02003R0147 — NL — 13.09.2024 — 014.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

▼M14

VERORDENING (EG) Nr. 147/2003 VAN DE RAAD

van 27 januari 2003

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Somalië

▼B

(PB L 024 van 29.1.2003, blz. 2)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 631/2007 VAN DE RAAD  van 7 juni 2007

  L 146

1

8.6.2007

►M2

VERORDENING (EU) Nr. 1137/2010 VAN DE RAAD  van 7 december 2010

  L 322

2

8.12.2010

►M3

VERORDENING (EU) Nr. 642/2012 VAN DE RAAD  van 16 juli 2012

  L 187

8

17.7.2012

 M4

VERORDENING (EU) Nr. 941/2012 VAN DE RAAD  van 15 oktober 2012

  L 282

1

16.10.2012

 M5

VERORDENING (EU) Nr. 431/2013 VAN DE RAAD  van 13 mei 2013

  L 129

12

14.5.2013

 M6

VERORDENING (EU) Nr. 517/2013 VAN DE RAAD  van 13 mei 2013

  L 158

1

10.6.2013

 M7

VERORDENING (EU) Nr. 1153/2013 VAN DE RAAD  van 15 november 2013

  L 306

1

16.11.2013

 M8

VERORDENING (EU) Nr. 478/2014 VAN DE RAAD  van 12 mei 2014

  L 138

1

13.5.2014

 M9

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1163 VAN DE COMMISSIE  van 5 juli 2019

  L 182

33

8.7.2019

►M10

VERORDENING (EU) 2020/169 VAN DE RAAD  van 6 februari 2020

  L 36

1

7.2.2020

►M11

VERORDENING (EU) 2021/48 VAN DE RAAD  van 22 januari 2021

  L 23

1

25.1.2021

 M12

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/595 VAN DE COMMISSIE  van 11 april 2022

  L 114

60

12.4.2022

►M13

VERORDENING (EU) 2023/154 VAN DE RAAD  van 23 januari 2023

  L 22

1

24.1.2023

►M14

VERORDENING (EU) 2024/898 VAN DE RAAD  van 18 maart 2024

  L 898

1

19.3.2024

►M15

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/2465 VAN DE COMMISSIE  van 10 september 2024

  L 2465

1

12.9.2024


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 039, 9.2.2023, blz.  67 (2021/48)




▼B

▼M14

VERORDENING (EG) Nr. 147/2003 VAN DE RAAD

van 27 januari 2003

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Somalië



▼M11

Artikel 1

1.  

Er geldt een verbod op:

a) 

het direct of indirect verstrekken van financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, voor de verkoop, de levering, de verzending of de uitvoer van goederen en technologie die zijn vermeld in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen ( 1 ), aan personen, entiteiten of lichamen in Somalië;

b) 

het direct of indirect verstrekken van technische bijstand in verband met militaire activiteiten, met betrekking tot goederen en technologie die zijn vermeld in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, aan personen, entiteiten of lichamen in Somalië.

▼M11

Artikel 1 bis

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) 

“technische bijstand”: technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

b) 

“financiering of financiële bijstand”: elke actie, ongeacht het gekozen middel, waarbij een persoon, entiteit of lichaam, met of zonder voorwaarden, eigen vermogen of eigen economische middelen uitbetaalt of toezegt, met inbegrip van, maar niet beperkt tot subsidies, leningen, garanties, borgstellingen, obligaties, kredietbrieven, leverancierskredieten, koperskredieten, in- of uitvoervoorschotten en alle soorten verzekeringen en herverzekeringen, met inbegrip van exportkredietverzekeringen. De betaling en de voorwaarden voor betaling van de overeengekomen prijs voor een goed of een dienst in overeenstemming met de normale handelspraktijk, vormen geen financiering of financiële bijstand;

▼M14

c) 

“Sanctiecomité”: het comité van de VN-Veiligheidsraad dat is ingesteld uit hoofde van Resolutie 2713 (2023) betreffende Al-Shabaab;

▼M11

d) 

“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, onder de in dat verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

▼B

Artikel 2

Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de in artikel 1 bedoelde transacties te bevorderen.

