ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 276 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
64e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
31.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 276/1 |
VERORDENING (EU) 2021/1239 VAN DE RAAD
van 29 juli 2021
tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2019/1919, (EU) 2021/91 en (EU) 2021/92 wat betreft bepaalde vangstmogelijkheden voor 2021 in wateren van de Unie en wateren buiten de Unie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/1919 (1) van de Raad verdeelt de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië (2) (het “protocol”). Het protocol is tot en met 15 november 2020 verlengd bij de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling (3) over de verlenging van het protocol met ten hoogste één jaar. Er is machtiging verleend tot de ondertekening van die overeenkomst bij Besluit (EU) 2019/1918 van de Raad (4), waarbij toestemming werd verleend voor de voorlopige toepassing ervan. |
(2) |
Op 23 oktober 2020 nam de Raad Besluit (EU) 2020/1704 (5) dat voorziet in een tweede verlenging van het protocol met ten hoogste één jaar. |
(3) |
Bij artikel 1 van Verordening (EU) 2019/1919 zijn aan het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vangstmogelijkheden toegewezen in categorie 6 – Vriestrawlers voor de pelagische visserij. |
(4) |
Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (6) is het Verenigd Koninkrijk sinds 1 februari 2020 geen lidstaat van de Unie meer en is de overgangsperiode waarin dat akkoord voorziet, op 31 december 2020 verstreken. Daarom moeten de aan het Verenigd Koninkrijk (VK) toegewezen vangstmogelijkheden met ingang van 1 januari 2021 worden herverdeeld over de lidstaten en mag het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 niet meer over een driemaandelijkse vergunning beschikken. |
(5) |
Deze herverdeling moet transparant zijn en in verhouding staan tot de oorspronkelijke quotatoewijzing. |
(6) |
Verordening (EU) 2019/1919 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
Bij Verordening (EU) 2021/91 (7) van de Raad zijn voor de jaren 2021 en 2022 de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen vastgesteld. Bij Verordening (EU) 2021/92 van de Raad (8) zijn voor 2021 voor sommige visbestanden en groepen visbestanden de vangstmogelijkheden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. Voor bestanden die met het VK worden gedeeld, zijn in die verordeningen voorlopige totaal toegestane vangsten (TAC’s) vastgelegd die tot en met 31 juli 2021 gelden voor vaartuigen die in wateren van de Unie, internationale wateren en wateren van derde landen vissen. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 498, leden 2, 4 en 6, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het VK (9) (HSO) heeft de Unie met het VK bilateraal overleg gepleegd en het niveau van de vangstmogelijkheden voor de in bijlage 35 en in de tabellen A en B van bijlage 36 bij de HSO vermelde bestanden, alsmede de daaraan verbonden voorwaarden voor 2021, en het niveau van de vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzee-TAC’s, alsmede de daaraan verbonden voorwaarden voor 2021 en 2022, vastgesteld. Dit overleg vond tussen 20 januari 2021 en 2 juni 2021 plaats op basis van het besluit van de Raad van 5 maart 2021 (10). Het resultaat van het overleg is gedocumenteerd in een schriftelijk verslag, dat door het hoofd van de delegatie van zowel de Unie als het VK is ondertekend en op 11 juni 2021 door de Raad is bekrachtigd. Daarom moeten de voorlopige TAC’s van de Verordeningen (EU) 2021/91 en (EU) 2021/92 worden vervangen door de met het VK overeengekomen vangstmogelijkheden, samen met de nieuwe bijbehorende maatregelen. |
(9) |
In het kader van de bepalingen in de HSO inzake gelijke toegang tot elkaars wateren zijn op basis van dit overleg vangstmogelijkheden voor de Unie en het VK overeengekomen en gewaarborgd voor 2021, alsook voor bepaalde diepzeebestanden voor 2021 en 2022). |
(10) |
Thans moet de uitkomst van het overleg tussen de Unie en het VK in de rechtsorde van de Unie worden geïmplementeerd door de voorlopige TAC’s van de Verordeningen (EU) 2021/91 en (EU) 2021/92 te vervangen door de vangstmogelijkheden binnen de met het VK overeengekomen TAC-niveaus. |
(11) |
In het kader van de HSO stellen de Unie en het VK zich gezamenlijk ten doel gedeelde bestanden te exploiteren op niveaus die gericht zijn op het geleidelijke herstel en behoud van populaties van gevangen soorten boven een biomassaniveau dat de maximale duurzame opbrengst (MDO) kan opleveren. Overeenkomstig de meerjarenplannen als bedoeld in Verordeningen (EU) nr. 1380/2013 (11), (EU) 2019/472 (12) en (EU) 2018/973 (13) moet het streefdoel voor visserijsterfte, in lijn met de MDO-bandbreedtes (FMDO) die zijn gedefinieerd in Verordeningen (EU) 2019/472 en (EU) 2018/973, voor de in die verordeningen genoemde doelbestanden zo spoedig mogelijk en via geleidelijke toename uiterlijk in 2020 worden bereikt, en moet de visserijsterfte daarna overeenkomstig die verordeningen worden gehandhaafd binnen de FMDO-bandbreedtes. |
(12) |
Voor bepaalde bestanden worden in het wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) na toetsing ervan aan de MDO nulvangsten aanbevolen. Indien de TAC’s voor die bestanden zouden worden vastgesteld op het in dergelijk wetenschappelijk advies aanbevolen niveau, zou de verplichting om in gemengde visserijen alle vangsten in de wateren van zowel de Unie als het VK, met inbegrip van bijvangsten van die bestanden, aan te landen, leiden tot het verschijnsel van zogenaamde “choke species” (knelsoorten of verstikkingssoorten). Om een evenwicht te vinden tussen de noodzaak tot voortzetting van deze gemengde visserijen — gelet op de mogelijk ernstige sociaal-economische gevolgen bij volledige onderbreking van deze visserijen — en de noodzaak om een goede biologische toestand van die bestanden te bereiken, en rekening houdend met de moeilijkheid om alle bestanden in een gemengde visserij tegelijkertijd op MDO-niveau te bevissen, zijn de Unie en het VK het erover eens geworden dat het wenselijk is om voor die bestanden specifieke TAC’s voor bijvangsten vast te stellen. Die TAC’s moeten berusten op een niveau dat de sterfte voor die bestanden doet afnemen en dat stimulansen biedt voor verbeteringen op het vlak van selectiviteit en vermijding. Het niveau van de vangstmogelijkheden voor deze bestanden moet conform het schriftelijk verslag worden vastgesteld om een gelijk speelveld voor de marktdeelnemers in de Unie te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor een duidelijk herstel van de biomassa van deze bestanden. |
(13) |
Hoewel de Unie en het VK geen overeenkomst hebben bereikt over onderling afgestemde, functioneel gekoppelde technische maatregelen, zijn beide partijen overeengekomen dat dergelijke maatregelen noodzakelijk zijn, en zal het VK dergelijke maatregelen vaststellen teneinde bij te dragen tot het herstel van de betrokken bestanden. Gezien het huidige gebrek aan een overeenkomst is het noodzakelijk in wateren van de Unie voort te gaan met de toepassing van de bestaande, in de artikelen 15, 16 en 17 van Verordening (EU) 2021/92 vastgelegde functioneel gekoppelde technische maatregelen, die het mogelijk maken om de TAC’s voor doelsoorten vast te stellen op de in deze verordening voorgestelde niveaus zonder de toestand van de bestanden van de onvermijdelijke bijvangst in de wateren van de Unie in gevaar te brengen. |
(14) |
Aangezien de biomassa's van de bestanden COD/5BE6A, WHG/56-14, WHG/07A en PLE/7HJK onder het grensreferentiepunt voor biomassa (Blim) liggen en uitsluitend bijvangsten en wetenschappelijke visserij zijn toegestaan, zijn de Unie en het VK in het schriftelijk verslag overeengekomen dat geen jaarflexibiliteit, onder meer op grond van artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, ten aanzien van deze bestanden moet worden toegepast op overdrachten naar 2021, zodat de vangsten in 2021 niet hoger zullen zijn dan de TAC van deze bestanden. Daarom hebben België, Frankrijk, Duitsland, Ierland en Nederland zich ertoe verbonden artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ten aanzien van die bestanden niet toe te passen op overdrachten naar 2021. |
(15) |
Aangezien de biomassa van het bestand PRA/03A onder MDO Btrigger ligt, zijn de Unie en Noorwegen overeengekomen dat geen jaarflexibiliteit, onder meer op grond van artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en op grond van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad (14), ten aanzien van deze bestanden moet worden toegepast op overdrachten naar 2021, zodat de vangsten in 2021 niet hoger zullen zijn dan de TAC van deze bestanden. Daarom hebben Denemarken en Zweden zich ertoe verbonden artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 ten aanzien van dit bestand niet toe te passen op overdrachten naar 2021. |
(16) |
Aangezien de biomassa van de bestanden COD/2A3AX4, COD/03AN en COD/07D onder Blim ligt, zijn de Unie, het VK en Noorwegen overeengekomen dat geen jaarflexibiliteit, onder meer op grond van artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en op grond van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96, ten aanzien van deze bestanden moet worden toegepast op overdrachten naar 2021, zodat de vangsten in 2021 niet hoger zullen zijn dan de TAC van deze bestanden. Daarom hebben België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Zweden zich ertoe verbonden artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) 1380/2013 en de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 ten aanzien van die bestanden niet toe te passen op overdrachten naar 2021. |
(17) |
Zeebaars in de Keltische Zee, het Kanaal, de Ierse Zee en het zuidelijk deel van de Noordzee (ICES-sectoren 4b, 4c, 7a en 7d tot en met 7h) ligt nog onder MDO Btrigger en ligt net boven Blim. Hoewel de visserijsterfte is gedaald, blijven de ICES-indicaties voor de visserijdruk zorgwekkend. Van essentieel belang voor zeebaars als gedeeld bestand is het akkoord over maatregelen om de voorwaarden en kansen voor de vloot van het VK en van de Unie op elkaar af te stemmen, en met name over een maandelijks plafond voor de commerciële visserijen met trawl en zegen en over bijvangsten in de commerciële visserij vanaf de kust, waarbij de bestaande beperking op recreatievisserij wordt gehandhaafd. De Unie en het VK zijn ook overeengekomen om prioriteit te geven aan de verbetering van het ICES-beoordelingsinstrument voor zeebaars, zodat prognoses kunnen worden gemaakt op basis van MDO-modellen. |
(18) |
Met het oog op de bescherming van de betrokken soorten tegen visserij hebben het VK en de Unie in het schriftelijk verslag lijsten van verboden soorten opgesteld. Het is verboden om die soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden of aan te landen. |
