Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0355

Verordening (EU) 2022/355 van de Raad van 2 maart 2022 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus

PB L 67 van 2.3.2022, p. 1–102 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/355/oj

2.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 67/1


VERORDENING (EU) 2022/355 VAN DE RAAD

van 2 maart 2022

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2012/642/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad (2) voorziet met name in de bevriezing van tegoeden en economische middelen van, en een verbod op het beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan personen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen of de onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, of waarvan de activiteiten ernstige schade berokkenen aan de democratie of de rechtsstaat in Belarus, of die profijt trekken van of steun verlenen aan het Lukashenka-regime, of personen, entiteiten of lichamen die activiteiten van het Lukashenka-regime organiseren, of daartoe bijdragen, die het illegaal overschrijden van de buitengrenzen van de Unie of het overdragen van verboden goederen en het illegaal overdragen van goederen waarvoor een beperking geldt, met inbegrip van gevaarlijke goederen, naar het grondgebied van een lidstaat faciliteren.

(2)

Verordening (EG) nr. 765/2006 geeft uitvoering aan de bij Besluit 2012/642/GBVB vastgestelde maatregelen.

(3)

Op 2 maart 2022 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2022/356 (3) vastgesteld, waarbij het toepassingsgebied van de sancties wordt uitgebreid voor de uitvoering van de conclusies van de Europese Raad van 24 februari 2022 naar aanleiding van de betrokkenheid van Belarus bij de onaanvaardbare en illegale Russische militaire agressie tegen Oekraïne, die naar internationaal recht wordt gekwalificeerd als een daad van agressie.

(4)

Bij Besluit (GBVB) 2022/356 worden verdere beperkingen ingevoerd met betrekking tot de handel in goederen die worden gebruikt voor de productie of vervaardiging van tabaksproducten, minerale producten, kaliumchlorideproducten (“potas”), houtproducten, cementproducten, ijzer- en staalproducten en rubberproducten. Het besluit verbiedt tevens de uitvoer naar Belarus of voor gebruik in Belarus van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik en de uitvoer van goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische ontwikkeling van Belarus of tot de ontwikkeling van de defensie- en veiligheidssector, en de uitvoer van machines. Besluit (GBVB) 2022/356 wijzigt ook bepaalde bepalingen betreffende de uitvoering van contracten die vóór 25 juni 2021 zijn gesloten en de verlening van financiering, alsook financiële en technische bijstand in verband met verboden goederen.

(5)

Verordening (EG) nr. 765/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

“Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad van 18 mei 2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus en de betrokkenheid van Belarus bij de Russische agressie tegen Oekraïne”.

2)

In artikel 1 wordt punt 7 vervangen door:

“7.   “goederen en technologie voor tweeërlei gebruik”: de producten die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad (*1);

(*1)  Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 206 van 11.6.2021, blz. 1).”."

3)

In artikel 1 worden de volgende punten toegevoegd:

“17.   “financiering of financiële bijstand”: elke actie, ongeacht het gekozen middel, waarbij een persoon, entiteit of lichaam, met of zonder voorwaarden, eigen vermogen of eigen economische middelen uitbetaalt of toezegt, met inbegrip van, maar niet beperkt tot subsidies, leningen, garanties, borgstellingen, obligaties, kredietbrieven, leverancierskredieten, koperskredieten, in- of uitvoervoorschotten en alle soorten verzekeringen en herverzekeringen, met inbegrip van exportkredietverzekeringen; de betaling en de voorwaarden voor betaling van de overeengekomen prijs voor een goed of een dienst in overeenstemming met de normale handelspraktijk, vormen geen financiering of financiële bijstand;

18.   “partnerland”: een land dat een reeks uitvoercontrolemaatregelen toepast die in wezen gelijkwaardig zijn aan die welke zijn opgenomen in bijlage V ter bij deze verordening;

19.   “communicatieapparatuur voor consumenten”: apparatuur die door particulieren wordt gebruikt, zoals personal computers en randapparatuur (met inbegrip van harde schijven en printers), mobiele telefoons, slimme televisies, geheugenapparaten (USB-drives) en consumentensoftware voor die apparaten.”.

4)

Artikel 1 sexies wordt vervangen door:

“Artikel 1 sexies

1.   Onverminderd de artikelen 1 bis, 1 quater en 1 vicies is het verboden om goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus.

2.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten die verband houden met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie of met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van die goederen en technologie aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus;

b)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van die goederen en technologie, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus.

3.   Onverminderd de vergunningsplichten uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 zijn de in de leden 1 en 2 van dit artikel opgenomen verbodsbepalingen niet van toepassing op de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik of de daarmee verband houdende verlening van technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, bestemd voor:

a)

humanitaire doeleinden, noodsituaties op gezondheidsgebied, de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of voor het milieu zou kunnen hebben, of de respons op natuurrampen;

b)

medische of farmaceutische doeleinden;

c)

het tijdelijke gebruik door nieuwsmedia;

d)

software-updates;

e)

gebruik als communicatieapparatuur voor consumenten;

f)

het waarborgen van cyberveiligheid en informatiebeveiliging voor natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus, met uitzondering van de regering en ondernemingen die direct of indirect onder zeggenschap van die regering staan; of

g)

persoonlijk gebruik door natuurlijke personen die naar Belarus reizen, en beperkt tot persoonlijke bezittingen, huisraad, voertuigen of handelsmiddelen die eigendom zijn van die personen en niet bestemd zijn voor verkoop.

Met uitzondering van de punten f) en g) verklaart de exporteur in de douaneaangifte dat de producten worden uitgevoerd op grond van de in dit lid opgenomen desbetreffende uitzondering en stelt hij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij ingezetene of gevestigd is, binnen dertig dagen na die eerste uitvoer in kennis van het eerste gebruik van de desbetreffende uitzondering.

4.   In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel en onverminderd de vergunningsplichten uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 kan de bevoegde autoriteit vergunning verlenen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik of de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, nadat zij heeft geconstateerd dat die goederen of technologie of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand bestemd zijn voor:

a)

samenwerking tussen de Unie, de regeringen van de lidstaten en de regering van Belarus voor zuiver civiele aangelegenheden;

b)

intergouvernementele samenwerking op het gebied van ruimtevaartprogramma’s;

c)

de bediening, het onderhoud, de opwerking van splijtstof en de veiligheid van civiele nucleaire vermogens, alsook voor civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling;

d)

maritieme veiligheid;

e)

civiele telecommunicatienetwerken, met inbegrip van de verlening van internetdiensten;

f)

uitsluitend gebruik door entiteiten die eigendom zijn van, of uitsluitend of gezamenlijk onder zeggenschap staan van volgens het recht van een lidstaat of een partnerland erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

g)

de diplomatieke vertegenwoordigingen van de Unie, de lidstaten en de partnerlanden, met inbegrip van delegaties, ambassades en missies.

5.   In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel en onverminderd de vergunningsplichten uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 kan de bevoegde autoriteit vergunning verlenen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik of de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, nadat zij heeft geconstateerd dat die goederen of technologie of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand verschuldigd zijn uit hoofde van contracten die zijn gesloten vóór: 3 maart 2022, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, op voorwaarde dat deze vergunning vóór 1 mei 2022 wordt aangevraagd.

6.   De uit hoofde van dit artikel vereiste vergunningen worden door de bevoegde autoriteit verleend overeenkomstig de regels en procedures van Verordening (EU) 2021/821, die van overeenkomstige toepassing is. Deze vergunning is in de gehele Unie geldig.

7.   Wanneer zij op grond van de leden 4 en 5 een besluit neemt inzake een vergunningsverzoek, verleent de bevoegde autoriteit geen vergunning indien zij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat:

i)

de eindgebruiker een militaire eindgebruiker zou kunnen zijn of een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld in bijlage V, of dat de goederen voor militair eindgebruik bestemd zouden kunnen zijn; of

ii)

de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van in lid 1 bedoelde goederen en technologie of de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand bestemd is voor de lucht- of ruimtevaartindustrie.

8.   De bevoegde autoriteit kan een door haar overeenkomstig de leden 4 of 5 verleende vergunning nietig verklaren, opschorten, wijzigen of intrekken indien zij van oordeel is dat die nietigverklaring, schorsing, wijziging of intrekking noodzakelijk is voor de doeltreffende uitvoering van deze verordening.”.

5)

Artikel 1 septies wordt vervangen door:

“Artikel 1 septies

1.   Onverminderd de artikelen 1 bis, 1 quater en 1 vicies is het verboden om de in bijlage V bis vermelde goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking van Belarus of tot de ontwikkeling van zijn defensie- en veiligheidssector, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus.

2.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten die verband houden met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie of met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van die goederen en technologie aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus;

b)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van die goederen en technologie, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus.

3.   De in de leden 1 en 2 opgenomen verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van de in lid 1 bedoelde goederen en technologie of de daarmee verband houdende verlening van technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, bestemd voor:

a)

humanitaire doeleinden, noodsituaties op gezondheidsgebied, de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of voor het milieu zou kunnen hebben, of de respons op natuurrampen;

b)

medische of farmaceutische doeleinden;

c)

het tijdelijke gebruik door nieuwsmedia;

d)

software-updates;

e)

gebruik als communicatieapparatuur voor consumenten;

f)

het waarborgen van cyberveiligheid en informatiebeveiliging voor natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus, met uitzondering van de regering en ondernemingen die direct of indirect onder zeggenschap van die regering staan; of

g)

persoonlijk gebruik door natuurlijke personen die naar Belarus reizen, en beperkt tot persoonlijke bezittingen, huisraad, voertuigen of handelsmiddelen die eigendom zijn van die personen en niet bestemd zijn voor verkoop.

Met uitzondering van de punten f) en g) verklaart de exporteur in zijn douaneaangifte dat de producten worden uitgevoerd op grond van de in dit lid opgenomen desbetreffende uitzondering en stelt hij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij ingezetene of gevestigd is, binnen dertig dagen na die eerste uitvoer in kennis van het eerste gebruik van de desbetreffende uitzondering.

4.   In afwijking van de leden 1 en 2 kan de bevoegde autoriteit vergunning verlenen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van de in lid 1 bedoelde goederen en technologie of de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, nadat zij hebben geconstateerd dat die goederen of technologie of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand bestemd zijn voor:

a)

samenwerking tussen de Unie, de regeringen van de lidstaten en de regering van Belarus voor zuiver civiele aangelegenheden;

b)

intergouvernementele samenwerking op het gebied van ruimtevaartprogramma’s;

c)

de bediening, het onderhoud, de opwerking van splijtstof en de veiligheid van civiele nucleaire vermogens, alsook voor civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling;

d)

maritieme veiligheid;

e)

civiele telecommunicatienetwerken, met inbegrip van de verlening van internetdiensten;

f)

uitsluitend gebruik door entiteiten die eigendom zijn van, of uitsluitend of gezamenlijk onder zeggenschap staan van volgens het recht van een lidstaat of een partnerland erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen; of

g)

de diplomatieke vertegenwoordigingen van de Unie, de lidstaten en de partnerlanden, met inbegrip van delegaties, ambassades en missies.

5.   In afwijking van de leden 1 en 2 kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat vergunning verlenen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van de in lid 1 bedoelde goederen en technologie of de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, nadat zij heeft geconstateerd dat die goederen of technologie of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand verschuldigd zijn uit hoofde van contracten die zijn gesloten vóór: 3 maart 2022, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, op voorwaarde dat deze vergunning vóór 1 mei 2022 wordt aangevraagd.

6.   De uit hoofde van dit artikel vereiste vergunningen worden door de bevoegde autoriteit verleend overeenkomstig de regels en procedures van Verordening (EU) 2021/821, die van overeenkomstige toepassing is. Deze vergunning is in de gehele Unie geldig.

7.   Wanneer zij op grond van de leden 4 en 5 een besluit neemt inzake een vergunningsverzoek, verleent de bevoegde autoriteit geen vergunning indien zij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat:

i)

de eindgebruiker een militaire eindgebruiker zou kunnen zijn of een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam als vermeld in bijlage V, of dat de goederen voor militair eindgebruik bestemd zouden kunnen zijn; of

ii)

de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van in lid 1 bedoelde goederen en technologie of de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand bestemd is voor de lucht- of ruimtevaartindustrie.

8.   De bevoegde autoriteit kan een door hen overeenkomstig de leden 4 of 5 verleende vergunning nietig verklaren, opschorten, wijzigen of intrekken indien zij van oordeel is dat die nietigverklaring, schorsing, wijziging of intrekking noodzakelijk is voor de doeltreffende uitvoering van deze verordening.”.

6)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 1 septies bis

1.   Wat de in bijlage V opgenomen entiteiten betreft, kan de bevoegde autoriteit, in afwijking van artikel 1 sexies, leden 1 en 2, en artikel 1 septies, leden 1 en 2, en onverminderd de vergunningsplichten uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821, alleen vergunning verlenen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik en van in bijlage V bis vermelde goederen en technologie, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, nadat zij hebben geconstateerd dat dergelijke goederen of technologie of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand:

a)

noodzakelijk zijn voor de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of het milieu zou kunnen hebben; of

b)

verschuldigd zijn uit hoofde van contracten die zijn gesloten vóór: 3 maart 2022, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, op voorwaarde dat deze vergunning vóór 1 mei 2022 wordt aangevraagd.

2.   De uit hoofde van dit artikel vereiste vergunningen worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat verleend overeenkomstig de regels en procedures van Verordening (EU) 2021/821, die van overeenkomstige toepassing is. Deze vergunning is in de gehele Unie geldig.

3.   De bevoegde autoriteiten kunnen een door hen overeenkomstig lid 1 verleende vergunning nietig verklaren, opschorten, wijzigen of intrekken indien zij van oordeel zijn dat die nietigverklaring, schorsing, wijziging of intrekking noodzakelijk is voor de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

Artikel 1 septies ter

1.   De kennisgeving aan de bevoegde autoriteit als bedoeld in de artikelen 1 sexies, lid 3, en 2 septies, lid 3, wordt, waar mogelijk, langs elektronische weg afgegeven op formulieren die ten minste alle elementen, in dezelfde volgorde, van de modellen in bijlage V quater bevatten.

