EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0417

2007/417/EG: Beschikking van de Commissie van 13 juni 2007 betreffende de niet-opneming van diuron in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2468) (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 156, 16.6.2007, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 004 P. 271 - 272

In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/417/oj

16.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 156/32


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 13 juni 2007

betreffende de niet-opneming van diuron in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2468)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/417/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG mag een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van die richtlijn reeds op de markt zijn, op de markt worden gebracht terwijl deze stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht.

(2)

Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 703/2001 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de tweede fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Diuron is in die lijst opgenomen.

(3)

Voor diuron zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 en (EG) nr. 703/2001 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 451/2000 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor diuron was Denemarken de rapporterende lidstaat en werd alle relevante informatie ingediend op 19 september 2003.

(4)

Het evaluatieverslag is door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst en op 14 januari 2005 bij de Commissie ingediend in de vorm van de conclusie van de EFSA betreffende de intercollegiale toetsing van de risico-evaluatie van de werkzame stof diuron (4). Dit verslag is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 24 november 2006 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor diuron.

(5)

Tijdens de evaluatie van deze werkzame stof is een aantal problemen vastgesteld. Uit de beoordeling van de door de kennisgever verstrekte gegevens is gebleken dat de toedieners, zelfs met beschermingsmiddelen, zouden worden blootgesteld aan hoeveelheden van de stof die het aanvaardbaar niveau van blootstelling van de toediener (AOEL) overschrijden. Het was niet mogelijk tot een conclusie te komen over het mogelijke risico van grondwaterverontreiniging wegens het gebrek aan gegevens over het degradatiepatroon van bepaalde metabolieten en de al te optimistische aanname van de kennisgever dat de toegepaste doses in de praktijk aanzienlijk lager zouden zijn. Op grond van de beschikbare gegevens is ook niet aangetoond dat de blootstelling voor vogels en zoogdieren aanvaardbaar is.

(6)

De Commissie heeft de kennisgever verzocht haar zijn opmerkingen over de resultaten van de intercollegiale toetsing te doen toekomen en aan te geven of hij al dan niet van plan was om de stof verder te ondersteunen. De kennisgever heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht. Ondanks de aangevoerde argumenten blijven de hierboven vermelde problemen echter bestaan en de evaluaties op basis van de verstrekte en tijdens de vergaderingen van deskundigen van de EFSA beoordeelde gegevens hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die diuron bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen.

(7)

Diuron mag daarom niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

(8)

De nodige maatregelen moeten worden genomen om erop toe te zien dat de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die diuron bevatten, binnen een bepaalde termijn worden ingetrokken en niet worden verlengd en dat voor dergelijke producten geen nieuwe toelatingen worden gegeven.

(9)

De looptijd van een eventuele door de lidstaten toegestane termijn voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die diuron bevatten, mag niet meer bedragen dan twaalf maanden, zodat de bestaande voorraden nog gedurende ten hoogste één extra groeiseizoen mogen worden gebruikt.

(10)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Diuron wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten zorgen ervoor dat:

a)

toelatingen voor gewasbeschermingmiddelen die diuron bevatten, worden ingetrokken vóór 13 december 2007;

b)

met ingang van 16 juni 2007 geen toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die diuron bevatten, meer worden verleend of verlengd op grond van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde afwijkingsbepalingen.

Artikel 3

Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen moeten zo snel mogelijk aflopen en in elk geval op 13 december 2008.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 juni 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/31/EG van de Commissie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 44).

(2)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).

(3)  PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.

(4)  EFSA Scientific Report (2005) 25, 1-58. Conclusion on the peer review of diuron.


Top