(19) |
In het kader van artikel 498, lid 8, van de HSO zijn de Unie en het VK overeengekomen om een mechanisme voor jaarlijkse vrijwillige overdrachten van vangstmogelijkheden binnen eenzelfde jaar op te zetten, en dat het Gespecialiseerd Comité voor de visserij nader invulling moet geven aan dat mechanisme. Om de lidstaten in staat te stellen vangstmogelijkheden over te dragen aan of uit te wisselen met het VK in afwachting van de goedkeuring van deze nadere invulling door het Gespecialiseerd Comité voor de visserij, moet worden voorzien in de procedure voor dergelijke overdrachten of uitwisselingen. |
(20) |
In 2021 hebben de Unie en de Faeröer hun jaarlijks overleg gepleegd over uitwisselingen van bepaalde TAC’s en over de toegang tot elkaars wateren. Het overleg heeft niet in een akkoord tussen de Unie en de Faeröer geresulteerd. Van de zijde van de Unie was voor bepaalde TAC’s een voorbehoud gemaakt in verband met deze uitwisselingen. Bijgevolg moeten de desbetreffende tabellen met vangstmogelijkheden en vergunningen voor vaartuigen dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(21) |
In de oorspronkelijke Verordening (EU) 2021/92 was de TAC voor ansjovis in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 vastgesteld op nul in afwachting van nieuw wetenschappelijk advies. Bij de derde wijziging van de vangstmogelijkheden voor 2021 is een voorlopige TAC voor de periode tot en met 30 september 2021 vastgesteld zodat de ansjovisvisserij kon worden voortgezet. ICES heeft het wetenschappelijk advies op 18 juni 2021 uitgebracht. De TAC voor de periode vanaf 1 juli 2021 moet derhalve worden gewijzigd op basis van het meest recente wetenschappelijk advies van de ICES. |
(22) |
De Verordeningen (EU) 2021/91 en (EU) 2021/92 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(23) |
Wat de vangstmogelijkheden rond het Svalbard-gebied betreft, verleent het Verdrag van 9 februari 1920 inzake Spitsbergen (Svalbard) (het “Verdrag van Parijs van 1920”) alle partijen bij dat verdrag gelijkelijk en zonder onderscheid toegang tot de hulpbronnen, ook wat visserij betreft. De Unie heeft haar standpunt aangaande dat toegangsrecht herhaaldelijk uiteengezet, laatstelijk in de nota's-verbaal nr. 02/21 van 26 februari 2021 en nr. 08/21 van 28 juni 2021 aan Noorwegen. Teneinde te waarborgen dat de exploitatie van bestanden in het Svalbard-gebied in overeenstemming is met de niet-discriminerende beheersregels die zouden kunnen worden vastgesteld door Noorwegen, dat binnen de grenzen van dat verdrag soevereiniteit en jurisdictie over het gebied heeft, heeft de Raad voor ICES-deelgebied 1 en ICES-sector 2b het aantal vaartuigen dat op sneeuwkrabben mag vissen, alsmede quota voor kabeljauw vastgesteld. De verdeling van deze vangstmogelijkheden over de lidstaten geldt alleen tot en met 31 december 2021. In nota-verbaal nr. 02/21 van 26 februari 2021 aan Noorwegen behield de Unie zich het recht voor alle passende corrigerende tegenmaatregelen te nemen om de legitieme rechten en belangen van de Unie te beschermen. Er moet aan worden herinnerd dat in de Unie de primaire verantwoordelijkheid voor de naleving van het toepasselijke recht bij de vlaggenlidstaten berust. |
(24) |
De vangstbeperkingen van de Verordeningen (EU) 2019/1919 en (EU) 2021/91 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2021. De bij de onderhavige verordening ingevoerde bepalingen betreffende vangstbeperkingen moeten derhalve eveneens met ingang van die datum van toepassing zijn, met uitzondering van de bepalingen inzake ansjovis in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1, die met ingang van 1 juli 2021 van toepassing moeten zijn, en met uitzondering van artikel 3, lid 2, punt c), wat betreft de nieuwe leden 2 bis en 2 ter van artikel 11 van Verordening (EU) 2021/92, dat met ingang van 1 augustus 2021 van toepassing moet zijn. De vangstbeperkingen van Verordening (EU) 2019/1919 zijn van toepassing voor de tweede periode van toepassing van de uitbreiding van het protocol, namelijk met ingang van 16 november 2020. Het VK heeft geen gebruik gemaakt van deze vangstmogelijkheden en is hier sinds 1 januari 2021 niet meer toe gerechtigd. De wijziging van die vangstmogelijkheden uit hoofde van die Verordening moet derhalve gelden vanaf 1 januari 2021. Een dergelijke toepassing met terugwerkende kracht doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen aangezien de betrokken vangstmogelijkheden worden verhoogd of nog niet zijn opgebruikt. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Verordening (EU) 2019/1919
Artikel 1, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2019/1919 wordt vervangen door:
“f) |
categorie 6 — Vriestrawlers voor de pelagische visserij:
Tijdens de periode waarin de verlenging van het protocol van toepassing is, beschikken de lidstaten over de volgende aantallen driemaandelijkse vergunningen:
De lidstaten delen de Commissie mee of bepaalde vergunningen ter beschikking van andere lidstaten kunnen komen. Voor deze categorie mogen maximaal 19 vaartuigen tegelijk in de Mauritaanse wateren worden ingezet;”. |
Artikel 2
Wijziging van Verordening (EU) 2021/91
Verordening (EU) 2021/91 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
artikel 8 wordt geschrapt; |
2) |
deel 2 van de bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig deel A van de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 3
Wijziging van Verordening (EU) 2021/92
Verordening (EU) 2021/92 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
artikel 7 wordt geschrapt; |
2) |
artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
in artikel 15, lid 1, wordt “vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls en zegens in ICES-sectoren 7f en 7g” vervangen door “vaartuigen van de unie met bodemtrawls en zegens in wateren van de Unie van ICES-sector 7g”; |
4) |
het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 53 bis Quota-overdrachten aan en quota-uitwisselingen met het Verenigd Koninkrijk 1. Elke overdracht of uitwisseling van quota tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk vindt plaats overeenkomstig de leden 2, 3 en 4. 2. Een lidstaat die voornemens is quota over te dragen aan of uit te wisselen met het Verenigd Koninkrijk, kan met het Verenigd Koninkrijk de grote lijnen van de quotaoverdracht of -uitwisseling bespreken. 3. Wanneer de Commissie de grote lijnen van een door de betrokken lidstaat gemelde quota-overdracht of -uitwisseling als bedoeld in lid 2, bekrachtigt, maakt zij onverwijld kenbaar dat zij ermee instemt gebonden te zijn door de quotaoverdracht of -uitwisseling. De Commissie stelt het Verenigd Koninkrijk en de lidstaten in kennis van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling. 4. Quota die in het kader van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling ontvangen zijn van of overgedragen zijn aan het Verenigd Koninkrijk, worden vanaf het moment waarop van de quotaoverdracht of -uitwisseling overeenkomstig lid 3 kennis is gegeven, beschouwd als quota die toegewezen zijn aan of in mindering zijn gebracht op de toewijzing van de betrokken lidstaat. Overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten leiden dergelijke uitwisselingen niet tot wijziging van de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten.”; |
5) |
bijlage IA wordt gewijzigd overeenkomstig deel B van de bijlage bij de onderhavige verordening; |
6) |
bijlage IB wordt gewijzigd overeenkomstig deel C van de bijlage bij deze verordening; |
7) |
bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig deel D van de bijlage bij deze verordening. |
8) |
bijlage V wordt gewijzigd overeenkomstig deel E van de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 4
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021, met uitzondering van de bepalingen inzake ansjovis in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1, die met ingang van 1 juli 2021 van toepassing zijn, en met uitzondering van artikel 3, lid 2, punt c), wat betreft de nieuwe leden 2 bis en 2 ter van artikel 11 van Verordening (EU) 2021/92, dat met ingang van 1 augustus 2021 van toepassing is.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 juli 2021.
Voor de Raad
De voorzitter
G. DOVŽAN
(1) Verordening (EU) 2019/1919 van de Raad van 8 november 2019 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië (PB L 297 I van 18.11.2019, blz. 5).
(2) Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië voor een periode van vier jaar (PB L 315 van 1.12.2015, blz. 3).
(3) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, dat op 15 november 2019 afloopt (PB L 297 I van 18.11.2019, blz. 3).
(4) Besluit (EU) 2019/1918 van de Raad van 8 november 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, dat op 15 november 2019 afloopt (PB L 297 I van 18.11.2019, blz. 1).
(5) Besluit (EU) 2020/1704 van de Raad van 23 oktober 2020 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, dat op 15 november 2020 afloopt (PB L 383 van 16.11.2020, blz. 1).
(6) PB L 29 van 31.1.2020, blz.7.
(7) Verordening (EU) 2021/91 van de Raad van 28 januari 2021 tot vaststelling, voor de jaren 2021 en 2022, van de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 31 van 29.1.2021, blz. 20).
(8) Verordening (EU) 2021/92 van de Raad van 28 januari 2021 tot vaststelling, voor 2021, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 31 van 29.1.2021, blz. 31).
(9) Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, PB L 149 van 30.4.2021, blz. 10.
(10) Besluit van de Raad van 5 maart 2021 tot vaststelling van het namens de Unie in te nemen standpunt in het overleg met het Verenigd Koninkrijk om tot een overeenkomst te komen over de vangstmogelijkheden voor gedeelde bestanden voor 2021 en, voor bepaalde diepzeebestanden, voor 2021 en 2022, ST 6414/21.
(11) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad, PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22.
(12) Verordening (EU) 2019/472 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een meerjarenplan voor bestanden die worden gevangen in de westelijke wateren en daaraan grenzende wateren en voor de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot wijziging van Verordeningen (EU) 2016/1139 en (EU) 2018/973, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007 en (EG) nr. 1300/2008 van de Raad, PB L 83 van 25.3.2019, blz. 1.
(13) Verordening (EU) 2018/973 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot vastlegging van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting in de Noordzee en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad, PB L 179 van 16.7.2018, blz. 1.
(14) Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota (PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3).