2.   Alle vergunningen als bedoeld in de artikelen 1 sexies en 1 septies, worden, waar mogelijk, langs elektronische weg afgegeven op formulieren die ten minste alle elementen, in dezelfde volgorde, van de modellen in bijlage V quater bevatten.

Artikel 1 septies quater

1.   De bevoegde autoriteiten wisselen met de andere lidstaten en de Commissie informatie uit over de krachtens de artikelen 1 sexies, 1 septies, en 1 septies bis verleende vergunningen en weigeringen. Dergelijke informatie-uitwisseling vindt plaats via de elektronische systemen die in het kader van artikel 23, lid 6, van Verordening (EU) 2021/821 zijn verstrekt.

2.   Informatie die als gevolg van de toepassing van dit artikel is ontvangen, wordt uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij is gevraagd, met inbegrip van de in lid 4 bedoelde uitwisselingen. De lidstaten en de Commissie waarborgen dat bij de toepassing van dit artikel verzamelde vertrouwelijke informatie overeenkomstig het Unierecht en het desbetreffende nationale recht wordt beschermd. De lidstaten en de Commissie waarborgen dat op grond van dit artikel verstrekte of uitgewisselde gerubriceerde informatie geen lagere rubriceringsgraad krijgt of gederubriceerd wordt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opsteller.

3.   Alvorens een lidstaat een vergunning verleent overeenkomstig artikel 1 sexies, 1 septies of 1 septies bis voor een transactie die wezenlijk identiek is aan een transactie waarvoor de door een andere lidstaat of andere lidstaten afgegeven weigering nog steeds geldig is, pleegt deze lidstaat eerst overleg met de lidstaat of lidstaten die de weigering heeft of hebben afgegeven. Indien de betrokken lidstaat na dit overleg besluit een vergunning te verlenen, stelt hij de andere lidstaten en de Commissie daarvan in kennis en verstrekt hij daarbij alle relevante informatie om het besluit toe te lichten.

4.   In voorkomend geval en op basis van wederkerigheid wisselt de Commissie, in overleg met de lidstaten, informatie uit met partnerlanden om de doeltreffendheid van de uitvoercontrolemaatregelen in het kader van deze verordening en de consistente toepassing van de door de partnerlanden toegepaste uitvoercontrolemaatregelen te ondersteunen.”.

7)

Artikel 1 octies wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“1 bis.   Het is verboden direct of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, waaronder financiële derivaten, te verlenen alsook verzekeringen of herverzekeringen aan te bieden, in verband met de verbodsbepalingen van lid 1.”;

b)

lid 3 wordt geschrapt.

8)

In artikel 1 nonies worden de woorden “aardolieproducten en gasvormige koolwaterstofproducten” vervangen door “minerale producten”.

9)

Artikel 1 nonies, lid 3, wordt geschrapt.

10)

Artikel 1 decies wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“1 bis.   Het is verboden direct of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, waaronder financiële derivaten, te verlenen alsook verzekeringen of herverzekeringen aan te bieden, in verband met de verbodsbepalingen van lid 1.”;

b)

lid 2 wordt geschrapt.

11)

Artikel 1 duodecies, lid 4, wordt geschrapt.

12)

Artikel 1 terdecies, lid 3, wordt geschrapt.

13)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 1 sedecies

1.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect invoeren in de Unie van houtproducten als vermeld in bijlage X indien:

i)

zij van oorsprong zijn uit Belarus; of

ii)

zij uit Belarus zijn uitgevoerd;

b)

het direct of indirect aankopen van houtproducten als vermeld in bijlage X die zich bevinden in of van oorsprong zijn uit Belarus;

c)

het vervoeren van houtproducten als vermeld in bijlage X, indien deze van oorsprong zijn uit Belarus of vanuit Belarus naar een ander land worden uitgevoerd;

d)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de in de punten a), b), en c), opgenomen verbodsbepalingen.

2.   De verbodsbepalingen van lid 1 laten de uitvoering tot 4 juni 2022 van contracten die vóór 2 maart 2022 zijn gesloten, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, onverlet.

Artikel 1 septiesdecies

1.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect invoeren in de Unie van cementproducten als vermeld in bijlage XI indien:

i)

zij van oorsprong zijn uit Belarus; of

ii)

zij uit Belarus zijn uitgevoerd;

b)

het direct of indirect aankopen van cementproducten als vermeld in bijlage XI die zich bevinden in of van oorsprong zijn uit Belarus;

c)

het vervoeren van cementproducten als vermeld in bijlage XI, indien deze van oorsprong zijn uit Belarus of vanuit Belarus naar een ander land worden uitgevoerd;

d)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de in de punten a), b), en c), opgenomen verbodsbepalingen.

2.   De verbodsbepalingen van lid 1 laten de uitvoering tot 4 juni 2022 van contracten die vóór 2 maart 2022 zijn gesloten, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, onverlet.

Artikel 1 octiesdecies

1.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect invoeren in de Unie van ijzer- en staalproducten als vermeld in bijlage XII indien:

i)

zij van oorsprong zijn uit Belarus; of

ii)

zij uit Belarus zijn uitgevoerd;

b)

het direct of indirect aankopen van ijzer- en staalproducten als vermeld in bijlage XII die zich bevinden in of van oorsprong zijn uit Belarus;

c)

het vervoeren van ijzer- en staalproducten als vermeld in bijlage XII, indien deze van oorsprong zijn uit Belarus of vanuit Belarus naar een ander land worden uitgevoerd;

d)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de in de punten a), b), en c), opgenomen verbodsbepalingen.

2.   De verbodsbepalingen van lid 1 laten de uitvoering tot 4 juni 2022 van contracten die vóór 2 maart 2022 zijn gesloten, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, onverlet.

Artikel 1 noviesdecies

1.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect invoeren in de Unie van rubberproducten als vermeld in bijlage XIII indien:

i)

zij van oorsprong zijn uit Belarus; of

ii)

zij uit Belarus zijn uitgevoerd;

b)

het direct of indirect aankopen van rubberproducten als vermeld in bijlage XIII die zich bevinden in of van oorsprong zijn uit Belarus;

c)

het vervoeren van rubberproducten als vermeld in bijlage XIII, indien deze van oorsprong zijn uit Belarus of vanuit Belarus naar een ander land worden uitgevoerd;

d)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de in de punten a), b), en c), opgenomen verbodsbepalingen.

2.   De verbodsbepalingen van lid 1 laten de uitvoering tot 4 juni 2022 van contracten die vóór 2 maart 2022 zijn gesloten, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, onverlet.

Artikel 1 vicies

1.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect verkopen, leveren, overdragen aan of uitvoeren naar personen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus van machines als vermeld in bijlage XIV, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn;

b)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de in punt a) opgenomen verbodsbepalingen.

2.   De in de leden 1 en 2 opgenomen verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van de in lid 1 bedoelde machines of de daarmee verband houdende verlening van technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, bestemd voor:

a)

humanitaire doeleinden, noodsituaties op gezondheidsgebied, de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of voor het milieu zou kunnen hebben, of de respons op natuurrampen;

b)

medische of farmaceutische doeleinden;

c)

het tijdelijke gebruik door nieuwsmedia;

d)

software-updates;

e)

gebruik als communicatieapparatuur voor consumenten;

f)

het waarborgen van cyberveiligheid en informatiebeveiliging voor natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus, met uitzondering van de regering en ondernemingen die direct of indirect onder zeggenschap van die regering staan; of

g)

persoonlijk gebruik door natuurlijke personen die naar Belarus reizen, en beperkt tot persoonlijke bezittingen, huisraad, voertuigen of handelsmiddelen die eigendom zijn van die personen en niet bestemd zijn voor verkoop.

Met uitzondering van de punten f) en g) verklaart de exporteur in zijn douaneaangifte dat de producten worden uitgevoerd op grond van de in dit lid opgenomen desbetreffende uitzondering en stelt hij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij ingezetene of gevestigd is, binnen dertig dagen na die eerste uitvoer in kennis van het eerste gebruik van de desbetreffende uitzondering.

3.   De verbodsbepalingen van lid 1 laten de uitvoering tot 4 juni 2022 van contracten die vóór 2 maart 2022 zijn gesloten, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, onverlet.”.

14)

Artikel 8 wordt vervangen door:

“Artikel 8

De Commissie wordt gemachtigd bijlagen II en V quater te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.”.

15)

Bijlage V bij Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening.

16)

Bijlage II bij deze verordening wordt als bijlage V bis aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

17)

Bijlage III bij deze verordening wordt als bijlage V ter aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

18)

Bijlage IV bij deze verordening wordt als bijlage V quater aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

19)

Bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage V bij deze verordening.

20)

Bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VI bij deze verordening.

21)

Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VII bij deze verordening.

22)

Bijlage VIII bij deze verordening wordt als bijlage X aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

23)

Bijlage IX bij deze verordening wordt als bijlage XI aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

24)

Bijlage X bij deze verordening wordt als bijlage XII aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

25)

Bijlage XI bij deze verordening wordt als bijlage XIII aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

26)

Bijlage XII bij deze verordening wordt als bijlage XIV aan Verordening (EG) nr. 765/2006 toegevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-Y. LE DRIAN


(1)   PB L 285 van 17.10.2012, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad van 18 mei 2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 1).

(3)   PB L 67 van 2.3.2022.


BIJLAGE I

Bijlage V bij Verordening (EU) 765/2006 wordt vervangen door:

“BIJLAGE V

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1 SEXIES, LID 7, ARTIKEL 1 SEPTIES, LID 7, EN ARTIKEL 1 SEPTIES BIS, LID 1, BEDOELDE NATUURLIJKE PERSONEN, RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN OF LICHAMEN

Ministerie van Defensie (Belarus)

”.

BIJLAGE II

“BIJLAGE V bis

IN ARTIKEL 1 SEPTIES, LID 1, EN ARTIKEL 1 SEPTIES BIS, LID 1, VAN DE VERORDENING BEDOELDE GOEDEREN EN TECHNOLOGIE

De algemene opmerkingen, acroniemen en afkortingen en definities in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821 gelden voor deze bijlage, met uitzondering van “Deel I – Algemene opmerkingen, acroniemen en afkortingen en definities, algemene opmerkingen bij bijlage I, punt 2.”.

De in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen (Common Military List – CML) van de Europese Unie (1) gebruikte definities en termen gelden voor deze bijlage.

Onverminderd artikel 1 quaterdecies van deze verordening vallen niet aan controle onderworpen producten met een of meer van de in deze bijlage vermelde componenten niet onder de controles krachtens artikel 1 septies bis van deze verordening.

Categorie I — Elektronica

X.A.I.001

Elektronische apparaten en componenten.

a.

“Microprocessor-microschakelingen”, “microcomputer-microschakelingen” en microbesturing-microschakelingen, met een of meer van de volgende kenmerken:

1.

Een prestatiesnelheid van 5 gigaflops of meer en een rekenkundige eenheid (ALU) met een toegangsbereik van 32 bit of meer;

2.

Een klokfrequentie hoger dan 25 MHz; of

3.

Meer dan één gegevens/instructiehoofdlijn of seriële communicatiepoort die een rechtstreekse externe verbinding biedt tussen parallelle “microprocessor-microschakelingen” met een overbrengsnelheid van 2,5 Mbyte/s;

b.

Geïntegreerde geheugenschakelingen, als hieronder:

1.

Elektrisch wisbare PROM’s (EEPROM’s) met een geheugencapaciteit:

a.

Groter dan 16 Mbit per pakket voor “flash memory”-typen; of

b.

Voor alle andere typen EEPROM’s:

1.

Groter dan 1 Mbit per pakket; of

2.

Groter dan 256 kbit per pakket met een maximale toegangstijd korter dan 80 ns;

2.

Statische RAM’s met een geheugencapaciteit:

a.

Groter dan 1 Mbit per pakket; of

b.

Groter dan 256 kbit per pakket met een maximale toegangstijd korter dan 25 ns;

c.

Analoog-digitaalomzetters met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

Een scheidend vermogen van 8 bit of meer maar minder dan 12 bit en een outputsnelheid van meer dan 200 megasamples per seconde (MSPS);

2.

Een scheidend vermogen van 12 bit en een outputsnelheid van meer dan 105 megasamples per seconde (MSPS);

3.

Een scheidend vermogen van meer dan 12 bit maar niet meer dan 14 bit en een outputsnelheid van meer dan 10 megasamples per seconde (MSPS); of

4.

Een scheidend vermogen van meer dan 14 bit en een outputsnelheid van meer dan 2,5 megasamples per seconde (MSPS);

d.

Door de gebruiker te programmeren logische apparaten met een maximaal aantal enkelvoudige digitale input/outputs tussen 200 en 700;

e.

FFT (“Fast Fourier Transform”)-processoren met een nominale uitvoeringstijd voor een 1 024 punt complexe FFT van minder dan 1 ms;

f.

Op bestelling geïntegreerde schakelingen waarbij ofwel de functie ofwel de controlestatus van de apparatuur waarin de geïntegreerde schakelingen zullen worden toegepast, niet aan de fabrikant bekend is, met één of meer van de volgende eigenschappen:

1.

Meer dan 144 in-/uitgangspunten; of

2.

Een typische “voortplantingsvertragingstijd van de basispoort” van minder dan 0,4 ns;

g.

“Elektronische vacuümelementen” met een lopende-golf, voor puls- of ongedempte golven, als hieronder:

1.

Gekoppelde trilholtecomponenten of afgeleiden daarvan;

2.

Elementen die zijn gebaseerd op schakelingen met een spiraalvormige golfgeleider, gevouwen golfgeleider of kronkelende golfgeleider of afgeleiden daarvan, met één of meer van de volgende eigenschappen:

a.

Een “momentele bandbreedte” van een halve octaaf of meer, en een product van gemiddeld vermogen (in kW) maal frequentie (in GHz) van meer dan 0,2; of

b.

Een “momentele bandbreedte” van minder dan een halve octaaf; en een product van gemiddeld vermogen (in kW) maal frequentie (in GHz) van meer dan 0,4;

h.

