6.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 259/122


BESLUIT (GBVB) 2022/1909 VAN DE RAAD

van 6 oktober 2022

tot wijziging van Besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 juli 2014 heeft de Raad Besluit 2014/512/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

De Unie blijft onverminderd steun verlenen aan de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne.

(3)

Op 24 februari 2022 kondigde de president van de Russische Federatie een militaire operatie in Oekraïne af, waarna Russische strijdkrachten een aanval op Oekraïne begonnen. Die aanval is een flagrante schending van de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne.

(4)

In zijn conclusies van 24 februari 2022 veroordeelde de Europese Raad in de krachtigste bewoordingen de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne. De onwettige militaire acties van de Russische Federatie vormen een flagrante schending van het internationaal recht en van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties (het “VN-Handvest”) en ondermijnen de Europese en mondiale veiligheid en stabiliteit. De Europese Raad riep op tot de dringende voorbereiding en aanneming van een nieuw pakket individuele en economische sancties.

(5)

In zijn conclusies van 23 en 24 juni 2022 verklaarde de Europese Raad dat er zal worden voortgewerkt aan sancties, onder meer om de uitvoering ervan te versterken en omzeiling te voorkomen.

(6)

Op 21 september 2022 besloot de Russische Federatie, ondanks talrijke oproepen van de internationale gemeenschap aan Rusland om onmiddellijk een einde te maken aan de militaire agressie tegen Oekraïne, haar agressie tegen Oekraïne verder te laten escaleren door in de thans door Rusland bezette delen van de regio’s Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja onwettige “referenda” te houden. De Russische Federatie heeft haar agressie tegen Oekraïne ook verder laten escaleren door een mobilisatie in de Russische Federatie af te kondigen en door opnieuw met het gebruik van massavernietigingswapens te dreigen.

(7)

Op 28 september 2022 heeft de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) namens de Unie een verklaring afgelegd waarin de illegale schijn-”referenda” in delen van de Oekraïense regio’s Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja, die momenteel gedeeltelijk door Rusland worden bezet, in de krachtigste bewoordingen worden veroordeeld. De hoge vertegenwoordiger verklaarde ook dat de Unie die illegale schijn-”referenda” en de vervalste uitslagen ervan niet erkent en dat ook in de toekomst nooit zal doen, en dat geldt evenzeer voor op basis van die uitslagen genomen besluiten, en hij drong er bij alle leden van de Verenigde Naties op aan hetzelfde te doen. Door die illegale schijn-”referenda” te organiseren, trachtte Rusland de internationaal erkende grenzen van Oekraïne met geweld te verleggen, hetgeen een duidelijke en ernstige schending van het VN-Handvest is. De hoge vertegenwoordiger gaf ook aan dat al degenen die betrokken zijn bij het organiseren van die illegale schijn-”referenda” en degenen die verantwoordelijk zijn voor andere schendingen van het internationaal recht in Oekraïne, ter verantwoording zullen worden geroepen en dat in dat verband aanvullende beperkende maatregelen tegen Rusland zullen worden voorgesteld. De hoge vertegenwoordiger herinnerde eraan dat de Unie de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen onverminderd blijft steunen en eist dat Rusland al zijn troepen en militair materieel onmiddellijk en onvoorwaardelijk uit het gehele grondgebied van Oekraïne terugtrekt. De hoge vertegenwoordiger verklaarde tevens dat de Unie en haar lidstaten de inspanningen van Oekraïne daartoe zo lang als nodig zullen blijven steunen.

(8)

Op 30 september 2022 hebben de leden van de Europese Raad een verklaring aangenomen waarin zij de illegale annexatie door Rusland van de Oekraïense regio’s Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja krachtig verwierpen en ondubbelzinnig veroordeelden. Door in Oekraïne kernbeginselen die in het VN-Handvest en het internationaal recht zijn verankerd, zoals de op regels gebaseerde internationale orde en het grondrecht op onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit, bewust te ondermijnen en flagrant te schenden, brengt Rusland de mondiale veiligheid in gevaar. De leden van de Europese Raad verklaarden dat zij de illegale “referenda” die Rusland heeft georkestreerd als voorwendsel voor de verdere schending van de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne, evenals de vervalste en illegale resultaten ervan, niet erkennen en dat ook nooit zullen doen. Zij verklaarden dat zij die illegale annexatie nooit zullen erkennen, dat die besluiten nietig zijn en hoegenaamd geen rechtsgevolgen kunnen hebben, en dat de Krim, Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja tot Oekraïne behoren. Zij riepen alle staten en internationale organisaties op die illegale annexatie ondubbelzinnig af te wijzen en herinnerden eraan dat Oekraïne zijn legitieme recht uitoefent om zich te verdedigen tegen de Russische agressie en om zijn grondgebied weer volledig onder controle te krijgen, en dat Oekraïne het recht heeft bezette gebieden binnen zijn internationaal erkende grenzen te bevrijden. De leden van de Europese Raad verklaarden dat zij de beperkende maatregelen van de Unie tegen de illegale acties van Rusland zullen versterken en de druk op Rusland zullen opvoeren om een einde te maken aan zijn aanvalsoorlog.

(9)

Gezien de ernst van de situatie is het passend verdere beperkende maatregelen in te voeren.