BIJLAGE
DEEL A
Wijzigingen in deel 2 van de bijlage bij Verordening (EU) 2021/91
In deel 2 van de bijlage bij Verordening (EU) 2021/91 worden de desbetreffende vangstmogelijkhedentabellen vervangen door:
“Soort: |
Zwarte haarstaartvis Aphanopus carbo |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12 (BSF/56712-) |
|||
Jaar |
2021 |
|
2022 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
22 |
|
22 |
|
|
|
Estland |
11 |
|
11 |
|
|
|
Ierland |
55 |
|
55 |
|
|
|
Spanje |
110 |
|
110 |
|
|
|
Frankrijk |
1 541 |
|
1 541 |
|
|
|
Letland |
72 |
|
72 |
|
|
|
Litouwen |
1 |
|
1 |
|
|
|
Polen |
1 |
|
1 |
|
|
|
Andere |
6 |
(1) |
6 |
(1) |
|
|
Unie |
1 819 |
|
1 819 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
110 |
|
110 |
|
|
|
TAC |
1 929 |
|
1 929 |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die op dit gedeelde quotum in mindering moeten worden gebracht, worden afzonderlijk gerapporteerd (BSF/56712_AMS). |
Soort: |
Alfonsinos Beryx spp. |
Zone: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 en 14 (ALF/3X14-) |
|||
Jaar |
2021 |
|
2022 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Ierland |
7 |
(1) |
7 |
(1) |
|
|
Spanje |
51 |
(1) |
51 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
14 |
(1) |
14 |
(1) |
|
|
Portugal |
145 |
(1) |
145 |
(1) |
|
|
Unie |
217 |
(1) |
217 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
7 |
(1) |
7 |
(1) |
|
|
TAC |
224 |
(1) |
224 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
Soort: |
Rondneusgrenadier Coryphaenoides rupestris |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (RNG/5B67-) |
|||
Jaar |
2021 |
|
2022 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
4 |
(1)(2) |
4 |
(1)(2) |
|
|
Estland |
34 |
(1)(2) |
34 |
(1)(2) |
|
|
Ierland |
150 |
(1)(2) |
150 |
(1)(2) |
|
|
Spanje |
37 |
(1)(2) |
37 |
(1)(2) |
|
|
Frankrijk |
1 910 |
(1)(2) |
1 910 |
(1)(2) |
|
|
Litouwen |
44 |
(1)(2) |
44 |
(1)(2) |
|
|
Polen |
22 |
(1)(2) |
22 |
(1)(2) |
|
|
Andere |
4 |
(1)(2)(3) |
4 |
(1)(2)(3) |
|
|
Unie |
2 205 |
(1)(2) |
2 205 |
(1)(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
112 |
(1)(2) |
112 |
(1)(2) |
|
|
TAC |
2 317 |
(1)(2) |
2 317 |
(1)(2) |
|
|
(1) |
Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevangen in de wateren van de Unie en internationale wateren van 8, 9, 10, 12 en 14 (RNG/*8X14- voor rondneusgrenadier; RHG/8X14- voor bijvangsten van noordelijke grenadier). |
|||||
(2) |
Gerichte visserij op noordelijke grenadiervis is niet toegestaan. Bijvangsten van noordelijke grenadiervis (RHG/5B67-) worden op dit quotum in mindering gebracht. Ze mogen niet meer dan 1 % van het quotum uitmaken. |
|||||
(3) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Gerichte visserij is niet toegestaan. Vangsten die op dit gedeelde quotum in mindering moeten worden gebracht, worden afzonderlijk gerapporteerd (RNG/5B67_AMS voor rondneusgrenadier; RHG/5B67_AMS voor noordelijke grenadiervis). |
Soort: |
Rondneusgrenadier Coryphaenoides rupestris |
Gebied: |
wateren van de Unie en internationale wateren van 8, 9, 10, 12 en 14 (RNG/8X14-) |
|||
Jaar |
2021 |
|
2022 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
10 |
(1)(2)(3) |
10 |
(1)(2)(3) |
|
|
Ierland |
2 |
(1)(2)(3) |
2 |
(1)(2)(3) |
|
|
Spanje |
1 111 |
(1)(2)(3) |
1 111 |
(1)(2)(3) |
|
|
Frankrijk |
51 |
(1)(2)(3) |
51 |
(1)(2)(3) |
|
|
Letland |
18 |
(1)(2)(3) |
18 |
(1)(2)(3) |
|
|
Litouwen |
2 |
(1)(2)(3) |
2 |
(1)(2)(3) |
|
|
Polen |
347 |
(1)(2)(3) |
347 |
(1)(2)(3) |
|
|
Unie |
1 541 |
(1)(2)(3) |
1 541 |
(1)(2)(3) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
4 |
(1)(2) |
4 |
(1)(2) |
|
|
TAC |
1 545 |
(1)(2) |
1 545 |
(1)(2) |
|
|
(1) |
Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevangen in 6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (RNG/*5B67- voor rondneusgrenadier; RHG/*5B67- voor bijvangsten van noordelijke grenadier). |
|||||
(2) |
Gerichte visserij op noordelijke grenadiervis is niet toegestaan. |
|||||
(3) |
Bijvangsten van noordelijke grenadiervis (RHG/8X14-) worden op dit quotum in mindering gebracht. Ze mogen niet meer dan 1 % van het quotum uitmaken. |
Soort: |
Zeebrasem Pagellus bogaraveo |
Gebied: |
6, 7 en 8 (SBR/678-) |
|||
Jaar |
2021 |
|
2022 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Ierland |
3 |
(1) |
3 |
(1) |
|
|
Spanje |
84 |
(1) |
84 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
4 |
(1) |
4 |
(1) |
|
|
Andere |
3 |
(1)(2) |
3 |
(1)(2) |
|
|
Unie |
95 |
(1) |
95 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
11 |
(1) |
11 |
(1) |
|
|
TAC |
105 |
(1) |
105 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan |
|||||
(2) |
Vangsten die op dit gedeelde quotum in mindering moeten worden gebracht, worden afzonderlijk gerapporteerd (SBR/678_AMS).”. |
DEEL B
Wijzigingen in bijlage IA bij Verordening (EU) 2021/92
In bijlage IA bij Verordening (EU) 2021/92 worden de desbetreffende vangstmogelijkhedentabellen vervangen door:
“Soort: |
Zandspieringen en bijvangsten daarvan Ammodytes spp. |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3a(1) |
|
Denemarken |
86 652 |
(2)(3) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
132 |
(2)(3) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Zweden |
3 182 |
(2)(3) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
89 966 |
(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
2 534 |
(2) |
|
|
TAC |
92 500 |
(2) |
|
|
(1) |
Exclusief wateren binnen zes zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula. |
|||
(2) |
In beheersgebieden 1r en 2r mag de TAC enkel worden gevangen als een monitoring-TAC met een bijbehorend bemonsteringsprotocol voor de visserij. |
|||
(3) |
Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en makreel (OT1/*2A3A4X). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen, als omschreven in bijlage III, niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
Gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie in de beheersgebieden voor zandspieringen
|
1r |
2r |
3r |
4 |
5r |
6 |
7r |
|
(SAN/234_1R) |
(SAN/234_2R) |
(SAN/234_3R) |
(SAN/234_4) |
(SAN/234_5R) |
(SAN/234_6) |
(SAN/234_7R) |
Denemarken |
5 118 |
4 684 |
12 091 |
64 627 |
0 |
131 |
0 |
Duitsland |
8 |
7 |
18 |
99 |
0 |
0 |
0 |
Zweden |
188 |
172 |
444 |
2 373 |
0 |
5 |
0 |
Unie |
5 314 |
4 863 |
12 553 |
67 099 |
0 |
136 |
0 |
Verenigd Koninkrijk |
150 |
137 |
354 |
1 889 |
0 |
4 |
0 |
Totaal |
5 464 |
5 000 |
12 907 |
68 989 |
0 |
140 |
0 |
Soort: |
Grote zilvervis Argentina silus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2 (ARU/1/2.) |
||
Duitsland |
|
16 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
5 |
|
|
|
Nederland |
|
13 |
|
|
|
Unie |
|
34 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
25 |
|
|
|
TAC |
|
59 |
|
|
Soort: |
Grote zilvervis Argentina silus |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van de Unie van 3a (ARU/3A4-C) |
||
Denemarken |
|
717 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
7 |
|
|
|
Frankrijk |
|
5 |
|
|
|
Ierland |
|
5 |
|
|
|
Nederland |
|
34 |
|
|
|
Zweden |
|
28 |
|
|
|
Unie |
|
796 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
13 |
|
|
|
TAC |
|
809 |
|
|
Soort: |
Grote zilvervis Argentina silus |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (ARU/567.) |
||
Duitsland |
|
283 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
6 |
|
|
|
Ierland |
|
262 |
|
|
|
Nederland |
|
2 958 |
|
|
|
Unie |
|
3 509 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
220 |
|
|
|
TAC |
|
3 729 |
|
|
Soort: |
Lom Brosme brosme |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1, 2 en 14 (USK/1214EI) |
||
Duitsland |
|
6 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
6 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Andere |
|
3 |
(1)(2) |
|
|
Unie |
|
16 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 |
(1) |
|
|
TAC |
|
22 |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
||||
(2) |
Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/1214EI_AMS). |
Soort: |
Lom Brosme brosme |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (USK/04-C.) |
||
Denemarken |
|
68 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
20 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
47 |
(1) |
|
|
Zweden |
|
7 |
(1) |
|
|
Andere |
|
7 |
(2) |
|
|
Unie |
|
149 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
102 |
(1) |
|
|
TAC |
|
251 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (USK/*6AN58). |
||||
(2) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/04-C_AMS). |
Soort: |
Lom Brosme brosme |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (USK/567EI.) |
||||||
Duitsland |
|
60 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|||||
Spanje |
|
208 |
(1) |
|
|||||
Frankrijk |
|
2 471 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|||||
Ierland |
|
238 |
(1) |
|
|||||
Andere |
|
60 |
(2) |
|
|||||
Unie |
|
3 037 |
(1) |
|
|||||
Noorwegen |
|
0 |
(3)(4)(5) |
|
|||||
Verenigd Koninkrijk |
|
1 257 |
(1) |
|
|||||
TAC |
|
4 294 |
|
|
|||||
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (USK/*04-C.). |
||||||||
(2) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/567EI_AMS). |
||||||||
(3) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*5B67-). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %. 0 |
||||||||
(4) |
Met inbegrip van leng. De volgende quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen:
|
||||||||
(5) |
De lom- en lengquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: 0 |
Soort: |
Evervissen Caproidae |
Gebied: |
6, 7 en 8 (BOR/678-) |
||
Denemarken |
|
4 700 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Ierland |
|
13 234 |
|
|
|
Unie |
|
17 934 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 218 |
|
|
|
TAC |
|
19 152 |
|
|
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
3 a (HER/03A.) |
||
Denemarken |
|
9 080 |
(2) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
145 |
(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Zweden |
|
9 498 |
(2) |
|
|
Unie |
|
18 723 |
(2) |
|
|
Noorwegen |
|
2 881 |
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
(3) |
|
|
TAC |
|
21 604 |
|
|
|
(1) |
Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C.). |
||||
(3) |
Mag alleen worden gevangen in het Skagerrak (HER/*03AN.). |
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en Noorse wateren van 4 ten noorden van 53°30' N.B. (HER/4AB.) |
||
Denemarken |
|
49 993 |
|
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
33 852 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
18 838 |
|
|
|
Nederland |
|
46 381 |
|
|
|
Zweden |
|
3 449 |
|
|
|
Unie |
|
152 513 |
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
|
|
|
Noorwegen |
|
103 344 |
(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
61 301 |
|
|
|
TAC |
|
356 357 |
|
|
|
(1) |
Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. |
||||
(2) |
Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. Binnen de limieten van dit quotum mag niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a en 4b (HER/*4AB-C): |
||||
|
3 000 |
|
|
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag de Unie niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheden vangen in de Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B:
|
Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (HER/*4N-S62)
|
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
3 a (HER/03A-BC) |
||
Denemarken |
|
5 692 |
(2) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
51 |
(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Zweden |
|
916 |
(2) |
|
|
Unie |
|
6 659 |
(2) |
|
|
TAC |
|
6 659 |
(2) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm. |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C-BC). |
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
4, 7d en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (HER/2A47DX) |
||
België |
|
38 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
7 421 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
38 |
|
|
|
Frankrijk |
|
38 |
|
|
|
Nederland |
|
38 |
|
|
|
Zweden |
|
36 |
|
|
|
Unie |
|
