EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOC_2001_270_E_0182_01

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (COM(2001) 372 def. — 2000/0188(COD)) (Voor de EER relevante tekst)

OJ C 270E, 25.9.2001, p. 182–198 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001PC0372

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2001/0372 def. - COD 2000/0188 */

Publicatieblad Nr. 270 E van 25/09/2001 blz. 0182 - 0198


Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

TOELICHTING

1. Inleiding

Op 28.08.2000 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (COM(2000) 386) in het kader van de medebeslissingsprocedure van artikel 251 van het Verdrag ter goedkeuring voorgelegd.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft hierover op 24 januari 2001 advies uitgebracht.

Het Comité van de Regio's heeft de Raad en het Europees Parlement bij schrijven van 16.02.2001 ervan in kennis gesteld dat het in dezen geen advies zou uitbrengen.

Op 1 maart 2001 heeft het Europees Parlement in eerste lezing een wetgevingsresolutie met 23 amendementen op het voorstel van de Commissie vastgesteld. De Commissie heeft toen haar mening over al deze amendementen gegeven door aan te geven welke amendementen zij volledig kon overnemen, welke zij gedeeltelijk of in beginsel kon aanvaarden en welke zij niet kon accepteren.

In verband hiermee heeft de Commissie dit gewijzigde voorstel opgesteld.

2. Amendementen van het Europees Parlement die de Commissie niet kan aanvaarden

De Commissie heeft bepaalde amendementen van het Europees Parlement om de volgende redenen niet aanvaard:

- Amendementen waarmee bepalingen uit de kaderrichtlijn worden gedupliceerd of die buiten het bestek van de richtlijn vallen

Met amendement 4 wordt een overweging toegevoegd waarin wordt gesuggereerd dat de aanbieders van transmissiediensten behalve de in de richtlijn genoemde voorwaarden ook voorwaarden ten aanzien van de inhoud zouden kunnen worden opgelegd. Dergelijke voorwaarden inhoud vallen echter buiten het bestek van de richtlijn en dienen voor de leveranciers van inhoud te gelden, niet voor de aanbieders van transmissiediensten. De enige inhoudgerelateerde voorwaarden die aan de aanbieders van transmissiediensten mogen worden opgelegd, staan in de punten 6 en 9 van deel A van de bijlage en in punt 1 van deel B van de bijlage.

Met amendement 14 zou artikel 4 van de voorgestelde richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten worden gedupliceerd. Bovendien geldt het recht van beroep voor alle beslissingen van nationale regelgevende autoriteiten, niet alleen voor die met betrekking tot nummers en radiofrequenties.

Met amendement 15 wordt de nadruk gelegd op de noodzaak van een beter evenwicht tussen frequenties die door publieke en door commerciële aanbieders van diensten worden gebruikt. Ofschoon dit als beleidsdoel steun verdient, is het niet opportuun deze doelstelling op te nemen in een richtlijn die betrekking heeft op de toewijzing van radiofrequenties nadat deze al in het nationaal frequentieplan voor specifieke doeleinden zijn ingedeeld. Deze kwestie dient aan de orde te worden gesteld in het kader van het voorstel voor een beschikking inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap.

De voorgestelde eis inzake de geheimhoudingsplicht van amendement 19 wordt al gedekt door artikel 5 van het voorstel voor een richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten.

- Amendementen waarmee bepalingen worden geschrapt of toegevoegd op een wijze die onverenigbaar is met de grondbeginselen van de voorgestelde richtlijn

Op grond van de amendementen 7 en 27 zou de door de Commissie voorgestelde omzetgerelateerde verdeelsleutel worden geschrapt. De bedoeling van deze verdeelsleutel is ervoor te zorgen dat de administratieve kosten (die in sommige lidstaten aanzienlijk zijn) niet hoofdelijk worden omgeslagen over de betrokken exploitanten. Dit zou een discriminerend effect hebben ten voordele van de gevestigde exploitanten. Het is ook van belang te voorkomen dat de lidstaten de huidige berekeningsmethode, namelijk de berekening van de kosten per afzonderlijke vergunning, door een andere, ingewikkelde en kostbare procedure vervangen. Ook mogen geen administratieve kostenberekeningssystemen worden gehandhaafd die op dienstencategorieën of territoriale dekking zijn gebaseerd, aangezien deze criteria niet in overeenstemming zijn met de aanpak op basis van de algemene machtiging. De omzetgebaseerde verdeelsleutel biedt een oplossing voor al deze problemen en dient daarom te worden gehandhaafd.

Op grond van de eerste zin van amendement 8 en het eerste deel van amendement 21 zouden de lidstaten verplicht zijn het optimaal gebruik van de hulpbronnen bij voorkeur via andere mechanismen dan heffingen te garanderen. Ofschoon dit in sommige gevallen inderdaad het beste is, kan dit niet tot algemene regel worden verheven, aangezien heffingen op het juiste niveau doorgaans de meest transparante en eenvoudige oplossing bieden om het optimale gebruik te waarborgen.

- Amendementen die verwarring wekken of juridische problemen meebrengen

Amendement 9 lijkt te suggereren dat de nationale regelgevende instanties een samenvatting dienen te maken van de informatie over de voorwaarden en procedures inzake doorgangsrechten. Dit zou een aanzienlijke extra belasting meebrengen. Wat nodig is dat zij alle informatie via een gebruikersvriendelijke methode, bijvoorbeeld een website met hyperlinks naar de relevante informatie bij verschillende overheidsinstanties, toegankelijk maken.

Met de amendement 11 wordt de verwijzing naar de volksgezondheid, die uitdrukkelijk in artikel 46 van het Verdrag wordt genoemd, ten onrechte geschrapt. Er zijn geen specifieke vergunningen nodig om te onderhandelen over interconnectie, zoals in het eerste deel van amendement 16 wordt gesuggereerd. De Commissie heeft geen nieuwe rechtsgrondslag nodig om studies te publiceren, zoals in het laatste deel van amendement 21 wordt voorgesteld.

