European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2025/2244

24.4.2025

AANKONDIGING VAN VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN

EPSO/AD/424/25 — CS — Juristen-linguïsten voor het Tsjechisch (AD 7)

EPSO/AD/424/25 — DA — Juristen-linguïsten voor het Deens (AD 7)

EPSO/AD/424/25 — ET — Juristen-linguïsten voor het Ests (AD 7)

EPSO/AD/424/25 — FI — Juristen-linguïsten voor het Fins (AD 7)

EPSO/AD/424/25 — FR — Juristen-linguïsten voor het Frans (AD 7)

EPSO/AD/424/25 — IT — Juristen-linguïsten voor het Italiaans (AD 7)

EPSO/AD/424/25 — LV — Juristen-linguïsten voor het Lets (AD 7)

EPSO/AD/424/25 — SV — Juristen-linguïsten voor het Zweeds (AD 7)

(C/2025/2244)

Uiterste termijn voor het indienen van sollicitaties: 28 mei 2025 om 12 uur (’s middags), Luxemburgse tijd

INHOUD

1.

INLEIDING 2

2.

WAT HOUDT DE FUNCTIE IN? 2

3.

AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN? 2

3.1.

Algemene voorwaarden 2

3.2.

Specifieke voorwaarden — talen 2

3.3.

Specifieke voorwaarden — kwalificaties 3

4.

HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE? 4

4.1.

Overzicht van de fasen van het vergelijkend onderzoek 4

4.2.

In het kader van deze vergelijkende onderzoeken gebruikte talen 5

4.3.

Fasen van het vergelijkend onderzoek 7

5.

GELIJKE KANSEN EN REDELIJKE AANPASSINGEN 9

6.

INFORMATIE OVER DE STANDPLAATS BIJ AANWERVING IN LUXEMBURG EN OVER OVERPLAATSINGEN 9
BIJLAGE — Algemene bepalingen 11

1.   INLEIDING

a)

Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert algemene vergelijkende onderzoeken op basis van kwalificaties en tests om reservelijsten op te stellen waaruit het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg kan putten voor de aanwerving van nieuwe ambtenaren als “jurist-linguïst” (graad AD 7).

b)

Deze aankondiging en bijlage “Algemene bepalingen” erbij vormen het juridisch bindende kader voor deze vergelijkend onderzoeken.

c)

EPSO streeft naar genderneutraal en inclusief taalgebruik. Elke verwijzing naar een persoon van een bepaald geslacht moet tevens worden beschouwd als een verwijzing naar een persoon van een ander geslacht.

d)

Deze aankondiging heeft betrekking op acht vergelijkende onderzoeken. U kunt zich slechts voor één daarvan inschrijven.

e)

Het aantal geslaagde kandidaten dat per vergelijkend onderzoek op de reservelijst kan worden geplaatst, is aangegeven in tabel 1.

Tabel 1

Vergelijkend onderzoek

Aantal geslaagde kandidaten dat op de reservelijst kan worden geplaatst

EPSO/AD/424/25 — CS

20

EPSO/AD/424/25 — DA

15

EPSO/AD/424/25 — ET

20

EPSO/AD/424/25 — FI

20

EPSO/AD/424/25 — FR

20

EPSO/AD/424/25 — IT

30

EPSO/AD/424/25 — LV

10

EPSO/AD/424/25 — SV

20

2.   WAT HOUDT DE FUNCTIE IN?

a)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Unie werken hooggekwalificeerde juristen die in staat moeten zijn vaak complexe juridische teksten uit ten minste twee brontalen te vertalen in de taal van het vergelijkend onderzoek. Bij de werkzaamheden wordt gebruikgemaakt van de gebruikelijke informatietechnologie en kantoorsoftware.

b)

Een jurist-linguïst vertaalt juridische teksten (arresten van het Hof van Justitie en het Gerecht, conclusies van de advocaten-generaal, memories van de partijen enz.) in de taal van het vergelijkend onderzoek vanuit ten minste twee andere officiële talen van de Europese Unie en controleert de kwaliteit van dergelijke vertalingen. Daarnaast voert een jurist-linguïst juridische analyses uit in samenwerking met de griffies en de andere diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

3.   AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN?

Op de uiterste datum voor de inschrijving moet u voldoen aan alle algemene en specifieke voorwaarden (zie de punten 3.1, 3.2 en 3.3), tenzij anders vermeld in punt 3.3.

3.1.   Algemene voorwaarden

U moet:

1.

uw rechten als staatsburger bezitten als onderdaan van een van de lidstaten van de EU;

2.

voldaan hebben aan de wettelijke verplichtingen inzake de militaire dienstplicht, en

3.

in zedelijk opzicht de waarborgen bieden die voor de beoogde functie vereist zijn.

3.2.   Specifieke voorwaarden — talen

U moet een goede kennis hebben van ten minste drie officiële EU-talen, zoals bepaald in punt 4.2.1.

3.3.   Specifieke voorwaarden — kwalificaties

a)

De toelatingsvoorwaarden voor deze vergelijkende onderzoeken zijn gebaseerd op het belang van de dienst, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen tussen de nationale rechtsstelsels in de EU.

b)

De specifieke opleidingskwalificaties die in beginsel vereist zijn voor elk vergelijkend onderzoek waarop deze aankondiging betrekking heeft, zijn vermeld in de punten 3.3.1 tot en met 3.3.8.

c)

Voor werknemers die gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer tussen de lidstaten in de zin van artikel 45 VWEU, kan de jury ook gelijkwaardige kwalificaties accepteren in het licht van de beginselen die zijn neergelegd in het arrest van 7 september 2022, OQ/Europese Commissie, T-713/20, ECLI:EU:T:2022:513.

d)

Om te bepalen of u beschikt over de specifieke opleidingskwalificaties, houdt de jury rekening met de regels die golden op het moment dat de kwalificatie is afgegeven.

e)

In principe is geen werkervaring vereist. Wanneer de opleidingskwalificaties echter overeenkomen met een voltooide universitaire opleiding van slechts drie jaar, moet u vervolgens ook ten minste één jaar juridische ervaring hebben opgedaan.

f)

De in punt e) bedoelde ervaring wordt als relevant beschouwd als zij is opgedaan op een of meer van de volgende gebieden:

juridisch vertalen;

opstellen van juridische teksten;

juridische ervaring als zelfstandig advocaat;

juridische ervaring bij een advocatenkantoor, een bedrijf, een nationale overheid, een intergouvernementele of internationale organisatie, een van de instellingen, agentschappen of andere organen van de EU, een niet-gouvernementele organisatie of een universiteit.

g)

Als u op basis van uw diploma voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor een bepaald vergelijkend onderzoek (zie de punten 3.3.1 tot en met 3.3.8), moet dat diploma uiterlijk op 1 oktober 2025 zijn behaald.