7 609 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
141 |
|
|
|
TAC |
|
7 750 |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm. |
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
4c, 7d(2) (HER/4CXB7D) |
||
België |
|
8 257 |
(3) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
668 |
(3) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
452 |
(3) |
|
|
Frankrijk |
|
9 274 |
(3) |
|
|
Nederland |
|
16 142 |
(3) |
|
|
Unie |
|
34 793 |
(3) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
TAC |
|
356 357 |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. |
||||
(2) |
Uitgezonderd het Blackwater-bestand: bedoeld is het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuidwaarts gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ N.B., 1° 19,1′ O.L.) tot 51° 33′ N.B. en vandaar rechtwijzend westwaarts naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk. |
||||
(3) |
Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in 4b (HER/*04B.). |
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
6b en 6aN; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b(1) (HER/5B6ANB) |
||
Duitsland |
|
353 |
(2) |
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
67 |
(2) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Ierland |
|
478 |
(2) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
|
353 |
(2) |
|
|
Unie |
|
1 251 |
(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 229 |
(2) |
|
|
TAC |
|
3 480 |
|
|
|
(1) |
Bedoeld is het haringbestand in het deel van ICES-gebied 6a ten oosten van 7° W.L. en ten noorden van 55° N.B., of ten westen van 7° W.L. en ten noorden van 56° N.B. met uitzondering van de Clyde. |
||||
(2) |
Het is verboden gericht op haring te vissen in het deel van de onder deze TAC vallende ICES-gebieden dat tussen 56° N.B. en 57°30' N.B. ligt, met uitzondering van een gordel van zes zeemijl gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk. |
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
6aS(1), 7b, 7c (HER/6AS7BC) |
||
Ierland |
|
1 236 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Nederland |
|
124 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
|
1 360 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
TAC |
|
1 360 |
|
|
|
(1) |
Bedoeld is het haringbestand in 6a ten zuiden van 56°00′ N.B. en ten westen van 07°00′ W.L. |
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
7a(1) (HER/07A/MM) |
||||||||||
Ierland |
|
808 |
|
Analytische TAC |
|||||||||
Unie |
|
808 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|||||||||
Verenigd Koninkrijk |
|
6 533 |
|
|
|||||||||
TAC |
|
7 341 |
|
|
|||||||||
(1) |
Dit gebied wordt verminderd met de zone die als volgt is begrensd:
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
7e en 7f (HER/7EF.) |
||
Frankrijk |
|
465 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Unie |
|
465 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
465 |
|
|
|
TAC |
|
930 |
|
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
7a ten zuiden van 52°30′ N.B.; 7g(1), 7h(1), 7j(1) en 7k(1) (HER/7G-K.) |
||||||||||
Duitsland |
|
10 |
(2) |
Analytische TAC |
|||||||||
Frankrijk |
|
54 |
(2) |
|
|||||||||
Ierland |
|
750 |
(2) |
|
|||||||||
Nederland |
|
54 |
(2) |
|
|||||||||
Unie |
|
868 |
(2) |
|
|||||||||
Verenigd Koninkrijk |
|
1 |
(2) |
|
|||||||||
TAC |
|
869 |
(2) |
|
|||||||||
(1) |
Dit gebied wordt uitgebreid met de zone die als volgt is begrensd:
|
||||||||||||
(2) |
Dit quotum mag alleen worden toegewezen aan vaartuigen die overeenkomstig de beoordeling van de ICES deelnemen aan onderzoeksvisserij met het oog op het verzamelen van op de visserij gebaseerde gegevens voor dit bestand. Alvorens vangsten toe te staan, stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen). |
Soort: |
Ansjovis Engraulis encrasicolus |
Gebied: |
9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (ANE/9/3411) |
||
Spanje |
|
7 176 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Portugal |
|
7 829 |
(1) |
|
|
Unie |
|
15 005 |
(1) |
|
|
TAC |
|
15 005 |
(1) |
|
|
(1) |
Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022. |
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
Skagerrak (COD/03AN.) |
||
België |
|
5 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
1 515 |
|
Artikel 3 van Verordening EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Duitsland |
|
38 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing |
|
Nederland |
|
9 |
|
|
|
Zweden |
|
265 |
|
|
|
Unie |
|
1 832 |
|
|
|
TAC |
|
1 893 |
|
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort (COD/2A3AX4) |
||
België |
|
347 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
1 993 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Duitsland |
|
1 263 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing |
|
Frankrijk |
|
428 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
1 126 |
(1) |
|
|
Zweden |
|
13 |
|
|
|
Unie |
|
5 170 |
|
|
|
Noorwegen |
|
2 252 |
(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
5 824 |
(1) |
|
|
TAC |
|
13 246 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in: 7d (COD/*07D.). |
||||
(2) |
Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Noorse wateren van 4 (COD/*04N-)
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
6b; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten westen van 12°00' W.L. en van 12 en 14 (COD/5W6-14) |
||
België |
|
0 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
1 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
8 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
16 |
(1) |
|
|
Unie |
|
25 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
49 |
(1) |
|
|
TAC |
|
74 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan. |
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten oosten van 12°00' W.L. (COD/5BE6A) |
||
België |
|
2 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
12 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
130 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Ierland |
|
243 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
Unie |
|
387 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
892 |
(1) |
|
|
TAC |
|
1 279 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan. |
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
7a (COD/07A.) |
||
België |
|
3 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
7 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
104 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
1 |
(1) |
|
|
Unie |
|
115 |
(1) |
|
|
United Kingdom |
|
91 |
(1) |
|
|
TAC |
|
206 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
7b, 7c, 7e-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (COD/7XAD34) |
||
België |
|
18 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
290 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
422 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
||
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|||||
Unie |
|
730 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
75 |
(1) |
|
|
TAC |
|
805 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan. |
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
7d (COD/07D.) |
||
België |
|
33 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
649 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing. |
|
Nederland |
|
19 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing. |
|
Unie |
|
701 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
71 |
(2) |
|
|
TAC |
|
772 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4). |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4). |
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (LEZ/2AC4-C) |
||
België |
|
8 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
7 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
7 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
42 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
33 |
(1) |
|
|
Unie |
|
97 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 490 |
(1) |
|
|
TAC |
|
2 587 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58). |
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (LEZ/56-14) |
||
Spanje |
|
526 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
2 053 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
600 |
(1) |
|
|
Unie |
|
3 179 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 046 |
(1) |
|
|
TAC |
|
5 225 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (LEZ/*2AC4C). |
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
7 (LEZ/07.) |
||
België |
|
464 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Spanje |
|
5 154 |
(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
6 256 |
(2) |
|
|
Ierland |
|
2 844 |
(2) |
|
|
Unie |
|
14 718 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 421 |
(2) |
|
|
TAC |
|
18 365 |
|
|
|
(1) |
10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE) voor bijvangsten in de gerichte visserij op tong. |
||||
(2) |
35 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE). |
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/8ABDE.) |
||
Spanje |
|
1 005 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
811 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Unie |
|
1 816 |
|
|
|
TAC |
|
1 816 |
|
|
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (ANF/2AC4-C) |
||
België |
|
312 |
(1)(2) |
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
688 |
(1)(2) |
|
|
Duitsland |
|
336 |
(1)(2) |
|
|
Frankrijk |
|
64 |
(1)(2) |
|
|
Nederland |
|
236 |
(1)(2) |
|
|
Zweden |
|
8 |
(1)(2) |
|
|
Unie |
|
1 644 |
(1)(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
10 328 |
(1)(2) |
|
|
TAC |
|
11 972 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (ANF/*6AN58). |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 6a ten zuiden van 58°30' N.B.; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (ANF/*56-14). |
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (ANF/56-14) |
||
België |
|
202 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
230 |
(1) |
|
|
Spanje |
|
216 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
2 485 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
562 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
194 |
(1) |
|
|
Unie |
|
3 889 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 488 |
(1) |
|
|
TAC |
|
6 377 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (ANF/*2AC4C). |
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
7 (ANF/07.) |
||
België |
|
3 384 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
377 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Spanje |
|
1 345 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
21 714 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
2 775 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
438 |
(1) |
|
|
Unie |
|
30 033 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
8 090 |
(1) |
|
|
TAC |
|
38 123 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 8a, 8b, 8d en 8e (ANF/*8ABDE). |
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (ANF/8ABDE.) |
||
Spanje |
|
1 556 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
8 659 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Unie |
|
10 215 |
|
|
|
TAC |
|
10 215 |
|
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
3a (HAD/03A.) |
||
België |
|
12 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
2 120 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
135 |
|
|
|
Nederland |
|
2 |
|
|
|
Zweden |
|
250 |
|
|
|
Unie |
|
2 519 |
|
|
|
TAC |
|
2 630 |
|
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (HAD/2AC4.) |
||
België |
|
287 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
1 970 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
1 254 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
2 185 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
215 |
(1) |
|
|
Zweden |
|
169 |
(1) |
|
|
Unie |
|
6 080 |
(1) |
|
|
Noorwegen |
|
9 841 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
26 865 |
(1) |
|
|
TAC |
|
