Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2007_334_R_0120_01

    2007/824/EG: Besluit van de Raad van 8 november 2007 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de versoepeling van de afgifte van visa
    Briefwisseling
    Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de versoepeling van de afgifte van visa

    PB L 334 van 19.12.2007, p. 120–135 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.12.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 334/120


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 8 november 2007

    betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de versoepeling van de afgifte van visa

    (2007/824/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder b), i) en ii), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandeld over een overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van visa.

    (2)

    De overeenkomst is, onder voorbehoud van een eventuele sluiting op een later tijdstip, op 18 september 2007 namens de Europese Gemeenschap ondertekend overeenkomstig een besluit van de Raad van 18 september 2007.

    (3)

    De overeenkomst moet worden goedgekeurd.

    (4)

    Bij de overeenkomst wordt een Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst opgericht, dat zijn eigen reglement van orde kan vaststellen. Er dient een vereenvoudigde procedure te worden gevolgd voor de vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap op dit punt.

    (5)

    Overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

    (6)

    Overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in Denemarken,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de versoepeling van de afgifte van visa wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

    De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 14, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving (2).

    Artikel 3

    De Commissie, bijgestaan door deskundigen van de lidstaten, vertegenwoordigt de Gemeenschap in het bij artikel 12 van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité van deskundigen.

    Artikel 4

    In het Gemengd Comité van deskundigen wordt het standpunt van de Gemeenschap met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het comité, zoals bepaald in artikel 12, lid 4, van de overeenkomst, vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad aangewezen bijzonder comité.

    Artikel 5

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 8 november 2007.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    R. PEREIRA


    (1)  Advies uitgebracht op 24 oktober 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.


    BRIEFWISSELING

    Brussels, 18 September 2007

    Ms. Gordana Jankulovska,

    Minister of Interior of the former

    Yugoslav Republic of Macedonia.

    Dear Minister,

    We have the honour to propose that, if it is acceptable to your Government, this letter and your confirmation shall together take the place of signature of the Agreement between the European Community and the former Yugoslav Republic of Macedonia on the facilitation of the issuance of visas.

    The text of the aforementioned Agreement, herewith annexed, has been approved for signature by a decision of the Council of the European Union of today's date.

    Please accept, Minister, the assurance of our highest consideration.

    For the European Community

    Image Image

    Courtesy translation

    Brussels, 18 September 2007

    Dear Sirs,

    On behalf of the Government of the Republic of Macedonia I have the honour to acknowledge receipt of your letter dated 18th September 2007 regarding the signature of the Agreement between the Republic of Macedonia and the European Community on the facilitation of the issuance of visas, together with the attached text of the Agreement.

    I hereby declare that the Government of the Republic of Macedonia agrees with the provisions of the Agreement between the Republic of Macedonia and the European Community on the facilitation of the issuance of visas and considers the Agreement as being signed with this Exchange of Letters.

    However, I declare that the Republic of Macedonia does not accept the denomination used for my country in the above-referred documents, having in view that the constitutional name of my country is the Republic of Macedonia.

    Please accept, Sirs, the assurances of my highest consideration.

    Gordana Jankuloska

    Dr. Rui Carlos Pereira

    Minister of Internal Administration of the Republic of Portugal

    Council of the European Union

    Mr. Franco Frattini

    Vice-president of the European Commission

    BRUSSELS

    Брисел, 18 септември 2007 година

    Почитувани Господа,

    Во името на Владата на Република Македонија имам чест да го потврдам приемот на Вашето писмо датирано на 18 септемвpи 2007 година, кое се однесува на потпишувањето на Спогодбата помеѓу Република Македониja и Европсkата Заедница за олеснување на издавањето визи, заедно со приложениот тeкст на Спогодбата.

    Изjавувам дека Владата на Република Македониjа е согласна со одредбите на Спогодбата помеѓу Република Македонија и Европската Заедница за олеснување на издавањето визи и смета дека со оваа размена на писма Спогодбата е потпишана.