Flexibele golfgeleiders ontworpen voor gebruik bij frequenties hoger dan 40 GHz;

i.

Elementen waarbij gebruik wordt gemaakt van akoestische oppervlaktegolven en van akoestische golven die langs de oppervlakte scheren (shallow bulk), met een of meer van de volgende kenmerken:

1.

Een draaggolffrequentie hoger dan 1 GHz; of

2.

Een draaggolffrequentie van 1 GHz of lager; en

a.

Een “onderdrukking van de zijlobben” groter dan 55 dB;

b.

Een product van de maximale vertragingstijd (tijd in microseconde en bandbreedte in MHz) groter dan 100; of

c.

Een dispersieve vertraging groter dan 10 microseconde;

Technische noot:

Voor de toepassing van X.A.I.001.i is “onderdrukking van de zijlobben” de maximale waarde van de onderdrukking zoals gespecificeerd in de technische toelichting.

j.

“Cellen” als hieronder:

1.

“Primaire cellen” met een “energiedichtheid” van 550 Wh/kg of minder bij 293 K (20 °C);

2.

“Secundaire cellen” met een “energiedichtheid” van 350 Wh/kg of minder bij 293 K (20 °C);

Noot:

X.A.I.001.j. heeft geen betrekking op batterijen, met inbegrip van ééncellige batterijen.

Technische opmerkingen:

 

1.

Voor de toepassing van X.A.I.001.j, wordt de energiedichtheid (Wh/kg) berekend uit de nominale spanning vermenigvuldigd met de nominale capaciteit in ampère-uur (Ah) gedeeld door de massa in kg. Indien de nominale capaciteit niet is opgegeven, wordt de energiedichtheid berekend uit de nominale spanning in het kwadraat vermenigvuldigd met de ontladingstijd (in uur), gedeeld door de ontladingsbelasting (in ohm) en de massa in kg.

2.

Voor de toepassing van X.A.I.001.j. wordt een “cel” gedefinieerd als een elektrochemisch element dat voorzien is van positieve en negatieve elektroden, alsook een elektrolyt, en dat een bron van elektrische energie is. Het is de basisbouwsteen van een batterij.

3.

Voor de toepassing van X.A.I.001.j.1. is een “primaire cel” een “cel” die niet ontworpen is om door enige andere bron te worden opgeladen.

4.

Voor de toepassing van X.A.I.001.j.2. is een “secundaire cel” een “cel” die ontworpen is om door een externe elektrische bron te worden opgeladen.

k.

“Supergeleidende” elektromagneten of solenoïden die “speciaal ontworpen” zijn voor volledig opladen of ontladen in minder dan een minuut, met alle volgende kenmerken:

Noot:

X.A.I.001.k. heeft geen betrekking op “supergeleidende” elektromagneten of solenoïden die zijn ontworpen voor medische apparatuur voor beeldvorming door middel van magnetische resonantie (Magnetic Resonance Imaging – MRI).

1.

Maximale energie die tijdens de ontlading wordt geleverd, gedeeld door de duur van de ontlading, van meer dan 500 kJ per minuut;

2.

De binnendiameter van de stroomvoerende wikkelingen is groter dan 250 mm; en

3.

De apparatuur heeft een nominale magnetische inductie van meer dan 8T of een nominale “totale stroomdichtheid” in de wikkeling hoger dan 300 A/mm2;

l.

Voor de opslag van elektromagnetische energie bestemde schakelingen of systemen, die “componenten” bevatten vervaardigd van “supergeleidende” materialen die “speciaal ontworpen” zijn om te werken bij temperaturen beneden de “kritische temperatuur” van ten minste een van hun “supergeleidende” bestanddelen en met elk van de volgende functies:

1.

Operationele resonantiefrequenties van hoger dan 1 MHz;

2.

Opgeslagen energiedichtheid van 1 MJ/m3 of meer; en

3.

Een ontladingstijd van minder dan 1 ms;

m.

Waterstof/waterstofisotoopthyratrons met keramiekmetaalconstructie en een toelaatbare maximale stroomsterkte van 500 A of meer;

n.

Niet gebruikt;

o.

Zonnecellen, CIC (“cell-interconnect-coverglass”)-samenstellingen, zonnepanelen en zonne-“arrays” die “voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd” zijn en niet onder 3A001.e.4. vallen (2).

X.A.I.002

Universele “elektronische samenstellingen”, modules en uitrusting.

a.

Elektronische testapparatuur, anders dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

b.

Digitale magneetbandinstrumentatierecorders met een of meer van de volgende kenmerken:

1.

Een maximale digitale overbrengingssnelheid van de interface groter dan 60 Mbit/s, waarbij gebruik wordt gemaakt van “helical scan”-technieken;

2.

Een maximale digitale overbrengingssnelheid van de interface groter dan 120 Mbit/s, waarbij gebruik wordt gemaakt van vaste-koptechnieken; of

3.

“Voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd”;

c.

Apparatuur met een maximale digitale overbrengsnelheid van de interface groter dan 60 Mbit/s, ontworpen voor het ombouwen van digitale magneetbandvideorecorders voor gebruik als digitale instrumentatiegegevensrecorders;

d.

Niet-modulaire analoge oscilloscopen met een bandbreedte van 1 GHz of meer;

e.

Modulaire analoge oscilloscoopsystemen met een van de volgende kenmerken:

1.

Een hoofdorgaan met een bandbreedte van 1 GHz of groter; of

2.

Insteekmodulen met een individuele bandbreedte van 4 GHz of meer;

f.

Analoge bemonsteringsoscilloscopen voor het analyseren van periodieke verschijnselen met een effectieve bandbreedte groter dan 4 GHz;

g.

Digitale oscilloscopen en “transient recorders” die gebruikmaken van analoog-digitaalomzettingstechnieken, geschikt voor het opslaan van kortstondige verschijnselen door het opeenvolgend bemonsteren van eenmalige ingangssignalen met tussenpozen van minder dan 1 ns (meer dan 1 gigasample per seconde (GSPS)), met digitalisering naar een scheidend vermogen van 8 bit of beter en opslag van 256 of meer monsters.

Noot:

X.A.I.002 is van toepassing op de volgende speciaal ontworpen componenten voor analoge oscilloscopen:

1.

Plug-inmodulen;

2.

Externe versterkers;

3.

Voorversterkers;

4.

Bemonsteringstoestellen;

5.

Kathodestraalbuizen.

X.A.I.003

Specifieke verwerkingsapparatuur, anders dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, als hieronder:

a.

Frequentieomzetters geschikt om te werken in het frequentiegebied van 300 tot 600 Hz, anders dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

b.

Massaspectrometers, anders dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

c.

Alle flashröntgenmachines of componenten van op basis daarvan ontworpen gepulseerde voedingssystemen, met inbegrip van Marx-generatoren, pulsvormingsnetwerken met een hoog vermogen, hoogspanningscondensatoren en -triggers;

d.

Pulsversterkers, anders dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

e.

Elektronische apparatuur voor het genereren van tijdvertraging of het meten van tijdsinterval, als hieronder:

1.

Digitale generatoren met tijdvertraging met een resolutie van 50 nanoseconden of minder voor een tijdsinterval van 1 microseconde of meer; of

2.

Meerkanalige (d.w.z. drie kanalen of meer) of modulaire intervalmeters en chronometrische apparatuur met een resolutie van 50 nanoseconden of minder voor een tijdsinterval van 1 microseconde of meer;

f.

Chromatografie en spectrometrie analytische instrumenten.

X.B.I.001

Apparatuur voor de vervaardiging van elektronische componenten of materialen, als hieronder, en daarvoor speciaal ontworpen componenten en toebehoren.

a.

Apparatuur speciaal ontworpen voor de vervaardiging van elektronenbuizen, optische elementen en speciaal ontworpen componenten daarvoor, bedoeld in 3A001 (3) of X.A.I.001;

b.

Apparatuur speciaal ontworpen voor de productie van halfgeleiderelementen, geïntegreerde schakelingen en “elektronische samenstellingen”, als hieronder, en systemen die dergelijke apparatuur bevatten of er de kenmerken van hebben:

Noot:

X.B.I.001.b. is ook van toepassing op apparatuur die wordt gebruikt of aangepast voor gebruik bij de vervaardiging van andere elementen, zoals beeldvormers, elektro-optische elementen en elementen waarbij gebruik wordt gemaakt van akoestische golven.

1.

Apparatuur voor de verwerking van materialen voor de vervaardiging van hulpmiddelen en componenten als bedoeld in rubriek X.B.I.001.b, als hieronder:

Noot:

X.B.I.001 heeft geen betrekking op kwartsovenbuizen, ovenbekleding, eindeffectoren (“paddles”), ovenschuitjes (met uitzondering van speciaal ontworpen “caged boats”), gaswasflessen, cassettes of smeltkroezen speciaal ontworpen voor de in X.B.I.001.b.1. bedoelde verwerkingsapparatuur.

a.

Apparatuur voor de productie van polykristallijn silicium en materialen bedoeld in 3C001 (4);

b.

Apparatuur speciaal ontworpen voor het zuiveren of verwerken van III/V en II/VI halfgeleidermaterialen als bedoeld in 3C001, 3C002, 3C003, 3C004 of 3C005 (5), met uitzondering van kristaltrekkers, waarop X.B.I.001.b.1.c hieronder betrekking heeft;

c.

Kristaltrekkers en -ovens, als hieronder:

Noot:

X.B.I.001.b.1.c heeft geen betrekking op diffusie- en oxidatieovens.

1.

Uitgloei- of rekristalliseerapparatuur anders dan ovens met temperatuursuniformiteit voor grote energieoverdracht geschikt voor het bewerken van plakken (“wafers”) met een snelheid van 0,005 m2 per minuut;

2.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” kristaltrekkers met één of meer van de volgende kenmerken:

a.

Hervulbaar zonder vervanging van de smeltkroescontainer;

b.

Geschikt om te werken bij een druk hoger dan2,5 x 105 Pa; of

c.

Geschikt voor het trekken van kristallen met een diameter van meer dan 100 mm;

d.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” kristaltrekkers voor epitaxiale groei met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

Geschikt voor de productie van een laag van silicium met een laagdikte-uniformiteit beter dan ± 2,5 % over een afstand van 200 mm of meer;

2.

Geschikt voor de productie van een laag van een ander materiaal dan silicium met een laagdikte-uniformiteit van de wafer gelijk aan of beter dan ± 3,5 %; of

3.

Rotatie van afzonderlijke wafers tijdens de bewerking;

e.

Apparatuur voor het opbrengen van epitaxiale lagen door middel van moleculaire bundels;

f.

Magnetisch verbeterde sputterapparatuur met speciaal ontworpen geïntegreerde load-locks, geschikt voor load-lock-wafeltransport in een geïsoleerde vacuümomgeving;

g.

Apparatuur speciaal ontworpen voor ionenimplantatie, ionenversterkte of foto-versterkte diffusie, met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

Mogelijkheid om patronen te vormen;

2.

Stralingsenergie (versnellingsspanning) van meer dan 200 keV;

3.

Geoptimaliseerd om te werken bij een stralingsenergie (versnellingsspanning) van minder dan 10 keV; of

4.

Geschikt om met hoge energie zuurstof te implanteren in een verhit “substraat”;

h.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” apparatuur voor selectieve verwijdering (etsen) door middel van anisotrope droge methoden (bv. met plasma), als hieronder:

1.

“Batch”-typen met een van de volgende kenmerken:

a.

Eindpuntsbepaling, anders dan met optische emissiespectroscopietypen; of

b.

Bedrijfsdruk (voor etsen) van de reactor van 26,66 Pa of minder;

2.

“Single wafer”-typen met één of meer van de volgende kenmerken:

a.

Eindpuntsbepaling, anders dan met optische emissiespectroscopietypen;

b.

Bedrijfsdruk (voor etsen) van de reactor van 26,66 Pa of minder; of

c.

“Cassette-to-cassette” en “load lock” voor intern transport van wafers;

Noten:

1.

Onder “batch”-typen worden machines verstaan die niet speciaal ontworpen zijn voor de productiebewerking van afzonderlijke wafers. Dergelijke machines kunnen twee of meer wafers gelijktijdig bewerken met gemeenschappelijke procesparameters, zoals RF-vermogen, temperatuur, etsgassoorten, stroomsnelheden.

2.

Met “single wafer”-typen worden machines bedoeld die “speciaal ontworpen” zijn voor de productie van afzonderlijke wafers. Deze machines kunnen gebruikmaken van technieken voor automatisch intern transport van wafers om een enkele wafer in de bewerkingsapparatuur te laden. De definitie omvat apparatuur die meerdere wafers kan laden en bewerken, maar waarbij de etsparameters, zoals RF-vermogen of eindpunt, voor elke afzonderlijke wafer apart kunnen worden bepaald.

i.

Apparatuur voor “chemische afzetting uit de damplaag” (CVD), bv. met plasma ondersteunde CVD (PECVD) of fotoversterkte CVD, voor de fabricage van halfgeleiderelementen, met een van de volgende mogelijkheden voor het afzetten van oxiden, nitriden, metalen of polysilicum:

1.

Apparatuur voor “chemische afzetting uit de damplaag” die werkt onder 105 Pa; of

2.

PECVD-apparatuur werkend met een werkfrequentie van minder dan 60 Pa of met automatisch intern transport van wafers volgens “cassette-to-cassette” en “load lock”-methode;

Noot:

X.B.I.001.b.1.i heeft geen betrekking op systemen voor “chemische afzetting uit de damplaag” bij lage druk (LPCVD) of reactieve “sputter”-apparatuur.

j.

Elektronenbundelsystemen speciaal ontworpen of aangepast voor het vervaardigen van maskers of het bewerken van halfgeleiderelementen, met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

Elektrostatische bundeldeflectie;

2.

Gevormd niet-Gaussbundelprofiel;

3.

Digitaal-analoogomzettingssnelheid hoger dan 3 MHz;

4.

Digitaal-analoogomzettingsnauwkeurigheid van meer dan 12 bit; of

5.

Terugkoppelingsnauwkeurigheid van 1 micrometer of preciezer met betrekking tot de doel-bundelpositie;

Noot:

X.B.I.001.b.1.j heeft geen betrekking op systemen voor elektronenbundelafzetting of universele rasterelektronenmicroscopen.

k.