42 785 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HAD/*6AN58). |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Noorse wateren van 4 (HAD/*04N-)
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6b; internationale wateren van 12 en 14 (HAD/6B1214) |
||
België |
|
16 |
|
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
19 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
799 |
|
|
|
Ierland |
|
570 |
|
|
|
Unie |
|
1 404 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 971 |
|
|
|
TAC |
|
8 375 |
|
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (HAD/5BC6A.) |
||
België |
|
6 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
6 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
264 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
648 |
(1) |
|
|
Unie |
|
924 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 843 |
(1) |
|
|
TAC |
|
4 767 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (HAD/*2AC4). |
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (HAD/7X7A34) |
||
België |
|
148 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
8 876 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
2 959 |
|
|
|
Unie |
|
11 983 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 400 |
|
|
|
TAC |
|
15 000 |
|
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
7a (HAD/07A.) |
||
België |
|
49 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
221 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
1 322 |
|
|
|
Unie |
|
1 592 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 779 |
|
|
|
TAC |
|
3 371 |
|
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
3a (WHG/03A.) |
||
Denemarken |
|
649 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Nederland |
|
2 |
|
|
|
Zweden |
|
69 |
|
|
|
Unie |
|
720 |
|
|
|
TAC |
|
929 |
|
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (WHG/2AC4.) |
||
België |
|
413 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
1 785 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
464 |
|
|
|
Frankrijk |
|
2 682 |
|
|
|
Nederland |
|
1 032 |
|
|
|
Zweden |
|
3 |
|
|
|
Unie |
|
6 379 |
|
|
|
Noorwegen |
|
2 131 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
12 502 |
|
|
|
TAC |
|
21 306 |
|
|
|
(1) |
Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Noorse wateren van 4 (WHG/*04N-)
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (WHG/56-14) |
||
Duitsland |
|
3 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
50 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
299 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
|
352 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Verenigd Koninkrijk |
|
585 |
(1) |
|
|
TAC |
|
937 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan. |
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
7a (WHG/07A.) |
||
België |
|
2 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
22 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
280 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
|
305 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
416 |
(1) |
|
|
TAC |
|
721 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan. |
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
7b, 7c, 7d, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k (WHG/7X7A-C) |
||
België |
|
74 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
4 663 |
|
|
|
Ierland |
|
3 916 |
|
|
|
Nederland |
|
39 |
|
|
|
Unie |
|
8 692 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 134 |
|
|
|
TAC |
|
10 259 |
|
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
3a (HKE/03A.) |
||
Denemarken |
|
2 741 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Zweden |
|
233 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Unie |
|
2 974 |
|
|
|
TAC |
|
2 974 |
|
|
|
(1) |
Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld. |
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (HKE/2AC4-C) |
||
België |
|
36 |
(1)(2) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
1 473 |
(1)(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
169 |
(1)(2) |
|
|
Frankrijk |
|
326 |
(1)(2) |
|
|
Nederland |
|
85 |
(1)(2) |
|
|
Unie |
|
2 089 |
(1)(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 354 |
(1)(2) |
|
|
TAC |
|
3 443 |
|
|
|
(1) |
Niet meer dan 10 % van dit quotum mag worden gebruikt voor bijvangsten in 3a (HKE/*03A.). |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 6 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HKE/*6AN58). |
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (HKE/571214) |
||
België |
|
498 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Spanje |
|
15 974 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
24 669 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
2 989 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
321 |
(1) |
|
|
Unie |
|
44 451 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
10 884 |
(1) |
|
|
TAC |
|
55 335 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: 100 % mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel jaarlijks achteraf aan de andere Partij gemeld. De lidstaten stellen de Commissie vooraf in kennis. |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
8a, 8b, 8d en 8e (HKE/*8ABDE)
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (HKE/8ABDE.) |
||
België |
|
16 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Spanje |
|
11 356 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
25 501 |
|
|
|
Nederland |
|
33 |
(1) |
|
|
Unie |
|
36 906 |
|
|
|
TAC |
|
36 906 |
|
|
|
(1) |
Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld. |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (HKE/*57-14)
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/1X14) |
||
Denemarken |
|
45 680 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
17 761 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Spanje |
|
38 726 |
(1)(2) |
|
|
Frankrijk |
|
31 789 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
35 373 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
55 700 |
(1) |
|
|
Portugal |
|
3 598 |
(1)(2) |
|
|
Zweden |
|
11 300 |
(1) |
|
|
Unie |
|
239 927 |
(1)(3) |
|
|
Noorwegen |
|
37 500 |
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
71 670 |
(1) |
|
|
TAC |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangslimiet van 37 500 ton voor de Unie mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 0 % |
||||
(2) |
Overdrachten van dit quotum naar 8c, 9 en 10 zijn toegestaan; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld. |
||||
(3) |
Bijzondere voorwaarde: van de Unie-quota in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2) mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen: |
||||
|
141 648 |
|
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2, 4a, 5, 6 ten noorden van 56°30′ N.B. en 7 ten westen van 12° W.L. (WHB/24A567) |
||
Noorwegen |
|
141 648 |
(1)(2) |
Analytische TAC |
|
Faeröer |
|
0 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
TAC |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
In mindering te brengen op het door Noorwegen vastgestelde quotum. |
||||
(2) |
Te vangen in de wateren van de Unie van ICES 4, 6 en 7. |
Soort: |
Tongschar en witje Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (L/W/2AC4-C) |
||
België |
|
272 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
748 |
|
|
|
Duitsland |
|
96 |
|
|
|
Frankrijk |
|
205 |
|
|
|
Nederland |
|
623 |
|
|
|
Zweden |
|
8 |
|
|
|
Unie |
|
1 952 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 476 |
|
|
|
TAC |
|
5 428 |
|
|
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (BLI/5B67-) |
||
Duitsland |
|
116 |
|
Analytische TAC |
|
Estland |
|
18 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Spanje |
|
366 |
|
|
|
Frankrijk |
|
8 333 |
|
|
|
Ierland |
|
32 |
|
|
|
Litouwen |
|
7 |
|
|
|
Polen |
|
4 |
|
|
|
Andere |
|
32 |
(1) |
|
|
Unie |
|
8 908 |
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(2) |
|
|
Faeröer |
|
0 |
(3) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 614 |
|
|
|
TAC |
|
11 522 |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/5B67_AMS). |
||||
(2) |
Te vangen in de wateren van de Unie van 4, 6 en 7 (BLI/*24X7C). |
||||
(3) |
Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart worden op dit quotum in mindering gebracht. Te vangen in de wateren van de Unie van 6a ten noorden van 56°30′ N.B. en 6b. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting vallen. |
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
internationale wateren van 12 (BLI/12INT-) |
||
Estland |
|
0 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Spanje |
|
92 |
(1) |
Artikel 7, lid 1, van deze verordening is van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
2 |
(1) |
|
|
Litouwen |
|
1 |
(1) |
|
|
Andere |
|
0 |
(1)(2) |
|
|
Unie |
|
95 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 |
(1) |
|
|
TAC |
|
96 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
||||
(2) |
Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/12INT_AMS). |
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (BLI/24-) |
||
Denemarken |
|
2 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
2 |
|
|
|
Ierland |
|
2 |
|
|
|
Frankrijk |
|
12 |
|
|
|
Andere |
|
2 |
(1) |
|
|
Unie |
|
20 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
7 |
|
|
|
TAC |
|
27 |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/24_AMS). |
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
wateren van de Unie van 3 a (BLI/03A-) |
||
Denemarken |
|
1,5 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
1 |
|
|
|
Zweden |
|
1,5 |
|
|
|
Unie |
|
4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TAC |
|
4 |
|
|
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2 (LIN/1/2.) |
||
Denemarken |
|
9 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
9 |
|
|
|
Frankrijk |
|
9 |
|
|
|
Andere |
|
5 |
(1) |
|
|
Unie |
|
33 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
10 |
|
|
|
TAC |
|
43 |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (LIN/1/2_AMS). |
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
Wateren van de Unie van 3 a (LIN/03A-C.) |
||
België |
|
13 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
97 |
|
|
|
Duitsland |
|
13 |
|
|
|
Zweden |
|
39 |
|
|
|
Unie |
|
162 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
13 |
|
|
|
TAC |
|
175 |
|
|
Soort: |
Ling Molva molva |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (LIN/04-C.) |
||
België |
|
23 |
(1)(2) |
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
351 |
(1)(2) |
|
|
Duitsland |
|
217 |
(1)(2) |
|
|
Frankrijk |
|
195 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
8 |
(1) |
|
|
Zweden |
|
15 |
(1)(2) |
|
|
Unie |
|
809 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 004 |
(1)(2) |
|
|
TAC |
|
3 813 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58). |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % maar niet meer dan 75 t worden gevangen in: de wateren van de Unie van 3a (LIN/*03A-C). |
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (LIN/05EI.) |
||
België |
|
8 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
6 |
|
|
|
Duitsland |
|
6 |
|
|
|
Frankrijk |
|
6 |
|
|
|
Unie |
|
26 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 |
|
|
|
TAC |
|
32 |
|
|
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
6, 7, 8, 9 en 10; internationale wateren van 12 en 14 (LIN/6X14.) |
||
België |
|
66 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
12 |
(1) |
|
|
Duitsland |
|
241 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
1 301 |
(1) |
|
|
Spanje |
|
4 867 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
5 188 |
(1) |
|
|
Portugal |
|
12 |
(1) |
|
|
Unie |
|
11 687 |
(1) |
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(2)(3)(4) |
|
|
Faeröer |
|
0 |
(5)(6) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 669 |
(1) |
|
|
TAC |
|
18 356 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 40 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (LIN/*04-C.). |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*6X14.). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %. |
||||
0 |
