EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0455

Zaak C-455/15 PPU: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 november 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varbergs tingsrätt — Zweden) — P/Q [Prejudiciële verwijzing — Prejudiciële spoedprocedure — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake ouderlijke verantwoordelijkheid — Verordening (EG) nr. 2201/2003 — Artikel 23, onder a) — Gronden tot weigering van de erkenning van beslissingen betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid — Openbare orde]

OJ C 16, 18.1.2016, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.1.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/13


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 november 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varbergs tingsrätt — Zweden) — P/Q

(Zaak C-455/15 PPU) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Prejudiciële spoedprocedure - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake ouderlijke verantwoordelijkheid - Verordening (EG) nr. 2201/2003 - Artikel 23, onder a) - Gronden tot weigering van de erkenning van beslissingen betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid - Openbare orde])

(2016/C 016/15)

Procestaal: Zweeds

Verwijzende rechter

Varbergs tingsrätt

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: P

Verwerende partij: Q

Dictum

Artikel 23, onder a), van verordening (EG) nr. 2201/2003 van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000, moet in die zin worden uitgelegd dat deze bepaling, bij het ontbreken van kennelijke schending, gelet op het belang van het kind, van een rechtsregel die in de rechtsorde van een lidstaat van essentieel belang wordt geacht, of van een in die rechtsorde als fundamenteel erkend recht, het gerecht van deze lidstaat dat zich bevoegd acht uitspraak te doen over het gezagsrecht over een kind, niet toestaat te weigeren de beslissing te erkennen van een gerecht van een andere lidstaat dat zich over het gezagsrecht over dat kind heeft uitgesproken.


(1)  PB C 346 van 19.10.2015.


Top