This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32020D1573
Commission Decision (EU) 2020/1573 of 28 October 2020 amending Decision (EU) 2020/491 on relief from import duties and VAT exemption on importation granted for goods needed to combat the effects of the COVID-19 outbreak during 2020 (notified under document C(2020) 7511)
Besluit (EU) 2020/1573 van de Commissie van 28 oktober 2020 tot wijziging van Besluit (EU) 2020/491 waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer wordt verleend voor goederen die nodig zijn om de gevolgen van de COVID-19-uitbraak in 2020 te bestrijden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 7511)
Besluit (EU) 2020/1573 van de Commissie van 28 oktober 2020 tot wijziging van Besluit (EU) 2020/491 waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer wordt verleend voor goederen die nodig zijn om de gevolgen van de COVID-19-uitbraak in 2020 te bestrijden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 7511)
C/2020/7511
PB L 359 van 29.10.2020, p. 8–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
29.10.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 359/8 |
BESLUIT (EU) 2020/1573 VAN DE COMMISSIE
van 28 oktober 2020
tot wijziging van Besluit (EU) 2020/491 waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer wordt verleend voor goederen die nodig zijn om de gevolgen van de COVID-19-uitbraak in 2020 te bestrijden
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 7511)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2009/132/EG van de Raad van 19 oktober 2009 houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, onder b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen (1), en met name artikel 53, eerste alinea, in samenhang met artikel 131 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (2), en met name artikel 76, eerste alinea, in samenhang met artikel 131 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Besluit (EU) 2020/491 van de Commissie (3), zoals gewijzigd bij Besluit (EU) 2020/1101 (4), wordt tot en met 31 oktober 2020 vrijstelling van invoerrechten en van belasting over de toegevoegde waarde bij invoer (“btw”) verleend voor goederen die nodig zijn om de gevolgen van de COVID-19-uitbraak te bestrijden. |
(2) |
Op 29 september 2020 heeft de Commissie overeenkomstig overweging 5 van Besluit (EU) 2020/491 de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk over de noodzaak van een verlenging van de vrijstelling geraadpleegd, waarna de lidstaten een daartoe strekkend verzoek hebben voorgelegd. |
(3) |
Het Verenigd Koninkrijk heeft om een verlenging van Besluit (EU) 2020/491 tot het einde van de overgangsperiode verzocht. De bepalingen van het recht van de Unie met betrekking tot de vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer zijn overeenkomstig artikel 5, lid 3 en lid 4, en artikel 8 van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het terugtrekkingsakkoord” genoemd) vanaf het einde van de overgangsperiode van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland. Het Verenigd Koninkrijk heeft echter niet om vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op ingevoerde goederen voor Noord-Ierland verzocht. Daarom is de verlenging van Besluit (EU) 2020/491 overeenkomstig artikel 127, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord alleen van toepassing op het Verenigd Koninkrijk tot het einde van de overgangsperiode. |
(4) |
De goederen die de lidstaten in het kader van Besluit (EU) 2020/491 hebben ingevoerd, hebben er mede voor gezorgd dat overheidsorganisaties of organisaties die door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten zijn erkend, toegang hebben tot de benodigde geneesmiddelen, medische apparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen, waaraan een tekort bestaat. Uit de handelsstatistieken van deze goederen blijkt dat zij nog altijd in groten getale worden ingevoerd. Aangezien het aantal COVID-19-besmettingen in de lidstaten nog altijd een risico voor de volksgezondheid vormt en er in de lidstaten nog altijd tekorten aan goederen om de COVID-19-pandemie te bestrijden, worden gerapporteerd, dient de geldigheid van Besluit (EU) 2020/491 te worden verlengd. |
(5) |
Om de lidstaten in staat te stellen de rapportageverplichtingen uit hoofde van Besluit (EU) 2020/491 goed na te komen, dient de in artikel 2 van Besluit (EU) 2020/491 vastgestelde termijn te worden verlengd. De rapportagetermijn voor het Verenigd Koninkrijk dient te worden aangepast om rekening te houden met een kortere geldigheidsduur van de vrijstelling. |
(6) |
Op 14 oktober 2020 werden de lidstaten overeenkomstig artikel 76 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en artikel 53 van Richtlijn 2009/132/EG over de gevraagde verlenging geraadpleegd. |
(7) |
Besluit (EU) 2020/491 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit (EU) 2020/491 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 3 wordt vervangen door: “Artikel 3 Artikel 1 is van toepassing op goederen die van 30 januari 2020 tot en met 30 april 2021 worden ingevoerd. Met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk is artikel 1 evenwel van toepassing op goederen die van 30 januari 2020 tot en met 31 december 2020 worden ingevoerd.”. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2020.
Voor de Commissie
Paolo GENTILONI
Lid van de Commissie
(1) PB L 292 van 10.11.2009, blz. 5.
(2) PB L 324 van 10.12.2009, blz. 23.
(3) Besluit (EU) 2020/491 van de Commissie van 3 april 2020 waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer wordt verleend voor goederen die nodig zijn om de gevolgen van de COVID-19-uitbraak in 2020 te bestrijden (PB L 103 van 3.4.2020, blz. 1).
(4) Besluit (EU) 2020/1101 van de Commissie van 23 juli 2020 tot wijziging van Besluit (EU) 2020/491 van de Commissie van 3 april 2020 waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer wordt verleend voor goederen die nodig zijn om de gevolgen van de COVID-19-uitbraak in 2020 te bestrijden (PB L 241 van 27.7.2020, blz. 36).