41990X1231(02)

RESOLUTIE VAN DE RAAD EN VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LID-STATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, van 3 december 1990 betreffende de verbetering van de preventie en de behandeling van acute vergiftigingen bij de mens (90/C 329/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LID-STATEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gezien de ontwerp-resolutie ingediend door de Commissie (1), Gezien het advies van het Europese Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat het voor een beleid ter voorkoming van de risico's van acute vergiftiging van de bevolking, met name van werknemers, wenselijk is over zoveel mogelijk op communautair niveau vergelijkbare klinisch-toxicologische gegevens te beschikken; Overwegende dat ieder anti-gifcentrum in de Gemeenschap behoort tot de instanties die uit hoofde van hun informatieve, therapeutische en analytische werkzaamheden in hun geografische werkgebied het best toegerust zijn voor het inzamelen en resumeren van gegevens op het gebied van de klinische toxicologie; Overwegende dat een harmonisatie van de wijze van inzameling van klinisch-toxicologische gegevens voor alle anti-gifcentra in de Gemeenschap de ontwikkeling van een beleid ter voorkoming van toxische risico's zou vergemakkelijken; Overwegende dat de Gemeenschap door het bevorderen van de integratie van de klinische en analytische gegevens beoogt een van de voornaamste doelstellingen van haar actieprogramma op het gebied van de toxicologie ter bescherming van de volksgezondheid (4) te bereiken, namelijk bijdragen tot het waarborgen van de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van gegevens en de uitwisseling van ervaringen en informatie op het gebied van de klinische toxicologie te stimuleren; Overwegende dat geharmoniseerde jaarverslagen nuttig zouden zijn in het kader van Beschikking 86/138/EEG van de Raad van 22 april 1986 betreffende een demonstratieproject met het oog op de instelling van een communautair informatiesysteem over ongevallen waarbij gebruiks- en verbruiksprodukten betrokken zijn (5); dat overeenkomstig punt 2, derde alinea, van bijlage I van deze beschikking, ter aanvulling van de bij de diensten voor spoedgevallen van ziekenhuizen ingezamelde gegevens, ook bij de anti-gifcentra informatie kan worden verkregen; Overwegende dat in het vooruitzicht van het vrije verkeer van personen en goederen de beschikbaarheid van tegengiften dient te worden verbeterd door de uitwisseling van gegevens betreffende deze beschikbaarheid, met name in de grensgebieden van de Lid-Staten, te vergemakkelijken; Overwegende dat deze resolutie zou bijdragen tot de ontwikkeling van het gebruik van klinisch-toxicologische gegevens in het kader van de algemene beoordeling van de invloed van chemische produkten en preparaten op de volksgezondheid, voornamelijk op de gezondheid van werknemers die blootgesteld zijn aan gevaarlijke stoffen die acute vergiftigingen kunnen veroorzaken; Overwegende dat het van belang is toegang te hebben tot de informatie betreffende de chemische samenstelling van preparaten met het oog op de verstrekking van juiste adviezen en behandelingen in vergiftigingsgevallen; Overwegende dat deze resolutie zou dienen bij te dragen tot de ontwikkeling van gezondheidsgegevens in verband met het onrechtmatig gebruik van drugs, onder verwijzing naar de resolutie van de Raad en van de ministers van Volksgezondheid van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 16 mei 1989 betreffende een Europees net voor de uitwisseling van gezondheidsgegevens in verband met drugsverslaving (6); Overwegende dat de informatie die bij door geneesmiddelen veroorzaakte vergiftigingen wordt verkregen, een rol kan spelen bij de beoordeling van het veilige gebruik van deze geneesmiddelen en dat het wenselijk is dat de op dit gebied door de anti-gifcentra ingezamelde informatie wordt doorgezonden naar de instanties die bevoegd zijn op het gebied van geneesmiddelen en geneesmiddelenbewaking; Overwegende dat het, om dubbel werk te voorkomen en om zo goed mogelijk gebruik te maken van de ervaring en de gegevens van de anti-gifcentra van derde landen, nuttig en noodzakelijk is de nauwe samenwerking met de verschillende internationale instanties op dit gebied, met name de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), voort te zetten via hun gemeenschappelijk internationaal programma voor chemische veiligheid (IPCS) en, in voorkomend geval, in samenwerking met deze instanties gemeenschappelijke