Apparatuur voor het afwerken van oppervlakken van halfgeleiderplakken (“wafers”), als hieronder:

1.

Speciaal ontworpen apparatuur voor het bewerken van de achterzijde van wafers die dunner zijn dan 100 micrometer en het later scheiden daarvan; of

2.

Speciaal ontworpen apparatuur voor het tot stand brengen van een oppervlakteruwheid van het actieve oppervlak van een bewerkte wafer met een waarde van 2 sigma van 2 micrometer of minder, totale meetklokuitslag (TIR);

Noot:

X.B.I.001.b.1.k heeft geen betrekking op enkelzijdige schuur- en polijstmachines voor afwerking van het oppervlak van wafers.

l.

Apparatuur voor onderlinge koppeling, waaronder gemeenschappelijke enkelvoudige of meervoudige vacuümkamers speciaal ontworpen om de integratie van in X.B.I.001 bedoelde apparatuur in een compleet systeem mogelijk te maken;

m.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” apparatuur die gebruikmaakt van “lasers” voor het herstellen of afbramen van “monolithische geïntegreerde schakelingen” met een van de volgende kenmerken:

1.

Instelnauwkeurigheid fijner dan ± 1 micrometer; of

2.

Brandpuntsvlak (groefbreedte) kleiner dan 3 micrometer.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.B.I.001.b.1 is “sputteren” een deklaagbekledingsprocedé waarbij positief geladen ionen worden versneld door een elektrisch veld naar het oppervlak van een trefplaat (deklaagmateriaal). De kinetische energie van de botsende ionen is voldoende om ervoor te zorgen dat atomen aan het oppervlak van de trefplaat vrijkomen en worden afgezet op het substraat. (Noot: Sputteren met een triode of magnetron en reactief sputteren, welke methoden worden toegepast om de hechting van de bekleding en de afzetsnelheid te vergroten, zijn gebruikelijke aanpassingen van het procedé.)

2.

Maskers, maskersubstraten, apparatuur voor de vervaardiging van maskers en beeldgeleiderapparatuur voor de vervaardiging van elementen en componenten als bedoeld in rubriek X.B.I.001, als hieronder:

Noot:

De term “maskers” verwijst naar de maskers gebruikt bij elektronenbundellithografie, röntgenlithografie en lithografie met ultraviolet licht, alsmede de gebruikelijke ultraviolette en zichtbare fotolithografie.

a.

Afgewerkte maskers, fijne optische netwerken (“reticles”) en ontwerpen daarvoor, met uitzondering van:

1.

Afgewerkte maskers of fijne optische netwerken (“reticles”) voor de vervaardiging van geïntegreerde schakelingen die niet onder 3A001 vallen (6); of

2.

Maskers of fijne optische netwerken met beide volgende eigenschappen:

a.

Het ontwerp is gebaseerd op geometrie van 2,5 micrometer of meer; en

b.

Het ontwerp bevat geen bijzondere kenmerken om het beoogde gebruik door middel van productieapparatuur of “programmatuur” te wijzigen;

b.

Maskersubstraten, als hieronder:

1.

Met een hard oppervlak (bv. chroom, silicium, molybdeen) beklede “substraten” (bv. glas, kwarts, saffier) voor het vervaardigen van maskers met afmetingen van meer dan 125 mm x 125 mm; of

2.

Substraten speciaal ontworpen voor röntgenmaskers;

c.

Apparatuur, andere dan computers voor algemeen gebruik, speciaal ontworpen voor computerondersteund ontwerp (CAD) van halfgeleiderelementen of geïntegreerde schakelingen;

d.

Uitrusting of machines, als hieronder, voor de vervaardiging van maskers of fijne optische netwerken (“reticles”):

1.

Foto-optische repeteercamera’s die “arrays” kunnen produceren groter dan 100 mm × 100 mm, of die één enkele belichting groter dan 6 × 6 mm in het beeldvlak (d.w.z. het brandpuntsvlak) kunnen produceren, of die lijnbreedten van minder dan 2,5 micrometer kunnen aanbrengen in de fotoresist op het “substraat”;

2.

Apparatuur voor de vervaardiging van maskers of fijne optische netwerken die gebruikmaakt van ionen- of “laser”-bundellithografie, geschikt voor het aanbrengen van lijnbreedten van minder dan 2,5 micrometer; of

3.

Uitrusting of houders voor het aanpassen van maskers of fijne optische netwerken of het toevoegen van zelfdragende emulsies om gebreken te verhelpen;

Noot:

X.B.I.001.b.2.d.1 en b.2.d.2 zijn niet van toepassing op apparatuur voor het vervaardigen van maskers waarbij gebruik wordt gemaakt van foto-optische methoden die ofwel vóór 1 januari 1980 in de handel verkrijgbaar was ofwel niet beter presteert dan dergelijke apparatuur.

e.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” apparatuur voor de inspectie van maskers, fijne optische netwerken of zelfdragende emulsies met:

1.

Een resolutie van 0,25 micrometer of preciezer; en

2.

Een nauwkeurigheid van 0,75 micrometer of preciezer over een afstand van één of twee coördinaten van 63,5 mm of meer;

Noot:

X.B.I.001.b.2.e heeft niet betrekking op universele rasterelektronenmicroscopen, tenzij speciaal ontworpen en uitgerust voor automatische patrooninspectie.

f.

Apparatuur voor uitrichten en belichten ten behoeve van de productie van wafers met behulp van foto-optische of röntgenmethoden, bijvoorbeeld lithografische apparatuur, met inbegrip van apparatuur voor projectiebeeldoverdracht en “step and repeat”-/repeteerapparatuur (“direct step on wafer”) of scannerapparatuur (“step and scan”), geschikt voor het vervullen van een van de volgende functies:

Noot:

X.B.I.001.b.2.f heeft geen betrekking op foto-optische op contact of nabijheid gebaseerde apparatuur voor het uitrichten en belichten van maskers, en evenmin op apparatuur voor contactbeeldoverdracht.

1.

Productie met een patroongrootte van minder dan 2,5 micrometer;

2.

Uitrichting met een nauwkeurigheid preciezer dan ± 0,25 micrometer (3 sigma);

3.

Machine-tot-machine-deklaag niet beter dan ± 0,3 micrometer; of

4.

Golflengte van de lichtbron korter dan 400 nm;

g.

Elektronenbundel-, ionenbundel- of röntgenapparatuur voor projectiebeeldoverdracht geschikt voor het produceren van patronen van minder dan 2,5 micrometer;

Noot:

Zie X.B.I.001.b.1.j voor afgebogen-en-gefocusseerde-bundelsystemen (systemen voor direct schrijven).

h.

Apparatuur met “lasers” voor direct schrijven op wafers en die patronen van minder dan 2,5 micrometer kan produceren.

3.

Apparatuur voor de assemblage van geïntegreerde schakelingen, als hieronder:

a.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” die-bonders met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

Speciaal ontworpen voor “hybride geïntegreerde schakelingen”;

2.

Een kruistafelbereik groter dan 37,5 × 37,5 mm; en

3.

Plaatsingsnauwkeurigheid in het X-Y-vlak preciezer dan ± 10 micrometer;

b.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” apparatuur voor het aanbrengen van meerdere bindingen in één enkele bewerking (bv. “beam lead bonders”, “chip carrier bonders” en “tape bonders”);

c.

Halfautomatische of automatische “hot cap sealers”, waarbij de toplaag plaatselijk wordt verwarmd tot een hogere temperatuur dan de pakketromp, speciaal ontworpen voor keramische microschakelingen bedoeld in 3A001 (7) en met een verwerkingscapaciteit van ten minste één pakket per minuut.

Noot:

X.B.I.001.b.3 heeft geen betrekking op puntlasapparaten voor algemeen gebruik.

4.

Filters voor schone kamers geschikt om te zorgen voor een atmosfeer met 10 of minder deeltjes van 0,3 micrometer of kleiner per 0,02832 m3 en de daartoe benodigde filtermaterialen.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.B.I.001 wordt onder “door een opgeslagen programma gestuurd” verstaan: gestuurd via in een elektronisch geheugen opgeslagen instructies die door een processor kunnen worden uitgevoerd om de verrichting van vooraf bepaalde functies te sturen. Apparatuur kan “door een opgeslagen programma gestuurd” zijn, ook al bevindt het elektronische geheugen zich niet in het apparaat zelf.

X.B.I.002

Apparatuur voor het inspecteren of testen van elektronische componenten en materialen, en speciaal ontworpen componenten en toebehoren daarvoor.

a.

Apparatuur speciaal ontworpen voor het inspecteren of testen van elektronenbuizen, optische elementen en speciaal ontworpen componenten daarvoor als bedoeld in 3A001 (8) of X.A.I.001;

b.

Apparatuur speciaal ontworpen voor het inspecteren of testen van halfgeleiderelementen, geïntegreerde schakelingen en “elektronische samenstellingen”, als hieronder, en systemen die de kenmerken van dergelijke apparatuur bevatten:

Noot:

X.B.I.002.b heeft ook betrekking op apparatuur gebruikt of aangepast voor gebruik bij het inspecteren of testen van andere apparaten, zoals beeldvormingsapparaten, elektro-optische apparaten en elementen waarbij gebruik wordt gemaakt van akoestische golven.

1.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” inspectieapparatuur voor de automatische detectie van gebreken, fouten of contaminanten van ten hoogste 0,6 micrometer in of op bewerkte wafers, substraten, met uitzondering van gedrukte schakelingen of chips, waarbij gebruik wordt gemaakt van optische-beeldverwervingstechnieken voor patroonvergelijking;

Noot:

X.B.I.002.b.1 heeft niet betrekking op universele rasterelektronenmicroscopen, tenzij speciaal ontworpen en uitgerust voor automatische patrooninspectie.

2.

Speciaal ontworpen “door een opgeslagen programma gestuurde” meet- en analyseapparatuur, als hieronder:

a.

Speciaal ontworpen voor de meting van het zuurstof- of koolstofgehalte in halfgeleidermaterialen;

b.

Apparatuur voor lijnbreedtemeting met een resolutie van 1 micrometer of fijner;

c.

Speciaal ontworpen vlakheidsmeetinstrumenten geschikt voor het meten van vlakheidsafwijkingen van 10 micrometer of minder met een resolutie van 1 micrometer of fijner.

3.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” apparatuur voor het testen van wafers die een of meer van de volgende kenmerken heeft:

a.

Instelnauwkeurigheid fijner dan 3,5 micrometer;

b.

Geschikt voor het testen van apparaten met meer dan 68 in-/uitgangspunten; of

c.

Geschikt voor het testen op een frequentie vanaf 1 GHz;

4.

Testapparatuur, als hieronder:

a.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” apparatuur speciaal ontworpen voor het testen van discrete halfgeleiderelementen en niet-omhulde schijfjes, geschikt voor het testen op frequenties vanaf 18 GHz;

Technische noot:

Discrete halfgeleiderelementen omvatten ook fotocellen en zonnecellen.

b.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” apparatuur speciaal ontworpen voor het testen van geïntegreerde schakelingen en “elektronische samenstellingen” ervan, geschikt voor het functioneel testen:

1.

Met een “patroonsnelheid” hoger dan 20 MHz; of

2.

Met een “patroonsnelheid” hoger dan 10 MHz doch niet hoger dan 20 MHz en geschikt voor het testen van pakketten van meer dan 68 in-/uitgangspunten.

Noten:

X.B.I.002.b.4.b heeft niet betrekking op testapparatuur speciaal ontworpen voor het testen van:

1.

Geheugens;

2.

“Samenstellingen” of een categorie “elektronische samenstellingen” voor toepassingen in huis of voor amusement; en

3.

Elektronische componenten, “elektronische samenstellingen” en geïntegreerde schakelingen niet bedoeld in 3A001 (9) of X.A.I.001, mits dergelijke testapparatuur geen computingfaciliteiten met “programmeerbaarheid door de gebruiker” bevat.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.B.I.002.b.4.b wordt onder “patroonsnelheid” de maximale frequentie van digitale werking van testapparatuur verstaan. Deze stemt derhalve overeen met de hoogste overbrengsnelheid van de testapparatuur in non-multiplexed mode. De patroonsnelheid wordt ook testsnelheid, maximale digitale frequentie of maximale digitale snelheid genoemd.

c.

Apparatuur speciaal ontworpen voor het bepalen van de prestaties van focal-plane arrays op golflengten van meer dan 1 200 nm met “door een opgeslagen programma gestuurde” metingen of computerondersteunde evaluaties die een of meer van de volgende kenmerken heeft:

1.

Gebruik van scanstralen met een brandpuntdiameter van minder dan 0,12 mm;

2.

Ontworpen voor het meten van fotogevoelige prestatieparameters en voor het evalueren van de frequentieresponsie, de modulatieoverdrachtsfunctie, de uniformiteit van de responsiviteit of van geluid; of

3.

Ontworpen voor het evalueren van arrays geschikt voor het vormen van beelden met meer lijnelementen dan 32 x 32;

5.

Testsystemen werkend met elektronenbundels ontworpen om te werken bij of onder 3 keV, of werkend met “laser”-bundels, voor het contactloos testen van halfgeleiderelementen die onder spanning staan, met een of meer van de volgende kenmerken:

a.

Werkend met een stroboscoop met bundelonderdrukking (beam blanking) dan wel detector strobing;

b.

Een elektronenspectrometer voor spanningsmetingen met een resolutie van minder dan 0,5 V; of

c.

Elektrische meetklemmen voor de analyse van de prestaties van geïntegreerde schakelingen;

Noot:

X.B.I.002.b.5 heeft niet betrekking op universele rasterelektronenmicroscopen tenzij speciaal ontworpen en uitgerust voor het contactloos testen van halfgeleiderelementen die onder spanning staan.

6.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” multifunctionele systemen werkend met gebundelde ionenstralen speciaal ontworpen voor het vervaardigen, het repareren, de fysieke layoutanalyse en het testen van maskers en halfgeleiderelementen, met een van de volgende kenmerken:

a.

