Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C:2023:264A:FULL

    Publicatieblad van de Europese Unie, CA 264, 27 juli 2023


    Display all documents published in this Official Journal
     

    ISSN 1977-0995

    Publicatieblad

    van de Europese Unie

    C 264A

    European flag  

    Uitgave in de Nederlandse taal

    Mededelingen en bekendmakingen

    66e jaargang
    27 juli 2023


    Inhoud

    Bladzijde

     

    V   Bekendmakingen

     

    BESTUURLIJKE PROCEDURES

     

    Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

    2023/C 264 A/01

    Aankondiging van vergelijkend onderzoek — EPSO/AD/403/23 — Administrateurs (AD 7) op de volgende gebieden: 1. Crisisbeheersing; 2. Migratie en interne veiligheid

    1


    NL

     


    V Bekendmakingen

    BESTUURLIJKE PROCEDURES

    Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

    27.7.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CA 264/1


    AANKONDIGING VAN VERGELIJKEND ONDERZOEK

    EPSO/AD/403/23 — Administrateurs (AD 7) op de volgende gebieden:

    1. Crisisbeheersing

    2. Migratie en interne veiligheid

    (2023/C 264 A/01)

    Uiterste termijn voor het indienen van sollicitaties: 5 september 2023 om 12 uur ( s middags), Brusselse tijd

    INHOUD

    1.

    INLEIDING 2

    2.

    WAT HOUDT DE FUNCTIE IN? 2

    3.

    AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN? 2

    3.1.

    Algemene voorwaarden 2

    3.2.

    Specifieke voorwaarden — talen 2

    3.3.

    Specifieke voorwaarden — kwalificaties en werkervaring 2

    4.

    HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE? 5

    4.1.

    Overzicht van de fasen van het vergelijkend onderzoek 5

    4.2.

    In het kader van dit vergelijkend onderzoek gebruikte talen 5

    4.3.

    Fasen van het vergelijkend onderzoek 6

    5.

    GELIJKE KANSEN EN REDELIJKE VOORZIENINGEN 8

    BIJLAGE I

    — Algemene bepalingen 9

    BIJLAGE II

    — Taken 16

    BIJLAGE III

    — Voorbeelden van minimumkwalificaties 18

    1.   INLEIDING

    Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert een algemeen vergelijkend onderzoek aan de hand van kwalificaties en tests om lijsten op te stellen waaruit de instellingen van de Europese Unie (EU) kunnen putten voor de aanwerving van nieuwe ambtenaren als administrateurs (graad AD 7).

    Deze aankondiging en de bijlagen erbij, met inbegrip van bijlage I “Algemene bepalingen”, vormen het juridisch bindende kader voor dit vergelijkend onderzoek.

    Aantal geslaagde kandidaten dat op de reservelijst kan worden geplaatst:

    Vakgebied 1

    Crisisbeheersing

    168

    Vakgebied 2

    Migratie en interne veiligheid

    118

    Deze aankondiging heeft betrekking op twee vakgebieden. U kunt slechts voor één vakgebied solliciteren. Bij de inschrijving moet u uw keuze maken. Na validering van uw sollicitatieformulier kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen.

    EPSO streeft naar genderneutraal en inclusief taalgebruik. Elke verwijzing naar een persoon van een bepaald geslacht moet tevens worden beschouwd als een verwijzing naar een persoon van een ander geslacht.

    2.   WAT HOUDT DE FUNCTIE IN?

    In bijlage II vindt u informatie over de taken.

    3.   AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN?

    Op de uiterste datum voor de inschrijving moet u voldoen aan alle algemene en specifieke voorwaarden.

    3.1.   Algemene voorwaarden

    U moet:

    1.

    uw rechten als staatsburger bezitten als onderdaan van een van de lidstaten van de EU;

    2.

    voldaan hebben aan de verplichtingen inzake militaire dienst van uw lidstaat;

    3.

    in zedelijk opzicht de waarborgen bieden die voor de beoogde functie vereist zijn.

    3.2.   Specifieke voorwaarden — talen

    U moet een goede kennis hebben van ten minste twee van de 24 officiële EU-talen, zoals bepaald in punt 4.2.1.

    3.3.   Specifieke voorwaarden — kwalificaties en werkervaring

    In bijlage III vindt u voorbeelden van minimumkwalificaties.

    3.3.1.    Vakgebied 1 — Crisisbeheersing

    a)

    Voor vakgebied 1 moet u voldoen aan een van de volgende vereisten:

    i)

    een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar, of een gelijkwaardig diploma, gevolgd door ten minste zeven jaar relevante werkervaring;

    ii)

    een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste vier jaar, of een gelijkwaardig diploma, gevolgd door ten minste zes jaar relevante werkervaring.

    b)

    De in punt 3.3.1, a), i) en ii), bedoelde werkervaring wordt als relevant beschouwd als deze voldoet aan zowel vereiste A als vereiste B:

    A.

    De werkervaring moet zijn opgedaan op een of meer van de volgende gebieden:

    i)

    civiele bescherming;

    ii)

    beheersing van noodsituaties, crises of rampen, ook in het kader van militaire operaties en rechtshandhavingsacties, met inbegrip van crisiscommunicatie;

    iii)

    preventie, paraatheid en respons bij natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen;

    iv)

    coördinatie van actoren op het gebied van crisisbeheersing of civiele bescherming in een internationale of multinationale omgeving, met inbegrip van beleidscoördinatie;

    v)

    migratie- en vluchtelingencrisis;

    vi)

    veiligheidsbewustzijn en risicobeperking, ter ondersteuning van de respons in noodsituaties, de bedrijfscontinuïteit en crisisresponsoefeningen;

    vii)

    gezondheidscrises, met inbegrip van epidemieën, pandemieën en medische evacuaties;

    viii)

    humanitaire hulpverlening;

    ix)

    paraatheid en respons bij veiligheids- en consulaire crises.

    B.

    De werkervaring moet verband houden met een of meer van de volgende activiteiten:

    i)

    formuleren van beleid en wetgeving;

    ii)

    implementeren, monitoren en evalueren van bestaand beleid en bestaande wetgeving;

    iii)

    coördineren, onderhandelen, vertegenwoordigen en contacten onderhouden;

    iv)

    verrichten van politieke/beleids-, juridische of wetenschappelijke analyses en verstrekken van advies. Dit omvat het onderhouden van contacten met deskundigen/comités en het vertalen van wetenschappelijke en technische analyses in relevante beleids-, juridische en/of operationele maatregelen;

    v)

    operationele activiteiten;

    vi)

    beheren van budgettaire/financiële aangelegenheden en projectmanagement.

    c)

    Hieronder volgt een niet-uitputtende lijst van voorbeelden van expertise die voldoet aan de voorwaarden:

    i)

    beleids- en juridische deskundigen op vakgebied 1;

    ii)

    deskundigen op het gebied van de bestrijding van bosbranden, overstromingen en aardbevingen; opsporings- en reddingsmedewerkers;

    iii)

    medewerkers op het gebied van medische evacuatie en noodsituaties, met inbegrip van paramedici;

    iv)

    deskundigen op het gebied van chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) gevaren;

    v)

    deskundigen op de gebieden essentiële diensten, logistiek en coördinatie;

    vi)

    bouwkundig en civiel ingenieurs;

    vii)

    crisiscoördinatoren en crisiscommunicatiedeskundigen, militairen en politiemensen, specialisten inzake civiel-militaire samenwerking;

    viii)

    deskundigen inzake opleiding en oefeningen op het gebied van civiele bescherming;

    ix)

    deskundigen op het gebied van milieumitigatie en -adaptatie;

    x)

    duty officers en coördinatoren die werkzaam zijn in crisiscentra;

    xi)

    deskundigen op het gebied van repatriëring, evacuatie en consulaire noodhulp;

    xii)

    personeel dat verantwoordelijk is voor het opzetten en beheren van opvangkampen/opvanghuizen; gezondheidswerkers en psychosociale hulpverleners;

    xiii)

    risico- en prognoseanalisten, deskundigen op het gebied van satellietbewaking en -kartering.

    3.3.2.    Vakgebied 2 — Migratie en interne veiligheid

    a)

    Voor vakgebied 2 moet u voldoen aan een van de volgende vereisten:

    i)

    een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar, of een gelijkwaardig diploma, gevolgd door ten minste zeven jaar relevante werkervaring;

    ii)

    een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste vier jaar, of een gelijkwaardig diploma, gevolgd door ten minste zes jaar relevante werkervaring.

    b)

    De in punt 3.3.2, a), i) en ii), bedoelde werkervaring wordt als relevant beschouwd als deze voldoet aan zowel vereiste A als vereiste B:

    A.

    De werkervaring moet zijn opgedaan op een of meer van de volgende gebieden:

    i)

    migratie- en/of asielbeheer en/of internationale bescherming (met inbegrip van internationale samenwerking op dit gebied);

    ii)

    grens- en visumkwesties;

    iii)

    interne veiligheid, met inbegrip van terrorismebestrijding, preventie en bestrijding van gewelddadig extremisme, corruptiebestrijding, drugsbestrijding (met inbegrip van internationale samenwerking op dit gebied), bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit;

    iv)

    samenwerking op het gebied van rechtshandhaving en politiesamenwerking.

