This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32025R0364
Commission Implementing Regulation (EU) 2025/364 of 21 February 2025 concerning the authorisation of a preparation of Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 as a feed additive for cattle for fattening (holder of authorisation: S.I. Lesaffre) and amending Regulation (EC) No 316/2003
Uitvoeringsverordening (EU) 2025/364 van de Commissie van 21 februari 2025 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestrunderen (vergunninghouder: S.I. Lesaffre) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 316/2003
Uitvoeringsverordening (EU) 2025/364 van de Commissie van 21 februari 2025 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestrunderen (vergunninghouder: S.I. Lesaffre) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 316/2003
C/2025/1072
PB L, 2025/364, 24.2.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/364/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2025/364 |
24.2.2025 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/364 VAN DE COMMISSIE
van 21 februari 2025
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestrunderen (vergunninghouder: S.I. Lesaffre) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 316/2003
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2). |
(2) |
Voor het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Saccharomyces cerevisiae NCYC Sc 47) is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG en bij Verordening (EG) nr. 316/2003 van de Commissie (3) een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestrunderen. Vervolgens is dat preparaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, in samenhang met artikel 7 van die verordening, is een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning voor het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestrunderen. De aanvrager heeft verzocht om dat toevoegingsmiddel in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “darmflorastabilisatoren” in te delen. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd. |
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 22 januari 2019 (4) en 13 maart 2024 (5) geconcludeerd dat het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden, wordt beschouwd als veilig voor mestrunderen, de consument en het milieu. Bij gebrek aan gegevens heeft de EFSA wat de veiligheid van de gebruiker betreft, geen conclusies kunnen trekken over de vraag of het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 irriterend voor de ogen zou kunnen zijn of sensibilisering van de huid zou kunnen veroorzaken; zij heeft wel geconcludeerd dat dat toevoegingsmiddel als een inhalatieallergeen moet worden beschouwd. De EFSA heeft geconcludeerd dat het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 bij een concentratie van 4 × 109 kve/kg volledig diervoeder werkzaam is als zoötechnisch toevoegingsmiddel bij mestrunderen. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen achtte de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethoden voor de toevoegingsmiddelen voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
(5) |
Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 voldoet aan de voorwaarden voor gebruik bij mestrunderen zoals bepaald in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003. Bijgevolg moet het gebruik van dat preparaat bij mestrunderen worden toegestaan. Daarnaast is de Commissie van oordeel dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel te voorkomen. |
(6) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen. |
(7) |
Doordat de vergunning voor het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestrunderen is verlengd, moet Verordening (EG) nr. 316/2003 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verlening van een vergunning
Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Wijziging van Verordening (EG) nr. 316/2003
Verordening (EG) nr. 316/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt geschrapt. |
2) |
Bijlage I wordt geschrapt. |
Artikel 3
Overgangsmaatregelen
1. Het toevoegingsmiddel voor diervoeding Saccharomyces cerevisiae NCYC Sc 47 (E 1702), waarvoor bij Verordening (EG) nr. 316/2003 een vergunning is verleend, en de voormengsels die dat toevoegingsmiddel bevatten, die bestemd zijn voor mestrunderen en die vóór 16 september 2025 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 16 maart 2025 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de betrokken voorraden zijn uitgeput.
2. De mengvoeders en voedermiddelen die het in lid 1 vermelde toevoegingsmiddel voor diervoeding bevatten, die bestemd zijn voor mestrunderen en die vóór 16 maart 2026 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 16 maart 2025 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de betrokken voorraden zijn uitgeput.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 februari 2025.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1831/oj.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1970/524/oj).
(3) Verordening (EG) nr. 316/2003 van de Commissie van 19 februari 2003 betreffende de permanente vergunning voor een nieuwe toepassing van een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding (PB L 46 van 20.2.2003, blz. 15, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/316/oj).
(4) EFSA Journal 2019;17(3):5600.
(5) EFSA Journal 2024;22:e8727.
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel voor diervoeding |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||
kve/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren. |
|||||||||||||
4b1702 |
S.I. Lesaffre |
Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 met ten minste 5 × 109 kve/g Vaste vorm. Karakterisering van de werkzame stof Levensvatbare gistcellen van de soort Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 Analysemethode (1) Kwantificering in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, in voormengsels en in mengvoeders: giet- of spreidplaatmethode met gebruikmaking van chlooramfenicol-dextrosegistextractagar (EN 15789). Identificatie: polymerasekettingreactiemethode (PCR-methode) (CEN/TS 15790). |
Mestrunderen |
— |
4 × 109 |
— |
|
16 maart 2035 |
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/364/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)