20.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 345/131

(1)

Verordening (EU) nr. 1257/2013 bevat voorschriften voor scheepseigenaars, administraties en erkende organisaties met betrekking tot het ontwikkelen, inspecteren en certificeren van inventarissen van gevaarlijke materialen op schepen.

(2)

Artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1257/2013 bepaalt dat schepen een inventaris van gevaarlijke materialen aan boord moeten hebben.

(3)

Artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1257/2013 bepaalt dat de verplichting om een inventaris van gevaarlijke materialen aan boord te hebben op bestaande schepen tot 31 december 2020, op nieuwe schepen niet later dan 31 december 2018, en op voor recycling bestemde schepen vanaf de datum van publicatie van de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1257/2013 gepubliceerde Europese lijst van toepassing is.

(4)

Krachtens artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1257/2013 worden schepen geïnspecteerd door de functionaris van de administratie of van een erkende door de administratie gemachtigde organisatie. Het doel van de inspecties is te controleren of de inventaris van gevaarlijke materialen in overeenstemming is met de toepasselijke voorschriften van de verordening.

(5)

Krachtens artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1257/2013 geeft de administratie of een door de administratie gemachtigde erkende organisatie na het met succes voltooien van een eerste of een hernieuwde inspectie een inventariscertificaat af. De opmaak van het inventariscertificaat moet in overeenstemming zijn met bijlage 3 bij het Internationaal Verdrag van Hongkong van 15 mei 2009 voor het veilig en milieuverantwoord recyclen van schepen (het „Verdrag van Hongkong”).

(6)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1257/2013 ingestelde comité,