3. Toelichting op het gewijzigde voorstel op basis van de door het Europees Parlement ingediende amendementen

3.1. Verduidelijking van de tekst

De amendementen 1, 2, 3, 5, 11 (tweede deel), 12, 13, 14 (eerste en tweede deel), 27 (tweede deel), 23, 24, 25 en 26 dragen alle bij tot de verduidelijking en verbetering van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie en zijn daarom in het nieuwe voorstel verwerkt, zij het in sommige gevallen met geringe redactionele wijzigingen.

3.2. Aanscherping van de bepalingen ten aanzien van doorgangsrechten

Het Europees Parlement heeft zich bijzonder bezorgd getoond omtrent de moeilijkheden die de aanbieders van elektronische communicatienetwerken, vooral die welke nog niet over een infrastructuur met landelijke dekking beschikken, ondervinden bij het verkrijgen van de nodige doorgangsrechten voor de aanleg van hun infrastructuur. Aangezien de bevordering van de concurrentie op het gebied van infrastructuur een belangrijk aspect is van de bevordering van de concurrentie in de sector elektronische communicatie in het algemeen, deelt de Commissie de ongerustheid van het Europees Parlement. Het is van groot belang dat de lidstaten de aanvraag van doorgangsrechten vereenvoudigen en de netwerkleveranciers zo goed mogelijk helpen bij dit dikwijls zo moeilijke proces. Daarom was in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie al de eis opgenomen dat de nationale regelgevende instanties verklaringen dienen af te geven om de exploitanten te helpen bij het verkrijgen van doorgangsrechten, evenals de eis dat zij een register moeten bijhouden van alle relevante gegevens betreffende dergelijke rechten. Op basis van de amendementen 8 en 28 zijn overweging 16 en artikel 15 aangescherpt en is een nieuw lid toegevoegd aan artikel 14 om ervoor te zorgen dat de doorgangsrechten niet drastisch worden beperkt of ingetrokken tenzij dit om reden van openbare veiligheid of orde noodzakelijk is en dat de betrokken ondernemingen in dergelijke gevallen gecompenseerd dienen te worden. Ten slotte is de basisgedachte van het tweede deel van amendement 16, dat betrekking heeft op het recht van ondernemingen om in beroep te gaan tegen beslissingen over doorgangsrechten en bezwaar te maken tegen ongerechtvaardigde vertragingen bij de besluitvorming daarover, verwerkt in artikel 10 van de richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. In deze richtlijn is dit in een nieuwe overweging 12 bis verduidelijkt.

3.3. Sancties bij inbreuk op de voorwaarden

De Commissie erkent dat het noodzakelijk is artikel 10 inzake de nakoming van de voorwaarden te verduidelijken wat betreft gevallen van herhaalde inbreuk op de voorwaarden. zoals door het Europees Parlement is voorgesteld in zijn amendement 18. Daarom is in lid 2 van artikel 10 een nieuwe bepaling opgenomen, op basis waarvan de nationale regelgevende instanties de gebruikelijke periode van één maand waarin ondernemingen hun opvattingen kenbaar kunnen maken of de inbreuk ongedaan kunnen maken, kunnen bekorten. Het staat de nationale regelgevende instanties hoe dan ook vrij om zwaardere sancties vast te stellen bij herhaalde inbreuk. De Commissie achtte het niettemin nuttig een nieuw lid aan artikel 10 toe te voegen, waarin is bepaald dat de nationale regelgevende instanties in geval van ernstige en herhaalde inbreuk op de voorwaarden een onderneming kunnen verbieden door te gaan met het aanbieden van elektronische communicatiediensten of haar gebruiksrechten kunnen intrekken of opschorten, wanneer andere maatregelen hebben gefaald.

3.4. Sterkere harmonisatie van de gebruiksrechten

Het Europees Parlement maakt zich zorgen over de verschillen tussen de bestaande nationale systemen voor heffingen inzake gebruiksrechten en vreest dat deze de werking van de interne markt belemmeren. Om bepaalde minimumcriteria te bieden voor een betere harmonisatie van de aanpak heeft het Europees Parlement voorgesteld artikel 13 inzake heffingen voor gebruiksrechten en doorgangsrechten aan te scherpen door ervoor te zorgen dat de systemen voor gebruiksrechten niet strijdig zijn met de algemene beleidsdoelstellingen voor de sector elektronische communicatie, die in artikel 7 van de kaderrichtlijn zijn geformuleerd. Bovendien heeft het Europees Parlement in amendement 21 voorgesteld dat regelingen inzake gebruiksrechten moeten worden onderworpen aan de transparantieprocedure van artikel 6 van het voorstel voor een richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. De Commissie heeft deze onderdelen van amendement 21 in artikel 13 van het gewijzigd voorstel verwerkt.

De Commissie heeft ook het probleem van de ernstige moeilijkheden waarmee ondernemingen te kampen hebben als gevolg van de financiering van de hoge eenmalige bedragen die moeten worden betaald als gevolg van de veiling van radiofrequenties. De bedoeling van de heffingen voor gebruiksrechten is duidelijk te zorgen voor een optimaal gebruik van de hulpbronnen. Zeer hoge initiële kosten kunnen in de praktijk leiden tot een selectie op basis van criteria die geen verband houden met de zorg voor een optimaal gebruik van de hulpbronnen. Daarom heeft de Commissie een nieuw lid 2 aan artikel 13 toegevoegd dat weliswaar minder ver gaat dan de bepaling die door het Europees Parlement is voorgesteld, maar die niettemin ervoor zorgt dat de hoofddoelstelling van een systeem van gebruiksrechten niet uit het oog wordt verloren.

2000/0188 (COD)

Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten.

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C 365 van 19.12.2000, blz. 230.

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [2],

[2] PB C 123 van 25.4.2001, blz. 55.

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [3],

[3] PB C (bij schrijven van 16.02.2001 heeft het Comité van de Regio's laten weten geen advies over deze richtlijn te zullen uitbrengen).

