BIJLAGE I – KPI’s van niet-financiële ondernemingen
1.INHOUD VAN DOOR NIET-FINANCIËLE ONDERNEMINGEN TE RAPPORTEREN KPI’s
1.1.Invulling van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s)
1.1.1.KPI met betrekking tot omzet (omzet-KPI)
Het in artikel 8, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2020/852 bedoelde aandeel van de omzet wordt berekend als het deel van de netto-omzet uit producten of diensten, met inbegrip van immateriële activa, die verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (teller) gedeeld door de netto-omzet (noemer) zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Richtlijn 2013/34/EU. De omzet omvat de opbrengsten die zijn opgenomen overeenkomstig de International Accounting Standard (IAS) 1, alinea 82, punt a), zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie.
De teller van de in de eerste alinea bedoelde KPI is exclusief het deel van de netto-omzet uit producten en diensten in verband met economische activiteiten die zijn aangepast aan klimaatverandering overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2020/852 en overeenkomstig bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de Commissie (“gedelegeerde handeling klimaat”) tenzij die activiteiten:
(a)kwalificeren als faciliterende activiteiten in overeenstemming met artikel 11, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2020/852; of
(b)zelf op de taxonomie zijn afgestemd.
1.1.2.KPI met betrekking tot kapitaaluitgaven (CapEx) (CapEx-KPI)
Het in artikel 8, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2020/852 bedoelde aandeel van de CapEx wordt berekend door de teller te delen door de noemer zoals toegelicht in de punten 1.1.2.1 en 1.1.2.2. van deze bijlage.
1.1.2.1.Noemer
De noemer omvat toevoegingen aan materiële en immateriële activa tijdens het boekjaar vóór waardeverminderingen, afschrijvingen en eventuele herwaarderingen, met inbegrip van die welke voortvloeien uit opwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen, voor het desbetreffende boekjaar en exclusief veranderingen in de reële waarde. De noemer omvat ook toevoegingen aan materiële en immateriële activa die voortvloeien uit bedrijfscombinaties.
Voor niet-financiële ondernemingen die internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) toepassen zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1126/2008, omvatten CapEx kosten die worden verwerkt op basis van:
(a)IAS 16 Materiële vaste activa, alinea 73, punt (e), (i) en (iii);
(b)IAS 38 Immateriële activa, alinea 118, punt (e), (i);
(c)IAS 40 Vastgoedbeleggingen, alinea 76, punten (a) en (b) (voor het reëlewaardemodel);
(d)IAS 40 Vastgoedbeleggingen, alinea 79, punt (d), (i) en (ii) (voor het kostprijsmodel);
(e)IAS 41 Landbouw, alinea 50, punten (b) en (e);
(f)IFRS 16 Leaseovereenkomsten, alinea 53, punt (h).
Bij niet-financiële ondernemingen die nationale algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (GAAP) toepassen, omvatten CapEx de volgens de toepasselijke GAAP verwerkte kosten die overeenkomen met de kosten die zijn opgenomen in de kapitaaluitgaven van niet-financiële ondernemingen die de IFRS toepassen.
Leaseovereenkomsten die niet leiden tot de opname van een gebruiksrecht op het actief, worden niet als CapEx gerekend.
1.1.2.2.Teller
De teller is gelijk aan het deel van de kapitaaluitgaven dat in de noemer is opgenomen en waarvoor een van de volgende punten geldt:
(a)het heeft betrekking op activa of processen die verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten;
(b)het maakt deel uit van een plan om op de taxonomie afgestemde economische activiteiten uit te breiden of om voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten af te stemmen op de taxonomie (“CapEx-plan”) op de in de tweede alinea van dit punt 1.1.2.2. bepaalde voorwaarden;
(c)het houdt verband met de aankoop van output van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten en met individuele maatregelen waarmee de doelactiviteiten koolstofarm kunnen worden of die tot reducties van broeikasgasemissies kunnen leiden, met name activiteiten die zijn opgenomen in de punten 7.3 tot en met 7.6 van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat, alsmede andere economische activiteiten die zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 10, lid 3, artikel 11, lid 3, artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, en artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2020/852 vastgestelde gedelegeerde handelingen en op voorwaarde dat dergelijke maatregelen binnen 18 maanden uitgevoerd zijn en operationeel zijn.
Het in de eerste alinea van dit punt 1.1.2.2. bedoelde CapEx-plan voldoet aan de volgende voorwaarden:
(a)het plan beoogt ofwel de voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten van de onderneming uit te breiden ofwel voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten op te waarderen zodat zij binnen een termijn van vijf jaar op de taxonomie zijn afgestemd;
(b) het plan wordt gerapporteerd op het geaggregeerde niveau van economische activiteiten en wordt goedgekeurd door het leidinggevend orgaan van niet-financiële ondernemingen, hetzij direct, hetzij door delegatie.
Indien de betrokken technische screeningcriteria worden gewijzigd voordat het CapEx-plan is afgerond, actualiseren niet-financiële ondernemingen het plan binnen twee jaar, zodat de in punt a) bedoelde economische activiteiten op de gewijzigde technische screeningcriteria zijn afgestemd wanneer het plan is afgerond, of zij passen de teller van de CapEx-KPI aan. Door de actualisering van het plan begint de in punt a) bedoelde termijn opnieuw te lopen. De in punt b) van de tweede alinea van dit punt 1.1.2.2. bedoelde periode kan alleen langer dan vijf jaar zijn indien een langere periode objectief gerechtvaardigd is door specifieke kenmerken van de betrokken economische activiteit en de betrokken opwaardering – met een maximum van tien jaar. De verantwoording hiervoor moet worden opgenomen in het CapEx-plan zelf en in de onder punt 1.2.3. van deze bijlage beschreven contextuele informatie.
Indien het CapEx-plan niet aan de in de tweede alinea van dit punt 1.1.2.2. genoemde voorwaarden voldoet, moet de eerder gepubliceerde KPI met betrekking tot kapitaaluitgaven worden aangepast.
De teller omvat ook het deel van de CapEx voor klimaatadaptatie van economische activiteiten overeenkomstig bijlage II bij deze gedelegeerde handeling klimaat. De teller bevat een uitsplitsing van het deel van de CapEx dat is toegewezen aan een substantiële bijdrage aan de klimaatadaptatie.
1.1.3.KPI met betrekking tot operationele uitgaven (OpEx) (OpEx-KPI)
Het in artikel 8, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2020/852 bedoelde aandeel van de OpEx wordt berekend door de teller te delen door de noemer zoals toegelicht in de punten 1.1.3.1. en 1.1.3.2. van deze bijlage.
1.1.3.1.Noemer
De noemer omvat directe niet-geactiveerde kosten in verband met onderzoek en ontwikkeling, maatregelen voor de renovatie van gebouwen, leaseovereenkomsten van korte duur, onderhoud en reparatie, en alle andere directe uitgaven in verband met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa door de onderneming of door derden waaraan activiteiten zijn uitbesteed die nodig zijn voor een continu en doeltreffend functioneren van dergelijke activa.
Niet-financiële ondernemingen die nationale GAAP toepassen en geen activa met gebruiksrecht activeren, nemen leasekosten in de OpEx op, naast de in de eerste alinea van punt 1.1.3.1. van deze bijlage genoemde kosten.
1.1.3.2.Teller
De teller is gelijk aan het deel van de operationele uitgaven dat in de noemer is opgenomen en waarvoor een van de volgende punten geldt:
(a)het heeft betrekking op activa of processen die verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met inbegrip van opleiding en andere aanpassingsbehoeften van de menselijke hulpbronnen, en directe niet-geactiveerde kosten die onderzoek en ontwikkeling vertegenwoordigen;
(b)het is onderdeel van het CapEx-plan om op de taxonomie afgestemde economische activiteiten uit te breiden of om voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten af te stemmen op de taxonomie binnen een in de tweede alinea van dit punt 1.1.3.2. bedoeld vooraf bepaald tijdsbestek;
(c)het houdt verband met de aankoop van output van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten en met individuele maatregelen waarmee de doelactiviteiten koolstofarm kunnen worden of die tot reducties van broeikasgasemissies kunnen leiden, alsmede individuele maatregelen voor de renovatie van gebouwen die zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 10, lid 3, artikel 11, lid 3, artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, en artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2020/852 vastgestelde gedelegeerde handelingen en op voorwaarde dat dergelijke maatregelen binnen 18 maanden uitgevoerd zijn en operationeel zijn.
Het in de eerste alinea van dit punt 1.1.3.2. bedoelde CapEx-plan voldoet aan de in punt 1.1.2.2. van deze bijlage bepaalde voorwaarden:
Kosten voor onderzoek en ontwikkeling die al zijn verwerkt in de CapEx-KPI, worden niet meegeteld als OpEx.
De teller omvat ook het deel van de OpEx voor de klimaatadaptatie van economische activiteiten overeenkomstig bijlage II bij gedelegeerde handeling klimaat. De teller bevat een uitsplitsing van het deel van de OpEx dat is toegewezen aan een substantiële bijdrage aan de klimaatadaptatie.
Indien de operationele uitgave niet van materieel belang is voor het bedrijfsmodel van niet-financiële ondernemingen, geldt voor die ondernemingen het volgende:
(a)zij worden vrijgesteld van de berekening van de teller van de OpEx-KPI overeenkomstig punt 1.1.3.2. en rapporteren die teller als gelijk aan nul;
(b)zij rapporteren de totale waarde van de overeenkomstig punt 1.1.3.1 berekende OpEx-noemer;
(c)zij lichten toe waarom de operationele uitgave niet van materieel belang is in hun bedrijfsmodel.