(10)

Meer bepaald is het passend het verbod op het aangaan van transacties met bepaalde rechtspersonen, entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder controle staan van de Russische overheid, uit te breiden met een verbod voor onderdanen van de Unie om functies in de bestuursorganen van die rechtspersonen, entiteiten of lichamen te bekleden. Daarnaast is het passend om aan de lijst van entiteiten die in het bezit zijn of onder controle staan van de Russische overheid waarvoor dat transactieverbod van toepassing is, het Russisch Scheepvaartregister (Russian Maritime Register of Shipping) toe te voegen, een entiteit die voor 100 % in staatsbezit is en activiteiten in verband met classificatie en inspectie, ook op veiligheidsgebied, van Russische en niet-Russische schepen en vaartuigen verricht. Die toevoeging verbiedt de verstrekking van alle economisch berekenbaar voordeel aan het Russisch Scheepvaartregister. In dat verband is het tevens passend om voor te schrijven dat machtigingen, certificaten en vergunningen die door de lidstaten aan het Russisch Scheepvaartregister zijn verleend uit hoofde van Richtlijn 2005/65/EG (2), 2009/15/EG (3), of (EU) 2016/1629 (4) van het Europees Parlement en de Raad of Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5), moeten worden ingetrokken.

Om de lidstaten in staat te stellen dergelijke intrekkingen te verrichten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6) en Richtlijn (EU) 2016/1629, is het ook passend de erkenning door de Unie van het Russisch Scheepvaartregister in te trekken. Voorts is het passend het haventoegangs- en sluisverbod op het grondgebied van de Unie uit te breiden tot vaartuigen die gecertificeerd zijn door het Russisch Scheepvaartregister.

(11)

Voorts is het passend de drempel voor het bestaande verbod op het aanbieden van diensten op het gebied van portemonnees, rekeningen en bewaring van cryptoactiva aan Russische personen en ingezetenen af te schaffen, waardoor het aanbieden van dergelijke diensten wordt verboden, ongeacht de totale waarde van dergelijke cryptoactiva.

(12)

Ook is het passend het bestaande verbod op het verlenen van bepaalde diensten aan de Russische Federatie uit te breiden tot het verlenen van architectuur- en ingenieursdiensten, alsook van IT-adviesdiensten en diensten op het gebied van juridisch advies. Overeenkomstig de Central Products Classification, die is opgenomen in Statistical Office of the United Nations, Statistical Papers, Series M, N° 77, CPC prov., 1991, omvatten “architectuur- en ingenieursdiensten” zowel architectuur- en ingenieursdiensten als geïntegreerde ingenieursdiensten, stedenbouwkundige en landschapsarchituurdiensten en ingenieursgerelateerde wetenschappelijke en technische adviesdiensten. “Ingenieursdiensten” omvatten niet technische bijstand in verband met goederen die naar Rusland worden uitgevoerd wanneer de verkoop, levering, overdracht of uitvoer ervan niet verboden is op het tijdstip waarop die technische bijstand wordt verleend. “IT-adviesdiensten” omvatten adviesdiensten in verband met de installatie van computerapparatuur, met inbegrip van dienstverlening aan de klanten bij de installatie van computerapparatuur (d.w.z. fysieke apparatuur) en computernetwerken, en diensten in verband met de implementatie van software, met inbegrip van alle diensten in verband met adviesdiensten over de ontwikkeling en implementatie van software.

(13)

“Diensten op het gebied van juridisch advies” omvatten het verstrekken van juridisch advies aan cliënten in niet-contentieuze aangelegenheden, waaronder handelstransacties, die betrekking hebben op de toepassing of interpretatie van het recht; deelname met of namens cliënten aan handelstransacties, onderhandelingen en andere contacten met derden, en voorbereiding, uitvoering en verificatie van juridische documenten. Onder “diensten op het gebied van juridisch advies” wordt niet verstaan vertegenwoordiging, advies, voorbereiding van documenten of verificatie van documenten in het kader van juridische vertegenwoordiging, met name in zaken of procedures voor administratieve instanties, rechtbanken of andere naar behoren opgerichte officiële gerechtshoven, of in arbitrage- of bemiddelingsprocedures.

(14)

Ook is het passend te bepalen dat het verbod op de invoer, de aankoop en het vervoer uit de Russische Federatie van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, zowel op directe als op indirecte invoer van toepassing is.

(15)

Daarnaast is het passend de lijst van aan beperkingen onderworpen producten die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking van de Russische Federatie of tot de ontwikkeling van haar defensie- en veiligheidssector, uit te breiden met bepaalde chemische stoffen, zenuwgassen en goederen die geen andere toepassingen in de praktijk hebben dan de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, of die voor die doeleinden kunnen worden gebruikt. Goederen waarop dat verbod van toepassing is, vallen ook onder Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad (7). Besluit 2014/512/GBVB moet in dat verband worden behandeld als lex specialis en heeft derhalve, in geval van strijdigheid, voorrang op Verordening (EU) 2019/125.

(16)

Ook is het passend een verbod in te stellen op de verkoop, de levering, de overdracht en de uitvoer van vuurwapens en onderdelen, essentiële componenten en munitie voor vuurwapens aan of naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de Russische Federatie, of voor gebruik in de Russische Federatie. Goederen waarop dat verbod van toepassing is, vallen ook onder Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad (8). Besluit 2014/512/GBVB moet in dat verband worden behandeld als lex specialis en heeft derhalve, in geval van strijdigheid, voorrang op Verordening (EU) nr. 258/2012.