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [4],

[4] PB C ... van ..., blz. ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De resultaten van de openbare raadpleging over de in 1999 ondernomen herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie, als weergegeven in de mededeling van de Commissie van 26 april 2000 [5], alsmede de bevindingen van de Commissie in haar mededelingen over het vijfde en over het zesde verslag over de tenuitvoerlegging van het pakket telecommunicatieregelgeving, hebben de noodzaak bevestigd van een beter geharmoniseerde en lichtere markttoegangsregeling voor elektronische communicatiediensten en -netwerken in de Gemeenschap.

[5] COM(2000) 239.

(2) De convergentie tussen verschillende elektronische communicatiediensten en -netwerken en de daarbij gebruikte technieken maakt de totstandbrenging noodzakelijk van een machtigingsregeling waarin alle vergelijkbare diensten op vergelijkbare wijze worden behandeld, ongeacht de gebruikte technologieën.

(3) Een zo licht mogelijk systeem moet worden gehanteerd om het aanbieden van elektronische communicatiediensten en -netwerken mogelijk te maken, teneinde de ontwikkeling van nieuwe elektronische communicatiediensten, alsmede pan-Europese communicatienetwerken en -diensten te bevorderen en dienstenaanbieders en consumenten te laten profiteren van de schaalvoordelen van de interne markt.

(4) Deze doelstellingen kunnen het best worden verwezenlijkt door middel van een algemene machtiging voor alle elektronische communicatiediensten en -netwerken, waarvoor geen expliciet besluit of bestuursbehandeling van de nationale regelgevende instantie nodig is en waarvoor kennisgeving de enige procedurele vereiste mag zijn.

(5) De rechten van ondernemingen in het kader van algemene machtigingen moeten expliciet in die machtigingen worden opgenomen om gelijke concurrentievoorwaarden in de Gemeenschap te waarborgen en grensoverschrijdende onderhandelingen over interconnectie tussen openbare communicatienetwerken te vergemakkelijken.

(6) Het verlenen van specifieke rechten kan noodzakelijk blijven voor het gebruik van radiofrequenties en nummers, inclusief korte codes, van het nationale nummerplan. Nummerrechten kunnen ook worden toegekend op basis van een Europees nummerplan, zoals bijvoorbeeld de virtuele landcode '3883' die is toegewezen aan de landen die deel uitmaken van de Europese Conferentie voor Post en Telecommunicatie (CEPT). Die gebruiksrechten mogen niet worden beperkt, tenzij dit onvermijdelijk is in verband met de schaarsheid van radiofrequenties en de noodzaak om een efficiënt gebruik daarvan te waarborgen.

(7) De voorwaarden die aan de algemene machtiging en aan de specifieke gebruiksrechten kunnen worden verbonden moeten beperkt blijven tot wat strikt noodzakelijk is om de naleving van de essentiële voorwaarden en verplichtingen krachtens het Gemeenschapsrecht te verzekeren.

(8) Specifieke verplichtingen voor aanbieders van elektronische communicatiediensten en -netwerken op grond van hun aanmerkelijke marktmacht als omschreven in Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten] [6], die overeenkomstig het Gemeenschapsrecht kunnen worden opgelegd, moeten gescheiden worden van de algemene rechten en verplichtingen in het kader van de algemene machtiging.

[6] PB L ... van ..., blz. ...

(9) De algemene machtiging mag alleen voorwaarden bevatten die specifiek zijn voor de sector elektronische communicatie. Er mogen geen voorwaarden worden opgelegd die reeds van toepassing zijn krachtens andere bestaande nationale wetgeving die niet specifiek is voor de sector elektronische communicatie. De nationale regelgevende instanties mogen de netwerkexploitanten en aanbieders van diensten evenwel volledig informeren over andere wetgeving die voor hun bedrijf van belang is, bij voorbeeld door verwijzingen op hun websites.

(10) Wanneer de vraag naar radiofrequenties in een bepaald bereik groter is dan het aantal beschikbare frequenties, moeten bij de toewijzing van de frequenties passende en transparante procedures worden gevolgd teneinde discriminatie te vermijden en een optimaal gebruik van dit schaarse goed te waarborgen.

(11) Wanneer de geharmoniseerde toewijzing van radiofrequenties aan bepaalde ondernemingen op Europees niveau is overeengekomen, dienen de lidstaten dergelijke overeenkomsten strikt toe te passen bij het verlenen van gebruiksrechten voor radiofrequenties van het nationale frequentieplan.

(12) Aanbieders van elektronische communicatiediensten en -netwerken kunnen een bevestiging nodig hebben van hun rechten in het kader van de algemene machtiging met betrekking tot interconnectie en doorgangsrechten, met name om onderhandelingen met andere, regionale of lokale, overheden of met dienstenaanbieders in andere lidstaten te vergemakkelijken. Hiertoe dienen de nationale regelgevende instanties op verzoek of automatisch verklaringen aan ondernemingen af te geven naar aanleiding van een kennisgeving in het kader van de algemene machtiging.

(12 bis) Wanneer een onderneming van mening is dat de beslissing over haar aanvraag om doorgangsrechten niet in overeenstemming is met de grondbeginselen van de richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten of wanneer een dergelijke beslissing ten onrechte vertraging ondervindt, dient zij het recht te hebben overeenkomstig die richtlijn beroep tegen een dergelijke beslissing of bezwaar tegen een dergelijke vertraging aan te tekenen.

(13) De sancties voor het niet-voldoen aan de voorwaarden in het kader van de algemene machtiging moeten in verhouding staan tot de inbreuk. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden geldt intrekking van het recht om elektronische communicatiediensten aan te bieden of het recht om radiofrequenties of nummers te gebruiken wanneer een onderneming niet aan een of meerdere voorwaarden in het kader van de algemene machtiging voldoet, als onevenredige maatregel. Dit doet geen afbreuk aan de dringende maatregelen die de lidstaten kunnen nemen bij ernstige bedreigingen van de openbare orde, de veiligheid, de gezondheid of economische en commerciële belangen van andere ondernemingen. De richtlijn mag evenmin afbreuk doen aan vorderingen tot schadevergoeding tussen ondernemingen op grond van nationaal recht.