1.2.Specificatie van samen met de KPI’s van niet-financiële ondernemingen te rapporteren informatie
Niet-financiële ondernemingen rapporteren samen met de betrokken KPI’s de volgende informatie.
1.2.1.Grondslag voor financiële verslaggeving
Niet-financiële ondernemingen lichten het volgende toe:
(a)de wijze waarop de omzet, de kapitaaluitgaven en de operationele uitgaven zijn bepaald en aan de teller zijn toegerekend;
(b)de grondslag waarop de omzet, de kapitaaluitgaven en de operationele uitgaven zijn berekend, met inbegrip van een beoordeling bij de toerekening van inkomsten of uitgaven aan andere economische activiteiten.
Wat omzet en kapitaaluitgaven betreft, nemen niet-financiële ondernemingen verwijzingen op naar daarmee samenhangende posten in de niet-financiële verklaringen.
Indien de toepassing van berekeningen sinds de voorafgaande rapportageperiode is gewijzigd, lichten niet-financiële ondernemingen toe waarom die wijzigingen betrouwbaardere en relevantere informatie opleveren en verstrekken zij aangepaste vergelijkende cijfers.
Niet-financiële ondernemingen rapporteren afwijkingen van materieel belang die zich tijdens de rapportageperiode hebben voorgedaan met betrekking tot de uitvoering van de CapEx-plannen zoals die overeenkomstig punt en 1.1.2. van deze bijlage zijn gerapporteerd. Niet-financiële ondernemingen rapporteren de volgende informatie:
(a)de wijzigingen van materieel belang die zich in het CapEx-plan hebben voorgedaan en de redenen die aan die wijzigingen ten grondslag liggen;
(b)het effect van die wijzigingen op het potentieel voor de economische activiteiten van de onderneming om afgestemd te raken op de taxonomie, en op het tijdsbestek waarin deze verandering naar verwachting zal plaatsvinden;
(c)de aanpassing van de CapEx-KPI en de OpEx-KPI voor elk voorafgaande rapportagejaar waarop het plan betrekking heeft, indien wijzigingen in het plan op die KPI’s van invloed waren.
1.2.2.Beoordeling van de naleving van Verordening (EU) 2020/852
1.2.2.1.Informatie over de beoordeling van de naleving van Verordening (EU) 2020/852:
Niet-financiële ondernemingen:
(a)beschrijven de aard van hun voor de taxonomie in aanmerking komende en op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, onder verwijzing naar de overeenkomstig artikel 10, lid 3, artikel 11, lid 3, artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, en artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2020/852 vastgestelde gedelegeerde handelingen;
(b)zetten uiteen hoe zij de naleving hebben beoordeeld van de in artikel 3 van Verordening (EU) 2020/852 vermelde criteria en de daarmee samenhangende technische screeningcriteria uit de in punt a) bedoelde gedelegeerde handelingen;
(c)zetten uiteen hoe zij voor de verschillende economische activiteiten dubbeltellingen bij de toerekening in de teller van de KPI’s voor omzet, CapEx en OpEx hebben voorkomen.
1.2.2.2.Bijdrage aan meerdere milieudoelstellingen
Indien een economische activiteit aan meerdere milieudoelstellingen bijdraagt, moeten niet-financiële ondernemingen:
(a)aantonen dat is voldaan aan de in artikel 3 van Verordening (EU) 2020/852 vermelde criteria, met name aan de technische screeningcriteria met betrekking tot verschillende milieudoelstellingen;
(b)de omzet, CapEx en OpEx van die activiteit rapporteren als bijdragend aan verschillende milieudoelstellingen;
(c)de omzet uit die activiteit slechts eenmaal opnemen in de teller van de KPI’s in punt 1.1 van deze bijlage, om dubbeltelling te voorkomen.
1.2.2.3.Uitsplitsing van KPI’s
Wanneer de KPI’s voor een economische activiteit moeten worden uitgesplitst, met name wanneer productiefaciliteiten op geïntegreerde wijze worden benut, zorgen niet-financiële ondernemingen ervoor dat:
(a)elke uitsplitsing is gebaseerd op passende criteria voor het toegepaste productieproces en de technische specifieke kenmerken van dat proces weergeeft;
(b)samen met de KPI’s passende informatie wordt verstrekt over de grondslag van een dergelijke uitsplitsing.
1.2.3.Contextuele informatie
Niet-financiële ondernemingen geven uitleg over de cijfers van elke KPI en de redenen voor eventuele wijzigingen in die cijfers in de rapportageperiode.
Niet-financiële ondernemingen mogen verdere KPI’s op basis van omzet, CapEx, OpEx rapporteren die beleggingen in joint ventures omvatten die, overeenkomstig IFRS 11 of IAS 28, volgens de equity-methode administratief zijn verwerkt, naar rato van het aandeel daarvan in het eigen vermogen van de joint venture.
1.2.3.1.Contextuele informatie over de omzet-KPI
Niet-financiële ondernemingen verstrekken alle volgende informatie:
(a)een kwantitatieve uitsplitsing van de teller ter illustratie van de belangrijkste oorzaken van een verandering in de omzet-KPI tijdens de rapportageperiode, zoals opbrengsten van contracten met klanten, lease-inkomsten of andere inkomstenbronnen;
(b)informatie over de bedragen die verband houden met op de taxonomie afgestemde activiteiten die worden verricht voor het eigen interne verbruik van niet-financiële ondernemingen;
(c)een kwalitatieve verklaring van de belangrijkste gewijzigde elementen in de omzet-KPI tijdens de rapportageperiode.
Niet-financiële ondernemingen die ecologisch duurzame obligaties hebben uitgegeven of schuldbewijzen om specifiek geïdentificeerde, op de taxonomie afgestemde activiteiten te financieren, rapporteren ook de omzet-KPI die is aangepast om dubbeltelling te voorkomen.
1.2.3.2.Contextuele informatie over de CapEx-KPI
Niet-financiële ondernemingen verstrekken op het geaggregeerde niveau van de economische activiteiten een kwantitatieve uitsplitsing van in de teller opgenomen bedragen en een kwalitatieve verklaring van de belangrijkste gewijzigde elementen in CapEx-KPI tijdens de rapportageperiode. Bij die uitsplitsing worden alle volgende gegevens gerapporteerd:
(a)een aggregatie van toevoegingen aan materiële vaste activa, aan intern gegenereerde immateriële activa (waaronder in een bedrijfscombinatie of verworven), aan beleggingen in onroerende goederen die zijn verworven of opgenomen in de boekwaarde en, indien van toepassing, aan geactiveerde activa met een gebruiksrecht;
(b)een aggregatie van toevoegingen in verband met verwervingen via bedrijfscombinaties;
(c)een aggregatie van uitgaven in verband met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten en uitgaven in het kader van een in punt 1.1.2. van deze bijlage bedoeld CapEx-plan.
Niet-financiële ondernemingen rapporteren de essentiële informatie over elk van hun in de punt 1.1.2. van deze bijlage bedoelde CapEx-plannen, met inbegrip van elk van de volgende elementen:
(a)de nagestreefde milieudoelstellingen;
(b)de betrokken economische activiteiten;
(c)de betrokken activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (voor zover van toepassing);
(d)het tijdsbestek waarin elke op de taxonomie afgestemde economische activiteit naar verwachting zal worden uitgebreid of waarin elke economische activiteit naar verwachting op de taxonomie zal worden afgestemd, met inbegrip van, indien de periode om de economische activiteit op de taxonomie af te stemmen naar verwachting langer dan vijf jaar zal duren, een objectieve rechtvaardiging voor die langere periode, op basis van de specifieke kenmerken van de economische activiteit en de betrokken opwaardering ervan;
(e)de verwachte totale kapitaaluitgaven tijdens de rapportageperiode en tijdens de looptijd van de CapEx-plannen.
Niet-financiële ondernemingen die ecologisch duurzame obligaties hebben uitgegeven of schuldbewijzen om specifiek geïdentificeerde, op de taxonomie afgestemde activiteiten te financieren, rapporteren ook de CapEx-KPI die is aangepast voor de op de taxonomie afgestemde kapitaaluitgaven die met die obligaties of schuldbewijzen worden gefinancierd.
1.2.3.3.Contextuele informatie over de OpEx-KPI
Niet-financiële ondernemingen verstrekken alle volgende informatie:
(a)een kwantitatieve uitsplitsing van de teller (operationele uitgaven bepaald overeenkomstig punt 1.1.3.2. van deze bijlage) ter illustratie van de belangrijkste gewijzigde elementen in de OpEx-KPI tijdens de rapportageperiode;
(b)een kwalitatieve verklaring van de belangrijkste gewijzigde elementen in de OpEx-KPI tijdens de rapportageperiode;
(c)een toelichting op de overige uitgaven in verband met het dagelijks onderhoud van materiële vaste activa die zijn opgenomen in de berekening van OpEx, in zowel de teller als de noemer.
Indien OpEx deel uitmaakt van een CapEx-plan als bedoeld in de punten 1.1.2.2. en 1.1.3.2. van deze bijlage, rapporteren niet-financiële ondernemingen de essentiële informatie over elk van hun CapEx-plannen overeenkomstig de vereisten van punt 1.2.3.2. van deze bijlage.