(17)

Het is ook passend het invoerverbod op staalproducten die van oorsprong zijn uit de Russische Federatie of die uit de Russische Federatie worden uitgevoerd, verder te verlengen en invoerbeperkingen op te leggen voor extra producten die aanzienlijke inkomsten voor de Russische Federatie genereren. Dat verbod geldt voor goederen van oorsprong uit de Russische Federatie of die uit de Russische Federatie worden uitgevoerd, waaronder artikelen als houtpulp en papier, bepaalde elementen die in de juwelenindustrie worden gebruikt, zoals stenen en edele metalen, bepaalde machines en chemische producten, sigaretten, kunststoffen en chemische eindproducten zoals cosmetica. Het is ook passend het uitvoerverbod uit te breiden door nieuwe producten toe te voegen aan de lijst van goederen die kunnen bijdragen tot de versterking van de Russische industriële capaciteit, en beperkingen op te leggen voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van een aantal aanvullende goederen die in de luchtvaartsector worden gebruikt.

(18)

De Unie is vastbesloten bedreigingen voor de nucleaire veiligheid en beveiliging te voorkomen. Bijgevolg is geen van de maatregelen in dit besluit erop gericht de veiligheid van civiele nucleaire vermogens of de civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, te ondermijnen, of de planning, bouw en engineering, inbedrijfstelling, onderhoud of brandstofvoorziening van nieuwe nucleaire projecten te ondermijnen.

(19)

Naast de bestaande verbodsbepalingen met betrekking tot het verrichten van diensten voor zeevervoer van ruwe aardolie en bepaalde aardolieproducten naar derde landen, is het passend het zeevervoer van dergelijke goederen naar derde landen verder te verbieden. Die verbodsbepaling moet afhankelijk worden gesteld van de invoering door de Raad van een vooraf bepaald prijsplafond dat door de Price Cap Coalition is overeengekomen.

(20)

Het is tevens passend een vrijstelling in te voeren van het verbod op het verrichten van zeevervoerdiensten en het verbod op het verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten of financiering of financiële bijstand in verband met het vervoer naar derde landen van ruwe aardolie of aardolieproducten die van oorsprong is/zijn uit de Russische Federatie of die uit de Russische Federatie wordt/worden uitgevoerd en die is/zijn aangekocht tegen of onder het prijsplafond. Die vrijstelling moet negatieve gevolgen voor de energievoorziening van derde landen verzachten en prijsstijgingen als gevolg van buitengewone marktomstandigheden verminderen en tegelijkertijd de Russische olie-inkomsten beperken. Die vrijstelling moet in de tijd beperkt zijn om te waarborgen dat ze passend blijft, en ze kan worden verlengd indien de behoeften van het derde land inzake energiezekerheid dat rechtvaardigen. De toepassing van die vrijstelling van het prijsplafondmechanisme zou berusten op een attestatieprocedure aan de hand waarvan exploitanten in de keten die Russische olie over zee levert, zouden kunnen aantonen dat die olie tegen of onder het prijsplafond is gekocht. De Commissie zou, in nauw overleg met de Raad, richtsnoeren uitvaardigen om de praktische aspecten van de toepassing van het prijsplafond te specificeren, teneinde een uniforme toepassing te vergemakkelijken en een gelijk speelveld in de Unie en wereldwijd mogelijk te maken.

(21)

Bij de beslissing om al dan niet een prijsplafond in te voeren, zal de Raad rekening houden met de doeltreffendheid van de maatregel wat betreft verwachte resultaten, internationale naleving van en informele afstemming op het prijsplafondmechanisme, en het potentiële effect ervan op de Unie en haar lidstaten. De Commissie moet de Raad volledig ondersteunen bij het maken van de beoordeling van de vraag om al dan niet een prijsplafond in te voeren, onder meer door coördinatievergaderingen met de lidstaten en vertegenwoordigers van de getroffen sectoren te beleggen. Na de inwerkingtreding van het eerste besluit van de Raad waarbij het prijsplafond van toepassing wordt verklaard, zal de Commissie dergelijke vergaderingen bijeen blijven roepen ter beoordeling van onder andere mogelijke praktijken om het prijsplafond te omzeilen, zoals het omvlaggen van vaartuigen, en het effect daarvan op de doeltreffendheid van het prijsplafondmechanisme, op basis waarvan zij passende oplossingen zal voorstellen.

(22)

Om de uniforme toepassing van het prijsplafond te waarborgen, moet de Raad de prijs die in coördinatie met de partnerlanden in de Price Cap Coalition is overeengekomen, snel actualiseren. Het prijsplafond zou op geen enkele wijze afbreuk doen aan de uitzonderingen op grond waarvan bepaalde lidstaten ruwe aardolie en aardolieproducten uit Rusland mogen blijven invoeren vanwege hun specifieke situatie, of ruwe aardolie uit Rusland over zee mogen invoeren indien de levering van ruwe aardolie via pijpleidingen uit Rusland wordt onderbroken om redenen buiten hun macht. Specifieke projecten die essentieel zijn voor de energiezekerheid van bepaalde derde landen kunnen van de toepassing van het prijsplafond worden vrijgesteld.