3.3.1.   EPSO/AD/424/25 — CS — Juristen-linguïsten voor het Tsjechisch

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — CS, een universitaire opleiding Tsjechisch recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

i)

Vysokoškolské vzdělání v oblasti českého práva nebo české právní vědy (magistr, Mgr.) umožňující přístup k doktorskému studijnímu programu v oblasti českého práva nebo české právní vědy; nebo

ii)

ukončený doktorský studijní program v oblasti českého práva nebo české právní vědy (doktor, Ph.D.); nebo

iii)

úspěšně složená státní rigorózní zkouška v oblasti českého práva nebo české právní vědy (doktor práv, JUDr.).

3.3.2.   EPSO/AD/424/25 — DA — Juristen-linguïsten voor het Deens

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — DA, een universitaire opleiding Deens recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

i)

Juridisk kandidateksamen (cand.jur.);

ii)

Erhvervsøkonomisk-erhvervsjuridisk kandidateksamen (cand.merc.jur.).

3.3.3.   EPSO/AD/424/25 — ET — Juristen-linguïsten voor het Ests

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — ET, een universitaire opleiding Ests recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

Eestikeelsel õppekaval omandatud akadeemiline kõrgharidus õigusteaduses, s.o riiklikult tunnustatud magistrikraad (3+2 õppekava) või sellega võrdsustatud endine bakalaureusekraad.

3.3.4.   EPSO/AD/424/25 — FI — Juristen-linguïsten voor het Fins

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — FI, in het Fins een universitaire opleiding Fins recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

Suomessa suoritettu oikeustieteen muu ylempi korkeakoulututkinto (oikeustieteen maisteri, aiemmin oikeustieteen kandidaatti) kuin kansainvälisen ja vertailevan oikeustieteen maisterin tutkinto.

3.3.5.   EPSO/AD/424/25 — FR — Juristen-linguïsten voor het Frans

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — FR, in het Frans een universitaire opleiding Frans, Belgisch of Luxemburgs recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

Avoir suivi une formation juridique complète, principalement dans un établissement d’enseignement supérieur belge, français ou luxembourgeois où les enseignements sont dispensés en langue française. Par formation juridique complète, il convient d’entendre une formation juridique de cinq années/300 crédits ECTS (European Credit Transfer System), pour les formations achevées depuis l’entrée en vigueur de la réforme de 2004 harmonisant les diplômes d’enseignement supérieur en Europe, ou de quatre ou cinq années pour les formations achevées antérieurement. Cette formation doit, en outre, avoir été sanctionnée par un diplôme correspondant au moins au master 2 (cinq années d’études), pour les diplômes obtenus après l’entrée en vigueur de ladite réforme de 2004, ou à la maîtrise en droit français (quatre années d’études), ou à la licence en droit belge (cinq années d’études), pour les diplômes obtenus avant l’entrée en vigueur de cette même réforme.

3.3.6.   EPSO/AD/424/25 — IT — Juristen-linguïsten voor het Italiaans

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — IT, een universitaire opleiding Italiaans recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

Formazione universitaria completa in giurisprudenza (quattro anni, vecchio ordinamento, o cinque anni, nuovo ordinamento) svolta presso un'università italiana e attestata da un diploma di laurea rilasciato da un'università italiana.

3.3.7.   EPSO/AD/424/25 — LV — Juristen-linguïsten voor het Lets

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — LV, in het Lets een universitaire opleiding Lets recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

Maģistra grāds tiesību zinātnē vai otrā līmeņa profesionālā augstākā izglītība tiesību zinātnē, kas piešķir jurista kvalifikāciju.

3.3.8.   EPSO/AD/424/25 — SV — Juristen-linguïsten voor het Zweeds

Onverminderd punt 3.3, d), en de algemene bepalingen (met name punt 2.2, 1)) moet u, om in aanmerking te komen voor vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — SV, in het Zweeds een universitaire opleiding Zweeds of Fins recht hebben voltooid, afgesloten met een van de volgende diploma’s:

i)

Jur.kand.-examen, juristexamen, uitgereikt in Zweden;

ii)

Juris kandidat (JK), juris magister (JM), uitgereikt in Finland na voltooiing van een universitaire opleiding rechten in het Zweeds.

4.   HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE?

4.1.   Overzicht van de fasen van het vergelijkend onderzoek

Deze vergelijkende onderzoeken omvatten de volgende fasen:

inschrijving (zie punt 4.3.1);

afleggen van tests (zie punt 4.3.2);

beoordeling van de tests en controle van de toelatingsvoorwaarden (zie punt 4.3.3);

opstellen van de reservelijsten (zie punt 4.3.4).

4.2.   In het kader van deze vergelijkende onderzoeken gebruikte talen

4.2.1.   Taalvereisten

a)

In het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (1) is bepaald dat alleen ambtenaren kunnen worden aangesteld die blijk geven van een grondige kennis van een van de talen van de Unie en van voldoende kennis van een andere taal van de Unie voor zover dit noodzakelijk is voor de te verrichten werkzaamheden.

b)

De juristen-linguïsten van het Hof van Justitie van de Europese Unie moeten juridische teksten uit ten minste twee brontalen in taal 1 kunnen vertalen. Kandidaten moeten dus ten minste drie verschillende officiële EU-talen beheersen van de in tabel 2 genoemde talen. Deze talen worden “taal 1”, “taal 2” en “taal 3” genoemd.

Tabel 2

Vergelijkend onderzoek

Taal 1 —

de taal van het vergelijkend onderzoek

Taal 2

Taal 3

EPSO/AD/424/25 — FR

Frans

Nederlands, Engels, Duits, Grieks, Italiaans, Pools, Spaans

Een andere officiële EU-taal dan taal 1 en taal 2

EPSO/AD/424/25 — CS

Tsjechisch

Frans

Engels, Duits, Italiaans, Pools, Spaans

EPSO/AD/424/25 — DA

Deens

EPSO/AD/424/25 — ET

Ests

EPSO/AD/424/25 — FI

Fins

EPSO/AD/424/25 — LV

Lets

EPSO/AD/424/25 — SV

Zweeds

EPSO/AD/424/25 — IT

Italiaans

Frans

Engels, Duits, Grieks, Pools, Roemeens, Sloveens, Spaans

c)

Vereist kennisniveau voor alle in het sollicitatieformulier vermelde taalvaardigheden (luisteren, lezen, mondelinge interactie, mondelinge productie, schrijven):

i)

taal 1: C2 (niveau moedertaalspreker);

ii)

taal 2 en taal 3: ten minste C1 voor leesvaardigheid.

d)

Deze niveaus en vaardigheden komen overeen met het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen (2).

e)

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is een meertalige instelling die werkt volgens de in zijn Reglement voor de procesvoering vastgestelde talenregeling.

f)