2.RAPPORTAGEMETHODe VOOR DOOR NIET-FINANCIËLE ONDERNEMINGEN TE RAPPORTEREN KPI’s
De volgende vereisten zijn van toepassing op de rapportage krachtens artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/852:
(a)niet-financiële ondernemingen identificeren elke economische activiteit, met inbegrip van een subset van transitie- en faciliterende economische activiteiten;
(b)niet-financiële ondernemingen rapporteren de KPI’s voor elke economische activiteit en de totale KPI’s voor alle economische activiteiten op het niveau van de betrokken onderneming of groep;
(c)niet-financiële ondernemingen rapporteren de in de punten 1.1.1., 1.1.2. en 1.1.3. van deze bijlage bedoelde KPI’s voor elke milieudoelstelling en de totale KPI’s voor alle milieudoelstellingen op het niveau van de betrokken onderneming of groep voor alle milieudoelstellingen, maar vermijden daarbij dubbeltelling;
(d)niet-financiële ondernemingen identificeren het aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteiten en het aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet aan technische screeningcriteria voldoen. Binnen een voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteit identificeren niet-financiële ondernemingen het aandeel van die activiteit dat op de taxonomie is afgestemd;
(e)niet-financiële ondernemingen identificeren de economische activiteiten die niet voor de taxonomie in aanmerking komen, en rapporteren het aandeel in de noemer van de omzet-KPI van die economische activiteiten op het niveau van de onderneming of groep;
(f)de KPI’s worden verstrekt op het niveau van de afzonderlijke onderneming indien die onderneming uitsluitend individuele niet-financiële verklaringen opstelt, of op het niveau van de groep indien de onderneming geconsolideerde niet-financiële verklaringen opstelt.
BIJLAGE II – Templates voor KPI’s niet-financiële ondernemingen
Template: Aandeel omzet uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten – rapportage over jaar N
|
|
|
|
Criteria inzake substantiële bijdrage
|
GEAD-criteria
(“Geen ernstige afbreuk doen aan”)
|
|
|
|
|
|
Economische activiteiten (1)
|
Code(s) (2)
|
Absolute omzet (3)
|
Aandeel omzet (4)
|
Klimaatmitigatie (5)
|
Klimaatadaptatie (6)
|
Water en mariene hulpbronnen (7)
|
Circulaire economie (8)
|
Verontreiniging (9)
|
Biodiversiteit en ecosystemen (10)
|
Klimaatmitigatie (11)
|
Klimaatadaptatie (12)
|
Water en mariene hulpbronnen (13)
|
Circulaire economie (14)
|
Verontreiniging (15)
|
Biodiversiteit en ecosystemen (16)
|
Minimumgaranties (17)
|
Op taxonomie afgestemd aandeel omzet, jaar N (18)
|
Op taxonomie afgestemd aandeel omzet, jaar N-1 (19)
|
Categorie (faciliterende activiteit (F)) (20)
|
Categorie
(“transitieactiviteit” (T))
(21)
|
|
|
Valuta
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
%
|
%
|
F
|
T
|
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteit 1
|
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
%
|
|
F
|
|
Activiteit 2
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J
|
J
|
|
J
|
J
|
J
|
J
|
%
|
|
|
|
Omzet ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1)
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
%
|
|
|
|
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteit 1
|
|
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
0 %
|
|
T
|
|
Activiteit 3
|
|
|
%
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
J
|
J
|
N
|
J
|
J
|
J
|
J
|
0 %
|
|
|
|
Omzet van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (A.1 + A.2)
|
|
|
%
|
%
|
0 %
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
|
|
|
|
|
|
|
%
|
|
%
|
|
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Omzet niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (B)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (A + B)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kolom 21 dient voor het invullen van transitieactiviteiten die bijdragen aan klimaatmitigatie.
Voor onder A2 genoemde activiteiten mogen de kolommen 5 tot en met 17 op vrijwillige basis door niet-financiële ondernemingen worden ingevuld.
Template: Aandeel CapEx uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten - rapportage over jaar N
|
|
|
|
Criteria inzake substantiële bijdrage
|
GEAD-criteria
(“Geen ernstige afbreuk doen aan”)
|
|
|
|
|
|
Economische activiteiten (1)
|
Code(s) (2)
|
Absolute CapEx (3)
|
CapEx-aandeel (4)
|
Klimaatmitigatie (5)
|
Klimaatadaptatie (6)
|
Water en mariene hulpbronnen (7)
|
Circulaire economie (8)
|
Verontreiniging (9)
|
Biodiversiteit en ecosystemen (10)
|
Klimaatmitigatie (11)
|
Klimaatadaptatie (12)
|
Water en mariene hulpbronnen (13)
|
Circulaire economie (14)
|
Verontreiniging (15)
|
Biodiversiteit en ecosystemen (16)
|
Minimumgaranties (17)
|
Op taxonomie afgestemd aandeel CapEx, jaar N (18)
|
Op taxonomie afgestemd aandeel CapEx, jaar N-1 (19)
|
Categorie (faciliterende activiteit (F)) (20)
|
Categorie
(transitieactiviteit (T))
(21)
|
|
|
Valuta
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
%
|
%
|
F
|
T
|
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteit 1
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
%
|
|
F
|
|
Activiteit 2
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
%
|
|
|
|
CapEx ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1)
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
%
|
|
|
|
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteit 1
|
|
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
0 %
|
|
T
|
|
Activiteit 3
|
|
|
%
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
J
|
J
|
N
|
J
|
J
|
J
|
J
|
0 %
|
|
|
|
CapEx voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (A.1 + A.2)
|
|
|
%
|
%
|
0 %
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
|
|
|
|
|
|
|
%
|
|
%
|
|
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Omzet niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (B)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (A + B)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor onder A2 genoemde activiteiten mogen de kolommen 5 tot en met 17 op vrijwillige basis door niet-financiële ondernemingen worden ingevuld.
Template: Aandeel OpEx uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten – rapportage over jaar N
|
|
|
|
Criteria inzake substantiële bijdrage
|
GEAD-criteria
(“Geen ernstige afbreuk doen aan”)
|
|
|
|
|
|
Economische activiteiten (1)
|
Code(s) (2)
|
Absolute OpEx (3)
|
Aandeel van OpEx (4)
|
Klimaatmitigatie (5)
|
Klimaatadaptatie (6)
|
Water en mariene hulpbronnen (7)
|
Circulaire economie (8)
|
Verontreiniging (9)
|
Biodiversiteit en ecosystemen (10)
|
Klimaatmitigatie (11)
|
Klimaatadaptatie (12)
|
Water en mariene hulpbronnen (13)
|
Circulaire economie (14)
|
Verontreiniging (15)
|
Biodiversiteit en ecosystemen (16)
|
Minimumgaranties (17)
|
Op taxonomie afgestemd aandeel OpEx, jaar N (18)
|
Op taxonomie afgestemd aandeel OpEx, jaar N-1 (19)
|
Categorie (faciliterende activiteit (F)) (20)
|
Categorie
(transitieactiviteit (T))
(21)
|
|
|
Valuta
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
J/N
|
%
|
%
|
F
|
T
|
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteit 1
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
%
|
|
F
|
|
Activiteit 2
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
%
|
|
|
|
OpEx ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1)
|
|
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
%
|
|
|
|
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteit 1
|
|
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
J
|
0 %
|
|
T
|
|
Activiteit 3
|
|
|
%
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
J
|
J
|
N
|
J
|
J
|
J
|
J
|
0 %
|
|
|
|
OpEx voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2)
|
|
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (A.1 + A.2)
|
|
|
%
|
%
|
0 %
|
%
|
0 %
|
0 %
|
0 %
|
|
|
|
|
|
|
|
%
|
|
%
|
|
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Omzet niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (B)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (A + B)
|
|
|
%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor onder A2 genoemde activiteiten mogen de kolommen 5 tot en met 17 op vrijwillige basis door niet-financiële ondernemingen worden ingevuld.
BIJLAGE III – KPI van vermogensbeheerders
1.INHOUD VAN DOOR VERMOGENSBEHEERDERS TE RAPPORTEREN KPI’s
De KPI wordt berekend door de teller te delen door de noemer zoals gespecificeerd in de punten 1.1. en 1.2. van deze bijlage.
1.1.Teller
De teller is een gewogen gemiddelde van de waarde van beleggingen in op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van ondernemingen waarin wordt belegd. Het gewogen gemiddelde van de waarde van beleggingen is gebaseerd op het aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van ondernemingen waarin wordt belegd (doelondernemingen), gemeten aan de hand van het volgende:
(a)voor doelondernemingen die niet-financiële ondernemingen zijn: omzet-KPI’s en CapEx-KPI’s zoals die resulteren uit de berekening van de KPI’s van de entiteit waarin wordt belegd, overeenkomstig de bijlagen I en II;
(b)voor doelondernemingen die vermogensbeheerders zijn: op omzet en op CapEx gebaseerde KPI’s zoals die resulteren uit de berekening van de KPI’s van de entiteit waarin wordt belegd, overeenkomstig de bijlagen III en IV;
(c)voor doelondernemingen die kredietinstellingen zijn: op omzet en op CapEx gebaseerde groene-activaratio (green asset ratio – “GAR”) zoals die resulteert uit de berekening van de groene-activaratio van de entiteit waarin wordt belegd, overeenkomstig de bijlagen V en VI;
(d)voor doelondernemingen die beleggingsondernemingen zijn: beleggingen en opbrengsten zoals die resulteren uit de berekening van de op omzet gebaseerde en op CapEx gebaseerde KPI’s van de entiteit waarin wordt belegd, overeenkomstig de bijlagen VII en VIII, in overeenstemming met het aandeel van diensten en activiteiten in de inkomsten van de beleggingsonderneming die voor eigen rekening en niet voor eigen rekening worden verricht;
(e)voor doelondernemingen die verzekerings- of herverzekeringsondernemingen zijn: beleggingen, geboekte brutopremies of, indien van toepassing, totale verzekeringsopbrengsten zoals die resulteren uit de berekening van ofwel op de omzet gebaseerde en op CapEx gebaseerde beleggingen-KPI, in voorkomend geval, gecombineerd met de verzekerings-KPI van de schadeverzekerings- of schadeherverzekeringsondernemingen waarin wordt belegd overeenkomstig deze bijlagen IX en X.