▼M13 —————

▼M14

Artikel 3

1.  

Artikel 1 is niet van toepassing op het verstrekken van financiering of financiële bijstand voor elke verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van, of technische bijstand in verband met militaire activiteiten, met betrekking tot goederen en technologie die zijn vermeld in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, en die uitsluitend bedoeld zijn voor steun aan of gebruik door:

a) 

de regering van de Federale Republiek Somalië, het Somalische nationale leger, de nationale inlichtingen- en veiligheidsdienst, de Somalische nationale politie of de Somalische gevangenbewaarders;

b) 

personeel van de Verenigde Naties, met inbegrip van de Bijstandsmissie van de Verenigde Naties in Somalië (UNSOM) en het Ondersteuningsbureau van de Verenigde Naties in Somalië (UNSOS);

c) 

de overgangsmissie van de Afrikaanse Unie in Somalië (ATMIS) en de landen die troepen en politie-eenheden daartoe leveren, alsmede haar strategische partners, die uitsluitend opereren in het kader van het meest recente strategische operationele concept van de Afrikaanse Unie, en in samenwerking en coördinatie met ATMIS;

d) 

opleidings- en ondersteuningsactiviteiten van de Europese Unie, Turkije, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, en de Verenigde Staten van Amerika, alsmede alle andere strijdkrachten van staten die een overeenkomst inzake de status van de strijdkrachten of een memorandum van overeenstemming met de regering van de Federale Republiek Somalië hebben, mits zij het Sanctiecomité in kennis stellen van het sluiten van dergelijke overeenkomsten.

2.  

In afwijking van artikel 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor het verstrekken van financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, voor elke verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van, of technische bijstand in verband met militaire activiteiten met betrekking tot goederen en technologie die zijn vermeld in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen en technologie en die uitsluitend bedoeld zijn voor steun aan of gebruik door de federale lidstaten en regionale regeringen van Somalië of voor erkende particuliere beveiligingsondernemingen die in Somalië actief zijn, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

met betrekking tot de in bijlage IV vermelde goederen en technologie, het Sanctiecomité heeft een kennisgeving van de regering van de Federale Republiek Somalië ontvangen en heeft het niet binnen vijf werkdagen bezwaar gemaakt tegen deze handelwijze;

b) 

met betrekking tot de in bijlage V opgenomen goederen en technologie, het Sanctiecomité heeft vijf werkdagen van tevoren van de regering van de Federale Republiek Somalië een kennisgeving ter informatie ontvangen.

3.  

De in lid 2, punten a) en b), van dit artikel bedoelde kennisgevingen omvatten:

a) 

gegevens over de fabrikant en leverancier van de wapens, munitie en militaire uitrusting, met inbegrip van het type, de partij of batch en serienummers;

b) 

een beschrijving van de wapens en munitie, met inbegrip van type, kaliber en hoeveelheid;

c) 

de voorgestelde datum en plaats van levering, en

d) 

alle relevante informatie over de eenheid van bestemming of de beoogde plaats van opslag.

4.  

Artikel 1 is niet van toepassing op de verstrekking van financiering of financiële bijstand of technische bijstand in verband met:

a) 

het verkopen, leveren, overbrengen of uitvoeren van beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, vertegenwoordigers van de media, particuliere beveiligingsondernemingen of medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Somalië worden uitgevoerd;

b) 

het verkopen, leveren, overbrengen of uitvoeren van niet-dodelijke militaire uitrusting door lidstaten of internationale, regionale of subregionale organisaties die uitsluitend bestemd zijn voor humanitair of beschermend gebruik;

c) 

het binnenvaren van Somalische havens voor tijdelijke bezoeken van vaartuigen die wapens of militaire uitrusting voor defensieve doeleinden vervoeren, mits deze goederen te allen tijde aan boord van die schepen blijven.

▼M2

Artikel 3 bis

1.  
Met het oog op de strikte toepassing van de artikelen 1 en 3 van Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië ( 2 ) geldt betreffende alle goederen van of naar Somalië die het douanegebied van de Unie binnenkomen of verlaten de verplichting voor aankomst of vertrek aangifte te doen aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat.