(23)

Ingeval een vaartuig onder de vlag van een derde land Russische ruwe aardolie of aardolieproducten heeft vervoerd die zijn aangekocht tegen een prijs die hoger is dan het prijsplafond, moet het verboden zijn technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van verzekeringen, te verlenen in verband met het toekomstige vervoer door dat schip van ruwe aardolie of aardolieproducten.

(24)

Om uitvoering te geven aan bepaalde maatregelen, is verder optreden van de Unie vereist.

(25)

Besluit 2014/512/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2014/512/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 bis bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“1 bis.   Het is verboden met ingang van 22 oktober 2022 om functies te bekleden in de bestuursorganen van de in lid 1 bedoelde rechtspersonen, entiteiten of lichamen.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op de uitvoering tot en met 15 mei 2022 van contracten die met in deel A van bijlage X bedoelde rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn gesloten vóór 16 maart 2022, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van dergelijke contracten.”;

c)

lid 2 bis wordt vervangen door:

“2 bis.   Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op de ontvangst van betalingen die door de in deel A van bijlage X bedoelde rechtspersonen, entiteiten of lichamen verschuldigd zijn op grond van contracten die vóór 15 mei 2022 zijn uitgevoerd.”;

d)

de volgende leden worden ingevoegd:

“2 ter.   Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op de uitvoering, tot en met 8 januari 2023, van contracten die met in deel B van bijlage X bedoelde rechtspersonen, entiteiten of lichamen vóór 7 oktober 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.

2 quater.   Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op de ontvangst van betalingen die door de in deel B van bijlage X bedoelde rechtspersonen, entiteiten of lichamen verschuldigd zijn op grond van contracten die vóór 8 januari 2023 zijn uitgevoerd.”.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 1 bis ter

1.   De lidstaten die het Russisch Scheepvaartregister hebben gemachtigd om volledige of gedeeltelijke inspecties en onderzoeken met betrekking tot wettelijk voorgeschreven certificaten uit te voeren en, in voorkomend geval, de desbetreffende certificaten af te geven of te verlengen overeenkomstig artikel 3, lid 2, en artikel 5 van Richtlijn 2009/15/EG van het Europees Parlement en de Raad (*), trekken die machtigingen in overeenstemming met artikel 8 van die richtlijn in vóór 5 januari 2023.

Tot het moment dat dergelijke goedkeuringen zijn ingetrokken, staan de lidstaten het Russische Scheepvaartregister niet toe of verlenen zij het geen machtiging om taken uit te voeren die overeenkomstig de Unieregels inzake maritieme veiligheid voorbehouden zijn aan door de Unie erkende organisaties, met inbegrip van het uitvoeren van inspecties en onderzoeken in verband met wettelijk voorgeschreven certificaten, of de afgifte, bekrachtiging of vernieuwing van de desbetreffende certificaten.

2.   Wettelijk voorgeschreven certificaten die namens een lidstaat zijn afgegeven door het Russisch Scheepvaartregister vóór 7 oktober 2022 worden door de betrokken lidstaat, handelend als vlaggenstaat, vóór 8 april 2023 ingetrokken en beëindigd.

3.   In afwijking van de procedure van artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad (**) en van artikel 21, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad (***) wordt de erkenning door de Unie van het Russisch Scheepvaartregister uit hoofde van Verordening (EG) nr. 391/2009 en Richtlijn (EU) 2016/1629 ingetrokken.

4.   Lidstaten die inspectietaken hebben gedelegeerd aan het Russisch Scheepvaartregister, zoals gedefinieerd in artikel 20, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/1629, met name om technische inspecties uit te voeren om na te gaan of het vaartuig voldoet aan de technische voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/1629, met name die in bijlagen II en V ervan, trekken die vergunningen in vóór 6 november 2022.

5.   Lidstaten die overeenkomstig punt 4.3 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad (****) of overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****) veiligheidsgerelateerde taken hebben gedelegeerd aan het Russisch Scheepvaartregister, met name met betrekking tot de afgifte of verlenging van internationale scheepsbeveiligingscertificaten en alle daarmee verband houdende verificaties overeenkomstig de punten 19.1.2 en 19.2.2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 725/2004, trekken die vergunningen in vóór 5 januari 2023.

6.   Internationale scheepsbeveiligingscertificaten die namens een lidstaat zijn afgegeven door het Russisch Scheepvaartregister vóór 7 oktober 2022 worden door de betrokken lidstaat, handelend als een verdragsluitende regering, vóór 8 april 2023 ingetrokken.

(*)  Richtlijn 2009/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 47)."

(**)  Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 11)."

(***)  Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 118)."

(****)  Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6)."

(*****)  Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).”."

3)

In artikel 1 ter wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Het is verboden te voorzien in diensten op het gebied van portemonnees, rekeningen en bewaring van cryptoactiva voor Russische onderdanen of natuurlijke personen die in Rusland verblijven, of in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen.”.

4)

In artikel 1 undecies wordt lid 4 vervangen door:

“4.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer de insteller van de trust of de begunstigde een onderdaan is van een lidstaat, van een land dat lid is van de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland, of een natuurlijke persoon is die in het bezit is van een tijdelijke of permanente verblijfsvergunning voor een lidstaat, voor een land dat lid is van de Europese Economische Ruimte of voor Zwitserland.”.