maatregelen ten uitvoer te leggen, I GEVEN UITDRUKKING AAN DE WIL om de nodige maatregelen te nemen ter verbetering van de preventie en de behandeling van acute vergiftigingen bij de mens; II NODIGEN DE LID-STATEN UIT om: 1. een bevoegde instantie aan te wijzen die de nodige maatregelen zal nemen om ervoor te zorgen dat bij het inwinnen van gegevens inzake hulpaanvragen en bij het opstellen van de jaarverslagen van anti-gifcentra of, in voorkomend geval, van andere bevoegde diensten die op het grondgebied van de Lid-Staten werkzaam zijn, hoofdzakelijk wordt uitgegaan van de in de bijlagen I en II vermelde inlichtingen; 2.op het grondgebied van de Lid-Staten te zorgen voor een optimale beschikbaarheid van tegengiften, te weten de stoffen en preparaten die speciaal in gevallen van acute vergiftiging worden gebruikt; 3.de praktische mogelijkheden voor het gebruik van tegengiften op het grondgebied van elke Lid-Staat te vergroten. Hiertoe zal de bevoegde instantie een op de indicatieve lijst van bijlage III gebaseerde lijst van informatie betreffende de beschikbare tegengiften voor de behandeling van acute vergiftigingen en de plaatsen waar deze tegengiften verkrijgbaar zijn laten opstellen en bij de anti-gifcentra en, in voorkomend geval, bij andere bevoegde diensten laten verspreiden. Op grond van deze informatie moeten de geadresseerden zich deze tegengiften binnen de voor een doelmatige toediening vereiste termijn kunnen verschaffen; 4.in de grensgebieden van de Lid-Staten voor betere eerste-hulpdiensten te zorgen. In samenwerking met de Commissie zullen de bevoegde instanties tussen de anti-gifcentra of, in voorkomend geval, de andere bevoegde diensten een communautair stelsel van informatie en samenwerking op het gebied van de beschikbaarheid van tegengiften instellen; 5.door de bevoegde instantie een samenvatting van de geharmoniseerde jaarverslagen van de anti-gifcentra of, in voorkomend geval, van andere bevoegde diensten te laten opstellen. In deze samenvatting zal bijzondere aandacht worden besteed aan het overzicht van acute vergiftigingen met opgave van de genomen of voorgenomen maatregelen ter verbetering van de preventie van acute vergiftigingen; zo mogelijk zal tevens rekening worden gehouden met de beschikbare anonieme gegevens over vergiftigingen ten gevolge van drugmisbruik. Deze samenvatting wordt vóór 15 mei van het volgende jaar aan de Commissie toegezonden, vergezeld van de lijst van de anti-gifcentra of, in voorkomend geval, de andere bevoegde diensten die op het grondgebied van de Lid-Staat werken, met vermelding van hun werkterrein en de lijst van beschikbare tegengiften. De Commissie kan zich, in voorkomend geval, alle of een deel van de in bijlage II bedoelde, geharmoniseerde jaarverslagen uit de Gemeenschap laten voorleggen. Om bij te dragen tot een veiliger gebruik van geneesmiddelen is het wenselijk dat het jaarverslag betreffende geneesmiddelenvergiftigingen eveneens wordt toegezonden aan de instanties die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van geneesmiddelen. De anti-gifcentra of, in voorkomend geval, andere bevoegde diensten zullen worden aangemoedigd de instanties die belast zijn met de geneesmiddelenbewaking alle mogelijke bijstand te verlenen en zullen, met name, op de grondslag van de geldende wettelijke voorschriften, gehoor moeten geven aan elk bijzonder verzoek om inlichtingen van deze instanties; III NODIGEN DE COMMISSIE UIT om: - periodieke samenvattende verslagen voor de Gemeenschap op te stellen, met opgave van, in het bijzonder, de preventieve maatregelen die op communautair niveau moeten worden genomen om acute vergiftigingen te voorkomen; -specifieke thema's te ontwikkelen in verband met de van de Lid-Staten ontvangen informatie betreffende preventie en behandeling van acute vergiftigingen; IV KOMEN OVEREEN: -de bepalingen van deze resolutie uiterlijk vijf jaar na aanneming ervan opnieuw te bezien aan de hand van een verslag van de Commissie. Daarbij zal rekening worden gehouden met de noodzaak om de preventie met behulp van de in de resolutie vermelde activiteiten te intensiveren; -de Commissie te verzoeken de technische bijlagen van deze resolutie ten minste om de twee jaar opnieuw te bezien en deze, in voorkomend geval, bij te werken, rekening houdend met de opgedane ervaring; -dat de Commissie zich bij het opstellen van bovenvermeld verslag en het bijwerken van de bijlagen zal laten bijstaan door een groep van deskundigen die door de Lid-Staten worden aangewezen.(1) PB nr. C 294 van 22. 11. 1989, blz. 10.