    B.

    De werkervaring moet verband houden met een of meer van de volgende activiteiten:

    i)

    formuleren van beleid en wetgeving (met inbegrip van voorbereidende analyses en raadplegingen);

    ii)

    implementeren, monitoren en evalueren van bestaand beleid en bestaande wetgeving;

    iii)

    coördineren, onderhandelen, vertegenwoordigen en onderhouden van contacten;

    iv)

    verrichten van politieke/beleids-, juridische of wetenschappelijke analyses en het verstrekken van advies. Dit omvat het onderhouden van contacten met deskundigen/comités en het vertalen van wetenschappelijke en technische analyses in relevante beleids-, juridische en/of operationele maatregelen;

    v)

    operationele activiteiten op het gebied van migratie, grensbeheer en interne veiligheid;

    vi)

    beheren van budgettaire/financiële aangelegenheden en projectmanagement.

    c)

    Hieronder volgt een niet-uitputtende lijst van voorbeelden van expertise die voldoet aan de voorwaarden:

    i)

    beleids- en juridische deskundigen op vakgebied 2;

    ii)

    deskundigen inzake gegevensbeheer en inlichtingen;

    iii)

    deskundigen inzake paraatheid en situationeel bewustzijn op het gebied van migratie;

    iv)

    medewerkers voor het opzetten en beheren van opvangstructuren voor migranten; gezondheidswerkers en psychosociale hulpverleners;

    v)

    medewerkers op het gebied van de bescherming van kwetsbare migranten;

    vi)

    deskundigen op het gebied van herplaatsing, hervestiging, terugkeer en (her)integratie;

    vii)

    deskundigen inzake de ontwikkeling en het beheer van IT-systemen op het gebied van interne veiligheid, grensbeheer en migratie;

    viii)

    deskundigen op het gebied van grensbeheer, visa en reisdocumenten;

    ix)

    leden van de politie, grens- of kustwacht;

    x)

    leden van het openbaar ministerie;

    xi)

    personeel dat zich bezighoudt met de vaststelling van het rechtskader en de uitvoering van begrotingstoewijzingen (middelen).

    4.   HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE?

    4.1.   Overzicht van de fasen van het vergelijkend onderzoek

    Dit vergelijkend onderzoek omvat de volgende fasen:

    Inschrijving (zie punt 4.3.1)

    Tests: tests inzake het redeneervermogen, een meerkeuzetest op het door u gekozen vakgebied (de vakgerelateerde meerkeuzetest) en een casestudy (zie punt 4.3.2)

    Beoordeling van de casestudy en controle van de toelatingsvoorwaarden (zie punt 4.3.3)

    Opstellen van reservelijsten (zie punt 4.3.4)

    4.2.   In het kader van dit vergelijkend onderzoek gebruikte talen

    4.2.1.    Taalvereisten

    U moet een grondige kennis hebben (ten minste niveau C1) van een van de 24 officiële EU-talen, en voldoende kennis (ten minste niveau B2) van een andere officiële EU-taal. Een van deze talen moet Engels zijn.

    Deze minimumniveaus gelden voor alle in het sollicitatieformulier vermelde taalvaardigheden (spreken, schrijven, lezen en luisteren), en komen overeen met de niveaus van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen (1).

    Bij de taalvereisten voor dit vergelijkend onderzoek wordt rekening gehouden met de specifieke aard van de taken van het personeel dat werkzaam is bij de Europese Commissie, die het grootste aantal nieuwe medewerkers zal aanwerven, met name voor het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (DG ECHO), het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken (DG HOME) en het directoraat-generaal Internationale Partnerschappen (DG INTPA).

    Voor beide vakgebieden in deze aankondiging van vergelijkend onderzoek gelden dezelfde taalvereisten. Op de genoemde vakgebieden wordt voornamelijk het Engels gebruikt voor de in bijlage II vermelde taken: formuleren, uitvoeren en evalueren van beleid, wetgeving en/of operationele standaardprocedures; verrichten van analytische werkzaamheden; contacten onderhouden met en coördineren van verschillende belanghebbenden; advies verlenen, voorstellen voor beleid en acties formuleren; projecten ontwerpen en evalueren enz. Het Engels wordt gebruikt in vergaderingen, voor de interne communicatie, voor het opstellen van verslagen, briefings en toespraken en voor opleidingen, waaronder “Hostile Environment Awareness Training” (HEAT). Tevens verlopen het overleg en de communicatie tussen de diensten van de Commissie in het Engels.

    Gezien de vakgebieden waarop deze aankondiging betrekking heeft, is het belangrijk dat de nieuw aangeworven personeelsleden in deze voertaal kunnen communiceren. In het kader van de reactie van de EU op migratie en interneveiligheidskwesties, kan het gebeuren dat nieuw aangeworven medewerkers in snel evoluerende situaties problemen van hoge politieke prioriteit moeten aanpakken, waarbij zij vlot moeten coördineren en overleg plegen met interne en externe belanghebbenden, de ontwikkelingen moeten volgen en briefings en aanbevelingen moeten opstellen. Zij kunnen dit alleen doen als zij het Engels voldoende beheersen.

    In het kader van crisisrespons, hetzij politiek of operationeel, zijn goede taalvaardigheden zelfs nog belangrijker. In crisissituaties kan het gebrek aan talenkennis niet alleen de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU in gevaar brengen, maar ook ernstige risico’s inhouden voor de veiligheid van mensen en goederen. Zo is het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van DG ECHO verantwoordelijk voor de coördinatie van de respons in het geval van noodsituaties. De 24/7-wachtdienst communiceert met regeringen en andere partners overal ter wereld, en dit gebeurt uitsluitend in het Engels. Ook het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en informatiesysteem (Cecis), een webgebaseerde waarschuwings- en meldingsapplicatie voor de uitwisseling van informatie in realtime, werkt volledig in het Engels. Bovendien verloopt alle communicatie met deskundigen uit de lidstaten in de verschillende formaties van deskundigengroepen alsook met het Comité voor civiele bescherming in het Engels.

    Een behoorlijke beheersing van het Engels is dan ook onontbeerlijk opdat kandidaten hun taken zouden kunnen verrichten en onmiddellijk operationeel zouden zijn na hun indiensttreding. De voor dit vergelijkend onderzoek vastgestelde taalvereisten gelden ook voor de talen waarin de tests worden afgenomen (zie punt 4.2.2).

    4.2.2.    Voor de sollicitatie en tests gebruikte talen

    In de verschillende fasen van het vergelijkend onderzoek worden de volgende talen gebruikt:

    Selectiefase

    Tests

    Taal

    Inschrijving

    Een van de 24 officiële EU-talen

    Tests

    Tests inzake het redeneervermogen

    Een officiële EU-taal, andere dan het Engels

    Vakgerelateerde meerkeuzetest

    Engels

    Casestudy

    Engels

    U kunt uw sollicitatieformulier in een van de 24 officiële EU-talen invullen. Wij nodigen u echter uit het in het Engels in te vullen, zodat het niet hoeft te worden vertaald. Als alle sollicitatieformulieren in het Engels zijn opgesteld — de taal die alle juryleden beheersen — kunnen de controles van de toelatingsvoorwaarden gemakkelijker en sneller verlopen. De juryleden kunnen de dossiers van de kandidaten dan onafhankelijk van hun talenkennis behandelen. Bovendien vergemakkelijkt dit het zoeken naar geschikte kandidaten tijdens de aanwervingsfase. Als u liever een andere taal gebruikt, kunt u een automatische vertaaltool gebruiken om uw gegevens in het Engels te vertalen.

    Na indiensttreding moeten nieuwe medewerkers in het Engels kunnen werken en hun vakgerelateerde kennis, competenties en algemene competenties (met name de schriftelijke communicatie) in het Engels kunnen toepassen. Daarom moeten deze onderdelen van de selectie in het Engels worden afgenomen.

    4.3.   Fasen van het vergelijkend onderzoek

    4.3.1.    Inschrijving

    Om u in te schrijven, moet u een EPSO-account hebben. Als u nog geen EPSO-account heeft, moet u er een aanmaken. U mag slechts één account aanmaken voor al uw EPSO-sollicitaties.

    U kunt zich online inschrijven op de website van EPSO (2), ten laatste op

    5 september 2023 om 12 uur (’s middags), Brusselse tijd.

    Door uw sollicitatieformulier te valideren, verklaart u te voldoen aan alle voorwaarden die zijn vermeld in het onderdeel “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”. Wanneer u uw sollicitatieformulier eenmaal hebt gevalideerd, kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen. Het is aan u om ervoor te zorgen dat u uw sollicitatieformulier binnen de gestelde termijn indient en valideert.

    U moet de gescande bewijsstukken ter staving van de verklaringen in uw sollicitatieformulier ten laatste op 12 oktober 2023 om 12 uur (s middags), Brusselse tijd, uploaden via uw EPSO-account (en linken aan uw sollicitatie). Op de EPSO-website (3) kunt u lezen hoe u dit moet doen.

