52010PC0409

/* COM/2010/0409 final - NLE 2010/0221 */ Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 6.8.2010

COM(2010)409 definitief

2010/0221 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

over de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort

TOELICHTING

1. POLITIEKE EN JURIDISCHE ACHTERGROND

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad[1] kunnen burgers van Brazilië zonder visum voor kort verblijf naar alle lidstaten van de Europese Unie reizen. Dit zou andersom ook moeten gelden, maar Brazilië verlangt van de onderdanen van vier lidstaten, namelijk Estland, Cyprus, Malta en Letland, toch nog een visum:

Om grondwettelijke redenen kan Brazilië deze vier lidstaten niet eenzijdig vrijstellen van de visumplicht; dit moet gebeuren door middel van een visumvrijstellingsovereenkomst die door het Braziliaanse parlement moet worden bekrachtigd.

Brazilië heeft bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten met alle lidstaten behalve de vier hierboven genoemde. De persoonlijke werkingssfeer van deze bilaterale overeenkomsten (d.w.z. voor welke categorieën personen de vrijstelling geldt) verschilt nogal.

Het gemeenschappelijk visumbeleid en de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie op dit gebied zijn van dien aard dat alleen de Unie, en niet de afzonderlijke lidstaten, over een visumvrijstellingsovereenkomst kan onderhandelen en een dergelijke overeenkomst kan sluiten. Daarom heeft de Raad op 18 april 2008 een besluit vastgesteld waarbij de Commissie werd gemachtigd onderhandelingen te beginnen over de sluiting van een visumvrijstellingsovereenkomst voor kort verblijf tussen de Europese Unie en Brazilië.

De onderhandelingen begonnen op 2 juli 2008.

Tijdens de onderhandelingen zijn de overeenkomstsluitende partijen overeengekomen twee afzonderlijke overeenkomsten te sluiten: een voor houders van een gewoon paspoort en een voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort. Dit omdat de overeenkomst inzake houders van een diplomatiek of dienstpaspoort niet hoeft te worden bekrachtigd door het Braziliaanse Congres en dus sneller en los van de overeenkomst inzake houders van een gewoon paspoort kan worden bekrachtigd.

De onderhandelingen over de visumvrijstellingsovereenkomst voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort werden op 19 november 2009 afgerond.

De lidstaten zijn meerdere malen geïnformeerd en geraadpleegd in de Werkgroep visa van de Raad.

De overeenkomst is geparafeerd op 28 april 2010.

Voor de Unie is artikel 77, lid 2, onder a), juncto artikel 218 VWEU[2] de rechtsgrondslag voor de overeenkomst.

De bijgevoegde voorstellen vormen de rechtsinstrumenten voor de ondertekening en de sluiting van de overeenkomst. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), v), van het VWEU moet het Europees Parlement de sluiting van de overeenkomst goedkeuren.

2. RESULTAAT VAN DE ONDERHANDELINGEN

De Commissie is van mening dat de doelstellingen die de Raad in de onderhandelingsrichtsnoeren had geformuleerd, zijn bereikt en dat de ontwerp-visumvrijstellingsovereenkomst aanvaardbaar is voor de Unie.

De visumvrijstellingsovereenkomst voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort houdt uiteindelijk het volgende in:

Doel en toepassingsgebied

De overeenkomst tussen de EU en Brazilië geeft alle burgers van Brazilië en van de EU die houder zijn van een diplomatiek of dienstpaspoort toegang tot visumvrij reizen voor kort verblijf.

Europese burgers zijn al vrijgesteld van de visumplicht door Brazilië, met uitzondering van de burgers van Estland, Cyprus, Malta en Letland. Om ervoor te zorgen dat alle EU-burgers gelijk worden behandeld, is een bepaling in de overeenkomst opgenomen die inhoudt dat Brazilië de overeenkomst alleen ten aanzien van alle lidstaten van de Europese Unie kan opschorten of beëindigen, en dat omgekeerd ook de Unie de overeenkomst alleen voor alle lidstaten kan opschorten of beëindigen.

De specifieke situatie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland komt tot uiting in de preambule.

Toepassingsgebied

De visumvrijstelling geldt voor personen met een diplomatiek of dienstpaspoort.

Verblijfsduur

De burgers van de overeenkomstsluitende partijen mogen gedurende maximaal drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang tot elkaars grondgebied, op dat grondgebied verblijven.

De overeenkomst houdt rekening met de situatie van de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen. De visumvrijstelling geeft de burgers van Brazilië het recht om gedurende drie maanden te verblijven op het grondgebied van elk van de lidstaten (Cyprus, Bulgarije, Roemenië) die nog geen deel uitmaken van het Schengengebied zonder binnengrenzen, los van de periode die voor het gehele Schengengebied geldt.