De berekening laat netting toe ten behoeve van de rapportage van het aandeel van beleggingen in op de taxonomie afgestemde economische activiteiten door toepassing van de in artikel 3, leden 4 en 5, van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde methode voor de berekening van netto-shortposities.
In afwijking van de eerste alinea van dit punt 1.1 worden schuldbewijzen om specifiek geïdentificeerde activiteiten of projecten te financieren of ecologisch duurzame obligaties uitgegeven door een onderneming waarin wordt belegd, opgenomen in de teller ten belope van de waarde van de op de taxonomie afgestemde activiteiten die met de opbrengsten van die obligaties en schuldbewijzen worden gefinancierd, op basis van informatie verschaft door de onderneming waarin wordt belegd.
1.2.Noemer
De noemer bestaat uit de waarde van alle activa onder beheer (AuM) zonder blootstellingen als bedoeld in artikel 7, lid 1, van deze verordening die voortvloeien uit collectief en individueel portefeuillebeheer van vermogensbeheerders.
Vermogensbeheerders rapporteren een KPI op basis van omzet-KPI’s van de onderneming waarin wordt belegd, en een KPI op basis van de CapEx-KPI van de ondernemingen waarin wordt belegd.
2.Methode voor het opstellen en rapporteren van de door vermogensbeheerders te rapporteren KPI’s
Ten behoeve van de rapportage krachtens artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2020/852 moeten vermogensbeheerders:
(a)de KPI’s voor elke milieudoelstelling en voor de geaggregeerde, op de taxonomie afgestemde economische activiteiten op het niveau van de betrokken onderneming of groep rapporteren;
(b)een subset van transitie- en faciliterende economische activiteiten identificeren en de KPI’s voor de geaggregeerde economische activiteiten op het niveau van de betrokken onderneming of groep rapporteren;
(c)een uitsplitsing van de teller en de noemer per soort belegging verstrekken;
(d)de KPI’s met betrekking tot de voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten rapporteren;
(e)binnen de activa onder beheer het aandeel van de niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten rapporteren;
(f)het aandeel in totale beleggingen rapporteren van beleggingen in blootstellingen als bedoeld in artikel 7, lid 1, van deze verordening;
(g)de KPI’s verstrekken op het niveau van de afzonderlijke vermogensbeheerder indien die onderneming uitsluitend individuele niet-financiële verklaringen opstelt, of op het niveau van de groep indien de onderneming geconsolideerde niet-financiële verklaringen opstelt.
BIJLAGE IV – Template voor de KPI van vermogensbeheerders
Standaardtemplate voor de krachtens artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 vereiste rapportage (vermogensbeheerders)
De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen die gericht zijn op financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa, met de volgende wegingsfactoren voor beleggingen in ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: %
CapEx-gebaseerd: %
|
De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen die gericht zijn op financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met de volgende wegingsfactoren voor beleggingen in ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: [geldbedrag]
CapEx-gebaseerd: [geldbedrag]
|
Het percentage van de door de KPI bestreken activa in verhouding tot de totale beleggingen (totaal activa onder beheer). Met uitzondering van beleggingen in overheidsentiteiten, Bestreken aandeel: %
|
De monetaire waarde van door de KPI bestreken activa. Met uitzondering van beleggingen in overheidsentiteiten
Bestreken aandeel: [geldbedrag]
|
Bijkomende, aanvullende rapportage: uitsplitsing van de noemer van de KPI
|
Het percentage derivaten in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa.
X %
|
De waarde in geldbedragen van derivaten:
[geldbedrag]
|
Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit de EU die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Voor financiële ondernemingen:
|
Waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit de EU die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen:
Voor niet-financiële ondernemingen: [geldbedrag]
Voor financiële ondernemingen: [geldbedrag]
|
Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Voor financiële ondernemingen:
|
Waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen:
Voor niet-financiële ondernemingen: [geldbedrag]
Voor financiële ondernemingen: [geldbedrag]
|
Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Voor financiële ondernemingen:
|
Waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen:
Voor niet-financiële ondernemingen: [geldbedrag]
Voor financiële ondernemingen: [geldbedrag]
|
Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot andere tegenpartijen in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
X %
|
Waarde van blootstellingen aan andere tegenpartijen:
[geldbedrag]
|
De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa:
X %
|
Waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren:
[geldbedrag]
|
De waarde van alle beleggingen die voor de taxonomie in aanmerking komen, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa:
X %
|
Waarde van alle beleggingen die voor de taxonomie in aanmerking komen, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren:
[geldbedrag]
|
Bijkomende, aanvullende rapportage: uitsplitsing van de teller van de KPI
|
Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: %
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: %
Voor financiële ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: %
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: %
|
Waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: [geldbedrag]
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: [geldbedrag]
Voor financiële ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: [geldbedrag]
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: [geldbedrag]
|
Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot andere tegenpartijen in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
Op omzet gebaseerd: %
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: %
|
Waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen:
Op omzet gebaseerd: [geldbedrag]
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: [geldbedrag]
|
Uitsplitsing van de teller van de KPI per milieudoelstelling
|
Op de taxonomie afgestemde activiteiten –:
|
(1)Klimaatmitigatie
|
Omzet: %
CapEx: %
|
Transitieactiviteiten: A % (Omzet; CapEx)
Faciliterende activiteiten: B % (Omzet; CapEx)
|
(2)Klimaatadaptatie
|
Omzet: %
CapEx: %
|
Transitieactiviteiten: A % (Omzet; CapEx)
Faciliterende activiteiten: B % (Omzet; CapEx)
|
(3)Duurzaam gebruik en bescherming water en mariene hulpbronnen
|
Omzet: %
CapEx: %
|
Transitieactiviteiten: A % (Omzet; CapEx)
Faciliterende activiteiten: B % (Omzet; CapEx)
|
(4)Transitie naar een circulaire economie
|
Omzet: %
CapEx: %
|
Transitieactiviteiten: A % (Omzet; CapEx)
Faciliterende activiteiten: B % (Omzet; CapEx)
|
(5)Preventie en bestrijding van verontreiniging
|
Omzet: %
CapEx: %
|
Transitieactiviteiten: A % (Omzet; CapEx)
Faciliterende activiteiten: B % (Omzet; CapEx)
|
(6)Bescherming en herstel van de biodiversiteit en de ecosystemen
|
Omzet: %
CapEx: %
|
Transitieactiviteiten: A % (Omzet; CapEx)
Faciliterende activiteiten: B % (Omzet; CapEx)
|
BIJLAGE V – KPI’s van kredietinstellingen
1.INHOUD VAN DOOR KREDIETINSTELLINGEN TE RAPPORTEREN KPI’s
1.1.Toepassingsgebied van de KPI’s
1.1.1.Consolidatie
Kredietinstellingen rapporteren relevante KPI’s op basis van hun prudentiële consolidatiekring zoals die is bepaald overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013, titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2.
1.1.2.Totaal bestreken activa
De berekening van de groene-activaratio (GAR) voor blootstellingen binnen de balanstelling omvat de volgende boekhoudkundige categorieën financiële activa, met inbegrip van leningen en voorschotten, schuldbewijzen, deelnemingen en teruggenomen zekerheden:
(a)financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs;
(b)financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat;
(c)beleggingen in dochterondernemingen;
(d)joint ventures en geassocieerde deelnemingen;
(e)financiële activa die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening en financiële activa voor niet-handelsdoeleinden die verplicht zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening;
(f)door kredietinstellingen verkregen zekerheden in de vorm van onroerend goed door inbezitneming in ruil voor de kwijtschelding van schulden.
De in artikel 7, lid 1, van deze verordening bedoelde blootstellingen vallen buiten het bereik van de GAR.
De volgende activa worden uitgesloten van de teller van de GAR:
(a)voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa;
(b)onmiddellijk opeisbare interbancaire leningen;
(c)blootstellingen aan ondernemingen die niet verplicht zijn niet-financiële informatie te publiceren overeenkomstig artikel 19 bis of artikel 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU.
De berekening van de KPI’s voor blootstellingen buiten de balanstelling houdt rekening met door de kredietinstelling verleende financiële waarborgen en activa onder beheer voor garanties en niet-financiële ondernemingen waarin wordt belegd. Overige blootstellingen buiten de balanstelling, zoals verbintenissen, worden van die berekening uitgesloten.
1.2.Inhoud van de KPI’s en methode
1.2.1.Groene-activaratio (GAR)
Met de GAR wordt het aandeel van de activa van de kredietinstelling dat in op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financiert en daarin is belegd, weergegeven als aandeel van de totale, overeenkomstig afdeling 1.1.2. van deze bijlage daardoor bestreken activa.
De GAR is gebaseerd op de blootstellingen en de balans in overeenstemming met de prudentiële consolidatiekring overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013, titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2, voor de in punt 1.1.2. van deze bijlage genoemde soorten activa en boekhoudkundige portefeuilles, met inbegrip van stand- en stroominformatie, informatie over transitie- en faciliterende activiteiten en over gespecialiseerde en algemene kredietverlening.
