Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020XC0316(02)

    Mededeling over de gevolgen van de uitbraak van Covid 19 voor antidumping- en antisubsidieonderzoeken 2020/C 86/06

    C/2020/1527

    PB C 86 van 16.3.2020, p. 6–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.3.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 86/6


    Mededeling over de gevolgen van de uitbraak van Covid 19 voor antidumping- en antisubsidieonderzoeken

    (2020/C 86/06)

    1.   Achtergrond

    De wegens het risico van overdracht van Covid 19 getroffen veiligheidsmaatregelen kunnen voornamelijk op tweeërlei wijze van invloed op handelsbeschermingsonderzoeken zijn: 1) wat betreft de controles ter plaatse en 2) wat betreft de termijnen waarbinnen belanghebbenden op informatieverzoeken van de Commissie moeten antwoorden.

    De uitbraak van Covid 19 trof aanvankelijk vooral de Volksrepubliek China, maar heeft zich verspreid naar verschillende gebieden overal ter wereld. De veiligheidsmaatregelen die zijn getroffen om de verspreiding van Covid 19 te beperken, hebben gevolgen voor de partijen bij handelsbeschermingsonderzoeken die gevestigd zijn in de door het virus getroffen gebieden of daar nauwe banden mee hebben. Deze mededeling geldt derhalve voor al die partijen.

    2.   Gevolgen van Covid 19 voor antidumping- en antisubsidieonderzoeken

    a)   Controles ter plaatse

    In artikel 16 van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de antidumpingbasisverordening”) wordt bepaald: “Ingeval zij dit nuttig oordeelt, legt de Commissie bezoeken af om de administratie van importeurs, exporteurs, handelaars, vertegenwoordigers, producenten, handelsverenigingen en -organisaties ter plaatse te onderzoeken, teneinde de ingewonnen inlichtingen (...) te controleren.”. In artikel 26 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (2) (“de antisubsidiebasisverordening”) wordt bepaald: “Indien zij dit nuttig oordeelt, verricht de Commissie bezoeken om de administratie van importeurs, exporteurs, handelaars, vertegenwoordigers, producenten, bedrijfstak- of beroepsverenigingen en -organisaties te onderzoeken en teneinde de verstrekte inlichtingen (...) te controleren.”.

    In verband met de uitbraak van Covid 19 heeft de Europese Commissie besloten alle niet strikt noodzakelijke reizen naar de getroffen gebieden op te schorten en alle face-to-facebijeenkomsten met bezoekers uit die gebieden uit te stellen.

    Voor het geval de informatie die is verstrekt door producenten-exporteurs in de door Covid 19 getroffen gebieden wegens reisbeperkingen of andere veiligheidsmaatregelen niet ter plaatse kan worden gecontroleerd, zal de Commissie ernaar streven de door de partijen op passende wijze verstrekte informatie in aanmerking te nemen en zo mogelijk aan andere beschikbare informatie te toetsen. Als de Commissie niet tevreden is met de juistheid of volledigheid van de verstrekte informatie, zal zij haar conclusies uitsluitend moeten baseren op de wel gecontroleerde of anderszins aangetoonde feiten die in het onderzoek zijn vastgesteld.

    Daartoe zal zij voor haar conclusies met betrekking tot de invoer waarop het desbetreffende onderzoek betrekking heeft, onder meer de volgende informatie zorgvuldig onderzoeken:

    de klacht, met de daarin opgenomen gecontroleerde informatie, die overeenkomstig artikel 5 van de antidumpingbasisverordening respectievelijk artikel 10 van de antisubsidiebasisverordening namens de bedrijfstak van de Unie is ingediend,

    de informatie die overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de antidumpingbasisverordening respectievelijk artikel 11, lid 2, van de antisubsidiebasisverordening door andere belanghebbenden, met name door producenten-exporteurs, is verstrekt en die door de diensten van de Commissie in Brussel naar behoren kan worden gecontroleerd.

    In dit verband is van de belanghebbenden alle mogelijke medewerking vereist; zij moeten met name voldoende gedetailleerde en naar behoren gecertificeerde informatie verstrekken, die getoetst kan worden aan onafhankelijke en verifieerbare bronnen.

    De producenten-exporteurs die onderworpen zijn aan de in artikel 2, lid 6 bis, van de antidumpingbasisverordening bedoelde methode, wordt verzocht er bij de beantwoording van de vragenlijst in het bijzonder op toe te zien dat zij de algemene instructies voor vragenlijsten, met name punt 1 daarvan, in acht nemen: “Verstrek bij de beantwoording van de vragenlijst alle werkbladen (in de regel Excel-bestanden en/of andere extracties uit de databanken van uw onderneming) die worden gebruikt ter voorbereiding van de gegevens voor deze vragenlijst, en licht in detail toe hoe de werkbladen zijn samengesteld en hoe de cijfers en gegevens in de werkbladen aansluiten bij in de vragenlijst en de bijbehorende tabellen verstrekte cijfers en gegevens, zodat uw antwoorden kunnen worden geverifieerd en aan uw boekhoudkundige en beheersgegevens kunnen worden gekoppeld.”.

