heeft tentoongesteld;

b) 

de exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze heeft afgestaan aan een persoon in een andere partij;

c) 

de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan, zijn verzonden, en

d) 

de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.

2.  
Een bewijs van oorsprong wordt afgegeven of opgesteld overeenkomstig titel V van dit aanhangsel, en op de normale wijze bij de douaneautoriteiten van de partij van invoer worden ingediend. Op dit bewijs moeten de naam en het adres van de tentoonstelling zijn vermeld. Indien nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden verlangd ten aanzien van de voorwaarden waarop de producten waren tentoongesteld.
3.  
Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden, en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 16

Teruggave of vrijstelling van douanerechten

1.  
Niet-oorsprongsmaterialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallende producten van oorsprong uit een partij waarvoor overeenkomstig titel V van dit aanhangsel een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de partij van uitvoer niet in aanmerking voor teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
2.  
Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor volledige of gedeeltelijke terugbetaling, kwijtschelding of niet-betaling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in de partij van uitvoer van toepassing is op bij de vervaardiging gebruikte materialen, indien een dergelijke terugbetaling, kwijtschelding of niet-betaling uitdrukkelijk of feitelijk toepassing vindt wanneer uit de bovenbedoelde materialen verkregen producten worden uitgevoerd, maar niet wanneer deze producten aldaar tot verbruik worden bestemd.
3.  
De exporteur van producten die door een bewijs van oorsprong zijn gedekt, moet steeds op verzoek van de douaneautoriteiten de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat geen teruggave van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte niet-oorsprongsmaterialen en dat alle douanerechten of heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, daadwerkelijk zijn betaald.
4.  
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing op de handel tussen de partijen voor producten die de oorsprongsstatus hebben verkregen door toepassing van de in artikel 7, lid 4 of lid 5, genoemde cumulatie van oorsprong.

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 17

Algemene eisen

1.  

Producten van oorsprong uit een van de partijen komen bij invoer in een andere partij in aanmerking voor de bepalingen van de overeenkomst bij indiening van een van de volgende bewijzen van oorsprong:

a) 

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage IV bij dit aanhangsel is opgenomen;

b) 

in de in artikel 18, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur op een factuur, pakbon of ander handelsdocument waarin de producten voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kunnen identificeren (hierna “oorsprongsverklaring” genoemd); de tekst van de oorsprongsverklaring is opgenomen in bijlage III bij dit aanhangsel.

2.  
Niettegenstaande lid 1 komen oorsprongsproducten in de zin van deze regels in de in artikel 27 bedoelde gevallen in aanmerking voor de bepalingen van deze overeenkomst zonder dat een van de in lid 1 bedoelde bewijzen van oorsprong hoeft te worden voorgelegd.
3.  
Onverminderd lid 1 kunnen de partijen overeenkomen dat voor de onderlinge preferentiële handel de in lid 1, punten a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong worden vervangen door attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs overeenkomstig de interne wetgeving van de partijen.

Het gebruik van attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs dat door twee of meer toepassende overeenkomstsluitende partijen is overeengekomen, mag het gebruik van diagonale cumulatie met andere toepassende overeenkomstsluitende partijen niet belemmeren.

4.  
Voor de toepassing van lid 1 kunnen de partijen overeenkomen om een systeem op te zetten waarmee de in lid 1, punten a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong elektronisch kunnen worden afgegeven en/of ingediend.
5.  
Voor de toepassing van artikel 7, indien artikel 8, lid 4, van toepassing is, moet de exporteur die is gevestigd in een toepassende overeenkomstsluitende partij die een bewijs van oorsprong afgeeft of vraagt om afgifte van een bewijs van oorsprong op basis van een ander bewijs van oorsprong waarvoor is afgezien van de eis om de in artikel 8, lid 3, bedoelde vermelding op te nemen, alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden voor toepassing van cumulatie is voldaan en moet hij alle relevante documenten aan de douaneautoriteiten kunnen voorleggen.

Artikel 18

Voorwaarden voor het opstellen van een oorsprongsverklaring

1.  

Een oorsprongsverklaring als bedoeld in artikel 17, lid 1, punt b), mag worden opgesteld:

a) 

door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 19, of

b) 

door andere exporteurs, voor zendingen bestaande uit een of meer colli die oorsprongsproducten waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000  EUR bedraagt.

2.  
Een oorsprongsverklaring mag worden opgesteld indien de producten als van oorsprong uit een toepassende overeenkomstsluitende partij kunnen worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
3.  
De exporteur die een oorsprongsverklaring opstelt, moet op verzoek van de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer steeds de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
4.  
Deze oorsprongsverklaring, waarvan de tekst in bijlage III bij dit aanhangsel is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen taalversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van de partij van uitvoer. Indien de verklaring met de hand wordt geschreven, moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.
5.  
De oorsprongsverklaring wordt door de exporteur met de hand ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 19 hoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle oorsprongsverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze met de hand had ondertekend.
6.  
Een oorsprongsverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij of na de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft (“de oorsprongsverklaring achteraf”), maar moet binnen twee jaar na de invoer van de producten waarop zij betrekking heeft, in het land van invoer worden aangeboden.

Wanneer een zending overeenkomstig artikel 14, lid 3, wordt gesplitst en op voorwaarde dat dezelfde termijn van twee jaar wordt nagekomen, wordt de oorsprongsverklaring achteraf opgesteld door de toegelaten exporteur van de partij van uitvoer van de producten.

Artikel 19

Toegelaten exporteur

1.  
De douaneautoriteiten van de partij van uitvoer mogen, met inachtneming van de nationale voorschriften, een in die partij gevestigde exporteur (“de toegelaten exporteur”) vergunning verlenen om oorsprongsverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten.
2.  
Een exporteur die een dergelijke vergunning aanvraagt, moet ten genoegen van de douaneautoriteiten alle nodige garanties bieden met betrekking tot de controle van de oorsprong van de producten en de naleving van de andere voorwaarden van deze regels.
3.  
De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een vergunningnummer toe dat op de oorsprongsverklaring moet worden vermeld.
4.  
De douaneautoriteiten zien toe op het juiste gebruik van de vergunning. Zij kunnen de vergunning intrekken als de toegelaten exporteur er oneigenlijk gebruik van maakt en trekken deze in als de toegelaten exporteur niet langer de in lid 2 bedoelde garanties biedt.

Artikel 20

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.  
Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer afgegeven op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn daartoe gemachtigde vertegenwoordiger.
2.  
Te dien einde vult de exporteur of zijn daartoe gemachtigde vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in, waarvan de modellen in bijlage IV bij dit aanhangsel zijn opgenomen. Die formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de overeenkomst is opgesteld en in overeenstemming met de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Worden zij met de hand ingevuld, dan moet dit met inkt en in blokletters gebeuren. De producten worden omschreven in het daartoe bestemde zonder dat regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig wordt ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en wordt het niet-ingevulde gedeelte doorgehaald.
3.  
Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bevat in vak 7 de verklaring in het Engels “TRANSITIONAL RULES”.
4.  
Exporteurs die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoeken, moeten op verzoek van de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, steeds de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
5.  
Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de bevoegde douaneautoriteiten van de partij van uitvoer indien de betrokken producten beschouwd kunnen worden als producten van oorsprong en aan de andere eisen van deze regels voldoen.
6.  
De met de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 belaste douaneautoriteiten nemen de nodige maatregelen om de oorsprong van de producten te controleren en om na te gaan of aan alle andere eisen van deze regels is voldaan. Met het oog hierop hebben zij het recht alle bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij nodig achten. Zij zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren naar behoren zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het voor de omschrijving van de producten bestemde vak zodanig is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.
7.  
De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
8.  
Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de uitvoer van de goederen heeft plaatsgevonden of het gewaarborgd is dat dat zal gebeuren.

Artikel 21

Afgifte achteraf van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.  

Niettegenstaande artikel 20, lid 8, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 worden afgegeven na de uitvoer van de producten waarop het betrekking heeft, indien:

a) 

dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is afgegeven;

b) 

ten genoegen van de douaneautoriteiten is aangetoond dat een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven, maar dat dit bij de invoer om technische redenen niet is aanvaard;

c) 

de eindbestemming van de betrokken producten niet bekend was op het tijdstip van uitvoer en pas werd bepaald tijdens het vervoer of de opslag en na een mogelijke splitsing van een zending, overeenkomstig artikel 14, lid 3;

d) 

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of EUR-MED is afgegeven overeenkomstig de regels van de PEM-conventie voor producten die volgens deze regels ook van oorsprong zijn; de exporteur neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden voor toepassing van cumulatie is voldaan en moet alle relevante documenten waaruit blijkt dat het product overeenkomstig deze regels van oorsprong is, aan de douaneautoriteiten kunnen voorleggen, of

e) 

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven op basis van artikel 8, lid 4, en bij invoer in een andere toepassende overeenkomstsluitende partij moet artikel 8, lid 3, worden toegepast.

2.  
Voor de toepassing van lid 1 vermeldt de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, alsmede de redenen voor zijn aanvraag.
3.  
De douaneautoriteiten kunnen tot twee jaar na de datum van uitvoer tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan, maar pas nadat zij hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
4.  
In aanvulling op het vereiste krachtens artikel 20, lid 3, wordt op een achteraf afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 in het Engels de volgende vermelding aangebracht: “ISSUED RETROSPECTIVELY”
5.  
De in lid 4 bedoelde vermelding wordt aangebracht in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 22

Afgifte van een duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.  
In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hebben afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
2.  
In aanvulling op het vereiste krachtens artikel 20, lid 3, wordt op het overeenkomstig lid 1 afgegeven duplicaat de volgende vermelding in het Engels aangebracht: “DUPLICATE”.
3.  
De in lid 2 bedoelde vermelding wordt aangebracht in vak 7 van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
4.  
Het duplicaat draagt dezelfde datum van afgifte als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en is vanaf die datum geldig.

Artikel 23

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

1.  
Een bewijs van oorsprong is tien maanden geldig vanaf de datum van afgifte of opstelling in de partij van uitvoer en moet binnen deze periode aan de douaneautoriteiten van de partij van invoer worden voorgelegd.
2.  
Bewijzen van oorsprong die na afloop van de in lid 1 genoemde geldigheidsduur aan de douaneautoriteiten van de partij van invoer worden voorgelegd, kunnen met het oog op de toepassing van de tariefpreferenties worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van buitengewone omstandigheden.
3.  
In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van de partij van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden wanneer de producten vóór afloop van voornoemde termijn bij hen zijn aangebracht.

Artikel 24

Vrije zones

1.  
De partijen nemen alle nodige maatregelen om te garanderen dat producten die onder dekking van een bewijs van oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, niet door andere goederen worden vervangen en geen andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.
2.  
Wanneer, in afwijking van lid 1, producten van oorsprong uit een toepassende overeenkomstsluitende partij onder dekking van een bewijs van oorsprong in een vrije zone worden ingevoerd en daar een be- of verwerking ondergaan, mag een nieuw bewijs van oorsprong worden afgegeven of opgesteld, mits deze be- of verwerking in overeenstemming is met deze regels.

Artikel 25

Vereisten bij invoer

Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van de partij van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures.

Artikel 26

Invoer in deelzendingen

Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van de partij van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2, punt a), voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406 , in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.

Artikel 27

Vrijstelling van het bewijs van oorsprong

1.  
Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, worden als oorsprongsproducten toegelaten zonder dat een bewijs van oorsprong hoeft te worden voorgelegd, voor zover het om invoer gaat waaraan elk handelskarakter ontbreekt, er is aangegeven dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van deze regels voldoen en er geen twijfel bestaat over de juistheid van die aangifte.
2.  

Onder invoer waaraan elk handelskarakter ontbreekt wordt verstaan:

a) 

incidentele invoer;

b) 

de invoer bestaat uitsluitend uit producten voor het persoonlijk gebruik van de ontvangers, de reizigers of de leden van hun gezin;

c) 

uit de aard en de hoeveelheid van de producten blijkt dat deze geen commerciële doeleinden dienen.

3.  
De totale waarde van die producten mag niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200  EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 28

Verschillen en vormfouten

1.  
Geringe verschillen tussen de gegevens op een bewijs van oorsprong en de gegevens op de documenten die voor het vervullen van de invoerformaliteiten bij het douanekantoor worden ingediend, maken het bewijs van oorsprong niet automatisch ongeldig indien blijkt dat dat document wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.
2.  
Kennelijke vormfouten, zoals typefouten op een bewijs van oorsprong, leiden er niet toe dat de documenten als bedoeld in lid 1 worden geweigerd indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de gegevens in die documenten.

Artikel 29

Leveranciersverklaring

1.  
Wanneer in een partij een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven of een oorsprongsverklaring is opgesteld voor oorsprongsproducten bij de vervaardiging waarvan overeenkomstig artikel 7, lid 3, of artikel 7, lid 4, goederen uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij zijn gebruikt die daar een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen, wordt rekening gehouden met de leveranciersverklaring die voor deze goederen overeenkomstig dit artikel is afgegeven.
2.  
De in lid 1 bedoelde leveranciersverklaring dient als bewijs van de be- of verwerking die de betrokken goederen in een toepassende overeenkomstsluitende partij hebben ondergaan, bij de beoordeling of de producten bij de vervaardiging waarvan deze goederen zijn gebruikt, als producten van oorsprong uit de partij van uitvoer kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van deze regels voldoen.
3.  
Behalve in de in lid 4 bedoelde gevallen stelt de leverancier voor iedere zending goederen een afzonderlijke leveranciersverklaring op in de in bijlage VI omschreven vorm op een blad papier dat aan de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument wordt gehecht waarin de betrokken goederen voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kunnen identificeren.
4.  
Wanneer een leverancier een bepaalde afnemer regelmatig goederen toezendt waarvan de be- of verwerking in een toepassende overeenkomstsluitende partij naar verwachting gedurende een periode constant zal blijven, mag hij één enkele leveranciersverklaring opstellen (“langlopende leveranciersverklaring”, elders ook “leveranciersverklaring voor herhaald gebruik”) ter dekking van opeenvolgende zendingen van deze goederen. Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk twee jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage VII omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
5.  
De in de leden 3 en 4 bedoelde leveranciersverklaringen worden getypt of gedrukt in een van de talen van de overeenkomst, overeenkomstig het nationale recht van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring wordt opgesteld, en wordt door de leverancier met de hand ondertekend. De verklaring mag ook met de hand worden geschreven; in dat geval moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.
6.  
De leverancier die een verklaring opstelt, moet op verzoek van de douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring is opgesteld, steeds de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de gegevens in zijn verklaring juist zijn.