Terugkoppelingsnauwkeurigheid van 1 micrometer of preciezer met betrekking tot de doel-bundelpositie; of

b.

Digitaal-analoogomzettingsnauwkeurigheid van meer dan 12 bit;

7.

Deeltjesmeetsystemen die gebruikmaken van “lasers” ontworpen voor het meten van de grootte en concentratie van deeltjes in de lucht, met beide van de volgende kenmerken:

a.

Geschikt voor het meten van de grootte van deeltjes van ten hoogste 0,2 micrometer met een doorstroomsnelheid van ten minste 0,02832 m3 per minuut; en

b.

Geschikt voor het classificeren van schone lucht, klasse 10 of beter.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.B.I.002 wordt onder “door een opgeslagen programma gestuurd” verstaan: gestuurd via in een elektronisch geheugen opgeslagen instructies die door een processor kunnen worden uitgevoerd om de verrichting van vooraf bepaalde functies te sturen. Apparatuur kan “door een opgeslagen programma gestuurd” zijn, ook al bevindt het elektronische geheugen zich niet in het apparaat zelf.

X.C.I.001

Positieve “resists” ontworpen voor halfgeleiderlithografie die optimaal geschikt zijn gemaakt voor gebruik bij golflengten tussen 370 en 193 nm.

X.D.I.001

“Programmatuur” speciaal ontworpen voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van elektronische apparaten of componenten als bedoeld in X.A.I.001, universele elektronische apparatuur als bedoeld in X.A.I.002, of vervaardigings- en testapparatuur als bedoeld in X.B.I.001 en X.B.I.002; of “programmatuur” speciaal ontworpen voor het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in 3B001.g en 3B001.h (10).

X.E.I.001

“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van elektronische apparaten of componenten als bedoeld in X.A.I.001, universele elektronische apparatuur als bedoeld in X.A.I.002, of vervaardigings- en testapparatuur als bedoeld in X.B.I.001 en X.B.I.002, of materialen als bedoeld in X.C.I.001.

Categorie II — Computers

Noot:

Categorie II heeft niet betrekking op voor persoonlijk gebruik bedoelde goederen van de natuurlijke personen.

X.A.II.001

Computers, “elektronische samenstellingen” en aanverwante apparatuur niet bedoeld in 4A001 of 4A003 (11), en speciaal ontworpen componenten daarvoor.

Noot:

De embargostatus van de in X.A.II.001 omschreven “digitale computers” en aanverwante apparatuur wordt bepaald door de embargostatus van andere apparatuur of systemen, mits:

a.

De “digitale computers” of aanverwante apparatuur essentieel zijn voor de werking van de andere apparatuur of systemen;

b.

De “digitale computers” of aanverwante apparatuur niet een “voornaamste deel” van de andere apparatuur of systemen vormen; en

NB 1:

De embargostatus van apparatuur voor “signaalverwerking” of “beeldverbetering” speciaal ontworpen voor andere apparatuur waarvan de functies beperkt zijn tot die welke noodzakelijk zijn voor die andere apparatuur, wordt bepaald door de embargostatus van die andere apparatuur, ook indien het criterium betreffende het “voornaamste deel” wordt overschreden.

NB 2:

Zie categorie 5 (Deel 1 – Telecommunicatie) voor de embargostatus van “digitale computers” en aanverwante apparatuur voor telecommunicatie-uitrusting (12).

c.

De “technologie” voor de “digitale computers” en aanverwante apparatuur wordt bepaald door 4E (13).

a.

Elektronische computers en aanverwante apparatuur, en “elektronische samenstellingen” en speciaal ontworpen componenten daarvoor, gespecificeerd om te werken bij een omgevingstemperatuur hoger dan 343 K (70 °C);

b.

“Digitale computers”, met inbegrip van apparatuur voor “signaalverwerking” of “beeldverbetering”, met een aangepast piekvermogen (“APP”) van ten minste 0,0128 gewogen TeraFLOPS (WT);

c.

“Elektronische samenstellingen” speciaal ontworpen of aangepast voor verhoging van de prestaties door samenvoeging van processoren, zoals hieronder:

1.

Zodanig ontworpen dat samenvoegingen in configuraties van 16 of meer processoren mogelijk zijn;

2.

Niet gebruikt;

Noot 1:

X.A.II.001.c is uitsluitend van toepassing op “elektronische samenstellingen” en programmeerbare onderlinge verbindingen met een “APP” dat de limieten van X.A.II.001.b niet te boven gaat, wanneer deze als niet-geïntegreerde “elektronische samenstellingen” worden geëxporteerd. Deze categorie is niet van toepassing op “elektronische samenstellingen” die van zichzelf door de aard van hun ontwerp beperkt zijn tot gebruik als aanverwante apparatuur als bedoeld in X.A.II.001.k.

Noot 2:

X.A.II.001.c heeft niet betrekking op een “elektronische samenstelling” speciaal ontworpen voor een product of groep van producten waarvan de maximale configuratie de limieten van X.A.II.001.b. niet te boven gaat.

d.

Niet gebruikt;

e.

Niet gebruikt;

f.

Apparatuur voor “signaalverwerking” of “beeldverbetering” met een aangepast piekvermogen (“APP”) van ten minste 0,0128 gewogen TeraFLOPS (WT);

g.

Niet gebruikt;

h.

Niet gebruikt;

i.

Apparatuur die “terminal interface-apparatuur” bevat welke de limieten van X.A.III.101 te boven gaat;

Technische noot:

Voor de toepassing van X.A.II.001.i wordt onder “terminal interfaceapparatuur” verstaan: apparatuur waar informatie het telecommunicatiesysteem binnenkomt of verlaat, bijvoorbeeld telefoon, datamachine en computer.

j.

Apparatuur speciaal ontworpen voor het extern onderling verbinden van “digitale computers” of aanverwante apparatuur waardoor communicatie met een gegevenssnelheid groter dan 80 Mb/s mogelijk wordt.

Noot:

X.A.II.001.j. heeft niet betrekking op interne onderlinge verbindingen (zoals backplanes, buses), passieve onderlinge verbindingen, “netwerktoegangsbesturingseenheden” of “communicatiekanaalbesturingseenheden”.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.A.II.001.j wordt onder “communicatiekanaalbesturingseenheden” verstaan: de fysieke verbinding die de stroom synchrone of asynchrone digitale informatie bestuurt. Deze bestaat uit een samenstelling die in de computer- of telecommunicatieapparatuur kan worden geïntegreerd teneinde toegang tot de communicatie te verschaffen.

k.

“Hybride computers” en “elektronische samenstellingen” en speciaal ontworpen componenten daarvoor die analoog-digitaalomzetters bevatten en alle volgende kenmerken hebben:

1.

32 of meer kanalen; en

2.

Een scheidend vermogen van ten minste 14 bit (plus tekenbit) met een omzettingssnelheid van ten minste 200 000 Hz.

X.D.II.001

“Programmatuur” voor de verificatie en validatie van “programma’s”, “programmatuur” voor het automatisch genereren van “broncodes” en besturingssysteem-“programmatuur” die speciaal ontworpen zijn voor apparatuur voor “real-timeverwerking”.

a.

“Programmatuur” voor de verificatie en validatie van “programma’s” waarbij gebruik wordt gemaakt van wiskundige en analytische technieken en die ontworpen of aangepast is voor “programma’s” met meer dan 500 000“broncode”-instructies;

b.

“Programmatuur” voor het automatisch genereren van “broncodes” uit gegevens die online verkregen zijn door middel van externe sensoren zoals beschreven in Verordening (EU) 2021/821; of

c.

Besturingssysteem-“programmatuur” speciaal ontworpen voor apparatuur voor “real-timeverwerking” waardoor een “globale onderbrekingswachttijd” van minder dan 20 microseconden gewaarborgd is.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.D.II.001 wordt onder “globale onderbrekingswachttijd” verstaan: de tijd die een computersysteem nodig heeft om een door een gebeurtenis veroorzaakte onderbreking te onderkennen, deze af te handelen en de processorinstelling tijdelijk over te schakelen naar een subsidiaire taak die resident is in het geheugen in afwachting van een onderbreking.

X.D.II.002

Andere dan de in 4D001 (14) bedoelde “programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in 4A101 (15), X.A.II.001.

X.E.II.001

“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in X.A.II.001, of “programmatuur” als bedoeld in X.D.II.001 of X.D.II.002.

X.E.II.001

“Technologie” voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur ontworpen voor “verwerking van meervoudige stromen van gegevens”.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.E.II.001 wordt onder “verwerking van meervoudige stromen van gegevens” verstaan: de op microprogramma's of de architectuur van apparatuur gebaseerde technieken die het verwerken van twee of meer datareeksen bestuurd door een of meer opdrachtreeksen mogelijk maken, bijvoorbeeld door middel van:

1.

“single instruction multiple data”-(SIMD)-architecturen zoals vector- of “array” verwerkingseenheden;

2.

“multiple single instruction multiple data”-(MSIMD)-architecturen;

3.

“multiple instruction multiple data”-(MIMD)-architecturen, met inbegrip van die welke hechtgekoppeld, kortgekoppeld of niet-hechtgekoppeld zijn; of

4.

gestructureerde “array” verwerkingselementen, met inbegrip van systolische “arrays”.

Categorie III. Deel 1 - Telecommunicatie

Noot:

Categorie III. Deel 1 heeft geen betrekking op goederen die bestemd zijn voor het persoonlijk gebruik van natuurlijke personen.

X.A.III.101

Telecommunicatieapparatuur.

a.

Alle soorten telecommunicatieapparatuur die niet onder 5A001.a (16) valt, speciaal ontworpen voor werktemperaturen buiten het gebied van 219 K (-54 °C) tot 397 K (124 °C).

b.

Telecommunicatie-transmissieapparatuur of -systemen, en speciaal daarvoor ontworpen componenten en toebehoren, met een van de volgende kenmerken, functies of eigenschappen:

Noot:

Telecommunicatie-transmissieapparatuur:

a.

Alle categorieën zoals hieronder vermeld of combinaties daarvan:

1.

Radioapparatuur (b.v. zenders, ontvangers en zender-ontvangers);

2.

Eindstations;

3.

Tussenversterkers;

4.

Lijnversterkers;

5.

Regeneratoren;

6.

Omzet- en codeerapparatuur (“transcoders”);

7.

Multiplexapparatuur (met inbegrip van statistische multiplex);

8.

Modulatoren/demodulatoren (modems);

9.

Transmultiplexapparatuur (zie aanbeveling G 701 van CCITT);

10.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” digitale kruisverbindingsapparatuur;

11.

“Poorten” en bruggen;

12.

“Mediatoegangseenheden”; en

b.

Apparatuur ontworpen voor gebruik voor communicatie over een of meer kanalen via:

1.

Draad (lijn);

2.

Coaxiaalkabel;

3.

Glasvezels;

4.

Elektromagnetische golven; of

5.

Akoestische golven onder water.

1.

Gebruikmakend van digitale technieken, met inbegrip van de digitale verwerking van analoge signalen, en ontworpen voor het werken bij een “digitale overbrengsnelheid” welke op het hoogste niveau van multiplexen hoger is dan 45 Mbit/s of een “totale digitale overbrengsnelheid” hoger dan 90 Mbit/s;

Noot:

Niet bedoeld wordt in X.A.III.101.b.1 apparatuur speciaal ontworpen voor integratie en werking in een satellietsysteem voor civiel gebruik.

2.

Modems die gebruikmaken van de “bandbreedte van een spraakkanaal” met een “gegevensdebiet” groter dan 9 600 bit/s;

3.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” digitale kruisverbindingsapparatuur met een “digitale overbrengsnelheid” hoger dan 8,5 Mbit/s per poort.

4.

Apparatuur die omvat:

a.

“Netwerktoegangsbesturingseenheden” en aanverwant gemeenschappelijk medium met een “digitale overbrengsnelheid” groter dan 33 Mbit/s; of

b.

“Communicatiekanaalbesturingseenheden” met een digitale uitvoer met een “gegevensdebiet” groter dan 64 000 bit/s per kanaal;

Noot:

Indien niet onder embargo vallende apparatuur een “netwerktoegangsbesturingseenheid” bevat, mag deze uitsluitend telecommunicatie-interfaces bevatten van de typen omschreven, doch niet onder embargo gesteld, in X.A.III.101.b.4.

5.

Gebruikmakend van een “laser” en met een of meer van de volgende kenmerken:

a.

Een transmissiegolflengte groter dan 1 000 nm; of

b.

Gebruikmakend van analoge technieken en met een bandbreedte groter dan 45 MHz;

c.

Gebruikmakend van coherente optische transmissietechnieken of coherente optische detectietechnieken (ook wel optische heterodyne of homodyne technieken genoemd);

d.

Gebruikmakend van golflengteverdeling-multiplexing (“wave length division multiplexing”)-technieken; of

e.

Met de functie “optische versterking”;

6.

Radioapparatuur met een in- of uitvoerwerkfrequentie hoger dan:

a.

31 GHz voor toepassing in satellietgrondstations; of

b.

26,5 GHz voor andere toepassingen;

Noot:

X.A.III.101.b.6. heeft geen betrekking op apparatuur voor civiel gebruik in overeenstemming met een door de ITU (International Telecommunications Union) toegewezen band tussen 26,5 en 31 GHz.

7.

Radioapparatuur:

a.

Die gebruikmaakt van kwadratuur-amplitudemodulatie (QAM)-technieken boven niveau 4 en met een “totale digitale overbrengsnelheid” hoger dan 8,5 Mbit/s;

b.

Die gebruikmaakt van kwadratuur-amplitudemodulatie (QAM)-technieken boven niveau 16 en met een “totale digitale overbrengsnelheid” gelijk aan of lager dan 8,5 Mbit/s;

c.

Die gebruikmaakt van andere digitale modulatietechnieken en met een “spectrumrendement” van meer dan 3 bit/sec/Hz; of

d.

Met werkfrequentie in de 1,5 MHz tot 87,5 MHz band en met adaptieve technieken die meer dan 15 dB onderdrukking van storende signalen verschaffen.

Noten:

 

1.