(14) Het onderwerpen van dienstenaanbieders aan verplichtingen inzake rapportage en informatieverstrekking kan zowel voor de onderneming als voor de betrokken nationale regelgevende instantie bezwaarlijk zijn. Dergelijke verplichtingen behoren daarom evenredig en objectief gerechtvaardigd te zijn en beperkt te blijven tot het strikt noodzakelijke. Er behoeft niet te worden geëist dat systematisch en regelmatig wordt aangetoond dat is voldaan aan alle in het kader van de algemene machtiging geldende of aan de gebruiksrechten gekoppelde voorwaarden. Ondernemingen hebben het recht te weten voor welke doeleinden de informatie die zij moeten verstrekken zal worden gebruikt. De verstrekking van informatie mag geen voorwaarde voor markttoegang zijn. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de verplichtingen van de lidstaten om alle nodige informatie te verstrekken voor de verdediging van communautaire belangen in de context van internationale overeenkomsten.

(15) Aanbieders van elektronische communicatiediensten kunnen worden verplicht tot betaling van een administratieve bijdrage ter financiering van de werkzaamheden van de nationale regelgevende instantie bij het beheer van het machtigingsstelsel en het verlenen van gebruiksrechten. Dergelijke bijdragen mogen het bedrag van de feitelijke administratieve kosten van die werkzaamheden niet overschrijden. Hiertoe dient te worden gezorgd voor transparantie ter zake van de inkomsten en de uitgaven van de nationale regelgevende instanties, door middel van een jaarlijkse rapportage over het totale bedrag aan ontvangen bijdragen en de totale administratiekosten. Dit stelt ondernemingen in staat te controleren of de administratiekosten en de bijdragen met elkaar in overeenstemming zijn. De administratieve bijdragen mogen niet als belemmering voor markttoegang fungeren. De bijdragen moeten daarom naar evenredigheid worden verdeeld op basis van de omzet voor de relevante diensten van de betrokken onderneming zoals die is berekend over het boekjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de administratieve bijdrage wordt betaald. Door kleine en middelgrote ondernemingen behoeft geen administratieve bijdrage te worden betaald.

(16) Naast administratieve bijdragen kan voor het gebruik van radiofrequenties en nummers een heffing worden ingesteld, als middel om een optimaal gebruik van deze goederen te waarborgen. Dergelijke heffingen mogen geen belemmering vormen voor de ontwikkeling van innovatieve diensten en concurrentie in de markt. Als voor de toekenning van een doorgangsrecht tot dusver nog geen heffing is ingesteld of enige andere tegenprestatie met een gelijkwaardig effect wordt verlangd, moet deze praktijk worden gehandhaafd.

(17) De lidstaten kunnen wijzigingen aanbrengen in rechten, voorwaarden, procedures, bijdragen en heffingen met betrekking tot algemene machtigingen en gebruiksrechten wanneer dat objectief gerechtvaardigd is. Dergelijke wijzigingen moeten tijdig en op passende wijze ter kennis van alle belanghebbende partijen worden gebracht, zodat deze voldoende gelegenheid wordt geboden om hun standpunt ten aanzien van de wijzigingen naar voren te brengen.

(18) De beoogde transparantie vereist dat dienstenaanbieders, consumenten en andere belanghebbende partijen gemakkelijk toegang hebben tot alle informatie betreffende rechten, voorwaarden, procedures, bijdragen, heffingen en besluiten inzake het aanbieden van elektronische communicatiediensten, gebruiksrechten voor radiofrequenties en nummers, nationale frequentiegebruiksplannen en nationale nummerplannen. De nationale regelgevende instanties hebben een belangrijke functie bij het verstrekken en actualiseren van dergelijke informatie en het centraliseren van alle relevante informatie in verband met doorgangsrechten wanneer dergelijke rechten op een ander bestuursniveau worden beheerd.

(19) Er moet op worden toegezien dat de interne markt goed functioneert in combinatie met de nationale machtingsstelsels in het kader van deze richtlijn. Naar aanleiding van de resultaten van dit toezicht kunnen verdere harmonisatiemaatregelen noodzakelijk blijken indien er nog steeds belemmeringen voor de interne markt blijven bestaan. Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten] voorziet in een procedureel kader voor dergelijke maatregelen.

(20) De vervanging van de op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn bestaande machtigingen door de algemene machtiging en de individuele gebruiksrechten overeenkomstig deze richtlijn, mag niet leiden tot een verzwaring van de verplichtingen voor dienstenaanbieders die met een bestaande machtiging werken of tot een beperking van hun rechten, tenzij dit een negatief effect zou hebben op de rechten en verplichtingen van andere ondernemingen,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel en toepassingsgebied

1. Deze richtlijn heeft tot doel een interne markt voor elektronische communicatiediensten tot stand te brengen door middel van harmonisatie en vereenvoudiging van de regels en voorwaarden inzake machtigingen, teneinde het aanbieden van elektronische communicatiediensten en -netwerken in de Gemeenschap te vergemakkelijken.

2. Deze richtlijn is van toepassing op alle machtigingen in verband met het aanbieden van elektronische communicatiediensten en -netwerken.

Artikel 2

Definities

De in Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten] gegeven definities zijn van toepassing.

Artikel 3

Algemene machtiging voor elektronische communicatiediensten en -netwerken

1. De lidstaten beletten een onderneming niet elektronische communicatiediensten en -netwerken aan te bieden, tenzij dat noodzakelijk is ter bescherming van de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.

2. Het aanbieden van elektronische communicatiediensten en -netwerken kan alleen worden onderworpen aan een algemene machtiging, die voor het gehele grondgebied van de desbetreffende lidstaat geldt. Van de betrokken onderneming kan worden verlangd dat zij een kennisgeving indient, maar niet dat zij een expliciet besluit of andere bestuurshandeling van de nationale regelgevende instantie moet verkrijgen alvorens de uit de machtiging voortvloeiende rechten te kunnen uitoefenen. Na kennisgeving te hebben gedaan kan een onderneming haar commerciële activiteiten aanvangen, waar nodig met inachtneming van de bepalingen inzake gebruiksrechten van de artikelen 5, 6 en 7.