Artikel 30

Bedragen in euro

1.  
Voor de toepassing van artikel 18, lid 1, punt b), en artikel 27, lid 3, wordt, wanneer de producten gefactureerd zijn in een andere valuta dan de euro, de tegenwaarde in euro van de bedragen in de nationale valuta's van de partijen jaarlijks door elk van de betrokken landen vastgesteld.
2.  
Artikel 18, lid 1, punt b), of artikel 27, lid 3, is van toepassing op zendingen op basis van de valuta waarin de factuur is opgesteld, overeenkomstig het bedrag dat door het betrokken land is vastgesteld.
3.  
De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die valuta van de bedragen in euro op de eerste werkdag van de maand oktober. De tegenwaarde wordt de Europese Commissie uiterlijk 15 oktober meegedeeld en is van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Europese Commissie stelt alle betrokken landen in kennis van de desbetreffende bedragen.
4.  
Een partij mag het bedrag dat is verkregen door omrekening van een in euro uitgedrukt bedrag in haar nationale valuta, naar boven of naar beneden afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 % afwijken van het door omrekening verkregen bedrag. Een partij kan de tegenwaarde in haar nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag ongewijzigd handhaven, indien de omrekening van dit bedrag bij de in lid 3 bedoelde jaarlijkse aanpassing, vóór afronding, tot een stijging van minder dan 15 % van die tegenwaarde leidt. De tegenwaarde in nationale valuta mag ongewijzigd blijven indien de omrekening tot een daling van de tegenwaarde leidt.
5.  
Op verzoek van een partij worden de bedragen in euro door het Gemengd Comité herzien. Bij die herziening onderzoekt het Gemengd Comité of het wenselijk is de effecten van de betrokken limieten in reële termen te handhaven. Het kan te dien einde besluiten de bedragen in euro te wijzigen.

TITEL VI

SAMENWERKINGSBEGINSELEN EN BEWIJSSTUKKEN

Artikel 31

Bewijsstukken, bewaring van het bewijs van oorsprong en andere stukken

1.  
Een exporteur die een oorsprongsverklaring heeft opgesteld of een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 heeft aangevraagd, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar na de datum van afgifte of opstelling van de oorsprongsverklaring een papieren of elektronische versie van dit bewijs van oorsprong, alsmede alle stukken waaruit blijkt dat de producten van oorsprong zijn.
2.  
De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 29, lid 6, bedoelde documenten, gedurende ten minste drie jaar.

De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 29, lid 6, bedoelde documenten, gedurende ten minste drie jaar. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt.

3.  

Voor de toepassing van lid 1 vallen onder stukken waaruit blijkt dat de producten van oorsprong zijn onder meer:

a) 

een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door hem verrichte be- of verwerkingen om het product te verkrijgen;

b) 

in de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij in overeenstemming met de nationale wetgeving afgegeven of opgestelde stukken die de oorsprong van de gebruikte materialen staven;

c) 

in de desbetreffende partij in overeenstemming met de nationale wetgeving afgegeven of opgestelde stukken die de be- of verwerking van materialen in die partij staven;

d) 

in de partijen in overeenstemming met deze regels afgegeven of opgestelde oorsprongsverklaringen of certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die de oorsprong van de gebruikte materialen staven;

e) 

passende bewijsstukken betreffende de be-of verwerking buiten de partijen door toepassing van artikelen 13 en 14 waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van deze artikelen is voldaan.

4.  
De douaneautoriteiten van de partij van uitvoer die een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven, bewaren het in artikel 20, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende ten minste drie jaar.
5.  
De douaneautoriteiten van de partij van invoer bewaren de oorsprongsverklaringen en de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die bij hen werden ingediend, gedurende ten minste drie jaar.
6.  
Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in een toepassende overeenkomstsluitende partij, opgesteld in die toepassende overeenkomstsluitende partij, wordt behandeld als een in artikel 18, lid 3, artikel 20, lid 4, en artikel 29, lid 6, bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als van oorsprong uit die toepassende overeenkomstsluitende partij kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van deze regels voldoen.

Artikel 32

Geschillenregeling

Indien er een geschil rijst in verband met de in de artikelen 34 en 35 beschreven controleprocedures, of in verband met de interpretatie van dit aanhangsel, dat niet kan worden geregeld tussen de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die de controle moeten uitvoeren, wordt dit voorgelegd aan het Gemengd Comité.

Op de regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteiten van de partij van invoer is in alle gevallen de wetgeving van dat land van toepassing.

TITEL VII

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 33

Kennisgeving en samenwerking

1.  
De douaneautoriteiten van de partijen verstrekken elkaar specimens van de afdrukken van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, voorbeelden van de aan toegelaten exporteurs toegekende vergunningnummers en de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en oorsprongsverklaringen.
2.  
Ten behoeve van de correcte toepassing van deze regels verlenen de partijen elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens.

Artikel 34

Controle van het bewijs van oorsprong

1.  
Bewijzen van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd of ook wanneer de douaneautoriteiten van de partij van invoer gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van deze regels.
2.  
Wanneer zij een verzoek om controle achteraf indienen, zenden de douaneautoriteiten van de partij van invoer het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, de factuur, indien die is voorgelegd, de oorsprongsverklaring of een kopie van deze documenten terug aan de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer, indien van toepassing onder vermelding van de redenen van het verzoek om controle. Zij verstrekken bij dit verzoek alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.
3.  
De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer. Met het oog hierop hebben zij het recht alle bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij nodig achten.
4.  
Indien de douaneautoriteiten van de partij van invoer besluiten de preferentiële behandeling in afwachting van de resultaten van de controle niet toe te kennen, bieden zij de importeur aan de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
5.  
De douaneautoriteiten die om de controle hebben verzocht, worden zo snel mogelijk over de resultaten geïnformeerd. Hierbij moet duidelijk worden aangegeven of de documenten echt zijn, en of de betrokken producten kunnen worden beschouwd als van oorsprong uit een van de partijen en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
6.  
Wanneer bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kennen de verzoekende douaneautoriteiten de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.

Artikel 35

Controle van de leveranciersverklaring

1.  
Leveranciersverklaringen of langlopende leveranciersverklaringen kunnen achteraf steekproefsgewijs worden gecontroleerd of ook wanneer de douaneautoriteiten van een partij waar die verklaringen in aanmerking zijn genomen bij de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of de opstelling van een oorsprongsverklaring, gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van het document of de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
2.  
Met het oog op de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van de in lid 1 bedoelde partij de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring en de facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten die betrekking hebben op de goederen die door die verklaring zijn gedekt, terug aan de douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring werd opgesteld, onder vermelding van de materiële of formele redenen van het verzoek om controle.

Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring onjuist zijn.

3.  
De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring werd opgesteld. Met het oog hierop hebben zij het recht alle bewijsstukken op te vragen, de administratie van de leverancier in te zien en elke andere controle te verrichten die zij nodig acht.
4.  
De douaneautoriteiten die om de controle hebben verzocht, worden zo snel mogelijk over de resultaten geïnformeerd. Hierbij moet duidelijk worden aangegeven of de gegevens in de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring juist zijn, en de resultaten moeten hen in staat stellen te bepalen of en in hoeverre deze verklaring in aanmerking kon worden genomen bij de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of de opstelling van een oorsprongsverklaring.

Artikel 36

Sancties

Elke partij voorziet in het opleggen van straf-, civiel- of bestuursrechtelijke sancties voor schendingen van haar nationale wetgeving met betrekking tot deze regels.

TITEL VIII

TOEPASSING VAN AANHANGSEL A

Artikel 37

Europese Economische Ruimte

Goederen van oorsprong uit de Europese Economische Ruimte (EER) in de zin van Protocol 4 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte worden geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen (“de EER-partijen”) wanneer zij respectievelijk uit de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen naar Zwitserland worden uitgevoerd, op voorwaarde dat er een vrijhandelsovereenkomst waarin deze regels worden gebruikt, van toepassing is tussen Zwitserland en de EER-partijen.

Artikel 38

Liechtenstein

Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit Liechtenstein als gevolg van de douane-unie tussen Zwitserland en Liechtenstein geacht van oorsprong te zijn uit Zwitserland.

Artikel 39

Republiek San Marino

Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit de Republiek San Marino als gevolg van de douane-unie tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie.

Artikel 40

Vorstendom Andorra

Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit het Vorstendom Andorra dat is ingedeeld onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, als gevolg van de douane-unie tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie.

Artikel 41

Ceuta en Melilla

1.  
Voor de toepassing van deze regels heeft de term “Europese Unie” geen betrekking op Ceuta en Melilla.
2.  
Producten van oorsprong uit Zwitserland die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van Protocol nr. 2 bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen ( 3 ) van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Europese Unie. Zwitserland past op de invoer van onder de desbetreffende overeenkomst vallende producten die van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla, dezelfde douaneregeling toe als op de invoer van producten die van oorsprong zijn uit de Europese Unie.
3.  
Voor de toepassing van lid 2 zijn deze regels van overeenkomstige toepassing op de producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van bijlage V.

BIJLAGE I

INLEIDENDE AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II

Aantekening 1 — Algemene inleiding

In deze lijst zijn de voorwaarden omschreven waarop producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 4 van titel II van dit aanhangsel Er zijn vier verschillende soorten oorsprongsregels, al naargelang van het product:

a) 

door be- of verwerking, waarbij een maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen niet mag worden overschreden;

b) 

door be- of verwerking, waardoor een product ontstaat dat onder een andere post (viercijfercode) of onderverdeling (zescijfercode) van het geharmoniseerde systeem valt dan de post (viercijfercode) of onderverdeling (zescijfercode) van de gebruikte materialen;

c) 

een specifieke be- of verwerking;

d) 

een be- of verwerking van geheel en al verkregen materialen.

Aantekening 2 — Structuur van de lijst

2.1. De eerste twee kolommen van de lijst geven het verkregen product aan. In kolom 1 is het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerd systeem vermeld en kolom 2 bevat de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door “ex” betekent dat de regels in kolom 3 alleen gelden voor het gedeelte van de post dat in kolom 2 is omschreven.

2.2. Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van de producten in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan zijn de regels daarnaast in kolom 3 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld.

2.3. Wanneer in de lijst verschillende regels worden gegeven voor verschillende producten die onder dezelfde post vallen, wordt na elk streepje dat deel van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 vermelde regels van toepassing zijn.

2.4. Wanneer in kolom 3 twee regels worden gegeven, gescheiden door het woord “of”, kan de exporteur kiezen welke regel hij toepast.

Aantekening 3 — Voorbeelden van toepassing van de regels

3.1. Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 4 van titel II van dit aanhangsel van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in een partij.

3.2. Overeenkomstig artikel 6 van titel II van dit aanhangsel moet de be- of verwerking meer inhouden dan de behandelingen die in dat artikel zijn genoemd. Indien dit niet het geval is, komen de goederen niet in aanmerking voor het preferentiële tarief, zelfs indien aan de voorwaarden in onderstaande lijst is voldaan.

Onder voorbehoud van artikel 6 van titel II van dit aanhangsel geven de regels in de lijst de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen.

Mag volgens een regel een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan mag hetzelfde materiaal ook in een vroeger productiestadium worden gebruikt. Hetzelfde materiaal mag evenwel niet worden gebruikt in een later productiestadium.

Mag volgens een regel een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium niet worden gebruikt, dan mag dat materiaal wel in een vroeger productiestadium worden gebruikt. Hetzelfde materiaal mag evenwel niet worden gebruikt in een later productiestadium.

Voorbeeld: wanneer volgens de regel in de lijst voor hoofdstuk 19 “het gewicht van niet-oorsprongsmaterialen van de posten 1101 tot en met 1108 niet hoger mag zijn dan 20 %”, geldt er geen beperking voor het gebruik (bv. de invoer) van granen van hoofdstuk 10 (materialen in een vroeger productiestadium).

3.3. Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat, wanneer in een regel de uitdrukking “materialen van om het even welke post” wordt gebezigd, materialen van alle posten (zelfs die welke onder dezelfde omschrijving en dezelfde post vallen als het product) mogen worden gebruikt, onder voorbehoud van de specifieke beperkingen die die regel kan bevatten.

Wanneer echter de uitdrukking “vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post …” of “vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van dezelfde post als het product” wordt gebezigd, mogen materialen van alle posten worden gebruikt, met uitzondering van die welke onder dezelfde omschrijving in kolom 2 vallen als het product.

3.4. Wanneer volgens een regel in de lijst een product van meer dan één materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat één of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.

3.5. Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal moet worden vervaardigd, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard hieraan niet kunnen voldoen.

3.6. Indien in een regel in de lijst twee percentages worden gegeven als maximumwaarde van niet-oorsprongsmaterialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen die percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte niet-oorsprongsmaterialen mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages met betrekking tot bepaalde materialen niet worden overschreden.

