(1)

Krachtens artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) moeten de lidstaten het bedrag aan rechtstreekse betalingen dat op grond van titel III, hoofdstuk 1, van die verordening voor een bepaald kalenderjaar aan een landbouwer wordt toegekend, met minstens 5 % verlagen voor het deel van het bedrag dat 150 000 EUR overschrijdt. Krachtens artikel 7, lid 2, van die verordening moet de geraamde opbrengst van die verlaging beschikbaar worden gesteld als aanvullende steun voor maatregelen in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

(2)

Overeenkomstig artikel 11, lid 6, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 hebben de lidstaten de Commissie uiterlijk op 1 augustus 2021 in kennis gesteld van hun besluit inzake de verlaging van het bedrag aan rechtstreekse betalingen en van de daaruit voortvloeiende geraamde opbrengst van de verlaging voor het kalenderjaar 2022. In de kennisgevingen van Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Italië, Letland, Hongarije, Nederland, Polen, Portugal, Slowakije en Finland was de geraamde opbrengst van de verlaging groter dan nul.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, zevende alinea, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 hebben België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Letland en Nederland de Commissie uiterlijk op 1 augustus 2021 in kennis gesteld van hun besluit om een bepaald percentage van hun jaarlijkse nationale maximum voor rechtstreekse betalingen voor het kalenderjaar 2022 beschikbaar te stellen als aanvullende steun uit het Elfpo voor het begrotingsjaar 2023.

(4)

Overeenkomstig artikel 14, lid 2, zevende alinea, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 hebben Kroatië, Luxemburg, Hongarije, Malta, Polen en Portugal de Commissie uiterlijk op 1 augustus 2021 in kennis gesteld van hun besluit om een bepaald bedrag van de uit het Elfpo te financieren steun voor het begrotingsjaar 2023 beschikbaar te stellen als rechtstreekse betalingen voor het kalenderjaar 2022.

(5)

Op basis van die kennisgevingen zijn de bijlagen II en III bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/42 van de Commissie (3) gewijzigd wat betreft de nationale maxima en de nettomaxima voor rechtstreekse betalingen voor bepaalde lidstaten voor het kalenderjaar 2022.

(6)

De jaarlijkse uitsplitsing per lidstaat van de Elfpo-bijdrage voor de strategische GLB-plannen en het totaal van die bijdrage voor de periode 2023-2027 zijn vastgesteld in bijlage XI bij Verordening (EU) 2021/2115.

(7)

Bijlage XI bij Verordening (EU) 2021/2115 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Aangezien de wijzigingen die bij deze verordening worden doorgevoerd, gevolgen hebben voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 voor het jaar 2023, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,