1.   Het Comité adviseert de Raad en de Commissie over de uitoefening van hun taken in het kader van het multilaterale begrotingstoezicht zoals vastgelegd in de artikelen 121, 126 en 136 VWEU.

2.   Voor de toepassing van lid 1 voert het comité de volgende taken uit:

3.   Het secretariaat van het comité stelt de Raad of de Commissie onverwijld in kennis van de adviesverzoeken die het comité van de andere instelling heeft ontvangen.

1.   Het comité bestaat uit een voorzitter en vier leden.

2.   De Commissie streeft, voor zover mogelijk, naar een passend geografisch en genderevenwicht in de samenstelling van het comité.

3.   De voorzitter en de leden van het comité worden geselecteerd en benoemd uit internationaal gerenommeerde deskundigen op basis van verdiensten, vaardigheden en kennis die wordt beoordeeld aan de hand van bewezen analytische ervaring en competenties op het gebied van de analyse van de overheidsfinanciën en de macro-economie.

4.   De Commissie zendt de lijst van voorgedragen kandidaten ter raadpleging toe aan het Europees Parlement en de Raad en verzoekt hun binnen een maand na toezending hun mening te geven.

5.   De Commissie benoemt de voorzitter en de leden van het comité op voorstel van de voorzitter, na raadpleging van de bevoegde commissaris en vicevoorzitter.

6.   De voorzitter en de leden van het comité worden benoemd voor een periode van drie jaar, die eenmaal kan worden verlengd.

7.   De voorzitter en de leden van het comité worden benoemd als speciale adviseurs wier status en beloning worden vastgelegd overeenkomstig artikel 5, artikel 123 en artikel 124 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1.   De leden van het comité oefenen hun taken in volle onafhankelijkheid uit en vragen noch aanvaarden instructies van de Unie-instellingen of -organen, van een regering van een lidstaat of van een ander publiek of particulier orgaan.

2.   Indien zich een belangenconflict met betrekking tot een bepaalde beoordeling of een bepaald advies kan voordoen, brengen de leden van het comité dit ter kennis van de voorzitter, die passende maatregelen neemt en kan bepalen dat het betrokken lid niet mag meewerken aan de voorbereiding en vaststelling van die beoordeling of dat advies. Het comité behandelt mogelijke belangenconflicten van de voorzitter.

3.   De leden van het comité hebben recht op vrijheid van meningsuiting, overeenkomstig artikel 17 bis van het Statuut.

1.   De voorzitter ziet toe op de uitvoering van de taken waarmee het comité is belast, en zorgt voor een correcte werking ervan. De voorzitter belegt de vergaderingen van het comité en zit deze voor.

2.   Het comité stelt zijn advies pas vast als ten minste drie leden, onder wie de voorzitter, deelnemen. Het comité tracht het advies bij consensus vast te stellen. Indien geen consensus kan worden bereikt, besluit het bij gewone meerderheid van de leden die op de vergadering aanwezig zijn, onder wie de voorzitter; onthoudingen tellen niet mee als stem. Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

3.   Het comité stelt zijn eigen reglement van orde vast.

4.   Het comité verricht zijn werkzaamheden overeenkomstig zijn reglement van orde. De vergaderingen van het comité zijn niet openbaar. De vergaderingen kunnen de vorm aannemen van fysieke, online- of hybride vergaderingen.

5.   Er wordt een memorandum van overeenstemming tussen het comité en de relevante diensten van de Commissie gesloten waarin praktische invulling wordt gegeven aan de reikwijdte en middelen van samenwerking, waaronder met name de toegang tot relevante informatie. Het comité maakt gelijkwaardige werkafspraken met de Raad.

6.   De voorzitter van het comité kan worden verzocht zijn of haar advies en standpunten, alsmede het jaarverslag van het Comité, te presenteren in de vergaderingen van de Commissie of van de Raad waar deze worden besproken.

7.   De reis- en verblijfkosten van de voorzitter en de leden worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de binnen de Commissie geldende voorschriften. Die kosten worden vergoed binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die volgens de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen worden toegekend.

1.   Het comité wordt ondersteund door een secretariaat bestaande uit een secretariaatshoofd en eigen medewerkers.

2.   Bij de uitvoering van de aan het comité toegewezen taken handelt het secretariaat uitsluitend op instructie van het comité. Het secretariaat:

3.   De Commissie benoemt het secretariaatshoofd na raadpleging van de voorzitter van het comité.

4.   Indien de voorzitter van het comité nog niet is benoemd of zijn of haar ambtstermijn is verstreken, benoemt de Commissie het secretariaatshoofd rechtstreeks.

5.   De andere leden van het secretariaat zijn ambtenaren, tijdelijke functionarissen, contractanten of gedetacheerde nationale deskundigen die door het secretariaatshoofd in samenspraak met de voorzitter worden benoemd. Alle secretariaatsleden worden geselecteerd op basis van een hoog kwalificatieniveau en ruime ervaring op gebieden die voor de werkzaamheden van het comité van belang zijn.

6.   Het secretariaat ressorteert administratief onder het secretariaat-generaal van de Commissie.

1.   Besluit (EU) 2015/1937 wordt ingetrokken.

2.   Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.