Aantekening 4 — Algemene bepalingen betreffende bepaalde landbouwproducten

4.1. Landbouwproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 6, 7, 8, 9, 10 en 12 en post 2401 die zijn gekweekt of geoogst op het grondgebied van een partij, worden behandeld als van oorsprong uit dat land, zelfs indien zij zijn gekweekt uit ingevoerde zaden, bollen, wortels, stekken, enten, scheuten, knoppen of andere levende delen van planten.

4.2. Wanneer de hoeveelheid niet van oorsprong zijnde suiker in een bepaald product een bepaalde limiet niet mag overschrijden, wordt, bij de berekening van die limiet, rekening gehouden met het gewicht van suiker van post 1701 (sacharose) en 1702 (bv. fructose, glucose, lactose, maltose, isoglucose of invertsuiker) die is gebruikt bij de vervaardiging van het eindproduct en bij de vervaardiging van niet-oorsprongsproducten die in het eindproduct zijn opgenomen.

Aantekening 5 — Terminologie in verband met bepaalde textielproducten

5.1. De term “natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld, omvat de term vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.

5.2. De term “natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0511 , zijde van de posten 5002 en 5003 , wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105 , katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305 .

5.3. De termen “textielmassa”, “chemische stoffen” en “materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.

5.4. De term “synthetische of kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507 .

5.5. Bedrukken (indien in combinatie met weven, breien/haken, tuften of het aanbrengen van een flockprint) is gedefinieerd als een techniek waarmee een permanente, objectief te beoordelen functie, zoals kleur, design of technische prestaties, aan een textielsubstraat wordt toegevoegd met behulp van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken.

5.6. Bedrukken (als zelfstandige bewerking) is gedefinieerd als een techniek waarmee een permanente, objectief te beoordelen functie, zoals kleur, design of technische prestaties, aan een textielsubstraat wordt toegevoegd met behulp van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken, samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product.

Aantekening 6 — Toegestane afwijkingen voor producten die gemaakt zijn van een mengsel van textielmaterialen

6.1. Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging van dat product zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 15 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de aantekeningen 6.3 en 6.4).

6.2. De in aantekening 6.1 genoemde afwijking is evenwel slechts van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.

Basistextielmaterialen zijn:

— 
zijde;
— 
wol;
— 
grof haar;
— 
fijn haar;
— 
paardenhaar (crin);
— 
katoen;
— 
papier en materialen voor het vervaardigen van papier;
— 
vlas;
— 
hennep;
— 
jute en andere bastvezels;
— 
sisal en andere textielvezels van het geslacht “agave”;
— 
kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels;
— 
synthetische filamentvezels van polypropyleen;
— 
synthetische filamentvezels van polyester;
— 
synthetische filamentvezels van polyamide;
— 
synthetische filamentvezels van polyacrylonitril;
— 
synthetische filamentvezels van polyimide;
— 
synthetische filamentvezels van polytetrafluorethyleen;
— 
synthetische filamentvezels van poly(fenyleensulfide);
— 
synthetische filamentvezels van poly(vinylchloride);
— 
andere synthetische filamentvezels;
— 
kunstmatige filamentvezels van viscose;
— 
andere kunstmatige filamentvezels;
— 
filamenten die elektriciteit geleiden;
— 
synthetische stapelvezels van polypropyleen;
— 
synthetische stapelvezels van polyester;
— 
synthetische stapelvezels van polyamide;
— 
synthetische stapelvezels van polyacrylonitril;
— 
synthetische stapelvezels van polyimide;
— 
synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen;
— 
synthetische stapelvezels van poly(fenyleensulfide);
— 
synthetische stapelvezels van poly(vinylchloride);
— 
andere synthetische stapelvezels;
— 
kunstmatige stapelvezels van viscose;
— 
andere kunstmatige stapelvezels;
— 
garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld;
— 
producten van post 5605 (metaalgarens) met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht;
— 
andere producten van post 5605 ;
— 
glasvezels;
— 
metaalvezels;
— 
minerale vezels.

6.3. Voor producten bevattende “garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld” bedraagt de toegestane afwijking voor dit garen ten hoogste 20 %.

6.4. In het geval van producten “met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht” bedraagt de toegestane afwijking voor de strippen ten hoogste 30 %.

Aantekening 7 — Andere toegestane afwijkingen voor bepaalde textielproducten

7.1. Voor textielproducten die in de lijst van een voetnoot zijn voorzien die naar deze aantekening verwijst, mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor het betrokken geconfectioneerde product, worden gebruikt voor zover deze onder een andere post vallen dan het product en de waarde niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het product.

7.2. Onverminderd aantekening 7.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld vrij worden gebruikt bij de vervaardiging van textielproducten, ongeacht of zij textiel bevatten.

7.3. Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van de niet-oorsprongsmaterialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen.

Aantekening 8 — Definitie van specifieke en eenvoudige behandelingen van bepaalde producten van hoofdstuk 27

8.1. Onder “specifieke behandeling” in de zin van de posten ex  27 07 en 2713 wordt verstaan:

a) 

vacuümdistillatie;

b) 

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing;

c) 

kraken;

d) 

reforming;

e) 

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f) 

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride; neutraliseren met behulp van alkalische stoffen; ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g) 

polymeriseren;

h) 

alkyleren;

i) 

isomeriseren.

8.2. Onder “specifieke behandeling” in de zin van de posten 2710 , 2711 en 2712 wordt verstaan:

a) 

vacuümdistillatie;

b) 

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing;

c) 

kraken;

d) 

reforming;

e) 

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f) 

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride; neutraliseren met behulp van alkalische stoffen; ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g) 

polymeriseren;

h) 

alkyleren;

i) 

isomeriseren;

j) 

uitsluitend voor de zware oliën van post ex  27 10 : ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde producten met ten minste 85 % wordt verlaagd (methode ASTM D 1266-59 T);

k) 

uitsluitend voor de producten van post 2710 : ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren;

l) 

uitsluitend voor de zware oliën van post ex  27 10 : behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250 °C wordt teweeggebracht. Verdere behandeling, met waterstof, van smeeroliën van post ex  27 10 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld “hydrofinishing” of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een specifieke behandeling aangemerkt;

m) 

uitsluitend voor stookolie van post ex  27 10 : atmosferische distillatie, mits deze producten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30 % van het volume overdistilleren bij 300 °C, bepaald volgens de methode ASTM D 86;

n) 

uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex  27 10 : behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading;

o) 

uitsluitend voor de producten van ex  27 12 , andere dan vaseline, ozokeriet, montaanwas, turfwas en paraffine, met een oliegehalte van minder dan 0,75 gewichtspercenten: olieafscheiding door gefractioneerde kristallisatie.

8.3. Wat de posten ex  27 07 en 2713 betreft, wordt geen oorsprong verleend door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.

Aantekening 9 — Definitie van specifieke processen en behandelingen van bepaalde producten

9.1. Producten die onder hoofdstuk 30 vallen en op het grondgebied van een partij zijn verkregen door gebruik te maken van celculturen, worden als van oorsprong uit die partij beschouwd. Onder “celcultuur” wordt verstaan de teelt van menselijke, dierlijke en plantaardige cellen onder gecontroleerde omstandigheden (zoals vastgestelde temperaturen, groeimedium, gasmengsel en pH) buiten een levend organisme.

9.2. Producten die onder de hoofdstukken 29 (behalve 2905.43-2905.44), 30, 32, 33 (behalve 3302.10, 3301), 34, 35 (behalve 35.01, 3502.11-3502.19, 3502.20, 35.05), 36, 37, 38 (behalve 3809.10, 38.23, 3824.60, 38.26) en 39 (behalve 39.16-39.26) vallen en op het grondgebied van een partij zijn verkregen door fermentatie, worden als van oorsprong uit die partij beschouwd. “Fermentatie” is een biotechnologisch proces waarbij menselijke, dierlijke of plantaardige cellen, bacteriën, gisten, schimmels of enzymen worden gebruikt voor de vervaardiging van producten die onder de hoofdstukken 29 tot en met 39 vallen.

9.3. De volgende verwerkingsactiviteiten worden overeenkomstig lid 1 van artikel 4 als toereikend beschouwd voor producten vallende onder de hoofdstukken 28, 29 (behalve 2905.43-2905.44), 30, 32, 33 (behalve 330.10, 3301), 34, 35 (behalve 35.01, 3502.11-3502.19, 3502.20, 35.05), 36, 37, 38 (behalve 3809.10, 38.23, 3824.60, 38.26) en 39 (behalve 39.16-39.26):

— 
Chemische reactie: een “chemische reactie” is een proces (met inbegrip van een biochemisch proces) dat in een molecule met een nieuwe structuur resulteert doordat het de intramoleculaire verbindingen verbreekt en nieuwe intramoleculaire verbindingen tot stand brengt of doordat het de ruimtelijke ordening van de atomen in een molecule wijzigt. Een chemische reactie kan tot uiting komen in een wijziging van het “CAS-nummer”.
Voor oorsprongsdoeleinden worden de volgende processen buiten beschouwing gelaten: a) oplossing in water of in een ander oplosmiddel; b) verwijdering van oplosmiddelen, met inbegrip van als oplosmiddel gebruikt water, of c) toevoeging of verwijdering van water van kristallisatie. Een chemische reactie als hierboven gedefinieerd moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Mengsels: het doelbewust en evenredig gecontroleerd mengen (waaronder verspreiden) van materialen, anders dan de toevoeging van verdunningsmiddelen, om te voldoen aan vooraf vastgestelde specificaties waarbij een goed tot stand wordt gebracht met fysieke of chemische eigenschappen die relevant zijn voor de doeleinden of het gebruik van het goed en die verschillen van de inputmaterialen, moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Zuivering: zuivering moet als oorsprongverlenend worden beschouwd, mits de zuivering plaatsvindt op het grondgebied van een van de partijen of van beide partijen en ertoe leidt dat aan een van de volgende criteria wordt voldaan:
a) 

zuivering van een goed waarbij ten minste 80 % van bestaande onzuiverheden wordt verwijderd, of

b) 

vermindering of verwijdering van onzuiverheden waarbij een goed geschikt wordt voor een of meer van de volgende toepassingen:

i) 

stoffen van farmaceutische, medicinale, cosmetische, veterinaire of levensmiddelenkwaliteit;

ii) 

chemische producten en reagentia voor analytische, diagnostische of laboratoriumtoepassingen;

iii) 

elementen en componenten voor gebruik in micro-elektronica;

iv) 

gespecialiseerde optische toepassingen;

v) 

biotechnisch gebruik (bv. in celkweek, in genetische technologie of als katalysator);

vi) 

dragers, gebruikt in een scheidingsproces, of

vii) 

gebruik in nucleaire toepassingen.

— 
Wijziging van deeltjesgrootte: het doelbewust en gecontroleerd wijzigen van de deeltjesgrootte van een goed, anders dan alleen door pletten of persen, waarbij een goed ontstaat met een bepaalde deeltjesgrootte, deeltjesgrootteverdeling of oppervlakte die relevant is voor de doeleinden van het verkregen goed, en met fysieke of chemische eigenschappen die verschillen van de inputmaterialen, moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Standaardmaterialen: standaardmaterialen (met inbegrip van standaardoplossingen) zijn preparaten die geschikt zijn voor analytische, kalibrerings- of referentietoepassingen met een precieze zuiverheid of verhoudingen die door de fabrikant zijn gecertificeerd. De productie van standaardmaterialen moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Isomerenscheiding: het isoleren of scheiden van isomeren uit een mengsel van isomeren moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.

BIJLAGE II

LIJST VAN OORSPRONGVERLENENDE BE- OF VERWERKINGEN VAN NIET-OORSPRONGSMATERIALEN



Post

Omschrijving

Be- of verwerkingen waardoor niet-oorsprongsmaterialen de oorsprong verkrijgen

(1)

(2)

(3)

Hoofdstuk 1

Levende dieren

Alle dieren van hoofdstuk 1 zijn geheel en al verkregen

Hoofdstuk 2

Vlees en eetbare slachtafvallen

Vervaardiging waarbij al het vlees en het eetbare vleesafval in de producten van dit hoofdstuk geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 3

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 4

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al zijn verkregen

ex Hoofdstuk 5

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex 0511 91

Niet eetbare kuit en hom

Alle kuit en hom is geheel en al verkregen

Hoofdstuk 6

Levende planten en producten van de bloementeelt

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 7

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 8

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte fruit, schillen van citrusvruchten en van meloenen van hoofdstuk 8 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

Hoofdstuk 10

Granen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al zijn verkregen

Hoofdstuk 11

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 8, 10 en 11, van de posten 0701 , 0714 , 2302 en 2303 , en van onderverdeling 0710 10 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 13

Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex  13 02

Pectinestoffen, pectinaten en pectaten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

Hoofdstuk 14

Plantaardige grondstoffen; plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex Hoofdstuk 15

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

1504 tot en met 1506

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan; wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen; andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

1508

Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

1509 en 1510

Olijfolie en fracties daarvan

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn

1511

Palmolie alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

ex  15 12

Zonnebloemzaadolie alsmede fracties daarvan:

 

— voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

— andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn

1515

Andere vaste plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

ex  15 16

Vetten en oliën van vis alsmede fracties daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

1520

Glycerol, ruw; glycerolwater en glycerollogen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

Hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 geheel en al verkregen zijn

ex Hoofdstuk 17

Suiker en suikerwerk; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel:

 

— chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702

— andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1101 tot en met 1108 , 1701 en 1703 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het eindproduct

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

— of

— de waarde van de gebruikte suiker niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex  18 06

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

— of

— de waarde van de gebruikte suiker niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