Voor de vertalingen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt gewerkt met een gemengd systeem met zowel rechtstreekse vertaling als vertaling via een aantal spiltalen. Waar mogelijk wordt de voorkeur gegeven aan rechtstreekse vertaling, maar als dat niet mogelijk is, kan een spiltaal worden gebruikt. Duits, Engels, Italiaans, Pools en Spaans zijn momenteel de spiltalen. Aangezien de beraadslagingen in het Frans worden gevoerd, moet de Franse vertaaleenheid bovendien rechtstreekse vertalingen kunnen leveren uit alle officiële talen van de Europese Unie. Daarom is het Frans een “natuurlijke” spiltaal.

g)

De taalopties in tabel 2 zijn gebaseerd op de bovenstaande overwegingen en op de huidige en verwachte personeelsbehoeften van de betrokken vertaaleenheden.

h)

Taal 1 van elk vergelijkend onderzoek komt overeen met de doeltaal van de betrokken vertaaleenheid. Beheersing op het niveau van een moedertaalspreker van taal 1 is een vereiste voor juristen-linguïsten omdat zij complexe juridische teksten in deze taal moeten vertalen. Kandidaten moeten ook aantonen dat zij, als moedertaalspreker van taal 1, in staat zijn in die taal de juridische en terminologische aspecten van door nationale rechters ingediende verzoeken om een prejudiciële beslissing te analyseren en de daarmee verband houdende taken uit te voeren.

i)

De keuze van het Frans als taal 2 voor andere vergelijkende onderzoeken dan EPSO/AD/424/25 — FR vloeit voort uit het feit dat de meeste teksten uit het Frans moeten worden vertaald, met name arresten en beschikkingen van het Hof van Justitie en het Gerecht. Om ervoor te zorgen dat de rechtspraak kan worden gepubliceerd in alle officiële EU-talen is het zeer belangrijk dat elke jurist-linguïst in elk van de betrokken vertaaleenheden kan werken vanuit het Frans.

j)

Gezien de taalbehoeften van de Franse vertaaleenheid, hebben kandidaten voor taal 2 van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — FR de keuze uit Nederlands, Engels, Duits, Grieks, Italiaans, Pools en Spaans. Deze vertaaleenheid heeft met name juristen-linguïsten nodig die complexe juridische teksten uit een van de genoemde talen kunnen vertalen, aangezien een aanzienlijk deel van de vertalingen uit deze talen wordt gemaakt.

k)

Voor taal 3 van andere vergelijkende onderzoeken dan EPSO/AD/424/25 — FR en EPSO/AD/424/25 — IT (d.w.z. vergelijkende onderzoeken voor Deense, Estse, Finse, Letse, Zweedse en Tsjechische juristen-linguïsten) hebben kandidaten de keuze uit Engels, Duits, Italiaans, Pools en Spaans, aangezien er voor de overgrote meerderheid van de teksten die moeten worden vertaald uit een andere taal dan taal 2 (Frans) wordt gewerkt met spiltalen (Duits, Engels, Italiaans, Pools en Spaans).

l)

Voor taal 3 van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/424/25 — IT hebben kandidaten de keuze uit Engels, Duits, Grieks, Pools, Roemeens, Sloveens en Spaans, aangezien er voor de overgrote meerderheid van de teksten die moeten worden vertaald uit een andere taal dan taal 2 (Frans) wordt gewerkt met een andere spiltaal dan Italiaans, namelijk Duits, Engels, Pools en Spaans. Bovendien moet de Italiaanse vertaaleenheid, als “spileenheid” voor de Griekse, Roemeense en Sloveense taal, zorgen voor een adequate dekking van deze talen.

m)

Deze taaleisen zijn van invloed op de talen waarin de tests worden afgenomen (zie punt 4.2.2).

4.2.2.   Voor de sollicitatie en tests gebruikte talen

a)

In de verschillende fasen van het vergelijkend onderzoek worden de volgende talen gebruikt (zie tabel 3):

Tabel 3

Selectiefase

Tests

Taal

Inschrijving

Een van de 24 officiële EU-talen

Test

Redeneertests

Taal 1

Vertaaltest

Taal 1 en taal 2

Revisietest

Taal 1 en taal 3

b)

Gezien de specifieke beperkingen van de werkzaamheden van de juristen-linguïsten bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, zoals beschreven in het vorige punt, is het passend om van de kandidaten te verlangen dat zij de redeneertests afleggen in hun taal 1.

c)

Tijdens de vertaaltest en de revisietest moeten kandidaten aantonen dat zij de talen 1, 2 en 3 beheersen, d.w.z. de talen die zij bij hun dagelijkse werkzaamheden zullen gebruiken. Dit biedt de beste garantie dat kandidaten worden aangeworven die het beste presteren wat betreft bekwaamheid en efficiëntie en dat zij na hun aanwerving meteen operationeel zijn.

4.3.   Fasen van het vergelijkend onderzoek

4.3.1.   Inschrijving

a)

Om u in te schrijven, moet u een kandidaataccount hebben.

b)

U kunt zich online inschrijven en uw sollicitatie indienen op de website van EPSO  (3) , ten laatste op

28 mei 2025 om 12 uur (’s middags), Luxemburgse tijd.

c)

Door uw sollicitatieformulier in te dienen, verklaart u te voldoen aan alle voorwaarden die zijn vermeld in punt 3 “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”. Het is aan u om ervoor te zorgen dat u uw sollicitatieformulier binnen de gestelde termijn invult en indient. Na het verstrijken van de indieningstermijn kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen.

d)

U moet de gescande bewijsstukken ter staving van de verklaringen in uw sollicitatieformulier ten laatste op 7 oktober 2025 om 12 uur (’s middags), Luxemburgse tijd, verstrekken. Op de specifieke pagina over het vergelijkend onderzoek op de EPSO-website kunt u lezen hoe u dit moet doen.

4.3.2.   Afleggen van tests

a)   Algemene opmerkingen

i)

Alle kandidaten die hun sollicitatieformulier binnen de in punt 4.3.1, b), vermelde termijn hebben ingediend, worden uitgenodigd voor een reeks tests als hieronder vermeld. Let op: de volgorde van de tests kan afwijken van de volgorde waarin zij in deze aankondiging staan.

ii)

De tests vinden online plaats, met toezicht op afstand. Meer informatie over de testprocedure ontvangt u ten laatste in de uitnodiging voor de tests.

iii)

Als u een of meer van de tests niet aflegt of niet afrondt, conform deze aankondiging en/of de instructies aan de kandidaten, wordt uw deelname aan het vergelijkend onderzoek beëindigd (zie punt 5 van de algemene bepalingen).

b)   Redeneertests

De redeneertests zijn meerkeuzetests ter beoordeling van uw verbale, numerieke en abstracte redeneervermogen. De tests zien er als volgt uit (zie tabel 4):

Tabel 4

Test

Taal

Aantal vragen

Duur

Score

Vereiste minimumscore

Verbaal redeneervermogen

Taal 1

20

35 minuten

0-20

20/40

Numeriek redeneervermogen

10

20 minuten

0-10

Abstract redeneervermogen

10

10 minuten

0-10

c)   Vertaaltest

De test ziet er als volgt uit (zie tabel 5):

Tabel 5

Test

Beschrijving

Duur

Score

Vereiste minimumscore

Vertaaltest

Vertaling van een in taal 2 gestelde juridische tekst naar taal 1, zonder gebruik van een woordenboek of andere bronnen.

