EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0203

Zaak C-203/14: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 oktober 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Català de Contractes del Sector Públic — Spanje) — Consorci Sanitari del Maresme/Corporació de Salut del Maresme i la Selva (Prejudiciële verwijzing — Artikel 267 VWEU — Bevoegdheid van het Hof — Hoedanigheid van rechterlijke instantie van de verwijzende instantie — Onafhankelijkheid — Verplichte rechtsmacht — Richtlijn 89/665/EEG — Artikel 2 — Instanties verantwoordelijk voor beroepsprocedures — Richtlijn 2004/18/EG — Artikelen 1, lid 8, en 52 — Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten — Begrip, openbaar lichaam’ — Overheidsdiensten — Daaronder begrepen)

OJ C 389, 23.11.2015, p. 7–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/7


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 oktober 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Català de Contractes del Sector Públic — Spanje) — Consorci Sanitari del Maresme/Corporació de Salut del Maresme i la Selva

(Zaak C-203/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Artikel 267 VWEU - Bevoegdheid van het Hof - Hoedanigheid van rechterlijke instantie van de verwijzende instantie - Onafhankelijkheid - Verplichte rechtsmacht - Richtlijn 89/665/EEG - Artikel 2 - Instanties verantwoordelijk voor beroepsprocedures - Richtlijn 2004/18/EG - Artikelen 1, lid 8, en 52 - Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten - Begrip, openbaar lichaam’ - Overheidsdiensten - Daaronder begrepen))

(2015/C 389/08)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Català de Contractes del Sector Públic

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Consorci Sanitari del Maresme

Verwerende partij: Corporació de Salut del Maresme i la Selva

Dictum

1)

Artikel 1, lid 8, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004, betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „ondernemer”, zoals vermeld in de tweede alinea van deze bepaling, ook de overheidsdiensten omvat, welke dus mogen deelnemen aan openbare aanbestedingen wanneer en voor zover zij gerechtigd zijn om tegen vergoeding diensten op een markt aan te bieden.

2)

Artikel 52 van richtlijn 2004/18 moet aldus worden uitgelegd dat het weliswaar bepaalde vereisten bevat inzake de bepaling van de voorwaarden voor de inschrijving van ondernemers op officiële nationale lijsten en voor de certificering, maar niet op een uitputtende manier bepaalt welke de voorwaarden zijn voor de inschrijving van deze ondernemers op de nationale officiële lijsten of welke de voorwaarden zijn voor het verkrijgen van de certificering door die ondernemers en wat de rechten en plichten van de openbare lichamen zijn in dat verband. Richtlijn 2004/18 moet hoe dan ook aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale regeling krachtens welke, enerzijds, de nationale overheidsdiensten die werkzaamheden, producten of diensten mogen aanbieden als bedoeld in de betrokken aankondiging van de opdracht, niet mogen worden ingeschreven op deze lijsten, of geen certificering kunnen verkrijgen, terwijl anderzijds, het recht om deel te nemen aan de betrokken aanbesteding voorbehouden is aan de ondernemers die op voornoemde lijsten staan of over voornoemde certificering beschikken.


(1)  PB C 235 van 21.7.2014.


Top