1806 10

Cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 , geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

— moutextract

Vervaardiging uit granen van hoofdstuk 10

— andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het afzonderlijke gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1006 en 1101 tot en met 1108 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct, en

— het gewicht van de gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van schilfers, korrels, parels en dergelijke

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van aardappelzetmeel van post 1108

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1006 en 1101 tot en met 1108 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct, en

— het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1006 en 1101 tot en met 1108 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2002 en 2003

Tomaten, paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex  20 08

Andere producten dan:

— noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol

— pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; maïs

— vruchten (noten daaronder begrepen), anders gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevroren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2103

— sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt

— mosterdmeel en bereide mosterd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

2105

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het afzonderlijke gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

— en

— het gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 tezamen genomen niet hoger is dan 60 % van het gewicht van het eindproduct

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0806 10 , 2009 61 , 2009 69 geheel en al verkregen zijn

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2207 en 2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van meer of minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de posten 2207 en 2208 , waarbij alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0806 10 , 2009 61 , 2009 69 geheel en al verkregen zijn

ex Hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

Vervaardiging waarbij:

— alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn,

— het gewicht van de gebruikte materialen van de hoofdstukken 10 en 11 en van de posten 2302 en 2303 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct,

— het afzonderlijke gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct, en

— het gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 tezamen genomen niet hoger is dan 50 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, waarbij het gewicht van de materialen van post 2401 niet hoger is dan 30 % van het totale gewicht van de gebruikte materialen van hoofdstuk 24

2401

Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak

Vervaardiging waarbij alle materialen van post 2401 geheel en al zijn verkregen

ex  24 02

Sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en van rooktabak van onderverdeling 2403 19 , waarbij ten minste 10 gewichtspercenten van alle gebruikte materialen van post 2401 geheel en al verkregen zijn

ex  24 03

Producten bestemd voor inademing via zogenaamde “heated delivery” (verhitting) of met andere middelen, zonder verbranding

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij ten minste 10 gewichtspercenten van alle gebruikte materialen van post 2401 geheel en al verkregen zijn

ex Hoofdstuk 25

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product

ex  25 19

Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) mag evenwel worden gebruikt

Hoofdstuk 26

Ertsen, slakken en assen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 27

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  27 07

Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke producten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer, die voor 65 % of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250 °C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2710

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen; waste oils

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2711

Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2712

Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, “slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2713

Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 28

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 29

Organische chemische producten; met uitzondering van:

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  29 01

Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  29 02

Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xylenen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  29 05

Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 2905 . Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 30

Farmaceutische producten

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

Hoofdstuk 31

Meststoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 32

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; stopverf en mastiek; inkt

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 33

Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 34

Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 35

Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm, enzymen

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 36

Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 37

Producten voor fotografie en cinematografie

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 38

Diverse producten van de chemische industrie; met uitzondering van:

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  38 11

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie:

Specifieke behandeling(en) (4)

of

— Bereide additieven voor smeerolie, aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3811 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3824 99 en ex 3826 00

Biodiesel

Vervaardiging waarbij biodiesel wordt verkregen door omestering en/of verestering of door hydrobehandeling

Hoofdstuk 39

Kunststof en werken daarvan

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde onderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 40

Rubber en werken van rubber; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  40 12

Luchtbanden, massieve of halfmassieve banden, van rubber, voorzien van een nieuw loopvlak

Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden

ex Hoofdstuk 41

Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

4104 tot en met 4106

Gelooide onthaarde huiden en vellen en niet afgewerkt leder (“crust”), alsmede gelooide huiden en vellen en niet afgewerkt leder (“crust”) van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt

Herlooien van voorgelooid leder

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 42

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 43

Pelterijen en bontwerk; namaakbont; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  43 02

Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd:

 

— Banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen.

Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

— Andere

Vervaardiging uit niet-samengevoegde gelooide of anderszins bereide pelterijen.

4303

Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont

Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen van post 4302

ex Hoofdstuk 44

Hout en houtwaren; houtskool; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  44 07

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

ex  44 08

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen) en platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, met verbinding aan de randen, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding

Aanbrengen van een verbinding aan de randen, schaven, schuren of aanbrengen van een eindverbinding

ex  44 10 tot en met ex  44 13

Staaflijst van hout, voor meubelen, voor lijsten, voor binnenhuisversiering, voor het wegwerken van elektrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleinden

In profiel frezen of vormen

ex  44 15

Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout

Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken

ex  44 18

— Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Panelen met cellenstructuur en dakspanen (“shingles” en “shakes”) mogen evenwel worden gebruikt

— Staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

ex  44 21

Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen

Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad van post 4409

Hoofdstuk 45

Kurk en kurkwaren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 46

Vlechtwerk en mandenmakerswerk

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 47

Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 48

Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 49

Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 50

Zijde, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  50 03

Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd

Kaarden of kammen van afval van zijde

5004 tot en met ex  50 06

Garens van zijde en garens van afval van zijde

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5007

Weefsels van zijde of van afval van zijde

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Weven samen met verven

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 51

Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin), met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5106 tot en met 5110

Garens van wol, van fijn haar, van grof haar of van paardenhaar (crin)

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5111 tot en met 5113

Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin):

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Weven samen met verven

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 52

Katoen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5204 tot en met 5207

Garens van katoen

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5208 tot en met 5212

Weefsels van katoen

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 53

Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5306 tot en met 5308

Garens van andere plantaardige textielvezels;

papiergaren

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5309 tot en met 5311

Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5401 tot en met 5406

Garens, monofilamenten en draad van synthetische of kunstmatige filamenten

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5407 en 5408

Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5501 tot en met 5507

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels

5508 tot en met 5511

Garens en naaigarens van synthetische of kunstmatige stapelvezels

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5512 tot en met 5516

Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 56

Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van:

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

5601

Watten van textielstof en artikelen daarvan; textielvezels met een lengte van niet meer dan 5 mm (scheerhaar), noppen van textielstof

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Aanbrengen van een deklaag, aanbrengen van een flockprint, voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

5602

Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen:

 

— Naaldgetouwvilt

 (2)

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming.

Mogen evenwel worden gebruikt:

— polypropyleenfilamentgarens van post 5402 ,

— polypropyleenvezels van post 5503 of 5506 , of

— polypropyleenkabels van post 5501 ,

waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

of

Maken van gebonden textielvlies alleen in geval van vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt

— Ander

 (2)

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming

of

Maken van gebonden textielvlies alleen in geval van ander vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt

5603

Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen

 

5603 11 tot en met 5603 14

Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen, van synthetische of kunstmatige filamenten

Vervaardiging uit:

— gerichte of willekeurig georiënteerde filamenten

— of

— stoffen of polymeren van natuurlijke of synthetische of kunstmatige oorsprong,

— in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies

5603 91 tot en met 5603 94

Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen, ander dan van synthetische of kunstmatige filamenten

Vervaardiging uit:

— gerichte of willekeurig georiënteerde stapelvezels

— en/of

— versneden garens van natuurlijke of synthetische of kunstmatige oorsprong,

— in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies

5604

Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof:

 

— Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel

Vervaardiging uit niet-omwoelde of -omvlochten draad en koord, van rubber

— Andere

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5605

Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5606

Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogeheten chainettegaren)

 (2)

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met omwoelen

of

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven

Hoofdstuk 57

Tapijten en andere vloerbedekkingen van textiel:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of tuften

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven of tuften

of

Vervaardiging van kokos-, sisal- of jutegaren of klassieke ringgesponnen viscosegarens

of

Tuften samen met verven of bedrukken

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt.

ex Hoofdstuk 58

Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk; met uitzondering van:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of tuften

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven of tuften

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een flockprint, aanbrengen van een deklaag, voorzien van inlagen of metalliseren

of

Tuften samen met verven of bedrukken

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5805

Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5810

Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven

Borduurwerk waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

5901

Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels van de soort gebruikt voor steunvormen van hoeden

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

5902

Bandenkoordweefsel (“tyre cord fabric”) van garens met een hoge sterktegraad van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon:

 

— Bevattende niet meer dan 90 gewichtspercenten textielmaterialen

Weven

— Andere

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven

5903

Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902

Weven samen met impregneren, aanbrengen van een deklaag, bekleden, voorzien van inlagen of metalliseren

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5904

Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden

 (2)

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag, voorzien van inlagen of metalliseren

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt.

5905

Wandbekleding van textielstof:

— Geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen

Weven, breien of maken van gebonden textielvlies samen met impregneren, aanbrengen van een deklaag, bekleden, voorzien van inlagen of metalliseren

— Andere

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Weven, breien of maken van gebonden textielvlies samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5906

Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902:

— Brei- en haakwerk aan het stuk

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien/haken

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met breien/haken

of

Breien of haken samen met gummeren

of

Gummeren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

— Andere weefsels, vervaardigd van synthetische filamentgarens, bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielmaterialen

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven

— Andere

Weven, breien of een ander proces dan weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag/gummeren

of

Verven van garen samen met weven, breien of een ander proces dan weven

of

Gummeren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

5907

Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik

Weven, breien of maken van gebonden textielvlies samen met verven, bedrukken, aanbrengen van een deklaag, impregneren of bekleden

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5908

Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rond gebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd

 

— Gloeikousjes, geïmpregneerd

Vervaardiging uit rond gebreide/gehaakte buisjes

— Andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5909 tot en met 5911

Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Aanbrengen van een deklaag, aanbrengen van een flockprint, voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 60

Brei- en haakwerk aan het stuk

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien/haken

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met breien/haken

of

Breien/haken samen met verven, aanbrengen van een flockprint, aanbrengen van een deklaag, voorzien van inlagen of bedrukken

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Verven van garen samen met breien/haken

of

Twijnen of texturiseren samen met breien/haken, mits de waarde van de gebruikte niet-getwijnde/niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 61

Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk:

 

— Verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht

 (2) (3)

Breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Andere

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of haken

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met breien of haken

of

Breien en confectioneren in één bewerking

ex Hoofdstuk 62

Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk; met uitzondering van:

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex  62 02 , ex  62 04 , ex  62 06 , ex  62 09 en ex  62 11

Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby's, geborduurd

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex  62 10 en ex  62 16

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Voorzien van een deklaag of van inlagen, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag of inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

ex  62 12

Bustehouders, gaines (step-ins), korsetten, bretels, jarretelles, kousenbanden en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan, ook indien van brei- of haakwerk, verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht

 (2) (3)

Breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

6213 en 6214

Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen:

 

— Geborduurd

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden)

voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

— Ander

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Confectioneren voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

6217

Andere geconfectioneerde kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren:

 

— Geborduurd

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

of

Confectioneren voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

— Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Voorzien van een deklaag of van inlagen, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag of inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

— Ander

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

ex Hoofdstuk 63

Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

6301 tot en met 6304

Dekens, beddenlinnen, gordijnen, vitrages en andere artikelen voor stoffering:

 

— Van vilt of van gebonden textielvlies

 (2)

Maken van gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Andere:

 

– –  Geborduurd

 (2) (3)

Weven of breien/haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk) met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

– –  Andere

 (2) (3)

Weven of breien/haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

6305

Zakken voor verpakkingsdoeleinden

 (2)

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of breien en confectioneren (met inbegrip van snijden)

6306

Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen:

 

— Van gebonden textielvlies

 (2) (3)

Maken van gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Andere

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

6307

Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

6308

Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Elk artikel in het assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het assortiment was opgenomen. Niet-oorsprongsartikelen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het assortiment

ex Hoofdstuk 64

Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen, delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen van post 6406

6406

Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 65

Hoofddeksels en delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 66

Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 67

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 68

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 69

Keramische producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 70

Glas en glaswerk

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

7010

Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

7013

Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik (ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 )

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 71

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product

ex  71 02 , ex  71 03 en ex  71 04

Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

7106 , 7108 en 7110

Edele metalen:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 7106 , 7108 en 7110 , of

Elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van post 7106 , 7108 of 7110 , of

Fusie en/of legering van edele metalen van post 7106 , 7108 of 7110 , onderling of met onedele metalen, of zuivering

— Ruw

— Halfbewerkt of in poedervorm

Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen

ex  71 07 , ex  71 09 en ex  71 11

Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt

Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt

ex Hoofdstuk 72

IJzer en staal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

7207

Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit materialen van post 7201 , 7202 , 7203 , 7204 of 7205

7208 tot en met 7212

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabricaten van ander gelegeerd staal van post 7207

7213 tot en met 7216

Walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of andere primaire vormen van post 7206

7217

Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabricaten van ander gelegeerd staal van post 7207

7218 91 en 7218 99

Halffabricaten

Vervaardiging uit materialen van post 7201 , 7202 , 7203 , 7204 of 7205

7219 tot en met 7222

Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal

Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of andere primaire vormen van post 7218

7223

Draad van roestvrij staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van post 7218

7224 90

Halffabricaten

Vervaardiging uit materialen van post 7201 , 7202 , 7203 , 7204 of 7205

7225 tot en met 7228

Gewalste platte producten, warmgewalste massieve producten, onregelmatig opgerold; profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen, van gelegeerd of niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit staal, in ingots of andere primaire vormen van post 7206 , 7218 of 7224

7229

Draad van ander gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabricaten van ander gelegeerd staal van post 7224

ex Hoofdstuk 73

Werken van gietijzer, van ijzer en van staal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  73 01

Damwandprofielen

Vervaardiging uit materialen van post 7207

7302

Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails

Vervaardiging uit materialen van post 7206

7304 , 7305 en 7306

Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer of staal

Vervaardiging uit materialen van post 7206 tot en met 7212 en 7218 of 7224

ex  73 07

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen

Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken waarvan de waarde niet hoger is dan 35 % van de prijs af fabriek van het product

7308

Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustrades), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406 ; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Gelaste profielen van post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt.