Niet bedoeld wordt in X.A.III.101.b.7 apparatuur speciaal ontworpen voor integratie en werking in een satellietsysteem voor civiel gebruik.

2.

Niet bedoeld wordt in X.A.III.101.b.7 radioapparatuur voor werking in een door de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) toegewezen band:

a.

Met één of meer van de volgende eigenschappen:

1.

Niet hoger dan 960 MHz; of

2.

Met een “totale digitale overbrengsnelheid” niet hoger dan 8,5 Mbit/s; en

b.

Met een “spectrumrendement” niet hoger dan 4 bit/sec/Hz.

c.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” schakelapparatuur en aanverwante signaleringssystemen, met een of meer van de volgende kenmerken, functies of eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen componenten en toebehoren:

Noot:

Statistische multiplexers met digitale invoer en digitale uitvoer die schakelfuncties uitvoeren, worden behandeld als “door een opgeslagen programma gestuurde” schakelapparatuur.

1.

Andere dan in de CML of Verordening (EU) 2021/821 bedoelde apparatuur of systemen voor “data(berichten)-uitwisseling”, ontworpen voor pakketschakeling en elektronische voorgemonteerde delen en componenten daarvoor.

2.

Niet gebruikt;

3.

Routebepaling of schakelen van “datagram”-pakketten;

Noot:

X.A.III.101.c.3 heeft geen betrekking op netwerken die uitsluitend gebruikmaken van “netwerktoegangsbesturingseenheden” of op “netwerktoegangsbesturingseenheden” zelf.

4.

Niet gebruikt;

5.

Verbindingen tot stand brengen met prioriteit en preëmptie op verscheidene lagen;

Noot:

Niet bedoeld is in X.A.III.101.c.5 het preëmptief op één niveau tot stand brengen van verbindingen.

6.

Ontworpen voor de automatische overdracht van oproepen in radionetten met celopbouw naar een andere schakelcentrale in het cellulaire net of voor de automatische verbinding met een gecentraliseerde, voor meer dan één centrale dienende abonneegegevensbank;

7.

“Door een opgeslagen programma gestuurde” digitale kruisverbindingsapparatuur met een “digitale overbrengsnelheid” hoger dan 8,5 Mbit/s per poort.

8.

Apparatuur waarin gebruik wordt gemaakt van “eenkanaalsignalisering” in niet-verbonden of quasi-verbonden bedrijfswijze;

9.

“Dynamische adaptieve routebepaling”;

10.

Pakketschakelcentrales, lijnschakelcentrales en routeschakelaars met poorten en lijnen die één van beide volgende limieten te boven gaan:

a.

Een “gegevensdebiet” van 64 000 bit/s per kanaal voor een “communicatiekanaalbesturingseenheid”; of

Noot:

X.A.III.101.c.10.a heeft geen betrekking op multiplex samengestelde verbindingen die uitsluitend bestaan uit communicatiekanalen die niet individueel onder X.A.III.101.b.1 vallen.

b.

Een “digitale overbrengsnelheid” van 33 Mbit/s voor een “netwerktoegangsbesturingseenheid” en aanverwant gemeenschappelijk medium;

Noot:

X.A.III.101.c.10 heeft geen betrekking op pakketschakelcentrales of routeschakelaars met poorten en lijnen die de limieten in X.A.III.101.c.10 niet te boven gaan.

11.

“Optisch schakelen”;

12.

Gebruikmakend van “Asynchrone Transfer Modus” (ATM)-technieken;

d.

Glasvezel en glasvezelkabel met een lengte van meer dan 50 m, ontworpen voor monomoduswerking;

e.

Gecentraliseerde besturing van het netwerk met beide volgende kenmerken:

1.

Ontvangt gegevens van de knooppunten, en

2.

Verwerkt deze gegevens ten behoeve van besturing van het verkeer zonder dat de telefonist beslissingen hoeft te nemen, zodat het systeem “dynamische adaptieve routebepaling” uitvoert;

Noot 1:

Onder X.A.III.101.e vallen niet de beslissingen ten aanzien van routebepaling aan de hand van vooraf vastgelegde gegevens.

Noot 2:

X.A.III.101.e sluit niet uit besturing van het verkeer als een functie van voorspelbare statistische verkeersomstandigheden.

f.

Fasegestuurde antennesystemen opgebouwd uit een aantal identieke antennes (“phased array antennae”) met een werkfrequentie hoger dan 10,5 GHz en met actieve elementen en verspreide of componenten, en zodanig ontworpen dat elektronische besturing van de vorm en richting van de bundel mogelijk is, met uitzondering van landingssystemen met instrumenten die voldoen aan de normen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) (microgolflandingssystemen (MLS)).

g.

Andere dan in de CML of Verordening (EU) 2021/821 bedoelde mobiele communicatieapparatuur, elektronische voorgemonteerde delen en componenten daarvoor; of

h.

Andere dan in de CML of Verordening (EU) 2021/821 bedoelde radiorelaiscommunicatieapparatuur ontworpen voor gebruik bij frequenties gelijk aan of hoger dan 19,7 GHz en componenten daarvoor.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.A.III.101:

1)

“Asynchrone transmissiemodus” (“ATM”): een transfermodus waarbij de informatie is geordend in cellen; deze is asynchroon in die zin dat de manier waarop de cellen zich herhalen afhankelijk is van de vereiste of momentele bitsnelheid.

2)

“Bandbreedte van een spraakkanaal”: bij datacommunicatieapparatuur ontworpen om te werken binnen een spraakkanaal van 3 100 Hz, volgens de definitie in CCITT-aanbevelingen G.151.

3)

“Communicatiekanaalbesturingseenheid”: de fysieke verbinding die de stroom synchrone of asynchrone digitale informatie bestuurt. Deze bestaat uit een samenstelling die in de computer- of telecommunicatieapparatuur kan worden geïntegreerd teneinde toegang tot de communicatie te verschaffen.

4)

“Datagram”: een op zichzelf staand, onafhankelijk gegevenspakket dat voldoende informatie bevat om van de signaalapparatuur (“data terminal equipment”) van oorsprong naar de signaalapparatuur van bestemming te worden verzonden zonder dat het afhankelijk is van een voorafgaande uitwisseling van gegevens tussen deze signaalapparatuur van oorsprong en van bestemming en het transporterende netwerk.

5)

“Snel selecteren”: een faciliteit die kan worden toegepast bij virtuele oproepen, waardoor de mogelijkheid van signaalapparatuur (“data terminal equipment”) om gegevens te verzenden in gespreksopbouw- en beëindigings-“pakketten” groter wordt dan de basisspecificaties van een virtuele oproep.

6)

“Poort”: de door iedere combinatie van apparatuur en “programmatuur” gerealiseerde functie van het uitvoeren van de omzetting van standaardregels voor de weergave, verwerking of communicatie van gegevens die in het ene systeem worden toegepast, in de overeenkomstige doch verschillende standaardregels die worden toegepast in een ander systeem.

7)

“Digitaal netwerk voor geïntegreerde diensten” (ISDN): een samengebundeld eind-tot-eind-netwerk, waarin gegevens afkomstig van alle soorten communicatie (b.v. spraak, tekst, stilstaande en bewegende beelden) van één poort (terminal) in de telefoon(schakel)centrale via één toegangslijn naar en van de abonnee worden verzonden.

8)

“Pakket”: een groep binaire cijfers die gegevens en oproepbesturingssignalen bevat en als één samengesteld geheel wordt geschakeld. De gegevens, oproepbesturingssignalen en eventuele foutenbesturingsgegevens zijn in een voorgeschreven opmaak gerangschikt.

9)

“Eenkanaalsignalisering”: transmissie van besturingsinformatie (signalering) via een ander kanaal dan het kanaal dat voor de berichten wordt gebruikt. Met het signaleringskanaal worden doorgaans meerdere berichtenkanalen bestuurd.

10)

“Gegevensdebiet”: de zendsnelheid zoals gedefinieerd in aanbeveling 53-36 van de Internationale Telecommunicatie Unie ( ITU), ermee rekening houdend dat voor niet-binaire modulatie baud en bit per seconde niet hetzelfde zijn. Bits voor codeer-, controle- en synchronisatiefuncties worden meegeteld.

11)

“Dynamische adaptieve routebepaling”: automatische aanpassing van de route van verkeer op basis van de waarneming en analyse van actuele feitelijke netwerkomstandigheden.

12)

“Mediumtoegangseenheid”: apparatuur die één of meer communicatie-interfaces bevat (“toegangsbesturingseenheid voor netwerken”, “communicatiekanaalbesturingseenheid”, modem of computerhoofdlijn) voor het aansluiten van eindapparatuur op een netwerk.

13)

“Spectrumrendement”: “digitale overbrengsnelheid” [bits/s] / 6 dB spectrumbandbreedte in Hz.

14)

“Door een opgeslagen programma gestuurd”: gestuurd via in een elektronisch geheugen opgeslagen instructies die door een processor kunnen worden uitgevoerd om de verrichting van vooraf bepaalde functies te sturen. Noot: Apparatuur kan “door een opgeslagen programma gestuurd” zijn, ook al bevindt het elektronische geheugen zich niet in het apparaat zelf.

X.B.III.101

Andere dan in de CML of Verordening (EU) 2021/821 bedoelde telecommunicatie-testapparatuur.

X.C.III.101

Halffabrikaten (“preforms”) van glas of enig ander materiaal dat optimaal geschikt is gemaakt voor de fabricage van glasvezels bedoeld in X.A.III.101.

X.D.III.101

“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen, bedoeld in X.A.III.101 en X.B.III.101, en programmatuur voor dynamische adaptieve routebepaling, als hieronder beschreven:

a.

“Programmatuur”, anders dan in machinegerichte vorm, speciaal ontworpen voor “dynamische adaptieve routebepaling”.

b.

Niet gebruikt;

X.E.III.101

“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in X.A.III.101 of X.B.III.101, of “programmatuur” als bedoeld in X.D.III.101, en andere “technologieën”, als hieronder:

a.

Specifieke “technologie”, als hieronder:

1.

“Technologie” voor het bewerken en aanbrengen van bekleding op glasvezels, speciaal ontworpen om deze geschikt te maken voor gebruik onder water;

2.

“Technologie” voor de “ontwikkeling” van apparatuur die gebruikmaakt van “synchrone digitale hiërarchie” (SDH)- of “synchrone optische netwerk” (SONET)-technieken.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.E.III.101:

1)

“Synchrone digitale hiërarchie” (SDH): een digitale hiërarchie die een middel verschaft voor het beheren, multiplexen en benaderen van verschillende vormen van digitaal verkeer door gebruik te maken van een synchrone transmissieopmaak op verschillende soorten media. De opmaak is gebaseerd op de Synchrone Transport Module (STM) die is gedefinieerd in CCITT-aanbevelingen G.703, G.707, G.708, G.709 en nog te publiceren andere aanbevelingen. De snelheid van de eerste orde van “SDH” is 155,52 Mbits/s.

2)

“Synchroon glasvezelnetwerk” (SONET): een netwerk dat een middel verschaft voor het beheren, multiplexen en benaderen van verschillende vormen van digitaal verkeer door gebruik te maken van een synchrone transmissieopmaak op glasvezels. De opmaak is de Noordamerikaanse versie van “SDH” en maakt eveneens gebruik van de Synchrone Transport Module (STM). SONET hanteert echter het Synchrone Transport Signaal (STS) als de basistransportmodule met een snelheid van de eerste orde van 51,81 Mbits/s. De SONET-standaarden worden momenteel geïntegreerd in die van “SDH”.

Categorie III. Deel 2 - Informatiebeveiliging

Noot:

Categorie III. Deel 2 heeft geen betrekking op goederen die bestemd zijn voor het persoonlijk gebruik van natuurlijke personen.

X.A.III.201

Apparatuur, als hieronder:

a.

Niet gebruikt;

b.

Niet gebruikt;

c.

Goederen die zijn ingedeeld als versleuteling voor de massamarkt overeenkomstig de cryptografienoot – noot 3 bij categorie 5, deel 2 (17).

X.D.III.201

“Programmatuur” voor “informatiebeveiliging”, als hieronder:

Noot:

Dit punt heeft geen betrekking op “programmatuur” die is ontworpen of aangepast om bescherming te bieden tegen kwaadaardige computerschade, bv. virussen, waarbij het gebruik van “cryptografie” beperkt is tot authenticatie, digitale handtekening en/of ontsleuteling van gegevens of bestanden.

a.

Niet gebruikt;

b.

Niet gebruikt;

c.

Programmatuur die is ingedeeld als versleuteling voor de massamarkt overeenkomstig de cryptografienoot – noot 3 bij categorie 5, deel 2 (18).

X.E.III.201

“Technologie” voor “informatiebeveiliging” overeenkomstig de algemene technologienoot, als hieronder:

a.

Niet gebruikt;

b.

Andere dan in de CML of Verordening (EU) 2021/821 bedoelde “Technologie” voor het “gebruik” van massamarktgoederen als bedoeld in X.A.III.201.c of “programmatuur” voor de massamarkt als bedoeld in X.D.III.201.c.

Categorie IV – Sensoren en Lasers

X.A.IV.001

Akoestische apparatuur voor toepassingen te land of op zee, geschikt voor het detecteren of lokaliseren van voorwerpen of kenmerken of het positioneren van oppervlaktevaartuigen of onderwatervoertuigen; en andere dan in de CML of Verordening (EU) 2021/821 bedoelde speciaal daarvoor ontworpen componenten.

X.A.IV.002

Optische sensoren, als hieronder:

a.

Beeldversterkerbuizen en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor, als hieronder:

1.

Beeldversterkerbuizen met alle volgende eigenschappen:

a.

Een grootste gevoeligheid bij een golflengte van meer dan 400 nm doch niet meer dan 1 050 nm;

b.

Een microkanalenplaat voor elektronische beeldversterking met een afstand tussen de gaten (kanalen) (hart op hart gemeten) van minder dan 25 micrometer; en

c.

Met één of meer van de volgende eigenschappen:

1.

Een S-20-, S-25- of multi-alkali-fotokathode; of

2.

Een GaAs- of GalnAs-fotokathode;

2.