90 minuten

0-80

40/80

d)   Revisietest

De revisietest ziet er als volgt uit (zie tabel 6):

Tabel 6

Test

Beschrijving

Duur

Score

Vereiste minimumscore

Revisietest

Revisie van een in taal 1 gestelde juridische tekst, op basis van een machinevertaling uit uw taal 3.

90 minuten

0-80

40/80

4.3.3.   Beoordeling van de tests en controle van de toelatingsvoorwaarden

a)   Algemene opmerkingen

i)

De testscores worden als volgt gebruikt (zie tabel 7):

Tabel 7

Test

Waarvoor worden de testscores gebruikt?

Redeneertests

Deze testscore dient om te bepalen of u ten minste de vereiste minimumscore hebt behaald.

Vertaaltest

Als u voor beide tests ten minste de vereiste minimumscores hebt behaald, dienen deze scores om een rangschikking op te stellen (volgens de prestaties van de kandidaten).

Revisietest

ii)

Als u niet alle tests aflegt of afrondt (zie punt 4.3.2 hierboven en punt 5 van de algemene bepalingen), worden uw antwoorden niet verder verwerkt en wordt er niet nagegaan of u aan de toelatingsvoorwaarden voldoet.

iii)

Als u voor een van bovenstaande tests niet ten minste de vereiste minimumscore(s) hebt behaald, wordt u uitgesloten van verdere deelname. Uw antwoorden worden dan niet verder verwerkt en er wordt niet nagegaan of u aan de toelatingsvoorwaarden voldoet.

iv)

Uw testresultaten worden u pas aan het eind van het vergelijkend onderzoek meegedeeld (zie punt 4.3.4, d)), ongeacht de fase van het vergelijkend onderzoek die u hebt bereikt.

b)   Specifieke stappen

i)

Eerst worden de redeneertests beoordeeld. Van de kandidaten die daarvoor ten minste de vereiste minimumscores hebben behaald, wordt gecontroleerd of ze voldoen aan de toelatingsvoorwaarden.

ii)

Er wordt nagegaan of is voldaan aan de toelatingsvoorwaarden als vermeld in punt 3 “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”. De jury neemt hierover een besluit na vergelijking van a) de verklaringen in het sollicitatieformulier met b) de documenten die u overeenkomstig punten 1), 2) en 3) van punt 2.4 van de algemene bepalingen hebt verstrekt ter staving van die verklaringen.

iii)

Van de kandidaten die aan de toelatingsvoorwaarden voldoen, wordt de vertaaltest beoordeeld.

iv)

Van de kandidaten die voor de vertaaltest ten minste de vereiste minimumscore hebben behaald, wordt de revisietest beoordeeld.

v)

Van de kandidaten die voor beide tests ten minste de vereiste minimumscores hebben behaald, worden beide scores opgeteld tot een gecombineerde score op een totaal van 160 punten. “160” is de som van de hoogst mogelijke scores voor de vertaaltest (80) en de revisietest (80).

vi)

Vervolgens worden de kandidaten per vergelijkend onderzoek gerangschikt in afnemende volgorde van hun gecombineerde totaalscores. Deze rangschikking per vergelijkend onderzoek dient als basis voor het opstellen van de reservelijst voor elk vergelijkend onderzoek.

4.3.4.   Opstellen van reservelijsten

a)

De jury plaatst op de reservelijsten de namen van de kandidaten die i) ten minste alle vereiste minimumscores hebben behaald en behoren tot de kandidaten met de hoogste gecombineerde totaalscores, en ii) voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Dit gebeurt in afnemende volgorde van de in punt 4.3.3, b), vi), bedoelde rangschikking, tot het aantal kandidaten dat voor elk vergelijkend onderzoek op de reservelijst kan worden geplaatst, is bereikt, of totdat de lijst van de in deze rangschikking opgenomen kandidaten is uitgeput.

b)

Wanneer de laatste plaats op een reservelijst door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op de reservelijst geplaatst.

c)

De reservelijsten worden in alfabetische volgorde opgesteld. De reservelijsten worden ter beschikking gesteld van de aanwervende diensten.

d)

De kandidaten worden geïnformeerd over de resultaten (van de tests en de controle van de toelatingsvoorwaarden), tenzij hun antwoorden niet zijn verwerkt en/of de controle van de toelatingsvoorwaarden om de in deze aankondiging vermelde redenen niet is verricht.

e)

Plaatsing op een reservelijst geeft geen recht of garantie op aanwerving.

5.   GELIJKE KANSEN EN REDELIJKE AANPASSINGEN

a)

EPSO voert een beleid van gelijke kansen voor alle kandidaten.

b)

Als u een handicap of medische aandoening hebt die uw deelname aan de tests belemmert, vermeld dit dan in uw sollicitatieformulier en volg de procedure om redelijke aanpassingen aan te vragen, zoals is vermeld op de EPSO-website (4). EPSO zal uw verzoek en de bewijsstukken onderzoeken en, indien nodig, redelijke aanpassingen toestaan.

6.   INFORMATIE OVER DE STANDPLAATS BIJ AANWERVING IN LUXEMBURG EN OVER OVERPLAATSINGEN

a)

Geslaagde kandidaten die worden aangeworven, zullen als ambtenaar op proef komen te werken in Luxemburg.

b)

Volgens artikel 29, lid 1, punt a), i), en punt b), van het Statuut kunnen ambtenaren op elk moment in hun loopbaan verzoeken om overplaatsing binnen dezelfde instelling of hetzelfde agentschap van de Unie of naar een andere instelling of ander agentschap van de Unie.

c)

Wij wijzen er echter op dat in het belang van de dienst:

i)

ambtenaren op proef tijdens de eerste drie dienstjaren na het begin van hun werkzaamheden alleen kunnen worden overgeplaatst naar een andere instelling of een ander agentschap van de Unie zonder verandering van standplaats in uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen;

ii)

ambtenaren op proef tijdens de eerste vier dienstjaren na het begin van hun werkzaamheden alleen kunnen worden overgeplaatst binnen dezelfde instelling of hetzelfde agentschap of naar een andere instelling of ander agentschap met verandering van standplaats in uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen.

d)

Wij wijzen erop dat een overplaatsing pas mogelijk is als zowel de oorspronkelijke instelling of het oorspronkelijke agentschap als de instelling of het agentschap van overplaatsing daarmee akkoord gaat.

e)

Om hun taken in optimale omstandigheden te kunnen uitvoeren, moeten nieuw aangeworven ambtenaren de kans krijgen om zo goed mogelijk te integreren in de cultuur en de werkomgeving van de standplaats en van de instelling of het agentschap van aanwerving.

f)

Bovendien investeren de aanwervende instellingen of agentschappen in de introductie en de opleiding van nieuwe ambtenaren zodat zij zich zowel op het werk als in de standplaats kunnen integreren. Er moet bij het invullen van de posten dus een zekere mate van continuïteit en voorspelbaarheid worden verzekerd door van de nieuw aangeworven ambtenaren te verlangen dat zij een minimale diensttijd volbrengen, zowel bij de instelling of het agentschap van aanwerving als in de standplaats.