|
|
|
||
(3) |
Inclusief lom. De quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen en bedragen: |
||||
Leng (LIN/*5B67-) 0 |
|
|
|||
Lom (USK/*5B67-) 0 |
|
|
|||
(4) |
De leng- en lomquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: |
||||
0 |
|
|
|
||
(5) |
Inclusief lom. Te vangen in 6b en 6a ten noorden van 56° 30′ N.B. (LIN/*6BAN.). |
||||
(6) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 20 % per vaartuig in 6a en 6b te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 6a en 6b mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6AB.): 0 |
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (NEP/2AC4-C) |
||
België |
|
997 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
997 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
15 |
|
|
|
Frankrijk |
|
29 |
|
|
|
Nederland |
|
514 |
|
|
|
Unie |
|
2 553 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
16 524 |
|
|
|
TAC |
|
19 077 |
|
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (NEP/5BC6.) |
||
Spanje |
|
30 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
121 |
|
|
|
Ierland |
|
202 |
|
|
|
Unie |
|
353 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
14 592 |
|
|
|
TAC |
|
14 945 |
|
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
7 (NEP/07.) |
||
Spanje |
|
993 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
4 023 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
6 102 |
(1) |
|
|
Unie |
|
11 118 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 908 |
(1) |
|
|
TAC |
|
18 026 |
(1) |
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden: |
Functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7 (NEP/*07U16):
Spanje |
|
992 |
Frankrijk |
|
621 |
Ierland |
|
1 194 |
Unie |
|
2 807 |
Verenigd Koninkrijk |
|
483 |
TAC |
|
3 290 |
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
3a (PRA/03A.) |
||
Denemarken |
|
1 741 |
|
Analytische TAC |
|
Zweden |
|
938 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
|
2 679 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
TAC |
|
5 016 |
|
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (PRA/2AC4-C) |
||
Denemarken |
|
490 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Nederland |
|
5 |
|
|
|
Zweden |
|
20 |
|
|
|
Unie |
|
515 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
145 |
|
|
|
TAC |
|
660 |
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
Skagerrak (PLE/03AN.) |
||
België |
|
96 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
12 453 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
64 |
|
|
|
Nederland |
|
2 395 |
|
|
|
Zweden |
|
667 |
|
|
|
Unie |
|
15 675 |
|
|
|
TAC |
|
19 188 |
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
Kattegat (PLE/03AS.) |
||
Denemarken |
|
422 |
|
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
5 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Zweden |
|
48 |
|
|
|
Unie |
|
475 |
|
|
|
TAC |
|
719 |
|
|
Soort: |
Plaice Pleuronectes platessa |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort (PLE/2A3AX4) |
||
België |
|
5 393 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
17 526 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
5 056 |
|
|
|
Frankrijk |
|
1 011 |
|
|
|
Nederland |
|
33 706 |
|
|
|
Unie |
|
62 692 |
|
|
|
Noorwegen |
|
10 039 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
37 963 |
|
|
|
TAC |
|
143 419 |
|
|
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Noorse wateren van 4 (PLE/*04N-)
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (PLE/56-14) |
||
Frankrijk |
|
10 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Ierland |
|
248 |
|
|
|
Unie |
|
258 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
400 |
|
|
|
TAC |
|
658 |
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7a (PLE/07A.) |
||
België |
|
62 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
27 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
1 069 |
|
|
|
Nederland |
|
19 |
|
|
|
Unie |
|
1 177 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 455 |
|
|
|
TAC |
|
2 846 |
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7d en 7e (PLE/7DE.) |
||
België |
|
1 537 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
6 850 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Unie |
|
8 387 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 533 |
|
|
|
TAC |
|
11 920 |
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7f en 7g (PLE/7FG.) |
||
België |
|
360 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
648 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
240 |
|
|
|
Unie |
|
1 249 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
480 |
|
|
|
TAC |
|
1 911 |
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7h, 7j en 7k (PLE/7HJK.) |
||
België |
|
4 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
8 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
28 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
|
16 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
|
56 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
11 |
(1) |
|
|
TAC |
|
67 |
(1) |
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op schol niet toegestaan. |
Soort: |
Witte koolvis Pollachius pollachius |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (POL/56-14) |
||
Spanje |
|
3 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
88 |
|
|
|
Ierland |
|
26 |
|
|
|
Unie |
|
117 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
67 |
|
|
|
TAC |
|
184 |
|
|
Soort: |
Witte koolvis Pollachius pollachius |
Gebied: |
7 (POL/07.) |
||
België |
|
277 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Spanje |
|
17 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
6 381 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
680 |
(1) |
|
|
Unie |
|
7 355 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 071 |
(1) |
|
|
TAC |
|
9 426 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 2 % worden gevangen in: 8a, 8b, 8d en 8e (POL/*8ABDE). |
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (POK/2C3A4) |
||
België |
|
19 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
2 287 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
5 776 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
13 594 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
58 |
(1) |
|
|
Zweden |
|
314 |
(1) |
|
|
Unie |
|
22 048 |
(1) |
|
|
Noorwegen |
|
31 096 |
(2) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 367 |
(1) |
|
|
TAC |
|
59 511 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 15 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (POK/*6AN58). |
||||
(2) |
Mag alleen in de wateren van de Unie van 4 en in 3a worden gevangen (POK/*3A4-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. |
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b, 12 en 14 (POK/56-14) |
||
Duitsland |
|
319 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
3 160 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
369 |
(1) |
|
|
Unie |
|
3 848 |
(1) |
|
|
Noorwegen |
|
0 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 327 |
(1) |
|
|
TAC |
|
6 175 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (POK/*2AC4C). |
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
7, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (POK/7/3411) |
||
België |
|
5 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
1 196 |
|
|
|
Ierland |
|
1 493 |
|
|
|
Unie |
|
2 695 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
481 |
|
|
|
TAC |
|
3 176 |
|
|
Soort: |
Tarbot en griet Scophthalmus maximus and Scophthalmus rhombus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (T/B/2AC4-C) |
||
België |
|
396 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
846 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
216 |
|
|
|
Frankrijk |
|
102 |
|
|
|
Nederland |
|
3 001 |
|
|
|
Zweden |
|
6 |
|
|
|
Unie |
|
4 568 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 063 |
|
|
|
TAC |
|
5 848 |
|
|
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
wateren van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (SRX/2AC4-C) |
||
België |
|
257 |
(1)(2)(3)(4) |
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
10 |
(1)(2)(3) |
|
|
Duitsland |
|
13 |
(1)(2)(3) |
|
|
Frankrijk |
|
40 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Nederland |
|
220 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Unie |
|
540 |
(1)(3) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 110 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
TAC |
|
1 650 |
(3) |
|
|
(1) |
Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/2AC4-C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/2AC4-C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) worden afzonderlijk gemeld. |
||||
(2) |
Bijvangstquotum. Deze soorten mogen per visreis niet meer dan 25 % levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten uitmaken. Deze voorwaarde geldt enkel voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en van de in het VK gehandhaafde Verordening (EU) nr. 1380/2013 vallen. |
||||
(3) |
Is niet van toepassing op blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en kleinoogrog (Raja microocellata) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten. |
||||
(4) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D2.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D2.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D2.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D2.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D2.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata). |
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
wateren van de Unie van 3 a (SRX/03A-C.) |
||
Denemarken |
|
35 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Zweden |
|
10 |
(1) |
|
|
Unie |
|
45 |
(1) |
|
|
TAC |
|
45 |
|
|
|
(1) |
Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/03A-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/03A-C.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/03A-C.) worden afzonderlijk gemeld. |
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k (SRX/67AKXD) |
||
België |
|
837 |
(1)(2)(3)(4) |
Voorzorgs-TAC |
|
Estland |
|
5 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Frankrijk |
|
3 757 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Duitsland |
|
11 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Ierland |
|
1 210 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Litouwen |
|
19 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Nederland |
|
4 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Portugal |
|
21 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Spanje |
|
1 011 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Unie |
|
6 875 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 800 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
TAC |
|
9 675 |
(3)(4) |
|
|
(1) |
Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), zandrog (Raja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/67AKXD) worden afzonderlijk gemeld. |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D.), zandrog (Raja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/*07D.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata). |
||||
(3) |
Is niet van toepassing op kleinoogrog (Raja microocellata), behalve in 7f en 7g. Als vissen van deze soort incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de gebieden 7f en 7g (RJE/7FG.) niet meer kleinoogrog worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden: |
||||
|
Soort: |
Kleinoogrog Raja microocellata |
Gebied: |
7f en 7g (RJE/7FG.) |
|
|
België |
|
8 |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Estland |
|
0 |
|
|
|
Frankrijk |
|
39 |
|
|
|
Duitsland |
|
0 |
|
|
|
Ierland |
|
12 |
|
|
|
Litouwen |
|
0 |
|
|
|
Nederland |
|
0 |
|
|
|
Portugal |
|
0 |
|
|
|
Spanje |
|
10 |
|
|
|
Unie |
|
69 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
54 |
|
|
|
TAC |
|
123 |
|
|
|
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 7d; deze hoeveelheid wordt gemeld onder de volgende code: (RJE/*07D.). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en de betreffende verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. |