Speciaal ontworpen microkanalenplaten met beide volgende kenmerken:

a.

15 000 of meer kanalen per plaat; en

b.

Afstand tussen de gaten (kanalen) (hart op hart gemeten) van minder dan 25 micrometer.

b.

Apparatuur voor directe beeldvorming, werkend in het zichtbare of infrarode spectrum met versterkerbuizen, die de in X.A.IV.002.a.1 vermelde eigenschappen heeft.

X.A.IV.003

Camera’s, als hieronder:

a.

Camera’s die voldoen aan de criteria van noot 3 bij 6A003.b.4 (19).

b.

Niet gebruikt;

X.A.IV.004

Optische apparatuur, als hieronder:

a.

Optische filters:

1.

Voor golflengten langer dan 250 nm, bestaande uit verscheidene optische bekledingslagen en met één van beide onderstaande kenmerken:

a.

Bandbreedte gelijk aan of kleiner dan 1 nm volledige breedte op halve intensiteit (full width half intensity (FWHI)) en grootste doorlating van 90 % of meer; of

b.

Bandbreedte gelijk aan of kleiner dan 0,1 nm volledige breedte op halve intensiteit (full width half intensity (FWHI)) en grootste doorlating van 50 % of meer;

Noot:

Niet bedoeld worden in X.A.IV.004 optische filters met vaste luchtspleten of filters van het Lyot-type.

2.

Voor golflengten langer dan 250 nm, met alle volgende kenmerken:

a.

Afstembaar over een spectrumgebied van 500 nm of meer;

b.

Momenteel optisch bandfilter van 1,25 nm of minder;

c.

Golflengte binnen 0,1 ms terugstelbaar met een nauwkeurigheid van 1 nm of beter binnen het afstembare spectrumgebied; en

d.

Een enkelvoudige doorlatingspiek van 91 % of meer;

3.

Optische ondoorzichtigheidsschakelaars (filters) met een gezichtsveld van 30° of breder en een reactietijd gelijk aan of minder dan 1 ns;

b.

“Fluorvezel”-kabel of “glasvezels” daarvoor met een verzwakking van minder dan 4 dB/km in het golflengtegebied van 1 000 nm tot 3 000 nm.

Technische noot: Voor de toepassing van X.A.IV.004.b wordt onder “fluorvezel” verstaan vezels vervaardigd van bulk fluorideverbindingen.

X.A.IV.005

“Lasers”, als hieronder:

a.

Koolstofdioxide (CO2)-”lasers” met één of meer van de volgende eigenschappen:

1.

Een CW (continugolf)-uitgangsvermogen van meer dan 10 kW;

2.

Een gepulseerd vermogen met een “pulsduur” van meer dan 10 μs; en

a.

Een gemiddeld uitgangsvermogen van meer dan 10 kW; of

b.

Een gepulseerd “piekvermogen” van meer dan 100 kW; of

3.

Een gepulseerd vermogen met een “pulsduur” gelijk aan of minder dan 10 μs; en

a.

Een pulsenergie van meer dan 5 J per impuls en een “piekvermogen” van meer dan 2,5 kW; of

b.

Een gemiddeld uitgangsvermogen van meer dan 2,5 kW;

b.

Halfgeleider-“lasers”, als hieronder:

1.

Afzonderlijke halfgeleider-“lasers” met enkelvoudige transversale modus met één van de volgende eigenschappen:

a.

Een gemiddeld uitgangsvermogen van meer dan 100 mW; of

b.

Een golflengte langer dan 1 050 nm;

2.

Afzonderlijke, halfgeleider-“lasers” met verschillende transversale modi, of series (“arrays”) van afzonderlijke halfgeleider-“lasers”, met een golflengte langer dan 1 050 nm;

c.

Robijn-“lasers” met een uitgangsenergie van meer dan 20 J per impuls;

d.

Niet-“afstembare”“gepulseerde lasers” met een golflengte-output van meer dan 975 nm doch niet meer dan 1 150 nm, en één of meer van de volgende eigenschappen:

1.

Een “pulsduur” van 1 ns of meer doch niet meer dan 1 μs en met één of meer van de volgende eigenschappen:

a.

Een uitvoer met een enkelvoudige transversale modus, met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

“Wall-plug efficiency” van meer dan 12 % en een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 10 W, geschikt om te werken met een pulsherhalingsfrequentie van meer dan 1 kHz; of

2.

Een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 20 W; of

b.

Een uitvoer met verschillende transversale modi en met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

“Wall-plug efficiency” van meer dan 18 % en een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 30 W;

2.

Een “piekvermogen” van meer dan 200 MW; of

3.

Een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 50 W; of

2.

Een “pulsduur” van meer dan 1 μs en met één of meer van de volgende kenmerken:

a.

Een uitvoer met een enkelvoudige transversale modus, met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

“Wall-plug efficiency” van meer dan 12 % en een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 10 W, geschikt om te werken met een pulsherhalingsfrequentie van meer dan 1 kHz; of

2.

Een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 20 W; of

b.

Een uitvoer met verschillende transversale modi en met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

“Wall-plug efficiency” van meer dan 18 % en een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 30 W; of

2.

Een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 500 W;

e.

Niet-“afstembare”“lasers” met continugolf (CW) met een golflengte-output van meer dan 975 nm doch niet meer dan 1 150 nm, en één of meer van de volgende eigenschappen:

1.

Een uitvoer met een enkelvoudige transversale modus, met één of meer van de volgende kenmerken:

a.

“Wall-plug efficiency” van meer dan 12 % en een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 10 W, geschikt om te werken met een pulsherhalingsfrequentie van meer dan 1 kHz; of

b.

Een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 50 W; of

2.

Een uitvoer met verschillende transversale modi en met één of meer van de volgende kenmerken:

a.

“Wall-plug efficiency” van meer dan 18 % en een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 30 W; of

b.

Een “gemiddeld uitgangsvermogen” van meer dan 500 W;

Noot:

X.A.IV.005.e.2.b. omvat geen industriële “lasers” met “verschillende transversale modi” met een uitgangsvermogen van minder dan of gelijk aan 2 kW en een totale massa van meer dan 1 200 kg. In deze noot omvat de totale massa alle componenten die nodig zijn om de “laser” te laten werken, bv. “laser”-stroombron, warmtewisselaar, maar geen externe optische apparatuur voor conditionering en/of transmissie van de straal.

f.

Niet-afstembare “lasers” met een golflengte-output van meer dan 1 400 nm doch niet meer dan 1 555 nm, en één of meer van de volgende eigenschappen:

1.

Een uitgangsenergie per impuls van meer dan 100 mJ en een gepulseerd “piekvermogen” van meer dan 1 W; of

2.

Een gemiddeld of CW (continugolf)-uitgangsvermogen van meer dan 1 W;

g.

Vrije elektronen-“lasers”.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.A.IV.005 wordt onder “Wall-plug efficiency” verstaan de verhouding tussen het “laser”-uitgangsvermogen (of “gemiddeld uitgangsvermogen”) en het elektrische ingangsvermogen dat nodig is om met de “laser” te werken, inclusief conditionering van de stroombron en thermische conditionering warmtewisselaar.

X.A.IV.006

“Magnetometers”, “supergeleidende” elektromagnetische sensoren, en speciaal daarvoor ontworpen componenten, als hieronder:

a.

“Magnetometers”, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, met een “gevoeligheid” lager (beter) dan 1,0 nT effectieve waarde (rms) per vierkantswortel Hz.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.A.IV.006.a wordt onder “gevoeligheid” (of ruisniveau) verstaan de effectieve waarde van het componentspecifieke laagst meetbare achtergrondgeluid.

b.

“Supergeleidende” elektromagnetische sensoren, componenten vervaardigd van “supergeleidende” materialen:

1.

Ontworpen om te werken bij temperaturen beneden de “kritische temperatuur” van ten minste één van de “supergeleidende” componenten (met inbegrip van Josephson-effect-elementen en “supergeleidende” quantuminterferentie-elementen (“Squids”));

2.

Ontworpen voor het meten van magnetische veldsterkteschommelingen bij een frequentie van 1 KHz of minder; en

3.

Met een of meer van de volgende kenmerken:

a.

Met dunne-laag-“Squids” met een minimale elementafmeting kleiner dan 2 micrometer en met bijbehorende koppelschakelingen voor in- en uitvoer;

b.

Ontworpen om te werken met een zwenking van het magnetische veld groter dan 1 × 106 quanta magnetische flux per seconde;

c.

Ontworpen om te werken in het aardveld zonder magnetische afscherming; of

d.

Met een temperatuurcoëfficiënt lager (kleiner) dan 0,1 quantum magnetische flux/K.

X.A.IV.007

Zwaartekrachtmeters (gravimeters) voor gebruik te land, anders dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, als hieronder:

a.

Met een statische nauwkeurigheid kleiner (beter) dan 100 μGal; of

b.

Van het type met kwartselement (Worden-type).

X.A.IV.008

Radarsystemen, apparatuur en belangrijke componenten andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, en speciaal daarvoor ontworpen componenten, als hieronder:

a.

Radarapparatuur voor aan boord van luchtvaartuigen, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, en speciaal daarvoor ontworpen componenten.

b.

“Voor gebruik in de ruimte gekwalificeerde”“laser”-radar of lichtdetectie- en afstandsbepalingsapparatuur (LIDAR) speciaal ontworpen voor landmetingen of meteorologische waarnemingen.

c.

Radarbeeldvormingssystemen met millimetergolfzichtverbetering speciaal ontworpen voor draaivleugelvliegtuigen, met alle volgende kenmerken:

1.

Geschikt om te werken in het frequentiegebied van 94 GHz;

2.

Een gemiddeld uitgangsvermogen van minder dan 20 mW;

3.

Radarstraalbreedte van 1 graad; en

4.

Operationeel bereik gelijk aan of groter dan 1 500 m.

X.A.IV.009

Specifieke verwerkingsapparatuur, als hieronder:

a.

Seismologische detectieapparatuur niet bedoeld in X.A.IV.009.c.

b.

Stralingsharde tv-camera’s, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821.

c.

Seismologische inbraakdetectiesystemen die de lager van de bron van een gedetecteerd signaal detecteren, indelen en bepalen.

X.B.IV.001

Apparatuur, met inbegrip van gereedschap, matrijzen, armaturen of pasmallen, en andere speciaal ontworpen componenten en toebehoren daarvoor, speciaal ontworpen of aangepast voor:

a.

De vervaardiging of inspectie van:

1.

Magneetveldondulatoren (“wigglers”) voor vrije-elektronenlasers;

2.

Fotoinjecteurs voor vrije-elektronenlasers;

b.

Voor de afstelling van het longitudinale magneetveld van vrije-elektronen-“lasers” overeenkomstig de vereiste toleranties.

X.C.IV.001

Glasvezels voor detectoren met een aangepaste structuur voor een “beat length” kleiner dan 500 mm (sterk dubbelbrekend) of niet in 6C002.b (20) beschreven materialen voor optische sensoren met een zinkgehalte van gelijk aan of meer dan 6 % per “molfractie”.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.C.IV.001:

1)

wordt onder “molfractie” verstaan de verhouding tussen het aantal mol van ZnTe en de som van de aantallen mol van CdTe en ZnTe in het kristal;

2)

wordt onder “beat length” verstaan de afstand die twee orthogonaal gepolariseerde signalen, die aanvankelijk in fase zijn, moeten afleggen teneinde 2 pi radiaal faseverschil te verkrijgen.

X.C.IV.002

Optische materialen, als hieronder:

a.

Materialen met lage optische absorptie, als hieronder:

1.

Fluorideverbindingen in massa die bestanddelen bevatten met een zuiverheid van 99,999 % of meer; of

Noot:

X.C.IV.002.a.1 heeft betrekking op fluoriden van zirkonium of aluminium en varianten daarvan.

2.

Fluorideglas in massa gemaakt van de verbindingen als bedoeld in 6C004.e.1 (21);

b.

“Halffabrikaten (“preforms”) voor glasvezels” gemaakt van fluorideverbindingen in massa die bestanddelen bevatten met een zuiverheid van 99,999 % of meer, “speciaal ontworpen” voor de vervaardiging van de “fluoridevezels” als bedoeld in X.A.IV.004.b.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.C.IV.002:

1)

wordt onder “fluoridevezels” verstaan vezels vervaardigd van bulk fluorideverbindingen;

2)

wordt onder “halffabrikaten (“preforms”) voor glasvezels” verstaan staven, ruwe gietstukken of stangen van glas, kunststof of andere materialen die speciaal zijn bewerkt om te worden gebruikt bij de vervaardiging van glasvezels. De eigenschappen van het halffabrikaat bepalen de basiseigenschappen van de daaruit getrokken glasvezels.

X.D.IV.001

“Programmatuur”, anders dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, speciaal ontworpen voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen als bedoeld in 6A002, 6A003 (22), X.A.IV.001, X.A.IV.006, X.A.IV.007, of X.A.IV.008.

X.D.IV.002

“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur, als bedoeld in X.A.IV.002, X.A.IV.004, or X.A.IV.005.

X.D.IV.003

Overige “programmatuur”, als hieronder:

a.

Toepassings-“programma’s” van luchtverkeersleidings- (ATC) “programmatuur” die zijn geïnstalleerd op universele computers geplaatst in een luchtverkeersleidingscentrum en geschikt voor het automatisch doorgeven van primaire radardoelgegevens (indien niet samengevoegd met secundaire loodsradar- (SSR) gegevens) van het gastheer-ATC-centrum aan een ander ATC-centrum.

b.

“Programmatuur” speciaal ontworpen voor seismologische inbraakdetectiesystemen in X.A.IV.009.c.

c.

“Broncode” speciaal ontworpen voor seismologische inbraakdetectiesystemen in X.A.IV.009.c.

X.E.IV.001

“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in X.A.IV.001, X.A.IV.006, X.A.IV.007, X.A.IV.008 of X.A.IV.009.c.

X.E.IV.002

“Technologie” voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur, materialen of “programmatuur” als bedoeld in X.A.IV.002, X.A.IV.004, of X.A.IV.005, X.B.IV.001, X.C.IV.001, X.C.IV.002, of X.D.IV.003.