▼M10

2.  
De voorschriften betreffende de verplichting om vóór aankomst of vertrek aangifte te doen, met name wat betreft de persoon die de aangifte doet, de in acht te nemen termijnen en de te verstrekken gegevens, zijn die welke zijn vastgesteld in de bepalingen inzake summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang en inzake douaneaangiften, opgenomen in de douanewetgeving ( 3 ).

▼M2

3.  
De persoon die de in lid 2 bedoelde aangifte doet, verklaart voorts of de goederen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen ( 4 ) vallen en geeft, indien voor de uitvoer van die goederen een vrijstelling nodig is, nadere bijzonderheden over de verleende uitvoervergunning.
4.  
Tot en met 31 december 2010 kunnen summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang en de in dit artikel bedoelde vereiste aanvullende gegevens schriftelijk worden ingediend door middel van handels-, haven- of vervoersdocumenten, op voorwaarde dat deze de vereiste bijzonderheden bevatten.
5.  
Met ingang van 1 januari 2011 worden de in artikel 3 bedoelde vereiste aanvullende gegevens al naar het geval schriftelijk dan wel middels een douaneaangifte verstrekt.

▼M3

Artikel 3 ter

1.  

Er wordt een verbod ingesteld op:

a) 

de invoer van houtskool in de Unie, indien die houtskool:

i) 

afkomstig is uit Somalië; of

ii) 

is uitgevoerd uit Somalië;

b) 

de aankoop van houtskool die zich in Somalië bevindt of van oorsprong is uit Somalië;

c) 

het vervoer van houtskool, indien die houtskool van oorsprong is uit Somalië of uit Somalië naar een ander land wordt uitgevoerd;

d) 

het direct of indirect verstrekken van financiering of financiële bijstand, verzekering en herverzekering in verband met de onder a) en b) bedoelde invoer en aankoop van houtskool en het onder c bedoelde vervoer van houtskool; en

e) 

het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat het verbod in de punten a), b), c) en d), rechtstreeks of onrechtstreeks, wordt ontdoken.

2.  
Voor de toepassing van dit artikel worden onder „houtskool” de in bijlage II vermelde producten verstaan.
3.  
De verbodsbepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op de aankoop of het vervoer van houtskool die vóór 22 februari 2012 uit Somalië is uitgevoerd.

▼M10

Artikel 3 quater

1.  
Er wordt een verbod ingesteld op de directe of indirecte verkoop, uitvoer, levering of doorvoer van onderdelen van geïmproviseerde explosieven als bedoeld in bijlage III naar Somalië vanuit het grondgebied van de lidstaten of door onderdanen van de lidstaten buiten het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van vaartuigen of vliegtuigen die de vlag van een lidstaat voeren, tenzij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, als vermeld op de in bijlage I genoemde websites, voorafgaande toestemming heeft verleend.
2.  
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verlenen de in lid 1 genoemde toestemming niet indien er voldoende aanwijzingen zijn dat het (de) goed(eren) gebruikt zal (zullen) worden, of indien er een aanzienlijk risico bestaat dat het (ze) gebruikt zal (zullen) worden bij de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven in Somalië.

▼M14

3.  
Alvorens producten van bijlage III te verkopen, uit te voeren, te leveren of over te dragen aan Somalië, dient de betrokken lidstaat de regering van de Federale Republiek Somalië daarvan in kennis te stellen. Zij stelt de regering van de Federale Republiek Somalië en het Sanctiecomité uiterlijk 15 werkdagen nadat de verkoop, levering of overdracht heeft plaatsgevonden, in kennis van de verkoop, levering of overdracht.
4.  

Kennisgevingen op grond van lid 3 bevatten alle relevante informatie, waaronder:

a) 

het doel van het gebruik van het (de) voorwerp(en);

b) 

de eindgebruiker;

c) 

technische specificaties;

d) 

de hoeveelheid voorwerpen, en

e) 

de beoogde opslaglocatie van het (de) voorwerp(en).

