This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024R1755
Commission Implementing Regulation (EU) 2024/1755 of 25 June 2024 concerning the authorisation of acetic acid, calcium acetate and sodium diacetate as feed additives for fish
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1755 van de Commissie van 25 juni 2024 tot verlening van een vergunning voor azijnzuur, calciumacetaat en natriumdiacetaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor vissen
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1755 van de Commissie van 25 juni 2024 tot verlening van een vergunning voor azijnzuur, calciumacetaat en natriumdiacetaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor vissen
C/2024/4261
PB L, 2024/1755, 26.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1755/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1755 |
26.6.2024 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1755 VAN DE COMMISSIE
van 25 juni 2024
tot verlening van een vergunning voor azijnzuur, calciumacetaat en natriumdiacetaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor vissen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2). |
(2) |
Voor de stoffen azijnzuur, calciumacetaat en natriumdiacetaat is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn die stoffen vervolgens in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding opgenomen als bestaande producten. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, in samenhang met artikel 7 van die verordening, is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van azijnzuur, calciumacetaat en natriumdiacetaat voor vissen. De aanvrager heeft verzocht om de toevoegingsmiddelen in te delen in de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en in de functionele groep “conserveermiddelen”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten waren bij de aanvragen gevoegd. |
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 6 juli 2023 (3) geconcludeerd dat azijnzuur (en zouten daarvan) bij het aanbevolen maximumgehalte van 2 500 mg azijnzuur/kg volledig diervoeder veilig is voor alle vissen. De EFSA heeft in haar eerdere adviezen van 1 februari 2012 (4) en 6 mei 2021 (5) geconcludeerd dat azijnzuur, natriumdiacetaat en calciumacetaat geen nadelige gevolgen hebben voor de veiligheid van de consument of het milieu en dat de risico’s voor gebruikers die met azijnzuur omgaan, afhankelijk zijn van de concentratie ervan, en onder meer irritatie van de huid, de ogen en de luchtwegen (10-25%-oplossing) en corrosie (> 25%-oplossing) omvatten, en dat de zouten van azijnzuur als sterk irriterend en een bijzonder risico voor de ogen worden beschouwd. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat azijnzuur en zouten daarvan kunnen fungeren als conserveermiddel in diervoeders. De EFSA heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
(5) |
Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat azijnzuur, calciumacetaat en natriumdiacetaat voldoen aan de voorwaarden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003. Het gebruik van deze stoffen moet daarom worden toegestaan. Daarnaast is de Commissie van oordeel dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van de toevoegingsmiddelen te voorkomen. |
(6) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de betrokken stoffen vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verlening van de vergunning
Voor de in de bijlage gespecificeerde stoffen, die behoren tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “conserveermiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Overgangsmaatregelen
1. Azijnzuur, calciumacetaat en natriumdiacetaat waarvoor uit hoofde van Richtlijn 70/524/EEG een vergunning is verleend, en voormengels die deze toevoegingsmiddelen bevatten en die vóór 16 januari 2025 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 16 juli 2024 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor vissen.
2. Voedermiddelen en mengvoeders die de in lid 1 vermelde toevoegingsmiddelen voor diervoeding bevatten en die vóór 16 juli 2025 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 16 juli 2024 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende vissen.
3. Voedermiddelen en mengvoeders die de in lid 1 vermelde toevoegingsmiddelen voor diervoeding bevatten en die vóór 16 juli 2026 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 16 juli 2024 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproducerende vissen.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 juni 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1831/oj.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding
(PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1970/524/oj).
(3) EFSA Journal 2023;21(7):8176.
(4) EFSA Journal 2012;10(2):2571.
(5) EFSA Journal 2021;19(6):6615.
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel voor diervoeding |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||
mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
||||||||||||||
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: conserveermiddelen. |
||||||||||||||
1a260 |
Azijnzuur |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Azijnzuur: ≥ 99,8 % Vloeibare vorm Karakterisering van de werkzame stof Azijnzuur: ≥ 99,8 % C2H4O2 CAS-nr.: 64-19-7 Watergehalte: ≤ 0,15 % Vaste-stofgehalte ≤ 30 mg/kg Mierenzuur en zouten daarvan en andere oxiderende stoffen ≤ 0,5 g/kg Geproduceerd door chemische synthese, met inbegrip van celluloseproductie (als bijproduct) Analysemethoden (1) Voor de bepaling van azijnzuur als totaal azijnzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en mengvoeders: ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294. |
Vissen |
— |
— |
2 500 |
|
16 juli 2034 |
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||
mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
||||||||||||||
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: conserveermiddelen. |
||||||||||||||
1a262 |
Natriumdiacetaat |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Natriumdiacetaat ≥ 97 % Vaste vorm Karakterisering van de werkzame stof Natriumdiacetaat (watervrij en trihydraat) NaC4H7O4 CAS-nr.: 126-96-5 Natriumacetaat ≥ 58 % Azijnzuur: ≥ 39 % Watergehalte: ≤ 2 % Mierenzuur en zouten daarvan en andere oxiderende stoffen ≤ 1 g/kg Geproduceerd door chemische synthese Analysemethoden (2) Voor de bepaling van natrium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS) of EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES). Voor de bepaling van natriumdiacetaat als totaal azijnzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en mengvoeders: ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294. |
Vissen |
— |
— |
2 500 (als azijnzuur) |
|
16 juli 2034 |
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||
mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
||||||||||||||
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: conserveermiddelen. |
||||||||||||||
1a263 |
Calciumacetaat (anhydraat en monohydraat) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Calciumacetaat ≥ 98,7 % Vaste vorm Karakterisering van de werkzame stof Calciumacetaat ≥ 98,7 % C4H6CaO4 CAS-nr.: 62-54-4 Watergehalte: ≤ 6 % Mierenzuur en zouten daarvan en andere oxiderende stoffen ≤ 1 g/kg Geproduceerd door chemische synthese Analysemethoden (3) Voor de bepaling van calcium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS) of EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES). Voor de bepaling van calciumacetaat als totaal azijnzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en mengvoeders: ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294. |
Vissen |
— |
— |
2 500 (als azijnzuur) |
|
16 juli 2034 |
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.
(2) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.
(3) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1755/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)