    4.3.2.    Tests

    Alle kandidaten die hun sollicitatieformulier binnen de in deze aankondiging vermelde termijn hebben gevalideerd, worden uitgenodigd voor een reeks tests.

    De tests vinden online plaats, met toezicht op afstand. Voor meer informatie over de onlinetests raden wij u aan de punten 5, 6 en 7 van de algemene bepalingen (in bijlage I) te raadplegen.

    a)   Tests inzake het redeneervermogen

    De tests inzake het redeneervermogen zijn als volgt samengesteld:

    Test

    Taal

    Aantal vragen

    Duur

    Vereiste minimumscore

    Verbaal redeneervermogen

    Een officiële EU-taal, andere dan het Engels

    20

    35 min.

    10/20

    Numeriek redeneervermogen

    10

    20 min.

    Numeriek en abstract redeneervermogen gecombineerd: 10/20

    Abstract redeneervermogen

    10

    10 min.

    Om te slagen voor de tests inzake het redeneervermogen moet zowel een score van ten minste 10/20 worden behaald voor de test inzake verbaal redeneervermogen als een gecombineerde score van ten minste 10/20 voor de tests inzake numeriek en abstract redeneervermogen.

    Als u de vereiste minimumscores voor de tests inzake het redeneervermogen niet heeft behaald, wordt uw vakgerelateerde meerkeuzetest niet verwerkt.

    b)   Vakgerelateerde meerkeuzetest

    De vakgerelateerde meerkeuzetest heeft specifiek betrekking op het gekozen vakgebied en ziet er als volgt uit:

    Test

    Taal

    Aantal vragen

    Duur

    Score

    Vereiste minimumscore

    Vakgerelateerde meerkeuzetest

    Engels

    30

    40 min.

    0-30

    15/30

    U moet voor deze test een score van 15/30 behalen en behoren tot de kandidaten met de hoogste scores. Kandidaten die de vereiste minimumscore hebben behaald, worden gerangschikt in afnemende volgorde van de behaalde scores. Deze rangschikking wordt gebruikt om i) te bepalen van welke kandidaten de casestudy wordt beoordeeld en de toelatingsvoorwaarden worden gecontroleerd (zie punt 4.3.3 hieronder), en ii) de reservelijsten op te stellen volgens de procedure van punt 4.3.4.

    c)   Casestudy

    De casestudy dient om de schriftelijke communicatievaardigheden te beoordelen. De test verloopt in het Engels, waarbij een score tussen 0 en 10 kan worden behaald. De te behalen minimumscore is 5/10.

    4.3.3.    Beoordeling van de casestudy en controle van de toelatingsvoorwaarden

    De beoordeling van de casestudy en de controle van de toelatingsvoorwaarden worden tegelijkertijd verricht. Dit gebeurt in afnemende volgorde van de in punt 4.3.2, b), bedoelde rangschikking. De jury beoordeelt alleen de casestudy’s van een beperkt aantal kandidaten voor elk vakgebied (maximaal 1,5 maal het aantal kandidaten dat op de reservelijst per vakgebied kan worden geplaatst) en controleert of deze kandidaten voldoen aan de toelatingsvoorwaarden.

    Er wordt nagegaan of is voldaan aan de toelatingsvoorwaarden als vermeld in punt 3 (“Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”). De jury neemt hierover een besluit na vergelijking van a) de verklaringen in het sollicitatieformulier met b) de documenten die in uw EPSO-account zijn geüpload ter staving van die verklaringen.

    4.3.4.    Opstellen van reservelijsten

    De jury plaatst de kandidaten die i) alle vereiste minimumscores hebben behaald en behoren tot de kandidaten met de hoogste scores voor de vakgerelateerde meerkeuzetest, en ii) voldoen aan de toelatingsvoorwaarden, op de reservelijst. Dit gebeurt in afnemende volgorde van de in punt 4.3.2, b), bedoelde rangschikking, tot het aantal kandidaten dat voor elk vakgebied op de reservelijst kan worden geplaatst, is bereikt. Wanneer de laatste plaats op de reservelijst door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op de reservelijst geplaatst.

    De reservelijst wordt in alfabetische volgorde opgesteld. De reservelijsten worden beschikbaar gesteld aan de aanwervende diensten. De kandidaten worden geïnformeerd over de resultaten (van de tests en/of de controle van de toelatingsvoorwaarden), tenzij deze om de in deze aankondiging vermelde redenen niet zijn verwerkt.

    Opname op een reservelijst geeft geen recht of garantie op aanwerving.

    5.   GELIJKE KANSEN EN REDELIJKE VOORZIENINGEN

    EPSO voert een beleid van gelijke kansen voor alle kandidaten.

    Als u een handicap of medische aandoening hebt die uw deelname aan de tests belemmert, vermeld dit dan in uw sollicitatieformulier en volg de procedure om redelijke aanpassingen aan te vragen, zoals is vermeld op de EPSO-website (4). EPSO zal uw verzoek en de bewijsstukken onderzoeken en, indien nodig, redelijke aanpassingen toestaan.


    (1)  https://rm.coe.int/CoERMPublicCommonSearchServices/DisplayDCTMContent?documentId=090000168045bb51

    (2)  https://epso.europa.eu/nl/job-opportunities/open-for-application

    (3)  https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category

    (4)  https://epso.europa.eu/nl/node/495


    BIJLAGE I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    1.   Basisregels

    (1)

    De in dit document vervatte bepalingen zijn van toepassing tenzij in de aankondiging van vergelijkend onderzoek anders is bepaald.

    (2)

    In uw EPSO-account ontvangt u tijdgevoelige mededelingen. U moet ten minste om de drie kalenderdagen uw EPSO-account raadplegen om de voortgang van het vergelijkend onderzoek te volgen en te vermijden dat u een deadline mist.

    Als u uw account niet kunt raadplegen door een technisch probleem bij EPSO, moet u dit onmiddellijk melden, uitsluitend via het onlinecontactformulier (1).

    (3)

    Wanneer in enige fase van het vergelijkend onderzoek de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten toegelaten tot de volgende fase van het vergelijkend onderzoek. Wanneer de laatste plaats op de reservelijst door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op de reservelijst geplaatst.

    (4)

    Als u na een verzoek, klacht of beroep opnieuw tot de selectieprocedure wordt toegelaten, wordt u ofwel a) opnieuw toegelaten tot het vergelijkend onderzoek in de fase waarvan u eerder was uitgesloten, of b) toegevoegd aan de reservelijst, naargelang van het geval.

    (5)

    De communicatie (via uw EPSO-account of via e-mail) met EPSO verloopt in een van de talen waarvan u in de rubriek “leesvaardigheid” van het sollicitatieformulier hebt verklaard dat u deze beheerst op niveau B2 of hoger (2).

    (6)

    U kunt contact opnemen met EPSO via het onlinecontactformulier op de EPSO-website (3). Voordat u contact opneemt, verzoeken wij u eerst de “Veelgestelde vragen” (4) te raadplegen.

    (7)

    EPSO behoudt zich het recht voor ongepaste correspondentie te staken, bijvoorbeeld omdat deze steeds hetzelfde onderwerp betreft, of beledigend en/of irrelevant is.

    2.   Kwalificaties, ervaring, bewijsstukken

    De begin- en einddatum van de perioden van opleiding of werkervaring moeten steeds in het formaat dd/mm/jjjj worden aangegeven.

    2.1.   Onderwijskwalificaties

    (1)

    Graden, diploma’s en/of certificaten die zijn uitgereikt in een EU- of niet-EU-land, moeten worden erkend door een bevoegde autoriteit van een EU-lidstaat.

    (2)

    Bij de controle van de kwalificaties wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de nationale onderwijsstelsels, met name de verschillende benamingen van graden, diploma’s en certificaten.

    (3)

    Vermeld voor elke onderwijskwalificatie de titel, het opleidingsniveau, de behandelde onderwerpen, de begin- en einddatum van de opleiding en de reguliere/officiële studieduur.

    (4)

    In de rubriek “Opleiding” van het sollicitatieformulier moet u tevens uw diploma secundair/middelbaar onderwijs opgeven.

    2.2.   Werkervaring

    (1)

    Werkervaring wordt alleen meegeteld als is voldaan aan de volgende algemene voorwaarden:

    (a)

    de werkervaring werd opgedaan nadat de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde minimale onderwijskwalificatie werd behaald;

    (b)

    er is sprake van een reële en daadwerkelijke arbeidsprestatie;

    (c)

    er is sprake van bezoldiging;

    (d)

    er is sprake van een professionele relatie, d.w.z. deelname aan een organisatiestructuur of de verlening van een dienst;

    (e)

    de werkervaring is relevant volgens de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde criteria. Als slechts een deel van de tijdens een bepaalde periode van werkervaring verrichte taken als relevant kan worden beschouwd, zijn de volgende regels van toepassing:

    (i)

    als meer dan 75 % van de taken relevant is, wordt de volledige duur van de werkervaring als relevant beschouwd;

    (ii)

    als 50 tot 75 % van de taken relevant is, wordt de duur van de werkervaring geteld voor 75 %;

    (iii)

    als 25 tot 50 % van de taken relevant is, wordt de duur van de werkervaring geteld voor 50 %;

    (iv)

    als minder dan 25 % van de taken relevant is, wordt de werkervaring niet in aanmerking genomen.