    Сепак, изјавувам дека Република Македонија не ја прифаќа деноминацијата употребена за мојата земја во погоре наведените документи, имајќи предвид дека уставното име на мојата земја е Република Мakедонија.

    Пpимете ги Господа, изразите на моето највисоко почитување.

    Image

    Гордана Јанкулоска

    Г-дин Руи Карлос Переира

    Министеp за внатрешната администрација на Република

    Португалија Совет на Европската унија

    Г-дин Франко Фратини

    Потпретседател hа Европската комисија

    БРИСЕЛ

    Brussels, 18 September 2007

    Ms. Gordana Jankulovska,

    Minister of Interior of the former

    Yuogoslav Republic of Macedonia.

    Dear Minister,

    We have the honour to acknowledge receipt of your letter of today's date.

    The European Community notes that the Exchange of Letters between the European Community and the Former Yugoslav Republic of Macedonia, which takes the place of signature of the Agreement between the European Community and the former Yugoslav Republic of Macedonia on the facilitation of the issuance of visas, has been accomplished and that this cannot be interpreted as acceptance or recognition by the European Community in whatever form or content of a denomination other than the „former Yugoslav Republic of Macedonia”.

    Please accept, Minister, the assurance of our highest consideration.

    For the European Community

    Image Image


    OVEREENKOMST

    tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de versoepeling van de afgifte van visa

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd,

    en

    DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË,

    hierna „de partijen” genoemd; GELET OP het besluit van de Europese Raad van december 2005 om de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen,

    GELET OP de in april 2001 ondertekende en op 1 april 2004 in werking getreden stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) tussen de Europese Gemeenschap en de Voormalige Joegoslavische Republiek die de huidige betrekkingen met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië regelt,

    BEVESTIGEND dat zij voornemens zijn in het kader van de bestaande SAO-structuren nauw samen te werken voor de versoepeling van de visumregeling tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Europese Unie, overeenkomstig de conclusies van de topontmoeting tussen de Europese Unie en de westelijke Balkan van 21 juni 2003 in Thessaloniki,

    ERKENNEND dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië vooruitgang heeft geboekt op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid en met name op het gebied van migratie, visumbeleid, grensbeheer en documentbeveiliging,

    GELEID door de wens om in het belang van een gestage ontwikkeling van economische, humanitaire, culturele, wetenschappelijke en andere banden de contacten tussen mensen te vergemakkelijken door als eerste concrete stap naar een visumvrije regeling de afgifte van visa aan burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te versoepelen,

    REKENING HOUDEND met het feit dat alle EU-burgers zijn vrijgesteld van de visumplicht wanneer zij voor maximaal 90 dagen naar de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië reizen of op doorreis over het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië reizen,

    ERKENNEND dat indien de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de visumplicht voor EU-burgers weer invoert, op basis van wederkerigheid voor EU-burgers automatisch dezelfde versoepelingen gelden als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,

    ERKENNEND dat visumversoepeling niet mag leiden tot illegale migratie en bijzondere aandacht bestedend aan veiligheid en overname,

    REKENING HOUDEND met het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en met het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

    REKENING HOUDEND met het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

    Artikel 1

    Doel en toepassingsgebied

    1.   Deze overeenkomst is bedoeld om de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen aan burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te versoepelen.

    2.   Indien de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de visumplicht voor EU-burgers of voor bepaalde categorieën burgers van de Europese Unie weer invoert, gelden op basis van wederkerigheid voor de betrokken EU-burgers automatisch dezelfde versoepelingen als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    Artikel 2

    Algemene bepaling

    1.   De bij deze overeenkomst geregelde soepeler afgifte van visa geldt voor burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië slechts voor zover zij niet zijn vrijgesteld van de visumplicht op grond van de wet- en regelgeving van de Gemeenschap of de lidstaten, deze overeenkomst of andere internationale overeenkomsten.