5)

Artikel 1 duodecies wordt vervangen door:

“Artikel 1 duodecies

1.   Het is verboden om direct of indirect accountancy-, audit-, met inbegrip van wettelijke controle, boekhoudkundige of belastingadviesdiensten, zakelijk en managementadvies of diensten in verband met public relations te verlenen aan:

a)

de regering van Rusland, of

b)

in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.   Het is verboden direct of indirect architectuur- en ingenieursdiensten, diensten op het gebied van juridisch advies en IT-adviesdiensten te verlenen aan:

a)

de regering van Rusland, of

b)

in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.   Lid 1 is niet van toepassing op het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn voor de beëindiging, uiterlijk op 5 juli 2022, van contracten die niet in overeenstemming zijn met dit artikel en die zijn gesloten vóór 4 juni 2022, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.

4.   Lid 2 is niet van toepassing op het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn voor de beëindiging, uiterlijk op 8 januari 2023, van contracten die niet in overeenstemming zijn met dit artikel en die zijn gesloten vóór 7 oktober 2022, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.

5.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het recht van verdediging in gerechtelijke procedures en het recht op een effectief rechtsmiddel.

6.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn om in een lidstaat de toegang tot gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedures te waarborgen, of voor de erkenning of uitvoering van een rechterlijke beslissing die of een arbitraal vonnis dat is uitgesproken in een lidstaat, op voorwaarde dat het verlenen van dergelijke diensten in overeenstemming is met de doelstellingen van dit besluit en van Besluit 2014/145/GBVB.

7.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op het verlenen van diensten die uitsluitend bestemd zijn voor gebruik door in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen die eigendom zijn van of onder uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap staan van een rechtspersoon die, een entiteit die of een lichaam dat is erkend of opgericht volgens het recht van een lidstaat, van een land dat lid is van de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland of van een in bijlage VII vermeld partnerland.

8.   Lid 2 is niet van toepassing op het verlenen van diensten die noodzakelijk zijn voor noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of het milieu zou kunnen hebben, of de respons op natuurrampen.

9.   Lid 2 is niet van toepassing op het verlenen van diensten die noodzakelijk zijn voor software-updates voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker die zijn toegestaan door artikel 3, lid 3, punt d), en door artikel 3 bis, lid 3, punt d).

10.   In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, vergunning verlenen voor de daarin genoemde diensten, nadat zij hebben vastgesteld dat dat noodzakelijk is voor:

a)

humanitaire doeleinden, zoals het verlenen van bijstand of het faciliteren van de verlening van bijstand, met inbegrip van medische benodigdheden, levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire hulpverleners en gerelateerde hulp, of voor evacuaties;

b)

activiteiten van het maatschappelijk middenveld die de democratie, de mensenrechten of de rechtsstaat in Rusland rechtstreeks bevorderen, of

c)

het functioneren van de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van de Unie, de lidstaten of partnerlanden in Rusland, waaronder delegaties, ambassades en missies, of internationale organisaties in Rusland die bescherming genieten overeenkomstig het internationaal recht.

11.   In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, vergunning verlenen voor de daarin genoemde diensten, nadat zij hebben vastgesteld dat dat noodzakelijk is voor:

a)

het waarborgen van de kritieke energievoorziening binnen de Unie en de aankoop, invoer of het vervoer in de Unie van titanium, aluminium, koper, nikkel, palladium en ijzererts;

b)

het waarborgen van de ononderbroken werking van infrastructuur, hardware en software die van essentieel belang zijn voor de gezondheid en veiligheid van de mens of de veiligheid van het milieu;

c)

de totstandbrenging, de exploitatie, het onderhoud, de levering en opwerking van splijtstof en de veiligheid van civiele nucleaire vermogens, en de voortzetting van het ontwerp, de bouw en de inbedrijfstelling die nodig zijn voor de afwerking van civiele nucleaire installaties, de levering van precursormateriaal voor de productie van medische radio-isotopen en soortgelijke medische toepassingen, of kritieke technologie voor de monitoring van de omgevingsstraling en voor civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, of

d)

het verlenen van elektronische-communicatiediensten door telecommunicatie-exploitanten uit de Unie die nodig zijn voor de werking, het onderhoud, de beveiliging, met inbegrip van cyberbeveiliging, van elektronische-communicatiediensten in Rusland, in Oekraïne, in de Unie, tussen Rusland en de Unie, en tussen Oekraïne en de Unie, en voor datacentrumdiensten in de Unie.

12.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van de leden 10 en 11 verleende vergunning, binnen twee weken na het verlenen van de vergunning.”.

6)

In artikel 2 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   De directe of indirecte invoer, de aankoop of het vervoer van wapens en daarmee verband houdend materieel van alle typen, daaronder begrepen wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, uit Rusland door onderdanen van de lidstaten of met gebruikmaking van vaartuigen of luchtvaartuigen onder hun vlag, is verboden.”.

7)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 3 bis bis

1.   Het is verboden om de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad (*) vermelde vuurwapens, hun onderdelen en essentiële componenten en munitie, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren of over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Rusland of voor gebruik in Rusland.