||||
(4) |
Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata). |
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
7d (SRX/07D.) |
||
België |
|
125 |
(1)(2)(3)(4) |
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
1 051 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Nederland |
|
7 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Unie |
|
1 183 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
217 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
TAC |
|
1 400 |
(4) |
|
|
(1) |
Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D.) worden afzonderlijk gemeld. |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 6a, 6b, 7a-c en 7e-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata). |
||||
(3) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (SRX/*2AC4C). Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*2AC4C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*2AC4C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*2AC4C) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata). |
||||
(4) |
Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata). |
Soort: |
Golfrog Raja undulata |
Gebied: |
7d en 7e (RJU/7DE.) |
||
België |
|
19 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Estland |
|
0 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
97 |
(1) |
|
|
Duitsland |
|
0 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
25 |
(1) |
|
|
Litouwen |
|
0 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
|
|
Portugal |
|
0 |
(1) |
|
|
Spanje |
|
21 |
(1) |
|
|
Unie |
|
162 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
72 |
(1) |
|
|
TAC |
|
234 |
(1) |
|
|
(1) |
Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. Deze soort mag alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. Voor vaartuigen van de Unie geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Voor vaartuigen van het Verenigd Koninkrijk geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van relevante verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. |
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (GHL/2A-C46) |
||
Denemarken |
|
29 |
|
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
51 |
|
|
|
Estland |
|
29 |
|
|
|
Spanje |
|
29 |
|
|
|
Frankrijk |
|
478 |
|
|
|
Ierland |
|
29 |
|
|
|
Litouwen |
|
29 |
|
|
|
Polen |
|
29 |
|
|
|
Unie |
|
703 |
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 868 |
|
|
|
TAC |
|
2 571 |
|
|
Soort: |
Makreel Scomber scombrus |
Gebied: |
3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3b, 3c en de deelsectoren 22-32 (MAC/2A34.) |
||
België |
|
544 |
(1)(2)(3) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
18 666 |
(1)(2)(3) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
567 |
(1)(2)(3) |
|
|
Frankrijk |
|
1 713 |
(1)(2)(3) |
|
|
Nederland |
|
1 724 |
(1)(2)(3) |
|
|
Zweden |
|
5 108 |
(1)(2)(3)(4) |
|
|
Unie |
|
28 322 |
(1)(2)(3) |
|
|
Noorwegen |
|
Niet van toepassing |
(5) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
Niet van toepassing |
(1)(2)(3) |
|
|
TAC |
|
852 284 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 60 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14 (MAC/*2AX14). |
||||
(2) |
Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag ook in de twee onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden: |
||||
|
|
Noorse wateren van 2a (MAC/*02AN-) |
Wateren van de Faeröer (MAC/*FRO1) |
||
|
België |
0 |
0 |
||
|
Denemarken |
0 |
0 |
||
|
Duitsland |
0 |
0 |
||
|
Frankrijk |
0 |
0 |
||
|
Nederland |
0 |
0 |
||
|
Zweden |
0 |
0 |
||
|
Unie |
0 |
0 |
||
(3) |
Mag ook in de Noorse wateren van 4a worden gevangen (MAC/*4AN.). |
||||
(4) |
Bijzondere voorwaarde: inclusief de volgende hoeveelheid in ton in de Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*2A4AN): |
||||
|
|
251 |
|
|
|
|
Indien overeenkomstig deze bijzondere voorwaarde wordt gevist, worden bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
||||
(5) |
In mindering te brengen op het Noorse TAC-aandeel (toegangsquotum). Deze hoeveelheid omvat het volgende Noorse aandeel in de Noordzee-TAC: |
||||
|
|
0 |
|
|
|
|
Dit quotum mag uitsluitend in 4a worden gevangen (MAC/*04A.), behalve de volgende hoeveelheid (in ton), die mag worden gevangen in 3a (MAC/*03A.): |
||||
|
|
0 |
|
|
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
3a |
3a en 4bc |
4b |
4c |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14 |
|
(MAC/*03A.) |
(MAC/*3A4BC) |
(MAC/*04B.) |
(MAC/*04C.) |
(MAC/*2A6.) |
België |
0 |
0 |
0 |
0 |
326 |
Denemarken |
0 |
4 130 |
0 |
0 |
11 110 |
Duitsland |
0 |
0 |
0 |
0 |
340 |
Frankrijk |
0 |
490 |
0 |
0 |
1 028 |
Nederland |
0 |
490 |
0 |
0 |
1 034 |
Zweden |
0 |
0 |
390 |
10 |
3 065 |
Unie |
0 |
0 |
0 |
0 |
16 993 |
Verenigd Koninkrijk |
0 |
Niet van toepassing |
0 |
0 |
Niet van toepassing |
Noorwegen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Soort: |
Makreel Scomber scombrus |
Gebied: |
6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14 (MAC/2CX14-) |
||
Duitsland |
|
18 254 |
(1)(2) |
Analytische TAC |
|
Spanje |
|
19 |
(1)(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Estland |
|
152 |
(1)(2) |
|
|
Frankrijk |
|
12 171 |
(1)(2) |
|
|
Ierland |
|
60 847 |
(1)(2) |
|
|
Letland |
|
112 |
(1)(2) |
|
|
Litouwen |
|
112 |
(1)(2) |
|
|
Nederland |
|
26 620 |
(1)(2) |
|
|
Polen |
|
1 285 |
(1)(2) |
|
|
Unie |
|
119 573 |
(1)(2) |
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(3)(4) |
|
|
Faeröer |
|
0 |
(5) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
Niet van toepassing |
(1)(2) |
|
|
TAC |
|
852 284 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 100 % mag uitsluitend in de perioden 1 januari tot en met 14 februari en 1 augustus tot en met 31 december worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a (MAC/*4A-UK). |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % beschikbaar worden gemaakt voor uitwisselingen die kunnen worden gevangen door Spanje, Frankrijk en Portugal in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (MAC/*8C910). |
||||
(3) |
Mag worden gevangen in 2a, 6a ten noorden van 56°30′ N.B., 4a, 7d, 7e, 7f en 7h (MAC/*AX7H). |
||||
(4) |
Noorwegen mag de volgende hoeveelheid (in ton) aan extra toegangsquotum vangen ten noorden van 56°30′ N.B.; deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van Noorwegen (MAC/*N5630): |
||||
|
|
0 |
|
|
|
(5) |
Deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van de Faeröer (toegangsquotum). Mag alleen worden gevangen in 6a ten noorden van 56°30′ N.B. (MAC/*6AN56). Van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december mag dit quotum echter ook worden gevangen in 2a en in 4a ten noorden van 59° N.B. (MAC/*24N59). |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:
|
wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a; Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 14 februari en van 1 augustus tot en met 31 december |
Noorse wateren van 2a |
Wateren van de Faeröer |
|
|
|
(MAC/*4A-UK) |
(MAC/*2AN-) |
(MAC/*FRO2) |
|
|
Duitsland |
18 254 |
|
0 |
0 |
|
Spanje |
19 |
|
0 |
0 |
|
Estland |
152 |
|
0 |
0 |
|
Frankrijk |
12 171 |
|
0 |
0 |
|
Ierland |
60 847 |
|
0 |
0 |
|
Letland |
112 |
|
0 |
0 |
|
Litouwen |
112 |
|
0 |
0 |
|
Nederland |
26 620 |
|
0 |
0 |
|
Polen |
1 285 |
|
0 |
0 |
|
Unie |
119 573 |
|
0 |
0 |
|
Verenigd Koninkrijk |
Niet van toepassing |
|
0 |
0 |
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (SOL/24-C.) |
||
België |
|
1 613 |
|
Analytische TAC |
|
Denemarken |
|
738 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Duitsland |
|
1 291 |
|
|
|
Frankrijk |
|
323 |
|
|
|
Nederland |
|
14 566 |
|
|
|
Unie |
|
18 531 |
|
|
|
Noorwegen |
|
10 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 544 |
|
|
|
TAC |
|
21 361 |
|
|
|
(1) |
Mag alleen worden gevangen in de wateren van de Unie van 4 (SOL/*04-C.). |
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (SOL/56-14) |
||
Ierland |
|
46 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Unie |
|
46 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
11 |
|
|
|
TAC |
|
57 |
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7a (SOL/07A.) |
||
België |
|
356 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
5 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Ierland |
|
104 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
|
113 |
|
|
|
Unie |
|
578 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
176 |
|
|
|
TAC |
|
768 |
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7d (SOL/07D.) |
||
België |
|
830 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
1 659 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Unie |
|
2 489 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
640 |
|
|
|
TAC |
|
3 248 |
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7e (SOL/07E.) |
||
België |
|
63 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
671 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Unie |
|
733 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 175 |
|
|
|
TAC |
|
1 925 |
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7f en 7g (SOL/7FG.) |
||
België |
|
830 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
83 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
42 |
|
|
|
Unie |
|
955 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
433 |
|
|
|
TAC |
|
1 413 |
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7h, 7j en 7k (SOL/7HJK.) |
||
België |
|
23 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Frankrijk |
|
47 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
Ierland |
|
126 |
|
|
|
Nederland |
|
37 |
|
|
|
Unie |
|
233 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
47 |
|
|
|
TAC |
|
280 |
|
|
Soort: |
Sprot Sprattus sprattus |
Gebied: |
7d en 7e (SPR/7DE.) |
||
België |
|
4 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
284 |
|
|
|
Duitsland |
|
4 |
|
|
|
Frankrijk |
|
61 |
|
|
|
Nederland |
|
61 |
|
|
|
Unie |
|
414 |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 032 |
|
|
|
TAC |
|
1 446 |
|
|
Soort: |
Picked dogfish Squalus acanthias |
Gebied: |
6, 7 en 8; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5; internationale wateren van 1, 12 en 14 (DGS/15X14) |
||
België |
|
18 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Duitsland |
|
4 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Spanje |
|
9 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Frankrijk |
|
76 |
(1) |
|
|
Ierland |
|
48 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
|
|
Portugal |
|
0 |
(1) |
|
|
Unie |
|
155 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
115 |
(1) |
|
|
TAC |
|
270 |
(1) |
|
|
(1) |
In de gebieden waarvoor deze toegestane bijvangst geldt, mag niet gericht op doornhaai worden gevist. Alleen vaartuigen die deelnemen aan beheersregelingen voor bijvangst, mogen onder dit quotum per vaartuig per maand niet meer dan 2 ton doornhaai aanlanden die al dood is bij het aan boord hijsen van het vistuig. Elke Partij bepaalt zelf hoe haar quotum wordt toegewezen aan de vaartuigen die aan haar beheersregelingen voor bijvangst deelnemen. Elke partij zorgt ervoor dat de totale hoeveelheid doornhaai die jaarlijks wordt aangeland op basis van de toegestane bijvangst, niet hoger is dan de hierboven vermelde hoeveelheden. De Partijen moeten de lijst van deelnemende vaartuigen uitwisselen voordat zij aanlandingen toestaan. |
Soort: |
Horsmakrelen en bijvangsten daarvan Trachurus spp. |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d (JAX/4BC7D) |
||
België |
|
12 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
Denemarken |
|
5 249 |
(1) |
|
|
Duitsland |
|
464 |
(1)(2) |
|
|
Spanje |
|
97 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
|
435 |
(1)(2) |
|
|
Ierland |
|
330 |
(1) |
|
|
Nederland |
|
3 160 |
(1)(2) |
|
|
Portugal |
|
11 |
(1) |
|
|
Zweden |
|
75 |
(1) |
|
|
Unie |
|
9 835 |
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(3) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
4 000 |