    2.   Op kwesties die niet onder de bepalingen van deze overeenkomst vallen, zoals de weigering om een visum af te geven, de erkenning van reisdocumenten, het bewijs van voldoende bestaansmiddelen, inreisverboden en uitzettingsmaatregelen, is de nationale wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de nationale wetgeving van de lidstaten of het Gemeenschapsrecht van toepassing.

    Artikel 3

    Definities

    In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    a)

    „lidstaat”: elke lidstaat van de Europese Unie, met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Ierland en het Verenigd Koninkrijk;

    b)

    „burger van de Europese Unie”: een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);

    c)

    „burger van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië”: een persoon die in het bezit is van het burgerschap van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

    d)

    „visum”: een machtiging of beslissing van een lidstaat die nodig is voor:

    inreis voor een voorgenomen verblijf in die lidstaat of in verscheidene lidstaten van in totaal maximaal 90 dagen;

    inreis met het oog op doorreis over het grondgebied van die lidstaat of van meerdere lidstaten;

    e)

    „legaal verblijvende persoon”: een burger van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die op grond van het Gemeenschapsrecht of de nationale wetgeving gemachtigd is of toestemming heeft om meer dan 90 dagen op het grondgebied van een lidstaat te verblijven.

    Artikel 4

    Bewijsstukken betreffende het doel van de reis

    1.   Voor de hieronder genoemde categorieën burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië volstaan de volgende documenten als rechtvaardiging van het doel van de reis naar de andere partij:

    a)

    voor scholieren, studenten, postdoctoraal studenten en begeleidende docenten die reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s en andere educatieve of schoolgerelateerde activiteiten:

    een schriftelijke uitnodiging of een inschrijvingsbewijs van de gastuniversiteit, het gastcollege of de gastschool, of een collegekaart of inschrijvingsbewijs van de te volgen cursussen;

    b)

    voor deelnemers aan wetenschappelijke, culturele, artistieke en onderzoeksactiviteiten, waaronder universitaire en andere uitwisselingsprogramma’s:

    een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie om deel te nemen aan deze activiteiten;

    c)

    voor vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s:

    een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie, een bevestiging dat de betrokkene de maatschappelijke organisatie vertegenwoordigt en het oprichtingsdocument van de organisatie uit het desbetreffende register, afgegeven door een nationale instantie overeenkomstig de nationale wetgeving;

    d)

    voor journalisten:

    een certificaat of ander document van een beroepsorganisatie waaruit blijkt dat de betrokken persoon een gekwalificeerd journalist is en een document van de werkgever van de betrokkene waarin staat vermeld dat de reis is bedoeld om journalistiek werk te verrichten;

    e)

    voor deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden:

    een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie: bevoegde instanties, nationale sportfederaties of het Nationaal Olympisch Comité van een van de lidstaten;

    f)

    voor zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties:

    een schriftelijke uitnodiging van een in het gastland gevestigde rechtspersoon of onderneming, of een bureau of filialen daarvan, van nationale of lokale autoriteiten van de lidstaten of van organisatiecomités van handels- en industrietentoonstellingen, -conferenties en -symposia die worden gehouden op het grondgebied van de lidstaten;

    g)

    voor beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die in de lidstaten worden gehouden:

    een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie waaruit blijkt dat de betrokkene deelneemt aan het evenement;

    h)

    voor deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden:

    een schriftelijke uitnodiging van het hoofd van het stadsbestuur/de burgemeester van deze steden;

    i)

    voor chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië:

    een schriftelijke uitnodiging van een vereniging van vervoerders van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die internationaal goederenvervoer over de weg verzorgen, waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;

    j)

    voor personeel van wagons, koelwagons en locomotieven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen:

    een schriftelijke uitnodiging van de bevoegde spoorwegmaatschappij van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;

    k)

    voor naaste familieleden — echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen — die op bezoek gaan bij burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die legaal in de lidstaten verblijven:

    een schriftelijke uitnodiging van de gastheer of -vrouw;

    l)