Kredietinstellingen rapporteren de volgende informatie:
(a)de geaggregeerde GAR voor de betrokken activa binnen de balanstelling;
(b)de uitsplitsing naar milieudoelstelling en soort tegenpartij.
De KPI’s worden gedefinieerd op basis van de volgende componenten:
(a)de teller, die leningen en voorschotten, schuldbewijzen, aandelen en teruggenomen zekerheden omvat, ter financiering van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten op basis van de omzet-KPI en de CapEx-KPI van onderliggende activa;
(b)de noemer, die het totaal aan leningen en voorschotten, het totaal aan schuldbewijzen, het totaal aan aandelen en het totaal aan de teruggenomen zekerheden en alle andere bestreken activa binnen de balanstelling omvat.
Naast de GAR rapporteren kredietinstellingen het percentage van hun totale activa dat overeenkomstig artikel 7, lid 2, van deze verordening en punt 1.1.2 van deze bijlage is uitgesloten van de teller van de GAR.
1.2.1.1.GAR toepassen op blootstellingen van niet-financiële ondernemingen
Kredietinstellingen rapporteren de GAR voor de stand van leningen, schuldbewijzen en deelnemingen en de stroom voor nieuwe kredietverlening. Kredietinstellingen passen de volgende stappen toe om de GAR voor elke milieudoelstelling te berekenen.
Milieudoelstellingen
|
Eerste stap
|
Tweede stap
|
Groene-activaratio (GAR)
|
Klimaatmitigatie
|
Aandeel van leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten die voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren met het oog op de doelstelling klimaatmitigatie, in vergelijking met het totaal aan leningen aan of schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten van niet-financiële ondernemingen en alle andere bestreken activa binnen de balanstelling
|
Aandeel van leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten die op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren met het oog op de doelstelling van klimaatmitigatie, in vergelijking met leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten ter financiering van economische activiteiten in sectoren die onder de taxonomie voor de doelstelling klimaatmitigatie vallen.
|
Aandeel van leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten die op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren voor de doelstelling klimaatmitigatie, in vergelijking met het totaal aan leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten van niet-financiële ondernemingen en alle andere activa binnen de balanstelling
|
|
Waarvan: faciliterende activiteiten Waarvan: faciliterende activiteiten Waarvan transitieactiviteiten Waarvan transitieactiviteiten
|
Stand en stroom
|
Klimaatadaptatie
|
Aandeel van leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten die voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren met het oog op de doelstelling klimaatadaptatie, in vergelijking met het totaal aan leningen aan of schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten van niet-financiële ondernemingen en alle andere bestreken activa binnen de balanstelling
|
Aandeel van leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten die op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren met het oog op de doelstelling van klimaatadaptatie, in vergelijking met leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten ter financiering van economische activiteiten in sectoren die onder de taxonomie voor de doelstelling klimaatadaptatie vallen.
|
Aandeel van leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten die op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren met het oog op de doelstelling klimaatadaptatie, in vergelijking met het totaal aan leningen en voorschotten/schuldbewijzen/eigenvermogensinstrumenten van niet-financiële ondernemingen en alle andere bestreken activa binnen de balanstelling
|
|
Waarvan: faciliterende activiteiten Waarvan faciliterende activiteiten
Waarvan adaptatieactiviteiten Waarvan transitieactiviteiten
|
Stand en stroom
|
Overige milieuactiviteiten
|
Zodra de screeningcriteria zijn gedefinieerd, moeten dezelfde ratio’s voor elk van de vier overige milieudoelstellingen worden gerapporteerd. D.w.z.: duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen; transitie naar een circulaire economie; preventie en bestrijding van verontreiniging; bescherming en herstel van de biodiversiteit en de ecosystemen.
|
|
1.2.1.1.1.1.i) GAR voor kredietverlening aan deelnemingen van niet-financiële ondernemingen voor leningen en voorschotten (L&A-GAR)
Kredietinstellingen gebruiken en rapporteren de volgende posten voor de berekening van de GAR voor dit type blootstellingen:
(1)(a)
totaal aan leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen, met inbegrip van leningen en voorschotten die zijn opgenomen in de in punt 1.2 van deze bijlage bedoelde boekhoudkundige categorieën, d.w.z. de brutoboekwaarde van:
i)
leningen en voorschotten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat;
ii)
niet voor handelsdoeleinden gehouden leningen en voorschotten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening;
(1)(b)
leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen waarmee voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten worden gefinancierd voor elke milieudoelstelling, met inbegrip van de brutoboekwaarde van leningen en voorschotten in de desbetreffende boekhoudkundige categorieën met betrekking tot ondernemingen die voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten verrichten (indien beschikbaar, codes van de nomenclatuur van de economische activiteiten (NACE) op niveau 4) die relevant zijn voor elke milieudoelstelling;
(1)(c)
leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen waarmee op de taxonomie afgestemde economische activiteiten worden gefinancierd voor elke milieudoelstelling, met inbegrip van alle leningen en voorschotten ter financiering van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met inbegrip van subsets van transitie- en faciliterende economische activiteiten.
Het bedrag voor de toepassing van (1)(c) wordt berekend aan de hand van de volgende formule 1(c) = (1)(c)(1) + (1)(c)(2), waarbij:
(1)(c)(1)
= leningen en voorschotten waarbij het gebruik van de opbrengsten (UoP) bekend is, met inbegrip van gespecialiseerde kredietverlening – leningen voor projectfinanciering als bedoeld in bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014;
(1)(c)(2)
= leningen en voorschotten waarbij het gebruik van de opbrengsten (UoP) niet bekend is (algemene leningen).
Ten behoeve van punt (1)(c)(1) nemen kredietinstellingen de brutoboekwaarde van de blootstellingen uit hoofde van projectfinanciering met betrekking tot niet-financiële ondernemingen in aanmerking voor zover en in de mate dat het gefinancierde project een op de taxonomie afgestemde economische activiteit financiert. Of dit vereiste in acht is genomen, wordt beoordeeld op basis van door de tegenpartij verstrekte informatie over het project of de activiteiten waarvoor de opbrengsten zullen worden gebruikt. Kredietinstellingen verstrekken informatie over het soort economische activiteit dat wordt gefinancierd. Dubbeltelling is niet toegestaan. Indien dezelfde blootstelling uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening relevant is voor twee milieudoelstellingen, wijzen kredietinstellingen deze toe aan de meest relevante doelstelling.
Ten behoeve van punt (1)(c)(2) gebruiken kredietinstellingen de CapEx-KPI en omzet-KPI die de tegenpartij overeenkomstig deze verordening voor elke milieudoelstelling rapporteert. Het bedrag van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen is de som van de brutoboekwaarde van het totaal aan leningen en voorschotten met onbekend gebruik van de opbrengsten (UoP) aan niet-financiële ondernemingen, gewogen naar het aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten met een uitsplitsing naar transitie- en faciliterende activiteiten voor elke tegenpartij.
Kredietinstellingen berekenen de KPI’s voor dit soort blootstellingen als volgt:
Eerste stap = (1)(b)/(1)(a).
Tweede stap = (1)(c)/(1)(b). In voorkomend geval rapporteren kredietinstellingen afzonderlijke informatie over het deel van de KPI dat betrekking heeft op faciliterende activiteiten.
L&A-GAR (voor elke milieudoelstelling) = (1)(c)/(1)(a). Kredietinstellingen rapporteren de GAR op basis van de omzet-KPI en verstrekken, in voorkomend geval, afzonderlijke informatie over het deel van de KPI dat betrekking heeft op faciliterende en transitieactiviteiten.
De volgende aspecten van de KPI’s worden gerapporteerd:
(a)in termen van standgegevens, op basis van de totale brutoboekwaarde van leningen en voorschotten op de rapportagereferentiedatum;
(b)in termen van stroomgegevens, op basis van de totale brutoboekwaarde van nieuwe leningen en voorschotten tijdens het jaar voorafgaand aan de rapportagereferentiedatum;
(c)met een afzonderlijke uitsplitsing naar faciliterende en naar transitie- en adaptatieactiviteiten, en naar gespecialiseerde kredietverlening.
1.2.1.1.1.2.ii) GAR voor schuldbewijzen met betrekking tot niet-financiële ondernemingen (“DS-GAR”)
Kredietinstellingen berekenen en rapporteren de volgende posten voor de berekening van de GAR voor dit soort blootstellingen:
(2)(a)
Totaal aan schuldbewijzen van niet-financiële ondernemingen, met inbegrip van de brutoboekwaarde van schuldbewijzen tegen geamortiseerde kostprijs en gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat, en niet voor handelsdoeleinden aangehouden schuldbewijzen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening.
(2)(b)
Schuldbewijzen van niet-financiële ondernemingen waarmee voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten worden gefinancierd voor elke milieudoelstelling, met inbegrip van de brutoboekwaarde van schuldbewijzen in de desbetreffende boekhoudkundige categorieën met betrekking tot ondernemingen die voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten verrichten (indien beschikbaar, codes van de nomenclatuur van de economische activiteiten (NACE) op niveau 4).
(2)(c)
Schuldbewijzen aan betrokken entiteiten voor de financiering van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met inbegrip van alle schuldbewijzen voor het financieren van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met inbegrip van transitie- en faciliterende activiteiten.