    (2)

    Voor de hieronder vermelde werkervaring gelden specifieke regels, waaronder bepaalde uitzonderingen van de in punt 1) genoemde voorwaarden:

    (a)

    in het geval van vrijwilligerswerk wordt onder “bezoldiging” elke ontvangen financiële vergoeding verstaan, met inbegrip van onkostenvergoedingen en verzekeringsdekking. Daarnaast moet het vrijwilligerswerk vergelijkbaar zijn met gewoon werk wat betreft aantal wekelijkse uren en duur;

    (b)

    in het geval van stages wordt onder “bezoldiging” elke ontvangen financiële vergoeding verstaan, met inbegrip van onkostenvergoedingen en verzekeringsdekking. Een verplichte stage die deel uitmaakt van een studieprogramma, kan worden meegeteld op voorwaarde dat i) de stage werd gevolgd nadat de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde minimale onderwijskwalificatie werd behaald, en ii) het om een betaalde stage gaat;

    (c)

    een verplichte stage die deel uitmaakt van een programma dat leidt tot of een voorwaarde is voor inschrijving bij een beroepsvereniging om het recht op uitoefening van een beroep te verkrijgen (bijvoorbeeld toelating tot de orde van advocaten), kan worden meegeteld, ook als er geen sprake is van bezoldiging. Als het werk niet werd bezoldigd, kan de stageperiode evenwel slechts worden meegeteld als het programma met succes werd afgerond en het recht om het beroep uit te oefenen werd verkregen. In alle gevallen wordt deze periode slechts meegeteld voor de verplichte minimumduur ervan;

    (d)

    militaire dienstplicht die is vervuld vóór of na het behalen van de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde minimale onderwijskwalificatie wordt meegeteld, ook als die niet relevant is volgens de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde vereisten, doch voor maximaal de verplichte duur van de dienstplicht in de betrokken lidstaat;

    (e)

    zwangerschaps-/vaderschaps-/ouderschaps- en adoptieverlof worden meegeteld als het verlof is opgenomen in het kader van een arbeidscontract;

    (f)

    een promotie/doctoraatstudie wordt meegeteld als werkervaring van ten hoogste drie jaar, ook als er geen sprake is van bezoldiging, op voorwaarde dat de doctorsgraad is behaald;

    (g)

    deeltijdwerk wordt meegeteld naar rato van de daadwerkelijk gewerkte tijd (als u bijvoorbeeld zes maanden halftijds hebt gewerkt, wordt dit meegeteld als drie maanden werkervaring).

    2.3.   Bewijsstukken

    (1)

    U moet de gescande bewijsstukken ter staving van de verklaringen in uw sollicitatieformulier uploaden via uw EPSO-account, uiterlijk op de in de aankondiging van vergelijkend onderzoek vermelde datum, of — als geen datum is vermeld in de aankondiging — op de datum die door EPSO wordt meegedeeld.

    (2)

    Als u de bewijsstukken niet op bovengenoemde datum hebt verstrekt, kunt u worden uitgesloten van de procedure of kan het zijn dat uw specifieke kwalificaties of ervaring niet in aanmerking worden genomen.

    (3)

    Op enig moment in de procedure kunt u worden verzocht (meestal per e-mail) om aanvullende informatie of documenten te verstrekken.

    (4)

    U moet een kopie uploaden van uw identiteitskaart of paspoort. Deze moet geldig zijn op de uiterste datum voor de indiening van sollicitaties. Op verzoek moet u het origineel van uw identiteitskaart of paspoort kunnen overleggen.

    (5)

    Als bewijs van uw onderwijskwalificaties en opleiding moet u de volgende documenten overleggen:

    (a)

    een kopie van uw diploma’s en/of (opleidings)certificaten, ter staving van de onderwijskwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek (zie het onderdeel “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?” in de aankondiging van vergelijkend onderzoek);

    (b)

    een diploma/certificaat van middelbaar onderwijs (ook wanneer volgens de aankondiging van vergelijkend onderzoek een hoger opleidingsniveau dan middelbaar onderwijs is vereist);

    (c)

    voor diploma’s/certificaten die in een land buiten de EU zijn afgegeven, een gelijkwaardigheidsverklaring die is afgegeven door een bevoegde autoriteit van een EU-lidstaat.

    (6)

    Voor alle beroepsactiviteiten moeten originelen of gewaarmerkte kopieën kunnen worden overgelegd van de volgende documenten:

    (a)

    documenten van voormalige en/of huidige werkgever(s): arbeidsovereenkomst(en) met begin- en einddatum van het dienstverband en/of eerste en laatste loonstrookjes. Hierop moet zijn vermeld: aard, niveau, gedetailleerde beschrijving van de verrichte taken, officieel briefhoofd en stempel van de onderneming, en naam en handtekening van de bevoegde persoon;

    (b)

    voor werkzaamheden die niet in loondienst werden verricht, bv. voor zelfstandigen/vrije beroepen: facturen of bestelbonnen of andere officiële bewijsstukken waarop de verrichte werkzaamheden zijn omschreven, met vermelding van de aard en de duur van de verrichte werkzaamheden of verleende diensten;

    (c)

    voor freelancevertalers: documenten ter staving van de gewerkte perioden en het aantal vertaalde bladzijden;

    (d)

    voor freelancetolken: documenten ter staving van het aantal gewerkte dagen en de talen waarnaar of waaruit is getolkt.

    3.   De rol van de jury

    (1)

    De jury van het vergelijkend onderzoek beslist over de moeilijkheid van de tests en keurt de inhoud ervan goed, gaat na of de kandidaten voldoen aan de specifieke toelatingsvoorwaarden, vergelijkt de verdiensten van de kandidaten en selecteert de beste kandidaten op basis van de eisen die worden beschreven in de aankondiging van vergelijkend onderzoek.

    (2)

    De werkzaamheden van de jury zijn geheim.

    (3)

    De werkzaamheden van de jury worden gefaciliteerd door EPSO.

    4.   Belangenconflicten

    (1)

    De namen van de juryleden worden bekendgemaakt op de website van EPSO (5).

    (2)

    Kandidaten, juryleden en EPSO-personeelsleden die meewerken aan een bepaald vergelijkend onderzoek, moeten elk mogelijk belangenconflict melden, met name in het geval van een familie- of directe werkrelatie. Zij moeten een situatie die een belangenconflict kan veroorzaken, onmiddellijk aan EPSO melden zodra zij hiervan op de hoogte zijn. EPSO zal elk geval afzonderlijk beoordelen en passende maatregelen nemen.

    (3)

    Om de onafhankelijkheid van de jury te waarborgen, mogen kandidaten of personen die niet tot de jury behoren, behalve in uitdrukkelijk toegestane gevallen, geen contact hebben met de juryleden over kwesties die verband houden met het vergelijkend onderzoek of de werkzaamheden van de jury.

    (4)

    Kandidaten kunnen hun standpunt aan de jury kenbaar maken door een schriftelijk bericht te sturen aan EPSO (6).

    (5)

    Niet-naleving van deze regels kan leiden tot disciplinaire maatregelen jegens een jurylid of EPSO-medewerker en/of tot diskwalificatie van een kandidaat van het vergelijkend onderzoek (zie punt 6).

    5.   Afleggen van tests

    (1)

    De tests vinden op afstand (online) plaats (onder toezicht). Op de website van EPSO worden de IT-vereisten voor deelname aan de tests beschreven (7). Wij raden u aan om deze website zo vroeg mogelijk te raadplegen om ervoor te zorgen dat uw IT-uitrusting aan de gestelde eisen voldoet.

    (2)

    Om de tests af te leggen, moet u een afspraak boeken volgens de instructies van EPSO. De periode voor het boeken en het afleggen van de tests is beperkt.

    (3)

    Nadere instructies en details krijgt u in de uitnodiging voor de tests.

    (4)

    Als u een of meer tests niet reserveert, niet aflegt of niet afrondt, wordt uw deelname aan het vergelijkend onderzoek beëindigd, tenzij u kunt aantonen dat het niet reserveren, niet afleggen of niet afronden van een test het gevolg is van omstandigheden buiten uw wil of van overmacht. Het niet voldoen aan de voorwaarden die zijn vermeld in de instructies en in de informatie die werden verstrekt, wordt niet beschouwd als een omstandigheid buiten uw wil of als overmacht.

