This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32025R0148
Commission Implementing Regulation (EU) 2025/148 of 29 January 2025 concerning the renewal of the authorisation of a preparation of Enterococcus lactis NCIMB 11181 as a feed additive for calves for rearing and for fattening and weaned piglets (holder of authorisation: Chr. Hansen A/S) and repealing Implementing Regulation (EU) No 797/2013
Uitvoeringsverordening (EU) 2025/148 van de Commissie van 29 januari 2025 tot verlenging van de vergunning voor een preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfok- en mestkalveren en voor gespeende biggen (vergunninghouder: Chr. Hansen A/S) en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 797/2013
Uitvoeringsverordening (EU) 2025/148 van de Commissie van 29 januari 2025 tot verlenging van de vergunning voor een preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfok- en mestkalveren en voor gespeende biggen (vergunninghouder: Chr. Hansen A/S) en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 797/2013
C/2025/527
PB L, 2025/148, 30.1.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/148/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2025/148 |
30.1.2025 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/148 VAN DE COMMISSIE
van 29 januari 2025
tot verlenging van de vergunning voor een preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfok- en mestkalveren en voor gespeende biggen (vergunninghouder: Chr. Hansen A/S) en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 797/2013
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen en verlengen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. |
(2) |
Voor een preparaat van Enterococcus faecium NCIMB 11181 is bij Uitvoeringsverordening (EU) 797/2013 van de Commissie (2) een vergunning voor tien jaar verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfok- en mestkalveren en voor gespeende biggen. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlenging van de vergunning voor het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfok- en mestkalveren en voor gespeende biggen waarbij is verzocht om dat toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “darmflorastabilisatoren”. De krachtens artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd. |
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 14 november 2023 (3) geconcludeerd dat het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 (een stam die oorspronkelijk taxonomisch is geïdentificeerd als Enterococcus faecium en die is geherclassificeerd als Enterococcus lactis) onder de momenteel toegestane gebruiksvoorwaarden veilig blijft voor opfok- en mestkalveren (tot een maximumleeftijd van zes maanden), gespeende biggen (tot een maximumgewicht van 35 kg), en voor de consument en het milieu. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 in de vaste, in water oplosbare formulering van het toevoegingsmiddel als niet irriterend voor de huid of de ogen wordt beschouwd. Gezien het feit dat het werkzame agens een proteïneachtige stof is, worden zowel de vaste als de vaste, in water oplosbare formulering van het toevoegingsmiddel als inhalatieallergeen beschouwd. De EFSA heeft geen conclusies kunnen trekken over de vraag of de vaste formulering van het toevoegingsmiddel irriterend voor de huid en de ogen zou kunnen zijn, noch over de vraag of beide formuleringen van het toevoegingsmiddel sensibilisering van de huid zouden kunnen veroorzaken. In het advies is ook aangegeven dat het niet nodig is om de werkzaamheid van het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 te beoordelen in de context van de verlenging van de vergunning, aangezien de aanvraag tot verlening van een vergunning geen voorstel bevat voor wijzigingen of aanvullingen van de voorwaarden van de oorspronkelijke vergunning die gevolgen zouden hebben voor de werkzaamheid van het toevoegingsmiddel. Volgens de conclusies van de EFSA in haar advies van 1 februari 2012 (4) is het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 doeltreffend bij het verbeteren van de zoötechnische prestaties van biggen en kalveren bij een minimale werkzame dosis van ongeveer 1 × 1010 kve/kg diervoeder voor biggen en een minimale werkzame dosis van ongeveer 2 × 109 kve/kg melkvervanger voor kalveren, ongeacht langs welke weg de dosis wordt toegediend, mits de dosering dezelfde is. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen achtte de EFSA niet nodig. |
(5) |
Het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was van oordeel dat de conclusies en aanbevelingen van de beoordeling van de analysemethode voor het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 als toevoegingsmiddel voor diervoeding die in het kader van de vorige vergunning waren uitgebracht, geldig en van toepassing zijn op de huidige aanvraag. Overeenkomstig artikel 5, lid 4, punt c), van Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (5) is een evaluatieverslag van het referentielaboratorium derhalve niet vereist. |
(6) |
Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 voldoet aan de voorwaarden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003. De vergunning voor het toevoegingsmiddel moet daarom worden verlengd. Daarnaast is de Commissie van oordeel dat de in de bijlage gespecificeerde minimumgehalten moeten worden aangepast naar de werkzame dosis van het toevoegingsmiddel en dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel te voorkomen. Die beschermende maatregelen mogen geen afbreuk doen aan andere veiligheidsvoorschriften voor werknemers uit hoofde van het Unierecht. |
(7) |
Doordat de vergunning voor het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 als toevoegingsmiddel voor diervoeding wordt verlengd, moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 797/2013 worden ingetrokken. |
(8) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor het preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen als gevolg van de verlenging van de vergunning te voldoen. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verlenging van de vergunning
De vergunning voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in de bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.
Artikel 2
Intrekking
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 797/2013 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Overgangsmaatregelen
1. Het in de bijlage gespecificeerde preparaat en de voormengsels die dat preparaat bevatten die vóór 19 augustus 2025 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 19 februari 2025 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
2. De mengvoeders en voedermiddelen die het in de bijlage gespecificeerde preparaat bevatten en die vóór 19 februari 2026 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 19 februari 2025 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 januari 2025.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1831/oj.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 797/2013 van de Commissie van 21 augustus 2013 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Enterococcus faecium NCIMB 11181 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfok- en mestkalveren en gespeende biggen (vergunninghouder Chr. Hansen A/S) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1333/2004 (PB L 224 van 22.8.2013, blz. 6, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/797/oj).
(3) EFSA Journal, 2023;21:e8466.
(4) EFSA Journal 2012;10(2):2574.
(5) Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie van 4 maart 2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 8, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/378/oj).
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel voor diervoeding |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||||
kve/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
kve/l drinkwater |
||||||||||||||||||||
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren. |
|||||||||||||||||||||
4b1708 |
Chr. Hansen A/S |
Enterococcus lactis NCIMB 11181 |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 met ten minste: vaste vorm: 5 × 1010 kve/g toevoegingsmiddel; in water oplosbare vorm: 2 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel. Karakterisering van de werkzame stof Levensvatbare cellen van Enterococcus lactis NCIMB 11181 Analysemethode (1) Kwantificering van de werkzame stof in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, de voormengsels, mengvoeders en in water: spreidplaatmethode met gebruikmaking van gal-esculineazideagar (EN 15788). Identificatie: pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) — CEN/TS 17697 of DNA-sequentiemethoden. |
Gespeende biggen |
— |
1 × 1010 |
— |
5 × 109 |
— |
|
19 februari 2035 |
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel voor diervoeding |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||
kve/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||||
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren. |
|||||||||||||||
4b1708 |
Chr. Hansen A/S |
Enterococcus lactis NCIMB 11181 |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van Enterococcus lactis NCIMB 11181 met ten minste: vaste vorm: 5 × 1010 kve/g toevoegingsmiddel; in water oplosbare vorm: 2 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel. Karakterisering van de werkzame stof Levensvatbare cellen van Enterococcus lactis NCIMB 11181 Analysemethode (2) Kwantificering van de werkzame stof in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, de voormengsels, mengvoeders en in water: spreidplaatmethode met gebruikmaking van gal-esculineazideagar (EN 15788). Identificatie: pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) — CEN/TS 17697 of DNA-sequentiemethoden. |
Opfok- en mestkalveren |
zes maanden |
2 × 109 |
— |
|
19 februari 2035 |
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.
(2) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/148/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)