11.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 207/19


BESLUIT (EU) 2021/929 VAN DE RAAD

van 6 mei 2021

over de regels voor contacten tussen het secretariaat-generaal van de Raad en belangenvertegenwoordigers

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 240,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 11, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is het de taak van de instellingen van de Unie om de burgers en de representatieve organisaties langs passende wegen de mogelijkheid te bieden hun mening over alle onderdelen van het optreden van de Unie kenbaar te maken en daarover in het openbaar in discussie te treden. Bovendien is in artikel 11, lid 2, bepaald dat de instellingen van de Unie een open, transparante en regelmatige dialoog moeten voeren met representatieve organisaties en met het maatschappelijk middenveld.

(2)

Artikel 15, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat, om goed bestuur te bevorderen en de deelname van het maatschappelijk middenveld te waarborgen, de instellingen, organen en instanties van de Unie in een zo groot mogelijke openheid moeten werken.

(3)

Overeenkomstig artikel 298 VWEU steunen de instellingen, organen en instanties van de Unie bij de vervulling van hun taken op een open, doeltreffend en onafhankelijk Europees ambtenarenapparaat.

(4)

Opdat de instellingen, organen en instanties van de Unie (“instellingen van de Unie”) in een zo groot mogelijke openheid kunnen werken, moeten belanghebbenden de gelegenheid hebben hun standpunten uiteen te zetten en hun deskundigheid te laten blijken tijdens het besluitvormingsproces om de kwaliteit van en het draagvlak voor de genomen besluiten te vergroten.

(5)

Om het vertrouwen in de politieke, wetgevende en administratieve processen van de Unie te bewaren, moeten de contacten met belangenvertegenwoordigers transparant en ethisch zijn.

(6)

Daartoe hebben het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie een interinstitutioneel akkoord gesloten over een verplicht transparantieregister (1) (“het Interinstitutioneel Akkoord”).

(7)

De Raad heeft zich ertoe verbonden een kader tot stand te brengen voor transparante en ethische contacten tussen belangenvertegenwoordigers en de ambtenaren en personeelsleden (“personeel”) van zijn secretariaat-generaal, door het conditionaliteitsbeginsel in te voeren. Volgens dat beginsel is inschrijving in het transparantieregister voor belangenvertegenwoordigers een noodzakelijke voorwaarde om bepaalde activiteiten uit te kunnen voeren die onder het Interinstitutioneel Akkoord vallen.

(8)

De Raad is van mening dat de instelling van een transparantieregister, dat gemeenschappelijk is voor het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en toegankelijk voor andere instellingen van de Unie, de meest effectieve manier is om het conditionaliteitsbeginsel toe te passen. De naleving van de aan het Interinstitutioneel Akkoord gehechte gedragscode moet een voorwaarde zijn voor inschrijving in het transparantieregister.

(9)

De organen van het transparantieregister moeten de bevoegdheid krijgen om, ook namens de Raad, individuele besluiten betreffende aanvragers en inschrijvers vast te stellen, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord.

(10)

Geen enkele bepaling in dit besluit mag aldus worden uitgelegd dat aan in het transparantieregister ingeschreven belangenvertegenwoordigers een geprivilegieerde toegang hebben tot documenten in het bezit van de Raad,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Conditionaliteitsbeginsel

In de gevallen waarin dit besluit voorziet en in overeenstemming met het Interinstitutioneel Akkoord is inschrijving in het transparantieregister voor belangenvertegenwoordigers een noodzakelijke voorwaarde om bepaalde activiteiten uit te kunnen voeren.

Artikel 2

Transparantieregister

1.   In het Interinstitutioneel Akkoord wordt de reikwijdte vastgesteld van de activiteiten van belangenvertegenwoordigers die geregistreerd moeten worden, alsmede de voorwaarden voor de toelating en registratie van belangenvertegenwoordigers in het transparantieregister.

2.   De Raad wordt in de raad van bestuur van het transparantieregister vertegenwoordigd door zijn secretaris-generaal. De raad van bestuur besluit bij consensus en wordt bijgestaan door een gezamenlijk secretariaat, onder de in het Interinstitutioneel Akkoord vastgestelde voorwaarden.

3.   De raad van bestuur en het secretariaat zijn bevoegd om namens de Raad individuele besluiten betreffende aanvragers en inschrijvers vast te stellen, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord.

Artikel 3

Ontmoetingen met personeel van het secretariaat-generaal van de Raad

1.   Ontmoetingen tussen belangenvertegenwoordigers en de secretaris-generaal en directeuren-generaal van het secretariaat-generaal van de Raad kunnen slechts plaatsvinden als die belangenvertegenwoordigers ingeschreven staan in het transparantieregister.

2.   Bij contacten met belangenvertegenwoordigers nemen de personeelsleden van het secretariaat-generaal van de Raad de regels en gedragsregels van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, vastgesteld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (2) van de Raad en de andere toepasselijke interne regels van het secretariaat-generaal van de Raad in acht. De secretaris-generaal van de Raad stelt alle aanvullende instructies voor het personeel vast die nodig kunnen zijn om deze regels en normen toe te passen, overeenkomstig de in dit besluit uiteengezette beginselen.

3.   De secretaris-generaal van de Raad neemt maatregelen om het personeel bewust te maken van de regels die van toepassing zijn op contacten met belangenvertegenwoordigers.

Artikel 4

Thematische briefings

De deelname van belangenvertegenwoordigers aan door het secretariaat-generaal van de Raad georganiseerde thematische briefings, voor zover dit geschikt wordt geacht en na raadpleging van het voorzitterschap van de Raad, is slechts toegestaan na hun voorafgaande inschrijving in het transparantieregister.

Artikel 5

Openbare evenementen

De deelname van belangenvertegenwoordigers, in hun professionele hoedanigheid, als spreker bij door het secretariaat-generaal van de Raad georganiseerde openbare evenementen, is slechts toegestaan na inschrijving van dergelijke belangenvertegenwoordigers in het transparantieregister.

Artikel 6

Toegang tot de gebouwen van de Raad

1.   Met het oog op de uitvoering van de in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde activiteiten verstrekt het secretariaat-generaal van de Raad aan belangenvertegenwoordigers een toegangspas op naam die tijdelijk toegang geeft tot de gebouwen van de Raad, onder voorbehoud van voorafgaande registratie in het transparantieregister en naleving van de beveiligingsvoorschriften van de Raad. Belangenvertegenwoordigers wonen de vergaderingen van de Raad of zijn voorbereidende instanties niet bij, tenzij hun aanwezigheid is toegestaan overeenkomstig Besluit 2009/937/EU van de Raad (3) (“het reglement van orde van de Raad”).

2.   Het secretariaat-generaal van de Raad bepaalt de beveiligings- en identiteitsvereisten voor de uitgifte van toegangspassen aan belangenvertegenwoordigers.

Artikel 7

Toegang tot documenten

Het recht op toegang tot Raadsdocumenten wordt geregeld bij Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4).

Artikel 8

Uitvoering

Het secretariaat-generaal van de Raad neemt de maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van dit besluit.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 mei 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over een verplicht transparantieregister (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(2)  PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

(3)  Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).

(4)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).