    6.   Diskwalificatie

    (1)

    In enige fase van het vergelijkend onderzoek kunt u worden gediskwalificeerd als u:

    (a)

    meer dan één EPSO-account hebt aangemaakt;

    (b)

    gesolliciteerd hebt via verschillende kanalen hoewel dit volgens de aankondiging van vergelijkend onderzoek verboden is;

    (c)

    valse of niet door de nodige documenten gestaafde verklaringen hebt afgelegd;

    (d)

    bij de tests hebt gefraudeerd, onlinetests hebt opgenomen of hebt geprobeerd het eerlijke verloop van de tests te manipuleren, of de integriteit van het vergelijkend onderzoek op enige andere wijze in het gedrang hebt gebracht;

    (e)

    hebt getracht om op ongeoorloofde wijze contact op te nemen met een lid van de jury;

    (f)

    EPSO niet hebt geïnformeerd over een potentieel belangenconflict met een jurylid of een EPSO-medewerker;

    (g)

    een schriftelijke of praktische test hebt ondertekend of hierop een onderscheidend merk hebt aangebracht, hoewel dat expliciet verboden is.

    (2)

    De EU-instellingen werven alleen personen aan die blijk geven van de hoogste mate van integriteit, overeenkomstig artikel 27, eerste alinea, en artikel 28, punt c), van het Statuut. In geval van fraude of poging tot fraude kan EPSO u voor een beperkte periode uitsluiten van toekomstige vergelijkende onderzoeken.

    7.   Problemen en oplossingen

    7.1.   Technische en organisatorische problemen

    (1)

    Als u in een bepaalde fase van de selectieprocedure een ernstig technisch of organisatorisch probleem ondervindt, moet u EPSO daarvan op de hoogte brengen via het onlinecontactformulier (8).

    (2)

    Als u een probleem hebt in verband met uw inschrijving, moet u onmiddellijk, en in elk geval vóór de uiterste inschrijvingsdatum, contact opnemen met EPSO.

    (3)

    Als het probleem zich tijdens de tests op afstand voordoet, onderneem dan beide onderstaande stappen:

    (a)

    meld het probleem onmiddellijk bij de surveillanten of neem contact op met de dienst technische ondersteuning (via de speciale link), zodat naar een snelle oplossing kan worden gezocht, en vraag de klacht schriftelijk vast te leggen,

    en

    (b)

    neem binnen drie kalenderdagen vanaf (en inclusief) de dag die volgt op de dag waarop de test in kwestie werd afgelegd, contact op met EPSO via het onlinecontactformulier (9) en geef een korte beschrijving van het probleem alsook het bewijs dat u hebt geprobeerd het probleem op te lossen (bijvoorbeeld het nummer van het ticket van de helpdesk, transcriptie van de chat enz.). EPSO heeft deze bewijzen nodig om een onderzoek in te stellen naar de situatie.

    Breng in alle gevallen EPSO op de hoogte van het probleem, zelfs als de surveillanten of de dienst technische ondersteuning maatregelen hebben genomen naar aanleiding van uw klacht.

    Klachten die na de in dit punt vermelde termijn worden ontvangen, of klachten die niet vergezeld gaan van een bewijs dat u hebt geprobeerd het probleem op te lossen, worden niet aanvaard.

    (4)

    Argumenten die zijn aangevoerd in het kader van de in de punten 7.2.2 en 7.3.1 bedoelde klachten en die gebaseerd zijn op vermeende technische en/of organisatorische problemen die niet overeenkomstig punt 7.1 werden gemeld, worden niet aanvaard.

    7.2.   Interne heronderzoeksprocedures

    7.2.1.   Klachten over meerkeuzevragen

    (1)

    Als u gegronde redenen hebt om aan te nemen dat een fout in een of meer van de vragen van de meerkeuzetest een negatieve invloed heeft gehad op uw vermogen om het juiste antwoord te geven, kunt u verzoeken om de vraag/vragen opnieuw te bekijken.

    (2)

    De jury kan besluiten deze vraag/vragen te “neutraliseren”, d.w.z te annuleren en de oorspronkelijk aan die vraag/vragen toegekende punten te verdelen over de rest van de vragen. De herberekening vindt alleen plaats voor de kandidaten die de vraag/vragen in kwestie hebben gekregen. De scoreberekening zoals beschreven in de desbetreffende onderdelen van de aankondiging van vergelijkend onderzoek, verandert verder niet.

    (3)

    Procedure voor het indienen van een klacht over meerkeuzevragen:

    (a)

    neem binnen drie kalenderdagen vanaf (en inclusief) de dag die volgt op de dag waarop de test in kwestie werd afgelegd, contact op met EPSO via het onlinecontactformulier (10);

    (b)

    beschrijf de betrokken vraag/vragen zo nauwkeurig mogelijk, en

    (c)

    licht de vermeende fout toe.

    (4)

    Klachten die te laat worden ingediend, of waarin de betwiste vraag/vragen of de vermeende fout(en) niet worden toegelicht, worden niet in behandeling genomen. Klachten waarin enkel melding wordt gemaakt van vermeende vertaalproblemen, zonder dat het probleem duidelijk wordt omschreven, worden niet aanvaard.

    (5)

    Argumenten die zijn aangevoerd in het kader van de in punt 7.3.1 bedoelde klachten en die gebaseerd zijn op vermeende problemen bij meerkeuzevragen die niet overeenkomstig punt 7.2.1 werden gemeld, worden niet aanvaard.

    7.2.2.   Verzoek tot heronderzoek

    (1)

    U kunt verzoeken om een heronderzoek van een besluit van de jury waarbij uw resultaten worden vastgesteld, waarbij wordt bepaald of u naar de volgende fase van het vergelijkend onderzoek mag doorgaan of waardoor uw rechtspositie als kandidaat op een andere manier wordt beïnvloed.

    (2)

    Een heronderzoeksprocedure dient om de jury de mogelijkheid geven het betwiste besluit te wijzigen als daar een reden voor is (zoals een beoordelingsfout). Tijdens deze procedure evalueert de jury haar beoordeling van de verdiensten van de kandidaat, waarna zij hetzij haar oorspronkelijke conclusies bevestigt of haar beoordeling herziet.

    (3)

    De jury beantwoordt geen juridische argumenten, ongeacht of deze al dan niet verband houden met de betwiste beoordeling. Argumenten van juridische aard en eisen in verband met het rechtskader van het vergelijkend onderzoek kunnen worden aangevoerd in het kader van een administratieve klacht (zie punt 7.3.1).

    (4)

    Het simpele feit dat u het niet eens bent met het oordeel van de jury over uw prestaties tijdens de tests, of uw kwalificaties en/of werkervaring, bewijst niet dat de jury een beoordelingsfout heeft gemaakt. De jury heeft een ruime beoordelingsmarge bij het beoordelen van de waarde van uw prestaties, kwalificaties en ervaring.

    (5)

    Het is niet mogelijk een verzoek tot heronderzoek in te dienen met betrekking tot de resultaten van de meerkeuzetests.

    (6)

    Procedure voor het indienen van een verzoek tot heronderzoek:

    (a)

    neem binnen vijf kalenderdagen vanaf (en inclusief) de dag van de bekendmaking van het bestreden besluit in uw EPSO-account, contact op met EPSO via het onlinecontactformulier (11);

    (b)

    geef duidelijk aan welk besluit u wenst te betwisten en om welke redenen u dit doet.

    (7)

    U ontvangt een automatische ontvangstbevestiging. De jury onderzoekt het verzoek tot heronderzoek en stelt u zo snel mogelijk in kennis van haar besluit.

    (8)

    Verzoeken tot heronderzoek die na de in punt 6, a), vermelde termijn werden ontvangen, worden als niet-ontvankelijk beschouwd en worden niet behandeld, tenzij u zich kunt beroepen op overmacht.

    7.3.   Andere vormen van heronderzoek

    7.3.1.   Administratieve klachten op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie

    (1)

    U kunt een administratieve klacht indienen tegen een maatregel (een genomen of niet genomen besluit) als:

    (a)

    u meent dat er sprake is van een schending van de voor de selectieprocedure geldende voorschriften, en

    (b)

    het betwiste besluit nadelig is voor u, dus rechtstreeks en onmiddellijk van invloed is op uw rechtspositie als kandidaat (d.w.z. waarbij uw resultaten worden vastgesteld, waarbij wordt bepaald of u naar de volgende fase van het vergelijkend onderzoek mag doorgaan, of waardoor uw rechtspositie op een andere wijze wordt beïnvloed).

    (2)

    Tegen het niet nemen van een besluit kan een klacht worden ingediend in de gevallen waarin er een verplichting bestaat om binnen een in het Statuut gestelde termijn een besluit te nemen.

    (3)

    Als u een verzoek tot heronderzoek (zie punt 7.2.2) hebt ingediend, moet u wachten tot u hierop antwoord hebt ontvangen alvorens u een administratieve klacht kunt indienen. De termijn voor het indienen van een administratieve klacht gaat dan in op de dag waarop de jury haar besluit over het verzoek tot heronderzoek heeft meegedeeld.

    (4)

    Administratieve klachten worden onderzocht door de directeur van EPSO, die optreedt als tot aanstelling bevoegd gezag op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut.

    (5)

    De procedure voor administratieve klachten dient om na te gaan of het rechtskader van het vergelijkend onderzoek werd gerespecteerd. De directeur van EPSO kan een waardeoordeel van de jury niet terugdraaien. De directeur heeft geen juridische bevoegdheid om de inhoud van een besluit van de jury te wijzigen. Als de directeur van EPSO een procedurefout of een kennelijke beoordelingsfout vaststelt, wordt de zaak terugverwezen naar de jury voor een herbeoordeling.