ex  73 15

Sneeuwkettingen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 74

Koper en werken van koper; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

7403

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

7408

Draad van koper

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 75

Nikkel en werken van nikkel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 76

Aluminium en werken van aluminium; met uitzondering van:

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

7601

Ruw aluminium

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet-gelegeerd aluminium of uit resten en afval van aluminium

7602

Resten en afval, van aluminium

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  76 16

Werken van aluminium andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium mogen echter worden gebruikt, en

— Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 78

Lood en werken van lood

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 79

Zink en werken van zink

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 80

Tin en werken van tin

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 81

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex Hoofdstuk 82

Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8206

Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205 , opgemaakt voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 8202 tot en met 8205 . Gereedschap van de posten 8202 tot en met 8205 mag evenwel in het stel worden opgenomen, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel

Hoofdstuk 83

Allerlei werken van onedele metalen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8407

Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8408

Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8425 tot en met 8430

Takels; lieren (windassen) en kaapstanders; dommekrachten en vijzels:

Dirkkranen; hijskranen, vervoerkabels daaronder begrepen; hefportalen, portaalwagens en transportwagens met kraan

Vorkheftrucks; andere transportwagentjes met hef- of hanteerinrichting

Andere hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede andere machines en toestellen voor het hanteren van goederen (bijvoorbeeld liften, roltrappen, transportbanden, kabelbanen)

Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapenpootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht

Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8431

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8444 tot en met 8447

Machines voor het spinnen (extruderen), het rekken, het textureren of het snijden van synthetische of kunstmatige textielstoffen:

Machines voor het bereiden van spinvezels; machines voor het spinnen, doubleren of twijnen en andere machines en toestellen voor de vervaardiging van textielgaren; machines voor het spoelen, het opwinden (inslagspoelmachines daaronder begrepen) of het afhaspelen van textielstoffen (garen, draad, bindgaren en dergelijke) en machines voor het voorbereiden van textielgarens om te worden verwerkt op de machines bedoeld bij post 8446 of 8447

Weefgetouwen:

Breimachines, naai-breimachines (“stitch-bonding”-machines), guipeermachines, machines voor de vervaardiging van tule, van kant, van borduurwerk, van passementwerk, van vlechtwerk of van filetweefsel, alsmede machines voor het tuften

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8448

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8456 tot en met 8465

Gereedschapswerktuigen voor het bewerken van ongeacht welke stof waarbij materiaal wordt weggenomen

Bewerkingscentra, enkel-stationsbewerkingsmachines en meervoudige transferbewerkingsmachines, voor de bewerking van metalen

Draaibanken voor het verspanend bewerken van metaal

Gereedschapswerktuigen:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8466

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8470 tot en met 8472

Rekenmachines en machines in zakformaat voor het opslaan, het reproduceren en het tonen van gegevens, met rekenfuncties; boekhoudmachines, frankeermachines, machines voor de afgifte van kaartjes en dergelijke machines, met rekenmechanisme; kasregisters

Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens

Andere kantoormachines

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8473

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 85

Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8501 tot en met 8502

Elektromotoren en elektrische generatoren

Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8503

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8519 , 8521

Geluidsopname- en geluidsweergaveapparaten

Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8522

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8525 tot en met 8528

Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, televisiecamera's, digitale camera's en videocameraopnametoestellen

Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening

Ontvangtoestellen voor radio-omroep

Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, of toestel voor het opnemen of weergeven van beelden

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8529

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8535 tot en met 8537

Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom; verbindingsstukken voor optische vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels; borden, panelen, kasten en dergelijke, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8538

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8542 31 tot en met 8542 39

Monolithische geïntegreerde schakelingen

Diffusie, waarbij geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal, al dan niet geassembleerd en/of getest in een niet-partij

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8544 tot en met 8548

Draad, kabels en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd, optischevezelkabel

Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, voor elektrisch gebruik

Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd

Isolerende werkstukken voor elektrische machines, toestellen of installaties; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd

Resten en afval, van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 86

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; vast materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede elementen en delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 87

Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 45 % van de prijs af fabriek van het product

8708

Delen en toebehoren van motorvoertuigen bedoeld bij de posten 8701 tot en met 8705

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8711

Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 88

Luchtvaart en ruimtevaart

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 89

Scheepvaart

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product; scheepsrompen van post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 90

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

9001 50

Brillenglazen van andere stoffen dan glas

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij een van de volgende bewerkingen wordt uitgevoerd:

— het bewerken van het oppervlak van een halfafgewerkte lens tot een afgewerkt brillenglas met optische correctie, bedoeld om op een bril te worden gemonteerd

— het aanbrengen van een deklaag op de lens door middel van passende behandelingen teneinde het gezichtsvermogen te verbeteren en de bescherming van de drager te waarborgen

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 91

Uurwerken

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 92

Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 93

Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 94

Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 95

Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 96

Diverse werken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 97

Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

(1)   

Zie de aantekeningen 8.1 en 8.3 voor de bijzondere voorwaarden in verband met “specifieke behandeling(en)”.

(2)   

Zie aantekening 6 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.

(3)   

Zie aantekening 7.

(4)   

Zie aantekening 9.

BIJLAGE III

TEKST VAN DE OORSPRONGSVERKLARING

Bij het opstellen van de oorsprongsverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet te worden overgenomen.

Albaanse versie

Eksportuesi i produkteve të mbuluara nga ky dokument (autorizim doganor Nr. … ( 4 )) deklaron që përveç rasteve kur tregohet qartësisht ndryshe, këto produkte janë me origjine preferenciale … ( 5 ) n në përputhje me Rregullat kalimtare të origjinës.

Arabische versie

image

Bosnische versie

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br. …  (9) ) izjavljuje da su, osim ako je to drugačije izričito navedeno, ovi proizvodi …  ()  preferencijalnog porijekla u skladu sa prijelaznim pravilima porijekla.

Bulgaarse versie

Износителят на продуктите, обхванати от този документ (митническо разрешение №…  (9) ), декларира, че освен където ясно е отбелязано друго, тези продукти са с …  ()  преференциален произход съгласно преходните правила за произход.

Kroatische versie

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br. …  (9) ) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi …  ()  preferencijalnog podrijetla prema prijelaznim pravilima o podrijetlu.

Tsjechische versie

Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení …  (9) ) prohlašuje, že podle přechodných pravidel původu mají tyto výrobky kromě zřetelně označených preferenční původ v …  () .

Deense versie

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument (toldmyndighedernes tilladelse nr. …  (9) ) erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i …  ()  i henhold til overgangsreglerne for oprindelse.

Nederlandse versie

De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. …  (9) ), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële …  ()  oorsprong zijn in overeenstemming met de overgangsregels van oorsprong.

Engelse versie

The exporter of the products covered by this document (customs authorization No…  (9) ) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of …  ()  preferential origin according to the transitional rules of origin.

Estse versie

Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolli kinnitus nr. …  (9) ) deklareerib, et need tooted on päritolureeglite üleminekueeskirjade kohaselt …  ()  sooduspäritoluga, välja arvatud juhul, kui on selgelt näidatud teisiti.

Faeröerse versie

Útflytarin av vørunum, sum hetta skjal fevnir um (tollvaldsins loyvi nr. …  (9) ) váttar, át um ikki nakað annað er tilskilað, eru hesar vørur upprunavørur …  ()  sambært skiftisreglunum um uppruna.

Finse versie

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa n:o …  (9) ) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja…  ()  alkuperätuotteita siirtymäkauden alkuperäsääntöjen nojalla.

Franse versie

L'exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière no …  (9) ) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle …  ()  selon les règles d'origine transitoires.

Duitse versie

Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. …  (9) ) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte …  ()  Ursprungswaren gemäß den Übergangsregeln für den Ursprung sind.

Georgische versie

image

Griekse versie

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (άδεια τελωνείου υπ' αριθ. …  (9) ) δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής …  ()  σύμφωνα με τους μεταβατικούς κανόνες καταγωγής.

Hebreeuwse versie

image

Hongaarse versie

A jelen okmányban szereplő termékek exportőre (vámfelhatalmazási szám: …  (9) ) kijelentem, hogy eltérő egyértelmű jelzés hiányában a termékek az átmeneti származási szabályok szerint preferenciális …  ()  származásúak.

IJslandse versie

Útflytjandi framleiðsluvara sem skjal þetta tekur til (leyfi tollyfirvalda nr. …  (9) ), lýsir því yfir að vörurnar séu, ef annars er ekki greinilega getið, af …  ()  uppruna samkvæmt upprunareglum á umbreytingartímabili.

Italiaanse versie

L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. …  (9) ) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale …  ()  conformemente alle norme di origine transitorie.

Letse versie

To produktu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas atļauja Nr. …  (9) ), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem produktiem ir…  ()  preferenciāla izcelsme saskaņā ar pārejas noteikumiem par izcelsmi.

Litouwse versie

Šiame dokumente nurodytų produktų eksportuotojas (muitinės leidimo Nr. …  (9) ) deklaruoja, kad, jeigu aiškiai nenurodyta kitaip, šie produktai turi …  ()  lengvatinės kilmės statusą pagal pereinamojo laikotarpio kilmės taisykles.

Macedonische versie

Извозникот на производите што ги покрива овоj документ (царинскo одобрение бр. …  (9) ) изjавува дека, освен ако тоа не е jасно поинаку назначено, овие производи се со . …  ()  преференциjaлно потекло, во согласност со преодните правила за потекло.

Maltese versie

L-esportatur tal-prodotti koperti minn dan id-dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana nru…  (9) ) jiddikjara li, ħlief fejn indikat mod ieħor b'mod ċar, dawn il-prodotti huma ta' oriġini preferenzjali …  ()  skont ir-regoli ta' oriġini tranżitorji.

Montenegrijnse versie

Извозник производа обухваћених овом исправом (царинско овлашћење бр. …  (9) ) изјављује да су, осим ако је другачије изричито наведено, ови производи …  ()  преференцијалног пориjекла, у складу са транзиционим правилима поријекла.

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlašćenje br. …  (9) ) izjavljuje da su, osim ako je drugačije izričito navedeno, ovi proizvodi …  ()  preferencijalnog porijekla u skladu sa tranzicionim pravilima porijekla.

Noorse versie

Eksportøren av produktene omfattet av dette dokument (tollmyndighetenes autorisasjonsnr…  (9) ) erklærer at disse produktene, unntatt hvor annet er tydelig angitt, har … preferanseopprinnelse i henhold til overgangsreglene for opprinnelse  () .

Poolse versie

Eksporter produktów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr…  (9) ) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, produkty te mają …  ()  preferencyjne pochodzenie zgodnie z przejściowymi regułami pochodzenia.

Portugese versie

O exportador dos produtos cobertos pelo presente documento (autorização aduaneira n.o…  (9) ) declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos são de origem preferencial …  ()  de acordo com as regras de origem transitórias.

Roemeense versie

Exportatorul produselor care fac obiectul prezentului document (autorizația vamală nr. …  (9) ) declară că, exceptând cazul în care se indică altfel în mod clar, aceste produse sunt de origine preferențială …  ()  în conformitate cu regulile de origine tranzitorii.

Servische versie

Извозник производа обухваћених овом исправом (царинско овлашћење бр. …  (9) ) изјављује да су, осим ако је другачије изричито наведено, ови производи …  ()  преференцијалног порекла, у складу са прелазним правилима о пореклу.

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlašćenje br…  (9) ) izjavljuje da su, osim ako je drugačije izričito nаvedeno, ovi proizvodi …  ()  preferencijalnog porekla, u skladu sa prelaznim pravilima o poreklu.

Slowaakse versie

Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia …  (9) ) vyhlasuje, že pokiaľ nie je zreteľne uvedené inak, tieto výrobky majú v súlade s prechodnými pravidlami pôvodu preferenčný pôvod v …  () .

Sloveense versie

Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št …  (9) ), izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno …  ()  poreklo v skladu s prehodnimi pravili o poreklu.

Spaanse versie

El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera n.o…  (9) ) declara que, excepto donde se indique claramente lo contrario, estos productos son de origen preferencial …  ()  con arreglo a las normas de origen transitorias.

Zweedse versie

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. …  (9) ) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande …  ()  ursprung i enlighet med övergångsreglerna om ursprung.

Turkse versie

Bu belge kapsamındaki ürünlerin ihracatçısı (gümrük yetki No: …  (9) ), aksi açıkça belirtilmedikçe, bu ürünlerin geçiș menșe kurallarına göre …  ()  tercihli menșeli olduğunu beyan eder.

Oekraïense versie

Експортер продукцiї, на яку поширюється цей документ (митний дозвiл № …  (9) ) заявляє, що, за винятком випадкiв, де це явно зазначено, ця продукцiя має …  ()  преференцiйне походження згiдно з перехiдними правилами походження.

(Plaats en datum) ( 6 )

(Handtekening van de exporteur; gevolgd door de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbare letters) ( 7 )

BIJLAGE IV

MODELLEN VAN HET CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1 EN DE AANVRAAG VOOR EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1

AANWIJZINGEN VOOR HET DRUKKEN

1. De afmetingen van het formulier zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

2. De bevoegde autoriteiten van de partijen kunnen zich het recht voorbehouden de formulieren zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval moet op elk formulier van deze machtiging melding worden gemaakt. Op elk formulier worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. Om de formulieren van elkaar te onderscheiden, wordt elk exemplaar van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER



1.  Exporteur (naam, volledig adres, land)

EUR.1

Nr:o A

000.000

Raadpleeg de aantekeningen op de keerzijde alvorens het formulier in te vullen.