2.   Het is verboden:

a)

direct of indirect aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Rusland, of voor gebruik in Rusland, technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten te verlenen die verband houden met de in lid 1 bedoelde goederen en met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van die goederen;

b)

direct of indirect aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Rusland of voor gebruik in Rusland financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen te verlenen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten.

(*)  Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (VN-protocol inzake vuurwapens), en tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 1).”."

8)

Artikel 4 quinquies wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Met betrekking tot de in deel A van bijlage XI bij Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad (*) vermelde goederen zijn de verbodsbepalingen van de leden 1 en 4 niet van toepassing op de uitvoering, tot en met 28 maart 2022, van contracten die vóór 26 februari 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.

(*)  Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1).”;"

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“5 bis.   Met betrekking tot de in deel B van bijlage XI bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen zijn de verbodsbepalingen van de leden 1 en 4 niet van toepassing op de uitvoering, tot en met 6 november 2022, van contracten die vóór 7 oktober 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.”;

c)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“6 bis.   In afwijking van de leden 1 en 4 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in deel B van bijlage XI bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen, of voor daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, nadat zij hebben vastgesteld dat dat noodzakelijk is voor het vervaardigen van titaniumproducten die nodig zijn voor de luchtvaartindustrie en waarvoor geen alternatieve levering beschikbaar is.”.

9)

Artikel 4 novies bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“1 bis.   Het verbod van lid 1 is ook na 8 april 2023 van toepassing op alle vaartuigen die door het Russische Scheepvaartregister gecertificeerd zijn.”;

b)

in lid 3 wordt de inleidende zin vervangen door:

“3.   Voor de toepassing van dit artikel, met uitzondering van lid 1 bis, wordt onder een “vaartuig” verstaan:”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De leden 1 en 1 bis zijn niet van toepassing op schepen in nood die hulp zoeken, of schepen die een noodstop maken bij een haven om redenen van maritieme veiligheid of om mensenlevens op zee te redden.”;

d)

in lid 5 wordt de inleidende zin vervangen door:

“5.   In afwijking van de leden 1 en 1 bis kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, een vaartuig toegang tot een haven of sluis verlenen nadat zij hebben vastgesteld dat de toegang noodzakelijk is voor:”;

e)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“5 ter.   In afwijking van lid 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, een vaartuig toegang tot een haven of sluis verlenen, op voorwaarde dat het:

a)

de vlag van de Russische Federatie heeft gevoerd onder een rompbevrachtingsregistratie die oorspronkelijk plaatsvond vóór 24 februari 2022;

b)

zijn recht om de vlag van de onderliggende lidstaatregistratie te voeren vóór 31 januari 2023 heeft hervat, en

c)

geen eigendom is van of niet gecharterd, geëxploiteerd of anderszins gecontroleerd wordt door een Russische onderdaan of door een rechtspersoon, entiteit of lichaam die of dat volgens het recht van de Russische Federatie is erkend of opgericht.”.

10)

Artikel 4 decies wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt punt d) vervangen door:

“d)

voor de invoer of de aankoop, met ingang van 30 september 2023, direct of indirect, van de in bijlage XVII bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde ijzer- en staalproducten, wanneer die in een derde land zijn verwerkt door verwerking van ijzer- en staalproducten van oorsprong uit Rusland, als vermeld in bijlage XVII bij Verordening (EU) nr. 833/2014; met betrekking tot de in bijlage XVII bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde producten die in een derde land zijn verwerkt en waarin staalproducten van oorsprong uit Rusland van GN-code 7207 11 of 7207 12 10 zijn verwerkt, is dit verbod van toepassing met ingang van 1 april 2024 voor GN-code 7207 11 en met ingang van 1 oktober 2024 voor GN-code 7207 12 10;”;

b)

aan lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

“e)

het direct of indirect verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook het verlenen van verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de in de punten a), b), c), en d) opgenomen verbodsbepalingen.”;

c)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Met betrekking tot de in deel A van bijlage XVII bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen en ongeacht of zij in deel B van die bijlage zijn vermeld, zijn de verbodsbepalingen van lid 1 niet van toepassing op de uitvoering, tot en met 17 juni 2022, van contracten die vóór 16 maart 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.”;

d)

de volgende leden worden toegevoegd:

“3.   Met betrekking tot de in deel B van bijlage XVII bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen die niet zijn vermeld in deel A van die bijlage, en onverminderd lid 4, zijn de verbodsbepalingen van lid 1 niet van toepassing op de uitvoering tot en met 8 januari 2023, van contracten die vóór 7 oktober 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten. Deze bepaling is niet van toepassing op de onder de GN-codes 7207 11 en 7207 12 10 vallende goederen, waarvoor de leden 4 en 5 van toepassing zijn.

4.   De verbodsbepalingen van de punten a), b), c) en d) van lid 1 zijn niet van toepassing op de invoer, de aankoop of het vervoer, of de daarmee verband houdende technische of financiële ondersteuning, van de volgende hoeveelheden onder de GN-code 7207 12 10 vallende goederen:

a)

3 747 905 ton tussen 7 oktober 2022 en 30 september 2023;

b)

3 747 905 ton tussen 1 oktober 2023 en 30 september 2024.