3. De in lid 2 bedoelde kennisgeving behelst niet meer dan een verklaring waarmee een natuurlijke of rechtspersoon de nationale regelgevende instantie in kennis stelt van zijn voornemen om te beginnen met het aanbieden van elektronische communicatienetwerken of -diensten en de indiening van de minimale informatie die nodig is om de nationale regelgevende instantie in staat te stellen een register van aanbieders van elektronische communicatiediensten en -netwerken bij te houden. Deze informatie moet beperkt blijven tot wat strikt noodzakelijk is voor de identificatie van de aanbieder en zijn contactpersonen, zijn adres en een korte beschrijving van de dienst die zal worden aangeboden.

Artikel 4

Minimumlijst van uit de algemene machtiging voortvloeiende rechten

Op grond van een algemene machtiging hebben ondernemingen het recht :

(a) elektronische communicatiediensten -en netwerken aan te bieden;

(b) te onderhandelen over interconnectie met andere aanbieders van algemeen beschikbare communicatienetwerken die ongeacht waar in de Gemeenschap onder een algemene machtiging vallen, overeenkomstig Richtlijn .../.../EG van het Europees Parlement en van de Raad van ... [inzake toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten] [7];

[7] PB L ... van ..., blz. ...

(c) elektronische communicatienetwerken tot stand te brengen en de noodzakelijke doorgangsrechten aan te vragen overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten]7;

(d) in staat te worden gesteld om te worden aangewezen om onderdelen van een universele-dienstverplichting aan te bieden op het gehele nationale grondgebied of in een deel daarvan, overeenkomstig Richtlijn .../.../EG van het Europees Parlement en van de Raad van ... [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten]. [8]

[8] PB L ... van ..., blz. ...

Artikel 5

Recht op het gebruik van radiofrequenties en nummers

1. Waar mogelijk, in het bijzonder indien het gevaar van schadelijke interferentie te verwaarlozen is, onderwerpen de lidstaten het gebruik van radiofrequenties niet aan het verlenen van individuele gebruiksrechten, maar nemen zij de voorwaarden voor het gebruik van dergelijke radiofrequenties op in de algemene machtiging.

2. Wanneer individuele rechten moeten worden verleend voor het gebruik van radiofrequenties en nummers, verlenen de lidstaten die rechten op verzoek aan alle ondernemingen die diensten aanbieden in het kader van de algemene machtiging, met inachtneming van de bepalingen van de artikelen 6 en 7 en alle andere regels die een efficiënt gebruik van deze middelen moeten waarborgen overeenkomstig Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

Deze gebruiksrechten worden verleend via open, niet-discriminerende en transparante procedures. Bij het verlenen van gebruiksrechten specificeren de lidstaten of en onder welke voorwaarden deze op initiatief van de houder van de rechten kunnen worden overgedragen, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten]. Wanneer lidstaten gebruiksrechten verlenen voor een bepaalde termijn, moet de duur zijn aangepast aan de betrokken dienst.

3. Besluiten over gebruiksrechten worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de volledige aanvraag door de bevoegde instantie genomen, meegedeeld en gepubliceerd wat nummers betreft, en uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag door de bevoegde instantie wat radiofrequenties betreft.

4. De lidstaten beperken het aantal te verlenen gebruiksrechten niet, behalve wanneer dat noodzakelijk is om een optimaal gebruik van radiofrequenties te waarborgen en overeenkomstig artikel 7. De lidstaten verlenen rechten om spectrum te gebruiken voor zover dat beschikbaar is.

Artikel 6

Voorwaarden die aan de algemene machtiging en de gebruiksrechten voor radiofrequenties en gebruiksrechten voor nummers kunnen worden gekoppeld

1. De algemene machtiging voor het aanbieden van elektronische communicatiediensten en -netwerken en de gebruiksrechten voor radiofrequenties en gebruiksrechten voor nummers worden alleen aan de respectievelijk in de delen A, B en C van de bijlage genoemde voorwaarden onderworpen. Deze voorwaarden moeten objectief gerechtvaardigd zijn in relatie tot de betrokken dienst, alsmede niet-discriminerend, proportioneel en transparant zijn.

2. Specifieke verplichtingen die kunnen worden opgelegd aan aanbieders van elektronische communicatiediensten en -netwerken met aanmerkelijke marktmacht in de zin van artikel 8 van Richtlijn [inzake toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten] of die zijn aangewezen voor het aanbieden van de universele dienst overeenkomstig Richtlijn [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten], moeten juridisch gescheiden zijn van de algemene rechten en verplichtingen in het kader van de algemene machtiging. Met het oog op transparantie ten aanzien van ondernemingen, worden de criteria en procedures voor het opleggen van dergelijke specifieke verplichtingen aan individuele ondernemingen in de algemene machtiging genoemd.

3. In de algemene machtiging worden alleen voorwaarden als genoemd in deel A van de bijlage opgenomen die specifiek zijn voor de betrokken sector, en worden geen voorwaarden opgenomen die reeds krachtens andere nationale wetgeving voor ondernemingen gelden.

4. De lidstaten leggen de voorwaarden van de algemene machtiging niet nogmaals op wanneer zij het recht verlenen om radiofrequenties of nummers te gebruiken.

Artikel 7

Procedure voor beperkte verlening van rechten om radiofrequenties te gebruiken

1. Wanneer een lidstaat overweegt de verlening van gebruiksrechten voor radiofrequenties te beperken, dient hij:

(a) voldoende rekening te houden met de noodzaak de voordelen voor de gebruikers te maximaliseren en de ontwikkeling van de mededinging te bevorderen,

(b) alle belanghebbende partijen, met inbegrip van gebruikers en consumenten, voldoende gelegenheid en minimaal 30 dagen de tijd te geven om hun standpunt met betrekking tot een eventuele beperking kenbaar te maken,

(c) het besluit tot beperking van het verlenen van gebruiksrechten met opgave van redenen bekend te maken,

(d) de beperking met een redelijke regelmaat of op verzoek van ondernemingen te herzien, en

(e) een uitnodiging te doen tot het indienen van aanvragen voor gebruiksrechten.

2. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat er meer rechten voor het gebruik van radiofrequenties kunnen worden verleend, maakt hij dit bekend en doet hij een uitnodiging tot het indienen van aanvragen voor deze rechten.

3. Wanneer de verlening van gebruiksrechten voor radiofrequenties moet worden beperkt, verlenen de lidstaten deze rechten op basis van objectieve, niet-discriminerende, gedetailleerde, transparante en evenredige selectiecriteria. Bij de selectie moet voldoende rekening worden gehouden met de noodzaak de ontwikkeling van de mededinging en van innoverende diensten te bevorderen en de voordelen voor de gebruikers te maximaliseren.

4. Wanneer biedingsprocedures worden toegepast kunnen de lidstaten de in artikel 5, lid 3, genoemde termijn van zes weken verlengen zolang als nodig is om ervoor te zorgen dat deze procedures eerlijk, redelijk, open en doorzichtig zijn voor alle belanghebbende partijen, welke verlenging echter niet meer dan zes maanden mag bedragen.

Deze termijnen doen geen afbreuk aan toepasselijke internationale overeenkomsten betreffende het gebruik van radiofrequenties en posities in de ruimte.

Artikel 8

Geharmoniseerde toewijzing van radiofrequenties

Wanneer het gebruik van radiofrequenties is geharmoniseerd en de voorwaarden en procedures voor toegang zijn overeengekomen, overeenkomstig Beschikking [inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap] [9] en andere communautaire voorschriften, verlenen de lidstaten het recht om radiofrequenties te gebruiken in volledige overeenstemming daarmee. Zij voeren geen voorwaarden, aanvullende criteria of procedures in die de correcte uitvoering van de geharmoniseerde toewijzing van radiofrequenties zouden kunnen beperken, wijzigen of vertragen.

[9] PB L ... van ..., blz. ...

Artikel 9

Verklaringen om de uitoefening van doorgangs- en interconnectierechten te vergemakkelijken

Op verzoek van een onderneming geeft een lidstaat binnen een week verklaringen af waarin wordt bevestigd dat de onderneming gemachtigd is doorgangsrechten te vragen en/of te onderhandelen over interconnectie in het kader van de algemene machtiging teneinde de uitoefening van deze rechten op andere bestuursniveaus of tegenover andere ondernemingen te vergemakkelijken. In voorkomend geval kunnen dergelijke verklaringen ook automatisch worden afgegeven naar aanleiding van een kennisgeving overeenkomstig artikel 3, lid 2.

Artikel 10

Nakoming van de voorwaarden van de algemene machtiging of gebruiksrechten

1. De nationale regelgevende instanties kunnen eisen dat ondernemingen die onder de algemene machtiging vallende elektronische communicatiediensten en -netwerken aanbieden of gebruiksrechten hebben ten aanzien van radiofrequenties of nummers, de nodige informatie verstrekken om na te gaan of wordt voldaan aan de voorwaarden van de algemene machtiging of de gebruiksrechten, overeenkomstig artikel 11.

2. Indien een nationale regelgevende instantie van oordeel is dat een onderneming niet voldoet aan een of meerdere voorwaarden van de algemene machtiging of de gebruiksrechten, deelt zij dit aan de onderneming mee en geeft zij de onderneming een redelijke gelegenheid om binnen een maand na de mededeling of binnen een andere tussen de betrokken onderneming en de nationale regelgevende instantie overeengekomen termijn haar standpunt kenbaar te maken of een eind te maken aan eventuele inbreuken. Bij herhaalde inbreuk op de voorwaarden kan de nationale regelgevende instantie deze termijn bekorten.

3. Indien de betrokken onderneming binnen de in lid 2 genoemde termijn geen eind maakt aan de inbreuken, neemt de nationale regelgevende instantie de nodige passende maatregelen om naleving van de voorwaarden te verzekeren. De maatregelen en de daaraan ten grondslag liggende redenen worden binnen een week na de vaststelling en ten minste een week voor de inwerkingtreding ervan aan de betrokken onderneming meegedeeld.

4. Bij ernstige en herhaalde inbreuk op de voorwaarden van de algemene machtiging, de gebruiksrechten of de specifieke voorwaarden mogen de nationale regelgevende instanties, indien de in lid 3 bedoelde maatregelen om naleving van de voorwaarden te verzekeren hun uitwerking hebben gemist, een onderneming verbieden nog langer elektronische communicatiediensten of -netwerken aan te bieden, dan wel de gebruiksrechten opschorten of intrekken.

5. Wanneer een inbreuk op de voorwaarden van de algemene machtiging of gebruiksrechten een directe en ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid, of ernstige economische of bedrijfstechnische problemen voor andere aanbieders of gebruikers van elektronische communicatiediensten of -netwerken tot gevolg heeft, kunnen de lidstaten tussentijdse spoedmaatregelen nemen om een eind te maken aan de situatie. De betrokken onderneming krijgt vervolgens een redelijke gelegenheid om haar standpunt kenbaar te maken en oplossingen voor te stellen.

6. Ondernemingen hebben het recht beroep in te stellen tegen maatregelen die lidstaten krachtens dit artikel nemen, overeenkomstig de in artikel 4 van Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten] bedoelde procedure.