Overige bepalingen

Om geschillen te beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst, wordt deze overeenkomst beheerd door het comité van deskundigen dat is opgericht bij de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een gewoon paspoort.

De overeenkomst bevat een bepaling over de uitwisseling van specimina van de paspoorten.

3. CONCLUSIES

Rekening houdend met de hierboven beschreven resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad:

- besluit dat de overeenkomst namens de Unie wordt ondertekend en de voorzitter van de Raad machtigt om de persoon (personen) aan te wijzen die gemachtigd wordt (worden) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

2010/0221 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

over de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a), juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Overwegende hetgeen volgt:

1. Om hun visumbeleid af te stemmen op Verordening (EG) nr. 539/2001 hebben bepaalde lidstaten vóór hun toetreding tot de Europese Unie de burgers van de Federale Republiek Brazilië (hierna "Brazilië" genoemd) vrijgesteld van de visumplicht, omdat Brazilië voorkomt op de lijst van derde landen waarvan de onderdanen zijn vrijgesteld van de visumplicht.

2. Om grondwettelijke redenen kan Brazilië lidstaten niet eenzijdig vrijstellen van de visumplicht; dit moet gebeuren door middel van een visumvrijstellingsovereenkomst die door het Braziliaanse parlement moet worden bekrachtigd.

3. Brazilië heeft bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten met de meeste lidstaten gesloten voordat deze lid werden van de Europese Unie of voordat het gemeenschappelijk visumbeleid werd ingevoerd. Er zijn echter vier lidstaten waarmee Brazilië nooit een bilaterale visumvrijstellingsovereenkomst heeft gesloten en waarvan de burgers dus nog steeds visumplichtig zijn voor een kort verblijf.

4. Het gemeenschappelijk visumbeleid en de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie op dit gebied zijn van dien aard dat alleen de Unie, en niet de afzonderlijke lidstaten, over een visumvrijstellingsovereenkomst kan onderhandelen en een dergelijke overeenkomst kan sluiten.

5. Gezien de niet-wederkerige behandeling door Brazilië van bepaalde lidstaten heeft de Raad bij besluit van 18 april 2008 de Commissie gemachtigd onderhandelingen te beginnen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en Brazilië inzake vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, om tot wederkerige visumvrijstelling te komen.

6. De onderhandelingen over de overeenkomst zijn op 2 juli 2008 begonnen en op 19 november 2009 afgerond.

7. Onder voorbehoud van een eventuele sluiting op een later tijdstip, moeten de op 28 april 2010 te Brussel geparafeerde overeenkomsten worden ondertekend.

8. Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis[4] niet deelneemt. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is dan ook niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

9. Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis[5]. Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is dan ook niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

BESLUIT:

Artikel 1

De ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort (hierna "de overeenkomst" genoemd), wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Europese Unie te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST

tussen

de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië

inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een diplomatiek of dienstpaspoort

De Europese Unie, hierna “de Unie” genoemd,

en

de Federale Republiek Brazilië, hierna "Brazilië" genoemd,

hierna "de overeenkomstsluitende partijen" genoemd,

(1) Geleid door de wens het beginsel van wederkerigheid te waarborgen en het reizen te vergemakkelijken door de burgers van alle lidstaten van de Europese Unie en van Brazilië die houder zijn van een diplomatiek of dienstpaspoort visumvrije toegang voor kort verblijf te bieden,

(2) Bevestigend dat zij het visumvrij reizen snel willen invoeren, met volledige inachtneming van de voltooiing van de respectieve parlementaire en andere interne procedures,

(3) Strevend naar een verdere ontwikkeling van de vriendschappelijke betrekkingen en sterke, nauwe banden tussen de overeenkomstsluitende partijen,

(4) Rekening houdend met het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en met het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 – Doel en toepassingsgebied

Burgers van de Europese Unie en burgers van Brazilië die houder zijn van een geldig diplomatiek of dienstpaspoort hebben geen visum nodig voor de toegang tot, een doorreis over of een verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij voor een periode van ten hoogste drie maanden binnen een periode van zes maanden overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst.

Artikel 2 - Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a) "lidstaat": alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Ierland;

b) "burger van de Europese Unie": een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);

c) "burger van Brazilië": eenieder die in het bezit is van de Braziliaanse nationaliteit;

d) "Schengengebied": het gebied zonder binnengrenzen bestaande uit het grondgebied van de lidstaten in de zin van punt a) die het Schengenacquis volledig toepassen;

e) "Schengenacquis": alle maatregelen die het vrije verkeer van personen in een gebied zonder binnengrenzen moeten waarborgen, in samenhang met de rechtstreeks daarmee verband houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de controles aan de buitengrenzen, asiel en immigratie, en met maatregelen ter voorkoming en bestrijding van criminaliteit.