▼B

Artikel 4

Onverminderd de rechten en verplichtingen van de lidstaten op grond van het Handvest van de Verenigde Naties onderhoudt de Commissie alle nodige contacten met het in artikel 3, lid 1, genoemde comité van de Veiligheidsraad met het oog op de doeltreffende toepassing van deze verordening.

Artikel 5

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening genomen maatregelen en van andere relevante gegevens waarover zij in verband met deze verordening beschikken, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

Artikel 6

Deze verordening is van toepassing ongeacht de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit vóór de inwerkingtreding ervan ondertekende internationale overeenkomsten, gesloten contracten dan wel verleende licenties of vergunningen.

▼M1

Artikel 6 bis

De Commissie wijzigt de ►M3  bijlage I ◄ op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

▼B

Artikel 7

1.  
Iedere lidstaat bepaalt welke sancties moeten worden opgelegd wanneer de bepalingen van deze verordening worden overtreden. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

Hangende de goedkeuring van daartoe strekkende wetgeving, in de gevallen waar dit vereist is, worden bij inbreuk op de bepalingen van deze verordening de terzake dienende sancties opgelegd die worden vastgesteld door de lidstaten ter uitvoering van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1318/2002 van de Raad van 22 juli 2002 betreffende een aantal beperkende maatregelen ten aanzien van Liberia ( 5 ).

2.  
Iedere lidstaat is verantwoordelijk voor het instellen van de rechtsvervolging tegen de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen onder zijn rechtsbevoegdheid die inbreuk maken op een bepaling van deze verordening.

▼M1

Artikel 7 bis

1.  
De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde instanties aan en identificeren deze in, of door middel van de websites opgesomd in ►M3  bijlage I ◄ .
2.  
De lidstaten doen de Commissie onmiddellijk na de inwerkingtreding van deze verordening mededeling van hun bevoegde instanties, en zij stellen haar in kennis van elke daaropvolgende wijziging.

▼B

Artikel 8

Deze verordening is van toepassing

— 
op het grondgebied van de Gemeenschap, inclusief het luchtruim,
— 
aan boord van ieder vliegtuig of vaartuig dat onder de rechtsmacht van een lidstaat valt,
— 
op eenieder die zich elders bevindt maar onderdaan is van een lidstaat, alsmede
— 
op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen die overeenkomstig het recht van een lidstaat opgericht of erkend zijn.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M3




BIJLAGE I

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

▼M15

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

https://um.dk/udenrigspolitik/sanktioner/ansvarlige-myndigheder

DUITSLAND

https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

ESTLAND

https://vm.ee/sanktsioonid-ekspordi-ja-relvastuskontroll/rahvusvahelised-sanktsioonid

IERLAND

https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

ITALIË

https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

CΥΡRUS

https://mfa.gov.cy/themes/

LETLAND

https://www.fid.gov.lv/en

LITOUWEN

https://www.urm.lt/en/lithuania-in-the-region-and-the-world/lithuanias-security-policy/international-sanctions/997

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

MALTA

https://smb.gov.mt/

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

PORTUGAL

https://portaldiplomatico.mne.gov.pt/politica-externa/medidas-restritivas

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

https://um.fi/pakotteet

ZWEDEN

https://www.regeringen.se/sanktioner

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

Spastraat 2

1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

▼M3




BIJLAGE II



Producten die onder het begrip „houtskool” vallen

GS-code

Omschrijving

4402

Houtskool (houtskool uit schalen van vruchten of van noten daaronder begrepen), ook indien samengeperst

▼M14




BIJLAGE III

Lijst van de in artikel 3 quater bedoelde goederen

1. 

Niet in bijlage IV, punt 3, bij Besluit (GBVB) 2010/231/GBVB van de Raad ( 6 ) gespecificeerde uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies (bv. ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, slagkoord).

2. 

“Technologie” die “noodzakelijk” is voor de “productie” of het “gebruik” van de in de punten 1 en 3 vermelde goederen. (De definities van de termen “technologie”, “noodzakelijk”, “productie” en “gebruik” zijn ontleend aan de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen ( 7 ).)

3. 