(1)  Zie artikel 28, punt f), van Verordening nr. 31 (EEG), 11 (EGA), tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB 45 van 14.6.1962, blz. 1385/62). Geconsolideerde tekst: http://data.europa.eu/eli/reg/1962/31(1)/2025-01-01.

(2)   https://eu-careers.europa.eu/nl/documents/common-european-framework-reference-languages.

(3)   https://eu-careers.europa.eu/nl/job-opportunities/open-for-application.

(4)   https://eu-careers.europa.eu/nl/how-request-specific-adjustments-selection-tests.


BIJLAGE

ALGEMENE BEPALINGEN

1.   Basisregels

(1)

De in dit document vervatte bepalingen zijn van toepassing tenzij in de aankondiging van vergelijkend onderzoek anders is bepaald.

(2)

In uw kandidaataccount ontvangt u tijdgevoelige mededelingen. U moet ten minste om de drie kalenderdagen uw kandidaataccount raadplegen om de voortgang van het vergelijkend onderzoek te volgen en te vermijden dat u een deadline mist.

Als u uw account niet kunt raadplegen door een technisch probleem bij EPSO, moet u dit onmiddellijk melden, uitsluitend via het onlinecontactformulier  (1).

(3)

Wanneer in enige fase van het vergelijkend onderzoek de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten toegelaten tot de volgende fase van het vergelijkend onderzoek. Wanneer de laatste plaats op een reservelijst door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op die reservelijst geplaatst.

(4)

Als u na een verzoek, klacht of beroep opnieuw tot de selectieprocedure wordt toegelaten, wordt u ofwel a) opnieuw toegelaten tot het vergelijkend onderzoek in de fase waarvan u eerder was uitgesloten, of b) toegevoegd aan de reservelijst, naargelang van het geval.

(5)

De communicatie (via uw kandidaataccount of via e-mail) met EPSO verloopt in een van de talen waarvan u in de rubriek “Talen” van uw sollicitatieformulier onder “lezen” hebt verklaard dat u deze beheerst op niveau B2 of hoger (2) (zie ook punt 2.1 van deze algemene bepalingen).

(6)

U kunt contact opnemen met EPSO via het onlinecontactformulier op de EPSO-website (3) Voordat u contact opneemt, verzoeken wij u eerst de rubriek “Veelgestelde vragen” op de website van EPSO (4) te raadplegen.

(7)

EPSO behoudt zich het recht voor ongepaste correspondentie te staken, bijvoorbeeld omdat deze steeds hetzelfde onderwerp betreft, of beledigend en/of irrelevant is.

2.   Opleiding (5) , ervaring (6) , bewijsstukken

2.1.   Rubriek “Mijn cv” in uw kandidaataccount

Voordat u zich inschrijft voor een vergelijkend onderzoek, moet u de rubriek “Mijn cv” in uw kandidaataccount invullen. Als u zich inschrijft voor een specifiek vergelijkend onderzoek, hoeft u uw cv niet opnieuw in het sollicitatieformulier in te voeren, aangezien deze gegevens na afloop van de inschrijvingsperiode automatisch van uw cv naar het sollicitatieformulier worden overgedragen. Het is aan u om ervoor te zorgen dat de informatie in uw cv op dat moment actueel is.

2.2.   Opleiding

(1)

Graden, diploma’s en/of certificaten die zijn uitgereikt in een EU- of niet-EU-land, moeten worden erkend door een bevoegde autoriteit van een EU-lidstaat.

(2)

Bij de controle van de kwalificaties wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de nationale onderwijsstelsels, met name de verschillende benamingen van graden, diploma’s en certificaten.

2.3.   Werkervaring

(1)

Werkervaring wordt alleen meegeteld als is voldaan aan de volgende algemene voorwaarden:

a)

de werkervaring werd opgedaan nadat de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde minimale onderwijskwalificatie werd behaald;

b)

er is sprake van een reële en daadwerkelijke arbeidsprestatie;

c)

er is sprake van bezoldiging;

d)

er is sprake van een professionele relatie, d.w.z. deelname aan een organisatiestructuur of de verlening van een dienst;

e)

de werkervaring is relevant volgens de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde criteria. Als slechts een deel van de tijdens een bepaalde periode van werkervaring verrichte taken als relevant kan worden beschouwd, zijn de volgende regels van toepassing:

i)

als meer dan 75 % van de taken relevant is, wordt de volledige duur van de werkervaring als relevant beschouwd;

ii)

als 50 tot 75 % van de taken relevant is, wordt de duur van de werkervaring geteld voor 75 %;

iii)

als 25 tot 50 % van de taken relevant is, wordt de duur van de werkervaring geteld voor 50 %;

iv)

als minder dan 25 % van de taken relevant is, wordt de werkervaring niet in aanmerking genomen.

(2)

Voor de hieronder vermelde werkervaring gelden specifieke regels, waaronder bepaalde uitzonderingen van de in punt 1) genoemde voorwaarden:

a)

in het geval van vrijwilligerswerk wordt onder “bezoldiging” elke ontvangen financiële vergoeding verstaan, met inbegrip van onkostenvergoedingen en verzekeringsdekking. Daarnaast moet het vrijwilligerswerk vergelijkbaar zijn met gewoon werk wat betreft aantal wekelijkse uren en duur;

b)

in het geval van stages wordt onder “bezoldiging” elke ontvangen financiële vergoeding verstaan, met inbegrip van onkostenvergoedingen en verzekeringsdekking. Een verplichte stage die deel uitmaakt van een studieprogramma, kan worden meegeteld op voorwaarde dat i) de stage werd gevolgd nadat de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde minimale onderwijskwalificatie werd behaald, en ii) het om een betaalde stage gaat;

c)