5.   De verbodsbepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op de invoer, de aankoop of het vervoer, of de daarmee verband houdende technische of financiële ondersteuning, van de volgende hoeveelheden onder de GN-code 7207 11 vallende goederen:

a)

487 202 ton tussen 7 oktober 2022 en 30 september 2023;

b)

85 260 ton tussen 1 oktober 2023 en 31 december 2023;

c)

48 720 ton tussen 1 januari 2024 en 31 maart 2024.

6.   De in de leden 4 en 5 vastgestelde in volume uitgedrukte invoercontingenten worden door de Commissie en de lidstaten beheerd overeenkomstig de methode voor het beheer van tariefcontingenten die is omschreven in de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (*).

7.   In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, vergunning verlenen voor de aankoop, invoer of overdracht van de in bijlage XVII bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen, nadat zij hebben vastgesteld dat dat noodzakelijk is voor de totstandbrenging, de exploitatie, het onderhoud, de levering en opwerking van splijtstof en de veiligheid van civiele nucleaire vermogens, en voor de voortzetting van het ontwerp, de bouw en de inbedrijfstelling die nodig zijn voor de afwerking van civiele nucleaire installaties, de levering van precursormateriaal voor de productie van medische radio-isotopen en soortgelijke medische toepassingen, of kritieke technologie voor de monitoring van de omgevingsstraling en voor civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.

8.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van alle uit hoofde van lid 7 verleende vergunningen, binnen twee weken na het verlenen ervan.

(*)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).”."

11)

Artikel 4 duodecies wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Met betrekking tot de in deel A van bijlage XXI bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen zijn de verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 niet van toepassing op de uitvoering, tot en met 10 juli 2022, van contracten die vóór 9 april 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.”;

b)

de volgende leden wordt ingevoegd:

“3 bis.   Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op aankopen in Rusland die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van de Unie en van de lidstaten, met inbegrip van delegaties, ambassades en missies, of voor persoonlijk gebruik door onderdanen van de lidstaten en hun naaste familieleden.

3 ter.   Met betrekking tot de in deel B van bijlage XXI bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen zijn de verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 niet van toepassing op de uitvoering, tot en met 8 januari 2023, van contracten die vóór 7 oktober 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.”;

3 quater.   In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, vergunning verlenen voor de aankoop, invoer of overdracht van de in bijlage XXI bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde goederen, nadat zij hebben vastgesteld dat dat noodzakelijk is voor de totstandbrenging, de exploitatie, het onderhoud, de levering en opwerking van splijtstof en de veiligheid van civiele nucleaire vermogens, en voor de voortzetting van het ontwerp, de bouw en de inbedrijfstelling die nodig zijn voor de afwerking van civiele nucleaire installaties, de levering van precursormateriaal voor de productie van medische radio-isotopen en soortgelijke medische toepassingen, of kritieke technologie voor de monitoring van de omgevingsstraling en voor civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.”;

c)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“5 bis.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van lid 3 quater verleende vergunning, binnen twee weken na het verlenen van de vergunning.”.

12)

In artikel 4 terdecies wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Het is verboden steenkool en andere producten direct of indirect aan te kopen, in te voeren of over te dragen naar de Unie indien zij van oorsprong zijn uit Rusland of uit Rusland worden uitgevoerd.”.

13)

Artikel 4 quaterdecies wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“3 bis.   Met betrekking tot de onder de GN-codes 2701, 2702, 2703 en 2704 vallende goederen zoals vermeld in bijlage XXIII bij Verordening (EU) nr. 833/2014, zijn de verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 niet van toepassing op de uitvoering, tot en met 8 januari 2023, van contracten die vóór 7 oktober 2022 zijn gesloten, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten.”;

b)

aan lid 5 wordt het volgende punt toegevoegd:

“c)

de totstandbrenging, de exploitatie, het onderhoud, de levering en opwerking van splijtstof en de veiligheid van civiele nucleaire vermogens, en de voortzetting van het ontwerp, de bouw en de inbedrijfstelling die nodig zijn voor de voltooiing van civiele nucleaire installaties, de levering van precursormateriaal voor de productie van medische radio-isotopen en soortgelijke medische toepassingen, of kritieke technologie voor de monitoring van de omgevingsstraling en voor civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.”.

14)

Artikel 4 septdecies wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Het verbod van lid 1 is tot en met de hieronder vermelde datum niet van toepassing op de uitvoering van contracten die zijn gesloten vóór 4 juni 2022, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten:

a)

5 december 2022, voor ruwe olie die onder GN-code 2709 00 valt;

b)

5 februari 2023, voor aardolieproducten die onder GN-code 2710 vallen.”;

b)

de volgende leden worden toegevoegd:

“3.   De verbodsbepaling van lid 1 is niet van toepassing op de betaling van verzekeringsclaims na 5 december 2022, voor ruwe olie van GN-code 2709 00, of na 5 februari 2023, voor aardolieproducten van GN-code 2710, op basis van verzekeringscontracten die vóór 4 juni 2022 zijn gesloten en mits de verzekeringsdekking uiterlijk op de betrokken datum is beëindigd.

4.   Het is verboden vervoersdiensten, met inbegrip van schip-tot-schiptransfers, naar derde landen te verrichten met ingang van 5 december 2022 voor ruwe olie van GN-code 2709 00 die van oorsprong is uit Rusland of uit Rusland wordt uitgevoerd, en met ingang van 5 februari 2023 voor de in bijlage XXV bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde aardolieproducten van GN-code 2710 die van oorsprong zijn uit Rusland of uit Rusland worden uitgevoerd.