    (6)

    Procedure voor het indienen van een administratieve klacht:

    (a)

    neem contact op met EPSO via het onlinecontactformulier (12), binnen de in artikel 90, lid 2, van het Statuut gestelde termijn, dat wil zeggen drie maanden vanaf i) de dag van de kennisgeving van het bestreden besluit, of ii) de dag waarop een dergelijk besluit had moeten worden genomen,

    en

    (b)

    geef duidelijk aan welk genomen of niet genomen besluit u wenst te betwisten en om welke redenen u dit doet.

    (7)

    Administratieve klachten die na de in artikel 90, lid 2, van het Statuut vermelde termijn worden ontvangen, worden als niet-ontvankelijk beschouwd.

    7.3.2.   Gerechtelijk beroep

    (1)

    U hebt het recht een gerechtelijk beroep in te stellen bij het Gerecht op grond van artikel 270 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 91 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    (2)

    Er kan bij het Gerecht geen beroep worden ingesteld tegen een besluit van EPSO (in tegenstelling tot een besluit van de jury) als niet eerst een administratieve klacht op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut is ingediend (zie punt 7.3.1).

    (3)

    Alle informatie over gerechtelijke beroepen is te vinden op de website van het Gerecht (13).

    7.3.3.   Klachten bij de Europese Ombudsman

    (1)

    Alle burgers en inwoners van de EU kunnen een klacht over wanbeheer indienen bij de Europese Ombudsman.

    (2)

    Alvorens een klacht bij de Europese Ombudsman in te dienen, moet u eerst alle interne rechtsmiddelen van EPSO hebben uitgeput (zie de punten 7.1 en 7.2 hierboven).

    (3)

    Klachten bij de Europese Ombudsman hebben geen schorsende werking op de in deze regels bedoelde termijnen voor het indienen van verzoeken, klachten of gerechtelijke beroepen.

    (4)

    Informatie over de indiening van klachten bij de Europese Ombudsman is te vinden op deze website (14).

    Einde van BIJLAGE I; klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


    (1)  https://epso.europa.eu/nl/contact-us

    (2)  https://rm.coe.int/CoERMPublicCommonSearchServices/DisplayDCTMContent?documentId=090000168045bb51

    (3)  https://epso.europa.eu/nl/contact-us

    (4)  https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category

    (5)  https://epso.europa.eu/nl

    (6)  https://epso.europa.eu/nl/contact-us

    (7)  https://epso.europa.eu/nl/it-requirements-passing-epsos-remotely-proctored-tests

    (8)  https://epso.europa.eu/nl/help/faq/complaints

    (9)  https://epso.europa.eu/nl/help/faq/complaints

    (10)  https://epso.europa.eu/nl/help/faq/complaints

    (11)  https://epso.europa.eu/nl/help/faq/complaints

    (12)  https://epso.europa.eu/nl/help/faq/complaints

    (13)  https://curia.europa.eu/jcms/

    (14)  https://www.ombudsman.europa.eu/nl/home


    BIJLAGE II

    TAKEN

    Vakgebied 1 — Crisisbeheersing

    A.   Taken bij alle instellingen

    1.

    Bijdragen tot de formulering en ontwikkeling van het EU-beleid en de EU-mechanismen voor crisisbeheersing. Opstellen van wetgeving en toezien op desbetreffende wetgevingsprocedures.

    2.

    Ondersteunen van strategische prognoses en ontwikkelen van situationeel bewustzijn in het geval van rampen en crises. Ontwikkelen en implementeren van maatregelen in verband met preventiebeleid en rampenparaatheid. Ondersteunen van activiteiten op het gebied van risico-identificatie en risicobeoordeling. Bijdragen tot de ontwikkeling van een respons op consulaire crises waarbij EU-burgers in derde landen betrokken zijn.

    3.

    Opstellen van strategische documenten, uitvoeringsplannen, verslagen, beleidsnota’s, documenten ter bepaling van de agenda enz. en ondersteunen van vergaderingen op verschillende niveaus en/of van betrokken (deskundigen)groepen.

    4.

    Contacten onderhouden met en coördineren van de werkzaamheden van de verschillende diensten van de instellingen, de lidstaten (met inbegrip van crisiscentra) en deskundigen.

    5.

    Ontwikkelen van instrumenten voor communicatie en informatiebeheer en van plannen voor communicatie met burgers en belangrijke externe belanghebbenden. Meewerken aan de bewustmaking van crisisbeheersingsstructuren en -mechanismen.

    B.   Specifieke taken bij het Europees Parlement

    1.

    Meewerken aan de vaststelling van een protocol voor de activering van crisisbeheersing: vaststellen van de niveaus van urgentie en van de omstandigheden die aanleiding geven tot een bepaald crisisresponsplan, en opstellen van instructies voor respons en escalatie.

    2.

    Bijdragen tot de beschrijving van een gestructureerde bevelstructuur, een nood- en commandocentrum en actieplannen voor respons.

    3.

    Meewerken aan de totstandbrenging van systemen en back-upmethoden voor communicatie tussen de leden van het crisisbeheersingsteam.

    C.   Specifieke taken bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie

    1.

    Ondersteunen van de geïntegreerde regeling politieke crisisrespons (IPCR), met inbegrip van alle activiteiten in verband met de activering van het mechanisme.

    2.

    Advies en steun verlenen, beleidsaanbevelingen doen en voorstellen voor maatregelen formuleren aan het voorzitterschap van de Raad van de EU, ter ondersteuning van geïnformeerde besluitvorming en doeltreffende politieke coördinatie van crisissituaties op EU-niveau.

    D.   Specifieke taken bij de Europese Commissie

    1.

    Ontwerpen en evalueren van beroepsopleidingen en oefeningen voor noodhulpverleners, ondersteunen van de ontwikkeling van capaciteit, de Europese pool voor civiele bescherming (1) beheren en de responscapaciteit certificeren, alsmede de strategische rescEU-reserve (2) implementeren en verder ontwikkelen.

    2.

    De coördinatie tijdens noodsituaties verzorgen, binnen de Commissie alsook met andere EU-instellingen en -organen en de lidstaten, in het kader van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (3).

    3.

    Ondersteunen van de voorbereiding en inzet van deskundigenteams om de respons ter plaatse te beoordelen en te coördineren, met inbegrip van het faciliteren van logistieke regelingen en het vervoer van noodhulp naar rampgebieden.

    4.

    Bijdragen tot de uitvoering en de beleidsontwikkeling van het Uniemechanisme voor civiele bescherming (4), via de ontwikkeling en uitvoering van operationele overeenkomsten met noodhulpdiensten, en door raadpleging van en uitwisseling met belanghebbenden op specifieke gebieden, onder meer via het kennisnetwerk voor civiele bescherming van de Unie (5).

    5.

    Meewerken aan de ontwikkeling van geschikte financiële instrumenten om de hulp via het Uniemechanisme voor civiele bescherming te kanaliseren, alsook handhaven en actualiseren van methoden voor de besluitvorming over de toewijzing van middelen. Meewerken aan de ontwikkeling van doeltreffende vervoers- en operationele oplossingen voor rampenrespons, met inbegrip van financierings- en IT-oplossingen.

    6.

    Zorgen voor de monitoring van systemen voor vroegtijdige waarschuwing om de belanghebbenden te informeren over grote natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, onder meer door analyse van door de dienst voor het beheer van noodsituaties van Copernicus (6) verstrekte satellietkaarten.

    E.   Specifieke taken bij de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)

    1.

    Ondersteunen van de uitvoering van het crisisresponsmechanisme (CRM) van de EDEO, met inbegrip van alle activiteiten in verband met de activering en het beheer van het mechanisme.

    2.

    Ondersteunen van de uitvoering van het mandaat van het crisisresponscentrum van de EDEO door het opzetten van systemen voor vroegtijdige waarschuwing (op 24/7-basis) en situationeel bewustzijn, om de besluitvorming in het geval van crises te vergemakkelijken.

    3.

    Ondersteunen van de zorgplicht van de EU met betrekking tot de veiligheid van naar EU-delegaties gedetacheerd personeel en de bedrijfscontinuïteit van EU-delegaties in het geval van crises.

    Vakgebied 2 — Migratie en interne veiligheid

    A.   Taken bij alle instellingen

    1.

    Coördineren van de werkzaamheden van de actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van het migratie-, asiel- en interneveiligheidsbeleid van de EU.

    2.

    Verstrekken van beleidsadvies en -analyse en rapporteren over kwesties in verband met migratie en interne veiligheid. Dit omvat het monitoren en analyseren van irreguliere migratiestromen en het bijhouden van gegevensverzamelingen.

    3.

    Bijdragen tot de vormgeving van het EU-beleid inzake migratiebeheer en interne veiligheid. Voorbereiden, evalueren of herzien van wetgevingsinitiatieven op het gebied van migratie en interne veiligheid; deelnemen aan de onderhandelingen in het kader van wetgevingsmechanismen.

    4.