een verplichte stage die deel uitmaakt van een programma dat leidt tot of een voorwaarde is voor inschrijving bij een beroepsvereniging om het recht op uitoefening van een beroep te verkrijgen (bijvoorbeeld toelating tot de orde van advocaten), kan worden meegeteld, ook als er geen sprake is van bezoldiging. Als het werk niet werd bezoldigd, kan de stageperiode evenwel slechts worden meegeteld als het programma met succes werd afgerond en het recht om het beroep uit te oefenen werd verkregen. In alle gevallen wordt deze periode slechts meegeteld voor de verplichte minimumduur ervan;

d)

militaire dienstplicht die is vervuld vóór of na het behalen van de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde minimale onderwijskwalificatie wordt meegeteld, ook als die niet relevant is volgens de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde vereisten, doch voor maximaal de verplichte duur van de dienstplicht in de betrokken lidstaat;

e)

zwangerschaps-/vaderschaps-/ouderschaps- en adoptieverlof worden meegeteld als het verlof is opgenomen in het kader van een arbeidscontract;

f)

een promotie/doctoraatstudie wordt meegeteld als werkervaring van ten hoogste drie jaar, ook als er geen sprake is van bezoldiging, op voorwaarde dat de doctorsgraad is behaald;

g)

deeltijdwerk wordt meegeteld naar rato van de daadwerkelijk gewerkte tijd (als u bijvoorbeeld zes maanden halftijds hebt gewerkt, wordt dit meegeteld als drie maanden werkervaring).

2.4.   Bewijsstukken

(1)

U moet de gescande bewijsstukken ter staving van de verklaringen in uw sollicitatieformulier uploaden via uw kandidaataccount (zie ook punt 2.1 van deze algemene bepalingen), uiterlijk op de in de aankondiging van het vergelijkend onderzoek vermelde datum, of — als geen datum is vermeld in de aankondiging — op de door EPSO aangegeven datum.

(2)

Als u de bewijsstukken niet op bovengenoemde datum hebt verstrekt, kunt u worden uitgesloten van de procedure of kan het zijn dat uw specifieke onderwijskwalificaties of ervaring niet in aanmerking worden genomen.

(3)

Op enig moment in de procedure kunt u worden verzocht om aanvullende informatie of documenten te verstrekken.

(4)

U moet een kopie uploaden van uw identiteitskaart of paspoort. Deze moet geldig zijn op de uiterste datum voor de indiening van sollicitaties. Op verzoek moet u het origineel van uw identiteitskaart of paspoort kunnen overleggen.

(5)

Als bewijs van uw onderwijskwalificaties moet u ten minste de volgende documenten overleggen:

a)

een kopie van uw diploma’s en/of certificaten, ter staving van de onderwijskwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek (zie het onderdeel “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?” in de aankondiging van vergelijkend onderzoek);

b)

voor diploma’s/certificaten die in een land buiten de EU zijn afgegeven, een gelijkwaardigheidsverklaring die is afgegeven door een bevoegde autoriteit van een EU-lidstaat.

(6)

Voor alle beroepsactiviteiten moeten originelen of gewaarmerkte kopieën kunnen worden overgelegd van de volgende documenten:

a)

documenten van voormalige en/of huidige werkgever(s): arbeidsovereenkomst(en) met begin- en einddatum van het dienstverband en/of eerste en laatste loonstrookjes. Hierop moet zijn vermeld: aard, niveau, gedetailleerde beschrijving van de verrichte taken, officieel briefhoofd en stempel van de onderneming, en naam en handtekening van de bevoegde persoon;

b)

voor werkzaamheden die niet in loondienst werden verricht, bv. voor zelfstandigen/vrije beroepen: facturen of bestelbonnen of andere officiële bewijsstukken waarop de verrichte werkzaamheden zijn omschreven, met vermelding van de aard en de duur van de verrichte werkzaamheden of verleende diensten;

c)

voor freelancevertalers: documenten ter staving van de gewerkte perioden en het aantal vertaalde bladzijden;

d)

voor freelancetolken: documenten ter staving van het aantal gewerkte dagen en de talen waarnaar of waaruit is getolkt.

3.   De rol van de jury

(1)

De jury van het vergelijkend onderzoek beslist over de moeilijkheid van de tests en keurt de inhoud ervan goed, gaat na of de kandidaten voldoen aan de specifieke toelatingsvoorwaarden, vergelijkt de verdiensten van de kandidaten en selecteert de beste kandidaten op basis van de eisen die worden beschreven in de aankondiging van vergelijkend onderzoek.

(2)

De werkzaamheden van de jury zijn geheim.

(3)

De werkzaamheden van de jury worden gefaciliteerd door EPSO.

4.   Belangenconflicten

(1)

De namen van de juryleden worden bekendgemaakt op de website van EPSO (7).

(2)

Kandidaten, juryleden en EPSO-personeelsleden die meewerken aan een bepaald vergelijkend onderzoek, moeten elk mogelijk belangenconflict melden, met name in het geval van een familie- of directe werkrelatie. Zij moeten een situatie die een belangenconflict kan veroorzaken, onmiddellijk aan EPSO melden zodra zij hiervan op de hoogte zijn. EPSO zal elk geval afzonderlijk beoordelen en passende maatregelen nemen.

(3)

Om de onafhankelijkheid van de jury te waarborgen, mogen kandidaten of personen die niet tot de jury behoren, behalve in uitdrukkelijk toegestane gevallen, geen contact hebben met de juryleden over kwesties die verband houden met het vergelijkend onderzoek of de werkzaamheden van de jury.

(4)

Kandidaten kunnen hun standpunt aan de jury kenbaar maken door een schriftelijk bericht te sturen via hun kandidaataccount.

(5)

Niet-naleving van deze regels kan leiden tot disciplinaire maatregelen jegens een jurylid of EPSO-medewerker en/of tot diskwalificatie van een kandidaat van het vergelijkend onderzoek (zie punt 6).

5.   Afleggen van tests

(1)

Ten laatste in de uitnodiging voor de tests krijgt u meer informatie over de testprocedure alsook aanvullende details en instructies.

(2)

Als u voor het afleggen van de tests een afspraak moet boeken, ontvangt u daarvoor instructies van EPSO. De periode voor het boeken en het afleggen van de tests is beperkt.

(3)

U moet alle noodzakelijke stappen uitvoeren die zijn vermeld in de instructies voorafgaand aan de tests, bv. het installeren van software, het uitvoeren van de vereiste synchronisatie(s), het uitvoeren van een verbindingstest, een test van de technische vereisten of een systeemcontrole en/of het afleggen van een proeftest. Het volgen van deze instructies is noodzakelijk om na te gaan of uw IT-systeem voldoet aan de vereisten en compatibel is met het testplatform of de testapplicatie. Als de verplichte stappen niet worden voltooid, kunt u de tests niet afleggen en kunnen eventuele technische problemen tijdens de tests niet doeltreffend worden aangepakt.