    Als de belanghebbenden die noodzakelijke informatie niet kunnen verstrekken, kan de Commissie in overeenstemming met artikel 18 van de antidumpingbasisverordening respectievelijk artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening haar conclusies trekken aan de hand van de beschikbare gegevens.

    De Commissie zal er in dit verband nauwlettend op toezien dat de vereiste procedures worden gevolgd en dat aan de transparantievereisten wordt voldaan.

    b)   Gevolgen voor de toepasselijke termijnen

    Ten aanzien van producenten-exporteurs en andere partijen die zijn gevestigd in de door Covid 19 getroffen gebieden kunnen veiligheidsmaatregelen worden getroffen op grond waarvan zij gedurende langere tijd geen bedrijfsactiviteiten kunnen ontplooien of in de mogelijkheden daartoe worden beperkt. Dit kan gevolgen hebben voor de tijdige beantwoording door deze partijen van de in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken verzonden vragenlijsten en andere verzoeken om informatie. In artikel 6, lid 2, van de antidumpingbasisverordening respectievelijk artikel 11, lid 2, van de antisubsidiebasisverordening wordt de termijn voor het beantwoorden van de vragenlijsten vastgesteld. De punten 5 tot en met 9 van het bericht van inleiding/opening bevatten aanvullende bepalingen voor de indiening van informatie en het tijdschema voor het onderzoek.

    Punt 9 van het bericht van inleiding/opening voorziet in de mogelijkheid om in geval van uitzonderlijke omstandigheden de termijn met zeven dagen te verlengen. Aangezien de uitbraak van Covid 19 een onvoorziene gebeurtenis is die overmacht vormt en die de betrokken economische entiteiten kan belemmeren de voor de indiening van de informatie gestelde termijn in acht te nemen, kan die termijn met zeven dagen worden verlengd. Daartoe moeten de verzoekende partijen nader uitleggen hoe de in verband met Covid 19 genomen maatregelen ertoe leiden dat zij niet in staat zijn de verlangde informatie te verstrekken.

    Voorts kunnen marktdeelnemers die zijn gevestigd in regio’s die in het bijzonder door de uitbraak van Covid 19 worden getroffen, worden onderworpen aan substantiële aanvullende veiligheidsmaatregelen die het hun onmogelijk maken om aan de verzoeken van de Commissie gevolg te geven, zoals quarantaineperioden en/of verplichte fabriekssluitingen. In dergelijke buitengewone gevallen kan de Commissie bij wijze van uitzondering besluiten de termijn met meer dan zeven dagen te verlengen. De verzoekende partijen moeten naar behoren onderbouwen hoe de substantiële aanvullende veiligheidsmaatregelen ertoe leiden dat zij niet in staat zijn de specifieke informatie waarom wordt verzocht, te verstrekken. In dergelijke uitzonderlijke situaties moeten de verzoekende partijen eveneens aangeven op welke wijze zij door de toekenning van extra tijd in staat zouden zijn zinvolle antwoorden op de vragenlijst of andere informatieverzoeken van de Commissie te formuleren. De Commissie zal dan per geval beslissen of deze verdere verlenging wordt toegekend.

    Als deze verdere verlengingen wegens overmacht of de aanvullende veiligheidsmaatregelen de tijdige afsluiting van het onderzoek in gevaar zouden kunnen brengen, kan de Commissie de verzoeken om verlenging afwijzen of de toegekende termijn inkorten.

    c)   Uitvoering van betrokken onderzoeken en besluitvorming

    De in deze mededeling beschreven aanpak met betrekking tot controlebezoeken en termijnverlengingen blijft gelden totdat de door Covid 19 getroffen gebieden als veilige reisbestemmingen worden aangemerkt of geen restrictieve preventiemaatregelen meer van toepassing zijn op partijen die in die gebieden zijn gevestigd of anderszins gevolgen ondervinden van de maatregelen in verband met Covid 19. Hoewel de Commissie de ontwikkelingen op de voet zal volgen, wordt de belanghebbenden tevens verzocht de Commissie in kennis te stellen van elke wijziging die de procedure voor controle alsmede de indiening van informatie kan verbeteren.

    Worden bepaalde door Covid 19 getroffen gebieden hangende een onderzoek niet langer als onveilige reisbestemmingen aangemerkt, dan zullen opnieuw controlebezoeken worden uitgevoerd, mits nog haalbaar gezien de voor de onderzoeken geldende termijnen.

    Wanneer een onderzoek is afgesloten en definitieve maatregelen zijn ingesteld op basis van de beschikbare gegevens, kan de Commissie, zodra bepaalde gebieden waar de producenten-exporteurs zijn gevestigd niet langer als onveilige reisbestemmingen worden aangemerkt, op grond van artikel 11, lid 3, van de antidumpingbasisverordening respectievelijk artikel 19, lid 1, van de antisubsidiebasisverordening ambtshalve een nieuw onderzoek openen.

    De betrokken partijen kunnen opmerkingen maken over de bovenbedoelde aanpak. Deze opmerkingen moeten uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.


    (1)  Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21).

    (2)  Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55).


    Top