Artikel 3 - Voorwaarden voor visumvrijstelling en verblijf

1. De bij deze overeenkomst geregelde visumvrijstelling laat de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen inzake de voorwaarden voor toegang en kort verblijf onverlet. De lidstaten en Brazilië behouden zich het recht voor toegang en kort verblijf te weigeren indien aan een of meer van deze voorwaarden niet wordt voldaan.

2. De burgers van de Europese Unie die onder deze overeenkomst vallen, houden zich gedurende hun verblijf aan de wetten en voorschriften die in Brazilië gelden.

3. De burgers van Brazilië die onder deze overeenkomst vallen, houden zich gedurende hun verblijf aan de wetten en voorschriften die in elk van de lidstaten gelden.

4. De visumvrijstelling geldt ongeacht de wijze van vervoer die wordt gebruikt om de grenzen voor internationaal reizigersverkeer van de overeenkomstsluitende partijen te overschrijden.

5. Onverminderd artikel 6 vallen visumkwesties die niet onder deze overeenkomst vallen, onder het recht van de Unie, het nationale recht van de lidstaten of het nationale recht van Brazilië.

Artikel 4 - Verblijfsduur

1. De burgers van de Europese Unie die houder zijn van een geldig diplomatiek of dienstpaspoort mogen gedurende maximaal drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang tot het grondgebied van Brazilië in dat land verblijven.

2. De burgers van Brazilië die houder zijn van een geldig diplomatiek of dienstpaspoort mogen gedurende maximaal drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang tot het grondgebied van een van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen, in het Schengengebied verblijven. Bij de berekening van deze periode van drie maanden per tijdvak van zes maanden wordt geen rekening gehouden met verblijf in een lidstaat die het Schengenacquis nog niet volledig toepast.

De burgers van Brazilië die houder zijn van een geldig diplomatiek of dienstpaspoort mogen gedurende maximaal drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang tot het grondgebied van een lidstaat die het Schengenacquis nog niet volledig toepast, in die lidstaat verblijven, los van de verblijfsperiode die voor het Schengengebied wordt berekend.

3. Deze overeenkomst laat onverlet dat zowel Brazilië als de lidstaten de verblijfsperiode van drie maanden kunnen verlengen overeenkomstig hun nationale recht en het recht van de Unie.

Artikel 5 - Beheer van de overeenkomst

1. Om geschillen te beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst, maken de overeenkomstsluitende partijen gebruik van het comité van deskundigen dat is opgericht bij de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een gewoon paspoort.

2. Het comité wordt op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen bijeengeroepen wanneer dat nodig is.

Artikel 6 - Verband tussen deze overeenkomst en bestaande bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten tussen de lidstaten en Brazilië

Deze overeenkomst heeft voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Brazilië, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.

Artikel 7 - Uitwisseling van specimina van paspoorten

1. Voor zover zij dat nog niet hebben gedaan, wisselen Brazilië en de lidstaten uiterlijk dertig (30) dagen na de datum van ondertekening van deze overeenkomst langs diplomatieke weg specimina uit van hun geldige diplomatieke of dienstpaspoorten.

2. Wanneer er een nieuw diplomatiek of dienstpaspoort wordt ingevoerd of de bestaande worden gewijzigd, doen de partijen elkaar uiterlijk dertig (30) dagen voordat het nieuwe of gewijzigde paspoort van toepassing wordt, langs diplomatieke weg specimina toekomen van het nieuwe of gewijzigde paspoort, samen met uitvoerige informatie over de specificaties en de toepasselijkheid ervan.

Artikel 8 – Slotbepalingen

1. Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen nationale procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.

2. De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, tenzij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid 5 van dit artikel.

3. Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijke instemming van de overeenkomstsluitende partijen worden gewijzigd. Wijzigingen worden van kracht nadat de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat hun interne procedures in dit verband zijn voltooid.

4. Elk van de overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 2 maanden vóór de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere overeenkomstsluitende partij. De overeenkomstsluitende partij die de toepassing van de overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere overeenkomstsluitende partij in kennis van het feit dat de redenen voor de opschorting niet langer bestaan zodra dit het geval is.

5. Elk van beide overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. De overeenkomst wordt 90 dagen na de datum van deze kennisgeving beëindigd.

6. Brazilië kan deze overeenkomst alleen ten aanzien van alle lidstaten van de Europese Unie opschorten of beëindigen.

7. De Europese Unie kan deze overeenkomst alleen namens al haar lidstaten opschorten of beëindigen.

Gedaan te Brussel in tweevoud, op … 2008, in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Europese Unie, Voor de Federale Republiek Brazilië,

[1] PB L 81 van 21.3.2001, blz.1.

[2] Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, PB C 115 van 9.5.2008, blz. 47.

[3] …………………….

[4] PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

[5] PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.