(4)

Als u een of meer tests niet reserveert, niet aflegt of niet afrondt, wordt uw deelname aan het vergelijkend onderzoek beëindigd, tenzij u kunt aantonen dat het niet reserveren, niet afleggen of niet afronden van een test het gevolg was van omstandigheden buiten uw wil of van overmacht. Neem in dat geval zo spoedig mogelijk contact op met EPSO, bij voorkeur vóór de test. U dient de nodige bewijsstukken te overleggen, waaronder, in voorkomend geval, het bewijs dat u contact hebt opgenomen met de dienst technische ondersteuning.

(5)

Het niet voldoen aan de voorwaarden die zijn vermeld in de instructies en in de informatie die werd verstrekt in verband met de tests, wordt niet beschouwd als een omstandigheid buiten uw wil of als overmacht.

(6)

U wordt verzocht de website van EPSO (8) te raadplegen om u te informeren over de selectieprocedures van EPSO, waaronder de algemene vereisten die gelden voor het afleggen van tests.

6.   Diskwalificatie

(1)

In enige fase van het vergelijkend onderzoek kunt u worden gediskwalificeerd als u:

a)

meer dan één kandidaataccount hebt aangemaakt;

b)

gesolliciteerd hebt via verschillende kanalen hoewel dit volgens de aankondiging van vergelijkend onderzoek verboden is;

c)

valse of niet door de nodige documenten gestaafde verklaringen hebt afgelegd;

d)

bij de tests hebt gefraudeerd, onlinetests hebt opgenomen of hebt geprobeerd het eerlijke verloop van de tests te manipuleren, of de integriteit van het vergelijkend onderzoek op enige andere wijze in het gedrang hebt gebracht;

e)

hebt getracht om op ongeoorloofde wijze contact op te nemen met een lid van de jury;

f)

EPSO niet hebt geïnformeerd over een potentieel belangenconflict met een jurylid of een EPSO-medewerker;

g)

een schriftelijke of praktische test hebt ondertekend of hierop een onderscheidend merk hebt aangebracht, hoewel dat expliciet verboden is.

(2)

De EU-instellingen werven alleen personen aan die blijk geven van de hoogste mate van integriteit, overeenkomstig artikel 27, eerste alinea, en artikel 28, punt c), van het Statuut. In geval van fraude of poging tot fraude kan EPSO u voor een beperkte periode uitsluiten van toekomstige vergelijkende onderzoeken.

7.   Problemen en oplossingen

7.1.   Technische en organisatorische problemen

(1)

Als u in een bepaalde fase van de selectieprocedure een ernstig technisch of organisatorisch probleem ondervindt, moet u EPSO daarvan op de hoogte brengen via uw kandidaataccount.

(2)

Als u een probleem hebt in verband met uw kandidaataccount of inschrijving, moet u onmiddellijk, en in elk geval vóór de uiterste inschrijvingsdatum, contact opnemen met EPSO.

(3)

Als het probleem zich tijdens het afleggen van de tests voordoet, onderneem dan beide onderstaande stappen:

a)

meld het probleem onmiddellijk volgens de instructies in de uitnodigingsbrief voor de tests,

en

b)

neem binnen drie kalenderdagen vanaf (en inclusief) de dag die volgt op de dag waarop de test werd afgelegd, contact op met EPSO via uw kandidaataccount en geef een gedetailleerde beschrijving van het probleem. U dient tevens het bewijs te leveren dat u hebt geprobeerd het probleem op te lossen (bijvoorbeeld het nummer van het ticket van de helpdesk of technische ondersteuning, transcriptie van de chat, probleemanalyseverslag enz.). EPSO heeft deze bewijzen nodig om een onderzoek in te stellen naar de situatie. De uitnodigingsbrieven voor de tests kunnen nadere vereisten en instructies bevatten met betrekking tot het melden van problemen die zich tijdens de tests hebben voorgedaan.

Breng in alle gevallen EPSO op de hoogte van het probleem, zelfs als tijdens of na de tests gevolg is gegeven aan uw klacht.

(4)

Klachten die na het verstrijken van de in dit punt vermelde termijn worden ontvangen, worden als niet-ontvankelijk beschouwd.

(5)

Klachten over technische kwesties die worden ingediend zonder dat de in punt 5, 3), bedoelde stappen werden ondernomen, worden als niet-ontvankelijk beschouwd, tenzij u kunt aantonen dat het niet ondernemen van deze stappen het gevolg was van omstandigheden buiten uw wil of van overmacht.

(6)

Argumenten die zijn aangevoerd in het kader van de in de punten 7.2.2 en 7.3.1 bedoelde klachten en die gebaseerd zijn op vermeende technische en/of organisatorische problemen die niet overeenkomstig punt 7.1, in samenhang met punt 5, werden gemeld, worden als niet-ontvankelijk beschouwd.

7.2.   Interne heronderzoeksprocedures

7.2.1.   Klachten over meerkeuzevragen

(1)

Als u gegronde redenen hebt om aan te nemen dat een fout in een of meer van de vragen van de meerkeuzetest een negatieve invloed heeft gehad op uw vermogen om het juiste antwoord te geven, kunt u verzoeken om de vraag/vragen opnieuw te bekijken.

(2)

De jury kan besluiten deze vraag/vragen te “neutraliseren”, d.w.z. te annuleren en de oorspronkelijk aan die vraag/vragen toegekende punten te verdelen over de rest van de vragen. De herberekening vindt alleen plaats voor de kandidaten die de vraag/vragen in kwestie hebben gekregen. De scoreberekening zoals beschreven in de desbetreffende onderdelen van de aankondiging van vergelijkend onderzoek, verandert verder niet.

(3)

Procedure voor het indienen van een klacht over meerkeuzevragen:

a)

neem binnen drie kalenderdagen vanaf (en inclusief) de dag die volgt op de dag waarop de test in kwestie werd afgelegd, contact op met EPSO via uw kandidaataccount;

b)

beschrijf de betrokken vraag/vragen zo nauwkeurig mogelijk, en

c)

licht de vermeende fout toe.

(4)

Klachten die te laat worden ingediend, of waarin de betwiste vraag/vragen of de vermeende fout(en) niet worden toegelicht, worden niet in behandeling genomen. Klachten waarin enkel melding wordt gemaakt van vermeende vertaalproblemen, zonder dat het probleem duidelijk wordt omschreven, worden niet aanvaard.

(5)

Argumenten die zijn aangevoerd in het kader van de in punt 7.3.1 bedoelde klachten en die gebaseerd zijn op vermeende problemen bij meerkeuzevragen die niet overeenkomstig punt 7.2.1 werden gemeld, worden niet aanvaard.