(2) Advies uitgebracht op 23 november 1990 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. C 124 van 21. 5. 1990, blz. 1.

(4) PB nr. C 184 van 23. 7. 1986, blz. 1.

(5) PB nr. L 109 van 26. 4. 1986, blz. 23.

(6) PB nr. C 185 van 22. 7. 1989, blz. 1.

BIJLAGE I

GEHARMONISEERD REGISTRATIEFORMULIER BETREFFENDE VERGIFTIGINGSGEVALLEN

(in te vullen bij de raadpleging of in een ander stadium, voor zover er gegevens beschikbaar zijn en voor zover de nationale wetgeving en het nationale beleid dat toelaten) (1)>RUIMTE VOOR DE TABEL>

14.2. Plaats van behandeling Behandeling thuis of op de plaats waar de vergiftiging heeft plaatsgevonden, niet door arts O Behandeling buiten het ziekenhuis door arts O Behandeling in het ziekenhuis O Andere O 15.Geraamd risico Geen vergiftiging O Waarschijnlijk geen vergiftiging (lage toxiciteit/minimale blootstelling) O Vergiftiging mogelijk O Vergiftiging bevestigd O Symptomen die geen verband houden met de blootstelling O 16.Ziekteverloop Ziekenhuisopname O - Zo ja, aantal dagen: Genezing O Gevolgen O Overlijden O Afloop niet bekend O Handtekening: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

BIJLAGE II

SCHEMA VOOR GEHARMONISEERDE JAARVERSLAGEN (1)

1. Omschrijving van de instantie die het verslag opstelt Naam, volledig adres met vermelding van het land van vestiging; telefoon-, telex- en eventueel telefaxnummer. Naam van de directeur van het centrum. 2.Jaar Het betreft het jaar waarop bedoeld jaarverslag betrekking heeft. 3.Administratieve gegevens betreffende het centrum Omschrijving van het personeelsbestand van het centrum: medisch en administratief. Korte omschrijving van de activiteiten van het centrum. Omvang in cijfers van de populatie waaraan het centrum zijn diensten verleent. ** 4.Bij het centrum ingediende aanvragen Totaalaantal en schommeling per maand; indeling naar de persoon die de aanvraag bij het centrum doet, wijze waarop dit gebeurt (telefonisch, schriftelijk, . . .), motieven (werkelijk of verondersteld geval van vergiftiging, alleen verzoek om inlichtingen, . . .). ** 5.Gevallen van vergiftiging - Voor elke categorie of subcategorie het aantal gevallen aangeven, alsmede het percentage; -indien het centrum hiertoe is uitgerust zou het wenselijk zijn de gegevens in te delen naar klassen van etiologische agentia, zoals hierna omschreven. 5.1. Menselijke slachtoffers - Mannelijk of vrouwelijk geslacht (waaronder zwangere en zogende vrouwen), niet-gespecificeerd -Leeftijdsklassen: < 1 (in jaren) 1 - 4 5 - 9 10 - 14 15 - 19 20 - 49 50 - 69 > 70 onbekend - Etiologische agentia: - niet-farmaceutische chemische stoffen (zelfstandig of in verbinding, natuurlijk of synthetisch): - industrieel -bestrijdingsmiddelen -huishoudelijke produkten -kosmetische produkten en produkten voor lichaamsverzorging -verdovende middelen die verslavend kunnen werken -andere -farmaceutische stoffen (ter genezing van mens of dier) -dieren (als zodanig of wel door hun vergif of door het eten van giftig vlees - bij voorbeeld ichtyosarcotoxisme - zonder dat chemische produkten, bacteriën of bederf de oorzaak zijn) -gewassen als zodanig (inclusief giftige paddestoelen en planten die verslavend kunnen werken) -andere (waaronder toxinen van bacteriële oorsprong, bij voorbeeld botulisme) -niet geïdentificeerd. - Plaats van vergiftiging: - Huis en omgeving O -Arbeidsplaats: Fabriek/werkplaats O Laboratorium O Landbouw/tuinbouw O Andere O -Openbare instellingen: Kieuter- of lagere school O Andere school, universiteit, onderwijsinstelling O Ziekenhuis, kliniek, verpleeghuis O Instelling: gevangenis, kazerne, enz. O -Andere O -Besloten openbare gelegenheden (bij voorbeeld: bar, discotheek, restaurant, winkelcentrum, warenhuis, . . .) O -Voorzieningen in de open lucht (bij voorbeeld: sportveld, kinderspeelplaats, . . .) O -Andere O -Onbekend O - Omstandigheden waaronder vergiftiging plaatsvond: >RUIMTE VOOR DE TABEL>