Explosieve stoffen en precursoren, als hieronder, en mengsels die een of meer van deze materialen bevatten:



Naam van de stof

Registratienummer van de Chemical Abstracts Service (CAS RN)

Code van de gecombineerde nomenclatuur (GN) (1)

Nitroglycerine (behalve indien verpakt/bereid in afzonderlijke medicinale doses) tenzij samengesteld of gemengd met het “energetische materiaal” als bedoeld in ML8.a. of de poedermetalen als bedoeld in ML8.c. van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen

55-63-0

ex 2920 90 70

Salpeterzuur

7697-37-2

ex  28 08

Zwavelzuur

7664-93-9

ex  28 07

(1)   

De nomenclatuurcodes komen uit de gecombineerde nomenclatuur zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1), en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van bekendmaking van deze verordening en van overeenkomstige toepassing zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.




BIJLAGE IV

Lijst van de in artikel 3, lid 2, punt a), bedoelde goederen

1. 

Grond-luchtraketten, met inbegrip van draagbare luchtverdedigingssystemen (Man-Portable Air-Defence Systems — MANPADS).

2. 

Wapens met een kaliber groter dan 12,7 mm en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, en bijbehorende munitie. (Niet inbegrepen zijn vanaf de schouder afgevuurde antitank-raketwerpers, zoals raketaangedreven granaten (rocket-propelled grenades — RPG’s) of lichte antitankwapens (light anti-tank weapons — LAW’s) terugstootloze vuurwapens, geweergranaten of granaatwerpers.)

3. 

Mortieren met een kaliber groter dan 82 mm en bijbehorende munitie.

4. 

Geleide antitankwapens, met inbegrip van geleide antitankprojectielen (Anti-tank Guided Missiles — ATGM’s) en munitie en speciaal hiervoor ontworpen onderdelen.

5. 

Speciaal voor militair gebruik ontworpen of aangepaste ladingen en apparaten; mijnen en aanverwant materieel, en ontstekingsmiddelen.

6. 

Wapenvizieren die nachtzicht mogelijk maken, met inbegrip van thermisch en infrarood, en toebehoren.

7. 

Speciaal voor militair gebruik ontworpen of aangepaste luchtvaartuigen met vaste vleugels, draaibare vleugels, kantelende rotor of kantelende vleugels.

8. 

Speciaal voor militair gebruik ontworpen of aangepaste “vaartuigen” en amfibievoertuigen. (Onder “vaartuigen” wordt begrepen: schepen, vaartuigen met grondeffect, vaartuigen met geringe onderwaterrompdoorsnede of draagvleugelboten, alsook de romp of een deel van de romp van een vaartuig.)

9. 

Onbemande gevechtsluchtvaartuigen (aangeduid als categorie IV in het VN-register van Conventionele Wapens).




BIJLAGE V

Lijst van de in artikel 3, lid 2, punt b), bedoelde goederen

1. 

Alle soorten wapens met een kaliber tot 12,7 mm en bijbehorende munitie.

2. 

Type-7 raketaangedreven granaten (RPG-7’s), LAW’s (lichte antitankwapens) en terugstootloze vuurwapens en bijbehorende munitie.

3. 

Wapenvizieren.

4. 

Speciaal voor militair gebruik ontworpen of aangepaste rotorvleugels of helikopters.

5. 

Lichaamspantser of beschermende kleding, zoals volgt: Harde lichaamspantserplaten die ballistische bescherming bieden die gelijk is aan of groter is dan niveau III (NIJ 0101.06 juli 2008) of nationale equivalenten.

6. 

Speciaal voor militair gebruik ontworpen of aangepaste voertuigen.

7. 

Speciaal voor militair gebruik ontworpen of aangepaste communicatieapparatuur.



( 1 )  PB C 98 van 15.3.2018, blz. 1.

( 2 )  PB L 105 van 27.4.2010, blz. 17.

( 3 ) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1); Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1); Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

( 4 )  PB C 69 van 18.3.2010, blz.19.

( 5 )  PB L 194 van 23.7.2002, blz. 1.

( 6 ) Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (PB L 105 van 27.4.2010, blz. 17).

( 7 )  PB C 72 van 28.2.2023, blz. 2.