7.2.2.   Verzoek tot heronderzoek

(1)

U kunt verzoeken om een heronderzoek van een besluit van de jury waarbij uw resultaten worden vastgesteld, waarbij wordt bepaald of u naar de volgende fase van het vergelijkend onderzoek mag doorgaan of waardoor uw rechtspositie als kandidaat op een andere manier wordt beïnvloed.

(2)

Een heronderzoeksprocedure dient om de jury de mogelijkheid geven het betwiste besluit te wijzigen als daar een reden voor is (zoals een beoordelingsfout). Tijdens deze procedure evalueert de jury haar beoordeling van de verdiensten van de kandidaat, waarna zij hetzij haar oorspronkelijke conclusies bevestigt of haar beoordeling herziet.

(3)

De jury beantwoordt geen juridische argumenten, ongeacht of deze al dan niet verband houden met de betwiste beoordeling. Argumenten van juridische aard en eisen in verband met het rechtskader van het vergelijkend onderzoek kunnen worden aangevoerd in het kader van een administratieve klacht (zie punt 7.3.1).

(4)

Het simpele feit dat u het niet eens bent met het oordeel van de jury over uw prestaties tijdens de tests, of uw onderwijskwalificaties en/of werkervaring, bewijst niet dat de jury een beoordelingsfout heeft gemaakt. De jury heeft een ruime beoordelingsmarge bij het beoordelen van de waarde van uw prestaties, onderwijskwalificaties en ervaring.

(5)

Het is niet mogelijk een verzoek tot heronderzoek in te dienen met betrekking tot de resultaten van de meerkeuzetests.

(6)

Procedure voor het indienen van een verzoek tot heronderzoek:

a)

neem binnen vijf kalenderdagen vanaf (en inclusief) de dag van de bekendmaking van het betwiste besluit in uw kandidaataccount contact op met EPSO via uw kandidaataccount;

b)

geef duidelijk aan welk besluit u wenst te betwisten en om welke redenen u dit doet.

(7)

U ontvangt een automatische ontvangstbevestiging. De jury onderzoekt het verzoek tot heronderzoek en stelt u zo snel mogelijk in kennis van haar besluit.

(8)

Verzoeken tot heronderzoek die na de in bovenvermeld punt 6), a), vermelde termijn werden ontvangen, worden als niet-ontvankelijk beschouwd en worden niet behandeld, tenzij u zich kunt beroepen op overmacht.

7.3.   Andere vormen van heronderzoek

7.3.1.   Administratieve klachten op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie

(1)

U kunt een administratieve klacht indienen tegen een maatregel (een genomen of niet genomen besluit) als:

a)

u meent dat er sprake is van een schending van de voor de selectieprocedure geldende voorschriften, en

b)

het betwiste besluit nadelig is voor u, dus rechtstreeks en onmiddellijk van invloed is op uw rechtspositie als kandidaat (d.w.z. waarbij uw resultaten worden vastgesteld, waarbij wordt bepaald of u naar de volgende fase van het vergelijkend onderzoek mag doorgaan, of waardoor uw rechtspositie op een andere wijze wordt beïnvloed).

(2)

Tegen het niet nemen van een besluit kan een klacht worden ingediend in de gevallen waarin er een verplichting bestaat om binnen een in het Statuut gestelde termijn een besluit te nemen.

(3)

Als u een verzoek tot heronderzoek (zie punt 7.2.2) hebt ingediend, moet u wachten tot u hierop antwoord hebt ontvangen alvorens u een administratieve klacht kunt indienen. De termijn voor het indienen van een administratieve klacht gaat dan in op de dag waarop de jury haar besluit over het verzoek tot heronderzoek heeft meegedeeld.

(4)

Administratieve klachten worden onderzocht door de directeur van EPSO, die optreedt als tot aanstelling bevoegd gezag op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut.

(5)

De procedure voor administratieve klachten dient om na te gaan of het rechtskader van het vergelijkend onderzoek werd gerespecteerd. De directeur van EPSO kan een waardeoordeel van de jury niet terugdraaien. De directeur heeft geen juridische bevoegdheid om de inhoud van een besluit van de jury te wijzigen. Als de directeur van EPSO een procedurefout of een kennelijke beoordelingsfout vaststelt, wordt de zaak terugverwezen naar de jury voor een herbeoordeling.

(6)

Procedure voor het indienen van een administratieve klacht:

a)

neem contact op met EPSO via uw kandidaataccount, binnen de in artikel 90, lid 2, van het Statuut gestelde termijn, dat wil zeggen drie maanden vanaf i) de dag van de kennisgeving van het betwiste besluit, of ii) de dag waarop een dergelijk besluit had moeten worden genomen,

en

b)

geef duidelijk aan welk genomen of niet genomen besluit u wenst te betwisten en om welke redenen u dit doet.

(7)

Administratieve klachten die na de in artikel 90, lid 2, van het Statuut vermelde termijn worden ontvangen, worden als niet-ontvankelijk beschouwd.

7.3.2.   Gerechtelijk beroep

(1)

U hebt het recht een gerechtelijk beroep in te stellen bij het Gerecht op grond van artikel 270 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 91 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

(2)

Er kan bij het Gerecht geen beroep worden ingesteld tegen een besluit van EPSO (in tegenstelling tot een besluit van de jury) als niet eerst een administratieve klacht op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut is ingediend (zie punt 7.3.1).

(3)

Alle informatie over gerechtelijke beroepen is te vinden op de website van het Gerecht (9).

7.3.3.   Klachten bij de Europese Ombudsman

(1)

Alle burgers en inwoners van de EU kunnen een klacht over wanbeheer indienen bij de Europese Ombudsman.

(2)

Alvorens een klacht bij de Europese Ombudsman in te dienen, moet u eerst alle interne rechtsmiddelen van EPSO hebben uitgeput (zie de punten 7.1 en 7.2 hierboven).

(3)

Klachten bij de Europese Ombudsman hebben geen schorsende werking op de in deze regels bedoelde termijnen voor het indienen van verzoeken, klachten of gerechtelijke beroepen.

(4)

Informatie over de indiening van klachten bij de Europese Ombudsman is te vinden op deze website (10).

Einde van de BIJLAGE, klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


(1)   https://epso.europa.eu/nl/contact-us.

(2)   https://eu-careers.europa.eu/nl/documents/common-european-framework-reference-languages.

(3)   https://epso.europa.eu/nl/contact-us.

(4)   https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category.

(5)  In het kader van dit vergelijkend onderzoek worden de termen “opleiding” en “onderwijskwalificaties” door elkaar gebruikt.

(6)  In het kader van dit vergelijkend onderzoek worden de termen “ervaring”, “beroepservaring” en “werkervaring” door elkaar gebruikt.

(7)   https://epso.europa.eu/nl.

(8)   https://eu-careers.europa.eu/nl.

(9)   https://curia.europa.eu/jcms/.

(10)   https://www.ombudsman.europa.eu/nl/home.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/2244/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)