2.  Certificaat gebruikt in het preferentiële handelsverkeer tussen

en

(de betrokken landen, groepen van landen of gebieden vermelden)

3.  Geadresseerde (naam, volledig adres, land) (facultatief)

4.  Land, groep van landen of gebied waaruit de producten geacht worden van oorsprong te zijn

5.  Land, groep van landen of gebied van bestemming

6.  Gegevens in verband met het vervoer (facultatief)

7.  Opmerkingen

8.  Volgnummer; merken en nummers; aantal en soort van de colli  (1); omschrijving van de goederen

9.  Brutomassa (kg) of andere maatstaf (l, m3 enz.)

10.  Facturen (facultatief)

11.  VISUM VAN DE DOUANE

Verklaring juist bevonden

Uitvoerdocument (2)

Formulier… Nr. …

Van …

Douanekantoor …

Land of gebied van uitgifte …

Plaats en datum …

(Handtekening)

Stempel

12.  VERKLARING VAN DE EXPORTEUR

Ik, ondergetekende, verklaar dat de hierboven omschreven goederen aan de voor de afgifte van dit certificaat gestelde voorwaarden voldoen.

Plaats en datum

(Handtekening)

(1)   

Vermeld voor onverpakte goederen het aantal voorwerpen of “gestort”.

(2)   

Slechts in te vullen indien de nationale bepalingen van het land of gebied van uitvoer dit vereisen.



13.  VERZOEK OM CONTROLE, te zenden aan

14.  UITSLAG VAN DE CONTROLE

 

Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat dit certificaat (1)

□  door het daarin vermelde douanekantoor is afgegeven en dat de daarin voorkomende gegevens juist zijn.

□  niet voldoet aan de voorwaarden inzake echtheid en juistheid (zie bijgaande opmerkingen).

Er wordt verzocht de echtheid en de juistheid van dit certificaat te controleren.

 

(Plaats en datum)

(Plaats en datum)

Stempel

Stempel

(Handtekening)

(Handtekening)

(1)   

Het toepasselijke vak aankruisen.

AANTEKENINGEN:

1. Op certificaten mogen geen schrappingen of overschrijvingen voorkomen. Wijzigingen moeten worden aangebracht door de onjuiste gegevens door te halen en de gewenste gegevens toe te voegen. Elke aldus aangebrachte wijziging moet worden goedgekeurd door degene die het certificaat heeft opgemaakt, en geviseerd door de douaneautoriteiten van het land of gebied van afgifte.

2. Tussen de in het certificaat vermelde artikelen mag geen ruimte worden gelaten en elk artikel moet door een volgnummer worden voorafgegaan. Onmiddellijk onder het laatste artikel moet een horizontale lijn worden getrokken. Onbeschreven gedeelten moeten zo worden doorgehaald dat latere toevoegingen onmogelijk zijn.

3. De goederen moeten met hun gebruikelijke handelsbenaming worden aangeduid en voldoende nauwkeurig worden omschreven om ze te kunnen identificeren.

AANVRAAG VOOR EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER



1.  Exporteur ((naam, volledig adres, land)

EUR.1

Nr. A

000.000

Raadpleeg de aantekeningen op de keerzijde alvorens het formulier in te vullen.

2.  Aanvraag tot afgifte van een certificaat gebruikt in het preferentiële handelsverkeer tussen

en

(de betrokken landen, groepen van landen of gebieden vermelden)

3.  Geadresseerde (naam, volledig adres, land) (facultatief)

4.  Land, groep van landen of gebied waaruit de producten geacht worden van oorsprong te zijn

5.  Land, groep van landen of gebied van bestemming

6.  Gegevens in verband met het vervoer (facultatief)

7.  Opmerkingen

8.  Volgnummer; merken en nummers; aantal en soort van de colli  (1); omschrijving van de goederen

9.  Brutomassa (kg) of andere maatstaf (l, m3 enz.)

10.  Facturen (facultatief)

(1)   

Vermeld voor onverpakte goederen het aantal voorwerpen of “gestort”.

VERKLARING VAN DE EXPORTEUR

Ondergetekende, exporteur van de op de voorzijde omschreven goederen,

VERKLAART dat deze goederen aan de voor het verkrijgen van het bijgaande certificaat gestelde voorwaarden voldoen;

GEEFT de onderstaande toelichting inzake de omstandigheden waardoor deze goederen aan deze voorwaarden voldoen:

LEGT de volgende bewijsstukken OVER ( 8 ):

VERBINDT ZICH ERTOE om op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle verdere bewijsstukken voor te leggen die zij voor de afgifte van het bijgaande certificaat verlangen, en toe te staan dat deze autoriteiten in voorkomend geval zijn boekhouding aan een onderzoek onderwerpen en de omstandigheden nagaan waaronder de vervaardiging van bovengenoemde goederen heeft plaatsgevonden;

VERZOEKT voor die goederen om afgifte van het bijgaande certificaat.

(Plaats en datum)

(Handtekening)

BIJLAGE V

BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR PRODUCTEN UIT CEUTA EN MELILLA

Enig artikel

1.  

Mits zij voldoen aan de niet-wijzigingsregel van artikel 14 van dit aanhangsel, worden beschouwd als:

1) 

producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

a) 

geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;

b) 

in Ceuta en Melilla verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten zijn gebruikt, op voorwaarde dat:

i) 

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 4 van dit aanhangsel, of

ii) 

deze producten van oorsprong zijn uit Zwitserland of uit de Europese Unie, en zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 6 van dit aanhangsel genoemde behandelingen;

2) 

producten van oorsprong uit Zwitserland:

a) 

geheel en al in Zwitserland verkregen producten;

b) 

in Zwitserland verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan geheel en al in Zwitserland verkregen producten zijn gebruikt, op voorwaarde dat:

i) 

die producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 4 van dit aanhangsel, of

ii) 

die producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Europese Unie, en zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 6 van dit aanhangsel genoemde behandelingen.

2.  
Ceuta en Melilla worden als één grondgebied beschouwd.
3.  
De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de oorsprongsverklaring de naam van de partij van uitvoer en “Ceuta en Melilla”. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt de oorsprong ook vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de oorsprongsverklaring.
4.  
De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van deze regels in Ceuta en Melilla.

BIJLAGE VI

LEVERANCIERSVERKLARING

Bij het opstellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen.

LEVERANCIERSVERKLARING

voor goederen die in toepassende overeenkomstsluitende partijen een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen

Ondergetekende, leverancier van de op het bijgevoegde document vermelde goederen, verklaart het volgende:

1. 

De volgende materialen, die niet van oorsprong zijn uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)], zijn bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] gebruikt:



Omschrijving van de geleverde goederen (1)

Omschrijving van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen

Tariefpost waaronder de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen zijn ingedeeld (2)

Waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen (2) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale waarde

 

(1)   

Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.


Voorbeeld:


Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van die motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.

(2)   

Slechts invullen, indien nodig.


Voorbeelden:


Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in een toepassende overeenkomstsluitende partij weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij hoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.


Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.

(3)   

Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is betaald.


De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

2. 

Alle andere materialen die bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gebruikt, zijn van oorsprong uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)].

3. 

De volgende goederen hebben buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] een be- of verwerking ondergaan overeenkomstig artikel 13 van dit aanhangsel, waardoor in totaal de volgende waarde werd toegevoegd:



Omschrijving van de geleverde goederen

Totale waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen (1)

 

 

 

 

 

 

 

(Plaats en datum)

 

 

 

(Adres en handtekening van de leverancier; gevolgd door de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbare letters)

(1)   

Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

BIJLAGE VII

LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING

Bij het opstellen van de langlopende leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder volgt, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen.

LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING

voor goederen die in een toepassende overeenkomstsluitende partij een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen

Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop dit document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan ( 9 ) …, verklaart het volgende:

1. 

De volgende materialen, die niet van oorsprong zijn uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)], zijn bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] gebruikt:



Omschrijving van de geleverde goederen (1)

Omschrijving van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen

Tariefpost waaronder de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen zijn ingedeeld (2)

Waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen (2) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale waarde

 

(1)   

Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.


Voorbeeld:


Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van die motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.

(2)   

Slechts invullen, indien nodig.


Voorbeelden:


Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in een toepassende overeenkomstsluitende partij weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij hoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.


Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.

(3)   

Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is betaald.


De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

2. 

Alle andere materialen die bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gebruikt, zijn van oorsprong uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)].

3. 

De volgende goederen hebben buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] een be- of verwerking ondergaan overeenkomstig artikel 13 van dit aanhangsel, waardoor in totaal de volgende waarde werd toegevoegd:



Omschrijving van de geleverde goederen

Totale waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen (1)

 

 

 

 

 

 

(1)   

Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze goederen die worden verzonden van …

naar … ( 10 )

Ondergetekende verbindt zich ertoe … (10)  onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.



 

(Plaats en datum)

 

 

 

(Adres en handtekening van de leverancier; gevolgd door de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbare letters)

▼B

PROTOCOL Nr. 4

met betrekking tot enkele bijzondere bepalingen betreffende Ierland

In afwijking van artikel 13 van de Overeenkomst zijn de maatregelen, genoemd in Protocol nr. 6, paragrafen 1 en 2, en Protocol nr. 7, artikel 1, van de „Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der Verdragen” ►M12  ————— ◄ , welke maatregelen respectievelijk betrekking hebben op bepaalde kwantitatieve beperkingen die van belang zijn voor Ierland en op de invoer van motorvoertuigen en de motorvoertuigenassemblage-industrie in Ierland, van toepassing op Zwitserland.

PROTOCOL Nr. 5

betreffende de invoerregeling van Zwitserland voor bepaalde produkten die aan de regeling met betrekking tot de vorming van verplichte voorraden zijn onderworpen





Artikel 1

Zwitserland kan produkten die onontbeerlijk zijn voor het voortbestaan van de bevolking en van het leger in oorlogstijd, die in Zwitserland niet of in onvoldoende mate worden geproduceerd en waarvan de kenmerken en aard de vorming van voorraden toelaten, ana een regeling van verplichte voorraden onderwerpen.

Zwitserland past deze regeling toe op een wijze die generlei rechtstreekse of indirecte discriminatie tussen uit de Gemeenschap ingevoerde produkten en gelijksoortige binnenlandse produkten meebrengt.

Artikel 2

Op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst komen de volgende produkten onder de in artikel 1 omschreven regeling te vallen:

▼M70



Nr. van het Zwitserse douanetarief

Omschrijving

1516.

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

— plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

ex 2091/2099

— — andere:

. gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”., voor de vervaardiging van zeep of van organische tensio-actieve producten

1704.

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

— andere:

ex 9010

— — witte chocolade, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 1 kg

1806.

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

ex 1010/1020

— cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 1 kg

— andere bereidingen, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

2091/2099

— — andere

ex 3111/3290

— andere, in de vorm van tabletten, staven of repen, in recipiënten met een inhoud van meer dan 1 kg

ex 9011/9029

— andere, in recipiënten met een inhoud van meer dan 1 kg

1905.

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten, ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel:

— andere:

— — brood en andere gewone bakkerswaren, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, noch van honing, eieren, vetstoffen, kaas of noten of vruchten:

— — — niet opgemaakt voor de verkoop in het klein:

— — — — paneermeel:

9021

— — — — — voor diervoeding

2510.

Natuurlijk calciumfosfaat, natuurlijk aluminiumcalciumfosfaat en gefosfateerd krijt:

ex 1000/2000

— natuurlijk fosfaat, als meststof gebruikt

2707.

Olie en andere producten, verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer; soortgelijke producten waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische overtreft:

— bestemd om te worden gebezigd als motorbrandstof:

1010

— — benzol

2010

— — toluol

3010

— — xylol

4010

— — naftaleen

5010

— — andere mengsels van aromatische koolwaterstoffen die, distillatieverliezen inbegrepen, voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij 250°C of lager, bepaald volgens de methode ASTM D 86

6010

— — fenolen

9110

— — creosootolie

9910

— — andere

— bestemd om te worden gebezigd voor verwarming:

ex 4090

— — naftaleen

ex 5090

— — andere mengsels van aromatische koolwaterstoffen die, distillatieverliezen inbegrepen, voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij 250°C of lager, bepaald volgens de methode ASTM D 86

ex 6090

— — fenolen

ex 9190

— — creosootolie

ex 9990

— — andere

2709.

Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze metalen:

0010

— bestemd om te worden gebezigd als motorbrandstof

0090

— andere

2710.

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70% of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen:

— bestemd om te worden gebezigd als motorbrandstof:

— — benzine en fracties daarvan:

0011

— — — zonder toevoeging van lood en bestemd om als zodanig te worden gebezigd als motorbrandstof

0012

— — — andere

0013

— — white spirit

0014

— — dieselolie

0015

— — petroleum

0019

— — andere

— bestemd voor ander gebruik:

ex 0021

— — benzine en fracties daarvan:

. voor de vervaardiging van gas en de petrochemische transformatie daarvan, alsmede voor industriële verwarming

0022

— — white spirit

0023

— — petroleum

0024

— — olie voor verwarmingsdoeleinden

ex 0025

— — distillaten van minerale olie waarvan minder dan 20% vol onder 300°C tot distillatie overgaat, niet gemengd, met uitsluiting van vloeibare paraffine van farmaceutische kwaliteit

0026

— — distillaten van minerale olie waarvan minder dan 20% vol onder 300°C tot distillatie overgaat, gemengd

0027

— — minerale vetten voor smering

0029

— — andere distillaten en producten

2809.

Difosforpentaoxide (fosforzuuranhydride); fosforzuur en polyfosforzuren:

ex 2000

— fosforzuur en polyfosforzuren:

. fosforzuur, als meststof gebruikt

2814.

Ammoniak, watervrij of in waterige oplossing (ammonia):

ex 1000

— ammoniak, watervrij, als meststof gebruikt

ex 2000

— ammoniak in waterige oplossing (ammonia), als meststof gebruikt

2827.