Artikel 11

Informatie die moet worden verstrekt in het kader van de algemene machtiging en voor gebruiksrechten

1. Onverminderd de informatie- en rapportageverplichtingen krachtens andere nationale wetgeving dan de algemene machtiging verplichten de lidstaten de ondernemingen niet om in het kader van de algemene machtiging meer informatie te verstrekken dan passend en objectief gerechtvaardigd is voor:

(a) systematische controle op de naleving van de voorwaarden 1 en 2 van deel A, voorwaarde 6 van deel B en voorwaarde 5 van deel C van de bijlage en op de naleving van de in artikel 6, lid 2, genoemde verplichtingen;

(b) controle per geval op de naleving van voorwaarden als genoemd in de bijlage wanneer een klacht is ontvangen of wanneer de nationale regelgevende instantie andere redenen heeft om aan te nemen dat niet aan een voorwaarde wordt voldaan;

(c) biedingsprocedures voor radiofrequenties;

(d) publicatie van vergelijkende overzichten van kwaliteit en prijs van diensten ten behoeve van de consumenten;

(e) duidelijk omschreven statistische doeleinden;

(f) marktonderzoek voor de toepassing van Richtlijn [inzake toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten] of Richtlijn [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten];

Het verstrekken van de in de eerste alinea, onder a), b), d), e) en f), bedoelde informatie kan niet verplicht worden gesteld voorafgaand aan of als voorwaarde voor toegang tot de markt.

2. Wanneer lidstaten ondernemingen verplichten informatie te verstrekken als bedoeld in lid 1, delen zij hen mee voor welk bepaald doel de informatie zal worden gebruikt.

Artikel 12

Administratieve bijdragen

1. Administratieve bijdragen die worden geheven van ondernemingen die diensten aanbieden in het kader van de algemene machtiging,

(a) dienen uitsluitend ter dekking van de administratiekosten van het beheer, de controle en de toepassing van het geldende algemene machtigingsstelsel en van het verlenen van gebruiksrechten en

(b) worden omgeslagen over individuele ondernemingen op basis van de omzet die de onderneming op de binnenlandse markt van de lidstaat die de bijdrage heft, in het laatste boekjaar heeft behaald met de onder de algemene machtiging vallende diensten of met de diensten waarvoor de gebruiksrechten zijn verleend.

2. Ondernemingen die met de in lid 1, onder b) bedoelde diensten een jaaromzet behalen van minder dan 10 miljoen EUR, zijn van betaling van administratieve bijdragen vrijgesteld.

3. Wanneer lidstaten administratieve bijdragen heffen, publiceren zij een voldoende gedetailleerd jaarlijks overzicht van hun administratieve kosten en het totale bedrag van de geïnde bijdragen. In het licht van het verschil tussen het totaal van de geïnde bijdragen en de administratieve kosten, vinden in het daaropvolgende jaar de nodige aanpassingen plaats.

Artikel 13

Heffingen voor gebruiksrechten en doorgangsrechten

1. De lidstaten kunnen de toewijzende instantie toestaan de gebruiksrechten voor radiofrequenties, nummers of doorgangsrechten te onderwerpen aan heffingen die ten doel hebben een optimaal gebruik van deze middelen te waarborgen. Deze heffingen moeten niet-discriminerend, transparant en objectief gerechtvaardigd zijn en in verhouding staan tot het beoogde doel, en niet ingaan tegen de noodzaak om :

- ervoor te zorgen dat de gebruikers een maximaal voordeel behalen in de zin van keuze, prijs, kwaliteit en prijs/kwaliteitverhouding;

- ervoor te zorgen dat de concurrentie in de elektronische communicatiesector niet wordt vervalst of beperkt;

- efficiënte investeringen in infrastructuur en innovatie aan te moedigen;

- belemmeringen voor de werking van de interne markt te voorkomen en gelijke regels voor iedereen in de Europese Unie te laten gelden.

2. Wanneer heffingen voor gebruikrechten op radiofrequenties in het kader van vergelijkende selectieprocedures uitsluitend of gedeeltelijk bestaan uit een éénmalig bedrag, dient een geschikte betalingsregeling te worden aangeboden teneinde ervoor te zorgen dat dergelijke heffingen in de praktijk niet leiden tot een selectie op basis van criteria die geen verband houden met de doelstelling van het garanderen van een optimaal gebruik van radiofrequenties.

3. Wanneer een nationale regelgevende instantie voornemens is maatregelen op grond van dit artikel te nemen, geeft zij kennis van dergelijke beoogde maatregelen overeenkomstig artikel 6, leden 2, 3 en 4, van Richtlijn .../../EG [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

Artikel 14

Wijziging van rechten en verplichtingen

1. De lidstaten kunnen de rechten, voorwaarden, procedures, bijdragen en heffingen die van toepassing zijn bij algemene machtigingen en gebruiksrechten of doorgangsrechten in objectief gerechtvaardigde gevallen en binnen redelijke proporties wijzigen. De lidstaten maken hun voornemen om dergelijke wijzigingen aan te brengen op passende wijze bekend en geven belanghebbende partijen, met inbegrip van gebruikers en consumenten, lang genoeg, in verhouding tot de economische of operationele uitwerking van de voorgenomen wijziging, doch minimaal 4 weken de tijd om hun standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen kenbaar te maken overeenkomstig de procedure van artikel 6, lid 1 van de Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

2. De lidstaten mogen de doorgangsrechten niet drastisch beperken of intrekken vóór het verstrijken van de periode waarvoor zij zijn toegekend, tenzij dit noodzakelijk is uit hoofde van openbare veiligheid of orde. In dergelijke gevallen dient aan aanbieders van elektronische communicatiediensten en -netwerken een passende compensatie te worden geboden.

Artikel 15

Publicatie van informatie

1. De lidstaten zorgen ervoor dat alle relevante informatie over rechten, voorwaarden, procedures, bijdragen, heffingen en besluiten betreffende algemene machtigingen en gebruiksrechten op zodanige wijze wordt gepubliceerd en geactualiseerd dat alle belanghebbende partijen gemakkelijk toegang hebben tot deze informatie.

2. Wanneer bijdragen, heffingen, procedures en voorwaarden met betrekking tot doorgangsrechten worden vastgesteld op verschillende bestuursniveaus, publiceren en actualiseren de lidstaten een register van al deze bijdragen, heffingen, procedures en voorwaarden, alsmede nadere gegevens over de terzake bevoegde autoriteiten voor ieder afzonderlijk geval, op zodanige wijze dat alle belanghebbende partijen gemakkelijk toegang hebben tot deze informatie.