    Voor vertegenwoordigers van religieuze gemeenschappen:

    een schriftelijke uitnodiging van een in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geregistreerde religieuze gemeenschap, waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;

    m)

    voor personen die om medische redenen naar de lidstaten reizen en hun noodzakelijke begeleiders:

    een officieel document van de medische instelling waaruit blijkt dat medische behandeling in deze instelling noodzakelijk is, dat de betrokkene onder begeleiding moet reizen en dat er voldoende financiële middelen zijn om de behandeling te betalen;

    n)

    voor personen die een begrafenisplechtigheid bijwonen:

    een officieel overlijdenscertificaat en een bevestiging dat er sprake is van een familierelatie of een andere relatie tussen de visumaanvrager en de overledene;

    o)

    voor leden van officiële delegaties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden:

    een brief van een instantie van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië waarin wordt bevestigd dat de aanvrager lid is van de delegatie die naar de andere partij afreist om deel te nemen aan een hierboven bedoeld evenement, en een kopie van de officiële uitnodiging;

    p)

    voor toeristen:

    een certificaat of bewijsstuk van een door de lidstaten in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking erkend reisbureau of erkende touroperator, waaruit blijkt dat een georganiseerde reis is geboekt;

    q)

    voor bezoekers van militaire of civiele begraafplaatsen:

    een officieel document waaruit blijkt dat het graf bestaat en blijft voortbestaan en dat er sprake is van een familierelatie of een andere relatie tussen de visumaanvrager en de overledene.

    2.   De in lid 1 bedoelde schriftelijke uitnodiging moet de volgende gegevens bevatten:

    a)

    voor degene die wordt uitgenodigd: voor- en achternaam, geboortedatum, geslacht, nationaliteit, nummer van het identiteitsbewijs, tijdstip en doel van de reis, aantal inreizen en waar nodig de naam van de echtgenoot en kinderen die met de uitgenodigde persoon meereizen;

    b)

    voor degene die uitnodigt: voor- en achternaam en adres, of

    c)

    voor de rechtspersoon, onderneming of organisatie die uitnodigt: volledige naam en adres en

    indien de uitnodiging afkomstig is van een organisatie: naam en positie van de persoon die de uitnodiging ondertekent;

    indien de uitnodiging afkomstig is van een in een lidstaat gevestigde rechtspersoon of onderneming of een bureau of filiaal daarvan: het in de betrokken lidstaat wettelijk voorgeschreven registratienummer.

    3.   Voor de in lid 1 genoemde categorieën burgers worden alle soorten visa verstrekt volgens de vereenvoudigde procedure en zijn geen andere vormen van motivering, uitnodiging of validering betreffende het doel van de reis nodig.

    Artikel 5

    Afgifte van meervoudige visa

    1.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van maximaal vijf jaar aan de volgende categorieën personen:

    a)

    leden van de nationale regering, het nationale parlement, het grondwettelijk hof, de hoogste rechterlijke instantie, de justitiële en de raad van openbaar aanklagers, in de uitoefening van hun functie, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht; de geldigheidsduur blijft beperkt tot hun ambtstermijn, indien deze minder dan vijf jaar beloopt;

    b)

    permanente leden van officiële delegaties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die op officiële uitnodiging regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;

    c)

    echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen) die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de aanvrager, en ouders (inclusief voogden) die op bezoek gaan bij burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die legaal in de lidstaten verblijven; de geldigheidsduur blijft beperkt tot de looptijd van de verblijfsvergunning;

    d)

    zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen;

    e)

    journalisten;

    f)

    vertegenwoordigers van in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geregistreerde religieuze gemeenschappen, die regelmatig naar de lidstaten reizen.