Het bedrag voor de toepassing van (2)(c) wordt berekend aan de hand van de volgende formule:
2(c) = (2)(c)(1) + (2)(c)(2) waarbij:
(2)(c)(1) = schuldbewijzen waarbij het gebruik van de opbrengsten (UoP) bekend is, en
(2)(c)(2) = schuldbewijzen waarbij het gebruik van de opbrengsten (UoP) niet bekend is.
Ten behoeve van punt (2)(c)(1) houden kredietinstellingen rekening met het volgende:
(2)(c)(1)(a) Kredietinstellingen nemen de totale brutoboekwaarde in aanmerking van blootstellingen met betrekking tot overeenkomstig Uniewetgeving uitgegeven ecologisch duurzame obligaties. Lopende obligatie-uitgiften die door emittenten worden aangemerkt als groene obligaties waarvan de opbrengsten (UoP) in voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten moeten worden geïnvesteerd, worden beoordeeld op basis van de mate van afstemming op de taxonomie van de economische activiteiten overeenkomstig Verordening (EU) 2020/852 of van gefinancierde projecten, op basis van specifieke informatie die door de uitgevende instelling voor een uitgifte wordt verstrekt. Kredietinstellingen zorgen voor transparantie over het soort economische activiteit dat wordt gefinancierd. Dubbeltelling is niet toegestaan. Indien dezelfde groene obligatie relevant kan zijn voor twee milieudoelstellingen, wijzen kredietinstellingen deze toe aan de meest relevante doelstelling.
(2)(c)(1)(b) Kredietinstellingen nemen de brutoboekwaarde van schuldbewijzen belegd in blootstellingen uit hoofde van projectfinanciering in aanmerking, voor zover de activiteiten van het gefinancierde project op de taxonomie afgestemde economische activiteiten zijn. De beoordeling is gebaseerd op specifieke informatie die door de uitgevende instelling voor die uitgifte wordt verstrekt. Dubbeltelling is niet toegestaan. Indien dezelfde blootstelling met betrekking tot gespecialiseerde kredietverlening relevant kan zijn voor twee milieudoelstellingen, wijzen kredietinstellingen deze toe aan de meest relevante doelstelling. Kredietinstellingen zorgen voor transparantie over het soort economische activiteit dat gefinancierd wordt.
Ten behoeve van punt (2)(c)(2) baseren kredietinstellingen zich op de omzet-KPI en de CapEx-KPI die de tegenpartij overeenkomstig artikel 2 van deze verordening rapporteert. Het bedrag aan schuldbewijzen met betrekking tot niet-financiële ondernemingen is de som van de brutoboekwaarde van het totaal aan schuldbewijzen met onbekend gebruik van de opbrengsten (UoP), gewogen naar het aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten met een uitsplitsing naar transitie- en faciliterende activiteiten voor elke tegenpartij.
Kredietinstellingen berekenen de voorgestelde KPI’s aan de hand van de volgende formule voor dit soort blootstellingen:
Eerste stap = (2)(b)/(2)(a).
Tweede stap = (2)(c)/(2)(b). In voorkomend geval rapporteren kredietinstellingen afzonderlijke informatie over het deel van de KPI dat betrekking heeft op faciliterende en transitieactiviteiten.
DS-GAR = (2)(c)/(2)(a) op basis van de omzet-KPI; (2)(c)/(2)(a) op basis van de CapEx-KPI.
De volgende aspecten van KPI’s worden gerapporteerd:
(a)in termen van standgegevens, op basis van de totale brutoboekwaarde van schuldbewijzen op de rapportagereferentiedatum;
(b)in termen van stroomgegevens, op basis van de brutoboekwaarde van nieuwe schuldbewijzen tijdens het jaar voorafgaand aan de rapportagereferentiedatum;
(c)met een afzonderlijke uitsplitsing naar faciliterende en transitieactiviteiten, en naar gespecialiseerde kredietverlening.
1.2.1.1.1.3.iii) Groene-activaratio voor deelnemingen van niet-financiële ondernemingen (“EH-GAR”)
1.2.1.1.1.4.Kredietinstellingen berekenen en rapporteren:
(a)het aandeel van deelnemingen in niet-financiële ondernemingen die voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten verrichten in verhouding tot het totaal aan deelnemingen in niet-financiële ondernemingen.
De teller omvat de brutoboekwaarde van de niet voor handelsdoeleinden aangehouden deelnemingen die bestaan uit financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat en niet voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen van niet-financiële ondernemingen die voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten verrichten.
De noemer omvat de totale brutoboekwaarde van niet voor handelsdoeleinden aangehouden deelnemingen die bestaan uit financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat en niet voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen van niet-financiële ondernemingen;
(b)het aandeel van deelnemingen in niet-financiële ondernemingen die op de taxonomieafgestemde economische activiteiten verrichten, in verhouding tot deelnemingen in de niet-financiële ondernemingen die voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten verrichten.
De teller is gelijk aan de brutoboekwaarde van de niet voor handelsdoeleinden aangehouden deelnemingen op basis van de omzet-KPI en CapEx-KPI met betrekking tot op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van de niet-financiële onderneming waartoe de eigenvermogensinstrumenten behoren.
De noemer omvat de brutoboekwaarde van de niet voor handelsdoeleinden aangehouden deelnemingen op basis van de omzet-KPI van de niet-financiële ondernemingen die voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten verrichten;
(c)EH-GAR = aandeel van deelnemingen in niet-financiële ondernemingen ter financiering van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in verhouding tot het totaal aan deelnemingen in niet-financiële ondernemingen.
De teller is gelijk aan de brutoboekwaarde van de niet voor handelsdoeleinden aangehouden deelnemingen, gewogen naar de omzet-KPI en de CapEx-KPI voor op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die de niet-financiële onderneming waartoe de eigenvermogensinstrumenten behoren, heeft gerapporteerd.
De noemer omvat de totale brutoboekwaarde van de niet voor handelsdoeleinden aangehouden deelnemingen van niet-financiële ondernemingen.
De volgende aspecten van ratio’s worden gerapporteerd:
(a)in termen van standgegevens, op basis van de totale brutoboekwaarde van deelnemingen op de rapportagereferentiedatum;
(b)in termen van stroomgegevens, op basis van de brutoboekwaarde van deelnemingen tijdens het jaar voorafgaand aan de rapportagereferentiedatum;
(c)met afzonderlijke uitsplitsing naar faciliterende en transitieactiviteiten.
1.2.1.1.1.5.iv) GAR betreffende totale financiering in niet-financiële ondernemingen (kredietverlening plus deelnemingen)
De drie ratio’s voor elke milieudoelstelling worden gerapporteerd op basis van de omzet-KPI en, voor schuldbewijzen en deelnemingen op basis van de omzet-KPI en de CapEx-KPI van onderliggende activa op geaggregeerd niveau voor alle financieringsinstrumenten binnen de balanstelling, met inbegrip van deelnemingen, in niet-financiële ondernemingen.
De teller en de noemer van de ratio’s omvatten de brutoboekwaarde van leningen en voorschotten, schuldbewijzen en deelnemingen die voor elk geval relevant zijn.
1.2.1.2.Groene-activaratio voor kredietverlening aan en deelnemingen in financiële ondernemingen
De GAR voor kredietverlening aan deelnemingen van financiële ondernemingen wordt berekend als aandeel van leningen en voorschotten, schuldbewijzen en deelnemingen van relevante boekhoudkundige portefeuilles ter financiering van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten voor elke milieudoelstelling, in verhouding tot het totaal aan leningen en voorschotten, schuldbewijzen en deelnemingen met betrekking tot financiële ondernemingen.
Deze GAR rapporteert informatie over klimaatmitigatie en klimaatadaptatie, met een uitsplitsing naar faciliterende activiteiten. Voor klimaatmitigatie verstrekt de GAR ook informatie over transitie- en adaptatieactiviteiten. Voor activiteiten die bijdragen aan klimaatmitigatie, klimaatadaptatie en andere milieudoelstellingen, rapporteren kredietinstellingen ook stand- en stroomgegevens.
De teller van de GAR voor financiële ondernemingen wordt berekend op basis van de overeenkomstig deze verordening berekende KPI’s van tegenpartijen. Het bedrag aan leningen en voorschotten, schuldbewijzen en deelnemingen van relevante boekhoudkundige portefeuilles met betrekking tot financiële ondernemingen dat in de teller van de ratio wordt opgenomen, is de som van hun brutoboekwaarde, gewogen naar het aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten met een uitsplitsing naar transitie-, adaptatie- en faciliterende activiteiten voor elke tegenpartij.
Indien de tegenpartij een andere kredietinstelling is, zijn de op omzet en op kapitaaluitgaven gebaseerde KPI’s de brutoboekwaarde van schuldbewijzen, leningen en voorschotten en deelnemingen in relevante boekhoudkundige portefeuilles gewogen naar de “Totale GAR van de tegenpartij als vermeld in afdeling”, d.w.z. de brutoboekwaarde vermenigvuldigd met de “Totale GAR” van de tegenpartij.
