Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0049

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/49 van de Raad van 22 januari 2021 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 101/2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië

    PB L 23 van 25.1.2021, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/49/oj

    25.1.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 23/5


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/49 VAN DE RAAD

    van 22 januari 2021

    tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 101/2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (1), en met name artikel 12,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 4 februari 2011 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 101/2011 vastgesteld.

    (2)

    Op basis van een toetsing moeten de vermeldingen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 101/2011 voor vier personen worden geschrapt, en moet de informatie betreffende het recht van verdediging en het recht op effectieve rechtsbescherming voor twee personen worden geactualiseerd.

    (3)

    Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 101/2011 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 101/2011 wordt overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 22 januari 2021.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    A.P. ZACARIAS


    (1)  PB L 31 van 5.2.2011, blz. 1.


    BIJLAGE

    In Verordening (EU) nr. 101/2011 wordt bijlage I als volgt gewijzigd:

    1)

    In deel A (lijst van de in artikel 2 bedoelde personen en entiteiten) worden de vermeldingen voor de volgende personen geschrapt:

    “22.

    Bouthaina Bent Moncef Ben Mohamed TRABELSI

    23.

    Nabil Ben Abderrazek Ben Mohamed TRABELSI

    41.

    Akrem Ben Hamed Ben Taher BOUAOUINA

    47.

    Slim Ben Tijani Ben Haj Hamda BEN ALI”.

    2)

    Deel B (recht van verdediging en recht op effectieve rechtsbescherming naar Tunesisch recht) wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de vermeldingen betreffende de volgende personen worden geschrapt:

    “22.

    Bouthaina Bent Moncef Ben Mohamed TRABELSI

    23.

    Nabil Ben Abderrazek Ben Mohamed TRABELSI

    41.

    Akrem Ben Hamed Ben Taher BOUAOUINA

    47.

    Slim Ben Tijani Ben Haj Hamda BEN ALI”;

    b)

    de vermeldingen voor de hierna genoemde personen worden vervangen door de onderstaande vermeldingen:

    “14.

    Samira Bent Mohamed Ben Rhouma TRABELSI

    Het onderzoek of de rechtszaak in verband met de verduistering van overheidsmiddelen of activa loopt nog. Uit de informatie in het dossier van de Raad blijkt dat het recht van verdediging en het recht op effectieve rechtsbescherming werden geëerbiedigd bij de gerechtelijke procedures waarop de Raad zich heeft gebaseerd. Dit blijkt met name uit het feit dat mevrouw Samira Bent Mohamed Ben Rhouma Trabelsi op 11 augustus 2011 door een onderzoeksrechter is gehoord in aanwezigheid van haar advocaat.

    45.

    Montassar Ben Habib Ben Bouali LTAIEF

    Het onderzoek of de rechtszaak in verband met de verduistering van overheidsmiddelen of activa loopt nog. Uit de informatie in het dossier van de Raad blijkt dat het recht van verdediging en het recht op effectieve rechtsbescherming werden geëerbiedigd bij de gerechtelijke procedures waarop de Raad zich heeft gebaseerd. Dit blijkt met name uit het feit dat de heer Montassar Ben Habib Ben Bouali Ltaief in 2011 en 2013 door een onderzoeksrechter is gehoord in aanwezigheid van zijn advocaten.”.


    Top