    2.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van maximaal een jaar aan de volgende categorieën personen, mits deze in het voorafgaande jaar ten minste één visum hebben verkregen waarvan zij gebruik hebben gemaakt overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat en er redenen zijn om een meervoudig visum aan te vragen:

    a)

    studenten en postdoctoraal studenten die regelmatig reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;

    b)

    deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, inclusief universitaire en andere uitwisselingsprogramma’s, die regelmatig naar de lidstaten reizen;

    c)

    deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden;

    d)

    beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die regelmatig naar de lidstaten reizen;

    e)

    vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;

    f)

    deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden;

    g)

    burgemeesters en gemeenteraadsleden;

    h)

    chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

    i)

    personeel van wagons, koelwagons en locomotieven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen;

    j)

    personen die om medische redenen regelmatig naar de lidstaten moeten reizen en hun noodzakelijke begeleiders;

    k)

    leden van officiële delegaties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die op officiële uitnodiging regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden.

    3.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste twee en ten hoogste vijf jaar aan de in lid 2 genoemde personen en aan andere personen mits zij in de voorafgaande twee jaar overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat gebruik hebben gemaakt van het meervoudig visum voor één jaar en de redenen om een meervoudig visum aan te vragen nog steeds gelden.

    4.   De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde personen mogen in totaal ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.

    Artikel 6

    Leges voor de behandeling van een visumaanvraag

    1.   De leges voor de behandeling van visumaanvragen van de burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bedragen 35 EUR.

    Het hierboven genoemde bedrag kan worden aangepast volgens de procedure van artikel 14, lid 4.

    Indien de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de visumplicht voor EU-burgers opnieuw invoert, mag zij EU-burgers niet meer dan 35 EUR in rekening brengen voor de behandeling van een visumaanvraag, of het bedrag dat is overeengekomen bij een aanpassing volgens de procedure van artikel 14, lid 4.

    2.   Aan de volgende categorieën personen worden geen kosten in rekening gebracht voor de behandeling van een visumaanvraag:

    a)

    naaste familieleden — echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen — van burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die legaal in de lidstaten verblijven;

    b)

    leden van officiële delegaties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;

    c)

    leden van de nationale regering, het nationale parlement, het grondwettelijk hof, de hoogste rechterlijke instantie, de justitiële raad en de raad van openbaar aanklagers, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht;

    d)

    burgemeesters en gemeenteraadsleden;

    e)

    gehandicapten en personen die hen indien nodig begeleiden;

    f)

    personen die documenten hebben overgelegd waaruit blijkt dat hun reis om humanitaire redenen noodzakelijk is, bijvoorbeeld om een dringende medische behandeling te ondergaan, in welk geval de vrijstelling ook geldt voor degene die de betrokkene begeleidt, of om een begrafenis van een naast familielid bij te wonen of een ernstig ziek naast familielid te bezoeken;

    g)

    deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden;

    h)

    voor deelnemers aan wetenschappelijke, culturele, artistieke en onderzoeksactiviteiten, waaronder universitaire en andere uitwisselingsprogramma’s;

    i)

    deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden;

    j)

    journalisten;

    k)

    gepensioneerden;

    l)

    chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

    m)

    personeel van wagons, koelwagons en locomotieven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen;

    n)

    vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die deelnemen aan vergaderingen, studiebijeenkomsten, uitwisselingsprogramma’s of cursussen;

    o)

    vertegenwoordigers van in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geregistreerde religieuze gemeenschappen;

    p)

    beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die in de lidstaten worden gehouden;

    q)

    scholieren, studenten, postdoctoraal studenten en begeleidende docenten die reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s, en andere educatieve of schoolgerelateerde activiteiten;

    r)

    kinderen jonger dan zes jaar.

    3.   In afwijking van lid 1 kunnen Bulgarije en Roemenië, die gebonden zijn door het Schengenacquis maar nog geen Schengenvisa afgeven, tot de bij besluit van de Raad te bepalen datum waarop zij het Schengenacquis op het gebied van het visumbeleid volledig gaan toepassen, burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië vrijstellen van de betaling van leges voor de behandeling van een aanvraag voor een visum voor kort verblijf.