Chloriden, chlorideoxiden en chloridehydroxiden; bromiden en bromideoxiden, iodiden en iodideoxiden:

ex 1000

— ammoniumchloride, als meststof gebruikt

2834.

Nitriten; nitraten:

— nitraten:

ex 2100

— — van kalium, als meststof gebruikt

ex 2900

— — andere:

. van magnesium en van calcium, als meststoffen gebruikt

2835.

Fosfinaten (hypofosfiten), fosfonaten (fosfiten), fosfaten en polyfosfaten:

— fosfaten:

ex 2400

— — van kalium, als meststof gebruikt

ex 2500

— — calciumwaterstoforthofosfaat („dicalciumfosfaat”.), als meststof gebruikt

ex 2600

— — andere calciumfosfaten, als meststof gebruikt

ex 2900

— — andere, als meststof gebruikt

— polyfosfaten:

ex 3900

— — andere, als meststof gebruikt

2836.

Carbonaten; peroxocarbonaten (percarbonaten); ammoniumcarbamaathoudend ammoniumcarbonaat in handelskwaliteit:

ex 4000

— kaliumcarbonaten, als meststof gebruikt

2842.

Andere anorganische zouten en peroxozouten, met uitzondering van aziden:

— dubbelsilicaten en complexe silicaten

ex 1090

— — andere:

. dubbelzouten en complexe zouten (waterverzachter), voor de vervaardiging van afwasproducten

— andere:

ex 9090

— — andere:

. dubbelzouten en complexe zouten (waterverzachter), voor de vervaardiging van afwasproducten

2901.

Acyclische koolwaterstoffen:

— verzadigde:

— — andere dan gasvormig:

1091

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— niet verzadigd:

— — buta-1,3-dieen en isopreen:

— — — isopreen:

2421

— — — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere:

— — — andere dan gasvormig:

2991

— — — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

2902.

Cyclische koolwaterstoffen:

— cycloalkanen, cycloalkenen en cycloterpenen:

— — cyclohexaan:

1110

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere:

1910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— benzeen:

2010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— tolueen:

3010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— xylenen:

— — o-xyleen:

4110

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — m-xyleen:

4210

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — p-xyleen:

4310

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — mengels van xyleenisomeren:

4410

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— ethylbenzeen:

6010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— cumeen:

7010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— andere:

9010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

2905.

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— verzadigde eenwaardige alcoholen

— — methanol (methylalcohol):

1110

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — propaan-1-ol (propylalcohol) en propaan-2-ol (isopropylalcohol):

1210

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere butanolen:

1410

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — pentanol (amylalcohol) en isomeren daarvan:

1510

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — octanol (octylalcohol) en isomeren daarvan:

1610

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

ex 1690

— — — andere:

. vetalcoholen, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

ex 1700

— — dodecaan-1-ol (laurylalcohol), hexadecaan-1-ol (cetylalcohol) en octadecaan-1-ol (stearylalcohol):

. vetalcoholen voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— — andere:

1910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

ex 1990

— — — andere:

. vetalcoholen voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— onverzadigde eenwaardige alcoholen:

— — acyclische terpeenalcoholen:

2210

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere:

2910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — — andere:

ex 2999

— — — — andere:

. vetalcoholen voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

2907.

Fenolen; fenolalcoholen:

— eenwaardige fenolen:

ex 1300

— — octylfenol, nonylfenol, alsmede isomeren daarvan; zouten van deze producten, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

ex 1500

— — naftolen en zouten daarvan, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— — andere:

ex 1990

— — — andere, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

ex 3000

— fenolalcoholen, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

2909.

Ethers, etheralcoholen, etherfenolen, etherfenolalcoholen, alcoholperoxiden, etherperoxiden, cetonperoxiden (al dan niet chemisch welbepaald), alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— acyclische ethers en halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— — andere:

1910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— ethers van cycloalkanen, van cycloalkenen en van cycloterpenen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

2010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— aromatische ethers en halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

3010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— etheralcoholen en halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— — monomethylethers van ethyleenglycol of van diëthyleenglycol:

4210

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— — monobutylethers van ethylglycol of van diëthyleenglycol:

4310

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— — andere monoalkylethers van ethyleenglycol of van diëthyleenglycol:

4410

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— — andere:

4910

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— etherfenolen, etherfenolalcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

5010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— alcoholperoxiden, etherperoxiden, cetonperoxiden, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

6010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

2910.

Epoxiden, epoxyalcoholen, epoxyfenolen en epoxyethers, met een drieringsysteem, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

ex 1000

— oxiraan (ethyleenoxide), voor de vervaardiging van zeep van organische tensioactieve producten

2915.

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— boterzuren en valeriaanzuren, alsmede zouten en esters daarvan:

ex 6090

— — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— palmitinezuur en stearinezuur, alsmede zouten en esters daarvan:

ex 7090

— — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— andere:

ex 9090

— — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

. esters van eenwaardige carbonzuren voor de vervaardiging van synthetische smeermiddelen

2916.

Onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren en eenwaardige cyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— onverzadigde acyclische eenwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

— — oliezuur, linolzuur en linoleenzuur, alsmede zouten en esters daarvan:

ex 1590

— — — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— — andere:

ex 1990

— — — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

2917.

Meerwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

— meerwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

ex 1200

— — adipinezuur en zouten en esters daarvan:

. esters van adipinezuur voor de vervaardiging van synthetische smeermiddelen

2922.

Aminoverbindingen met zuurstofhoudende groepen:

— aminozuren en esters daarvan, andere dan die met zuurstofhoudende groepen van meer dan één soort; zouten van deze producten:

— — andere:

ex 4990

— — — andere:

. nitrilo-triacetaten, voor de vervaardiging van afwasproducten

2933.

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom:

ex 4000

— verbindingen met een al dan niet gehydrogeneerde, chinoline of isochinolinering, niet verder geanelleerd (gecondenseerd):

. stoffen met antibiotische werking

— verbindingen met een al dan niet gehydrogeneerde pyrimidinering of met een piperazinering:

— — andere:

ex 5910

— — — producten van de lijsten in deel 1b:

. stoffen met antibiotische werking

— andere:

ex 9010

— — producten van de lijsten in deel 1b:

. stoffen met antibiotische werking

2934.

Nucleïnezuren en zouten daarvan; andere heterocyclische verbindingen:

— andere:

ex 9020

— — producten van de lijsten in deel 1b:

. stoffen met antibiotische werking

2941.1000/9000

Antibiotica

3003.

Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006), bestaande uit voor therapeutisch of profylactisch gebruik vermengde zelfstandigheden, niet in afgemeten hoeveelheden en niet opgemaakt voor de verkoop in het klein:

1000

— bevattende penicillinen of derivaten daarvan met een structuur van penicillaanzuur, dan wel streptomycinen of derivaten daarvan

2000

— bevattende andere antibiotica

3004.

Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006), bestaande uit al dan niet vermengde producten voor therapeutisch of profylactisch gebruik, in afgemeten hoeveelheden, dan wel opgemaakt voor de verkoop in het klein:

1000

— bevattende penicillinen of derivaten daarvan, met een structuur van penicillaanzuur, dan wel streptomicynen of derivaten daarvan

2000

— bevattende andere antibiotica

3102.1000/9000

Minerale of chemische stikstofhoudende meststoffen

3103.1000/9000

Minerale of chemische fosfaatmeststoffen

3104.1000/9000

Minerale of chemische kaliummeststoffen

3105.

Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg:

2000

— minerale of chemische meststoffen die de drie vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten

3000

— diammoniumwaterstoforthofosfaat

4000

— ammoniumdiwaterstoforthofosfaat en mengsels daarvan met diammoniumwaterstoforthofosfaat

— andere minerale en chemische meststoffen die de twee vruchtbaarmakende elementen stikstof en fosfor bevatten:

5100

— — bevattende nitraten en fosfaten

5900

— — andere

6000

— minerale of chemische meststoffen die de twee vruchtbaarmakende elementen fosfor en kalium bevatten

ex 9000

— ander:

. stikstof, fosforzuur of kalium bevattend

3401.

Zeep; als zeep te gebruiken organische tensioactieve producten en organische tensioactieve bereidingen, in de vorm van staven, broden, gestempelde stukken of gestempelde fantasievormen, ook indien zeep bevattend; papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia:

— zeep, organische tensioactieve producten en organische tensioactieve bereidingen, in de vorm van staven, broden, gestempelde stukken of gestempelde fantasievormen, alsmede papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia:

ex 1100

— — voor toiletdoeleinden (voor medicinale doeleinden daaronder begrepen), met uitzondering van papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia

— — andere:

1910

— — — gewone zeep

ex 1990

— — — andere, met uitzondering van papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia

2000

— zeep in andere vormen

3402.

Organische tensioactieve producten (andere dan zeep); tensioactieve bereidingen, wasmiddelen (hulppreparaten voor het wassen daaronder begrepen) en reinigingsmiddelen, ook indien zeep bevattend, andere dan die bedoeld bij post 3401:

— organische tensioactieve producten, ook indien opgemaakt voor de verkoop in het klein:

— — anionische:

ex 1190

— — — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

— — kationische:

ex 1290

— — — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

— — niet-ionische:

ex 1390

— — — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

ex 1900

— — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

ex 2000

— bereidingen, opgemaakt voor de verkoop in het klein:

. afwasproducten, gebruiksklaar

ex 9000

— andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

. afwasproducten, gebruiksklaar

3403.

Smeermiddelen (boor, snij- en draai-olie (koelolie), preparaten voor het losmaken van bouten en moeren, roest- en corrosiewerende preparaten en preparaten voor het insmeren van vormen, op basis van smeermiddelen, daaronder begrepen), alsmede preparaten van de soort gebruikt voor het smouten, vetten of oliën van textiel, van leder, van pelterijen of van andere stoffen, andere dan preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald:

— bevattende aardolie of olie uit bitumineuze mineralen:

ex 1900

— — andere:

. synthetische smeermiddelen

— andere:

ex 9900

— — andere:

. synthetische smeermiddelen

3505.

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

— dextrine en ander gewijzigd zetmeel:

1010

— — voor diervoeding

— lijm:

2010

— — voor diervoeding

ex 3807.0000

Houtteer; houtteerolie; creosootolie van hout; ruwe houtgeest; plantaardig pek; brouwerspek en dergelijke preparaten op basis van colofonium, van harszuren of van plantaardig pek:

. voor verwarmingsdoeleinden

3811.

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie:

— andere:

9010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

3814.

Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis:

0010

— bestemd voor gebruik als motorbrandstof

3817.

Alkylbenzenen en alkylnaftalenen, van gemengde samenstelling, andere dan die bedoeld bij post 2707 of 2902:

— alkylbenzenen van gemengde samenstelling:

1010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

ex 1090

— — andere:

. voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— alkylnaftalenen van gemengde samenstelling:

2010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

ex 2090

— — andere:

. voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

3819.0000

Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten

3823.

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen:

— industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils:

ex 1300

— — tallvetzuren

. voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

3824.

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

— andere:

9030

— — producten voor gebruik als motorbrandstof

— — andere:

ex 9099

— — — andere:

. waterverzachters, bereid

3902.

Polymeren van propyleen of van andere olefinen, in primaire vormen:

— andere:

ex 9090

— — andere:

. polyalfaolefine (PAO), voor de vervaardiging van synthetische smeermiddelen

▼B

Artikel 3

Ingeval de lijst van produkten in artikel 2 wordt gewijzigd, wordt de regeling van artikel 1 toegepast op de gelijksoortige binnenlandse produkten. Zwitserland wendt zich tot het Gemengd Comité, dat vooraf nagaat of aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 1 wordt voldaan.

Artikel 4

Het Gemengd Comité ziet toe op de juiste werking van de in dit Protocol vastgestelde regeling.

▼M54

PROTOCOL Nr. 6

betreffende de afschaffing van bepaalde kwantitatieve uitvoerbeperkingen





De kwantitatieve beperkingen die de Gemeenschap op de uitvoer van onderstaande produkten naar Zwitserland toepast, worden uiterlijk op de hierna vermelde data afgeschaft.



Geharmoniseerd systeem Post

Omschrijving

Datum van afschaffing

74.04

Resten en afval van koper

1.1.1993

ex 44.01

Brandhout van naaldhout en schaafkrullen van denne- en sparrehout

1.1.1993

ex 44.03

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw, behakt of ontdaan van het spint:

 

— ander, uitgezonderd populierehout

1.1.1993

Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

 

— ander, uitgezonderd populierehout

1.1.1993

ex 44.07

Hout, enkel overlangs gezaagd of enkel gesneden of geschild, met een dikte van meer dan 6 mm:

 

— van naaldhout, uitgezonderd plankjes voor het vervaardigen van dozen, zeven, zeef roosters en dergelijke

1.1.1993

ex 41.01

Huiden en vellen van runderen met een gewicht van minder dan 6 kg per stuk

1.1.1992

ex 41.02

Huiden en vellen van schapen

1.1.1992

ex 41.03

Huiden en vellen van geiten

1.1.1992

ex 43.01

Pelterijen van konijnen

1.1.1992

▼M65

AANVULLEND PROTOCOL

betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken





Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

a) 

‘goederen’: goederen die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 1 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem, onafhankelijk van het toepassingsgebied van de overeenkomst van 22 juli 1972;

b) 

‘douanewetgeving’: de door de Europese Gemeenschap of de Zwitserse Bondsstaat vastgestelde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

c) 

‘verzoekende autoriteit’: een hiertoe door een overeenkomstsluitende partij aangewezen bevoegde administratieve autoriteit die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

d) 

‘aangezochte autoriteit’: een hiertoe door een overeenkomstsluitende partij aangewezen bevoegde administratieve autoriteit die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

e) 

‘handelingen in strijd met de douanewetgeving’: elke schending van de douanewetgeving of elke poging tot schending van deze wetgeving.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.  
De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand, op de onder hun bevoegdheid vallende gebieden, en op de wijze en onder de voorwaarden als in dit protocol vastgesteld, om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, in het bijzonder bij de preventie, de opsporing en het onderzoek van handelingen in strijd met deze wetgeving.
2.  
De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit protocol. Deze bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

1.  
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle terzake dienende informatie die deze nodig heeft om erop toe te zien dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie betreffende voorgenomen of vastgestelde handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of zouden kunnen zijn.
2.  
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd op regelmatige wijze in de andere overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.
3.  

