EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Flexibiliteit in de besluitvorming van de EU: Overbruggingsclausules, versnellende en vertragende clausules

 

SAMENVATTING VAN:

Artikel 48 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

INLEIDING

Het Verdrag van Lissabon heeft de gewone wetgevingsprocedure en het stemmen met gekwalificeerde meerderheid uitgebreid met een groot aantal nieuwe politieke domeinen. Het doel is bijdragen aan de Europese integratie door de besluitvorming efficiënter te laten verlopen. Bij de gewone wetgevingsprocedure beschikken de EU-landen niet over een vetorecht en zijn de mogelijkheden om tot overeenstemming te komen uitgebreider.

De EU-landen zijn echter niet altijd bereid om een deel van hun verzetsmacht op te geven voor bepaalde politieke domeinen. Domeinen in kwestie betreffen de „gevoeligste” thema’s, domeinen waar het gewicht van de nationale soevereiniteit van belang is, zoals buitenlands beleid, immigratie en justitie. In deze domeinen werd de bijzondere wetgevingsprocedure of de eenparigheid van stemmen meestal behouden.

Het Verdrag van Lissabon introduceert, die diverse institutionele mechanismes aan. Deze hebben een gemeenschappelijk doel voor ogen: de EU-integratie voor de „gevoelige” domeinen vereenvoudigen indien de EU-landen dat wensen.

Zo omvat het Verdrag van Lissabon 3 soorten clausules:

  • overbruggingsclausules;
  • vertragende clausules;
  • versnellende clausules.

DE OVERBRUGGINGSCLAUSULES

Een overbruggingsclausule schept de mogelijkheid om af te wijken van de oorspronkelijk door de verdragen voorziene wetgevingsprocedure. Concreet en onder bepaalde voorwaarden wordt de mogelijkheid gecreëerd om:

  • van een bijzondere wetgevingsprocedure „over te gaan” naar een gewone wetgevingsprocedure voor de goedkeuring van een handeling in een bepaald domein;
  • van een stemming met eenparigheid van stemmen „over te gaan” naar een stemming met gekwalificeerde meerderheid voor de goedkeuring van een handeling in een bepaald domein.

De activering van een overbruggingsclausule hangt altijd af van een beslissing genomen met eenparigheid van stemmen door de Raad of de Europese Raad. In alle gevallen moeten alle EU-landen het eens zijn vooraleer een dergelijke clausule geactiveerd kan worden.

Zo voert artikel 48 van het Verdrag van de EU een algemene overbruggingsclausule in van toepassing op elk Europees beleid (zie de samenvatting betreffende „de hervorming van verdragen”). Bovendien zijn er 6 andere overbruggingsclausules specifiek voor bepaalde Europese beleidsvormen en met bepaalde procedurele bijzonderheden (zie de samenvatting betreffende „wetgevingsprocedures”).

DE VERTRAGENDE CLAUSULES

Vertragende clausules betreffen 3 domeinen:

  • de coördinatiemaatregelen inzake sociale zekerheid voor migrerende werknemers (artikel 48 van het verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU));
  • gerechtelijke samenwerking in strafzaken (artikel 82 van het VWEU);
  • het opstellen van gemeenschappelijke regels voor strafrechtelijke inbreuken (artikel 83 van het VWEU).

Vertragende clausules werden in het leven geroepen om de toepassing van de gewone wetgevingsprocedure op deze 3 politieke domeinen mogelijk te maken. De gewone wetgevingsprocedure wordt getemperd met een afremmechanisme: een EU-land kan een beroep doen op de Europese Raad als hij van mening is dat de grondslagen van zijn sociale-zekerheidssysteem of van zijn strafrechtsysteem bedreigd worden door een wetsontwerp in behandeling. In dit geval is de procedure opgeschort en kan de Europese raad:

  • het ontwerp doorverwijzen naar de Raad die de procedure zal voortzetten, rekening houdend met de geformuleerde aanmerkingen; of
  • de procedure definitief beëindigen en in voorkomend geval de Europese Commissie om een nieuw voorstel verzoeken.

Derhalve schuilt het belang van vertragende clausules niet zozeer in het mechanisme dat ze aanbieden, dan wel in het feit dat ze een uitbreiding van de gewone wetgevingsprocedure voor de betrokken politiek toelaten. De invoer van dit mechanisme in het besluitvormingsproces heeft de onwillige EU-landen er mee van helpen overtuigen de gewone wetgevingsprocedure toe te passen op bepaalde domeinen die tot dan toe met eenparigheid van stemmen behandeld werden.

DE VERSNELLENDE CLAUSULES

Versnellende clausules „versnellen” de Europese integratie tussen bepaalde EU-landen door de nauwere samenwerking in bepaalde domeinen te bevorderen.

Deze clausules scheppen immers de mogelijkheid af te wijken van de procedures voor nauwere samenwerking. Derhalve wordt, dankzij deze clausules, een verbeterde samenwerking als gerealiseerd beschouwd van zodra er ten minste 9 EU-landen betrokken zijn. De Raad, het Parlement en de Commissie worden dan eenvoudigweg op de hoogte gebracht van de bereidheid van de deelnemende landen een nauwere samenwerking tot stand te brengen.

Deze clausules hebben betrekking op 4 domeinen:

  • gerechtelijke samenwerking in strafzaken (artikel 82 van het VWEU);
  • het opstellen van gemeenschappelijke regels voor strafrechtelijke inbreuken (artikel 83 van het VWEU);
  • de oprichting van een Europees parket (artikel 86 van het VWEU);
  • politionele samenwerking (artikel 87 van het VWEU).

Er moet worden vermeld dat de versnellende clausules betreffende samenwerking en strafrechtelijke inbreuken rechtstreeks voortvloeien uit de activering van de bestaande vertragende clausules voor beide domeinen. Wanneer dit gebeurt, en de wetgevingsprocedure een halt wordt toegeroepen, kunnen landen gebruikmaken van de versnellende procedure, de wetgevingsprocedure onderling voortzetten en afronden, in het kader van een nauwere samenwerking.

BELANGRIJKSTE WETTEN

Artikel 48 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Laatste bijwerking 25.07.2016

Top