    Artikel 7

    Duur van de behandeling van een visumaanvraag

    1.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten nemen binnen tien kalenderdagen na ontvangst van de visumaanvraag en de benodigde bewijsstukken een beslissing over de visumaanvraag.

    2.   De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in individuele gevallen worden verlengd tot 30 kalenderdagen, met name wanneer nader onderzoek van de aanvraag nodig is.

    3.   De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in dringende gevallen worden beperkt tot twee werkdagen of minder.

    Artikel 8

    Vertrek in geval van verloren of gestolen documenten

    Burgers van de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië respectievelijk de lidstaten, kunnen dat grondgebied zonder visum of een andere machtiging verlaten met een geldig identiteitsbewijs dat dient als grensoverschrijdingsdocument en dat is afgegeven door een diplomatieke of consulaire post van de lidstaten respectievelijk de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    Artikel 9

    Verlenging van het visum in buitengewone omstandigheden

    Van burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die door overmacht, om humanitaire redenen, ernstige beroepsredenen of persoonlijke redenen niet in staat zijn het grondgebied van de lidstaten binnen de in hun visum vermelde termijn te verlaten, wordt het visum kosteloos volgens de wetgeving van het gastland verlengd voor de periode die nodig is tot hun terugkeer naar hun eigen land.

    Artikel 10

    Diplomatieke paspoorten

    1.   Burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die houder zijn van een geldig diplomatiek paspoort hebben geen visum nodig voor een inreis in, een uitreis uit of een doorreis over het grondgebied van de lidstaten.

    2.   De in lid 1 bedoelde personen mogen ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.

    Artikel 11

    Territoriale geldigheid van visa

    Onverminderd nationale veiligheidsregels en -voorschriften van de lidstaten en onverminderd Europese Unie-regels inzake visa met een beperkte territoriale geldigheid, hebben de burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het recht om volgens dezelfde voorwaarden als de EU-burgers op het grondgebied van de lidstaten te reizen.

    Artikel 12

    Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst

    1.   De partijen richten een Gemengd Comité van deskundigen op (hierna „het Comité” genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, die wordt bijgestaan door deskundigen van de lidstaten.

    2.   Het Comité heeft met name de volgende taken:

    a)

    toezien op de toepassing van deze overeenkomst (regelmatige uitwisseling van informatie, bijvoorbeeld over het aantal verstrekte visa en het aantal ingediende en afgewezen visumaanvragen);

    b)

    wijzigingen van of toevoegingen aan deze overeenkomst voorstellen;

    c)

    geschillen beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst.

    3.   Het Comité komt zo vaak als nodig is op verzoek van een van de partijen bijeen, maar ten minste eens per jaar.

    4.   Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

    5.   Het Comité verstrekt de in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomst opgerichte instanties periodiek gegevens over de toepassing van deze overeenkomst.

    Artikel 13

    Verband tussen deze overeenkomst en bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

    1.   Zodra deze overeenkomst in werking treedt, heeft zij voorrang op de bepalingen van bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.

    2.   De bepalingen van bilaterale, vóór 1 januari 2007 ondertekende overeenkomsten of regelingen tussen afzonderlijke lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op grond waarvan houders van dienstpaspoorten zijn vrijgesteld van de visumplicht, blijven van toepassing gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, onverminderd het recht van de betrokken lidstaten of de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië om deze bilaterale overeenkomsten tijdens deze periode op te zeggen of op te schorten.

    Artikel 14

    Slotbepalingen

    1.   Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.

    2.   In afwijking van lid 1 treedt deze overeenkomst pas in werking op de datum van de inwerkingtreding van de overnameovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië indien dit later is dan de in lid 1 bedoelde datum.

    3.   De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, tenzij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid 6.

    4.   Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijk instemming van de partijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking nadat de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

    5.   Elk van beide partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 48 uur voor de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere partij. De partij die de toepassing van de overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere partij onverwijld in kennis van het feit dat de redenen voor de opschorting zijn vervallen zodra dit het geval is.