X.E.IV.003

Andere “technologie”, als hieronder:

a.

Optische fabricagetechnologieën voor serieproductie van optische componenten in een tempo van meer dan 10 m 2 oppervlak per jaar op één enkele as en met:

1.

Een productieoppervlak groter dan 1 m2; en

2.

Een oppervlaktegetal groter dan λ/10 effectief (rms) bij de aangewezen golflengte;

b.

“Technologie” voor optische filters met een bandbreedte gelijk aan of minder dan 10 nm, een gezichtsveld (FOV) groter dan 40° en een resolutie groter dan 0,75 lijnenparen per milliradiaal;

c.

“Technologie” voor de “ontwikkeling” of de “productie” van camera’s als bedoeld in X.A.IV.003;

d.

“Technologie”, noodzakelijk voor de “ontwikkeling” of de “productie” van niet-triaxiale “magnetometers” of niet-triaxiale “magnetometer”-systemen met aardinductie, met één of meer van de volgende kenmerken:

1.

“Gevoeligheid” lager (beter) dan 0,05 nT (rms) effectieve waarde per vierkantswortel Hz bij een frequentie lager dan 1 Hz; of

2.

“Gevoeligheid” lager (beter) dan 1 × 10-3 nT effectieve waarde (rms) per vierkantswortel Hz bij frequenties van 1 Hz of meer.

e.

“Technologie” noodzakelijk voor de “ontwikkeling” of de “productie” van instrumenten voor opwaartse infraroodconversie met alle volgende eigenschappen:

1.

Een gevoeligheid bij een golflengte van meer dan 700 nm doch niet meer dan 1 500 nm; en

2.

Een combinatie van een infraroodfotodetector, lichtdiode (OLED) en nanokristal om infraroodlicht te converteren naar zichtbaar licht.

Technische noot:

Voor de toepassing van X.E.IV.003 wordt onder “gevoeligheid” (of ruisniveau) verstaan de effectieve waarde van het componentspecifieke laagst meetbare achtergrondgeluid.

Categorie V — Navigatie en vliegtuigelektronica

X.A.V.001

Boordcommunicatieapparatuur, alle instrumentatiesystemen voor traagheidsnavigatie in “luchtvaartuigen”, en andere avionische apparatuur, met inbegrip van componenten, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821.

Noot 1:

X.A.V.001. heeft geen betrekking op hoofdtelefoons of microfoons.

Noot 2:

X.A.V.001. heeft geen betrekking op goederen voor persoonlijk gebruik door natuurlijke personen.

X.B.V.001

Andere apparatuur speciaal ontworpen voor het testen, inspecteren of de “productie” van navigatieapparatuur en avionische apparatuur.

X.D.V.001

“Programmatuur”, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van navigatieapparatuur, boordapparatuur voor communicatie en andere avionische apparatuur.

X.E.V.001

“Technologie”, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van navigatieapparatuur, boordapparatuur voor communicatie en andere avionische apparatuur.

Categorie VI — Zeewezen en schepen

X.A.VI.001

Vaartuigen, mariene systemen of apparatuur, en speciaal daarvoor ontworpen componenten, componenten en toebehoren, als hieronder:

a.

Systemen voor onderwaterzien, als hieronder:

1.

Televisiesystemen (bestaande uit camera, lampen, controleapparatuur en apparatuur voor de overdracht van signalen) met een “systeemoplossend vermogen”, gemeten in de lucht, van meer dan 500 lijnen, die speciaal ontworpen of aangepast zijn om op afstand bediend te worden in een onderwatervoertuig; of

2.

Onderwatertelevisiecamera’s met een systeemoplossend vermogen, gemeten in de lucht, van meer dan 700 lijnen;

Technische noot:

Het systeemoplossende vermogen voor televisie is een maat voor het horizontale oplossende vermogen dat gewoonlijk wordt uitgedrukt als het maximale aantal lijnen per beeldschermhoogte dat op een testkaart onderscheiden kan worden, met toepassing van IEEE Standard 208/1960 of een equivalente norm.

b.

Fotografische camera’s speciaal ontworpen of aangepast voor gebruik onder water, met een filmformaat van 35 mm of groter, met autofocussering of afstandsfocussering “speciaal ontworpen” voor gebruik onder water;

c.

Stroboscopische lichtbronnen, speciaal ontworpen of aangepast voor gebruik onder water, met een lichtopbrengst van meer dan 300 J per flits;

d.

Andere onderwatercamera-apparatuur, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

e.

Niet gebruikt;

f.

Vaartuigen (zowel oppervlakteschepen als onderzeeboten), met inbegrip van opblaasboten, en specifiek daarvoor ontworpen componenten, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

Noot:

X.A.VI.001.f heeft geen betrekking op vaartuigen gedurende tijdelijk verblijf, gebruikt voor privé-vervoer of voor het vervoer van passagiers of goederen uit of door het douanegebied van de Unie.

g.

Scheepsmotoren (zowel binnen- als buitenboordmotoren) en onderzeemotoren en speciaal daarvoor ontworpen componenten, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

h.

onafhankelijk onderwaterademapparaten (scuba-uitrusing) en toebehoren daarvoor, andere dan gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821;

i.

Reddingsvesten, opblaaspatronen, duikkompassen en duikcomputers;

Noot:

X.A.VI.001.i. heeft geen betrekking op goederen voor persoonlijk gebruik door natuurlijke personen.

j.

Onderwaterlichten en voortstuwingsapparatuur;

Noot:

X.A.VI.001.j. heeft geen betrekking op goederen voor persoonlijk gebruik door natuurlijke personen.

k.

Luchtcompressoren en filtersystemen speciaal ontworpen voor het vullen van luchtflessen;

X.D.VI.001

“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in X.A.VI.001.

X.D.VI.002

“Programmatuur” speciaal ontworpen voor de bediening van onbemande onderwatervoertuigen die in de olie- en gasindustrie worden gebruikt.

X.E.VI.001

“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in X.A.VI.001.

Categorie VII — Ruimtevaart en voortstuwing

X.A.VII.001

Dieselmotoren, en trekkers en speciaal daarvoor ontworpen componenten, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821.

a.

Dieselmotoren, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, voor vrachtwagens, trekkers en autotoepassingen, met een totaal uitgaand vermogen van 298 kW of meer.

b.

Terreinwieltrekkers met een laadvermogen van 9 t of meer; en belangrijke componenten en toebehoren, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821.

c.

Trekkers (wegtractors) voor opleggers, met enkelvoudige of tandemachterassen gespecificeerd voor 9 t per as of meer en speciaal ontworpen belangrijke componenten.

Noot:

X.A.VII.001.b en X.A.VII.001.c hebben geen betrekking op voertuigen gedurende tijdelijk verblijf, gebruikt voor privé-vervoer of voor het vervoer van passagiers of goederen uit of door het douanegebied van de Unie.

X.A.VII.002

Gasturbinemotoren en componenten andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821.

a.

Niet gebruikt.

b.

Niet gebruikt.

c.

Gasturbinemotoren voor luchtvaartuigen en speciaal daarvoor ontworpen componenten.

Noot:

X.A.VII.002.c heeft geen betrekking op gasturbinemotoren die bestemd zijn voor burger-“luchtvaartuigen” en die gedurende meer dan acht jaar in bonafide burger-“luchtvaartuigen” in gebruik zijn. Indien deze meer dan acht jaar in gebruik zijn in bonafide burger-“luchtvaartuigen”, zie BIJLAGE XI.

d.

Niet gebruikt.

e.

Speciaal daarvoor ontworpen componenten voor vliegtuigademhalingsapparatuur werkend bij overdruk, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821.

X.B.VII.001

Apparatuur voor het testen door middel van trillingen en speciaal ontworpen componenten, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821.

Noot:

X.B.VII.001. heeft enkel betrekking op apparatuur voor de “ontwikkeling” of de “productie”. Het heeft geen betrekking op systemen voor controle van omstandigheden.

X.B.VII.002

Speciaal ontworpen “apparatuur”, gereedschappen of klemmen voor het vervaardigen of meten van gasturbinebladen of -schoepen of gegoten schoepuiteindeversterkingen, als hieronder:

a.

Automatische apparatuur die gebruikmaakt van niet-mechanische methoden voor het meten van de wanddikte van aerodynamische onderdelen;

b.

Gereedschappen, klemmen of meetuitrusting voor de “laser”-, waterstraal- of ECM/EDM-procedés voor het boren van gaten, als bedoeld in 9E003.c (23);

c.

Uitrusting voor het logen van keramische kernen;

d.

Uitrusting of gereedschappen voor het vervaardigen van keramische kernen;

e.

Uitrusting voor het bereiden van wasmodellen voor keramische mantels;

f.

Uitrusting voor het uitbranden of bakken van keramische mantels.

X.D.VII.001

“Programmatuur”, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, voor de “ontwikkeling” of de “productie” van apparatuur als bedoeld in X.A.VII.001 of X.B.VII.001.

X.D.VII.002

“Programmatuur”, voor de “ontwikkeling” of de “productie” van apparatuur als bedoeld in X.A.VII.002 of X.B.VII.002.

X.E.VII.001

“Technologie”, andere dan die gespecificeerd in de CML of in Verordening (EU) 2021/821, voor de “ontwikkeling” of de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in X.A.VII.001 of X.B.VII.001.

X.E.VII.002

“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in X.A.VII.002 of X.B.VII.002.

X.E.VII.003

Andere “technologie”, niet beschreven in 9E003 (24), als hieronder:

a.

Regelsystemen voor rotorbladtipspeling waarbij gebruik wordt gemaakt van actief compenserende omhullingen. De “technologie” is beperkt tot de ontwerp- en ontwikkelingsdatabase; of

b.

Gaslagers voor rotorsamenstellingen voor gasturbinemotoren.


(1)  De gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen (Common Military List, CML) (2020/C 85/01).

(2)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(3)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(4)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(5)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(6)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(7)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(8)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(9)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(10)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(11)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(12)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(13)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(14)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(15)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(16)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(17)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(18)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(19)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(20)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(21)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(22)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(23)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821.

(24)  Zie bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821..


BIJLAGE III

“BIJLAGE V ter

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1 SEXIES, LID 4, ARTIKEL 1 SEPTIES, LID 4, EN ARTIKEL 1 SEPTIES QUATER, LID 4, BEDOELDE PARTNERLANDEN

[…]


BIJLAGE IV

“BIJLAGE V quater

A.   Modelformulieren voor levering, overdracht, kennisgeving, aanvraag en vergunning voor de uitvoer

(als bedoeld in artikel 2 septies ter van deze verordening)

De uitvoervergunning is in alle lidstaten van de Europese Unie geldig tot de vervaldatum.

EUROPESE UNIE

UITVOERVERGUNNING/KENNISGEVING (Verordening van de Raad (EG) nr 765/2006)

Voor kennisgevingen overeenkomstig artikel 1 sexies, lid 3, of artikel 1 septies, lid 3, van Verordening (EG) nr. 765/2006, geef aan welk(e) punt(en) van toepassing is (zijn):

☐ a)

humanitaire doeleinden, noodsituaties op gezondheidsgebied, de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of het milieu zou kunnen hebben, of de respons op natuurrampen;

☐ b)

medische of farmaceutische doeleinden;

☐ c)

het tijdelijk gebruik van producten voor gebruik door nieuwsmedia;

☐ d)

software-updates;

☐ e)

gebruik als communicatieapparatuur voor consumenten;

☐ f)

het waarborgen van cyberveiligheid en informatiebeveiliging voor natuurlijke personen, rechtspersonen, en lichamen in Belarus, met uitzondering van de regering en ondernemingen die direct of indirect onder zeggenschap van die regering staan;

☐ g)

persoonlijk gebruik door natuurlijke personen die naar Belarus reizen, en beperkt tot persoonlijke bezittingen, huisraad, voertuigen of handelsmiddelen die eigendom zijn van die personen en niet bestemd zijn voor verkoop.

Voor vergunningen, geef aan of de vergunning werd aangevraagd overeenkomstig artikel 1 sexies, lid 4, artikel 1 sexies, lid 5, artikel 1 septies, lid 4, artikel 1 septies, lid 5, of artikel 1 septies bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 765/2006:

Voor vergunningen overeenkomstig artikel 1 sexies, lid 4, of artikel 1 septies, lid 4 , van Verordening (EG) nr. 765/2006, geef aan welk(e) punt(en) van toepassing is (zijn):

☐ a)

bestemd zijn voor samenwerking tussen de Unie, de regeringen van de lidstaten en de regering van Belarus voor zuiver civiele aangelegenheden;

☐ b)

bestemd zijn voor de ruimtevaartindustrie, met inbegrip van samenwerking op academisch gebied en intergouvernementele samenwerking op het gebied van ruimtevaartprogramma’s;

☐ c)

bestemd zijn voor de bediening, het onderhoud, de opwerking van splijtstof en de veiligheid van civiele nucleaire vermogens, alsook voor civiele nucleaire samenwerking, met name op het gebied van onderzoek en ontwikkeling;

☐ d)

bestemd zijn voor maritieme veiligheid;

☐ e)

bestemd zijn voor civiele telecommunicatienetwerken, met inbegrip van de verlening van internetdiensten;

☐ f)

uitsluitend bestemd zijn voor gebruik door entiteiten die eigendom zijn van, of uitsluitend of gezamenlijk onder zeggenschap staan van volgens het recht van een lidstaat of een partnerland erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

☐ g)

bestemd zijn voor de diplomatieke vertegenwoordigingen van de Unie, de lidstaten en de partnerlanden, met inbegrip van delegaties, ambassades en missies.

Voor vergunningen overeenkomstig artikel 1 septies bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 765/2006 , geef aan welk(e) punt(en) van toepassing is (zijn):

☐ a)

de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of het milieu zou kunnen hebben;

☐ b)

contracten die zijn gesloten vóór 3 maart 2022, of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van zulke contracten, op voorwaarde dat de vergunning vóór 1 mei 2022 wordt aangevraagd.

1

1.

Exporteur

2.

Identificatienummer

3.

Vervaldatum (indien van toepassing)

 

4.

Aanspreekpuntgegevens

5.

Ontvanger