    Meewerken aan de totstandbrenging van duurzame en doeltreffende migratiebeheersystemen en het interneveiligheidsbeleid.

    5.

    Assisteren bij de coördinatie van operationele, beleids-, financierings- en juridische kwesties in verband met migratie en interne veiligheid.

    6.

    Bijdragen tot de beheersing van crisissituaties en het beheer van veiligheidskwesties.

    7.

    Coördineren en/of opstellen van briefings, toespraken, persberichten, mediapublicaties en richtlijnen. Voorbereiden van bezoeken op hoger managementniveau en op politiek niveau; meehelpen met de voorbereiding van conferenties en evenementen in verband met migratie en interne veiligheid.

    8.

    Contacten onderhouden met internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties die actief zijn op het gebied van migratie, asiel en interne veiligheid.

    9.

    Toezicht houden op de uitvoering van de EU-begroting, monitoren en evalueren van projecten, en beheren van projecten ter ondersteuning van de uitvoering van het migratie-, asiel- en interneveiligheidsbeleid van de EU.

    10.

    Leveren van input voor projecten in het kader van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (BMVI) als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF), het Fonds voor asiel en migratie (AMF) en het Fonds voor interne veiligheid.

    B.   Specifieke taken bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie

    Vertegenwoordigen van het secretariaat-generaal van de Raad op vergaderingen in verband met migratie en interne veiligheid, bijvoorbeeld in de stuurgroep van de EU-innovatiehub voor interne veiligheid enz.

    Einde van BIJLAGE II; klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


    (1)  https://civil-protection-humanitarian-aid.ec.europa.eu/what/civil-protection/european-civil-protection-pool_en

    (2)  https://civil-protection-humanitarian-aid.ec.europa.eu/what/civil-protection/resceu_en

    (3)  https://civil-protection-humanitarian-aid.ec.europa.eu/what/civil-protection/emergency-response-coordination-centre-ercc_en

    (4)  https://civil-protection-humanitarian-aid.ec.europa.eu/what/civil-protection/eu-civil-protection-mechanism_en

    (5)  https://civil-protection-knowledge-network.europa.eu/

    (6)  https://emergency.copernicus.eu/


    BIJLAGE III

    VOORBEELDEN VAN MINIMUMKWALIFICATIES

    Voorbeelden van minimumkwalificaties voor elke lidstaat en het verenigd koninkrijk en per rang die in beginsel overeenkomen met de volgens de aankondigingen van vergelijkend onderzoek vereiste kwalificaties

    Klik hier voor een gemakkelijk leesbare versie van deze voorbeelden.

    LAND

    AST-SC1 tot en met AST-SC6

    AST1 tot en met AST7

    AST3 tot en met AST11

    AD5 tot en met AD16

    Secundair onderwijs (dat toegang geeft tot hoger onderwijs)

    Hoger onderwijs (niet-universitair postsecundair onderwijs of korte universitaire opleiding van ten minste twee jaar)

    Universitair onderwijs (of daarmee overeenkomend niveau) (van ten minste drie jaar)

    Universitair onderwijs (of daarmee overeenkomend niveau) (van vier jaar of meer)

    Belgique — België — Belgien

    Certificat de l’enseignement secondaire supérieur (CESS)/Diploma secundair onderwijs

    Diplôme d’aptitude à accéder à l’enseignement supérieur (DAES)/Getuigschrift van hoger secundair onderwijs

    Diplôme d’enseignement professionnel/Getuigschrift van het beroepssecundair onderwijs

    Candidature/Kandidaat

    Graduat/Gegradueerde

    Bachelor/Professioneel gerichte Bachelor

    Bachelor académique (180 crédits)

    Academisch gerichte Bachelor (180 ECTS)

    Licence/Licentiaat

    Master

    Diplôme d’études approfondies (DEA)

    Diplôme d’études spécialisées (DES)

    Diplôme d’études supérieures spécialisées (DESS)

    Gediplomeerde in de Voortgezette Studies (GVS)

    Gediplomeerde in de Gespecialiseerde Studies (GGS)

    Gediplomeerde in de Aanvullende Studies (GAS)

    Agrégation/Aggregaat

    Ingénieur industriel/Industrieel ingenieur

    Doctorat/Doctoraal diploma

    България

    Диплома за завършено средно образование

    Специалист по …

     

    Диплома за висше образование

    Бакалавър

    Магистър

    Česko

    Vysvědčení o maturitní zkoušce

    Vysvědčení o absolutoriu (Absolutorium) + diplomovaný specialista (DiS.)

    Diplom o ukončení bakalářského studia (Bakalář)

    Diplom o ukončení vysokoškolského studia

    Magistr

    Doktor

    Danmark

    Bevis for:

    Studentereksamen

    Højere Forberedelseseksamen (HF)

    Højere Handelseksamen (HHX)

    Højere Afgangseksamen (HA)

    Bac pro: Bevis for Højere Teknisk Eksamen (HTX)

    Videregående uddannelser

    = Bevis for = Eksamensbevis som (erhvervsakademiuddannelse AK)

    Bachelorgrad (BA eller BS)

    Professionsbachelorgrad

    Diplomingeniør

    Kandidatgrad/Candidatus

    Master/Magistergrad (mag.art)

    Licenciatgrad

    ph.d.-grad

    Deutschland

    Abitur/Zeugnis der allgemeinen Hochschulreife

    Fachabitur/Zeugnis der Fachhochschulreife

     

    Fachhochschulabschluss

    Bachelor

    Hochschulabschluss/Fachhochschulabschluss/Master

    Magister Artium/Magistra Artium

    Staatsexamen/Diplom

    Erstes Juristisches Staatsexamen

    Doktorgrad

    Eesti

    Gümnaasiumi lõputunnistus + riigieksamitunnistus

    Lõputunnistus kutsekeskhariduse omandamise kohta

    Tunnistus keskhariduse baasil kutsekeskhariduse omandamise kohta

    Bakalaureusekraad (min 120 ainepunkti)

    Bakalaureusekraad (< 160 ainepunkti)

    Rakenduskõrghariduse diplom

    Bakalaureusekraad (160 ainepunkti)

    Magistrikraad

    Arstikraad

    Hambaarstikraad

    Loomaarstikraad

    Filosoofiadoktor

    Doktorikraad (120–160 ainepunkti)

    Éire/Ireland

    Ardteistiméireacht, Grád D3, I 5 ábhar/Leaving Certificate Grade D3 in 5 subjects

    Gairmchlár na hArdteistiméireachta (GCAT)/Leaving Certificate Vocational Programme (LCVP)

    Teastas Náisiúnta/National Certificate

    Gnáthchéim bhaitsiléara/Ordinary bachelor degree

    Dioplóma náisiúnta (ND, Dip.)/National diploma (ND, Dip.)

    Ardteastas (120 ECTS)/Higher Certificate (120 ECTS)

    Céim onóracha bhaitsiléara (3 bliana/180 ECTS) (BA, B.Sc, B.Eng)/Honours bachelor degree (3 years/180 ECTS) (BA, B.Sc, B.Eng)

    Céim onóracha bhaitsiléara (4 bliana/240 ECTS)/Honours bachelor degree (4 years/240 ECTS)

    Céim ollscoile/University degree

    Céim mháistir (60-120 ECTS)/Master’s degree (60-120 ECTS)

    Dochtúireacht/Doctorate

    Ελλάδα

    Απολυτήριο Γενικού Λυκείου Απολυτήριο Κλασικού Λυκείου

    Απολυτήριο Τεχνικού Επαγγελματικού Λυκείου

    Απολυτήριο Ενιαίου Πολυκλαδικού Λυκείου

    Απολυτήριο Ενιαίου Λυκείου

    Απολυτήριο Τεχνολογικού Επαγγελματικού Εκπαιδευτηρίου

    Δίπλωμα επαγγελματικής κατάρτισης (ΙΕΚ)

     

    Πτυχίο ΑΕΙ (πανεπιστημίου, πολυτεχνείου, ΤΕΙ)

    Μεταπτυχιακό Δίπλωμα Ειδίκευσης (2ος κύκλος)

    Διδακτορικό Δίπλωμα (3ος κύκλος)

    España

    Bachillerato + Curso de Orientación Universitaria (COU)

    Bachillerato

    BUP

    Diploma de Técnico especialista

    FP grado superior (Técnico superior)

    Diplomado/Ingeniero técnico

    Licenciatura

    Máster

    Ingeniero

    Título de Doctor

    France

    Baccalauréat

    Diplôme d’accès aux études universitaires (DAEU)

    Brevet de technicien

    Diplôme d’études universitaires générales (DEUG)

    Brevet de technicien supérieur (BTS)

    Diplôme universitaire de technologie (DUT)

    Diplôme d’études universitaires scientifiques et techniques (DEUST)

    Licence

    Maîtrise

    Maîtrise des sciences et techniques (MST), maîtrise des sciences de gestion (MSG), diplôme d’études supérieures techniques (DEST), diplôme de recherche technologique (DRT), diplôme d’études supérieures spécialisées (DESS), diplôme d’études approfondies (DEA), master 1, master 2 professionnel, master 2 recherche