** 5. 5.1. - d) Onbekend - Geraamd risico: Geen vergiftiging O Waarschijnlijk geen vergiftiging (lage toxiciteit/minimale blootstelling) O Vergiftiging mogelijk O Vergiftiging bevestigd O Symptonen die geen verband houden met de blootstelling O -Behandeling: -geen -uitsluitend symptomatisch -specifiek (tegengif) -eliminatie van het gif. -Ziekteverloop: -genezing -ziekenhuisopname (aantal dagen) -gevolgen -overlijden -afloop niet bekend. 5.2.Dieren ** 6.Lijst van gevallen van vergiftiging Een lijst opstellen van de vijftien meest voorkomende oorzaken van vergiftiging in aflopende volgorde van frequentie (met het aantal aanvragen) en ingedeeld naar leeftijdsklasse, indien het centrum daarvoor over de nodige voorzieningen beschikt. 7.Lijst van de verzoeken om inlichtingen Een lijst opstellen van de vijftien meest voorkomende motieven voor het vragen van inlichtingen. 8.Lijst van de toxicologische analyses Een lijst opstellen van de vijftien door het centrum meest gevraagde toxicologische analyses. 9.Diverse opmerkingen Opmerkingen over de therapeutische en informatieve werkzaamheden in het algemeen; over eventuele buitengewoon interessante gevallen, over de overige activiteiten (onderricht, onderzoek, . . .) en alle andere punten die niet elders zijn genoemd. 10.Conclusies Dit punt heeft vooral betrekking op de invloed van de activiteiten van het centrum op de preventie. (1) De belangrijkste rubrieken uit het oogpunt van preventie zijn met twee sterretjes aangegeven.

BIJLAGE III

INDICATIEVE LIJST VAN TEGENGIFTEN

A. SPECIFIEKE TEGENGIFTEN >RUIMTE VOOR DE TABEL>

B. MIDDELEN TER VOORKOMING VAN ABSORPTIE VAN VERGIFTEN IN HET MAAGDARMKANAAL >RUIMTE VOOR DE TABEL>

C. MIDDELEN TER PREVENTIE VAN ABSORPTIE DOOR EN/OF SCHADE AAN DE HUID>RUIMTE VOOR DE TABEL>

D. EMETICA >RUIMTE VOOR DE TABEL>

E. LAXANTIA EN OPLOSSINGEN VOOR DARMLAVAGE > RUIMTE VOOR DE TABEL>

F. MIDDELEN TER BEÏNVLOEDING VAN DE URINE-pH >RUIMTE VOOR DE TABEL>