(1)(2) |
|
|
TAC |
|
14 014 |
|
|
|
(1) |
Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*4BC7D). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector 7d wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor het volgende gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8ab, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (JAX/*7D-EU). |
||||
(3) |
Mag worden gevangen in de wateren van de Unie van 4a, maar mag niet worden gevangen in de wateren van de Unie van 7d (JAX/*04-C.). |
Soort: |
Horsmakrelen en bijvangsten daarvan Trachurus spp. |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8a-b, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (JAX/2A-14) |
||
Denemarken |
|
6 758 |
(1)(3) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
|
5 273 |
(1)(2)(3) |
|
|
Spanje |
|
7 192 |
(3)(5) |
|
|
Frankrijk |
|
2 714 |
(1)(2)(3)(5) |
|
|
Ierland |
|
17 561 |
(1)(3) |
|
|
Nederland |
|
21 158 |
(1)(2)(3) |
|
|
Portugal |
|
693 |
(3)(5) |
|
|
Zweden |
|
675 |
(1)(3) |
|
|
Unie |
|
62 024 |
(3) |
|
|
Faeröer |
|
0 |
(4) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 597 |
(1)(2)(3) |
|
|
TAC |
|
70 254 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat onder dit quotum vóór 30 juni in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a of 4a wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d (JAX/*2A4AC). |
||||
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in 7d (JAX/*07D.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*07D.). |
||||
(3) |
Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*2A-14). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
||||
(4) |
Beperkt tot 4a, 6a (uitsluitend ten noorden van 56°30′ N.B.), 7e, 7f en 7h. |
||||
(5) |
Bijzondere voorwaarde: tot 80 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C2.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*08C2). |
Soort: |
Horsmakreel Trachurus spp. |
Gebied: |
8c (JAX/08C.) |
||
Spanje |
|
9 963 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
|
173 |
|
|
|
Portugal |
|
985 |
(1) |
|
|
Unie |
|
11 121 |
|
|
|
TAC |
|
11 121 |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 9 (JAX/*09.). |
Soort: |
Kever en bijvangsten daarvan Trisopterus esmarkii |
Gebied: |
3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (NOP/2A3A4.) |
|||
Jaar |
2021 |
2022 |
|
|||
Denemarken |
116 447 |
(1)(3) |
p.m. |
(1)(6) |
Analytische TAC |
|
Duitsland |
22 |
(1)(2)(3) |
p.m. |
(1)(2)(6) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
86 |
(1)(2)(3) |
p.m. |
(1)(2)(6) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
116 555 |
(1)(3) |
p.m. |
(1)(6) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
11 745 |
(2)(3) |
p.m. |
(2)(6) |
|
|
Noorwegen |
0 |
(4) |
p.m. |
(4) |
|
|
Faeröer |
0 |
(5) |
p.m. |
(5) |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van schelvis en wijting (OT2/* 2A3A4). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van schelvis en wijting en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
|||||
(2) |
Het quotum mag alleen worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van de ICES-gebieden 2a, 3a en 4. |
|||||
(3) |
Mag alleen worden gevangen van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021. |
|||||
(4) |
Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. |
|||||
(5) |
Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. Met inbegrip van maximaal 15 % onvermijdelijke bijvangsten (NOP/*2A3A4), die op dit quotum in mindering moeten worden gebracht. |
|||||
(6) |
Mag alleen worden gevangen van 1 november 2021 tot en met 31 oktober 2022. |
Soort: |
Andere soorten |
Gebied: |
wateren van de Unie van 6 en 7 (OTH/5B67-C) |
||
Unie |
|
Niet van toepassing |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Noorwegen |
|
0 |
(1) |
|
|
TAC |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend vangsten met beuglijnen. |
Soort: |
Andere soorten |
Gebied: |
wateren van de Unie van 2a, 4 en 6a ten noorden van 56°30′ N.B. (OTH/2A46AN) |
||
Unie |
|
Niet van toepassing |
|
Voorzorgs-TAC |
|
Noorwegen |
|
1 000 |
(1)(2) |
|
|
Faeröer |
|
0 |
(3) |
|
|
TAC |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Beperkt tot 2a en 4 (OTH/*2A4-C). |
||||
(2) |
Soorten waarvoor geen andere TAC's gelden. |
||||
(3) |
Te vangen in 4 en 6a ten noorden van 56°30′ N.B. (OTH/*46AN).”. |
DEEL C
Wijzigingen in bijlage IB bij Verordening (EU) 2021/92
In Bijlage IB bij Verordening (EU) 2021/92 worden de desbetreffende vangstmogelijkhedentabellen vervangen door:
“Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Faeröer en van Noorwegen, en internationale wateren van 1 en 2 (HER/1/2-) |
|
België |
13 |
(1) |
Analytische TAC |
|
Denemarken |
13 015 |
(1) |
|
|
Duitsland |
2 279 |
(1) |
|
|
Spanje |
43 |
(1) |
|
|
Frankrijk |
562 |
(1) |
|
|
Ierland |
3 370 |
(1) |
|
|
Nederland |
4 658 |
(1) |
|
|
Polen |
659 |
(1) |
|
|
Portugal |
43 |
(1) |
|
|
Finland |
202 |
(1) |
|
|
Zweden |
4 823 |
(1) |
|
|
Unie |
29 667 |
(1) |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
12 715 |
(1) |
|
|
Faeröer |
0 |
(2) |
|
|
Noorwegen |
0 |
(3) |
|
|
België |
651 033 |
|
|
|
(1) |
Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de in elk van de volgende gebieden gevangen hoeveelheden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van de NEAFC en de wateren van de Unie. |
|||
(2) |
Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer. |
|||
(3) |
Te verrekenen met de vangstbeperkingen van Noorwegen. |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Noorse wateren ten noorden van 62° N.B. en de visserijzone rond Jan Mayen (HER/*2AJMN)
|
2, 5b ten noorden van 62° N.B. (wateren van de Faeröer) (HER/*25B-F)
België |
0 |
Denemarken |
0 |
Duitsland |
0 |
Spanje |
0 |
Frankrijk |
0 |
Ierland |
0 |
Nederland |
0 |
Polen |
0 |
Portugal |
0 |
Finland |
0 |
Zweden |
0 |
|
|
Soort: |
Kabeljauw en schelvis Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (C/H/05B-F.) |
|
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
Wateren van de Faeröer (WHB/2A4AXF) |
|
Denemarken |
0 |
|
Analytische TAC |
|
Duitsland |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
0 |
|
|
|
Unie |
0 |
(1) |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Vangsten van blauwe wijting mogen onvermijdelijke bijvangsten van grote zilvervis bevatten. |
Soort: |
Leng en blauwe leng Molva molva en molva dypterygia |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (B/L/05B-F.) |
|
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
0 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart mogen tot maximaal de volgende hoeveelheid op dit quotum in mindering worden gebracht (OTH/*05B-F): 0 |
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
Groenlandse wateren van 5 en 14 (PRA/514GRN) |
|
Denemarken |
1 925 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
1 925 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
3 850 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Noorwegen |
1 000 |
|
Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
Faeröer |
0 |
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (POK/05B-F.) |
|
België |
0 |
|
Analytische TAC |
|
Duitsland |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Nederland |
0 |
|
|
|
Unie |
0 |
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 (GHL/5-14GL) |
|
Duitsland |
4 300 |
|
Analytische TAC |
|
Unie |
4 300 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Noorwegen |
650 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Faeröer |
0 |
|
Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Mag met niet meer dan 6 vaartuigen tegelijkertijd worden gevangen. |
Soort: |
Roodbaarzen (pelagisch) Sebastes spp. |
Gebied: |
Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 (RED/N1G14P) |
|
Duitsland |
0 |
(1)(2)(3) |
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
0 |
(1)(2)(3) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
0 |
(1)(2)(3) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Noorwegen |
0 |
(1)(2) |
Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
Faeröer |
0 |
(1)(2)(4) |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december. |
|||
(2) |
Mag alleen worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden: |
|||
|
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
|
|
1 |
64°45'N |
28°30'W |
|
|
2 |
62°50'N |
25°45'W |
|
|
3 |
61°55'N |
26°45'W |
|
|
4 |
61°00'N |
26°30'W |
|
|
5 |
59°00'N |
30°00'W |
|
|
6 |
59°00'N |
34°00'W |
|
|
7 |
61°30'N |
34°00'W |
|
|
8 |
62°50'N |
36°00'W |
|
|
9 |
64°45'N |
28°30'W |
|
(3) |
Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P). |
|||
(4) |
Mag alleen worden gevangen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/*514GN). |
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes spp. |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (RED/05B-F.) |
|
België |
0 |
|
Analytische TAC |
|
Duitsland |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
0 |
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
Soort: |
Andere soorten |
(1) |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (OTH/05B-F.) |
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
(1) |
Exclusief soorten zonder handelswaarde. |
Soort: |
Platvis Pleuronectiformes |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (FLX/05B-F.) |
|
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
Unie |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.”. |
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
DEEL D
Wijzigingen van hoofdstuk III van bijlage II bij Verordening (EU) 2021/92
In hoofdstuk III van bijlage II bij Verordening (EU) 2021/92 wordt punt 5 vervangen door:
“5. |
MAXIMAAL AANTAL DAGEN
Het maximale aantal zeedagen waarvoor een lidstaat van 1 januari tot en met 31 december 2021 een onder zijn vlag varend vaartuig kan toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, wordt weergegeven in tabel I. Tabel I Maximaal aantal dagen waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn per categorie gereglementeerd vistuig van 1 januari tot en met 31 december 2021
|
DEEL E:
Wijzigingen in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 2021/92
Bijlage V (tabel met de vismachtigingen) wordt vervangen door:
“BIJLAGE V
VISMACHTIGINGEN
DEEL A
MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN IN WATEREN VAN DERDE LANDEN
Visgebied |
Visserij |
Aantal vismachtigingen |
Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten |
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn |
|
Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen |
Haring, ten noorden van 62°00′ N.B. |
59 |
DK |
25 |
51 |
DE |
5 |
||||
FR |
1 |
||||
IE |
8 |
||||
NL |
9 |
||||
PL |
1 |
||||
SE |
10 |
||||
|
Demersale soorten, ten noorden van 62°00′ N.B. |
66 |
DE |
16 |
41 |
IE |
1 |
||||
ES |
20 |
||||
FR |
18 |
||||
PT |
9 |
||||
Niet toegewezen |
2 |
||||
Industriële soorten, ten zuiden van 62°00′ N.B. |
450 |
DK |
450 |
141 |
|
1, 2b (1) |
Visserij op sneeuwkrabben met korven |
20 |
EE |
1 |
Niet van toepassing |
ES |
1 |
||||
LV |
11 |
||||
LT |
4 |
||||
PL |
3 |
DEEL B
MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN
Vlaggenstaat |
Visserij |
Aantal vismachtigingen |
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn |
Noorwegen |
Haring, ten noorden van 62°00′ N.B. |
Nog vast te stellen |
Nog vast te stellen |
Venezuela (2) |
Snappers (wateren van Frans-Guyana) |
45 |
45 |
(1) De toewijzing van vangstmogelijkheden voor de Unie in de zone rond Svalbard laat de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van Parijs van 1920 onverlet.
(2) Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de vismachtiging aanvraagt, en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden bekrachtigd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de werkelijke capaciteit van het verwerkingsbedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren bekrachtigde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Indien bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, geven de Franse autoriteiten kennis van deze weigering en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.