Indien de tegenpartij een beleggingsonderneming is, wordt de volgende berekening van de KPI toegepast op basis van het aandeel van de diensten in de inkomsten van de beleggingsonderneming:
(a)voor beleggingsondernemingen die voor eigen rekening handelen overeenkomstig deel A van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad, wordt de brutoboekwaarde van schuldbewijzen, leningen en voorschotten en deelnemingen gewogen volgens de door de beleggingsondernemingen gerapporteerde GAR op basis van de omzet en CapEx, d.w.z. de brutoboekwaarde wordt vermenigvuldigd met “de waarde van de activa (schuldbewijzen, eigenvermogensinstrumenten, kasequivalenten en derivaten) die belegd zijn in op de taxonomie afgestemde activiteiten als aandeel in de waarde van de totale belegde activa”;
(b)voor beleggingsondernemingen die niet voor eigen rekening handelen overeenkomstig deel A van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU, wordt de brutoboekwaarde van schuldbewijzen, leningen en voorschotten en deelnemingen gewogen voor de op omzet en CapEx gebaseerde KPI’s met betrekking tot inkomsten, d.w.z. provisies, commissies en andere geldelijke tegemoetkomingen die de beleggingsonderneming heeft gerapporteerd, d.w.z. de brutoboekwaarde vermenigvuldigd met “provisies, commissies en andere geldelijke tegemoetkomingen uit hoofde van diensten en activiteiten in op de taxonomie afgestemde activiteiten als aandeel in het totaal aan provisie- en commissiebaten en andere geldelijke tegemoetkomingen uit hoofde van alle diensten en activiteiten”.
Indien de tegenpartij vermogensbeheerder is, vormen de op omzet en op kapitaaluitgaven gebaseerde KPI’s de brutoboekwaarde van schuldbewijzen, leningen en voorschotten en deelnemingen van de relevante boekhoudkundige portefeuilles, gewogen door de ratio’s van de beleggingen van de tegenpartij in op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, zoals gedefinieerd in de bijlagen III en IV bij deze verordening , d.w.z. de brutoboekwaarde wordt vermenigvuldigd met de ratio van de totale beleggingen van de vermogensbeheerder.
In het geval van doelondernemingen die verzekerings- of herverzekeringsondernemingen zijn, wordt de benchmark gevormd door de beleggingen, geboekte brutopremies of, in voorkomend geval, totale verzekeringsopbrengsten, zoals die resulteren uit de berekening van ofwel de op omzet en CapEx gebaseerde KPI voor beleggingen of de verzekerings-KPI van de onderneming waarin wordt belegd overeenkomstig de bijlagen XI en X bij deze verordening.
De noemer is de totale brutoboekwaarde van leningen en voorschotten, schuldbewijzen en deelnemingen van relevante boekhoudkundige portefeuilles in niet-financiële ondernemingen.
1.2.1.3.Groene-activaratio voor vorderingen op particulieren en kleine partijen
De GAR voor vorderingen op particulieren en kleine partijen uit hoofde van kredietverstrekking voor niet-zakelijke onroerende goederen of renovatie van woningen wordt berekend als een aandeel van leningen aan huishoudens die door niet-zakelijk onroerend goed zijn zekergesteld of zijn verstrekt voor renovatiedoeleinden die afgestemd zijn op de taxonomie in overeenstemming met de technische screeningcriteria voor gebouwen, namelijk renovatie, verwerving en eigendom overeenkomstig, respectievelijk, de punten 7.2., 7.3., 7.4., 7.5., 7.6. en 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat, in verhouding tot het totaal aan leningen aan huishoudens die door niet-zakelijk onroerend goed zijn zekergesteld of voor renovatiedoeleinden zijn verstrekt. Deze GAR omvat rapportage over transitieactiviteiten en rapportage over stand- en stroomgegevens. Deze GAR is uitsluitend van toepassing op beleggingen die relevant zijn voor klimaatmitigatie.
De GAR voor vorderingen op particulieren en kleine partijen uit hoofde van consumptief krediet voor voertuigleningen wordt berekend als het aandeel van leningen ter financiering van voertuigen die voldoen aan de technische screeningcriteria vastgesteld in afdeling 6.5. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat. Deze GAR omvat rapportage over het aandeel van transitieactiviteiten, alsmede standinformatie uitsluitend over leningen die na [de toepassingsdatum van deze verordening] zijn toegekend en stroomgegevens over leningen. Deze GAR is uitsluitend van toepassing op beleggingen die relevant zijn voor klimaatmitigatie.
KPI’s voor blootstellingen aan particulieren en kleine partijen ter financiering van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten zijn alleen van toepassing op de doelstelling klimaatmitigatie.
1.2.1.3.1.1.i) Kredietverstrekking voor niet-zakelijk onroerend goed
De door kredietinstellingen gerapporteerde KPI bestrijkt de kredietverstrekking aan particulieren en kleine partijen, en met name de hypotheekportefeuille. Bij de rapportage van deze KPI wordt rekening gehouden met de inachtneming van de technische screeningcriteria voor gebouwen zoals die zijn vastgesteld in de afdelingen 7.2., 7.3., 7.4., 7.5., 7.6. en 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat.
Kredietinstellingen rapporteren de KPI met betrekking tot hun portefeuille kredieten voor niet-zakelijk onroerend goed als aandeel van leningen aan huishoudens die zijn zekergesteld door niet-zakelijk onroerend goed dat bijdraagt aan de milieudoelstelling klimaatmitigatie zoals vastgesteld in de afdelingen 7.2., 7.3., 7.4., 7.5., 7.6. en 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat, in verhouding tot het totaal aan leningen aan huishoudens die door niet-zakelijk onroerend goed zijn zekergesteld.
Kredietinstellingen rapporteren informatie over de stand van de leningen per de rapportagereferentiedatum, en informatie over de stromen van nieuwe kredietverlening tijdens de rapportageperiode.
De teller van de ratio omvat de brutoboekwaarde van leningen voor niet-zakelijk onroerend goed die voldoen aan de technische screeningcriteria in afdeling 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat.
In de teller van de ratio nemen kredietinstellingen ook de leningen op die voor de renovatie van een gebouw of een woning zijn verstrekt in overeenstemming met de technische screeningcriteria voor gebouwen overeenkomstig de afdelingen 7.2., 7.3., 7.4., 7.5. en 7.6. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat.
De noemer omvat de totale brutoboekwaarde van leningen aan huishoudens die door niet-zakelijk onroerend goed zijn zekergesteld plus de totale brutoboekwaarde van leningen aan huishoudens voor de renovatie van woningen, waarbij dubbeltelling van leningen wordt voorkomen indien het bij laatstgenoemde om zekergestelde leningen gaat.
1.2.1.3.1.2.ii) Retail – Consumptief krediet voor de aankoop van een voertuig
Kredietinstellingen rapporteren een KPI voor leningen die aan huishoudens zijn verstrekt voor de aankoop van een motorvoertuig (autoleningen). Een KPI is het aandeel van de leningen voor voertuigen die voldoen aan de technische screeningcriteria in overeenstemming met afdeling 6.5. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat.
Kredietinstellingen beschouwen die autoleningen als zijnde verstrekt vanaf de toepassingsdatum van de rapportagevereisten, zowel voor de KPI als standgegeven als voor nieuwe leningen. Een bijwerking van de stand van de leningen die vóór de toepassingsdatum zijn verstrekt, wordt niet in aanmerking genomen.
1.2.1.4.GAR voor leningen en voorschotten voor de financiering van volkshuisvesting en andere gespecialiseerde kredietverlening aan overheden
Indien kredietinstellingen een bedrijfsmodel hebben dat voor een groot deel is gebaseerd op de financiering van volkshuisvesting, rapporteren zij een KPI met betrekking tot het percentage van naleving van de technische screeningcriteria in overeenstemming met afdeling 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat van gebouwen waarvan de aankoop door de kredietinstelling wordt gefinancierd. Deze GAR wordt door de kredietinstelling geraamd en gerapporteerd als een percentage van de leningen aan gemeenten die volkshuisvesting financieren in overeenstemming met de technische screeningcriteria in afdeling 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat, in verhouding tot de totale leningen aan gemeenten die volkshuisvesting financieren. De kredietinstelling rapporteert stand- en stroomgegevens.
De methode voor de berekening van de teller en de noemer is dezelfde als de methode voor door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen.
Voor de financiering van activiteiten en activa niet zijnde volkshuisvesting nemen kredietinstellingen de brutoboekwaarde van de blootstellingen uit hoofde van projectfinanciering met betrekking tot de overheid in aanmerking voor zover en in de mate dat het gefinancierde project een op de taxonomie afgestemde economische activiteit financiert. De beoordeling van de vraag of dit vereiste in acht is genomen, wordt gebaseerd op informatie die de overheid verstrekt over het project of de activiteiten waarvoor de opbrengsten zullen worden gebruikt. Kredietinstellingen verstrekken informatie over het soort economische activiteit dat wordt gefinancierd. Dubbeltelling is niet toegestaan. Indien dezelfde blootstelling uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening relevant is voor twee milieudoelstellingen, wijzen kredietinstellingen deze toe aan de meest relevante doelstelling.
1.2.1.5.Andere blootstellingen binnen de balanstelling — Teruggenomen zekerheden in de vorm van onroerend goed
Kredietinstellingen rapporteren de KPI voor het aandeel van naleving van de technische screeningcriteria in afdeling 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat van hun portefeuille met voor verkoop aangehouden zakelijke en niet-zakelijke teruggenomen zekerheden in de vorm van onroerend goed voor de milieudoelstelling klimaatmitigatie als een percentage van zakelijke en niet-zakelijke teruggenomen zekerheden in de vorm van onroerend goed dat voldoet aan de technische screeningcriteria in afdeling 7.7. van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat, in verhouding tot de totale zakelijke en niet-zakelijke teruggenomen zekerheden in de vorm van onroerend goed.
Kredietinstellingen rapporteren over de stand van leningen vanaf de rapportagereferentiedatum, en informatie over de stromen van nieuwe activa tijdens de rapportageperiode.