    6.   Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Deze overeenkomst wordt 90 dagen na de datum van deze kennisgeving beëindigd.

    BIJLAGE

    PROTOCOL BETREFFENDE DE LIDSTATEN DIE HET SCHENGENACQUIS NIET VOLLEDIG TOEPASSEN

    De lidstaten die gebonden zijn door het Schengenacquis maar nog geen Schengenvisa afgeven omdat zij in afwachting zijn van het daarvoor benodigde besluit van de Raad, verstrekken nationale visa die alleen geldig zijn op hun eigen grondgebied.

    Deze lidstaten kunnen eenzijdig Schengenvisa en verblijfsvergunningen erkennen met het oog op doorreis over hun grondgebied, overeenkomstig Beschikking nr. 895/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006.

    Aangezien Beschikking nr. 895/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 nog niet van toepassing is op Roemenië en Bulgarije, zal de Commissie soortgelijke bepalingen voorstellen zodat deze landen eenzijdig Schengenvisa en -verblijfsvergunningen en vergelijkbare documenten die door andere nog niet volledig in de Schengenzone geïntegreerde lidstaten zijn afgegeven, kunnen erkennen met het oog op doorreis over hun grondgebied.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE HET VOORUITZICHT VAN EEN WEDERZIJDSE VISUMVRIJE REGELING

    Overeenkomstig de conclusies van de topontmoeting tussen de Europese Unie en de westelijke Balkan van 21 juni 2003 in Thessaloniki, vormt de visumversoepeling die bij deze overeenkomst wordt geregeld, een overgangsfase naar een visumvrije regeling voor de burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    De visumvrije regeling zal voor de burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden ingevoerd op basis van een positief oordeel over de vorderingen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bij de hervormingen en overeenkomstig de procedures en criteria van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DENEMARKEN

    De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op de procedures voor de afgifte van visa door de diplomatieke en consulaire posten van het Koninkrijk Denemarken.

    Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van het Koninkrijk Denemarken en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onverwijld een bilaterale overeenkomst sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar is met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE HET VERENIGD KONINKRIJK EN IERLAND

    De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

    Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bilaterale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND EN NOORWEGEN

    De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen en IJsland, die met name voortvloeien uit de overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de betrokkenheid van deze twee staten bij de uivoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

    Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen en IJsland met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onverwijld een bilaterale overeenkomst sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar is met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE ZWITSERSE BONDSSTAAT EN LIECHTENSTEIN

    (indien nodig)

    Indien de overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, alsmede de aan die overeenkomst gehechte protocollen betreffende Liechtenstein in werking zijn getreden op het ogenblik waarop de onderhandelingen met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden afgerond, wordt een soortgelijke verklaring afgelegd met betrekking tot Zwitserland en Liechtenstein.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE LEGES VOOR DE BEHANDELING VAN EEN VISUMAANVRAAG

    De Europese Gemeenschap neemt nota van de door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geuite bezorgdheid over het feit dat de territoriale geldigheid van de aan burgers van deze republiek afgegeven visa beperkt is tot een of meer lidstaten. De Europese Gemeenschap neemt tevens nota van het door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geformuleerde verzoek om van haar burgers, die houder zijn van een Schengenvisum waarvan de territoriale geldigheid is beperkt tot één of meer lidstaten en die gedurende de geldigheidsduur van dat visum naar een lidstaat moeten reizen waarvoor de territoriale geldigheid van dat visum niet geldt, geen leges te verlangen voor de behandeling van een tweede visumaanvraag.

    Partijen zijn van mening dat dit punt opnieuw met voorrang dient te worden bezien door het bij artikel 12 opgerichte Gemengd Comité, nadat het Europees Parlement en de Raad de Gemeenschappelijke Visumcode, in het ontwerp waarvan dit punt wordt behandeld, hebben goedgekeurd.

    VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE HERZIENING VAN DE VISUMPLICHT VOOR HOUDERS VAN DIENSTPASPOORTEN

    Aangezien de vrijstelling van de visumplicht voor houders van dienstpaspoorten die is geregeld bij vóór 1 januari 2007 ondertekende bilaterale overeenkomsten of regelingen tussen afzonderlijke lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst van toepassing blijft, onverminderd het recht van de betrokken lidstaten of de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië om deze bilaterale overeenkomsten tijdens deze periode op te zeggen of op te schorten, bekijkt de Europese Gemeenschap uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst de situatie van de houders van dienstpaspoorten opnieuw, met het oog op een eventuele wijziging van de overeenkomst in die zin overeenkomstig de procedure van artikel 14, lid 4.

    VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE TOEGANG VAN VISUMAANVRAGERS EN DE HARMONISATIE VAN INFORMATIE OVER PROCEDURES VOOR DE AFGIFTE VAN VISA VOOR KORT VERBLIJF EN OVER DE DOCUMENTEN DIE MOETEN WORDEN OVERGELEGD BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN VISUM VOOR KORT VERBLIJF

    De Europese Gemeenschap acht transparantie van groot belang voor visumaanvragers en wijst erop dat op 19 juli 2006 het voorstel voor een herziening van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten is aangenomen door de Commissie en nu wordt behandeld door het Europees Parlement en de Raad, en dat daarin voorschriften zijn opgenomen voor de toegang van visumaanvragers tot de diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten.

    Ten aanzien van de informatie die aan visumaanvragers moet worden verstrekt, is de Europese Gemeenschap van mening dat maatregelen dienen te worden genomen:

    in algemene zin, om voor visumaanvragers basisinformatie te verzorgen over de procedures en voorwaarden voor het aanvragen van een visum en over de geldigheid van verstrekte visa;

    de Europese Gemeenschap stelt een lijst van minimumvereisten op zodat visumaanvragers uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië samenhangende en gelijkluidende basisinformatie krijgen en in principe dezelfde bewijsstukken moeten overleggen.

    De hierboven bedoelde informatie, waaronder de lijst van in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking erkende reisbureaus en touroperators, moet op grote schaal worden verspreid (via informatieborden van consulaten, folders, websites, enz.).

    De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten dienen zichzelf zo te organiseren dat binnen een redelijke termijn een afspraak voor het indienen van een visumaanvraag met de bewijsstukken binnen kan worden gemaakt.

    De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten dienen informatie te verstrekken over de mogelijkheden die het Schengenacquis biedt om de afgifte van visa voor kort verblijf in individuele gevallen te versoepelen, bijvoorbeeld door vereenvoudigde documentvereisten, met name voor bonafide aanvragers.

    POLITIEKE VERKLARING VAN BULGARIJE BETREFFENDE KLEIN GRENSVERKEER

    De Republiek Bulgarije verklaart bereid te zijn onderhandelingen te beginnen over een bilaterale overeenkomst met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië met het oog op de toepassing van de regeling voor klein grensverkeer die is ingevoerd bij de Verordening (EG) nr. 1931/2006 van 20 december 2006 tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

    VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE VERSOEPELINGEN VOOR FAMILIELEDEN

    De Europese Gemeenschap neemt nota van het voorstel van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië om de categorie familieleden op wie de visumversoepeling van toepassing is, ruimer te definiëren en van het belang dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hecht aan vereenvoudiging van het verkeer van deze categorie personen.

    Ter bevordering van de mobiliteit van een grotere groep personen met familiebanden met burgers van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die legaal in de lidstaten verblijven (met name zussen en broers en hun kinderen), verzoekt de Europese Gemeenschap de consulaire posten van de lidstaten ten volle gebruik te maken van de in het communautair acquis bestaande mogelijkheden om de afgifte van visa aan deze categorie personen te vereenvoudigen, met name door middel van vereenvoudigingen ten aanzien van de vereiste bewijsstukken, vrijstelling van leges en zo mogelijk de afgifte van meervoudige visa.


    Top