    Diplôme des grandes écoles

    Diplôme d’ingénieur

    Doctorat

    Hrvatska

    Svjedodžba o državnoj maturi

    Svjedodžba o završnom ispitu

    Stručni pristupnik/pristupnica

    Baccalaureus/Baccalaurea (sveučilišni prvostupnik/prvostupnica)

    Baccalaureus/Baccalaurea (sveučilišni prvostupnik/prvostupnica)

    Stručni specijalist

    Magistar struke

    Magistar inženjer/magistrica inženjerka (mag. ing)

    Doktor struke

    Doktor umjetnosti

    Italia

    Diploma di maturità (vecchio ordinamento)

    Perito ragioniere

    Diploma di superamento dell’esame di Stato conclusivo dei corsi di studio di istruzione secondaria superiore

    Diploma universitario (DU)

    Certificato di specializzazione tecnica superiore

    Attestato di competenza (4 semestri)

    Diploma di laurea — L (breve)

    Diploma di laurea (DL)

    Laurea specialistica (LS)

    Master di I livello

    Dottorato di ricerca (DR)

    Κύπρος

    Απολυτήριο

    Δίπλωμα = Programmes offered by Public/Private Schools of Higher Education (for the latter accreditation is compulsory)

    Higher Diploma

     

    Πανεπιστημιακό Πτυχίο/Bachelor

    Master

    Doctorat

    Latvija

    Atestāts par vispārējo vidējo izglītību

    Diploms par profesionālo vidējo izglītību

    Diploms par pirmā līmeņa profesionālo augstāko izglītību

    Bakalaura diploms (min. 120 kredītpunktu)

    Bakalaura diploms (160 kredītpunktu)

    Profesionālā bakalaura diploms

    Maģistra diploms

    Profesionālā maģistra diploms

    Doktora grāds

    Lietuva

    Brandos atestatas

    Aukštojo mokslo diplomas

    Aukštesniojo mokslo diplomas

    Profesinio bakalauro diplomas

    Aukštojo mokslo diplomas

    Aukštojo mokslo diplomas

    Bakalauro diplomas

    Magistro diplomas

    Daktaro diplomas

    Meno licenciato diplomas

    Luxembourg

    Diplôme de fin d’études secondaires et techniques

    BTS

    Brevet de maîtrise

    Brevet de technicien supérieur

    Diplôme de premier cycle universitaire (DPCU)

    Diplôme universitaire de technologie (DUT)

    Bachelor

    Diplôme d’ingénieur technicien

    Master

    Diplôme d’ingénieur industriel

    DESS en droit européen

    Magyarország

    Gimnáziumi érettségi bizonyítvány

    Szakközépiskolai érettségi-képesítő bizonyítvány

    Felsőfokú szakképesítést igazoló bizonyítvány (Higher Vocational Programme)

    Főiskolai oklevél

    Alapfokozat (Bachelor degree 180 credits)

    Egyetemi oklevél

    Alapfokozat (Bachelor degree 240 credits)

    Mesterfokozat (Master degree) (Osztatlan mesterképzés)

    Doktori fokozat

    Malta

    Advanced Matriculation or GCE Advanced level in 3 subjects (2 of them grade C or higher)

    Matriculation certificate (2 subjects at Advanced level and 4 at Intermediate level including Systems of Knowledge with overall grade A-C) + Passes in the Secondary Education Certificate examination at Grade 5

    2 À Levels (passes A-C) + a number of subjects at Ordinary level, or equivalent

    MCAST diplomas/certificates

    Higher National Diploma

    Bachelor’s degree

    Bachelor’s degree

    Master of Arts

    Doctorate

    Nederland

    Diploma VWO

    Diploma staatsexamen (2 diploma’s)

    Diploma staatsexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Diploma staatsexamen VWO)

    Diploma staatsexamen hoger algemeen voortgezet onderwijs (Diploma staatsexamen HAVO)

    Kandidaatsexamen

    Associate degree (AD)

    Bachelor (WO)

    HBO bachelor degree

    Baccalaureus of «Ingenieur»

    HBO/WO Master’s degree

    Doctoraal examen/Doctoraat

    Österreich

    Matura/Reifeprüfung

    Reife- und Diplomprüfung

    Berufsreifeprüfung

    Kollegdiplom/Akademiediplom

    Fachhochschuldiplom/Bakkalaureus/Bakkalaurea

    Universitätsdiplom

    Fachhochschuldiplom

    Magister/Magistra

    Master

    Diplomprüfung, Diplom-Ingenieur

    Magisterprüfungszeugnis Rigorosenzeugnis

    Doktortitel

    Polska

    Świadectwo dojrzałości

    Świadectwo ukończenia liceum ogólnokształcącego

    Dyplom ukończenia kolegium nauczycielskiego

    Świadectwo ukończenia szkoły policealnej

    Licencjat/Inżynier

    Magister/Magister inżynier

    Dyplom doktora

    Portugal

    Diploma de Ensino Secundário

    Certificado de Habilitações do Ensino Secundário

     

    Bacharel Licenciado

    Licenciado

    Mestre

    Doutorado

    România

    Diplomă de bacalaureat

    Diplomă de absolvire (colegiu universitar)

    Învățământ preuniversitar

    Diplomă de licenţă

    Diplomă de licenţă

    Diplomă de inginer

    Diplomă de urbanist

    Diplomă de master

    Certificat de atestare (studii academice postuniversitare)

    Diplomă de doctor

    Slovenija

    Maturitetno spričevalo (spričevalo o poklicni maturi) (spričevalo o zaključnem izpitu)

    Diploma višje strokovne šole

    Diploma o pridobljeni visoki strokovni izobrazbi

    Univerzitetna diploma

    Magisterij

    Specializacija

    Doktorat

    Slovensko

    Vysvedčenie o maturitnej skúške

    Absolventský diplom

    Diplom o ukončení bakalárskeho štúdia (Bakalár)

    Diplom o ukončení vysokoškolského štúdia

    Bakalár (Bc.)

    Magister

    Magister/Inžinier

    ArtD.

    Suomi/Finland

    Ylioppilastutkinto tai peruskoulu + kolmen vuoden ammatillinen koulutus – Studentexamen eller grundskola + treårig yrkesinriktad utbildning

    Todistus yhdistelmäopinnoista (Betyg över kombinationsstudier)

    Ammatillinen opistoasteen tutkinto – Yrkesexamen på institutnivå

    Kandidaatin tutkinto – Kandidatexamen/Ammattikorkeakoulututkinto – Yrkeshögskoleexamen (min. 120 opintoviikkoa – studieveckor)

    Maisterin tutkinto – Magisterexamen/Ammattikorkeakoulututkinto – Yrkeshögskoleexamen (min. 160 opintoviikkoa – studieveckor)

    Tohtorin tutkinto (Doktorsexamen) joko 4 vuotta tai 2 vuotta lisensiaatin tutkinnon jälkeen – antingen 4 år eller 2 år efter licentiatexamen

    Lisensiaatti/Licentiat

    Sverige

    Slutbetyg från gymnasieskolan (3-årig gymnasial utbildning)

    Högskoleexamen (80 poäng)

    Högskoleexamen, 2 år, 120 högskolepoäng

    Yrkeshögskoleexamen/Kvalificerad yrkeshögskoleexamen, 1–3 år

    Kandidatexamen (akademisk examen omfattande minst 120 poäng, varav 60 poäng fördjupade studier i ett ämne + uppsats motsvarande 10 poäng)

    Meriter på grundnivå: Kandidatexamen, 3 år, 180 högskolepoäng (Bachelor)

    Magisterexamen (akademisk examen omfattande minst 160 poäng, varav 80 poäng fördjupade studier i ett ämne + uppsats motsvarande 20 poäng eller två uppsatser motsvarande 10 poäng vardera)

    Licentiatexamen

    Doktorsexamen

    Meriter på avancerad nivå:

    Magisterexamen, 1 år, 60 högskolepoäng

    Masterexamen, 2 år, 120 högskolepoäng

    Meriter på forskarnivå:

    Licentiatexamen, 2 år, 120 högskolepoäng

    Doktorsexamen, 4 år, 240 högskolepoäng

    United Kingdom

    General Certificate of Education Advanced level — 2 passes or equivalent (grades A to E)

    BTEC National Diploma

    General National Vocational Qualification (GNVQ), advanced level

    Advanced Vocational Certificate of Education, À level (VCE À level)

    Higher National Diploma/Certificate (BTEC)/SCOTVEC

    Diploma of Higher Education (DipHE)

    National Vocational Qualifications (NVQ)

    Scottish Vocational Qualifications (SVQ) level 4

    (Honours) Bachelor degree

    NB: Master’s degree in Scotland

    Honours Bachelor degree

    Master’s degree (MA, MB, MEng, MPhil, MSc)

    Doctorate

    Note:

    UK diplomas awarded in 2020 (until 31 December 2020) are accepted without an equivalence. UK diplomas awarded as from 1 January 2021 must be accompanied by an equivalence issued by a competent authority of an EU Member State.

    Einde van BIJLAGE III; klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


    Top