De teller van de ratio omvat de brutoboekwaarde van zakelijke en niet-zakelijke teruggenomen zekerheden in de vorm van onroerend goed dat voldoet aan de technische screeningcriteria voor gebouwen in afdeling 7.7 van bijlage I bij gedelegeerde handeling klimaat.
De noemer omvat de totale brutoboekwaarde van voor verkoop aangehouden zakelijke en niet-zakelijke zekerheden in de vorm van onroerend goed die door de kredietinstellingen zijn teruggenomen.
Kredietinstellingen rapporteren over de stand van leningen vanaf de rapportagereferentiedatum, en informatie over de stromen van nieuwe kredietverlening tijdens de rapportageperiode.
1.2.1.6.Totale GAR
Kredietinstellingen rapporteren informatie over de totale GAR. Hierin wordt de cumulatieve waarde van de op blootstelling gebaseerde KPI’s weerspiegeld, door in de noemer de totale activa binnen de balanstelling zonder blootstellingen als bedoeld in artikel 7, lid 1, op te nemen en door in de totale teller de tellers van ecologisch duurzame blootstellingen van de op de blootstelling gebaseerde KPI’s op te tellen:
(a)totale GAR voor financieringsactiviteiten bestemd voor financiële ondernemingen, voor alle milieudoelstellingen;
(b)totale GAR voor financieringsactiviteiten bestemd voor niet-financiële ondernemingen, voor alle milieudoelstellingen;
(c)GAR voor blootstellingen aan niet-zakelijk onroerend goed, waaronder leningen voor de renovatie aan woningen, voor de doelstelling klimaatmitigatie;
(d)GAR voor autoleningen voor particulieren, voor de doelstelling klimaatmitigatie;
(e)GAR voor leningen aan lokale overheden voor woningfinanciering en andere gespecialiseerde kredietverlening;
(f)GAR voor zakelijk en niet-zakelijk teruggenomen onroerend goed dat wordt aangehouden voor verkoop.
Samen met de totale GAR rapporteren kredietinstellingen het percentage activa dat is uitgesloten van de teller van de GAR overeenkomstig artikel 7, leden 2 en 3, en afdeling 1.1.2 van deze bijlage.
1.2.2.KPI’s voor blootstellingen buiten de balanstelling
Kredietinstellingen rapporteren een aanvullende ratio voor het niveau van verbondenheid met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van door kredietinstellingen beheerde blootstellingen buiten de balanstelling die kapitaalstromen kanaliseren, of helpen te kanaliseren, naar economische activiteiten waarvan de ecologische duurzaamheid kan worden beoordeeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2020/852:
(a)financiële garanties ter dekking van leningen en voorschotten en andere schuldinstrumenten jegens ondernemingen; en
(b)activa onder beheer.
1.2.2.1.“Groene” ratio voor financiële garanties aan financiële en niet-financiële ondernemingen (FinGuar-KPI)
De “groene” ratio voor financiële garanties aan ondernemingen wordt gedefinieerd als een percentage van de financiële garanties ter ondersteuning van schuldinstrumenten die op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren, in verhouding tot alle financiële garanties ter ondersteuning van schuldbewijzen aan ondernemingen. Dit omvat rapportages over stand- en stroomgegevens. Voor klimaatmitigatie worden tevens het aandeel van faciliterende activiteiten en het aandeel van transitieactiviteiten gerapporteerd. Voor klimaatadaptatie worden tevens het aandeel van faciliterende activiteiten en het aandeel van aanpassingsactiviteiten gerapporteerd.
De methode voor de berekening van de KPI voor financiële garanties is dezelfde als de methode die is gespecificeerd voor de KPI’s voor leningen en voorschotten en/of schuldbewijzen jegens ondernemingen, maar dan toegepast op de onderliggende leningen en voorschotten/schuldbewijzen die de kredietinstelling ondersteunt.
1.2.2.2.“Groene” ratio voor activa onder beheer (AuM-KPI)
De “groene” ratio voor activa onder beheer is het percentage van de activa onder beheer (eigen- en vreemdvermogensinstrumenten) van ondernemingen die op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren, in verhouding tot de totale activa onder beheer (eigen- en vreemdvermogensinstrumenten). Dit omvat rapportages over stand- en stroomgegevens. Voor klimaatmitigatie worden tevens het aandeel van faciliterende activiteiten en het aandeel van transitieactiviteiten gerapporteerd. Voor klimaatadaptatie worden tevens het aandeel van faciliterende activiteiten en het aandeel van aanpassingsactiviteiten gerapporteerd.
De methode voor de berekening van de KPI voor activa onder beheer is dezelfde als de methode voor vermogensbeheerders in overeenstemming met bijlage III bij deze verordening.
1.2.3.KPI’s over andere diensten dan kredietverlening — Provisies en commissies (F&C-KPI)
De KPI voor provisie- en commissiebaten met betrekking tot diensten in verband met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van ondernemingen, wordt gedefinieerd als een aandeel van de provisie- en commissiebaten van de kredietinstelling afkomstig van ondernemingen, verkregen uit andere producten of diensten dan kredietverlening in verband met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, in verhouding tot de totale provisie- en commissiebaten van ondernemingen uit andere producten of diensten dan leningen.
Kredietinstellingen maken de provisie- en commissiebaten bekend die verband houden met andere diensten dan kredietverlening en vermogensbeheer, met inbegrip van de volgende diensten (zoals gerapporteerd door instellingen in overeenstemming met template 22.1 “Baten en lasten uit hoofde van vergoedingen en provisies naar activiteit” zoals uiteengezet in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014):
(a)uitgifte of andere diensten met betrekking tot effecten van derden;
(b)ontvangst, transmissie en uitvoering, voor rekening van cliënten, van opdrachten tot kopen of verkopen van effecten;
(c)adviseringsdiensten op het gebied van fusies en acquisities;
(d)zakelijke financiële diensten met betrekking tot advies over de kapitaalmarkt voor zakelijke of andere cliënten;
(e)kosten in verband met private banking;
(f)clearing- en afwikkelingsdiensten;
(g)bewaarnemings- en andere gerelateerde diensten;
(h)betalingsdiensten;
(i)provisie- en commissiebaten voor de distributie van producten die door entiteiten buiten de prudentiële groep zijn uitgegeven aan zijn huidige cliënten;
(j)beheersdiensten in verband met leningen;
(k)valutawisseldiensten en internationale transacties.
De teller van de KPI omvat de provisie- en commissiebaten zoals gespecificeerd in punt 284 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014, uit andere diensten dan leningen en vermogensbeheer die aan ondernemingen worden verleend en die verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten. Deze wordt geraamd door de provisie- en commissiebaten van elke tegenpartij te wegen met het aandeel van de omzet en CapEx dat verband houdt met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van de onderneming die bijdragen aan de betrokken milieudoelstelling zoals door de onderneming gerapporteerd in overeenstemming met artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852. Voor financiële ondernemingen geldt dat de voor de tegenpartij toe te passen ratio gelijk is aan die voor de KPI’s voor deze ondernemingen.
De noemer is het totale bedrag aan provisie- en commissiebaten van ondernemingen uit andere producten of diensten dan kredietverlening en vermogensbeheer.
1.2.4.Andere rapportages in de GAR: GAR voor de handelsportefeuille
De handelsportefeuille wordt uitgesloten van de noemer en het bereik van de totale GAR.
Kredietinstellingen geven uitleg over het beleggingsbeleid met betrekking tot hun handelsportefeuille, de algehele samenstelling daarvan en eventuele tendensen in de zin van overheersende sectoren en hun verbondenheid met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten. Daarnaast geven zij uitleg over mogelijke limieten met betrekking tot klimaat- en milieurisico’s in termen van de mate van verbondenheid met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, alsmede over de wijze waarop zij de milieurisico’s beheren die op de waarde van de portefeuille van invloed kunnen zijn.
Indien een handelsportefeuille een belangrijke rol speelt in het bedrijfsmodel van de kredietinstelling, met name indien kredietinstellingen niet aan de voorwaarden van artikel 94, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/201 of de voorwaarden van artikel 325 bis, lid 1, van die verordening voldoen, maken kredietinstellingen kwantitatieve informatie en KPI’s bekend waaruit blijkt in hoeverre de instelling handelt in ecologisch duurzame activa en in hoeverre zij bijdraagt aan het bevorderen van de handel in dit soort activa.
Kredietinstellingen maken de volgende informatie bekend:
(a)totale handel in op de taxonomie afgestemde instrumenten, met inbegrip van absolute aankopen plus absolute verkopen van ecologisch duurzame effecten, over de rapportageperiode;
(b)totale handel in effecten, met inbegrip van totale absolute aankopen plus totale absolute verkopen van effecten, over de rapportageperiode.
Absolute aankopen plus absolute verkopen van ecologisch duurzame effecten worden opgenomen in de teller van de specifieke GAR voor de handelsportefeuille van de kredietinstelling. Totale absolute aankopen plus totale absolute verkopen van effecten worden opgenomen in de noemer van de GAR voor de handelsportefeuille.
Het deel van de GAR-teller voor de handelsportefeuille wordt geraamd door de brutoboekwaarde van de van elke tegenpartij gekochte en/of verkochte schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten te wegen met het aandeel van de omzet en CapEx dat verband houdt met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van de onderneming die bijdragen aan de betrokken milieudoelstelling zoals door die onderneming gerapporteerd overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 en deze verordening. Voor financiële ondernemingen geldt dat de toe te passen ratio van de tegenpartij gelijk is aan die voor de relevante KPI’s voor deze ondernemingen.