Op aanvraag van de verzoekende partij neemt de aangezochte autoriteit, in het kader van haar wetgeving, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat toezicht wordt uitgeoefend op:

(a) 

natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;

(b) 

plaatsen waar goederen op zodanige wijze worden opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om bij handelingen in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

(c) 

goederenbewegingen waarover is bericht dat zij aanleiding kunnen geven tot handelingen in strijd met de douanewetgeving;

(d) 

vervoermiddelen waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bij handelingen in strijd met de douanewetgeving worden gebruikt, werden gebruikt of kunnen worden gebruikt.

Artikel 4

Ongevraagde bijstand

De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar ongevraagd bijstand overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten indien zij dit noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie hebben verkregen over:

— 
handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor de andere overeenkomstsluitende partij;
— 
nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke handelingen worden gebruikt;
— 
goederen die het voorwerp vormen van handelingen in strijd met de douanewetgeving;
— 
natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijze vermoed kan worden dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;
— 
middelen van vervoer waarvan redelijkerwijze vermoed kan worden dat zij gebruikt zijn of kunnen worden om handelingen te verrichten die met de douanewetgeving in strijd zijn.

Artikel 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wetgeving, alle maatregelen die nodig zijn voor:

— 
de afgifte van documenten,
— 
de kennisgeving van besluiten en alle andere relevante documenten die deel uitmaken van de desbetreffende procedure,

in verband met de toepassing van dit protocol aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In dergelijk geval is artikel 6, lid 3, op de aanvraag om afgifte of kennisgeving van toepassing.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1.  
Verzoeken in het kader van dit protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2.  

De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:

a) 

de naam van de verzoekende autoriteit;

b) 

de gevraagde maatregel;

c) 

het voorwerp en de reden van het verzoek;

d) 

de desbetreffende wetten, voorschriften en andere rechtselementen;

e) 

zo nauwkeurige en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f) 

een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.

3.  
De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.
4.  
Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

1.  
Om aan een verzoek om bijstand te voldoen handelt de aangezochte autoriteit, binnen de perken van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeenkomstsluitende partij handelt, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te laten verrichten. Deze bepaling is eveneens van toepassing op de administratieve dienst waaraan de aangezochte autoriteit het verzoek doorzendt indien deze autoriteit niet zelfstandig kan handelen.
2.  
Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels, bepalingen en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.
3.  
Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze gestelde voorwaarden, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een instantie die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, gegevens verzamelen over handelingen die met de douanewetgeving in strijd zijn of kunnen zijn en die de verzoekende autoriteit, in het kader van een onderzoek, voor de toepassing van dit protocol nodig heeft.
4.  
Ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en op de door deze gestelde voorwaarden, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1.  
De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van documenten, voor echt gewaarmerkte afschriften van documenten, rapporten en dergelijke.
2.  
De in lid 1 bedoelde documenten kunnen worden vervangen door gegevens die met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking in ongeacht welke vorm voor hetzelfde doel zijn verkregen.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1.  

De overeenkomstsluitende partijen behoeven de in dit protocol bedoelde bijstand niet te verlenen wanneer dit:

a) 

de soevereiniteit van de Zwitserse Bondsstaat of van een lidstaat van de Gemeenschap waaraan op grond van dit protocol om bijstand is gevraagd, zou kunnen aantasten; of

b) 

de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen van deze partijen in gevaar zou kunnen brengen, in het bijzonder in de in artikel 10, lid 2, bedoelde gevallen; of

c) 

de toepassing inhoudt van andere valuta- of belastingvoorschriften dan de douanewetgeving; of

d) 

de schening zou inhouden van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.

2.  
Wannneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
3.  
Indien bijstand wordt geweigerd, dient dit besluit en de redenen ervan terstond aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.

Artikel 10

Geheimhoudingsplicht

1.  
Alle informatie die ter uitvoering van dit protocol in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming van de wetgeving terzake van de overeenkomstsluitende partij die ze heeft ontvangen en van de desbetreffende bepalingen die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.
2.  
Persoonsgegevens, dat wil zeggen gegevens over een bepaalde of een te bepalen natuurlijke persoon, mogen uitsluitend worden doorgegeven indien de overeenkomstsluitende partij die deze ontvangt zich ertoe verbindt deze op een wijze te beschermen die ten minste gelijkwaardig is aan de wijze waarop de overeenkomstsluitende partij die deze gegevens verstrekt deze beschermt.

Artikel 11

Gebruik van de informatie

1.  
De ontvangen informatie mag uitsluitend voor de in dit protocol omschreven doeleinden worden gebruikt. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de autoriteit die ze heeft verstrekt. Voorts geldt voor dit gebruik de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.
2.  
Lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt wordt terstond van een dergelijk gebruik in kennis gesteld.
3.  
De overeenkomstsluitende partijen kunnen de overeenkomstig dit protocol verkregen informatie en geraadpleegde documenten als bewijsmateriaal gebruiken in hun rapporten, getuigenverklaringen en in gerechtelijke procedures.

Artikel 12

Deskundigen en getuigen

Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere overeenkomstsluitende partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welke aangelegenheid en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

Artikel 13

Kosten van de bijstand

Overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorko¬mend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

Artikel 14

Tenuitvoerlegging

1.  
De douaneautoriteiten van de Zwitserse Bondsstaat, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten, anderzijds, zien toe op de tenuitvoerlegging van dit protocol. Ze stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming.
2.  
De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit protocol worden vastgesteld. Zij delen elkaar met name de lijst mede van de instanties die ter uitvoering van dit protocol gemachtigd zijn op te treden.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

De partijen komen overeen dat het Gemengd Comité een werkgroep dient op te richten om het Comité bij te staan bij het beheer van het protocol betreffende de wederzijdse administratieve bijstand.

▼B

SLOTAKTE



De vertegenwoordigers

VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

en

VAN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

bijeengekomen te Brussel de tweeëntwintigste juli negentienhonderdtweeënzeventig,

ter ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat,

hebben, bij de ondertekening van deze Overeenkomst,

— 
de volgende verklaringen bij deze akte aangenomen:
1. 

Gemeenschappelijke verklaring van de Partijen bij de Overeenkomst betreffende artikel 4, lid 3, van Protocol nr. 1,

2. 

Gemeenschappelijke verklaring van de Partijen bij de Overeenkomst betreffende de doorvoer van goederen,

3. 

Verklaring betreffende arbeidskrachten,

— 
kennis genomen van de volgende verklaringen bij deze akte:
1. 

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de regionale toepassing van sommige bepalingen van de Overeenkomst,

2. 

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende artikel 23, lid 1, van de Overeenkomst.

Bovengenoemde Vertegenwoordigers

en die

VAN HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN,



hebben de Aanvullende Overeenkomst betreffende de geldigheid voor het Vorstendom Liechtenstein van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 ondertekend.

Udfærdiget i Bruxelles, den

toogtyvende juli nitten hundrede og tooghalvfjerds.

Geschehen zu Brüssel am

zweiundzwanzigsten Juli neunzehnhundertzweiundsiebzig.

Done at Brussels on this

twenty-second day of July in the year one thousand nine hundred and seventy-two.

Fait à Bruxelles, le

vingt-deux juillet mil neuf cent soixante-douze.

Fatto a Bruxelles, il

ventidue luglio millenovecentosettantadue.

Gedaan te Brussel, de

tweeëntwintigste juli negentienhonderdtweeënzeventig.

▼M12 —————

▼B

På Rådet for De europæiske Fællesskabers vegneIm Namen des Rates der Europäischen GemeinschaftenIn the name of the Council of the European CommunitiesAu nom du Conseil des Communautés européennesA nome del Consiglio delle Comunità europeeNamens de Raad van de Europese Gemeenschappen▼M12 —————▼B

signatory signatory signatory

Für die Schweizerische EidgenossenschaftPour la Confédération suissePer la Confederazione svizzera

signatory signatory signatory

Für das Fürstentum Liechtenstein

signatory

VERKLARINGEN

Gemeenschappelijke verklaring van de Partijen bij de Overeenkomst betreffende artikel 4, lid 3, van Protocol nr. 1

De Partijen bij de Overeenkomst constateren dat de briefwisseling van 30 juni 1967 tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat met betrekking tot de Overeenkomst betreffende de produkten van de uurwerkindustrie van toepassing blijft, en dat men zich daarop kan beroepen indien de onderhavige Overeenkomst niet meer overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Protocol nr. 1 op de produkten van hoofdstuk 91 van de Naamlijst van Brussel van toepassing zou zijn.

Gemeenschappelijke verklaring van de Partijen bij de Overeenkomst betreffende de doorvoer van goederen

De Partijen bij de Overeenkomst achten het van gemeenschappelijk belang dat bij de doorvoer van goederen

— 
van herkomst uit en met bestemming naar de Gemeenschap, over het grondgebied van Zwitserland,
— 
of van herkomst uit en met bestemming naar Zwitserland, over het grondgebied van de Gemeenschap,

de prijzen en voorwaarden geen discriminaties of distorsies inhouden, gebaseerd op het land van herkomst of van bestemming van deze goederen, die een negatieve invloed kunnen uitoefenen op de goede werking van het vrije verkeer van deze goederen.

Verklaring betreffende arbeidskrachten

Daar de activiteiten in Zwitserland van arbeidskrachten die onderdanen zijn van de Lid-Staten der Gemeenschap in de betrekkingen tussen de Partijen bij de Overeenkomst van groot belang zijn, wijzen deze laatste erop dat zij de vraagstukken betreffende arbeidskrachten van gemeenschappelijk belang achten. Zij nemen dan ook met voldoening kennis van de ondertekening te Rome op 22 juni 1972 van notulen waarin de resultaten van de besprekingen van de Zwitsers-Italiaanse Gemengde Commissie zijn neergelegd.

De Partijen bij de Overeenkomst hebben er nota van genomen dat tijdens deze besprekingen belangrijke beginselen naar voren zijn gebracht, waardoor, met inachtneming van het door de Zwitserse autoriteiten vastgelegde stabilisatiebeleid, aanzienlijke vorderingen konden worden gemaakt; er zijn passende maatregelen getroffen om zodra zulks mogelijk is verdere vooruitgang te kunnen boeken. Voorts hebben zij er nota van genomen dat deze stabilisatie gepaard gaat met de tenuitvoerlegging van een beleid dat gericht is op de geleidelijke totstandbrenging van een zo homogeen mogelijke arbeidsmarkt.

De Partijen bij de Overeenkomst hebben besloten om, elk voor zich, de tenuitvoerlegging te bevorderen van de meest geschikte oplossingen voor deze vraagstukken van gemeenschappelijk belang. Zij verklaren zich bereid om eventuele problemen betreffende hun arbeidskrachten gezamenlijk te bestuderen.

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de regionale toepassing van sommige bepalingen van de Overeenkomst

De Europese Economische Gemeenschap verklaart dat de toepassing van de maatregelen die zij krachtens de artikelen 23, 24, 25 of 26 van de Overeenkomst volgens de procedure en bepalingen van artikel 27, dan wel krachtens artikel 28, kan treffen, op grond van haar eigen voorschriften kan worden beperkt tot een van haar gebieden.

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende artikel 23, lid 1, van de Overeenkomst

De Europese Economische Gemeenschap verklaart dat zij zich, in het kader van de door de Partijen bij de Overeenkomst aan artikel 23, lid 1, van de Overeenkomst te geven autonome uitvoering, bij de beoordeling van de met dit artikel strijdige gedragingen zal baseren op de citeria die voortvloeien uit de toepassing van de voorschriften van de artikelen 85, 86, 90 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap.



( 1 ) PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.

( 2 ) De partijen komen overeen af te zien van de eis om de in artikel 8, lid 3, bedoelde vermelding in het bewijs van oorsprong op te nemen.

( 3 ) PB L 302 van 15.11.1985, blz. 23.

( 4 ) Wanneer de oorsprongsverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur, moet het nummer van zijn vergunning hier worden ingevuld. Wanneer de oorsprongsverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, wordt het gedeelte tussen haakjes weggelaten of wordt niets ingevuld.

( 5 ) Aanduiding van de oorsprong van de producten. Wanneer de oorsprongsverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, moet de exporteur deze duidelijk aangeven met de letters “CM” op het document waarop de verklaring wordt opgemaakt.

( 6 ) Deze gegevens kunnen worden weggelaten als ze in het document zelf al voorkomen.

( 7 ) Indien de exporteur niet hoeft te ondertekenen, hoeft evenmin diens naam te worden vermeld.

( 8 ) Bijvoorbeeld: invoerdocumenten, certificaten inzake goederenverkeer, facturen, verklaringen van de fabrikant enz., ter zake van de be- of verwerkte producten of de in ongewijzigde staat wederuitgevoerde goederen.

( 9 ) Naam en adres van de afnemer.

( 10 ) Datums vermelden. Een langlopende leveranciersverklaring is normalerwijze niet langer dan 24 maanden geldig, afhankelijk van de voorwaarden die zijn gesteld door de douane van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de langlopende leveranciersverklaring is opgesteld.