5.   De verbodsbepaling van lid 4 is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van het eerste besluit van de Raad tot wijziging van bijlage XI overeenkomstig lid 9, punt a), van dit artikel.

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van elk navolgend besluit van de Raad tot wijziging van bijlage XI bij dit besluit, is de verbodsbepaling van lid 4 gedurende een periode van 90 dagen niet van toepassing op het vervoer van de in bijlage XXV bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde producten die van oorsprong uit Rusland komen of uit Rusland zijn uitgevoerd, op voorwaarde dat:

a)

het vervoer gebaseerd is op een vóór die datum van inwerkingtreding gesloten contract, en

b)

de aankoopprijs per vat op de datum van sluiting van dat contract niet hoger was dan de in bijlage XI bij dit besluit vastgelegde prijs.

6.   De verbodsbepalingen van de leden 1 en 4 zijn niet van toepassing:

a)

met ingang van 5 december 2022, op ruwe olie van GN-code 2709 00 die van oorsprong is uit Rusland of uit Rusland wordt uitgevoerd, en met ingang van 5 februari 2023, op aardolieproducten van GN-code 2710 die van oorsprong zijn uit Rusland of uit Rusland worden uitgevoerd, mits de aankoopprijs per vat niet hoger is dan de in bijlage XI vastgestelde prijzen;

b)

op de in bijlage XXV bij Verordening (EU) nr. 833/2014 vermelde ruwe olie of aardolieproducten, indien die goederen van oorsprong zijn uit een derde land en alleen worden geladen in, vertrekken uit of worden doorgevoerd door Rusland, mits zowel de oorsprong als de eigenaar van die goederen niet-Russisch zijn;

c)

op het vervoer van de in bijlage XII bij dit besluit bedoelde producten naar de in die bijlage genoemde derde landen, voor de in die bijlage vastgestelde duur, of op de met dat vervoer gepaard gaande technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand.

7.   Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op het verlenen van loodsdiensten die nodig zijn om redenen van maritieme veiligheid.

8.   Ingeval een schip na de inwerkingtreding van een besluit van de Raad tot wijziging van bijlage XI de in lid 4 bedoelde ruwe aardolie of aardolieproducten waarvan de aankoopprijs per vat op de datum van de sluiting van het contract voor een dergelijke aankoop hoger was dan de in bijlage XI vastgelegde prijs, is het daarna verboden om de in lid 1 bedoelde diensten met betrekking tot het vervoer van ruwe aardolie of aardolieproducten door dat schip, te verrichten.

9.   De Raad wijzigt met eenparigheid van stemmen op voorstel van de hoge vertegenwoordiger met de steun van de Commissie:

a)

bijlage XI, op basis van de prijzen die zijn overeengekomen door de Price Cap Coalition;

b)

bijlage XII, op basis van objectieve selectiecriteria die door de Price Cap Coalition zijn overeengekomen om vrijstelling te verlenen voor specifieke energieprojecten die essentieel zijn voor de energiezekerheid van bepaalde derde landen.”.

15)

De bijlagen worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 oktober 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BEK


(1)  Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 13).

(2)  Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).

(3)  Richtlijn 2009/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 47).

(4)  Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 118).

(5)  Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

(6)  Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 11).

(7)  Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PB L 30 van 31.1.2019, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (VN-protocol inzake vuurwapens), en tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 1).


BIJLAGE

In Besluit 2014/512/GBVB worden de bijlagen als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage VII wordt de titel vervangen door:

“Lijst van de in artikel 1 duodecies, lid 7, artikel 3, lid 9, artikel 4 undecies, lid 3, en artikel 4 quaterdecies, lid 4, bedoelde partnerlanden”.

2)

Bijlage X wordt vervangen door:

“BIJLAGE X

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1 BIS BIS BEDOELDE RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN

DEEL A

OPK OBORONPROM

UNITED AIRCRAFT CORPORATION

URALVAGONZAVOD

ROSNEFT

TRANSNEFT

GAZPROM NEFT

ALMAZ-ANTEY

KAMAZ

ROSTEC (RUSSIAN TECHNOLOGIES STATE CORPORATION)

JSC PO SEVMASH

SOVCOMFLOT

UNITED SHIPBUILDING CORPORATION

DEEL B

RUSSIAN MARITIME REGISTER of SHIPPING (RMRS).

”.

3)

De volgende bijlagen worden toegevoegd:

“BIJLAGE XI

In artikel 4 septdecies, lid 9, punt a), bedoelde prijzen

[tabel met de GN-productcodes en de overeenkomstige prijzen, zoals overeengekomen door de Price Cap Coalition]

BIJLAGE XII

Lijst van de in artikel 4 septdecies, lid 9, punt b), bedoelde projecten

Toepassingsgebied van de vrijstelling

Datum van toepassing

Datum van verstrijken

Het vervoer per schip naar Japan, de technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand in verband met een dergelijk vervoer, van ruwe olie die onder GN-code 2709 00 valt, vermengd met condensaat, die afkomstig is van het Sakhalin-2-project (Сахалин-2) in Rusland

5 december 2022

5 juni 2023