Artikel 16

Werking van de interne markt

Wanneer uiteenlopende nationale bijdragen, heffingen, procedures of voorwaarden met betrekking tot de algemene machtiging of het verlenen van gebruiksrechten leiden tot belemmeringen voor de interne markt, kan de Commissie maatregelen voorstellen om deze bijdragen, heffingen, procedures of voorwaarden te harmoniseren overeenkomstig de procedure van artikel 19, lid 3, van Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

Teneinde eventuele belemmeringen voor de interne markt te kunnen vaststellen, evalueert de Commissie op gezette tijden het functioneren van de nationale machtigingsstelsels en de ontwikkeling van grensoverschrijdende dienstverlening in de Gemeenschap en brengt zij hierover verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 17

Bestaande machtigingen

1. De lidstaten brengen de op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn reeds bestaande machtigingen uiterlijk op 31 december 2001 in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn.

2. Wanneer de toepassing van lid 1 leidt tot een beperking van de rechten of een verzwaring van de verplichtingen in het kader van reeds bestaande machtigingen, kunnen de lidstaten de geldigheid van die rechten of voorwaarden verlengen tot uiterlijk 30 juni 2002, mits dit geen afbreuk doet aan de rechten van andere ondernemingen krachtens het Gemeenschapsrecht. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van deze verlengingen en de redenen daarvoor.

3. Indien vóór de omzetting van deze richtlijn reeds administratieve bijdragen voor machtigingen werden geïnd met betrekking tot de periode na de datum van inwerkingtreding, wordt een overeenkomstige korting verleend op de bedragen die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze inrichting verschuldigd zijn.

Artikel 18

Omzetting in nationaal recht

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2001 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen alsmede van elke latere wijziging van die bepalingen.

Artikel 19

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 20

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

BIJLAGE

Deze bijlage bevat de volledige lijst van voorwaarden die kunnen worden gekoppeld aan algemene machtigingen (deel A), rechten om radiofrequenties te gebruiken (deel B) en rechten om nummers te gebruiken (deel C) als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 11, lid 1, onder a), van deze richtlijn.

A. Voorwaarden die aan de algemene machtiging kunnen worden verbonden

1. Financiële bijdrage voor de financiering van universele dienstverlening overeenkomstig de richtlijn [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot communicatienetwerken en -diensten]

2. Administratieve vergoedingen overeenkomstig artikel 12 van deze richtlijn.

3. Interoperabiliteit van diensten en interconnectie van netwerken overeenkomstig de richtlijn [inzake toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten]

4. Toegankelijkheid van nummers van het nationale nummerplan voor eindgebruikers overeenkomstig de richtlijn [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten]

5. Milieuvoorschriften en stedenbouwkundige en planologische voorschriften, met inbegrip van voorwaarden in verband met het verlenen van toegang tot openbaar of particulier terrein en voorwaarden in verband met collocatie en gedeeld gebruik van faciliteiten overeenkomstig de richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten]

6. Verplichte doorgifte van nader gespecificeerde radio- en tv-uitzendingen overeenkomstig de richtlijn [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten]

7. Voor de sector elektronische communicatie specifieke bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer overeenkomstig de richtlijn [betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie]

8. Voor de sector elektronische communicatie specifieke voorschriften inzake consumentenbescherming met inbegrip van voorwaarden overeenkomstig de richtlijn [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten]

9. Verplichtingen in verband met de inhoud van uitzendingen, in het bijzonder die betreffende de bescherming van minderjarigen overeenkomstig artikel 2 bis, punt 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten, gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad.

10. Informatie die moet worden verstrekt in het kader van een kennisgevingsprocedure overeenkomstig artikel 3, lid 3, van deze richtlijn, en voor andere doeleinden als bedoeld in artikel 11 van deze richtlijn.

11. Mogelijkheid van legale onderschepping door de bevoegde nationale instanties overeenkomstig de richtlijn [betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie] en Richtlijn 95/46/EG.

12. Voorwaarden voor gebruik tijdens grote rampen om de communicatie tussen hulpdiensten en overheidsinstanties te waarborgen en uitzendingen voor het publiek mogelijk te maken.

13. Maatregelen ter beperking van de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden die worden veroorzaakt door elektronische communicatienetwerken, overeenkomstig het Gemeenschapsrecht.

B. Voorwaarden die aan gebruiksrechten voor radiofrequenties kunnen worden gekoppeld

1. Aanwijzing van de dienst waarvoor de frequentie moet worden gebruikt, met inbegrip van, in voorkomend geval, het exclusieve gebruik van een frequentie voor doorgifte van een specifieke inhoud.

2. Efficiënt gebruik van frequenties overeenkomstig de richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

3. Vermijden van schadelijke interferentie.

4. Maximumduur overeenkomstig artikel 5 van deze richtlijn.

5. Overdracht van rechten op initiatief van de houder ervan en de daarvoor geldende voorwaarden overeenkomstig de richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

6. Gebruiksheffingen overeenkomstig artikel 13 van deze richtlijn.

7. Toezeggingen die de onderneming die het gebruiksrecht verkrijgt, heeft gedaan tijdens een biedingsprocedure.

C. Voorwaarden die aan gebruiksrechten voor nummers kunnen worden gekoppeld

1. Aanwijzing van de dienst waarvoor het nummer moet worden gebruikt.

2. Efficiënt gebruik van nummers overeenkomstig de richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

3. Eisen inzake nummerportabiliteit overeenkomstig de richtlijn [inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten].

4. Maximumduur overeenkomstig artikel 5 van deze richtlijn.

5. Overdracht van rechten en de daarvoor geldende voorwaarden overeenkomstig de Richtlijn [inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten].

6. Gebruiksheffingen overeenkomstig artikel 13 van deze richtlijn.

Top